Sony CMT-GPX5 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
NL
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om brand en elektrische
schokken te voorkomen.
Bedek de ventilatiesleuven van het apparaat niet met
een krant, tafelkleed, gordijn e.d., om brand te
voorkomen. Plaats ook nooit een brandende kaars
bovenop het apparaat.
Zet geen met vloeistof gevulde voorwerpen op het
apparaat, zoals kopjes, glazen of bloemenvazen, om
brand of een elektrische schok te vermijden.
Dit apparaat is
geklassificeerd als een
KLASSE 1 LASER-
product. U vindt dit label
achterop de behuizing.
Gooi de batterij niet weg maar lever
deze in als klein chemisch afval
(KCA).
WAARSCHUWING
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals
een boekenrek of ingebouwde kast.
3
NL
Hoe gebruikt u deze handleiding ............4
Af te spelen discs ....................................4
Voorbereidingen
De installatie aansluiten..........................6
De klok instellen.....................................8
CD/MP3 – Afspelen
Een disc laden .........................................8
Een cd afspelen.......................................9
— Normaal afspelen/Willekeurige
weergave
Muziekstukken herhaald afspelen.........10
— Herhaalde weergave
Uw eigen muziekprogramma
samenstellen....................................11
— Programma-weergave
Tuner
Voorkeurzenders instellen ....................12
Naar de radio luisteren..........................14
— Geheugenafstemming
— Handmatig afstemmen
Radio Data Systeem (RDS) ..................15
(Alleen het Europese model)
Cassette – Afspelen
Een cassette plaatsen.............................16
Een cassette afspelen.............................16
Cassette – Opnemen
Uw favoriete muziekstukken van CD op
cassette opnemen............................17
— Synchroon opnemen van CD
op cassette
Handmatig opnemen op een cassette....18
— Handmatig opnemen
Geluid afstellen
Klank van de weergave instellen ..........19
Schakelklok
In slaap vallen met muziek................... 19
— Sluimerfunctie
Gewekt worden met muziek.................20
— Inschakelklok
Radioprogramma's opnemen met de
schakelklok..................................... 21
— Opname-schakelklok
Uitleesvenster
Het uitleesvenster uitschakelen ............ 22
— Energiebesparingsstand
Informatie over de disc in het
uitleesvenster zien.......................... 22
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur....................................... 24
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen....................25
Foutmeldingen...................................... 28
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen..........................29
Technische gegevens............................ 30
Overzicht van de bedieningsorganen en
verwijzingspagina's ........................ 33
Inhoudsopgave
NL
4
NL
In deze handleiding wordt met name beschreven
hoe u het apparaat gebruikt met de
afstandsbediening. Dezelfde handelingen
kunnen echter ook worden uitgevoerd met de
knoppen op het apparaat die dezelfde of bijna
dezelfde namen hebben.
In dit apparaat kunt u de volgende soorten discs
afspelen. Andere typen discs kunnen hiermee
niet weergegeven worden.
Overzicht van de af te spelen
discs
*alleen met de CMT-GPX7/CMT-GPX6
Discs die met dit apparaat
niet af te spelen zijn
• CD-ROM computerdiscs
• CD-R/CD-RW discs in andere dan de
volgende soorten:
– muziek-CD's
– MP3 audioformaat volgens de ISO9660*
norm Level 1/Level 2, Joliet of Multi
Session**
• Discs met afwijkende vormen (hoekige of
hartvormige discs e.d.).
• Discs met opgeplakte stickers, etiketten e.d.
• Discs waar nog plakband, cellofaan of ander
verpakkingsmateriaal aan kleeft.
* ISO 9660 formaat
Dit is de meest algemene internationale norm voor
het vastleggen van muziekstukken in bestanden en
mappen op CD-ROM discs. De specificaties
omvatten verschillende niveaus. Bij niveau 1
moeten de titels van muziekstukken worden
vastgelegd in het 8.3 formaat (niet meer dan acht
lettertekens in de naam, en niet meer dan drie in de
extensie ".MP3"), geheel in hoofdletters. Ook de
namen van mappen mogen niet meer dan acht letters
bevatten. Bovendien kunnen er niet meer dan acht
niveaus in de hiërarchie van de mappen bestaan.
Volgens de specificaties van niveau 2 kunnen de
namen van mappen en muziekbestanden uit
maximaal 31 lettertekens bestaan. Elke map kan tot
8 hiërarchische boomstructuren omvatten.
Voor de Joliet norm in het expansieformaat (waarbij
de namen van bestanden en mappen uit maximaal
64 letters kunnen bestaan) kunt u het programma
voor het wegschrijven van de gegevens e.d.
controleren.
**Multi Session
Dit is een opnamefunctie waarmee gegevens
kunnen worden toegevoegd volgens de Nummer-
ineens methode. Conventionele CD's beginnen met
een aanloopstrook en eindigen met een
uitloopstrook. Een Multi Session CD bestaat uit
meerdere opnamesessies, waarbij elk gedeelte van
een aanloopstrook t/m een uitloopstrook wordt
beschouwd als een afzonderlijke sessie.
CD-Extra: Dit is een formaat waarbij de
geluidsgegevens (van een audio-CD) worden
opgenomen in muziekstukken in sessie 1 en
aanvullende computergegevens in de bestanden van
sessie 2.
Gemengde CD: In dit formaat worden
computergegevens opgenomen in het eerste spoor
Hoe gebruikt u deze
handleiding
Af te spelen discs
Discsoort Herkenningsteken
Audio-CD's
CD-R/CD-RW
(muziekgegevens/MP3
bestanden*)
5
NL
en geluidsgegevens (van een audio-CD) in de
daarop volgende muziekstukken binnen dezelfde
sessie.
Over het afspelen van CD-R en
CD-RW discs
• Sommige CD-R/CD-RW discs kunnen in dit
apparaat niet goed worden afgespeeld,
vanwege de opnamekwaliteit of de toestand
van de disc of een afwijkende
opnamekarakteristiek van de opname-
apparatuur. Bovendien kunt u opgenomen
discs die nog niet goed gefixeerd zijn, niet in
dit apparaat afspelen. Zie voor nadere
bijzonderheden ook de gebruiksaanwijzing
van de opname-apparatuur.
• Discs die zijn opgenomen met het CD-R/CD-
RW station van een computer kunnen soms
niet worden afgespeeld vanwege krassen,
vuil, een opname-instelling of bepaalde
kenmerken van het station.
• CD-R en CD-RW discs die zijn opgenomen in
multi-session formaat, maar nog niet zijn
voltooid door "afsluiting van de sessi" kunnen
niet worden afgespeeld.
• Bestanden in het MP3 formaat kunnen niet
goed worden weergegeven als de
bestandsnaam niet voorzien is van de extensie
".MP3".
• Afspelen van bestanden van een ander dan het
MP3 formaat die zijn voorzien van de
bestandsnaam-extensie ".MP3", kan
resulteren in storing en fouten in de werking.
• Bij een ander formaat dan het ISO 9660
niveau 1 of 2 kunnen de titels van albums of
muziekstukken niet altijd goed worden
aangegeven.
• Bij de volgende discs kan het iets langer duren
voordat het afspelen begint.
– discs waarop de muziekstukken zijn
vastgelegd in een uitgebreide hiërachie van
mappen.
– discs die zijn opgenomen met de Multi
Session opnamefunctie.
– discs waaraan nog gegevens kunnen
worden toegevoegd (nog niet gefixeerde
discs).
Muziek-CD's zijn gecodeerd
met beveiligingstechnieken
ter bescherming van de
auteursrechten
Dit product is ontworpen voor het afspelen van
discs die voldoen aan de Compact Disc-norm
(CD). Door een aantal platenmaatschappijen
worden momenteel verschillende muziek-cd's
uitgebracht die zijn gecodeerd met
beveiligingstechnieken ter bescherming van de
auteursrechten. Wees u ervan bewust dat er
onder deze discs een aantal is dat niet voldoet
aan de CD-norm en dat niet kan worden
afgespeeld met dit product.
Waarschuwingen bij
weergave van een disc die is
opgenomen met de Multi
Session opnamefunctie
• Een disc die begint met een CD-DA sessie
wordt herkend als CD-DA (audio) disc en de
weergave ervan zal doorgaan totdat er een
MP3 sessie wordt bereikt.
• Een disc die begint met een MP3 sessie wordt
herkend als MP3 disc en dan zal er bij de CD-
DA sessies geen geluid klinken.
• Het weergavebereik van een MP3 disc wordt
bepaald door de hiërachie van mappen die
wordt aangetroffen bij analyse van de disc.
• Een disc met een gemengd CD formaat zal
worden herkend als CD-DA (audio) disc.
6
NL
Voer de onderstaande procedures 1 tot 4 uit om de installatie aan te sluiten met de meegeleverde
snoeren en accessoires.
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de snoeren van de rechter- en
linkerluidspreker aan op de SPEAKER-
aansluitingen zoals hieronder is afgebeeld.
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de AM-kaderantenne in elkaar en sluit
deze aan.
Stekkertype A
Voorbereidingen
De installatie aansluiten
4
2
3
1
AM-kaderantenne
Rechterluidspreker
Linkerluidspreker
FM-draadantenne
L
#
R
SPEAKER
IMPEDANCE
USE 6-16
Ω
#
3
3
Grijs (3)
Dit gedeelte in de
aansluitbus
steken
ANTENNA
AM
FM 75
AM-
kaderantenne
Strek de FM-draadantenne in horizontale
richting uit
Zwart (#)
Voorbereidingen
7
NL
Stekkertype B
Stekkertype C
Opmerking
Om het oppikken van storing te voorkomen, dient u de
antennes uit de buurt te houden van dit toestel en
andere apparatuur.
3 Bij modellen met een spanningskiezer,
stelt u die VOLTAGE SELECTOR
schakelaar in op de plaatselijke
netspanning. De spanningskiezer
bevindt zich aan de onderkant van het
apparaat.
De beschikbare keuzemogelijkheden staan
vermeld op de VOLTAGE SELECTOR
van het apparaat.
4 Sluit het netsnoer aan op het
stopcontact.
Als de stekker niet in het stopcontact past,
maakt u de bijgeleverde verloopstekker los
(alleen voor modellen met een
verloopstekker).
Druk op ?/1 om de installatie in te
schakelen.
Plaats twee R6-batterijen
(type AA) in de
afstandsbediening
Opmerking
Als u de afstandsbediening langere tijd niet gaat
gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen,
om beschadiging door batterijlekkage te voorkomen.
Tip
Als de afstandsbediening het niet meer doet, vervangt
u beide batterijen door een stel nieuwe.
ANTENNA
AM
FM 75
AM-
kaderantenne
Strek de FM-draadantenne in horizontale
richting uit
ANTENNA
AM
FM 75
AM-
kaderantenne
Strek de FM-draadantenne in
horizontale richting uit
Noord-Amerikaanse modellen:
Aansluiten aan de witte kant
Overige modellen:
Aansluiten aan de bruine kant
230-240V
8
NL
Gebruik de knoppen op de afstandsbediening
om de klok te bedienen.
1 Druk op ?/1 om de installatie in te
schakelen.
2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
3 Druk enkele malen op ./> om het
uur in te stellen.
4 Druk op de ENTER toets.
5 Druk enkele malen op ./> om de
minuten in te stellen.
6 Druk op de ENTER toets.
De klok gaat nu lopen.
De klok afstellen
1 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
2 Druk op ./> totdat er "CLOCK SET"
verschijnt en druk dan op de ENTER toets.
3 Voer de handelingen van stap 3 tot 6
hierboven nogmaals uit.
Opmerking
De tijd zal niet worden aangegeven in de
stroombesparingsstand (pagina 22).
1 Druk op de CD toets (of enkele malen
op de FUNCTION toets van het
apparaat zelf) om in te stellen op de CD
weergavestand.
2 Plaats een disc in de disclaadgleuf, met
de bedrukte labelkant boven.
Opmerkingen
• Na inschakelen van de installatie zal de disc
pas in de gleuf worden geschoven nadat er
"NO DISC" in het uitleesvenster is
verschenen. Probeer dus niet om de disc er
in te schuiven totdat er "NO DISC" wordt
aangegeven.
• Gebruik geen discs met plakband, stickers of lijm
erop, omdat dat storingen kan veroorzaken.
• Gebruik geen discs met afwijkende vormen.
• Plaats geen 8-cm disc met afspeeladapter in dit
apparaat. Daardoor zou het apparaat defect kunnen
raken.
• Bij het uitnemen van een disc dient u die aan de rand
vast te pakken. Raak het glimmende oppervlak niet
aan.
• Als u een disc plaatst die in dit toestel niet afgespeeld
kan worden, zal de disc automatisch worden
uitgeschoven.
De klok instellen
CD/MP3 – Afspelen
Een disc laden
.
mM
>
N
X
x
Z
Voor het
afspelen van
een disc
schuift u die
altijd met de
labelkant
boven in de
laadgleuf.
CD/MP3 – Afspelen
9
NL
U kunt zowel gewone muziek-CD's als
zelfgemaakte discs met MP3 muziekbestanden
afspelen.
MP3 muziekbestanden zijn niet weer te geven
met de CMT-GPX5.
1 Druk op de CD toets (of enkele malen
op de FUNCTION toets van het
apparaat zelf) om in te stellen op de
CD-weergavestand.
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de PLAY MODE toets totdat de
gewenste afspeelfunctie in het
uitleesvenster verschijnt.
3 Druk op N (of op de CD/NX toets op
het apparaat zelf).
Andere bedieningsfuncties
Opmerkingen
• Tijdens het afspelen kunt u niet van afspeelfunctie
veranderen.
• Bij een disc waarop de muziekstukken zijn
vastgelegd in een uitgebreide hiërachie van albums,
kan het langer duren voordat het afspelen begint.
• Na het insteken van een disc leest het apparaat alle
audiobestanden op de disc. Als er erg veel albums of
niet-MP3 bestanden op de disc staan, kan het
geruime tijd duren voordat het afspelen begint of
voordat het volgende MP3 bestand wordt
weergegeven.
• Zorg dat er geen onnodige albums of andere
audiobestanden dan MP3 bestanden worden
vastgelegd op een disc die u gebruikt voor het
beluisteren van MP3 bestanden. Wij raden u aan om
geen andere soorten audiobestanden of onnodige
albums vast te leggen op een disc die MP3
muziekbestanden bevat.
• Albums die geen MP3 bestanden bevatten, zullen
worden overgeslagen.
Een cd afspelen
— Normaal afspelen/Willekeurige
weergave
Stel in op Voor weergave van
Geen aanduiding
(Normale
weergave)
De muziekstukken op de
disc in normale volgorde.
ALBM
(Album-
weergave)
Alle MP3 geluidsbestanden
in het album op de disc in
normale volgorde.
Bij afspelen van een niet-
MP3 disc werkt de album-
weergave precies zoals de
normale weergave.
SHUF
(Willekeurige
weergave)
Alle muziekstukken op de
disc in willekeurige
volgorde.
ALBM SHUF
(Willekeurige
weergave)
Alle MP3 geluidsbestanden
in het album op de disc in
willekeurige volgorde.
Bij afspelen van een niet-
MP3 disc werkt de
willekeurige album-
weergave precies zoals de
gewone willekeurige
weergave.
Muziekstuknummer
Speelduur
PGM
(Programma-
weergave)
De muziekstukken op de
disc in de door u gewenste
volgorde (zie "Uw eigen
muziekprogramma
samenstellen" op pagina 11).
Voor Doet u het volgende
Stoppen met
afspelen
Druk op de x toets (CD
stoptoets).
Pauzeren Druk op X (of op de CD/NX
toets op het apparaat zelf). Druk
nogmaals om het afspelen te
hervatten.
Keuze van een
muziekstuk
Druk enkele malen op
./>
(of op de .m/M> toets
op het apparaat zelf, behalve bij de
CMT-GPX5).
Keuze van een
album met MP3
bestanden
Druk na stap 2 enkele malen op de
ALBUM +/– toets.
Opzoeken van
een
muziekpassage
Blijf tijdens het afspelen op m/
M drukken en laat de toets los op
het gewenste moment.
Uitnemen van de
disc
Druk op A op het apparaat zelf.
Stel in op Voor weergave van
wordt vervolgd
10
NL
• Maximaal aantal albums: 150 (inclusief het
totaalalbum en ook lege albums)
• Het maximaal aantal MP3 geluidsbestanden en
albums op een enkele disc bedraagt 300.
• Er kunnen bestanden worden weergegeven in
mappen tot 8 niveaus diep in de hiërarchische
boomstructuur.
• MP3 geluidsbestanden zullen worden weergegeven
in de volgorde waarin ze op de disc zijn opgenomen.
• Afhankelijk van het programma voor het coderen/
wegschrijven van de gegevens, de opname-
apparatuur en het opnamemedium dat wordt gebruikt
voor het opnemen van een MP3 bestand, kunnen er
wel eens problemen optreden zoals wegvallend
geluid, storing of onderbrekingen in de weergave.
• Bij het afspelen van een MP3 muziekbestand kan de
aanduiding van de verstreken speelduur wel eens
afwijken van de werkelijke speelduur, in de volgende
gevallen.
– Bij afspelen van een MP3 geluidsbestand met
variabele bitwaarde (VBR)
– Bij snel vooruit of terugwaarts zoeken (met de
handmatige zoekfuncties)
Tip
Als het erg lang duurt voordat een disc een disc gelezen
is, stelt u in op "CD POWER" en "ON" met behulp van
de CD-stroomregelfunctie (pagina 13).
U kunt alle muziekstukken op een disc herhalen
of één muziekstuk meermalen afspelen.
MP3 muziekbestanden zijn niet weer te geven
met de CMT-GPX5.
Druk tijdens afspelen enkele malen op de
REPEAT toets totdat er "REP" of "REP 1"
wordt aangegeven.
REP: Voor alle muziekstukken op de disc
(afhankelijk van de gekozen afspeelfunctie) tot
vijfmaal achtereen, of onbeperkt voor MP3
bestanden, wanneer er "SHUF" wordt
aangegeven.
REP 1: Voor één enkel muziekstuk.
Stoppen met herhaald afspelen
Druk enkele malen op REPEAT totdat "REP" en
"REP 1" allebei verdwijnen.
Opmerking
Wanneer u kiest voor "REP 1", zal het weergegeven
muziekstuk eindeloos herhaald worden totdat u de
"REP 1" herhaalfunctie uitschakelt.
Muziekstukken herhaald
afspelen
— Herhaalde weergave
CD/MP3 – Afspelen
11
NL
U kunt een muziekprogramma maken dat uit
maximaal 25 stappen bestaat.
U kunt de geprogrammeerde muziekstukken
tegelijkertijd opnemen op een cassettebandje
(pagina 17).
MP3 muziekbestanden zijn niet weer te geven
met de CMT-GPX5.
