ESAB DTE 255 Handleiding

Type
Handleiding
Valid for Serial NO 833 XXX--XXXX0457 784 -- 001 981109
Aristotig 255
AC/DC
DTE 255
112101103105107109111102021110025108024042106023061104022041100020040060001
Bruksanvisning
Brugsanvisning
Bruksanvisning
Käyttöohjeet
Instruction manual
Betriebsanweisung
Manuel d’instructions
Gebruiksaanwijzing
Instrucciones de uso
Istruzioni per l’uso
Manual de instruções
Ïäçãßåò ÷ñÞóåùò
Instrukcja obs³ugi
-- 2 --
Rätt till ändring av specifikationer utan avi sering förbehålles.
Ret til ændring af specifikationer uden varsel forbeholdes.
Rett til å endre spesifikasjoner uten varsel forbeholdes.
Oikeudet muutoksiin pidätetään.
Rights reserved to alter specifications without notice.
Änderungen vorbehal ten.
Sous réserve de modifications sans avis préalabl e.
Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
Reservado el derecho de cambiar las especifi caciones sin previo aviso.
Ci riserviamo il diritto di variare le specifiche senza preavviso.
Reservamo--nos o direito de alterar as especificações sem aviso prévio.
Äéáôçñåßôáé ôï äéêáßùìá ôñïðïðïßçóçò ðñïäéáãñáöþí ×ùñßò ðñïåéäïðïßçóç.
Zastrzegamy sobie prawo do wprowadzenia zmian.
SVENSKA 3..............................................
DANSK 17................................................
NORSK 32................................................
SUOMI 47................................................
ENGLISH 61..............................................
DEUTSCH 75.............................................
FRANÇAIS 90.............................................
NEDERLANDS 105.........................................
ESPAÑOL 120..............................................
ITALIANO 135..............................................
PORTUGUÊS 150..........................................
ÅËËÇÍÉÊÁ 165.............................................
POLSKI 180.................................................
NEDERLANDS
TOCh
-- 1 0 5 --
1 RICHTLIJN 106........................................................
2 VEILIGHEID 106.......................................................
3 INLEIDING 107.........................................................
3.1 Algemeen 107................................................................
3.2 Uitrusting 107.................................................................
3.3 Technische gegevens 108......................................................
4 INSTALLATIE 109......................................................
4.1 Algemeen 109................................................................
4.2 Plaatsing en aansluiting 109....................................................
5 GEBRUIK 110.........................................................
5.1 Algemeen 110................................................................
5.2 Bedieningselementen en aansluitingen 110.......................................
5.3 Afstandsbediening 111.........................................................
5.4 Beveiliging tegen oververhitting 111..............................................
5.5 Bedieningspaneel 111.........................................................
5.6 MMA--lassen (Handlaselektroden) 114...........................................
5.7 TIG--lassen 115...............................................................
5.8 Geforceerde stroomonderbreking 118............................................
6 ONDERHOUD 118......................................................
6.1 Algemeen 118................................................................
6.2 Controle en reiniging 118.......................................................
7 ACCESSOIRES 119....................................................
8 BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN 119..........................
SCHEMA 196.............................................................
LIJST VAN COMPONENTEN 197...........................................
RESERVEONDERDELENLIJST 199.........................................
-- 1 0 6 --dpb1d1ha
1 RICHTLIJN
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Esab Welding Equipment AB, S--695 81 Laxå, Zweden, verklaart geheel onder eigen
verantwoordelijkheid dat lasstr oom bron DT E 255 van het ser ienum m e r 833 in over-
eenstemming is met norm EN 60974--1 confor m de bepalingen in richtlijn
(73/23/EEG) met de annex (93/68/EEG) en met norm EN 50199 conform de bespa -
lingen in richtlijn (89/336/EEG) met annex (93/68/EEG).
-- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --------
Anders Birgersson
Managing Director
Esab Welding Equipment AB
695 81 LAXÅ
SWEDEN Tel: + 46 584 81000 Fa
x
: + 46 584 411924
Laxå 1998--08-- 11
2VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB lasuitrusting draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheids-
maatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van het systee werkt.
De veiligheidsmaatregelen moeten voldoen aan de eisen die aan dit type lasuitrusting gesteld worden.
De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een aanvulling op de normale regels
die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle bediening moet uitgevoerd worden door personeel dat goed op de hoogte is van de werking van de
lasuitrusting.
Een verkeerd maneuver kan tot een abnormale situatie leiden waardoor de operateur gewond kan
raken en de machine beschadigd kan worden.
