− 10 −
dpb1d1ha
11 Potentiometer S Voor de instelling van de tijd voor de gasnastroom
tussen 3 en 30 seconden.
12 Potentiometer voor de instel-
ling van de frequentie
Deze potentiometer vervult een dubbele functie:
S De potentiometer is bestemd voor de instelling van de
pulsfrequentie op een waarde van 0,3 tot 300 Hz bij
pulserend lassen op gelijkstroom.
S De potentiometer is bovendien bestemd voor de
instelling van de frequentie van de wisselstroom op
een waarde van 30 tot 300 Hz bij het niet−pulserend
lassen op wisselstroom.
N.B. Bij het lassen op pulserende wisselstroom wordt
automatisch een frequentie van 100 Hz
aangehouden voor de wisselstroom! De maximale im-
pulsfrequentie die kan worden ingesteld is dan 100
Hz.
13 Potentiometer voor instelling
van de balans
Deze potentiometer vervult een dubbele functie:
S Voor de instelling van de balans tussen de positieve
en negatieve halve golf bij het lassen op wisselstroom
voor optimale reiniging of inbranding; (rechts
=>hogere mate van inbranding)
S Instelling van de verhouding in tijd tussen de
achtergrondstroom en de piekstroom bij pulserend
lassen op gelijkstroom; (rechts =>langere
piekstroomduur)
N.B. Bij het lassen met een pulserende wisselstroom
wordt automatisch een verhouding tussen de im-
pulsstroomtijd en de achtergrondstroomtijd aange-
houden van 50/50 %.
De verhouding tussen positieve en negatieve halve golf is
op dezelfde manier af te stellen als niet−gepulseerd AC−
lassen.
Stand = MMA
In deze stand is de lasstroombron ingesteld op het lassen met belegde elektroden.
De HF−unit en Lift−Arc zijn buiten werking gesteld en de Hot−start−unit is
geactiveerd om bij het starten een stroomverhoging te realiseren.
Stand = HF−unit aan
Wanneer u de branderschakelaar indrukt, stroomt het gas, de HF−unit slaat aan en
zorgt voor een vonk tussen de elektrode en het te lassen materiaal. Het gas wordt
geïoniseerd waarna een lichtboog ontstaat. Wanneer de lichtboog stabiel is, wordt
de HF−unit automatisch uitgeschakeld.
Stand = Lift−Arc
Dit houdt in dat u de elektrode van de brander op het beginpunt van de las houdt, de
branderschakelaar indrukt en de brander vervolgens optilt. Op die manier wordt een
lichtboog gevormd.
De stroom neemt tijdens de ingestelde “slope up”−tijd langzaam toe tot de ingestelde
waarde.
Als u het lassen wilt afsluiten, laat u het contact los. De stroom zwakt langzaam af
tot de ingeslde “slope down”−tijf.
NL