1 Druk op de CD toets (of enkele malen
op de FUNCTION toets van het
apparaat zelf) om in te stellen op de
CD-weergavestand.
2 Druk in de stopstand enkele malen op
de PLAY MODE toets totdat er "PGM"
verschijnt.
3 Druk enkele malen op ./> (of op
de .m /M> toets op het
apparaat zelf, behalve bij de CMT-
GPX5) totdat het nummer van het
gewenste muziekstuk verschijnt.
Voor het programmeren van een MP3
bestand drukt u enkele malen op de
ALBUM +/– toets om het album te kiezen
en dan drukt u enkele malen op
./>
(of op de .m/M> toets op het
apparaat zelf, behalve bij de CMT-GPX5)
totdat het nummer van het gewenste
muziekstuk verschijnt.
4 Druk op de ENTER toets.
Het muziekstuk wordt geprogrammeerd.
Het programma-volgnummer verschijnt,
gevolgd door het laatst geprogrammeerde
muziekstuknummer.
5 Voer stap 3 en 4 nogmaals uit als u nog
meer muziekstukken wilt
programmeren.
6 Druk op N (of op de CD/NX toets op
het apparaat zelf).
De programma-weergave begint.
Andere bedieningsfuncties
Tips
• Het door u samengestelde programma blijft bestaan
nadat de programma-weergave is beëindigd. Om
hetzelfde programma nogmaals weer te geven, drukt
u op N (of op de CD/NX toets op het apparaat
zelf). Het programma wordt echter gewist als u de
disc uit het apparaat verwijdert.
• De aanduiding "– –.– –" verschijnt wanneer de totale
programma-speelduur de 100 minuten overschrijdt,
wanneer u een muziekstuknummer 21 of hoger kiest,
of wanneer u een MP3 muziekbestand
programmeert.
• Als u "AL" kiest in stap 3, kunt u alle muziekstukken
op de disc in één keer allemaal tegelijk selecteren.
Als u een album kiest in stap 3, kunt u alle MP3
muziekbestanden in het album in één keer allemaal
tegelijk selecteren.
Uw eigen
muziekprogramma
samenstellen
— Programma-weergave
Gekozen muziekstuknummer Totale speelduur
Voor Doet u het volgende
Stoppen met
geprogrammeerd
afspelen
Druk in de stopstand enkele
malen op PLAY MODE totdat
"PGM" and "SHUF" allebei
verdwijnen.
Wissen van uw
muziekprogramma
Druk op de CLEAR toets in step
4.
Telkens wanneer u op deze toets
drukt, wordt een muziekstuk aan
het einde van het programma
gewist.
Toevoegen van een
muziekstuk aan het
einde van uw
programma
Volgt u de aanwijzingen 3 en 4 in
de stopstand.
12
NL
U kunt maximaal 20 FM-zenders en 10 AM-
zenders vooraf instellen. Dan kunt u voortaan op
elk van deze zenders vlot afstemmen door het
bijbehorende voorkeurnummer te kiezen.
Automatisch zoeken naar
voorkeurzenders
U kunt automatisch afstemmen op alle zenders
die bij u in de buurt kunnen worden ontvangen,
om de radiofrequentie van de gewenste zenders
op te slaan.
1 Druk enkele malen op TUNER/BAND
om in te stellen op "FM" of "AM".
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat er "AUTO" in het
uitleesvenster verschijnt.
3 Druk op +/– (of op de TUNING +/– toets
op het apparaat zelf).
De frequentie verandert tijdens het zoeken
naar een zender. Het zoeken stopt
automatisch als er goed op een zender is
afgestemd. Op dat moment verschijnen de
aanduidingen "TUNED" en "STEREO"
(alleen voor stereoprogramma's).
Als de aanduiding "TUNED" niet
verschijnt en het zoeken niet stopt
Stel de frequentie van de gewenste
radiozender in zoals wordt beschreven in de
stappen 2 en 3 onder "Handmatig
voorinstellen van zenders" (pagina 12).
4 Druk op de TUNER MEMORY toets.
Een voorinstelnummer knippert. Volg de
aanwijzingen van stap 5 en 6 terwijl het
voorinstelnummer knippert.
5 Druk op +/– (of op de TUNING +/– toets
op het apparaat zelf) om het gewenste
voorinstelnummer te kiezen.
6 Druk op de TUNER MEMORY toets.
7 Herhaal stap 3 tot en met 6 om nog
andere zenders in te stellen.
Tip
Druk op TUNING MODE om het zoeken te stoppen.
Handmatig voorinstellen van
zenders
U kunt handmatig op uw voorkeurzenders
afstemmen, om zo alleen de radiofrequentie van
de gewenste zenders op te slaan.
1 Druk enkele malen op TUNER/BAND
om in te stellen op "FM" of "AM".
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de "AUTO" en
"PRESET" aanduidingen uit het
uitleesvenster verdwijnen.
3 Druk enkele malen op de +/– toets (of
op de TUNING +/– toets van het
apparaat zelf) om af te stemmen op de
gewenste zender.
4 Druk op de TUNER MEMORY toets.
5 Druk enkele malen op +/– (of op de
TUNING +/– toets op het apparaat zelf)
om het gewenste voorinstelnummer te
kiezen.
6 Druk op de TUNER MEMORY toets.
7 Herhaal stap 3 tot en met 6 om nog
andere zenders in te stellen.
Tuner
Voorkeurzenders instellen
Voorinstelnummer
Tuner
13
NL
Andere bedieningsfuncties
Omschakelen van het AM
afsteminterval (niet voor de
Europese modellen)
Het AM afsteminterval staat bij aflevering vanaf
de fabriek ingesteld op 9 kHz (of op 10 kHz in
bepaalde verkoopgebieden). Als u dit AM
afsteminterval wilt wijzigen, stemt u eerst af op
een willekeurige AM-zender en dan zet u de
installatie uit met een druk op de ?/1 toets.
Houd de TUNING + toets ingedrukt en druk op
de ?/1 toets.
Als u het interval wijzigt, worden alle
vooringestelde AM-zenders gewist. Om het
afsteminterval weer terug te stellen, herhaalt u
de hier beschreven handelingen.
De ontvangst van de tuner
verbeteren
Als de radio-ontvangst van de tuner te wensen
overlaat, schakelt u de stroom van de CD-speler
uit met behulp van de CD stroomregelfunctie.
De stroomvoorziening van de CD-speler staat
bij aflevering ingeschakeld.
1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets
om over te schakelen naar CD.
2 Druk op de ?/1 toets om de installatie uit te
schakelen.
3 Druk op de ?/1 toets op het apparaat zelf
terwijl u de x (CD stoptoets) op het
apparaat ingedrukt houdt.
De aanduidingen "CD POWER" en "OFF"
verschijnen.
Inschakelen van de CD
stroomvoorziening
Herhaal de hierboven beschreven handelingen,
zodat de aanduidingen "CD POWER" en "ON"
verschijnen.
Opmerkingen
• Wanneer er is igesteld op "CD POWER" en "OFF",
zal het starten van de CD-weergave iets meer tijd
vergen.
• In de stroombesparingsstand zult u de
stroomvoorziening van de CD-speler niet aan en uit
kunnen zetten met de CD stroomregelfunctie.
Tips
• De voorkeurzenders blijven ongeveer een halve dag
bewaard nadat u het netsnoer hebt losgemaakt of
nadat er een stroomonderbreking is geweest.
• U kunt de ontvangst verbeteren door de
meegeleverde antennes bij te stellen of door een
buitenantenne aan te sluiten.
Voor Doet u het volgende
Afstemmen op een
zender met een zwak
signaal
Volg de werkwijze die
wordt beschreven onder
"Handmatig voorinstellen
van zenders" (pagina 12).
Een andere zender
vastleggen onder een al
gebruikt
voorkeurzendernummer
Druk na stap 4 enkele
malen op +/– (of op de
TUNING +/– toets op het
apparaat zelf) om het
nummer te kiezen
waaronder u een nieuwe
zender wilt vastleggen.
14
NL
U kunt naar een radiozender luisteren door een
voorkeurzender te kiezen of door handmatig op
een zender af te stemmen.
Naar een voorkeurzender
luisteren
— Geheugenafstemming
Leg eerst uw voorkeurzenders vast in in het
geheugen van de tuner (zie "Voorkeurzenders
instellen" op pagina 12).
1 Druk enkele malen op TUNER/BAND
om in te stellen op "FM" of "AM".
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat er "PRESET" in het
uitleesvenster verschijnt.
3 Druk enkele malen op +/– (of op de
TUNING +/– toets op het apparaat zelf)
om het gewenste
voorkeurzendernummer te kiezen.
Naar een niet-voorkeurzender
luisteren
— Handmatig afstemmen
1 Druk enkele malen op TUNER/BAND
om in te stellen op "FM" of "AM".
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de "AUTO" en
"PRESET" aanduidingen uit het
uitleesvenster verdwijnen.
3 Druk enkele malen op de +/– toets (of
op de TUNING +/– toets van het
apparaat zelf) om af te stemmen op de
gewenste zender.
Tips
• U kunt de ontvangst verbeteren door de
meegeleverde antennes bij te stellen of door een
buitenantenne aan te schaffen en aan te sluiten.
• Als een FM stereo-uitzending slecht doorkomt met te
veel storing, drukt u op FM MODE totdat er
"MONO" verschijnt. Dan is er geen stereo-effect
meer, maar de ontvangst klinkt wel beter.
• Druk enkele malen op TUNING MODE totdat er
"AUTO" verschijnt in de bovenstaande stap 2 en
druk dan op +/– (of op de TUNING +/– toets op het
apparaat zelf). De frequentie-aanduiding verandert
totdat het zoeken stopt als een zender wordt
gevonden (Automatisch afstemmen).
• Gebruik de functie voor handmatig opnemen om
radioprogramma's op te nemen (pagina 18).
Naar de radio luisteren
Tuner
15
NL
(Alleen het Europese model)
Wat is het Radio Data
Systeem (RDS)?
Het Radio Data Systeem (RDS) is een radio-
uitzendsysteem waarmee zenders extra
informatie kunnen meesturen met het normale
programmasignaal. RDS is alleen beschikbaar
op FM-zenders.*
Opmerking
De RDS kan soms niet goed werken als de zender
waarop u hebt afgestemd, het RDS-signaal niet correct
uitzendt of als het signaal te zwak is.
* Niet alle FM-zenders bieden de RDS-functies, en
ook bieden ze niet allemaal dezelfde functies. Als u
het RDS-systeem niet goed kent, vraagt u bij lokale
radiozenders naar meer informatie over de RDS-
uitzendingen in de regio waar u woont.
RDS-uitzendingen ontvangen
Kies een zender op de FM-band.
Als u afstemt op een zender die RDS-
uitzendingen verzorgt, verschijnt de naam van
de zender in het uitleesvenster.
De RDS-ontvangst controleren
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster als
volgt:
Zendernaam* t Frequentie t
Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau t
Hogetonen-niveau
* Als de RDS-uitzending niet goed kan worden
ontvangen, verschijnt de naam van de zender
mogelijk niet in het uitleesvenster.
Radio Data Systeem (RDS)
16
NL
1 Druk op A PUSH EJECT op het
apparaat zelf.
2 Plaats een cassette in de
cassettehouder.
U kunt TYPE I (normaalband) cassettes
gebruiken.
1 Druk op TAPE (of enkele malen op de
FUNCTION toets) om over te schakelen
naar TAPE.
2 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets op het apparaat zelf om in te
stellen op "g" voor het afspelen van
één cassettekant, op "h" voor het
eenmaal afspelen van beide kanten, of
op "j"* voor het doorlopend
afspelen van beide cassettekanten.
* Het cassettedeck stopt automatisch nadat beide
kanten vijfmaal achtereen zijn weergegeven.
3 Druk op N (of op de TAPE/nN toets
op het apparaat zelf).
Druk nogmaals op N (of op de TAPE/
nN toets op het apparaat zelf) om de
achterkant van de cassette af te spelen.
Andere bedieningsfuncties
Cassette – Afspelen
Een cassette plaatsen
?/ 1
Met de kant
voor afspelen/
opnemen naar
voren.
Een cassette afspelen
Voor Doet u het volgende
Stoppen met
afspelen
Druk op de x toets (TAPE
stoptoets).
Pauzeren Druk op de X toets. Druk
nogmaals om het afspelen te
hervatten.
Snel vooruit- of
terugspoelen
Druk op de m/M toets.
Uitnemen van de
cassette
Druk in de stopstand op de A
PUSH EJECT toets van het
apparaat zelf.
Cassette – Afspelen/Cassette – Opnemen
17
NL
U kunt een gehele CD op een cassette opnemen.
U kunt TYPE I (normaalband) cassettes
gebruiken.
Gebruik de toetsen op het apparaat zelf voor de
bediening.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
2 Plaats de CD die u wilt opnemen.
Wanneer u een album wilt overnemen van
een MP3 disc, drukt u eerst op de PLAY
MODE toets om in te stellen op ALBM, om
dan met de ALBUM +/– toetsen het
gewenste album te kiezen, alvorens u
doorgaat met de volgende stap.
3 Druk op CD SYNCHRO op het apparaat
zelf.
De aanduidingen "SYNC", "REC" en "N"
(of "n") verschijnen. Het cassettedeck is
klaar voor opnemen en de CD-speler is
klaar voor afspelen.
4 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op "g" voor
opnemen op één cassettekant of op
"h" (of desgewenst "j") voor
opnemen op beide cassettekanten.
5 Druk enkele malen op TAPE/nN om
de (eerste) kant voor opnemen te
kiezen.
Als u wilt opnemen op beide cassettekanten
of alleen op de voorkant, drukt u op TAPE/
nN totdat er "N" verschijnt. Als u wilt
opnemen op de achterkant, drukt u
nogmaals op TAPE/nN totdat er "n"
verschijnt.
6 Druk op de z REC PAUSE/START
toets.
Het opnemen begint.
Als het opnemen is voltooid, stoppen de
CD-speler en het cassettedeck automatisch.
Stoppen met opnemen
Druk op de x toets.
Opnemen van bepaalde nummers
van een disc in een zelf gekozen
volgorde
U kunt alleen uw favoriete muziekstukken van
een CD opnemen door die af te spelen met
programma-weergave. Voer tussen stap 2 en 3
eerst de stappen 1 tot 5 uit van "Uw eigen
muziekprogramma samenstellen" (pagina 11).
Tip
Als u hebt gekozen voor opnemen op beide
cassettekanten en de voorkant is vol halverwege een
muziekstuk, dan wordt dat muziekstuk in zijn geheel
vanaf het begin van de tweede cassettekant
opgenomen.
Cassette – Opnemen
Uw favoriete
muziekstukken van CD op
cassette opnemen
— Synchroon opnemen van CD op
cassette
18
NL
U kunt alleen de gedeelten van een CD die u
mooi vindt, op een cassette opnemen.
Zo kunt u ook een radioprogramma opnemen.
Gebruik de toetsen op het apparaat zelf voor de
bediening.
1 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
2 Kies de geluidsbron waarvan u iets wilt
opnemen.
• TUNER: Voor opnemen vanaf de tuner
van deze installatie.
• CD: Voor opnemen vanaf de CD-speler
van deze installatie.
• MD of VIDEO: Voor opnemen vanaf los
verkrijgbare apparatuur die is
aangesloten op de MD/VIDEO-
aansluitingen.
3 Druk op de z REC PAUSE/START
toets.
De aanduiding "REC" knippert en "N"
verschijnt en het cassettedeck is klaar voor
opnemen.
4 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op "g" voor
opnemen op één cassettekant of op
"h" (of desgewenst "j") voor
opnemen op beide cassettekanten.
5 Druk enkele malen op TAPE/nN om
de (eerste) kant voor opnemen te
kiezen.
Als u wilt opnemen op beide cassettekanten
of alleen op de voorkant, drukt u op TAPE/
nN totdat er "N" verschijnt. Als u wilt
opnemen op de achterkant, drukt u
nogmaals op TAPE/nN totdat er "n"
verschijnt.
6 Druk op de z REC PAUSE/START toets
en start de weergave van de
geluidsbron die u wilt opnemen.
Het opnemen begint.
Andere bedieningsfuncties
Tip
Voor opnemen vanaf een CD, kunt u met de ./
> toets (of de .m/M> toets van het
apparaat zelf, behalve bij de CMT-GPX5) nog de
gewenste muziekstukken kiezen tijdens het pauzeren
van de opname (na stap 3 en voor stap 5).
Opmerking
Begin altijd aan de voorkant als u op beide kanten wilt
opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het
opnemen aan het einde van de achterkant.
Handmatig opnemen op
een cassette
— Handmatig opnemen
Voor Doet u het volgende
Stoppen met
opnemen
Druk op de x toets (TAPE
stoptoets).
Pauzeren van de
opname
Druk op de z REC PAUSE/
START toets.
Geluid afstellen/Schakelklok
19
NL
U kunt de lage en de hoge tonen aanpassen zodat
u een voller geluid hoort.
Genieten van een dynamisch
geluid (Dynamic Sound
Generator X-tra)
Druk op DSGX op het apparaat zelf.
Om de DSGX versterking uit te schakelen, drukt
u nogmaals op de DSGX toets van het apparaat.
Hoge en lage tonen
aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen naar wens
bijregelen.
1 Druk enkele malen op EQ om in te
stellen op "BASS" of "TREBLE".
2 Druk enkele malen op ./> om het
niveau aan te passen terwijl er "BASS"
of "TREBLE" wordt aangegeven.
Tip
U kunt de lage en hoge tonen ook bijregelen door aan
de BASS +/– of TREBLE +/– knop van het apparaat te
draaien.
U kunt de installatie na een bepaalde tijd laten
uitschakelen, zodat u bij muziek in slaap kunt
vallen.
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening om
de klok te bedienen.
Druk enkele malen op de SLEEP toets.
Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert
de minutenaanduiding (de uitschakeltijd) in het
uitleesvenster als volgt:
AUTO* t 90MIN t 80MIN t … t
10MIN t SLEEP OFF
* De installatie wordt automatisch uitgeschakeld na
100 minuten of nadat de geplaatste CD of cassette
helemaal is afgespeeld.
Andere bedieningsfuncties
**U kunt de resterende tijd niet controleren als u de
"AUTO" stand kiest.
Tip
U kunt de sluimerfunctie ook gebruiken als de gewone
klok nog niet is ingesteld.
Geluid afstellen
Klank van de weergave
instellen
Schakelklok
In slaap vallen met muziek
— Sluimerfunctie
Voor Drukt u
Controleren van
de resterende
speelduur**
Eenmaal op SLEEP.
Aanpassen van
de uitschakeltijd
Enkele malen op SLEEP om de
gewenste speelduur te kiezen.
Annuleren van de
sluimerfunctie
Enkele malen op SLEEP totdat er
"OFF" verschijnt.