1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening
S de werking
S de geldende veiligheidsvoorschriften
S de lastechniek
2. De operateur moet controleren:
S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasuitrusting bevinden, voor hij
begint te werken.
S of er niemand op een onbeschermde plaats staat wanneer de lichtboog wordt ontstoken.
3. De werkplaats moet:
S doelmatig zijn
S tochtvrij zijn
4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting
S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril, onont-
vlambare kleding, lashandschoenen.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden, ringen e.d. die beklemd kunnen
raken, of brandwonden kunnen veroorzaken.
5. Overig
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken.
S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk aange-
geven plaats.
S W anneer de lasuitrusting in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen on-
derhoud uitgevoerd worden.
NL
-- 1 0 7 --dpb1d1ha
WAARSCHUWING
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDE-
REN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOOR-
SCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHU-
WINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
S Raak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
S Zorg ervoor dat u geïsoleerd staat van de aarde en van het werkstuk.
S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezo-
gen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be-
schermende kleding.
S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand an-
ders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate-
riaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
S Waarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman.
BESCHERM UZELF EN DE
ANDEREN!
3 INLEIDING
3.1 Algemeen
De DTE 255 is een compacte lasstroombron bestemd voor twee verschillende
lasmethoden. De stroombron kan worden gebruikt voor T IG--lassen en MMA--lassen
met belegde elektr oden op zowel wisselstroom als gelijkstroom .
De DTE 255 is verkrijgbaar in twee uitvoeringen:
S met een OKC--aansluiting voor de T IG--brander
S met een centrale aansluiting voor de TIG--brander
N.B. Verwijder de TIG--brander bij het MMA--lassen!
3.2 Uitrusting
De DTE 255 wordt geleverd met:
S Netkabel (3 m)
S Terugleider (5 m)
S Gasslang
S Slangklemmen
NL
-- 1 0 8 --dpb1d1ha
3.3 Technische gegevens
DTE 255
Toelaatbare belasting bij:
25% inschakelduur (MMA)
60% inschakelduur (MMA)
100% inschakelduur (MMA)
50% inschakelduur (TIG)
60% inschakelduur (TIG)
100% inschakelduur (TIG)
250 A / 30 V
200 A / 28 V
165 A / 26 V
250 A / 20 V
225 A / 19 V
170 A / 17 V
Instelbereik, TIG
Instelbereik, MMA
5--250 A
5--250 A
Belastingtoename (verhoging) 0--10s
Belastingafname (verlaging) 0--10s
Gasvoorstrom, instelbaar op circuitkaart 0-- 5s
Gasnastroom 3--30s
Nullastspanning 70 -- 90 V DC
Nullastvermogen, MMA
Nullastvermogen, TIG
95 W
50 W
Aktief vermogen, P (bij maximumstroom, MMA) 10 kW
Schijnbaar vermogen, S (bij maximumstroom, MMA) 10,6 kW
Vermogensfactor, bij maximumstroom, MMA 0,93
Rendement, bij maximumstroom, MMA 0,75
Netspanning 400 V +/-- 10% 3--fase
Netfrequentie 50 -- 60 Hz
Laskabel, oppervlak doorsnede 35 mm
2
Zekering, traag 16 A
Netkabel, oppervlak doorsnede 4x1,5mm
2
Afmetingen, l x b x h 510 x 295 x 555 mm
Gewicht 45 kg
Gebruiksklasse
Veiligheidsnorm IP 23
Relatieve inschakelduur
De relatieve inschakelduur geeft de tijd aan in procenten van een periode van
10 minuten dat de lasstroombron bij een bepaalde belasting kan worden gebruikt
zonder gevaar voor overbelasting.
Gebruiksklasse
Het symbool betekent dat de lasstroombron geconstrueerd is voor het gebruik
in ruimten met een verhoogd elektrisch risico.
Veiligheidsnorm
De IP--code geeft de beveiligingsklasse aan, d.w.z. de gr aad van bescherming
tegen vaste voorwerpen en vocht. Een apparaat met IP 23 is bestemd voor gebruik
zowel binnen-- als buitenshuis.
NL
-- 1 0 9 --dpb1d1ha
4 INSTALLATIE
4.1 Algemeen
De installatie dient door een bevoegd persoon te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Dit product is bestemd voor industrieel gebruik. In een woonomgeving kan dit
product radiostoring ver oor zaken. Het is de ver antwoor delijkheid van de gebruiker
om passende voorzorgsmaatregelen te nemen.
