6 - WATERAANSLUITINGEN
De batterijen hebben wateraansluitingen met draaibare
moeren met vlakke zitting met binnenschroefdraad
(diameter van 1/2" en 3/4", afhankelijk van de grootte)
met bij de unit geleverde pakkingen, een ontluchter en
een aftapschroef.
In alle gevallen circuleert het water in elke batterij van
de ingang aan de onderkant naar de uitgang aan de
bovenkant.
Voor het installeren van een inregelventiel met plat
draagvlak (waterregelventiel kit van CIAT beschikbaar)
(g. 8):
■Tweewegklep: Schroef het ventiel en de pakking
direct op de ingaande wateraansluitingen van de
batterij (aan de onderkant):
-2-weg ventiel 2 buizen (g. 8a)
-2-weg ventiel 4 buizen (g. 8a)
■3-weg ventiel + ingebouwde bypass: Voeg de
koperen leidingen (geleverd met de ventielkit van
CIAT) toe voordat het ventiel wordt gemonteerd:
-4-weg ventiel 2 buizen (g. 8c)
-4-weg ventiel 4 buizen (g. 8d), op de koude
aansluiting van de batterij.
6.1 - Installatie
CIAT schrijft standaard een aanhaalmoment van 7N.m
(max 18N.m) voor om schade aan de aansluitingen en
de warmtewisselaar te voorkomen.
Gebruik bij het aansluiten altijd een tegensleutel op het
aan te sluiten element, anders kan de verdeler zich
verdraaien.
Let op de stroomrichting van de vloeistof aangegeven
op het klephuis. Het maximaal toegestane drukverschil
op onze ventielen (open of dicht) is 100 kPa. CIAT raadt
aan om 60 kPa niet te overschrijden.
Als de unit voorzien is van voorgemonteerde
inregelventielen, zorg er dan voor dat de aansluitingen/
ventielen op dichtheid worden gecontroleerd voor/na
aansluiting op het elektriciteitsnet.
6.2 - Hydraulische aanbevelingen
Het ontwerp van het waternetwerk is een belangrijke
factor voor de goede werking van de installatie. Zorg
daarom voor de juiste plaatsing en het voldoende aantal
van de aftapkranen, slibvangers, correct op het bovenste
punt van het circuit geïnstalleerde ontluchters, balans-
T-stukken op elke MAJOR LINE en ontlastventielen,
indien nodig.
Overdrukveiligheid:
De installatie moet worden beschermd tegen elk risico
van overdruk. Wees bijzonder bedacht op d
risico's die ontstaan door de uitzetting van de
warmteoverdrachtvloeistof en de totale hydrostatische
druk.
Filtratie:
Zorg voor een eectief ltersysteem (voorgeschreven
maat 0,5 mm) op de wateraanvoer en op de waterretour.
Spoelen:
De installatie moet compleet worden doorgespoeld en
het water moet zijn behandeld om dichtslibben van het
circuit te voorkomen. Tijdens het doorspoelen van het
circuit moet het ventiel van het apparaat open zijn om
te voorkomen dat slib en vuil zich in de batterij
verzamelen:
■Als er nog geen voedingsspanning is, dan is het
ventiel open.
■Als de regeling al onder spanning staat, dan schakelt
het ventiel over op "normaal gesloten" werking. Het
ventiel moet worden geopend via het regelorgaan of
door de aandrijvingen van het ventiel te verwijderen.
Met water vullen:
Ontlucht de batterijen bij het inbedrijfstellen.
MAJOR LINETM NL-20