20
NL
U kunt gewekt worden met muziek op een
vooringesteld tijdstip. Hiervoor moet wel eerst
de klok zijn ingesteld (zie "De klok instellen" op
pagina 8).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening om
de klok te bedienen.
1 Tref voorbereidingen voor de
geluidsbron die u wilt afspelen.
• CD: Plaats een disc. Maak een
programma als u met een bepaald
muziekstuk wilt beginnen (zie "Uw eigen
muziekprogramma samenstellen" op
pagina 11).
• TAPE: Plaats een cassette (zie "Een
cassette afspelen" op pagina 16).
• TUNER: Stem af op een radiozender (zie
"Naar de radio luisteren" op pagina 14).
2 Stel de geluidssterkte voor het
wekgeluid in.
3 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
4 Druk enkele malen op ./> totdat
er "PLAY SET" verschijnt en druk
vervolgens op ENTER.
De aanduiding "ON" verschijnt en de
tijdaanduiding knippert.
5 Stel de tijd in waarop het afspelen moet
beginnen.
Druk enkele malen op ./> om het
uur in te stellen en druk vervolgens op
ENTER.
De minutenaanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op
./> om de
juiste minuut in te stellen en druk
vervolgens op ENTER.
6 Stel de tijd in waarop het afspelen moet
stoppen, op dezelfde wijze als in stap 5.
7 Druk enkele malen op de ./>
toets totdat de gewenste geluidsbron
wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op de toets drukt,
verandert de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
8 Druk op de ENTER toets.
Achtereenvolgens ziet u de begintijd, de
eindtijd en de geluidsbron, waarna de
oorspronkelijke aanduidingen weer in het
uitleesvenster verschijnen.
9 Druk op de ?/1 toets om de installatie
uit te schakelen.
Andere bedieningsfuncties
Opmerkingen
• Als u de wekfunctie en de sluimerfunctie
tegelijkertijd gebruikt, heeft de sluimerfunctie
voorrang.
• Raak de knoppen op de installatie niet aan vanaf het
moment dat de installatie wordt ingeschakeld totdat
het afspelen begint (ongeveer 15 seconden voor de
ingestelde tijd).
• Als de installatie ongeveer 15 seconden voor de
ingestelde wektijd al aan staat, kan de inschakelklok
niet worden geactiveerd.
• Los verkrijgbare apparatuur die is aangesloten op de
MD/VIDEO-aansluitingen kunt u niet als
geluidsbron voor de wekfunctie gebruiken.
• U kunt de wekfunctie en de opname-schakelklok niet
tegelijk gebruiken.
Gewekt worden met
muziek
— Inschakelklok
Voor Doet u het volgende
Controleren van de
instellingen
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets.
2 Druk enkele malen op
./> totdat er "PLAY
SEL" verschijnt en druk
vervolgens op ENTER.
Wijzigen van de
instellingen
Begin opnieuw bij stap 1.
Annuleren van de
wekfunctie-
inschakelklok
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets.
2 Druk enkele malen op
./> totdat er
"TIMER OFF" verschijnt en
druk vervolgens op ENTER.
t
TUNER
y
CD PLAY
T
t
TAPE PLAY
T
Schakelklok
21
NL
Als u met de schakelklok wilt opnemen, kiest u
eerst een radiozender (zie "Voorkeurzenders
instellen" op pagina 12) en stelt u de klok op de
juiste tijd in (zie "De klok instellen" op
pagina 8).
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening om
de klok te bedienen.
1 Stem af op een voorkeurzender (zie
"Naar een voorkeurzender luisteren"
op pagina 14).
2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets.
3 Druk enkele malen op ./> totdat
er "REC SET" verschijnt en druk
vervolgens op ENTER.
De aanduiding "ON" verschijnt en de
urenaanduiding knippert.
4 Stel de tijd in waarop het opnemen
moet beginnen.
Druk enkele malen op ./> om het
uur in te stellen en druk vervolgens op
ENTER.
De minutenaanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op
./> om de
minuten in te stellen en druk vervolgens op
ENTER.
5 Stel de tijd in waarop het opnemen
moet stoppen, op dezelfde wijze als in
stap 4.
De instellingen voor de opname-
schakelklok en de gewenste radiozender
worden aangegeven en dan verschijnen
weer de oorspronkelijke aanduidingen
6 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette.
7 Druk enkele malen op de DIRECTION
toets om in te stellen op "g" voor
opnemen op één cassettekant of op
"h" (of desgewenst "j") voor
opnemen op beide cassettekanten.
8 Druk enkele malen op de N toets (of
op de TAPE/nN toets van het
apparaat zelf) om de (eerste)
cassettekant voor opnemen te kiezen.
Als u wilt opnemen op beide cassettekanten
of alleen op de voorkant, drukt u op N (of
op de TAPE/nN toets van het apparaat
zelf) totdat er "N" verschijnt. Als u wilt
opnemen op de achterkant, drukt u
nogmaals op N (of op de TAPE/nN
toets van het apparaat zelf) totdat er "n"
verschijnt.
9 Druk op de ?/1 toets om de installatie
uit te schakelen.
Andere bedieningsfuncties
Opmerkingen
• Als u de schakelklok-opnamefunctie en de
sluimerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de
sluimerfunctie voorrang.
• Raak de knoppen op de installatie niet aan vanaf het
moment dat de installatie wordt ingeschakeld totdat
het opnemen begint (ongeveer 15 seconden voor de
ingestelde tijd).
• Als de installatie ongeveer 15 seconden voor de
ingestelde opnamebegintijd al aan staat, kan de
opname-schakelklok niet worden geactiveerd.
• Tijdens het opnemen zal er geen geluid klinken.
• Als de opname-schakelklok staat ingesteld op de
wekfunctie-inschakelklok, met als geluidsbron een
cassette, kan er wel eens over het gewenste
wekgeluid heen op de cassette worden opgenomen.
• U kunt de wekfunctie en de opname-schakelklok niet
tegelijk gebruiken.
Radioprogramma's
opnemen met de
schakelklok
— Opname-schakelklok
Voor Doet u het volgende
Controleren van de
instellingen
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets.
2 Druk enkele malen op
./> totdat er "REC
SEL" verschijnt en druk
vervolgens op ENTER.
Wijzigen van de
instellingen
Begin opnieuw bij stap 1.
Annuleren van de
opname-
schakelklok
1 Druk op de CLOCK/TIMER
SELECT toets.
2 Druk enkele malen op
./> totdat er
"TIMER OFF" verschijnt en
druk vervolgens op ENTER.
22
NL
De tijdsaanduiding kan worden uitgeschakeld
zodat er in de wachtstand minder energie wordt
verbruikt (Energiebesparingsstand).
Druk enkele malen op de DISPLAY toets
terwijl de installatie uitgeschakeld is, totdat
de tijdsaanduiding verdwijnt.
De energiebesparingsstand
annuleren
Druk op de DISPLAY toets wanneer de
installatie uit staat. Telkens wanneer u op de
toets drukt, verandert de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
Tijdsaanduiding* y geen aanduiding
(energiebesparingsstand)
* Overigens wordt de tijdsaanduiding alleen
aangegeven als u de klok hebt ingesteld.
Tips
•Het ?/1-indicatorlampje licht ook in de
energiebesparingsstand op.
• De schakelklok blijft gewoon werken in de
energiebesparingsstand.
Opmerking
U kunt de volgende bewerkingen niet uitvoeren in de
energiebesparingsstand:
– de klok instellen
– de MD/VIDEO functie omschakelen
– de CD stroomvoorziening aan of uit zetten met de
CD-stroomregelfunctie
– het AM afsteminterval kiezen
U kunt de verstreken speelduur en de resterende
speelduur van het weergegeven muziekstuk of
van de gehele disc in het uitleesvenster zien. Als
er een disc met MP3 bestanden is geplaatst, kunt
u ook andere informatie van de disc aflezen,
zoals de muziektitels.
Controleren van de
resterende speelduur en de
muziektitels (CD/MP3)
Druk tijdens afspelen enkele malen op de
DISPLAY toets.
Telkens als u op de toets drukt, verandert de
aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk t Nummer en
resterende speelduur van het weergegeven
muziekstuk of "– –.– –"*
t Resterende
speelduur van de disc of "– –.– –"*
t
Muziektitel (alleen voor een disc met MP3
audiobestanden**) t Titel van het album* t
Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau t
Hogetonen-niveau
* Voor discs met MP3 muziekbestanden
** Wanneer u een muziekstuk met een ID3-tag versie 1
(versie 1.0 of 1.1) weergeeft, wordt de ID3-tag
getoond. De ID3-tag toont alleen de muziektitel-
informatie.
Controleren van de totale
speelduur en de muziektitels
(CD/MP3)
Druk in de stopstand enkele malen op de
DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Inhoudsopgave* of totaal aantal albums op de
disc** of totaal aantal muziekstukken in het
huidige album** t Disctitel** t
Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau t
Hogetonen-niveau
Uitleesvenster
Het uitleesvenster
uitschakelen
— Energiebesparingsstand
Informatie over de disc in
het uitleesvenster zien
Uitleesvenster
23
NL
* TOC = Inhoudsopgave (Table of Contents); deze
toont het totaal aantal muziekstukken op de disc en
de totalespeelduur van de disc.
**Bij discs met MP3 audiobestanden kunnen de
albumtitels niet altijd worden getoond, afhankelijk
van de gekozen afspeelfunctie.
24
NL
U kunt uw installatie uitbreiden met diverse los verkrijgbare componenten. Raadpleeg de
bedieningsinstructies die bij elk aan te sluiten apparaat zijn geleverd.
A MD/VIDEO-aansluitingen
Gebruik gewone audio-aansluitsnoeren (niet
meegeleverd) om een los verkrijgbare analoge
component (minidisc-speler, enz.) te verbinden
met deze aansluitingen. Dan kunt u de weergave
van de aangesloten component beluisteren via
deze installatie.
Luisteren naar de weergave van
een aangesloten component
1 Sluit de audiosnoeren aan. Zie het
bovenstaande aansluitschema.
2
Druk enkele malen op de FUNCTION toets
totdat er "MD" of "VIDEO" verschijnt. Start
het afspelen van de aangesloten component.
Tip
Als u niet kunt instellen op "VIDEO" door meermalen
indrukken van FUNCTION, schakelt u de installatie
dan uit en druk vervolgens op de ?/1 toets van het
apparaat terwijl u de FUNCTION toets van het
apparaat ingedrukt houdt. De weergavefunctie wordt
dan omgeschakeld van "MD" naar "VIDEO", en de
aanduiding "VIDEO" verschijnt in het uitleesvenster.
Om weer terug te schakelen naar "MD", herhaalt u
deze zelfde handelingen. Het is echter niet mogelijk de
MD/VIDEO functie om te schakelen in de
energiebesparingsstand.
Los verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur
Los verkrijgbare analoge component
Vanaf de audio-
uitgangen van een los
verkrijgbare analoge
component
Los verkrijgbare apparatuur/Verhelpen van storingen
25
NL
Als u problemen ondervindt met de installatie,
voert u de volgende handelingen uit:
1 Zorg dat het netsnoer en de
luidsprekersnoeren juist en stevig zijn
aangesloten.
2 Zoek de storing in de onderstaande lijst met
problemen en oplossingen en neem de
aangegeven maatregelen tot herstel.
Als het probleem zich blijft voordoen, nadat u
alle voorgeschreven handelingen hebt
uitgevoerd, raadpleegt u een Sony handelaar bij
u in de buurt.
Algemeen
De aanduiding "– –:– –" verschijnt in het
uitleesvenster.
• Er is een stroomstoring opgetreden. Stel de klok
opnieuw in (pagina 8) en maak de
schakelklokinstellingen (pagina 20 en 21)
opnieuw.
Er klinkt geen geluid.
• Druk enkele malen op de VOLUME + toets van de
afstandsbediening (of draai de VOLUME knop
van het apparaat zelf naar rechts).
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Controleer de aansluitingen van de luidsprekers
(pagina 6).
Het geluid komt van één kanaal of het linker-
en rechtervolume is niet in balans.
• Stel de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk op.
• Sluit de meegeleverde luidsprekers aan.
Er is veel brom en ruis hoorbaar.
• Plaats de installatie verder van mogelijke
storingsbronnen vandaan.
• Sluit de installatie aan op een ander stopcontact.
• Breng een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar)
aan op het netsnoer.
De schakelklok kan niet worden ingesteld.
•
Stel de klok opnieuw op de juiste tijd in (pagina 8).
De schakelklok werkt niet goed.
• Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van
de afstandsbediening om de schakelklok in te
stellen, zodat er "
c PLAY" of "c REC" in het
uitleesvenster verschijnt (zie pagina 20 en 21).
• Controleer de instellingen van de schakelklok en
stel de correcte tijd in (pagina 20 en 21).
• Annuleer de sluimerfunctie (pagina 19).
• Zorg dat de klok op de juiste tijd staat ingesteld.
De kleurweergave van een dichtbij staande TV
is niet normaal.
• Plaats de luidsprekers verder weg van de TV.
De afstandsbediening werkt niet goed.
• Verwijder obstakels in de baan van de
bedieningsstraal.
• Gebruik de afstandsbediening dichter bij de
installatie.
• Richt de afstandsbediening op de sensor van de
installatie.
• Vervang de batterijen (R6/AA-formaat).
• Plaats de installatie niet te dicht bij tl-
buisverlichting.
Verhelpen van storingen
Problemen en oplossingen
Als het ?/1 indicatorlampje
knippert
Trek onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact en controleer de volgende punten.
• Als uw installatie een
spanningskeuzeschakelaar heeft, staat die
wel ingesteld op de juiste netspanning?
Controleer de plaatselijke netspanning en
zorg dan dat de spanningskiezer daarop
staat ingesteld.
•
Maken de + en – snoeraders van de
luidsprekersnoeren geen kortsluiting?
•
Zijn de bijgeleverde luidsprekers naar
behoren aangesloten?
•
Blokkeert er misschien iets de
ventilatiesleuven aan de achterkant van de
installatie?
Controleer al de genoemde punten en
corrigeer alles wat er mis kan zijn. Nadat het
?/1
indicatorlampje stopt met knipperen,
sluit u het netsnoer weer op het stopcontact
aan en schakelt u de installatie weer in. Als het
indicatorlampje blijft knipperen, of als de aard
van de storing aan de hand van de
bovenstaande aanwijzingen niet te vinden is,
neemt u dan contact op met een Sony
handelaar bij u in de buurt.
wordt vervolgd
26
NL
Luidsprekers
Het geluid komt van één kanaal of het linker-
en rechtervolume is niet in balans.
• Controleer de aansluiting van de luidsprekers en
de opstelling ervan.
CD/MP3 disc-speler
De aanduiding "LOCKED" verschijnt.
• Raadpleeg een Sony handelaar of een bevoegde
Sony onderhoudsdienst bij u in de buurt.
Het afspelen begint niet.
• Probeer de disc uit te schuiven om te controleren
of de disc naar behoren is geladen.
• Veeg de disc schoon (pagina 29).
• Vervang de disc door een andere.
• Plaats een disc die geschikt is om in deze
installatie te worden afgespeeld (pagina 4).
• Plaats de disc op de juiste wijze.
• Plaats de disc met de bedrukte labelkant boven.
• Verwijder de disc en veeg het vocht er af. Laat de
installatie vervolgens een paar uur aanstaan totdat
het condensvocht is verdampt.
• Druk op N (of op de CD/NX toets op het
apparaat zelf) om het afspelen te starten.
Het duurt erg lang voordat de disc gelezen is.
• Stel de "CD POWER" in op "ON" met de CD-
stroomregelfunctie (pagina 13).
Het geluid slaat over.
• Veeg de disc schoon (pagina 29).
• Vervang de disc door een andere.
• Verplaats de installatie naar een plek zonder
trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele tafel of
audiorek).
• Plaats de luidsprekers uit de buurt van de
installatie, of plaats deze op aparte steunen. Bij het
afspelen van een muziekstuk met lage tonen op
het hoogste geluidsvolume, kan het geluid door de
trillingen van de luidspreker gaan haperen.
Het afspelen begint niet vanaf het eerste
muziekstuk.
• Druk enkele malen op PLAY MODE, totdat
zowel "PGM" als "SHUF" verdwijnen om terug te
keren naar de normale weergavestand.
MP3 muziekbestanden zijn niet weer te geven.
• Het model CMT-GPX5 kan geen MP3
muziekbestanden weergeven.
• De geluidsopnamen zijn niet gemaakt volgens de
ISO 9660 niveau 1 of niveau 2 normen, of volgens
de Joliet norm in het expansieformaat.
• Het MP3 muziekbestand is niet voorzien van de
bestandsnaam-extensie ".MP3".
• De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3
formaat.
• Disc met muziekstukken in andere formaten dan
MPEG1 en -2 Audiolaag-3 kunnen niet worden
afgespeeld.
Het afspelen van MP3 bestanden kan iets
trager beginnen dan gewone muziekstukken.
• Nadat het apparaat alle muziekstukken op de disc
heeft gelezen, kan het afspelen langer dan normaal
op zich laten wachten als:
– er bijzonder veel muziekstukken op de disc
staan.
– de hiërarchie van albums en muziekstukken erg
uitgebreid is.
De albumtitel, muziektitels of ID3-tags worden
niet juist aangegeven.
• Gebruik een disc die voldoet aan de ISO 9660
niveau 1 of niveau 2 normen, of aan de Joliet norm
in het expansieformaat.
• De ID3-tag van de disc is geen versie 1 (versie 1.0
of 1.1) tag.
Radio-ontvangst
Veel brom of ruis, of bepaalde zenders zijn
niet te ontvangen.
• Kies de juiste afstemband en ontvangstfrequentie
(pagina 12).
• Sluit de antenne naar behoren aan (pagina 6).
• Zoek een plek en richting die een goede ontvangst
bieden en stel de antenne vervolgens opnieuw in.
Als u geen goede ontvangst kunt krijgen, raden we
u aan een in de handel verkrijgbare buitenantenne
aan te sluiten.
• De meegeleverde FM-draadantenne ontvangt
signalen over de gehele lengte, dus let erop dat u
deze geheel uitstrekt.
• Houd de antennes uit de buurt van de installatie en
andere apparatuur.
• Raadpleeg een Sony handelaar bij u in de buurt als
de meegeleverde AM-antenne losraakt van de
kunststof steun.
• Schakel de elektrische apparatuur in de buurt van
de installatie uit.
• Stel de "CD POWER" in op "OFF" met de CD-
stroomregelfunctie (pagina 13).
Een FM stereo-uitzending kan niet in stereo
worden ontvangen.
• Druk op de FM MODE toets zodat de aanduiding
"MONO" uit het uitleesvenster verdwijnt.
Verhelpen van storingen
27
NL
Cassettedeck
De cassette neemt niet op of speelt niet af, of
het geluidsniveau neemt af.