De DTE 255 is uitgerust met netspanningscompensatie, hetgeen inhoudt dat een
variatie in de netspanning van +/--10% slechts een variatie van +/--2 % van de
lasstroom oplevert.
Om het spanningsverlies te beperken dat zich voordoet bij het gebruik van lange
stroomkabels, is het beter dikkere kabels te gebruiken dan staat aangegeven in de
technische gegevens op bladzijde 108.
Bij het starten van de lasstroombron draait de koelventilator op gereduceerde
snelheid. Dit om de hoeveelheid vuil die naar binnen wordt gezogen te beperken en
het geluidsniveau laag te houden.
Pas bij een hoge belasting van de lasstroombron draait de koelventilator op
volle snelh eid.
4.2 Plaatsing en aansluiting
S Plaats de lasstroombron zo dat u de in-- en uitlaat voor de koellucht vrijhoudt.
S Sluit de schermgasleiding aan (zie afb. op bladzijde 110).
S Sluit de TIG--brander en de terugvoerleiding aan of de laskabel van de
elektrodehouder en de terugvoerleiding ( zie afb. op bladzijde 110).
S Zorg dat u de lasstroombron op de juiste netspanning aansluit en een zekering
met de juiste nom inale stroom gebruikt. Zor g voor aardlekbeveiliging in
overeenstemming met de geldende voorschriften.
Het typeplaatje met de gegevens voor de aansluiting vindt u aan de achterzijde
van de stroombron.
De lasstroombron is daarmee gereed voor het gebruik.
NL
-- 1 1 0 --dpb1d1ha
5 GEBRUIK
5.1 Algemeen
De algemen e veiligheidsvoorschriften voor het geb ruik van de hier beschre -
ven uitrusting vindt u op pagina 106. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
5.2 Bedieningselementen en aansluitingen
Centrale aansluiting
A Netschakelaar AAN/UIT H Netspanning ingeschakeld, lichtdiode
B Aansluiting voor afstandsbediening J Lasspanning AAN, lichtdiode
C Aansluiting voor de brander L Storing/oververhitting, lichtdiode
D Aansluiting voor de elektrodehouder
(MMA)
M Doorstroomverklikker, lichtdiode
(functie bij aangesloten koelaggregaat)
E OKC--aansluiting voor de TIG--brander N Aansluiting voor het schermgas op de
lasstroombron
F Aansluiting voor de terugvoerleiding O Instel--unit, digitale weergave
G Aansluiting voor het schermgas P Centrale aansluiting voor de TIG--brander
N.B. De posities C en G komen te vervallen bij een uitvoering met een centrale
aansluiting!
Wanneer de hoofdschakelaar is ingeschakeld, licht de netdiode (H) op.
Bij nullastspanning licht de lichtdiode (J) op.
Bij storingen zoals oververhitting licht de lichtdiode (L) op.
Wanneer de koelwaterstroom wordt verbroken, licht de lichtdiode (M) op.
NL
-- 1 1 1 --dpb1d1ha
5.3 Afstandsbediening
De lasstroom voor het TIG--lassen en MMA--lassen kunt u instellen met behulp van
de afstandsbediening. De lasstroombron registreert automatisch of al dan niet een
afstandsbediening is aangesloten.
Als de afstandsbediening moet gelden voor het totale stroombereik, moet u de
stroomknop op de lasstroombron in de maximale stand draaien.
Maximumwaarde = Gewenste waarde zoals ingesteld op de lasstroombron.
5.4 Beveiliging tegen oververhitting
Twee thermo schakelaar s zorgen voor beveiliging tegen oververhitting, als de
temperatuur te hoog mocht oplopen.
Als de temperatuur te hoog oploopt, wordt de lasstroom onderbroken waarna de
gele diode (L) gaat branden (zie bladzijde 110).
Wanneer de temperatuur weer voldoende is gedaald, wordt de lasstroom weer
ingeschakeld en dooft de diode (L).