• De koppen zijn vuil. Reinig de koppen
(pagina 30).
• De koppen voor opnemen/afspelen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(pagina 30).
De cassette wordt niet volledig gewist.
• De koppen voor opnemen/afspelen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(pagina 30).
Er zijn veel snelheidsfluctuaties, of het geluid
valt weg.
• De bandloopassen in het cassettedeck zijn vuil.
Reinig het bandloopwerk met behulp van een
reinigingscassette (pagina 30).
Storing in de weergave neemt toe of de hoge
frequenties worden gewist.
• De koppen voor opnemen/afspelen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen
(pagina 30).
De cassette neemt niet op.
• Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette.
• Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd. Bedek de opening waar het nokje zat
met plakband (pagina 30).
• De cassette is tot het einde gespoeld.
Los verkrijgbare componenten
Er klinkt geen geluid.
• Kijk bij het Algemeen onderwerp "Er klinkt geen
geluid." (pagina 25) en controleer de toestand van
de installatie.
• Sluit de component correct aan (pagina 24) en
controleer daarbij:
– of de snoeren goed zijn aangesloten.
– of de stekkers correct en stevig zijn ingestoken.
• Schakel de aangesloten component in.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is
meegeleverd met de aangesloten component en
start het afspelen.
• Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat
er "MD" of "VIDEO" verschijnt (pagina 24).
Het geluid klinkt vervormd.
• Stel de geluidssterkte van de aangesloten
component lager in.
Als de installatie na het uitvoeren
van bovenstaande maatregelen
nog steeds niet goed werkt, stelt
u de installatie als volgt opnieuw
in:
Gebruik de toetsen op het apparaat zelf voor de
bediening.
1 Maak het netsnoer los uit het stopcontact.
2 Sluit het netsnoer weer aan op het
stopcontact.
3 Druk op de ?/1 toets om de installatie in te
schakelen.
4 Druk de x (CD stoptoets), DSGX en ?/1
toetsen alle tegelijk in.
De installatie wordt hierdoor teruggesteld op de
fabrieksinstellingen. U zult uw eigen
instellingen zoals voorkeurzenders, klok en
schakelklok opnieuw moeten instellen.
28
NL
Een van de volgende foutmeldingen kan in het
uitleesvenster verschijnen of knipperen als er
tijdens de bediening iets mis gaat.
CD/MP3
NO DISC
Er is geen disc in de speler geplaatst.
NO STEP
Alle geprogrammeerde muziekstuknummers zijn
gewist.
CD OVER
U hebt het einde van de disc bereikt doordat u bij
afspelen of tijdens een pauze de M toets ingedrukt
hebt gehouden.
STEP FULL
U probeert 26 of meer muziekstukken (stappen) te
programmeren.
PUSH STOP
U hebt op de PLAY MODE toets gedrukt tijdens het
afspelen.
Radio-ontvangst
COMPLETE
Het voorinstellen van zenders is voltooid.
Cassettedeck
NO TAB
U kunt op deze cassette niet opnemen, want het
wispreventienokje is verwijderd.
NO TAPE
Er is geen cassette in het deck geplaatst.
Schakelklok
SET TIMER
U kunt de schakelklokfunctie niet inschakelen
zolang er nog geen instellingen voor de wekfunctie
of schakelklok-opname zijn gemaakt.
TIME NG
De begin- en eindtijden voor de wekfunctie of
schakelklok-opname staan op hetzelfde tijdstip
ingesteld.
PUSH SELECT
U probeert de tijd in te stellen terwijl de schakelklok
al in werking is.
SET CLOCK
U probeert de schakelklok te gebruiken terwijl de
juiste tijd nog niet is ingesteld.
Overige
INVALID
U hebt op een verkeerde toets gedrukt.
Foutmeldingen
Aanvullende informatie
29
NL
Netspanning
• Controleer voordat u de installatie in gebruik neemt,
of de bedrijfsspanning van de installatie gelijk is aan
het voltage van het plaatselijke lichtnet.
• De spanningskiezer bevindt zich aan de onderkant
van het apparaat.
Veiligheid
• Het apparaat blijft verbonden met de netspanning
zolang het op het stopcontact is aangesloten, zelfs als
het apparaat zelf is uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u van
plan bent het apparaat geruime tijd niet te gebruiken.
Om de aansluiting op het stopcontact te verbreken,
moet u de stekker eruit trekken. Trek nooit aan het
snoer.
• Mocht er een voorwerp of vloeistof in de installatie
terechtkomen, maak dan het netsnoer uit het
stopcontact los en laat de installatie nakijken door
een bevoegd technicus, voordat u het apparaat weer
in gebruik neemt.
• Het netsnoer mag alleen worden vervangen door
bevoegd onderhoudspersoneel.
Opstelling
• Gebruik de installatie alleen in rechte stand; zet het
apparaat niet scheef.
• Plaats de installatie niet in een omgeving met de
volgende omstandigheden;
– grote hitte of kou
– veel stof of vuil
– veel vocht
– schokken of trillingen
– direct zonlicht.
• Vermijd bij het opstellen van het apparaat of de
luidsprekers oppervlakken met een speciale
behandeling (was, olie, poetsmiddel en dergelijke)
omdat er vlekken of verkleuring van de afwerking
kunnen optreden.
Warmteontwikkeling
• Hoewel de installatie tijdens het gebruik warm
wordt, wijst dit niet op storing.
• Zet de installatie op een plaats met voldoende
ventilatie zodat de warmte kan ontsnappen.
• Als u deze installatie lag achtereen op een hoog
geluidsvolume gebruikt, kan de temperatuur van de
behuizing bovenop en aan de zij- en onderkant erg
hoog oplopen. Raak de behuizing niet aan, om
brandwonden te vermijden.
• Bedek de ventilatiesleuven niet, om storingen te
voorkomen.
Werking
• Als de installatie direct vanuit een koude in een
warme omgeving wordt gebracht, of als deze in een
vochtige ruimte wordt geplaatst, kan er vocht
condenseren op de lens in de CD-speler. Als dit
gebeurt, zal de installatie niet meer goed werken.
Verwijder de CD en laat de installatie ongeveer een
uur uitgeschakeld totdat het condensvocht is
verdampt.
• Voordat u de installatie verplaatst, dient u de
geplaatste disc er uit te verwijderen.
Als u vragen of problemen hebt met betrekking tot de
installatie, neemt u contact op met een Sony handelaar
bij u in de buurt.
Omgang met compact discs
• Veeg elke disc vóór het afspelen schoon met een
reinigingsdoekje. Veeg de disc vanuit het midden
naar de rand toe schoon.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine,
thinner, in de handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen of antistatische spray voor
grammofoonplaten.
• Leg compact discs niet in direct zonlicht of dichtbij
warmtebronnen zoals een kachel of kooktoestel, laat
uw discs nooit liggen in een auto die in de volle zon
geparkeerd staat.
• Gebruik compact discs niet met een beschermring er
omheen. Dit kan schade aan het mechanisme
veroorzaken.
• Wanneer u een disc plaatst waaraan lijm kleeft of een
andere plakkerige substantie aan de labelkant, of een
disc waarop speciale inkt is gebruikt bij het drukken
van het label, bestaat de kans dat de disc of het label
blijven plakken aan de onderdelen in het apparaat.
Wanneer dit gebeurt, kan het niet altijd mogelijk zijn
de disc te verwijderen en kan er storing in de werking
optreden. Pas op voor kleverige discs en controleer
voor het afspelen altijd even of de disc niet plakt.
Gebruik geen discs waar het volgende mis mee is:
– Tweedehands of gehuurde discs met een etiket of
sticker waarvan de rand omkrult. De rand van
etiketten of stickers op een disc is vaak kleverig.
– Discs met een label dat in speciale inkt is gedrukt;
als de inkt kleverig aanvoelt kunt u de disc beter
niet afspelen.
• Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig of
stervormig) zijn in dit apparaat niet af te spelen.
Probeer het in geen geval, want het apparaat kan er
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
wordt vervolgd
30
NL
door beschadigd worden. Gebruik dergelijke discs
niet.
De behuizing schoonmaken
Maak de behuizing, het bedieningspaneel en de
knoppen schoon met een zachte, droge doek of zonodig
een zachte doek die licht is bevochtigd met een mild
schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuurspons en
schuurpoeder of oplosmiddelen zoals thinner,
wasbenzine of alcohol.
Een cassette beveiligen tegen per
ongeluk wissen
Als u wilt voorkomen dat er per ongeluk op een
cassette wordt opgenomen, breekt u het
wispreventienokje af voor kant A of B, zoals
aangegeven.
Als u later de cassette weer wilt gebruiken voor
opnemen, bedekt u het afgebroken nokje met plakband.
Voordat u een cassette in het
cassettedeck plaatst
Zorg ervoor dat de cassetteband strak staat. De
cassetteband kan anders vast komen te zitten in de
onderdelen van het cassettedeck en beschadigd raken.
Bij gebruik van een cassette langer
dan 90 minuten
De dunne band is iets te rekbaar. Verander niet te vaak
van bandloopfunctie zoals afspelen, stoppen en snel
vooruitspoelen. De band zou verstrikt kunnen raken in
het bandloopwerk.
De koppen van het cassettedeck
schoonmaken
Maak de koppen na elke 10 gebruiksuren schoon. Zorg
dat u de koppen schoonmaakt voordat u begint met het
maken van een belangrijke opname of na het afspelen
van een oude cassette. Gebruik hiervoor een los
verkrijgbare droge of natte reinigingscassette.
Raadpleeg voor nadere details de gebruiksaanwijzing
van de reinigingscassette.
De bandkoppen demagnetiseren
Demagnetiseer de koppen en de metalen onderdelen
die contact maken met de cassetteband na elke 20 tot
30 gebruiksuren met een los verkrijgbare
demagnetiseercassette. Raadpleeg voor nadere
bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de
demagnetiseercassette.
Hoofdeenheid
(HCD-GPX7/HCD-GPX6/HCD-GPX5)
Versterker
HCD-GPX7 voor de CMT-GPX7
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
40 + 40 W (aan 6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
60 + 60 W (aan 6 ohm bij
1 kHz, 10% totale
harmonische vervorming)
Muziekvermogen (referentie):
100 + 100 W
HCD-GPX6 voor de CMT-GPX6
Noord-Amerikaans model:
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
40 + 40 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
totale harmonische
vervorming)
Overige modellen:
De volgende waarden zijn gemeten bij 240 V
wisselstroom, 220 V wisselstroom of 120 V
wisselstroom
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
30 + 30 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
totale harmonische
vervorming)
HCD-GPX5 voor de CMT-GPX5
Brits model:
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
40 + 40 W (aan 6 ohm bij
1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
50 + 50 W (aan 6 ohm bij
1 kHz, 10% totale
harmonische vervorming)
Muziekvermogen (referentie):
90 + 90 W
Overige modellen:
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
30 + 30 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Wispreventienokje
uitbreken
Technische gegevens
Aanvullende informatie
31
NL
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 W
(aan 6 ohm bij 1 kHz, 10%
totale harmonische
vervorming)
Muziekvermogen (referentie):
60 + 60 W
Ingangen
MD/VIDEO: Gevoeligheid 450/
250 mV, impedantie
47 kOhm
Uitgangen
PHONES: Geschikt voor
hoofdtelefoons met een
impedantie van 8 ohm of
meer
SPEAKER: Geschikt voor impedanties
van 6 tot 16 ohm.
CD-speler
Laser Halfgeleider-laser
(λ=780 nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik 20 Hz – 20 kHz
Golflengte 780 – 790 nm
Cassettedeck
Opnamesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo
Frequentiebereik 50 – 13.000 Hz (±3 dB), bij
gebruik van Sony TYPE I
cassettes
Snelheidsfluctuaties ±0,15% Piek-gewogen
(IEC)
0,1% W. RMS (NAB)
±0,2% Piek-gewogen
(DIN)
Tuner voor radio-ontvangst
FM-stereo, FM/AM superheterodyne afstemtrap
FM radio-ontvanger
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne FM-draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
AM radio-ontvanger
Afstembereik
Model voor geheel Amerika:
530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Europees model: 531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen: 530 – 1.710 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 10 kHz)
531 – 1.602 kHz
(met het afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Antenne AM-kaderantenne, externe
antenne-aansluiting
Tussenfrequentie 450 kHz
Luidsprekers (SS-CGPX7/SS-CGPX6/
SS-CGPX5)
SS-CGPX7
Luidsprekersysteem 2-weg systeem,
basreflexkast
Luidsprekereenheden
Lagetonenluidspreker: 13 cm diameter, conustype
Hogetonenluidspreker: 4 cm diameter, conustype
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 163 × 261,5 ×
259,5 mm
Gewicht Ca. 3,0 kg netto per
luidspreker
SS-CGPX6
Luidsprekersysteem 2-weg systeem,
basreflexkast
Luidsprekereenheden
Lagetonenluidspreker: 12 cm diameter, conustype
Hogetonenluidspreker: 4 cm diameter, conustype
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 160 × 261,5 ×
229,5 mm
Gewicht Ca. 2,6 kg netto per
luidspreker
SS-CGPX5
Luidsprekersysteem 2-weg systeem,
basreflexkast
Luidsprekereenheden
Lagetonenluidspreker: 13 cm diameter, conustype
Hogetonenluidspreker: 4 cm diameter, conustype
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 160 × 261,5 ×
229,5 mm
Gewicht Ca. 2,7 kg netto per
luidspreker
wordt vervolgd
32
NL
Algemeen
Stroomvereisten
Noord-Amerikaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz
Europees model: 230 V wisselstroom, 50/
60 Hz
Koreaans model: 220 V wisselstroom, 60 Hz
Australisch model: 230 – 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Taiwanees model: 110 – 120 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen: 110 – 120 V of 220 – 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz
Instelbaar met
spanningskiezer
Stroomverbruik
CMT-GPX7: 105 W
0,25 W (in de
energiebesparingsstand)
CMT-GPX6: 80 W
CMT-GPX5 (Brits model):
95 W
0,25 W (in de
energiebesparingsstand)
CMT-GPX5 (Overige modellen):
80 W
0,25 W (in de
energiebesparingsstand)
Afmetingen (b/h/d) Ca. 181,5 × 261,5 ×
357,5 mm incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht
CMT-GPX7: Ca. 6,3 kg
CMT-GPX6: Ca. 5,8 kg
CMT-GPX5: Ca. 5,8 kg
Bijgeleverd toebehoren Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat)
batterijen (2)
AM-kaderantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Aanvullende informatie
33
NL
Hoofdeenheid (CMT-GPX7/CMT-GPX6)
Afstandbedieningssensor 2
ALBUM +/– w; (9, 11)
BASS +/– wk (19)
Cassettehouder 4
CD SYNCHRO 7 (17)
DIRECTION 6 (16, 17, 18, 21)
Disc-insteekgleuf wf (8)
DISPLAY ea (15, 22)
DSGX qs (19, 27)
FM MODE wh (14, 26)
FUNCTION e; (9, 11, 13, 16, 24)
PHONES
hoofdtelefoonaansluiting wd
PLAY MODE ws (9, 11)
REPEAT wa (10)
TREBLE +/– qd (19)
TUNER/BAND qg (12, 14, 18,
20)
TUNER MEMORY wj (12)
TUNING +/– wg (12, 14)
TUNING MODE qf (12, 14)
Uitleesvenster 3
VOLUME qa (20, 25)
?/1 (aan/uit-schakelaar) 1 (7,
13, 20, 21, 27)
.m/M> (CD terug/
vooruitspringtoetsen, CD
terug/vooruitzoektoetsen) ql
(9, 11)
m/M (cassetteband terug/
vooruitspoeltoetsen) wl (9, 16)
x (CD stoptoets) qj (9, 13, 27)
x (cassetteband-stoptoets) 9
(16, 17, 18)
z REC PAUSE/START 8 (17,
18)
CD/NX (weergave/pauzetoets)
qk (9, 11)
TAPE/nN
(cassetteweergavetoets) 0
(16, 17, 18, 21)
A (CD uitneemtoets) qh (9)
A PUSH EJECT (cassettehouder-
open/sluittoets) 5 (16)
Overzicht van de bedieningsorganen en
verwijzingspagina's
Hoe u deze pagina gebruikt
Gebruik deze pagina voor het zoeken naar
knoppen en andere onderdelen van de
installatie die in de tekst worden vermeld.
Illustratienummer
r
DISPLAY ea (15, 22)
RR
Naam van knop/onderdeel Verwijzingspagina
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – O
P – Z
TOETSEN MET SYMBOLEN
?/ 1
mM
Y
x
.m M>
N
Xx
Z
12 3 56
7
8
9
w
;
q
l
w
d
w
s
w
a
q
k
0
qs
qd
qf
qg
wf
wg
wh
wj
wk
wl
e;
ea
q
h
q
j
qa
4
34
NL
Hoofdeenheid (CMT-GPX5)
Afstandbedieningssensor 2
BASS +/– wk (19)
Cassettehouder 4
CD SYNCHRO 7 (17)
DIRECTION 6 (16, 17, 18, 21)
Disc-insteekgleuf wf (8)
DISPLAY ea (15, 22)
DSGX qs (19, 27)
FM MODE wh (14, 26)
FUNCTION e; (9, 11, 13, 16, 24)
PHONES
hoofdtelefoonaansluiting wd
PLAY MODE ws (9, 11)
REPEAT wa (10)
TREBLE +/– qd (19)
TUNER/BAND qg (12, 14, 18,
20)
TUNER MEMORY wj (12)
TUNING +/– wg (12, 14)
TUNING MODE qf (12, 14)
Uitleesvenster 3
VOLUME qa (20, 25)
?/1 (aan/uit-schakelaar) 1 (7,
13, 20, 21, 27)
./> (CD terug/
vooruitspringtoetsen) w; (9,
11)
m/M (CD terug/
vooruitzoekoetsen) ql (9)
m/M (cassetteband terug/
vooruitspoeltoetsen) wl (9, 16)
x (CD stoptoets) qj (9, 13, 27)
x (cassetteband-stoptoets) 9
(16, 17, 18)
z REC PAUSE/START 8 (17,
18)
CD/NX (weergave/pauzetoets)
qk (9, 11)
TAPE/nN (weergavetoets) 0
(16, 17, 18, 21)
A (CD uitneemtoets) qh (9)
A PUSH EJECT (cassettehouder-
open/sluittoets) 5 (16)
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – O
P – Z
TOETSEN MET SYMBOLEN
?/ 1
mM
Y
x
mM
.>
N
Xx
Z
12 3 56
7
8
9
w; qlwdwswa qk
0
qs
qd
qf
qg
wf
wg
wh
wj
wk
wl
e;
ea
qh
qj
qa
4
Aanvullende informatie
35
NL
Afstandsbediening
ALBUM +/– qa (9, 11)
CD qh (9, 11, 13, 18, 20)
CLEAR qd (11)
CLOCK/TIMER SELECT 2
(20, 21)
CLOCK/TIMER SET 3 (8, 20,
21)
DISPLAY ql (15, 22)
ENTER 9 (8, 11, 20, 21)
EQ qs (19)
FM MODE 4 (14, 26)
FUNCTION 6 (9, 11, 13, 16, 24)
PLAY MODE qk (9, 11)
REPEAT 4 (10)
SLEEP w; (19)
TAPE qg (16, 20)
TUNER/BAND 5 (12, 14, 18,
20)
TUNER MEMORY qj (12)
TUNING MODE qk (12, 14)
VOLUME +/– 0 (20, 25)
?/1 (aan/uit-schakelaar) 1 (7,
13, 20, 21, 27)
m/M (terug/
vooruitzoektoetsen) 7 (9, 16)
./> (terug/
vooruitspringtoetsen) qf (8, 9,
11, 19, 20, 21)
x (stoptoets) 8 (9, 13, 16, 17,
18, 27)
X (pauzetoets) 8 (9, 16)
N (weergavetoets) 8 (9, 11, 16,
17, 18, 21)
+/– (afstemtoetsen) qf (12, 14)
ALFABETISCHE
VOLGORDE
A – O
P – Z
TOETSEN MET SYMBOLEN
4
5
6
7
8
9
w
;
1
qa
qd
qs
ql
qk
qj
qh
qg
qf
0
3
2
*
4
5
6
7
8
9
w
;
1
qd
qs
ql
qk
qj
qh
qg
qf
0
3
2
*
* Deze toets is niet te gebruiken met dit model.
CMT-GPX5 CMT-GPX7/CMT-GPX6

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brand en elektrische schokken te voorkomen. Bedek de ventilatiesleuven van het apparaat niet met een krant, tafelkleed, gordijn e.d., om brand te voorkomen. Plaats ook nooit een brandende kaars bovenop het apparaat. Zet geen met vloeistof gevulde voorwerpen op het apparaat, zoals kopjes, glazen of bloemenvazen, om brand of een elektrische schok te vermijden. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Dit apparaat is geklassificeerd als een KLASSE 1 LASERproduct. U vindt dit label achterop de behuizing. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 2NL Inhoudsopgave Hoe gebruikt u deze handleiding ............ 4 Af te spelen discs .................................... 4 Voorbereidingen De installatie aansluiten .......................... 6 De klok instellen ..................................... 8 CD/MP3 – Afspelen Een disc laden ......................................... 8 Een cd afspelen .......................................9 — Normaal afspelen/Willekeurige weergave Muziekstukken herhaald afspelen......... 10 — Herhaalde weergave Uw eigen muziekprogramma samenstellen.................................... 11 — Programma-weergave Tuner Voorkeurzenders instellen .................... 12 Naar de radio luisteren .......................... 14 — Geheugenafstemming — Handmatig afstemmen Radio Data Systeem (RDS) .................. 15 (Alleen het Europese model) Cassette – Afspelen Een cassette plaatsen............................. 16 Een cassette afspelen............................. 16 Schakelklok In slaap vallen met muziek ................... 19 — Sluimerfunctie Gewekt worden met muziek ................. 20 — Inschakelklok Radioprogramma's opnemen met de schakelklok..................................... 21 — Opname-schakelklok Uitleesvenster Het uitleesvenster uitschakelen ............ 22 — Energiebesparingsstand Informatie over de disc in het uitleesvenster zien .......................... 22 Los verkrijgbare apparatuur Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur....................................... 24 NL Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen .................... 25 Foutmeldingen ...................................... 28 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen.......................... 29 Technische gegevens ............................ 30 Overzicht van de bedieningsorganen en verwijzingspagina's ........................ 33 Cassette – Opnemen Uw favoriete muziekstukken van CD op cassette opnemen ............................ 17 — Synchroon opnemen van CD op cassette Handmatig opnemen op een cassette .... 18 — Handmatig opnemen Geluid afstellen Klank van de weergave instellen .......... 19 3NL Hoe gebruikt u deze handleiding In deze handleiding wordt met name beschreven hoe u het apparaat gebruikt met de afstandsbediening. Dezelfde handelingen kunnen echter ook worden uitgevoerd met de knoppen op het apparaat die dezelfde of bijna dezelfde namen hebben. Af te spelen discs In dit apparaat kunt u de volgende soorten discs afspelen. Andere typen discs kunnen hiermee niet weergegeven worden. Overzicht van de af te spelen discs Discsoort Herkenningsteken Audio-CD's CD-R/CD-RW (muziekgegevens/MP3 bestanden*) *alleen met de CMT-GPX7/CMT-GPX6 Discs die met dit apparaat niet af te spelen zijn • CD-ROM computerdiscs • CD-R/CD-RW discs in andere dan de volgende soorten: – muziek-CD's – MP3 audioformaat volgens de ISO9660* norm Level 1/Level 2, Joliet of Multi Session** • Discs met afwijkende vormen (hoekige of hartvormige discs e.d.). • Discs met opgeplakte stickers, etiketten e.d. • Discs waar nog plakband, cellofaan of ander verpakkingsmateriaal aan kleeft. * ISO 9660 formaat Dit is de meest algemene internationale norm voor het vastleggen van muziekstukken in bestanden en mappen op CD-ROM discs. De specificaties omvatten verschillende niveaus. Bij niveau 1 moeten de titels van muziekstukken worden vastgelegd in het 8.3 formaat (niet meer dan acht lettertekens in de naam, en niet meer dan drie in de extensie ".MP3"), geheel in hoofdletters. Ook de namen van mappen mogen niet meer dan acht letters bevatten. Bovendien kunnen er niet meer dan acht niveaus in de hiërarchie van de mappen bestaan. Volgens de specificaties van niveau 2 kunnen de namen van mappen en muziekbestanden uit maximaal 31 lettertekens bestaan. Elke map kan tot 8 hiërarchische boomstructuren omvatten. Voor de Joliet norm in het expansieformaat (waarbij de namen van bestanden en mappen uit maximaal 64 letters kunnen bestaan) kunt u het programma voor het wegschrijven van de gegevens e.d. controleren. ** Multi Session Dit is een opnamefunctie waarmee gegevens kunnen worden toegevoegd volgens de Nummerineens methode. Conventionele CD's beginnen met een aanloopstrook en eindigen met een uitloopstrook. Een Multi Session CD bestaat uit meerdere opnamesessies, waarbij elk gedeelte van een aanloopstrook t/m een uitloopstrook wordt beschouwd als een afzonderlijke sessie. CD-Extra: Dit is een formaat waarbij de geluidsgegevens (van een audio-CD) worden opgenomen in muziekstukken in sessie 1 en aanvullende computergegevens in de bestanden van sessie 2. Gemengde CD: In dit formaat worden computergegevens opgenomen in het eerste spoor 4NL en geluidsgegevens (van een audio-CD) in de daarop volgende muziekstukken binnen dezelfde sessie. Over het afspelen van CD-R en CD-RW discs • Sommige CD-R/CD-RW discs kunnen in dit apparaat niet goed worden afgespeeld, vanwege de opnamekwaliteit of de toestand van de disc of een afwijkende opnamekarakteristiek van de opnameapparatuur. Bovendien kunt u opgenomen discs die nog niet goed gefixeerd zijn, niet in dit apparaat afspelen. Zie voor nadere bijzonderheden ook de gebruiksaanwijzing van de opname-apparatuur. • Discs die zijn opgenomen met het CD-R/CDRW station van een computer kunnen soms niet worden afgespeeld vanwege krassen, vuil, een opname-instelling of bepaalde kenmerken van het station. • CD-R en CD-RW discs die zijn opgenomen in multi-session formaat, maar nog niet zijn voltooid door "afsluiting van de sessi" kunnen niet worden afgespeeld. • Bestanden in het MP3 formaat kunnen niet goed worden weergegeven als de bestandsnaam niet voorzien is van de extensie ".MP3". • Afspelen van bestanden van een ander dan het MP3 formaat die zijn voorzien van de bestandsnaam-extensie ".MP3", kan resulteren in storing en fouten in de werking. • Bij een ander formaat dan het ISO 9660 niveau 1 of 2 kunnen de titels van albums of muziekstukken niet altijd goed worden aangegeven. • Bij de volgende discs kan het iets langer duren voordat het afspelen begint. – discs waarop de muziekstukken zijn vastgelegd in een uitgebreide hiërachie van mappen. – discs die zijn opgenomen met de Multi Session opnamefunctie. – discs waaraan nog gegevens kunnen worden toegevoegd (nog niet gefixeerde discs). Muziek-CD's zijn gecodeerd met beveiligingstechnieken ter bescherming van de auteursrechten Dit product is ontworpen voor het afspelen van discs die voldoen aan de Compact Disc-norm (CD). Door een aantal platenmaatschappijen worden momenteel verschillende muziek-cd's uitgebracht die zijn gecodeerd met beveiligingstechnieken ter bescherming van de auteursrechten. Wees u ervan bewust dat er onder deze discs een aantal is dat niet voldoet aan de CD-norm en dat niet kan worden afgespeeld met dit product. Waarschuwingen bij weergave van een disc die is opgenomen met de Multi Session opnamefunctie • Een disc die begint met een CD-DA sessie wordt herkend als CD-DA (audio) disc en de weergave ervan zal doorgaan totdat er een MP3 sessie wordt bereikt. • Een disc die begint met een MP3 sessie wordt herkend als MP3 disc en dan zal er bij de CDDA sessies geen geluid klinken. • Het weergavebereik van een MP3 disc wordt bepaald door de hiërachie van mappen die wordt aangetroffen bij analyse van de disc. • Een disc met een gemengd CD formaat zal worden herkend als CD-DA (audio) disc. 5NL Voorbereidingen De installatie aansluiten Voer de onderstaande procedures 1 tot 4 uit om de installatie aan te sluiten met de meegeleverde snoeren en accessoires. Linkerluidspreker Rechterluidspreker 1 2 3 4 AM-kaderantenne FM-draadantenne 1 Sluit de luidsprekers aan. 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Sluit de snoeren van de rechter- en linkerluidspreker aan op de SPEAKERaansluitingen zoals hieronder is afgebeeld. Zet de AM-kaderantenne in elkaar en sluit deze aan. Grijs (3) 3 L Stekkertype A # ANT AM # Dit gedeelte in de aansluitbus steken ENN Zwart (#) A AMkaderantenne R 3 FM SPEA 75 KER IMPED USE 6ANCE -16Ω Strek de FM-draadantenne in horizontale richting uit 6NL 4 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact. Stekkertype B ANT FM Als de stekker niet in het stopcontact past, maakt u de bijgeleverde verloopstekker los (alleen voor modellen met een verloopstekker). Druk op ?/1 om de installatie in te schakelen. AMkaderantenne A 75 Strek de FM-draadantenne in horizontale richting uit Voorbereidingen ENN AM Plaats twee R6-batterijen (type AA) in de afstandsbediening Stekkertype C ANT AM FM AMkaderantenne ENN 75 A Strek de FM-draadantenne in horizontale richting uit Opmerking Noord-Amerikaanse modellen: Aansluiten aan de witte kant Overige modellen: Aansluiten aan de bruine kant Als u de afstandsbediening langere tijd niet gaat gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om beschadiging door batterijlekkage te voorkomen. Tip Als de afstandsbediening het niet meer doet, vervangt u beide batterijen door een stel nieuwe. Opmerking Om het oppikken van storing te voorkomen, dient u de antennes uit de buurt te houden van dit toestel en andere apparatuur. 3 Bij modellen met een spanningskiezer, stelt u die VOLTAGE SELECTOR schakelaar in op de plaatselijke netspanning. De spanningskiezer bevindt zich aan de onderkant van het apparaat. De beschikbare keuzemogelijkheden staan vermeld op de VOLTAGE SELECTOR van het apparaat. 230-240V 7NL De klok instellen Gebruik de knoppen op de afstandsbediening om de klok te bedienen. 1 2 3 4 5 6 Druk op ?/1 om de installatie in te schakelen. Een disc laden 1 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets. Druk enkele malen op ./> om het uur in te stellen. 2 Druk op de CD toets (of enkele malen op de FUNCTION toets van het apparaat zelf) om in te stellen op de CD weergavestand. Plaats een disc in de disclaadgleuf, met de bedrukte labelkant boven. Druk op de ENTER toets. Druk enkele malen op ./> om de minuten in te stellen. Druk op de ENTER toets. De klok gaat nu lopen. De klok afstellen 1 2 Druk op de CLOCK/TIMER SET toets. 3 Voer de handelingen van stap 3 tot 6 hierboven nogmaals uit. Voor het afspelen van een disc schuift u die altijd met de labelkant boven in de laadgleuf. NX .m x Z M> Opmerkingen Druk op ./> totdat er "CLOCK SET" verschijnt en druk dan op de ENTER toets. Opmerking De tijd zal niet worden aangegeven in de stroombesparingsstand (pagina 22). 8NL CD/MP3 – Afspelen • Na inschakelen van de installatie zal de disc pas in de gleuf worden geschoven nadat er "NO DISC" in het uitleesvenster is verschenen. Probeer dus niet om de disc er in te schuiven totdat er "NO DISC" wordt aangegeven. • Gebruik geen discs met plakband, stickers of lijm erop, omdat dat storingen kan veroorzaken. • Gebruik geen discs met afwijkende vormen. • Plaats geen 8-cm disc met afspeeladapter in dit apparaat. Daardoor zou het apparaat defect kunnen raken. • Bij het uitnemen van een disc dient u die aan de rand vast te pakken. Raak het glimmende oppervlak niet aan. • Als u een disc plaatst die in dit toestel niet afgespeeld kan worden, zal de disc automatisch worden uitgeschoven. Een cd afspelen — Normaal afspelen/Willekeurige weergave Muziekstuknummer 1 2 De muziekstukken op de disc in de door u gewenste volgorde (zie "Uw eigen muziekprogramma samenstellen" op pagina 11). Druk op N (of op de CD/NX toets op het apparaat zelf). Andere bedieningsfuncties Voor Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de x toets (CD stoptoets). Pauzeren Druk op X (of op de CD/NX toets op het apparaat zelf). Druk nogmaals om het afspelen te hervatten. Keuze van een muziekstuk Druk enkele malen op ./> (of op de .m/M> toets op het apparaat zelf, behalve bij de CMT-GPX5). Keuze van een album met MP3 bestanden Druk na stap 2 enkele malen op de ALBUM +/– toets. Opzoeken van een muziekpassage Blijf tijdens het afspelen op m/ M drukken en laat de toets los op het gewenste moment. Speelduur Druk op de CD toets (of enkele malen op de FUNCTION toets van het apparaat zelf) om in te stellen op de CD-weergavestand. Druk in de stopstand enkele malen op de PLAY MODE toets totdat de gewenste afspeelfunctie in het uitleesvenster verschijnt. Stel in op 3 Voor weergave van PGM (Programmaweergave) Voor weergave van Geen aanduiding De muziekstukken op de (Normale disc in normale volgorde. weergave) ALBM (Albumweergave) Alle MP3 geluidsbestanden in het album op de disc in normale volgorde. Bij afspelen van een nietMP3 disc werkt de albumweergave precies zoals de normale weergave. SHUF (Willekeurige weergave) Alle muziekstukken op de disc in willekeurige volgorde. ALBM SHUF (Willekeurige weergave) Alle MP3 geluidsbestanden in het album op de disc in willekeurige volgorde. Bij afspelen van een nietMP3 disc werkt de willekeurige albumweergave precies zoals de gewone willekeurige weergave. CD/MP3 – Afspelen U kunt zowel gewone muziek-CD's als zelfgemaakte discs met MP3 muziekbestanden afspelen. MP3 muziekbestanden zijn niet weer te geven met de CMT-GPX5. Stel in op Uitnemen van de Druk op A op het apparaat zelf. disc Opmerkingen • Tijdens het afspelen kunt u niet van afspeelfunctie veranderen. • Bij een disc waarop de muziekstukken zijn vastgelegd in een uitgebreide hiërachie van albums, kan het langer duren voordat het afspelen begint. • Na het insteken van een disc leest het apparaat alle audiobestanden op de disc. Als er erg veel albums of niet-MP3 bestanden op de disc staan, kan het geruime tijd duren voordat het afspelen begint of voordat het volgende MP3 bestand wordt weergegeven. • Zorg dat er geen onnodige albums of andere audiobestanden dan MP3 bestanden worden vastgelegd op een disc die u gebruikt voor het beluisteren van MP3 bestanden. Wij raden u aan om geen andere soorten audiobestanden of onnodige albums vast te leggen op een disc die MP3 muziekbestanden bevat. • Albums die geen MP3 bestanden bevatten, zullen worden overgeslagen. wordt vervolgd 9NL • Maximaal aantal albums: 150 (inclusief het totaalalbum en ook lege albums) • Het maximaal aantal MP3 geluidsbestanden en albums op een enkele disc bedraagt 300. • Er kunnen bestanden worden weergegeven in mappen tot 8 niveaus diep in de hiërarchische boomstructuur. • MP3 geluidsbestanden zullen worden weergegeven in de volgorde waarin ze op de disc zijn opgenomen. • Afhankelijk van het programma voor het coderen/ wegschrijven van de gegevens, de opnameapparatuur en het opnamemedium dat wordt gebruikt voor het opnemen van een MP3 bestand, kunnen er wel eens problemen optreden zoals wegvallend geluid, storing of onderbrekingen in de weergave. • Bij het afspelen van een MP3 muziekbestand kan de aanduiding van de verstreken speelduur wel eens afwijken van de werkelijke speelduur, in de volgende gevallen. – Bij afspelen van een MP3 geluidsbestand met variabele bitwaarde (VBR) – Bij snel vooruit of terugwaarts zoeken (met de handmatige zoekfuncties) Tip Als het erg lang duurt voordat een disc een disc gelezen is, stelt u in op "CD POWER" en "ON" met behulp van de CD-stroomregelfunctie (pagina 13). 10NL Muziekstukken herhaald afspelen — Herhaalde weergave U kunt alle muziekstukken op een disc herhalen of één muziekstuk meermalen afspelen. MP3 muziekbestanden zijn niet weer te geven met de CMT-GPX5. Druk tijdens afspelen enkele malen op de REPEAT toets totdat er "REP" of "REP 1" wordt aangegeven. REP: Voor alle muziekstukken op de disc (afhankelijk van de gekozen afspeelfunctie) tot vijfmaal achtereen, of onbeperkt voor MP3 bestanden, wanneer er "SHUF" wordt aangegeven. REP 1: Voor één enkel muziekstuk. Stoppen met herhaald afspelen Druk enkele malen op REPEAT totdat "REP" en "REP 1" allebei verdwijnen. Opmerking Wanneer u kiest voor "REP 1", zal het weergegeven muziekstuk eindeloos herhaald worden totdat u de "REP 1" herhaalfunctie uitschakelt. 5 6 Voer stap 3 en 4 nogmaals uit als u nog meer muziekstukken wilt programmeren. Druk op N (of op de CD/NX toets op het apparaat zelf). De programma-weergave begint. — Programma-weergave Andere bedieningsfuncties U kunt een muziekprogramma maken dat uit maximaal 25 stappen bestaat. U kunt de geprogrammeerde muziekstukken tegelijkertijd opnemen op een cassettebandje (pagina 17). MP3 muziekbestanden zijn niet weer te geven met de CMT-GPX5. 