5.5 Bedieningspaneel
1 Keuzeschakelaar voor proces S MMA--lassen (Handlaselektroden)
S TIG tweetakt (ook bij afstandsbediening
)
S TIG viertakt
S TIG viertakt met tweestandenschakelaar
(wisselfunctie, stroomkeuze (8) of (9) via de
TIG--brander)
2 Keuzeschakelaar voor
ontstekingsmethode
S HF--onsteking
S Lift--Arc -- zie bladzijde 113
3 Keuzeschakelaar voor impuls-
stroom
S Lassen zonder impulsstroom, gelijk-- en
wisselstroom
S Lassen met blokgolfstroom, gelijk-- en wisselstroom
S Lassen met trapeziumstroom, gelijk-- en
wisselstroom
NL
-- 1 1 2 --dpb1d1ha
4 Keuzeschakelaar voor polariteit S Wisselstroom
S Blokgolfvormige wisselstroom (Square W ave)
S Gelijkstroom, negatieve elektrode (normaal
gesproken bij TIG--lassen)
S Gelijkstroom, positieve elektrode
S Gelijkstroom, negatieve elektrode, maar met
positieve elektrode tijdens de start.
(bijv. voor 3,2 mm elektroden, TIG--lassen)
5 Potentiometer voor Hot Start S Voor de grove en fijne afstelling van het startverloop
met het oog op de elektrode--afmeting.
TIG--lassen ( 10...500 ms )
MMA--lassen (100ms...2s)
6 Potentiometer voor Arc --Force S Voor de grove en fijne afstelling van de functie
Arc--Force (Anti Stick), uitsluitend voor
MMA--lassen.
7 Potentiometer S Voor de instelling van de tijd voor de
belastingtoename (slope--up) van de lasstroom
(0 tot 10 seconden).
8 Potentiometer I1 S Voor de instelling van niet--pulserende lasstroom en
van de piekstroom bij het lassen met impulsstroom.
9 Potentiometer I2 S Voor de instelling van de achtergrondstroom bij het
lassen met impulsstroom en van het lagere
stroomniveau bij de wisselfunctie.
10 Potenti ometer S Voor de instelling van de tijd voor de
belastingafname (slope--down) tussen 0 en 10
seconden.
11 Potentiometer S Voor de instelling van de tijd voor de gasnastroom
tussen 3 en 30 seconden.
12 Potentiometer voor de instelling
van de frequentie
Deze potentiometer vervult een dubbele functie:
S De potentiometer is bestemd voor de instelling van
de pulsfrequentie op een waarde van 0,3 tot 300 Hz
bij pulserend lassen op gelijkstroom.
S De potentiometer is bovendien bestemd voor de
instelling van de frequentie van de wisselstroom op
een waarde van 30 tot 300 Hz bij het niet--pulserend
lassen op wisselstroom.
N.B. Bij het lassen op pulserende wisselstroom
wordt automatisch een frequentie van 100 Hz
aangehouden voor de wisselstroom! De maximale
impulsfrequentie die kan worden ingesteld is dan
100 Hz.
13 Potentiometer voor instelling van
de balans
Deze potentiometer vervult een dubbele functie:
S Voor de instelling van de balans tussen de positieve
en negatieve halve golf bij het lassen op
wisselstroom voor optimale reiniging of inbranding;
(rechts =>hogere mate van inbranding)
S Instelling van de verhouding in tijd tussen de
achtergrondstroom en de piekstroom bij pulserend
lassen op gelijkstroom; (rechts =>langere
piekstroomduur)
N.B. Bij het lassen met een pulserende wisselst-
room wordt automatisch een verhouding tussen de
impulsstroomtijd en de achtergrondstroomtijd aan-
gehouden van 50/50 %.
NL
-- 1 1 3 --dpb1d1ha
Stand = MMA
In deze stand is de lasstroombron ingesteld op het lassen met belegde elektroden.
De HF--unit en Lift--Arc zijn buiten werking gesteld en de Hot--start--unit is
geactiveerd o m bij het starten een stroomverhoging te realiseren.
Stand = HF--unit aan
Wanneer u de branderschakelaar indrukt, stroomt het gas, de HF--unit slaat aan en
zorgt voor een vonk tussen de elektrode en het te lassen materiaal. Het gas wordt
geïoniseerd waarna een lichtboog ontstaat. Wanneer de lichtboog stabiel is, wordt
de HF--unit automatisch uitgeschakeld.
Stand = Lift--Arc
Dit houdt in dat u de elektrode van de brander op het beginpunt van de las houdt, de
branderschakelaar indrukt en de brander vervolgens optilt. Op die manier wordt een
lichtboog gevormd.
Met behulp van de ingebouwde slope--up--functie wordt de stroomsterkte verhoogd
tot de ingestelde waarde. Wanneer u het lassen wilt beëindigen laat u de schakelaar
los, waarna de stroomsterkte langzaam terugloopt gedurende de ingestelde
slope--down--tijd.
Houd de elektrode van de brander Druk de branderschakelaar in.
tegen het werkstuk aan.