1 2 3 Druk op de CD toets (of enkele malen op de FUNCTION toets van het apparaat zelf) om in te stellen op de CD-weergavestand. Druk in de stopstand enkele malen op de PLAY MODE toets totdat er "PGM" verschijnt. Druk enkele malen op ./> (of op de .m/M> toets op het apparaat zelf, behalve bij de CMTGPX5) totdat het nummer van het gewenste muziekstuk verschijnt. Voor het programmeren van een MP3 bestand drukt u enkele malen op de ALBUM +/– toets om het album te kiezen en dan drukt u enkele malen op ./> (of op de .m/M> toets op het apparaat zelf, behalve bij de CMT-GPX5) totdat het nummer van het gewenste muziekstuk verschijnt. Voor Doet u het volgende Stoppen met geprogrammeerd afspelen Druk in de stopstand enkele malen op PLAY MODE totdat "PGM" and "SHUF" allebei verdwijnen. CD/MP3 – Afspelen Uw eigen muziekprogramma samenstellen Wissen van uw Druk op de CLEAR toets in step muziekprogramma 4. Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt een muziekstuk aan het einde van het programma gewist. Toevoegen van een Volgt u de aanwijzingen 3 en 4 in muziekstuk aan het de stopstand. einde van uw programma Tips • Het door u samengestelde programma blijft bestaan nadat de programma-weergave is beëindigd. Om hetzelfde programma nogmaals weer te geven, drukt u op N (of op de CD/NX toets op het apparaat zelf). Het programma wordt echter gewist als u de disc uit het apparaat verwijdert. • De aanduiding "– –.– –" verschijnt wanneer de totale programma-speelduur de 100 minuten overschrijdt, wanneer u een muziekstuknummer 21 of hoger kiest, of wanneer u een MP3 muziekbestand programmeert. • Als u "AL" kiest in stap 3, kunt u alle muziekstukken op de disc in één keer allemaal tegelijk selecteren. Als u een album kiest in stap 3, kunt u alle MP3 muziekbestanden in het album in één keer allemaal tegelijk selecteren. Gekozen muziekstuknummer Totale speelduur 4 Druk op de ENTER toets. Het muziekstuk wordt geprogrammeerd. Het programma-volgnummer verschijnt, gevolgd door het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer. 11NL 5 Tuner Voorkeurzenders instellen U kunt maximaal 20 FM-zenders en 10 AMzenders vooraf instellen. Dan kunt u voortaan op elk van deze zenders vlot afstemmen door het bijbehorende voorkeurnummer te kiezen. Automatisch zoeken naar voorkeurzenders U kunt automatisch afstemmen op alle zenders die bij u in de buurt kunnen worden ontvangen, om de radiofrequentie van de gewenste zenders op te slaan. 1 2 3 Druk enkele malen op TUNER/BAND om in te stellen op "FM" of "AM". Druk enkele malen op de TUNING MODE toets totdat er "AUTO" in het uitleesvenster verschijnt. Als de aanduiding "TUNED" niet verschijnt en het zoeken niet stopt Stel de frequentie van de gewenste radiozender in zoals wordt beschreven in de stappen 2 en 3 onder "Handmatig voorinstellen van zenders" (pagina 12). Druk op de TUNER MEMORY toets. Een voorinstelnummer knippert. Volg de aanwijzingen van stap 5 en 6 terwijl het voorinstelnummer knippert. Voorinstelnummer 12NL Druk op de TUNER MEMORY toets. Herhaal stap 3 tot en met 6 om nog andere zenders in te stellen. Tip Druk op TUNING MODE om het zoeken te stoppen. Handmatig voorinstellen van zenders U kunt handmatig op uw voorkeurzenders afstemmen, om zo alleen de radiofrequentie van de gewenste zenders op te slaan. 1 2 3 Druk op +/– (of op de TUNING +/– toets op het apparaat zelf). De frequentie verandert tijdens het zoeken naar een zender. Het zoeken stopt automatisch als er goed op een zender is afgestemd. Op dat moment verschijnen de aanduidingen "TUNED" en "STEREO" (alleen voor stereoprogramma's). 4 6 7 Druk op +/– (of op de TUNING +/– toets op het apparaat zelf) om het gewenste voorinstelnummer te kiezen. 4 5 6 7 Druk enkele malen op TUNER/BAND om in te stellen op "FM" of "AM". Druk enkele malen op de TUNING MODE toets totdat de "AUTO" en "PRESET" aanduidingen uit het uitleesvenster verdwijnen. Druk enkele malen op de +/– toets (of op de TUNING +/– toets van het apparaat zelf) om af te stemmen op de gewenste zender. Druk op de TUNER MEMORY toets. Druk enkele malen op +/– (of op de TUNING +/– toets op het apparaat zelf) om het gewenste voorinstelnummer te kiezen. Druk op de TUNER MEMORY toets. Herhaal stap 3 tot en met 6 om nog andere zenders in te stellen. Andere bedieningsfuncties Doet u het volgende Afstemmen op een zender met een zwak signaal Volg de werkwijze die wordt beschreven onder "Handmatig voorinstellen van zenders" (pagina 12). Een andere zender vastleggen onder een al gebruikt voorkeurzendernummer Druk na stap 4 enkele malen op +/– (of op de TUNING +/– toets op het apparaat zelf) om het nummer te kiezen waaronder u een nieuwe zender wilt vastleggen. Inschakelen van de CD stroomvoorziening Herhaal de hierboven beschreven handelingen, zodat de aanduidingen "CD POWER" en "ON" verschijnen. Opmerkingen • Wanneer er is igesteld op "CD POWER" en "OFF", zal het starten van de CD-weergave iets meer tijd vergen. • In de stroombesparingsstand zult u de stroomvoorziening van de CD-speler niet aan en uit kunnen zetten met de CD stroomregelfunctie. Tuner Voor Tips Omschakelen van het AM afsteminterval (niet voor de Europese modellen) Het AM afsteminterval staat bij aflevering vanaf de fabriek ingesteld op 9 kHz (of op 10 kHz in bepaalde verkoopgebieden). Als u dit AM afsteminterval wilt wijzigen, stemt u eerst af op een willekeurige AM-zender en dan zet u de installatie uit met een druk op de ?/1 toets. Houd de TUNING + toets ingedrukt en druk op de ?/1 toets. Als u het interval wijzigt, worden alle vooringestelde AM-zenders gewist. Om het afsteminterval weer terug te stellen, herhaalt u de hier beschreven handelingen. • De voorkeurzenders blijven ongeveer een halve dag bewaard nadat u het netsnoer hebt losgemaakt of nadat er een stroomonderbreking is geweest. • U kunt de ontvangst verbeteren door de meegeleverde antennes bij te stellen of door een buitenantenne aan te sluiten. De ontvangst van de tuner verbeteren Als de radio-ontvangst van de tuner te wensen overlaat, schakelt u de stroom van de CD-speler uit met behulp van de CD stroomregelfunctie. De stroomvoorziening van de CD-speler staat bij aflevering ingeschakeld. 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets om over te schakelen naar CD. 2 Druk op de ?/1 toets om de installatie uit te schakelen. 3 Druk op de ?/1 toets op het apparaat zelf terwijl u de x (CD stoptoets) op het apparaat ingedrukt houdt. De aanduidingen "CD POWER" en "OFF" verschijnen. 13NL Tips Naar de radio luisteren U kunt naar een radiozender luisteren door een voorkeurzender te kiezen of door handmatig op een zender af te stemmen. Naar een voorkeurzender luisteren — Geheugenafstemming Leg eerst uw voorkeurzenders vast in in het geheugen van de tuner (zie "Voorkeurzenders instellen" op pagina 12). 1 2 3 Druk enkele malen op TUNER/BAND om in te stellen op "FM" of "AM". Druk enkele malen op de TUNING MODE toets totdat er "PRESET" in het uitleesvenster verschijnt. Druk enkele malen op +/– (of op de TUNING +/– toets op het apparaat zelf) om het gewenste voorkeurzendernummer te kiezen. Naar een niet-voorkeurzender luisteren — Handmatig afstemmen 1 2 3 14NL Druk enkele malen op TUNER/BAND om in te stellen op "FM" of "AM". Druk enkele malen op de TUNING MODE toets totdat de "AUTO" en "PRESET" aanduidingen uit het uitleesvenster verdwijnen. Druk enkele malen op de +/– toets (of op de TUNING +/– toets van het apparaat zelf) om af te stemmen op de gewenste zender. • U kunt de ontvangst verbeteren door de meegeleverde antennes bij te stellen of door een buitenantenne aan te schaffen en aan te sluiten. • Als een FM stereo-uitzending slecht doorkomt met te veel storing, drukt u op FM MODE totdat er "MONO" verschijnt. Dan is er geen stereo-effect meer, maar de ontvangst klinkt wel beter. • Druk enkele malen op TUNING MODE totdat er "AUTO" verschijnt in de bovenstaande stap 2 en druk dan op +/– (of op de TUNING +/– toets op het apparaat zelf). De frequentie-aanduiding verandert totdat het zoeken stopt als een zender wordt gevonden (Automatisch afstemmen). • Gebruik de functie voor handmatig opnemen om radioprogramma's op te nemen (pagina 18). Radio Data Systeem (RDS) (Alleen het Europese model) Wat is het Radio Data Systeem (RDS)? Tuner Het Radio Data Systeem (RDS) is een radiouitzendsysteem waarmee zenders extra informatie kunnen meesturen met het normale programmasignaal. RDS is alleen beschikbaar op FM-zenders.* Opmerking De RDS kan soms niet goed werken als de zender waarop u hebt afgestemd, het RDS-signaal niet correct uitzendt of als het signaal te zwak is. * Niet alle FM-zenders bieden de RDS-functies, en ook bieden ze niet allemaal dezelfde functies. Als u het RDS-systeem niet goed kent, vraagt u bij lokale radiozenders naar meer informatie over de RDSuitzendingen in de regio waar u woont. RDS-uitzendingen ontvangen Kies een zender op de FM-band. Als u afstemt op een zender die RDSuitzendingen verzorgt, verschijnt de naam van de zender in het uitleesvenster. De RDS-ontvangst controleren Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Zendernaam* t Frequentie t Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau t Hogetonen-niveau * Als de RDS-uitzending niet goed kan worden ontvangen, verschijnt de naam van de zender mogelijk niet in het uitleesvenster. 15NL Cassette – Afspelen Een cassette plaatsen 1 2 Druk op A PUSH EJECT op het apparaat zelf. Plaats een cassette in de cassettehouder. Een cassette afspelen U kunt TYPE I (normaalband) cassettes gebruiken. 1 2 Met de kant voor afspelen/ opnemen naar voren. Druk op TAPE (of enkele malen op de FUNCTION toets) om over te schakelen naar TAPE. Druk enkele malen op de DIRECTION toets op het apparaat zelf om in te stellen op "g" voor het afspelen van één cassettekant, op "h" voor het eenmaal afspelen van beide kanten, of op "j"* voor het doorlopend afspelen van beide cassettekanten. * Het cassettedeck stopt automatisch nadat beide kanten vijfmaal achtereen zijn weergegeven. ?/1 3 Druk op N (of op de TAPE/nN toets op het apparaat zelf). Druk nogmaals op N (of op de TAPE/ nN toets op het apparaat zelf) om de achterkant van de cassette af te spelen. Andere bedieningsfuncties Voor Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de x toets (TAPE stoptoets). Pauzeren Druk op de X toets. Druk nogmaals om het afspelen te hervatten. Snel vooruit- of terugspoelen Druk op de m/M toets. Uitnemen van de Druk in de stopstand op de A cassette PUSH EJECT toets van het apparaat zelf. 16NL Het opnemen begint. Als het opnemen is voltooid, stoppen de CD-speler en het cassettedeck automatisch. Cassette – Opnemen Uw favoriete muziekstukken van CD op cassette opnemen — Synchroon opnemen van CD op cassette 1 2 Plaats een voor opnemen geschikte cassette. Plaats de CD die u wilt opnemen. Wanneer u een album wilt overnemen van een MP3 disc, drukt u eerst op de PLAY MODE toets om in te stellen op ALBM, om dan met de ALBUM +/– toetsen het gewenste album te kiezen, alvorens u doorgaat met de volgende stap. 3 Druk op CD SYNCHRO op het apparaat zelf. Druk op de x toets. Opnemen van bepaalde nummers van een disc in een zelf gekozen volgorde U kunt alleen uw favoriete muziekstukken van een CD opnemen door die af te spelen met programma-weergave. Voer tussen stap 2 en 3 eerst de stappen 1 tot 5 uit van "Uw eigen muziekprogramma samenstellen" (pagina 11). Tip Als u hebt gekozen voor opnemen op beide cassettekanten en de voorkant is vol halverwege een muziekstuk, dan wordt dat muziekstuk in zijn geheel vanaf het begin van de tweede cassettekant opgenomen. Cassette – Afspelen/Cassette – Opnemen U kunt een gehele CD op een cassette opnemen. U kunt TYPE I (normaalband) cassettes gebruiken. Gebruik de toetsen op het apparaat zelf voor de bediening. Stoppen met opnemen De aanduidingen "SYNC", "REC" en "N" (of "n") verschijnen. Het cassettedeck is klaar voor opnemen en de CD-speler is klaar voor afspelen. 4 5 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op "g" voor opnemen op één cassettekant of op "h" (of desgewenst "j") voor opnemen op beide cassettekanten. Druk enkele malen op TAPE/nN om de (eerste) kant voor opnemen te kiezen. Als u wilt opnemen op beide cassettekanten of alleen op de voorkant, drukt u op TAPE/ nN totdat er "N" verschijnt. Als u wilt opnemen op de achterkant, drukt u nogmaals op TAPE/nN totdat er "n" verschijnt. 6 Druk op de z REC PAUSE/START toets. 17NL Handmatig opnemen op een cassette — Handmatig opnemen U kunt alleen de gedeelten van een CD die u mooi vindt, op een cassette opnemen. Zo kunt u ook een radioprogramma opnemen. Gebruik de toetsen op het apparaat zelf voor de bediening. 1 2 Plaats een voor opnemen geschikte cassette. Kies de geluidsbron waarvan u iets wilt opnemen. • TUNER: Voor opnemen vanaf de tuner van deze installatie. • CD: Voor opnemen vanaf de CD-speler van deze installatie. • MD of VIDEO: Voor opnemen vanaf los verkrijgbare apparatuur die is aangesloten op de MD/VIDEOaansluitingen. 3 Druk op de z REC PAUSE/START toets. De aanduiding "REC" knippert en "N" verschijnt en het cassettedeck is klaar voor opnemen. 4 5 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op "g" voor opnemen op één cassettekant of op "h" (of desgewenst "j") voor opnemen op beide cassettekanten. Druk enkele malen op TAPE/nN om de (eerste) kant voor opnemen te kiezen. Als u wilt opnemen op beide cassettekanten of alleen op de voorkant, drukt u op TAPE/ nN totdat er "N" verschijnt. Als u wilt opnemen op de achterkant, drukt u nogmaals op TAPE/nN totdat er "n" verschijnt. 6 Druk op de z REC PAUSE/START toets en start de weergave van de geluidsbron die u wilt opnemen. Het opnemen begint. 18NL Andere bedieningsfuncties Voor Doet u het volgende Stoppen met opnemen Druk op de x toets (TAPE stoptoets). Pauzeren van de opname Druk op de z REC PAUSE/ START toets. Tip Voor opnemen vanaf een CD, kunt u met de ./ > toets (of de .m/M> toets van het apparaat zelf, behalve bij de CMT-GPX5) nog de gewenste muziekstukken kiezen tijdens het pauzeren van de opname (na stap 3 en voor stap 5). Opmerking Begin altijd aan de voorkant als u op beide kanten wilt opnemen. Als u aan de achterkant begint, stopt het opnemen aan het einde van de achterkant. Geluid afstellen Schakelklok Klank van de weergave instellen In slaap vallen met muziek U kunt de lage en de hoge tonen aanpassen zodat u een voller geluid hoort. Druk op DSGX op het apparaat zelf. Om de DSGX versterking uit te schakelen, drukt u nogmaals op de DSGX toets van het apparaat. U kunt de installatie na een bepaalde tijd laten uitschakelen, zodat u bij muziek in slaap kunt vallen. Gebruik de toetsen op de afstandsbediening om de klok te bedienen. Druk enkele malen op de SLEEP toets. Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de minutenaanduiding (de uitschakeltijd) in het uitleesvenster als volgt: AUTO* t 90MIN t 80MIN t … t 10MIN t SLEEP OFF Hoge en lage tonen aanpassen * De installatie wordt automatisch uitgeschakeld na 100 minuten of nadat de geplaatste CD of cassette helemaal is afgespeeld. U kunt de hoge en lage tonen naar wens bijregelen. Andere bedieningsfuncties 1 2 Druk enkele malen op EQ om in te stellen op "BASS" of "TREBLE". Druk enkele malen op ./> om het niveau aan te passen terwijl er "BASS" of "TREBLE" wordt aangegeven. Tip U kunt de lage en hoge tonen ook bijregelen door aan de BASS +/– of TREBLE +/– knop van het apparaat te draaien. Voor Drukt u Controleren van de resterende speelduur** Eenmaal op SLEEP. Geluid afstellen/Schakelklok Genieten van een dynamisch geluid (Dynamic Sound Generator X-tra) — Sluimerfunctie Aanpassen van Enkele malen op SLEEP om de de uitschakeltijd gewenste speelduur te kiezen. Annuleren van de Enkele malen op SLEEP totdat er sluimerfunctie "OFF" verschijnt. ** U kunt de resterende tijd niet controleren als u de "AUTO" stand kiest. Tip U kunt de sluimerfunctie ook gebruiken als de gewone klok nog niet is ingesteld. 19NL Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Gewekt worden met muziek t TUNER y CD PLAY T — Inschakelklok 8 1 9 Tref voorbereidingen voor de geluidsbron die u wilt afspelen. • CD: Plaats een disc. Maak een programma als u met een bepaald muziekstuk wilt beginnen (zie "Uw eigen muziekprogramma samenstellen" op pagina 11). • TAPE: Plaats een cassette (zie "Een cassette afspelen" op pagina 16). • TUNER: Stem af op een radiozender (zie "Naar de radio luisteren" op pagina 14). 2 3 4 Stel de geluidssterkte voor het wekgeluid in. Druk op de CLOCK/TIMER SET toets. 5 Stel de tijd in waarop het afspelen moet beginnen. Druk enkele malen op ./> om het uur in te stellen en druk vervolgens op ENTER. De minutenaanduiding gaat knipperen. Druk enkele malen op ./> om de juiste minuut in te stellen en druk vervolgens op ENTER. 6 7 Druk op de ENTER toets. Achtereenvolgens ziet u de begintijd, de eindtijd en de geluidsbron, waarna de oorspronkelijke aanduidingen weer in het uitleesvenster verschijnen. Druk op de ?/1 toets om de installatie uit te schakelen. Andere bedieningsfuncties Voor Stel de tijd in waarop het afspelen moet stoppen, op dezelfde wijze als in stap 5. Druk enkele malen op de ./> toets totdat de gewenste geluidsbron wordt aangegeven. Doet u het volgende Controleren van de 1 Druk op de CLOCK/TIMER instellingen SELECT toets. 2 Druk enkele malen op ./> totdat er "PLAY SEL" verschijnt en druk vervolgens op ENTER. Wijzigen van de instellingen Begin opnieuw bij stap 1. Annuleren van de wekfunctieinschakelklok 1 Druk op de CLOCK/TIMER Druk enkele malen op ./> totdat er "PLAY SET" verschijnt en druk vervolgens op ENTER. De aanduiding "ON" verschijnt en de tijdaanduiding knippert. 20NL t TAPE PLAY T U kunt gewekt worden met muziek op een vooringesteld tijdstip. Hiervoor moet wel eerst de klok zijn ingesteld (zie "De klok instellen" op pagina 8). Gebruik de toetsen op de afstandsbediening om de klok te bedienen. SELECT toets. 2 Druk enkele malen op ./> totdat er "TIMER OFF" verschijnt en druk vervolgens op ENTER. Opmerkingen • Als u de wekfunctie en de sluimerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de sluimerfunctie voorrang. • Raak de knoppen op de installatie niet aan vanaf het moment dat de installatie wordt ingeschakeld totdat het afspelen begint (ongeveer 15 seconden voor de ingestelde tijd). • Als de installatie ongeveer 15 seconden voor de ingestelde wektijd al aan staat, kan de inschakelklok niet worden geactiveerd. • Los verkrijgbare apparatuur die is aangesloten op de MD/VIDEO-aansluitingen kunt u niet als geluidsbron voor de wekfunctie gebruiken. • U kunt de wekfunctie en de opname-schakelklok niet tegelijk gebruiken. Radioprogramma's opnemen met de schakelklok 8 Als u wilt opnemen op beide cassettekanten of alleen op de voorkant, drukt u op N (of op de TAPE/nN toets van het apparaat zelf) totdat er "N" verschijnt. Als u wilt opnemen op de achterkant, drukt u nogmaals op N (of op de TAPE/nN toets van het apparaat zelf) totdat er "n" verschijnt. — Opname-schakelklok 1 2 3 4 Stem af op een voorkeurzender (zie "Naar een voorkeurzender luisteren" op pagina 14). 7 Andere bedieningsfuncties Voor Doet u het volgende Druk enkele malen op ./> totdat er "REC SET" verschijnt en druk vervolgens op ENTER. De aanduiding "ON" verschijnt en de urenaanduiding knippert. Wijzigen van de instellingen Begin opnieuw bij stap 1. Stel de tijd in waarop het opnemen moet beginnen. Annuleren van de opnameschakelklok 1 Druk op de CLOCK/TIMER Druk op de CLOCK/TIMER SET toets. Stel de tijd in waarop het opnemen moet stoppen, op dezelfde wijze als in stap 4. De instellingen voor de opnameschakelklok en de gewenste radiozender worden aangegeven en dan verschijnen weer de oorspronkelijke aanduidingen 6 Druk op de ?/1 toets om de installatie uit te schakelen. Controleren van de 1 Druk op de CLOCK/TIMER instellingen SELECT toets. 2 Druk enkele malen op ./> totdat er "REC SEL" verschijnt en druk vervolgens op ENTER. Druk enkele malen op ./> om het uur in te stellen en druk vervolgens op ENTER. De minutenaanduiding gaat knipperen. Druk enkele malen op ./> om de minuten in te stellen en druk vervolgens op ENTER. 5 9 Plaats een voor opnemen geschikte cassette. Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op "g" voor opnemen op één cassettekant of op "h" (of desgewenst "j") voor opnemen op beide cassettekanten. Schakelklok Als u met de schakelklok wilt opnemen, kiest u eerst een radiozender (zie "Voorkeurzenders instellen" op pagina 12) en stelt u de klok op de juiste tijd in (zie "De klok instellen" op pagina 8). Gebruik de toetsen op de afstandsbediening om de klok te bedienen. Druk enkele malen op de N toets (of op de TAPE/nN toets van het apparaat zelf) om de (eerste) cassettekant voor opnemen te kiezen. SELECT toets. 2 Druk enkele malen op ./> totdat er "TIMER OFF" verschijnt en druk vervolgens op ENTER. Opmerkingen • Als u de schakelklok-opnamefunctie en de sluimerfunctie tegelijkertijd gebruikt, heeft de sluimerfunctie voorrang. • Raak de knoppen op de installatie niet aan vanaf het moment dat de installatie wordt ingeschakeld totdat het opnemen begint (ongeveer 15 seconden voor de ingestelde tijd). • Als de installatie ongeveer 15 seconden voor de ingestelde opnamebegintijd al aan staat, kan de opname-schakelklok niet worden geactiveerd. • Tijdens het opnemen zal er geen geluid klinken. • Als de opname-schakelklok staat ingesteld op de wekfunctie-inschakelklok, met als geluidsbron een cassette, kan er wel eens over het gewenste wekgeluid heen op de cassette worden opgenomen. • U kunt de wekfunctie en de opname-schakelklok niet tegelijk gebruiken. 21NL Uitleesvenster Het uitleesvenster uitschakelen — Energiebesparingsstand De tijdsaanduiding kan worden uitgeschakeld zodat er in de wachtstand minder energie wordt verbruikt (Energiebesparingsstand). Informatie over de disc in het uitleesvenster zien U kunt de verstreken speelduur en de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of van de gehele disc in het uitleesvenster zien. Als er een disc met MP3 bestanden is geplaatst, kunt u ook andere informatie van de disc aflezen, zoals de muziektitels. Druk enkele malen op de DISPLAY toets terwijl de installatie uitgeschakeld is, totdat de tijdsaanduiding verdwijnt. Controleren van de resterende speelduur en de muziektitels (CD/MP3) De energiebesparingsstand annuleren Druk tijdens afspelen enkele malen op de DISPLAY toets. Druk op de DISPLAY toets wanneer de installatie uit staat. Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Tijdsaanduiding* y geen aanduiding (energiebesparingsstand) * Overigens wordt de tijdsaanduiding alleen aangegeven als u de klok hebt ingesteld. Tips • Het ?/1-indicatorlampje licht ook in de energiebesparingsstand op. • De schakelklok blijft gewoon werken in de energiebesparingsstand. Opmerking U kunt de volgende bewerkingen niet uitvoeren in de energiebesparingsstand: – de klok instellen – de MD/VIDEO functie omschakelen – de CD stroomvoorziening aan of uit zetten met de CD-stroomregelfunctie – het AM afsteminterval kiezen Telkens als u op de toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Nummer en verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk t Nummer en resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of "– –.– –"* t Resterende speelduur van de disc of "– –.– –"* t Muziektitel (alleen voor een disc met MP3 audiobestanden**) t Titel van het album* t Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau t Hogetonen-niveau * Voor discs met MP3 muziekbestanden ** Wanneer u een muziekstuk met een ID3-tag versie 1 (versie 1.0 of 1.1) weergeeft, wordt de ID3-tag getoond. De ID3-tag toont alleen de muziektitelinformatie. Controleren van de totale speelduur en de muziektitels (CD/MP3) Druk in de stopstand enkele malen op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Inhoudsopgave* of totaal aantal albums op de disc** of totaal aantal muziekstukken in het huidige album** t Disctitel** t Tijdsaanduiding t Lagetonen-niveau t Hogetonen-niveau 22NL * TOC = Inhoudsopgave (Table of Contents); deze toont het totaal aantal muziekstukken op de disc en de totalespeelduur van de disc. ** Bij discs met MP3 audiobestanden kunnen de albumtitels niet altijd worden getoond, afhankelijk van de gekozen afspeelfunctie. Uitleesvenster 23NL Los verkrijgbare apparatuur Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur U kunt uw installatie uitbreiden met diverse los verkrijgbare componenten. Raadpleeg de bedieningsinstructies die bij elk aan te sluiten apparaat zijn geleverd. Los verkrijgbare analoge component Vanaf de audiouitgangen van een los verkrijgbare analoge component A MD/VIDEO-aansluitingen Gebruik gewone audio-aansluitsnoeren (niet meegeleverd) om een los verkrijgbare analoge component (minidisc-speler, enz.) te verbinden met deze aansluitingen. Dan kunt u de weergave van de aangesloten component beluisteren via deze installatie. Luisteren naar de weergave van een aangesloten component 1 Sluit de audiosnoeren aan. Zie het bovenstaande aansluitschema. 2 Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er "MD" of "VIDEO" verschijnt. Start het afspelen van de aangesloten component. Tip Als u niet kunt instellen op "VIDEO" door meermalen indrukken van FUNCTION, schakelt u de installatie dan uit en druk vervolgens op de ?/1 toets van het apparaat terwijl u de FUNCTION toets van het apparaat ingedrukt houdt. De weergavefunctie wordt dan omgeschakeld van "MD" naar "VIDEO", en de aanduiding "VIDEO" verschijnt in het uitleesvenster. Om weer terug te schakelen naar "MD", herhaalt u deze zelfde handelingen. Het is echter niet mogelijk de MD/VIDEO functie om te schakelen in de energiebesparingsstand. 24NL Algemeen Verhelpen van storingen Problemen en oplossingen Als u problemen ondervindt met de installatie, voert u de volgende handelingen uit: 1 Zorg dat het netsnoer en de luidsprekersnoeren juist en stevig zijn aangesloten. 2 Zoek de storing in de onderstaande lijst met problemen en oplossingen en neem de aangegeven maatregelen tot herstel. Als het probleem zich blijft voordoen, nadat u alle voorgeschreven handelingen hebt uitgevoerd, raadpleegt u een Sony handelaar bij u in de buurt. Trek onmiddellijk de stekker uit het stopcontact en controleer de volgende punten. • Als uw installatie een spanningskeuzeschakelaar heeft, staat die wel ingesteld op de juiste netspanning? Controleer de plaatselijke netspanning en zorg dan dat de spanningskiezer daarop staat ingesteld. • Maken de + en – snoeraders van de luidsprekersnoeren geen kortsluiting? • Zijn de bijgeleverde luidsprekers naar behoren aangesloten? • Blokkeert er misschien iets de ventilatiesleuven aan de achterkant van de installatie? Controleer al de genoemde punten en corrigeer alles wat er mis kan zijn. Nadat het ?/1 indicatorlampje stopt met knipperen, sluit u het netsnoer weer op het stopcontact aan en schakelt u de installatie weer in. Als het indicatorlampje blijft knipperen, of als de aard van de storing aan de hand van de bovenstaande aanwijzingen niet te vinden is, neemt u dan contact op met een Sony handelaar bij u in de buurt. Er klinkt geen geluid. • Druk enkele malen op de VOLUME + toets van de afstandsbediening (of draai de VOLUME knop van het apparaat zelf naar rechts). • Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (pagina 6). Het geluid komt van één kanaal of het linkeren rechtervolume is niet in balans. • Stel de luidsprekers zo symmetrisch mogelijk op. • Sluit de meegeleverde luidsprekers aan. Er is veel brom en ruis hoorbaar. • Plaats de installatie verder van mogelijke storingsbronnen vandaan. • Sluit de installatie aan op een ander stopcontact. • Breng een ruisfilter (in de handel verkrijgbaar) aan op het netsnoer. De schakelklok kan niet worden ingesteld. • Stel de klok opnieuw op de juiste tijd in (pagina 8). De schakelklok werkt niet goed. • Druk op de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening om de schakelklok in te stellen, zodat er "c PLAY" of "c REC" in het uitleesvenster verschijnt (zie pagina 20 en 21). • Controleer de instellingen van de schakelklok en stel de correcte tijd in (pagina 20 en 21). • Annuleer de sluimerfunctie (pagina 19). • Zorg dat de klok op de juiste tijd staat ingesteld. De kleurweergave van een dichtbij staande TV is niet normaal. • Plaats de luidsprekers verder weg van de TV. De afstandsbediening werkt niet goed. • Verwijder obstakels in de baan van de bedieningsstraal. • Gebruik de afstandsbediening dichter bij de installatie. • Richt de afstandsbediening op de sensor van de installatie. • Vervang de batterijen (R6/AA-formaat). • Plaats de installatie niet te dicht bij tlbuisverlichting. Los verkrijgbare apparatuur/Verhelpen van storingen Als het ?/1 indicatorlampje knippert De aanduiding "– –:– –" verschijnt in het uitleesvenster. • Er is een stroomstoring opgetreden. Stel de klok opnieuw in (pagina 8) en maak de schakelklokinstellingen (pagina 20 en 21) opnieuw. wordt vervolgd 25NL Luidsprekers Het geluid komt van één kanaal of het linkeren rechtervolume is niet in balans. • Controleer de aansluiting van de luidsprekers en de opstelling ervan. CD/MP3 disc-speler De aanduiding "LOCKED" verschijnt. • Raadpleeg een Sony handelaar of een bevoegde Sony onderhoudsdienst bij u in de buurt. Het afspelen begint niet. • Probeer de disc uit te schuiven om te controleren of de disc naar behoren is geladen. • Veeg de disc schoon (pagina 29). • Vervang de disc door een andere. • Plaats een disc die geschikt is om in deze installatie te worden afgespeeld (pagina 4). • Plaats de disc op de juiste wijze. • Plaats de disc met de bedrukte labelkant boven. • Verwijder de disc en veeg het vocht er af. Laat de installatie vervolgens een paar uur aanstaan totdat het condensvocht is verdampt. • Druk op N (of op de CD/NX toets op het apparaat zelf) om het afspelen te starten. Het duurt erg lang voordat de disc gelezen is. • Stel de "CD POWER" in op "ON" met de CDstroomregelfunctie (pagina 13). Het geluid slaat over. • Veeg de disc schoon (pagina 29). • Vervang de disc door een andere. • Verplaats de installatie naar een plek zonder trillingen (bijvoorbeeld op een stabiele tafel of audiorek). • Plaats de luidsprekers uit de buurt van de installatie, of plaats deze op aparte steunen. Bij het afspelen van een muziekstuk met lage tonen op het hoogste geluidsvolume, kan het geluid door de trillingen van de luidspreker gaan haperen. Het afspelen begint niet vanaf het eerste muziekstuk. • Druk enkele malen op PLAY MODE, totdat zowel "PGM" als "SHUF" verdwijnen om terug te keren naar de normale weergavestand. MP3 muziekbestanden zijn niet weer te geven. • Het model CMT-GPX5 kan geen MP3 muziekbestanden weergeven. • De geluidsopnamen zijn niet gemaakt volgens de ISO 9660 niveau 1 of niveau 2 normen, of volgens de Joliet norm in het expansieformaat. 26NL • Het MP3 muziekbestand is niet voorzien van de bestandsnaam-extensie ".MP3". • De gegevens zijn niet opgeslagen in het MP3 formaat. • Disc met muziekstukken in andere formaten dan MPEG1 en -2 Audiolaag-3 kunnen niet worden afgespeeld. Het afspelen van MP3 bestanden kan iets trager beginnen dan gewone muziekstukken. • Nadat het apparaat alle muziekstukken op de disc heeft gelezen, kan het afspelen langer dan normaal op zich laten wachten als: – er bijzonder veel muziekstukken op de disc staan. – de hiërarchie van albums en muziekstukken erg uitgebreid is. De albumtitel, muziektitels of ID3-tags worden niet juist aangegeven. • Gebruik een disc die voldoet aan de ISO 9660 niveau 1 of niveau 2 normen, of aan de Joliet norm in het expansieformaat. • De ID3-tag van de disc is geen versie 1 (versie 1.0 of 1.1) tag. Radio-ontvangst Veel brom of ruis, of bepaalde zenders zijn niet te ontvangen. • Kies de juiste afstemband en ontvangstfrequentie (pagina 12). • Sluit de antenne naar behoren aan (pagina 6). • Zoek een plek en richting die een goede ontvangst bieden en stel de antenne vervolgens opnieuw in. Als u geen goede ontvangst kunt krijgen, raden we u aan een in de handel verkrijgbare buitenantenne aan te sluiten. • De meegeleverde FM-draadantenne ontvangt signalen over de gehele lengte, dus let erop dat u deze geheel uitstrekt. • Houd de antennes uit de buurt van de installatie en andere apparatuur. • Raadpleeg een Sony handelaar bij u in de buurt als de meegeleverde AM-antenne losraakt van de kunststof steun. • Schakel de elektrische apparatuur in de buurt van de installatie uit. • Stel de "CD POWER" in op "OFF" met de CDstroomregelfunctie (pagina 13). Een FM stereo-uitzending kan niet in stereo worden ontvangen. • Druk op de FM MODE toets zodat de aanduiding "MONO" uit het uitleesvenster verdwijnt. Cassettedeck De cassette neemt niet op of speelt niet af, of het geluidsniveau neemt af. • De koppen zijn vuil. Reinig de koppen (pagina 30). • De koppen voor opnemen/afspelen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (pagina 30). De cassette wordt niet volledig gewist. • De koppen voor opnemen/afspelen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (pagina 30). Er zijn veel snelheidsfluctuaties, of het geluid valt weg. • De bandloopassen in het cassettedeck zijn vuil. Reinig het bandloopwerk met behulp van een reinigingscassette (pagina 30). De cassette neemt niet op. • Er is geen cassette geplaatst. Plaats een cassette. • Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd. Bedek de opening waar het nokje zat met plakband (pagina 30). • De cassette is tot het einde gespoeld. Gebruik de toetsen op het apparaat zelf voor de bediening. 