Houd de brander iets schuin, til Laat de branderschakelaar los
de brander op en de lichtboog is een feit. om het lassen te beëindigen.
Stand tweetakt/viertakt
Tweetakt houdt in dat de lichtboog wordt ontstoken, wanneer u de branderschake-
laar indrukt. De lichtboog dooft weer, wanneer u de schakelaar loslaat.
Viertakt houdt in dat u de branderschakelaar niet ingedrukt hoeft te houden tijdens
het lasverloop. U drukt de schakelaar in en laat deze weer los om de lichtboog te
ontsteken. De lichtboog wordt gedoofd, wanneer u de schakelaar nogmaals indrukt
en weer loslaat.
Viertakt met wisselfunctie. M e t de wisselfunctie is het mogelijk om te pendelen
tussen de ingestelde stroom en de achtergrondstroom door de branderschakelaar
kort in te drukken. Als u de branderschakelaar ingedrukt houdt, wordt de lasstroom
langzaam maar zeker verlaagd (slope--down).
NL
-- 1 1 4 --dpb1d1ha
5.6 MMA--lassen (Handlaselektroden)
5.6.1 Instelling van het bedieningsp aneel bij h et MMA--lassen
S Sluit de lasstroomkabel en de terugvoerleiding aan op de aansluitingen D en F
van de OKC--aansluiting.
S Zet de schakelaar (1) in de stand voor het gebruik van handelektroden.
De lichtdiode J geeft vervolgens aan dat er nullastspanning staat op de
lasaansluitingen.
S Stel de gewenste waarde voor de lasstroom in met de potentiometer (8).
Het is ook mogelijk gebruik te maken van pulserende lasstroom. U stelt de
pulserende lasstroom in op dezelfde manier als bij pulserend TIG--lassen.
S Potentiometer (5) gebruikt u om de functie Hot--start traploos te kunnen instellen
en potentiometer (6) om de functie Arc--Force en daarmee ook de
regeldynamiek traploos te kunnen instellen.
S Afhankelijk van het type elektrode dat u gebr uikt kunt u de gelijkstroom en de
polariteit selecteren met de schakelaar (4) of kiezen voor één van de
wisselstroomalternatieven. U hoeft de laskabels niet te verwisselen.
De lasstroombron stelt u in met een handbediende afstandsbediening.
NL
-- 1 1 5 --dpb1d1ha
5.7 TIG--lassen
Bij het TIG--lassen heeft de branderschakelaar dr ie mogelijke functies:
S Tweetakt
S Viertakt
S Viertakt met keuze uit twee standen, achtergrondstroom of het ingestelde
alternatief (wisselfunctie)
5.7.1 Instelling van he t bedieningspaneel b ij het TIG--lassen
S Sluit d e laskabel en de terugvoerleiding aan op de aansluitingen E en F van de
OKC --aansluiting ( op aansluiting F en P als het een centrale aansluiting betreft).
S Zet de schakelaar (1) in de gewenste stand.
Als u gebruikt wilt m a ken van een voetbediende afstandsbediening, moet u de
schakelaar (1) in de stand voor tweetakt zetten.
N.B. Voor directe regeling van de stroom via de voetbediende afstandsbediening
moet u de potentiometers (7) en (10) in stand 0 zetten.
Een handbediende afstandsbediening kan worden gebruikt voor de instelling van
de lasstroom bij zowel tweetakt als viertakt.
S Stel de gewenste ontstekingsmethode in met behulp van de schakelaar (2).
S Stel de lasstroom in met behulp van de potentiometer (8).
S Stel de lasstroom in met behulp van de potentiometer (3).
S Bij het gebruik van de wisselfunctie / impulsfunctie moet u de potentiometer ( 9)
instellen.
NL
-- 1 1 6 --dpb1d1ha
5.7.2 Lasverloop voor het T IG--lassen in viertakt met
tweestandenschakelaar:
6
1. De gasvoorstroom is vooraf ingesteld op 10 ms.
2. Warme start:
S de startstroom is vooraf ingesteld op 100 A.
S de tijd stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 20 tot 500 ms.
(Bij MMA--lassen geldt een tijd van 200 tot 2000 ms.)
3. De minimale stroom stelt u in de software in op een waarde tot 5 A.
4. De slope--up--tijd stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 0 tot 10 s.
5. De impulsstroom stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 5 tot 250 A.
6. De achtergrondstroom stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 10 tot
90% van de impulsstroom.
7. De slope--down--tijd stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 0 tot 10 s.
8. De eindstroom is vooraf ingesteld op 5 A.
9. De gasnastroom stelt u op het frontpaneel in op een waarde van: 3 tot 30 s.
NL
-- 1 1 7 --dpb1d1ha
5.7.3 Instelling van de gelijkstroom en de wisselstroom
Gelijkstroom:
S Zet de schakelaar (4) in de stand voor gelijkstroom met een negatieve polariteit.
Als u voor pulserend lassen hebt gekozen moet u het volgende doen:
S Stel de piekstroom in met de potentiometer ( 8).
S Stel de achtergrondstroom in in procenten van de piekstroom met de
potentiometer (9).
S Stel de pulsfrequentie in met de potentiometer (12).
S Stel de verhouding in tijd in tussen de piekstroom en de achtergrondstroom
met de potentiometer (13).
Wisselstro o m:
Met de schakelaar (4) kunt u twee verschillende vormen van wisselstroom instellen:
S Een sinusvormige wisselstroom die wordt gekenmerkt door minder lawaai en
een soepeler lichtboog. Een sinusvormige wisselstroom is het efficiëntst bij lage
frequenties!
S Een blokgolfvormige (Square Wave) wisselstroom met een lichtboog die
weliswaar hard en stabiel is, m aar daardoor tevens meer geluid produceert.
De lichtboog wordt altijd ontstoken met gelijkstroom. Zodra d e lichtboog een
feit is, wordt overgeschakeld op wisselstroom.
Bij verhoging van de wisselstroomfrequentie wordt een compactere en stabielere
lichtboog verkregen.
Een blokgolfvormige wisselstroom leent zich met name voor het gebruik bij lage
stroomsterkten en het lassen aan extreem dun plaatwerk.
Een verschuiving van de halve golflengte (de balans) in positieve richting levert een
verhoogd reinigingseffect op en in negatieve richting een verhoogd
doordringend vermogen.
(Draai de potentiometer (13) naar rechts voor een groter doordringend vermogen!)
NL
bt07d109
-- 1 1 8 --dpb1d1ha
5.8 Geforceerde stroomonderbreking
Als de branderschakelaar of de voetbediende afstandsbediening wordt geactiveerd
zonder dat de lichtboog wordt ontstoken, wordt de nullastspanning na 2 seconden
automatisch onderbroken. Bij het wegvallen van de lichtboog treedt deze
stroomonderbrekingsfunctie ook in werking.
De onderbrekingsfunctie voorkomt:
S ongecontroleerde ontsteking van de lichtboog
S materiële schade
S verspilling van het schermgas
S ongelukken
6 ONDERHOUD
6.1 Algemeen
N.B.
Als u zelf reparaties aan de machine uitvoert om eventuele storingen te
verhelpen, wijst ESAB alle verantwoordelijkheid af en kunt u geen aansp raken
maken o p schadevergoeding of u beroepen op de g arantie.
6.2 Controle en reiniging
Spuit de lasstroombron eenmaal per jaar schoon
met perslucht (bij gereduceerde luchtdruk) en reinig
het stoffilter regelmatig. Als de lasstroombron staat
opgesteld in een stoffige en vuile omgeving, moet
de stroombron vaker schoon worden geblazen.
Voor o p t imale bed rijfszekerheid is h et raadzaam
om eenmaal per jaar het nodige onderhoud aan
de lasstroombron te laten plegen door een
erkende dealer.
NL
-- 1 1 9 --dpb1d1ha
7 ACCESSOIRES
Artikelnummer
W agen (met plaats voor gasfles) 0301 100 880
Terugvoerleiding, compleet 0369 857 888
Voethendel FS002, incl. aansluitkabel 0349 090 886
Koelaggregaat 0457 216 881
TIG--brander
Artikelnummer
HW 26 R, 4 m met OKC--aansluiting 0588 000 738
HW 26 R, 4 m met centrale aansluiting 0588 000 740
HW 20, 4 m met OKC--aansluiting 0588 000 744
HW 20, 4 m met centrale aansluiting 0588 000 746
8 BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN
Reserveonderdelen zijn te bestellen via de dichtstbijzijnde ESAB--vertegenwoordiger,
zie de laatste pagina van dit boek. Geef bij bestelling altijd het machinetype, het se-
rienummer en de aanduiding plus het onderdelennr. aan die staan aangegeven in de
lijst met reserveonder delen op pag. 199.
Dit vergemakkelijkt het uitvoeren van d e bestelling en garandeert een correcte lever-
ing.
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17

ESAB DTE 255 Handleiding

Type
Handleiding