1 2 Maak het netsnoer los uit het stopcontact. 3 Druk op de ?/1 toets om de installatie in te schakelen. 4 Druk de x (CD stoptoets), DSGX en ?/1 toetsen alle tegelijk in. Sluit het netsnoer weer aan op het stopcontact. De installatie wordt hierdoor teruggesteld op de fabrieksinstellingen. U zult uw eigen instellingen zoals voorkeurzenders, klok en schakelklok opnieuw moeten instellen. Verhelpen van storingen Storing in de weergave neemt toe of de hoge frequenties worden gewist. • De koppen voor opnemen/afspelen zijn gemagnetiseerd. Demagnetiseer de koppen (pagina 30). Als de installatie na het uitvoeren van bovenstaande maatregelen nog steeds niet goed werkt, stelt u de installatie als volgt opnieuw in: Los verkrijgbare componenten Er klinkt geen geluid. • Kijk bij het Algemeen onderwerp "Er klinkt geen geluid." (pagina 25) en controleer de toestand van de installatie. • Sluit de component correct aan (pagina 24) en controleer daarbij: – of de snoeren goed zijn aangesloten. – of de stekkers correct en stevig zijn ingestoken. • Schakel de aangesloten component in. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die is meegeleverd met de aangesloten component en start het afspelen. • Druk enkele malen op de FUNCTION toets totdat er "MD" of "VIDEO" verschijnt (pagina 24). Het geluid klinkt vervormd. • Stel de geluidssterkte van de aangesloten component lager in. 27NL Foutmeldingen Een van de volgende foutmeldingen kan in het uitleesvenster verschijnen of knipperen als er tijdens de bediening iets mis gaat. PUSH SELECT U probeert de tijd in te stellen terwijl de schakelklok al in werking is. SET CLOCK U probeert de schakelklok te gebruiken terwijl de juiste tijd nog niet is ingesteld. CD/MP3 NO DISC Er is geen disc in de speler geplaatst. NO STEP Alle geprogrammeerde muziekstuknummers zijn gewist. CD OVER U hebt het einde van de disc bereikt doordat u bij afspelen of tijdens een pauze de M toets ingedrukt hebt gehouden. STEP FULL U probeert 26 of meer muziekstukken (stappen) te programmeren. PUSH STOP U hebt op de PLAY MODE toets gedrukt tijdens het afspelen. Radio-ontvangst COMPLETE Het voorinstellen van zenders is voltooid. Cassettedeck NO TAB U kunt op deze cassette niet opnemen, want het wispreventienokje is verwijderd. NO TAPE Er is geen cassette in het deck geplaatst. Schakelklok SET TIMER U kunt de schakelklokfunctie niet inschakelen zolang er nog geen instellingen voor de wekfunctie of schakelklok-opname zijn gemaakt. TIME NG De begin- en eindtijden voor de wekfunctie of schakelklok-opname staan op hetzelfde tijdstip ingesteld. 28NL Overige INVALID U hebt op een verkeerde toets gedrukt. Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Netspanning • Controleer voordat u de installatie in gebruik neemt, of de bedrijfsspanning van de installatie gelijk is aan het voltage van het plaatselijke lichtnet. • De spanningskiezer bevindt zich aan de onderkant van het apparaat. Veiligheid Opstelling • Gebruik de installatie alleen in rechte stand; zet het apparaat niet scheef. • Plaats de installatie niet in een omgeving met de volgende omstandigheden; – grote hitte of kou – veel stof of vuil – veel vocht – schokken of trillingen – direct zonlicht. • Vermijd bij het opstellen van het apparaat of de luidsprekers oppervlakken met een speciale behandeling (was, olie, poetsmiddel en dergelijke) omdat er vlekken of verkleuring van de afwerking kunnen optreden. Warmteontwikkeling • Hoewel de installatie tijdens het gebruik warm wordt, wijst dit niet op storing. • Zet de installatie op een plaats met voldoende ventilatie zodat de warmte kan ontsnappen. • Als u deze installatie lag achtereen op een hoog geluidsvolume gebruikt, kan de temperatuur van de behuizing bovenop en aan de zij- en onderkant erg Werking • Als de installatie direct vanuit een koude in een warme omgeving wordt gebracht, of als deze in een vochtige ruimte wordt geplaatst, kan er vocht condenseren op de lens in de CD-speler. Als dit gebeurt, zal de installatie niet meer goed werken. Verwijder de CD en laat de installatie ongeveer een uur uitgeschakeld totdat het condensvocht is verdampt. • Voordat u de installatie verplaatst, dient u de geplaatste disc er uit te verwijderen. Als u vragen of problemen hebt met betrekking tot de installatie, neemt u contact op met een Sony handelaar bij u in de buurt. Omgang met compact discs • Veeg elke disc vóór het afspelen schoon met een reinigingsdoekje. Veeg de disc vanuit het midden naar de rand toe schoon. • Gebruik geen oplosmiddelen zoals wasbenzine, thinner, in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen of antistatische spray voor grammofoonplaten. • Leg compact discs niet in direct zonlicht of dichtbij warmtebronnen zoals een kachel of kooktoestel, laat uw discs nooit liggen in een auto die in de volle zon geparkeerd staat. • Gebruik compact discs niet met een beschermring er omheen. Dit kan schade aan het mechanisme veroorzaken. • Wanneer u een disc plaatst waaraan lijm kleeft of een andere plakkerige substantie aan de labelkant, of een disc waarop speciale inkt is gebruikt bij het drukken van het label, bestaat de kans dat de disc of het label blijven plakken aan de onderdelen in het apparaat. Wanneer dit gebeurt, kan het niet altijd mogelijk zijn de disc te verwijderen en kan er storing in de werking optreden. Pas op voor kleverige discs en controleer voor het afspelen altijd even of de disc niet plakt. Gebruik geen discs waar het volgende mis mee is: – Tweedehands of gehuurde discs met een etiket of sticker waarvan de rand omkrult. De rand van etiketten of stickers op een disc is vaak kleverig. – Discs met een label dat in speciale inkt is gedrukt; als de inkt kleverig aanvoelt kunt u de disc beter niet afspelen. • Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig of stervormig) zijn in dit apparaat niet af te spelen. Probeer het in geen geval, want het apparaat kan er Aanvullende informatie • Het apparaat blijft verbonden met de netspanning zolang het op het stopcontact is aangesloten, zelfs als het apparaat zelf is uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u van plan bent het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Om de aansluiting op het stopcontact te verbreken, moet u de stekker eruit trekken. Trek nooit aan het snoer. • Mocht er een voorwerp of vloeistof in de installatie terechtkomen, maak dan het netsnoer uit het stopcontact los en laat de installatie nakijken door een bevoegd technicus, voordat u het apparaat weer in gebruik neemt. • Het netsnoer mag alleen worden vervangen door bevoegd onderhoudspersoneel. hoog oplopen. Raak de behuizing niet aan, om brandwonden te vermijden. • Bedek de ventilatiesleuven niet, om storingen te voorkomen. wordt vervolgd 29NL door beschadigd worden. Gebruik dergelijke discs niet. Technische gegevens De behuizing schoonmaken Maak de behuizing, het bedieningspaneel en de knoppen schoon met een zachte, droge doek of zonodig een zachte doek die licht is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel. Gebruik geen schuurspons en schuurpoeder of oplosmiddelen zoals thinner, wasbenzine of alcohol. Een cassette beveiligen tegen per ongeluk wissen Als u wilt voorkomen dat er per ongeluk op een cassette wordt opgenomen, breekt u het wispreventienokje af voor kant A of B, zoals aangegeven. Wispreventienokje uitbreken Als u later de cassette weer wilt gebruiken voor opnemen, bedekt u het afgebroken nokje met plakband. Voordat u een cassette in het cassettedeck plaatst Zorg ervoor dat de cassetteband strak staat. De cassetteband kan anders vast komen te zitten in de onderdelen van het cassettedeck en beschadigd raken. Bij gebruik van een cassette langer dan 90 minuten De dunne band is iets te rekbaar. Verander niet te vaak van bandloopfunctie zoals afspelen, stoppen en snel vooruitspoelen. De band zou verstrikt kunnen raken in het bandloopwerk. De koppen van het cassettedeck schoonmaken Maak de koppen na elke 10 gebruiksuren schoon. Zorg dat u de koppen schoonmaakt voordat u begint met het maken van een belangrijke opname of na het afspelen van een oude cassette. Gebruik hiervoor een los verkrijgbare droge of natte reinigingscassette. Raadpleeg voor nadere details de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette. De bandkoppen demagnetiseren Demagnetiseer de koppen en de metalen onderdelen die contact maken met de cassetteband na elke 20 tot 30 gebruiksuren met een los verkrijgbare demagnetiseercassette. Raadpleeg voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette. 30NL Hoofdeenheid (HCD-GPX7/HCD-GPX6/HCD-GPX5) Versterker HCD-GPX7 voor de CMT-GPX7 DIN uitgangsvermogen (nominaal): 40 + 40 W (aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 60 + 60 W (aan 6 ohm bij 1 kHz, 10% totale harmonische vervorming) Muziekvermogen (referentie): 100 + 100 W HCD-GPX6 voor de CMT-GPX6 Noord-Amerikaans model: Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 40 + 40 W (aan 6 ohm bij 1 kHz, 10% totale harmonische vervorming) Overige modellen: De volgende waarden zijn gemeten bij 240 V wisselstroom, 220 V wisselstroom of 120 V wisselstroom DIN uitgangsvermogen (nominaal): 30 + 30 W (aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 35 + 35 W (aan 6 ohm bij 1 kHz, 10% totale harmonische vervorming) HCD-GPX5 voor de CMT-GPX5 Brits model: DIN uitgangsvermogen (nominaal): 40 + 40 W (aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 50 + 50 W (aan 6 ohm bij 1 kHz, 10% totale harmonische vervorming) Muziekvermogen (referentie): 90 + 90 W Overige modellen: DIN uitgangsvermogen (nominaal): 30 + 30 W (aan 6 ohm bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie): 35 + 35 W (aan 6 ohm bij 1 kHz, 10% totale harmonische vervorming) Muziekvermogen (referentie): 60 + 60 W Ingangen MD/VIDEO: Uitgangen PHONES: SPEAKER: CD-speler Laser Gevoeligheid 450/ 250 mV, impedantie 47 kOhm Antenne Geschikt voor hoofdtelefoons met een impedantie van 8 ohm of meer Geschikt voor impedanties van 6 tot 16 ohm. Luidsprekers (SS-CGPX7/SS-CGPX6/ SS-CGPX5) Halfgeleider-laser (λ=780 nm) Emissieduur: continu 20 Hz – 20 kHz 780 – 790 nm Cassettedeck Opnamesysteem Frequentiebereik Snelheidsfluctuaties Overige modellen: 4 sporen, 2 kanalen stereo 50 – 13.000 Hz (±3 dB), bij gebruik van Sony TYPE I cassettes ±0,15% Piek-gewogen (IEC) 0,1% W. RMS (NAB) ±0,2% Piek-gewogen (DIN) Tussenfrequentie SS-CGPX7 Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Lagetonenluidspreker: Hogetonenluidspreker: Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht SS-CGPX6 Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Lagetonenluidspreker: Hogetonenluidspreker: Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht Tuner voor radio-ontvangst FM-stereo, FM/AM superheterodyne afstemtrap FM radio-ontvanger Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Tussenfrequentie 531 – 1.602 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) 530 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 – 1.602 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) AM-kaderantenne, externe antenne-aansluiting 450 kHz 87,5 – 108,0 MHz FM-draadantenne 75 ohm asymmetrisch 10,7 MHz AM radio-ontvanger Afstembereik Model voor geheel Amerika: 530 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 10 kHz) 531 – 1.710 kHz (met het afsteminterval ingesteld op 9 kHz) SS-CGPX5 Luidsprekersysteem Luidsprekereenheden Lagetonenluidspreker: Hogetonenluidspreker: Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht 2-weg systeem, basreflexkast 13 cm diameter, conustype 4 cm diameter, conustype 6 ohm Ca. 163 × 261,5 × 259,5 mm Ca. 3,0 kg netto per luidspreker 2-weg systeem, basreflexkast 12 cm diameter, conustype 4 cm diameter, conustype 6 ohm Ca. 160 × 261,5 × 229,5 mm Ca. 2,6 kg netto per luidspreker Aanvullende informatie Frequentiebereik Golflengte Europees model: 2-weg systeem, basreflexkast 13 cm diameter, conustype 4 cm diameter, conustype 6 ohm Ca. 160 × 261,5 × 229,5 mm Ca. 2,7 kg netto per luidspreker wordt vervolgd 31NL Algemeen Stroomvereisten Noord-Amerikaans model: 120 V wisselstroom, 60 Hz Europees model: 230 V wisselstroom, 50/ 60 Hz Koreaans model: 220 V wisselstroom, 60 Hz Australisch model: 230 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Taiwanees model: 110 – 120 V wisselstroom, 50/60 Hz Overige modellen: 110 – 120 V of 220 – 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Instelbaar met spanningskiezer Stroomverbruik CMT-GPX7: CMT-GPX6: CMT-GPX5 (Brits model): 105 W 0,25 W (in de energiebesparingsstand) 80 W 95 W 0,25 W (in de energiebesparingsstand) CMT-GPX5 (Overige modellen): 80 W 0,25 W (in de energiebesparingsstand) Afmetingen (b/h/d) Gewicht CMT-GPX7: CMT-GPX6: CMT-GPX5: Bijgeleverd toebehoren Ca. 181,5 × 261,5 × 357,5 mm incl. uitstekende onderdelen en knoppen Ca. 6,3 kg Ca. 5,8 kg Ca. 5,8 kg Afstandsbediening (1) R6 (AA-formaat) batterijen (2) AM-kaderantenne (1) FM-draadantenne (1) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. 32NL Overzicht van de bedieningsorganen en verwijzingspagina's Hoe u deze pagina gebruikt Illustratienummer r Gebruik deze pagina voor het zoeken naar knoppen en andere onderdelen van de installatie die in de tekst worden vermeld. DISPLAY ea (15, 22) R Naam van knop/onderdeel R Verwijzingspagina Hoofdeenheid (CMT-GPX7/CMT-GPX6) ALFABETISCHE VOLGORDE TOETSEN MET SYMBOLEN P–Z PHONES hoofdtelefoonaansluiting wd PLAY MODE ws (9, 11) REPEAT wa (10) TREBLE +/– qd (19) TUNER/BAND qg (12, 14, 18, 20) TUNER MEMORY wj (12) TUNING +/– wg (12, 14) TUNING MODE qf (12, 14) Uitleesvenster 3 VOLUME qa (20, 25) 12 3 4 56 Aanvullende informatie A–O Afstandbedieningssensor 2 ALBUM +/– w; (9, 11) BASS +/– wk (19) Cassettehouder 4 CD SYNCHRO 7 (17) DIRECTION 6 (16, 17, 18, 21) Disc-insteekgleuf wf (8) DISPLAY ea (15, 22) DSGX qs (19, 27) FM MODE wh (14, 26) FUNCTION e; (9, 11, 13, 16, 24) ?/1 (aan/uit-schakelaar) 1 (7, 13, 20, 21, 27) .m/M> (CD terug/ vooruitspringtoetsen, CD terug/vooruitzoektoetsen) ql (9, 11) m/M (cassetteband terug/ vooruitspoeltoetsen) wl (9, 16) x (CD stoptoets) qj (9, 13, 27) x (cassetteband-stoptoets) 9 (16, 17, 18) z REC PAUSE/START 8 (17, 18) CD/NX (weergave/pauzetoets) qk (9, 11) TAPE/nN (cassetteweergavetoets) 0 (16, 17, 18, 21) A (CD uitneemtoets) qh (9) A PUSH EJECT (cassettehouderopen/sluittoets) 5 (16) ?/1 ea e; wl m M .m M> Y x NX x 7 8 9 0 qa qs qd qf qg wk wj wh wg wf wdwswa w; ql Z qkqjqh 33NL Hoofdeenheid (CMT-GPX5) ALFABETISCHE VOLGORDE TOETSEN MET SYMBOLEN A–O P–Z Afstandbedieningssensor 2 BASS +/– wk (19) Cassettehouder 4 CD SYNCHRO 7 (17) DIRECTION 6 (16, 17, 18, 21) Disc-insteekgleuf wf (8) DISPLAY ea (15, 22) DSGX qs (19, 27) FM MODE wh (14, 26) FUNCTION e; (9, 11, 13, 16, 24) PHONES hoofdtelefoonaansluiting wd PLAY MODE ws (9, 11) REPEAT wa (10) TREBLE +/– qd (19) TUNER/BAND qg (12, 14, 18, 20) TUNER MEMORY wj (12) TUNING +/– wg (12, 14) TUNING MODE qf (12, 14) Uitleesvenster 3 VOLUME qa (20, 25) 12 3 4 ?/1 (aan/uit-schakelaar) 1 (7, 13, 20, 21, 27) ./> (CD terug/ vooruitspringtoetsen) w; (9, 11) m/M (CD terug/ vooruitzoekoetsen) ql (9) m/M (cassetteband terug/ vooruitspoeltoetsen) wl (9, 16) x (CD stoptoets) qj (9, 13, 27) x (cassetteband-stoptoets) 9 (16, 17, 18) z REC PAUSE/START 8 (17, 18) CD/NX (weergave/pauzetoets) qk (9, 11) TAPE/nN (weergavetoets) 0 (16, 17, 18, 21) A (CD uitneemtoets) qh (9) A PUSH EJECT (cassettehouderopen/sluittoets) 5 (16) 56 ?/1 ea e; wl m M Y x NX x 7 8 9 0 qa qs qd qf qg wk wj wh wg wf . > m M wdwswa w; ql 34NL Z qkqjqh Afstandsbediening ALFABETISCHE VOLGORDE TOETSEN MET SYMBOLEN ?/1 (aan/uit-schakelaar) 1 (7, 13, 20, 21, 27) m/M (terug/ vooruitzoektoetsen) 7 (9, 16) ./> (terug/ vooruitspringtoetsen) qf (8, 9, 11, 19, 20, 21) x (stoptoets) 8 (9, 13, 16, 17, 18, 27) X (pauzetoets) 8 (9, 16) N (weergavetoets) 8 (9, 11, 16, 17, 18, 21) +/– (afstemtoetsen) qf (12, 14) P–Z A–O ALBUM +/– qa (9, 11) CD qh (9, 11, 13, 18, 20) CLEAR qd (11) CLOCK/TIMER SELECT 2 (20, 21) CLOCK/TIMER SET 3 (8, 20, 21) DISPLAY ql (15, 22) ENTER 9 (8, 11, 20, 21) EQ qs (19) FM MODE 4 (14, 26) FUNCTION 6 (9, 11, 13, 16, 24) PLAY MODE qk (9, 11) REPEAT 4 (10) SLEEP w; (19) TAPE qg (16, 20) TUNER/BAND 5 (12, 14, 18, 20) TUNER MEMORY qj (12) TUNING MODE qk (12, 14) VOLUME +/– 0 (20, 25) w; ql qk qj qh qg qf CMT-GPX7/CMT-GPX6 w; 1 2 3 4 5 6 7 ql qk qj qh qg qf qs 2 3 4 5 6 7 8 8 qd 1 Aanvullende informatie CMT-GPX5 9 qd * qs 9 * 0 0 qa * Deze toets is niet te gebruiken met dit model. 35NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

Sony CMT-GPX5 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor