Documenttranscriptie
Voor uw eigen veiligheid moet u dit apparaat in
het dashboard van de auto installeren,
aangezien de achterkant ervan tijdens het
gebruik erg warm wordt.
Zie "Aansluiting/installatie" (pagina 28) voor
meer informatie.
Geproduceerd in Thailand
Het naamplaatje met de werkspanning enz. bevindt
zich onder aan de behuizing.
Hierbij verklaart Sony Corporation dat dit toestel in
overeenstemming is met de essentiële eisen en de
andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/
EG.
Nadere informatie kunt u vinden op:
http://www.compliance.sony.de/
Opmerking voor klanten: de volgende
informatie geldt enkel voor apparatuur
verkocht in landen waar de EU-richtlijnen van
kracht zijn
Producent: Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minatoku Tokyo, 108-0075 Japan
Voor EU-product conformiteit: Sony Belgium,
bijkantoor van Sony Europe Limited, Da Vincilaan
7-D1, 1935 Zaventem, België
Verwijdering van oude batterijen,
elektrische en elektronische
apparaten (van toepassing in de
Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op het product, de batterij of op de
verpakking wijst erop dat het product en de batterij,
niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden.
Op sommige batterijen kan dit symbool gebruikt
worden in combinatie met een chemisch symbool.
Het chemisch symbool voor kwik (Hg) of lood (Pb)
wordt toegevoegd wanneer de batterij meer dan
0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat.
Door deze producten en batterijen op juiste wijze af
te voeren, vermijdt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zouden kunnen
2NL
veroorzaakt worden in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Het recycleren van materialen
draagt bij tot het behoud van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van
veiligheid, prestaties dan wel in verband met dataintegriteit een permanente verbinding met een
ingebouwde batterij vereisen, mag deze batterij
enkel door gekwalificeerd servicepersoneel
vervangen worden. Om ervoor te zorgen dat de
batterij, het elektrisch en het elektronische
apparaat op een juiste wijze zal worden behandeld,
dienen deze producten aan het eind van zijn
levenscyclus overhandigd te worden aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van elektrisch en elektronisch materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
hoofdstuk over hoe de batterij veilig uit het product
te verwijderen. Overhandig de batterij aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van batterijen.
Voor meer details in verband met het recycleren
van dit product of batterij, kan u contact opnemen
met de gemeentelijke instanties, de organisatie
belast met de verwijdering van huishoudelijk afval
of de winkel waar u het product of batterij hebt
gekocht.
Waarschuwing als het contactslot van de
auto geen ACC-positie heeft
Zorg ervoor dat de AUTO OFF-functie ingesteld is
(pagina 18). Hiermee wordt het apparaat na de
ingestelde tijdsduur automatisch volledig
uitgeschakeld nadat u het apparaat hebt
uitgeschakeld. Zo voorkomt u dat de accu
leegraakt. Als u de AUTO OFF-functie niet instelt,
houdt u OFF ingedrukt tot het scherm verdwijnt
wanneer u het contactslot uitzet.
Disclaimer betreffende diensten aangeboden
door derden
Diensten die aangeboden worden door derden
kunnen gewijzigd, opgeschort of beëindigd
worden zonder voorafgaande kennisgeving. Sony
draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor
dergelijke situaties.
Belangrijke kennisgeving
Let op
ONDER GEEN ENKELE OMSTANDIGHEID ZAL SONY
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR INCIDENTELE,
INDIRECTE OF BIJKOMENDE SCHADE OF ANDERE
SCHADE WAARONDER, ZONDER BEPERKING,
VERLIES VAN WINST, INKOMSTENDERVING, VERLIES
VAN GEGEVENS, VERLIES VAN GEBRUIK VAN HET
PRODUCT OF EVENTUELE BIJKOMENDE
APPARATUUR, UITVALTIJD EN TIJD VAN DE KOPER
DIE VERBAND HOUDT MET OF ONTSTAAT UIT HET
GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, DE BIJBEHORENDE
HARDWARE EN/OF SOFTWARE.
Geachte klant, dit product omvat een radiozender.
Overeenkomstig UNECE-voorschrift nr. 10 kan een
autofabrikant speciale voorwaarden opleggen voor
de installatie van radiozenders in auto's.
Controleer de handleiding van uw auto of neem
contact op met de fabrikant of de verkoper van uw
auto voor u dit product in uw auto installeert.
Dit apparaat ondersteunt
veiligheidsvoorzieningen die voldoen aan de
BLUETOOTH-norm voor een veiligere verbinding
wanneer de draadloze BLUETOOTH-technologie
wordt gebruikt, maar deze beveiliging zal
afhankelijk van de omstandigheden mogelijk niet
voldoende zijn. Wees voorzichtig wanneer u
communiceert met behulp van draadloze
BLUETOOTH-technologie.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor
het uitlekken van informatie tijdens BLUETOOTHcommunicatie.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Noodoproepen
Dit systeem voor handenvrij bellen via BLUETOOTH
en het elektronische toestel dat met het systeem
verbonden is, gebruiken radiosignalen, mobiele en
vaste netwerken en ook een door de gebruiker
geprogrammeerde functie. Verbinding kan niet
onder alle omstandigheden worden gegarandeerd.
Vertrouw daarom niet uitsluitend op uw
elektronische toestel voor het tot stand brengen
van essentiële communicatie (zoals bij medische
noodgevallen).
Over BLUETOOTH-communicatie
Microgolven die worden uitgestraald door een
BLUETOOTH-toestel kunnen de werking van
elektronische medische apparaten beïnvloeden.
Schakel dit apparaat en andere BLUETOOTHtoestellen uit op de volgende plaatsen, omdat dit
ongelukken kan veroorzaken.
waar brandbaar gas aanwezig is, in een
ziekenhuis, trein, vliegtuig of benzinestation
in de buurt van automatische deuren of een
brandmelder
3NL
Aanvullende informatie
Inhoudsopgave
Onderdelen en bedieningselementen . . . . . . . . . . 5
Aan de slag
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
De klok instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden . . . . . . . . . . 7
Een USB-apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Een ander draagbaar audiotoestel aansluiten . . . 10
Luisteren naar de radio
Luisteren naar de radio. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Radio Data System (RDS) gebruiken . . . . . . . . . . . 11
Afspelen
Muziek op een USB-apparaat afspelen. . . . . . . . . 13
Een BLUETOOTH-toestel afspelen . . . . . . . . . . . . . 13
Tracks zoeken en afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Handenvrij bellen (alleen via
BLUETOOTH)
Een oproep beantwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Iemand opbellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Beschikbare bedieningen tijdens een
gesprek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Handige functies
Siri Eyes Free gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Instellingen
De DEMO-stand annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemene bediening voor instellingen. . . . . . . . .
Algemene instellingen (GENERAL) . . . . . . . . . . . .
Geluidsinstellingen (SOUND) . . . . . . . . . . . . . . . . .
Display-instellingen (DISPLAY). . . . . . . . . . . . . . . .
BLUETOOTH-instellingen (BT) . . . . . . . . . . . . . . . .
4NL
18
18
18
19
19
20
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
20
21
21
23
Aansluiting/installatie
Opgelet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lijst met onderdelen voor de installatie. . . . . . . .
Verbinding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
28
28
29
31
Onderdelen en bedieningselementen
Hoofdapparaat
Toets om het voorpaneel los te maken
SRC (bron)
Hiermee kunt u het apparaat inschakelen.
U kunt deze toets ook gebruiken om de bron te
wijzigen.
OFF
Houd deze toets 1 seconde ingedrukt om de
bron uit te schakelen en de klok weer te geven.
Houd de toets langer dan 2 seconden ingedrukt
als u het apparaat en het scherm wilt
uitschakelen.
Regelknop
Draai aan deze knop om het volume te regelen.
PUSH ENTER
Hiermee kunt u het geselecteerde item
bevestigen.
MENU*
Opent het instellingenmenu.
VOICE (pagina 16, 17)
Houd deze toets langer dan 2 seconden
ingedrukt om spraakgestuurd kiezen of de Sirifunctie (alleen iPhone) te activeren.
N-merkteken
Raak de regelknop aan met de Android™smartphone om een Bluetooth®-verbinding tot
stand te brengen.
* Niet beschikbaar wanneer de BT-telefoon
geselecteerd is.
Display
SEEK +/–
Hiermee kunt u automatisch afstemmen op
radiozenders. Houd de toets ingedrukt om
handmatig af te stemmen.
/ (vorige/volgende)
/ (terugspoelen/vooruitspoelen)
PTY (programmatype)
Hiermee kunt u PTY selecteren in RDS.
(bladeren) (pagina 14)
Hiermee kunt u tijdens het afspelen de
bladerstand activeren.
5NL
CALL
Hiermee kunt u het oproepmenu openen.
Hiermee kunt u een gesprek aannemen/
beëindigen.
Houd deze toets langer dan 2 seconden
ingedrukt om het BLUETOOTH-signaal te
wijzigen.
MODE (pagina 11, 13, 16)
(terug)
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
Ontvanger voor de afstandsbediening
Cijfertoetsen (1 tot 6)
Hiermee kunt u opgeslagen radiozenders
ontvangen. Houd een van deze toetsen
ingedrukt om zenders op te slaan.
U kunt deze toetsen ook gebruiken om een
opgeslagen telefoonnummer te bellen. Houd
een van deze toetsen ingedrukt om een
telefoonnummer op te slaan.
ALBUM /
Hiermee kunt u een album op een audiotoestel
overslaan. Houd de toets ingedrukt om albums
te blijven overslaan.
(herhalen)
(willekeurig)
MIC (pagina 16)
PAUSE
MEGA BASS
De basklanken versterken overeenkomstig het
volumeniveau. Druk hierop om de MEGA BASSinstelling te wijzigen: [1], [2], [OFF].
AUX-ingang
DSPL (display)
Druk hierop om de display-items te wijzigen.
SCRL (rollen)
Houd deze toets ingedrukt om een item over
het display te laten rollen.
USB-poort
Microfoon (binnenpaneel)
Voor een goede werking van de handenvrijfunctie mag u de microfoon niet afdekken met
tape enz.
6NL
Aan de slag
Het voorpaneel verwijderen
U kunt ter voorkoming van diefstal het voorpaneel
van het apparaat verwijderen.
1
Houd OFF ingedrukt tot het apparaat
uitgeschakeld wordt, druk op de toets
om het voorpaneel los te maken en
trek het paneel naar u toe om het te
verwijderen.
Waarschuwingstoon
Als u de contactschakelaar in de stand OFF zet
zonder dat u het voorpaneel hebt verwijderd, klinkt
gedurende enkele seconden de
waarschuwingstoon. U hoort de
waarschuwingstoon alleen als de ingebouwde
versterker wordt gebruikt.
Serienummers
Controleer of de serienummers aan de onderzijde
van het apparaat en op de achterzijde van het
voorpaneel overeenkomen. Anders is geen
BLUETOOTH-koppeling, verbinding en
ontkoppeling met NFC mogelijk.
Het voorpaneel bevestigen
De klok instellen
1
2
Druk op MENU, selecteer [SET GENERAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
Selecteer [SET CLOCK-ADJ] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
De aanduiding voor het uur gaat knipperen.
3
Stel de uren en minuten in door de
regelknop te verdraaien.
Druk op SEEK +/– om de digitale aanduiding te
verplaatsen.
4
Druk op MENU na het instellen van de
minuten.
Het instellen is voltooid en de klok begint te
lopen.
De klok weergeven
Verbinding maken met een
smartphone door middel van One
touch (NFC)
Door de regelknop op het apparaat met een voor
NFC* geschikte smartphone aan te raken, wordt het
apparaat automatisch gekoppeld aan en
verbonden met de smartphone.
* NFC (Near Field Communication) is een technologie
voor draadloze communicatie op korte afstand tussen
diverse apparaten, zoals mobiele telefoons en ICtags. Dankzij de NFC-functie is
gegevenscommunicatie eenvoudig mogelijk door
gewoon het relevante symbool of de gewenste
locatie aan te raken op voor NFC geschikte apparaten.
Voor een smartphone waarop Android OS 4.0 of
lager geïnstalleerd is, moet de app "NFC Easy
Connect" van Google Play™ worden gedownload.
De app kan in bepaalde landen/regio's mogelijk
niet worden gedownload.
1
Druk op DSPL.
Activeer de NFC-functie op de
smartphone.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing geleverd bij
de smartphone voor meer informatie.
Een BLUETOOTH-toestel
voorbereiden
U kunt genieten van muziek of handenvrij bellen
afhankelijk van het BLUETOOTH-compatibele
toestel zoals een smartphone, mobiele telefoon en
audiotoestel (hierna "BLUETOOTH-toestel"
genoemd, tenzij anders vermeld). Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing geleverd bij het toestel voor
meer informatie over het aansluiten.
Vooraleer u het toestel aansluit, verlaagt u het
volume van dit apparaat. Doet u dit niet, dan
kunnen er luide geluiden geproduceerd worden.
2
Raak het gedeelte met het N-merkteken
van het apparaat aan met het gedeelte
met het N-merkteken van de
smartphone.
Controleer of
apparaat.
oplicht op het display van het
Verbinding verbreken met One touch
Raak het gedeelte met het N-merkteken van het
apparaat nogmaals aan met het gedeelte met het
N-merkteken van de smartphone.
7NL
Opmerkingen
Behandel de smartphone voorzichtig wanneer u de
verbinding tot stand brengt, om krassen te vermijden.
One touch-verbinding is niet mogelijk wanneer het
apparaat reeds verbonden is met een ander toestel
dat geschikt is voor NFC. In dit geval verbreekt u de
verbinding met het andere toestel en brengt u de
verbinding met de smartphone opnieuw tot stand.
5
Als u een wachtwoord* moet invoeren
op het BLUETOOTH-toestel, voert u
[0000] in.
* Het wachtwoord kan, afhankelijk van het toestel,
"toegangscode", "PIN-code", "PIN-getal",
"wachtwoord" enz. worden genoemd.
Koppelen en verbinding maken met
een BLUETOOTH-toestel
Wanneer u een BLUETOOTH-toestel voor het eerst
aansluit, moet een wederzijdse registratie
("koppeling" genoemd) plaatsvinden. Door een
koppeling door te voeren, kunnen dit apparaat en
andere toestellen elkaar herkennen.
Wachtwoord invoeren
[0000]
Als de koppeling doorgevoerd is, blijft
branden.
6
Selecteer dit apparaat op het
BLUETOOTH-toestel om de BLUETOOTHverbinding te activeren.
of
licht op wanneer de verbinding tot
stand is gebracht.
1
Plaats het BLUETOOTH-toestel niet meer
dan 1 m verwijderd van dit apparaat.
2
Druk op CALL, selecteer [SET PAIRING]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
knippert terwijl het apparaat zich in de
stand-bystand voor de koppeling bevindt.
3
4
Voer de koppeling uit op het
BLUETOOTH-toestel zodat het dit
apparaat detecteert.
Selecteer [DSX-XXXX] (uw modelnaam)
op het scherm van het BLUETOOTHtoestel.
Als uw modelnaam niet weergegeven wordt,
herhaalt u dit proces vanaf stap 2.
8NL
Opmerking
Zolang er een BLUETOOTH-verbinding actief is, kan dit
apparaat niet worden gedetecteerd vanaf een ander
toestel. U kunt detectie mogelijk maken door de
koppelingsstand in te schakelen en dit apparaat vanaf
een ander toestel te zoeken.
Afspelen starten
Zie "Een BLUETOOTH-toestel afspelen" (pagina 13)
voor meer informatie.
Het koppelen annuleren
Voer stap 2 uit om de koppelingsmodus te
annuleren wanneer dit apparaat en het
BLUETOOTH-toestel gekoppeld zijn.
Verbinding maken met een gekoppeld
BLUETOOTH-toestel
Om een gekoppeld toestel te kunnen gebruiken,
moet het verbonden zijn met dit apparaat.
Sommige gekoppelde toestellen worden
automatisch verbonden.
1
Druk op CALL, selecteer [SET BT SIGNL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
Controleer of
2
3
oplicht.
Activeer de BLUETOOTH-functie op het
BLUETOOTH-toestel.
Bedien het BLUETOOTH-toestel om
verbinding te maken met dit apparaat.
of
licht op.
Tip
Met BLUETOOTH-signaal ingeschakeld: wanneer u de
contactsleutel omdraait, brengt dit apparaat
automatisch opnieuw de verbinding tot stand met de
mobiele telefoon waar het het laatst mee verbonden
was.
Verbinding maken met een iPhone/
iPod (automatische BLUETOOTHkoppeling)
Wanneer een iPhone/iPod met iOS5 of later wordt
verbonden met de USB-poort, wordt het apparaat
automatisch gekoppeld en verbonden met de
iPhone/iPod.
Om automatische BLUETOOTH-koppeling mogelijk
te maken, moet [AUTOPAIR] in [BT] ingesteld zijn op
[ON] (pagina 20).
1
Activeer de BLUETOOTH-functie op de
iPhone/iPod.
2
Verbind een iPhone/iPod met de USBpoort.
Pictogrammen op het display:
Licht op wanneer handenvrij bellen
beschikbaar is door HFP (Handsfree
Profile) te activeren.
Licht op wanneer het audiotoestel
afspeelbaar is door A2DP (Advanced
Audio Distribution Profile) te activeren.
Verbinding maken met het laatste
verbonden toestel vanaf dit apparaat
Activeer de BLUETOOTH-functie op het
BLUETOOTH-toestel.
Druk op SRC om [BT PHONE] of [BT AUDIO] te
selecteren.
Druk op ENTER om verbinding te maken met de
mobiele telefoon of op PAUSE om verbinding te
maken met het audiotoestel.
Controleer of
apparaat.
oplicht op het display van het
Opmerkingen
Automatische BLUETOOTH-koppeling is niet mogelijk
wanneer het apparaat reeds verbonden is met een
ander BLUETOOTH-toestel. In dit geval verbreekt u de
verbinding met het andere toestel en brengt u de
verbinding met de iPhone/iPod opnieuw tot stand.
Als de automatische BLUETOOTH-koppeling niet
werkt, zie "Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden"
voor meer informatie (pagina 7).
Opmerking
Tijdens het streamen van BLUETOOTH-audio kunt u niet
vanaf dit apparaat een verbinding tot stand brengen
met de mobiele telefoon. Maak in plaats daarvan
verbinding met dit apparaat vanaf de mobiele telefoon.
9NL
Een USB-apparaat aansluiten
1
2
Verlaag het volume op het apparaat.
Sluit het USB-apparaat aan op het
apparaat.
Gebruik voor het aansluiten van een iPod/
iPhone de USB-verbindingskabel voor iPod (niet
bijgeleverd).
Een ander draagbaar
audiotoestel aansluiten
1
2
3
Schakel het draagbare audiotoestel uit.
Verlaag het volume op het apparaat.
Sluit het draagbare audiotoestel met
behulp van een verbindingskabel (niet
bijgeleverd)* aan op de AUX-ingang
(stereominiaansluiting) op het apparaat.
* Gebruik een rechte stekker.
4
Druk op SRC om [AUX] te selecteren.
10NL
Het volumeniveau van het aangesloten
toestel afstemmen op andere bronnen
Start het afspelen op het draagbare audiotoestel bij
een gemiddeld volume en stel uw gebruikelijke
luistervolume in op het hoofdapparaat.
Druk op MENU en selecteer [SET SOUND] [SET
AUX VOL] (pagina 19).
De opgeslagen zenders ontvangen
Luisteren naar de radio
1
Luisteren naar de radio
Om naar de radio te luisteren, drukt u op SRC om
[TUNER] te selecteren.
Automatisch opslaan (BTM)
1
Druk op MODE om de band te wijzigen
(FM1, FM2, FM3, MW of LW).
2
Druk op MENU, selecteer [SET GENERAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
3
Selecteer [SET BTM] door de regelknop te
verdraaien en druk er vervolgens op.
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Afstemmen
1
2
Druk op MODE om de band te wijzigen
(FM1, FM2, FM3, MW of LW).
Stem af op de gewenste zender.
Handmatig afstemmen
Houd SEEK +/– ingedrukt om ongeveer op de
gewenste frequentie af te stemmen en druk
vervolgens herhaaldelijk op SEEK +/– om fijn af
te stemmen op de gewenste frequentie.
Automatisch afstemmen
Druk op SEEK +/–.
Het zoeken stopt wanneer een zender wordt
ontvangen.
Handmatig opslaan
1
Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets (1 tot 6)
ingedrukt tot [MEM] wordt
weergegeven.
Selecteer de band en druk vervolgens op
een cijfertoets (1 tot 6).
Radio Data System (RDS)
gebruiken
Alternatieve frequenties (AF) en
verkeersinformatie (TA) instellen
AF stemt continu opnieuw af op de zender met het
sterkste signaal in een netwerk, en TA biedt u de
huidige verkeersinformatie of
verkeersprogramma's (TP) wanneer deze worden
ontvangen.
1
Druk op MENU, selecteer [SET GENERAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
2
Selecteer [SET AF/TA] door de regelknop
te verdraaien en druk er vervolgens op.
3
Selecteer [SET AF-ON], [SET TA-ON], [SET
AF/TA-ON] of [SET AF/TA-OFF] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
RDS-zenders met de AF- en TA-instelling
opslaan
U kunt RDS-zenders samen met een AF/TAinstelling voorprogrammeren. Stel AF/TA in en sla
de zender vervolgens met BTM of handmatig op.
Als u handmatig voorprogrammeert, kunt u ook
niet-RDS-zenders voorprogrammeren.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken door
de noodberichten.
11NL
Het volumeniveau aanpassen tijdens een
verkeersbericht
Het niveau wordt los van het normale
volumeniveau opgeslagen in het geheugen voor
toekomstige verkeersinformatie.
Op een regionaal programma afgestemd
blijven (REGIONAL)
Wanneer de functies AF en REGIONAL ingeschakeld
zijn, schakelt het apparaat niet over naar een
andere regionale zender met een sterkere
frequentie. Wanneer u het ontvangstgebied van het
regionale programma verlaat, stelt u tijdens FMontvangst [SET REG-OFF] in bij [SET GENERAL]
(pagina 18).
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk
en sommige andere gebieden.
Local Link-functie (alleen voor het Verenigd
Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets (1 tot
6) waaronder een lokale zender is opgeslagen. Druk
binnen 5 seconden nogmaals op de cijfertoets van
de lokale zender. Herhaal dit tot de lokale zender
wordt ontvangen.
Programmatypes (PTY) selecteren
1
2
Druk tijdens FM-ontvangst op PTY.
Verdraai de regelknop tot het gewenste
programmatype wordt weergegeven en
druk op de regelknop.
Het apparaat begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype uitzendt.
12NL
Programmatypen
NEWS (nieuws), AFFAIRS (actualiteiten), INFO
(informatie), SPORT (sport), EDUCATE (educatieve
programma's), DRAMA (toneel), CULTURE (cultuur),
SCIENCE (wetenschap), VARIED (diversen), POP M
(popmuziek), ROCK M (rockmuziek), EASY M
(variété), LIGHT M (licht klassiek), CLASSICS
(klassiek), OTHER M (overige muziek), WEATHER
(weerberichten), FINANCE (financiën), CHILDREN
(kinderprogramma's), SOCIAL A (sociale zaken),
RELIGION (religie), PHONE IN (Phone In), TRAVEL
(reizen), LEISURE (ontspanning), JAZZ (jazzmuziek),
COUNTRY (countrymuziek), NATION M (nationale
muziek), OLDIES (oldies), FOLK M (folkmuziek),
DOCUMENT (documentaires)
De kloktijd instellen (CT)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending wordt
de klok ingesteld.
1
Stel [SET CT-ON] in bij [SET GENERAL]
(pagina 18).
Het toestel verwijderen
Stop het afspelen en verwijder het toestel.
Afspelen
Muziek op een USB-apparaat
afspelen
In deze gebruiksaanwijzing wordt "iPod" gebruikt
als algemene verwijzing naar de iPod-functies van
een iPod en iPhone, tenzij anders aangegeven in de
tekst of afbeeldingen.
Zie "Informatie over iPod" (pagina 21) voor
informatie over de geschiktheid van uw iPod of ga
naar de ondersteuningssite op het achterblad.
USB-apparaten van het type MSC (Mass Storage
Class) en MTP (Media Transfer Protocol) (zoals een
USB-flashstation, digitale mediaspeler, Androidsmartphone) die de USB-norm ondersteunen,
kunnen worden gebruikt.
Afhankelijk van de digitale mediaspeler of Androidsmartphone moet de USB-verbindingsstand
mogelijk ingesteld worden op MTP.
Opmerkingen
Ga naar de ondersteuningssite op het achterblad
voor meer informatie over de compatibiliteit van het
USB-apparaat.
Het afspelen van de volgende bestanden wordt niet
ondersteund.
MP3/WMA/FLAC:
Auteursrechtelijk beveiligde bestanden
DRM-bestanden (Digital Rights Management beheer van digitale rechten)
Meerkanaalsaudiobestanden
MP3/WMA:
Bestanden die zonder gegevensverlies zijn
gecomprimeerd (lossless)
1
Sluit een USB-apparaat aan op de
USB-poort (pagina 10).
Het afspelen wordt gestart.
Als er al een toestel aangesloten is, drukt u om
het afspelen ervan te starten op SRC om [USB]
te selecteren ([IPD] wordt weergegeven op het
display als de iPod herkend wordt).
2
Pas het volume op dit apparaat aan.
Het afspelen stoppen
Waarschuwing voor iPhone
Als u een iPhone aansluit via USB, wordt het
gesprekvolume geregeld door de iPhone, niet door
het apparaat. Om plotselinge harde geluiden na
een oproep te voorkomen, moet u ervoor zorgen
dat u tijdens de oproep het volume van het
apparaat niet per ongeluk verhoogt.
Een iPod rechtstreeks bedienen
(passagiersbediening)
1
Houd tijdens het afspelen MODE
ingedrukt tot [MODE IPOD] weergegeven
wordt.
De iPod kan nu bediend worden.
Het volume kan alleen worden aangepast op
het apparaat.
Passagiersbediening verlaten
Houd MODE ingedrukt tot [MODE AUDIO]
weergegeven wordt.
Een BLUETOOTH-toestel
afspelen
U kunt inhoud afspelen op een verbonden toestel
dat ondersteuning biedt voor BLUETOOTH A2DP
(Advanced Audio Distribution Profile).
1
Stel een BLUETOOTH-verbinding in met
het audiotoestel (pagina 8).
2
Druk op SRC om [BT AUDIO] te
selecteren.
3
Bedien het audiotoestel en start het
afspelen.
Houd OFF gedurende 1 seconde ingedrukt.
13NL
4
Pas het volume op dit apparaat aan.
Opmerkingen
Afhankelijk van het audiotoestel wordt informatie
zoals de titel, het tracknummer, de tracktijd en de
afspeelstatus mogelijk niet weergegeven op dit
apparaat.
Zelfs als op dit apparaat een andere bron wordt
gekozen, wordt de weergave van het audiotoestel
niet stopgezet.
Het volumeniveau van het BLUETOOTHtoestel afstemmen op andere bronnen
Start het afspelen op het BLUETOOTH-audiotoestel
bij een gemiddeld volume en stel uw gebruikelijke
luistervolume in op het hoofdapparaat.
Druk op MENU en selecteer [SET SOUND] [SET BTA
VOL] (pagina 19).
Tracks zoeken en afspelen
2
Selecteer de zoekcategorie van uw keuze
door de regelknop te verdraaien en
bevestig deze met een druk op de
regelknop.
3
Herhaal stap 2 om de gewenste track te
zoeken.
Het afspelen wordt gestart.
De Quick-BrowZer-stand verlaten
Druk op
Zoeken door items over te slaan
(Overspring-stand)
1
2
3
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op
(herhalen) of
(willekeurig) om
de gewenste weergavestand te
selecteren.
Het duurt even voor het afspelen start in de
geselecteerde weergavestand.
De beschikbare weergavestanden verschillen
afhankelijk van de geselecteerde geluidsbron.
Zoeken naar een track op naam (QuickBrowZer™)
1
Druk tijdens het afspelen van een USBapparaat op
(bladeren)* om de lijst
met zoekcategorieën weer te geven.
Wanneer de tracklijst wordt weergegeven, drukt
u herhaaldelijk op
(terug) om de gewenste
zoekcategorie weer te geven.
* Druk tijdens het afspelen via USB gedurende
meer dan 2 seconden op
(bladeren) om
rechtstreeks terug te keren naar het begin van de
categorielijst.
14NL
(bladeren).
Druk op
(bladeren).
Druk op SEEK +.
Verdraai de regelknop om het item te
selecteren.
De lijst wordt doorbladerd in stappen van 10%
van het totale aantal items in de lijst.
4
Druk op ENTER om terug te keren naar
de Quick-BrowZer-stand.
Het geselecteerde item wordt weergegeven.
5
Selecteer het item van uw keuze door de
regelknop te verdraaien en er
vervolgens op te drukken.
Het afspelen wordt gestart.
2
Selecteer een eerste letter uit de lijst van
eerste letters door de regelknop te
verdraaien en druk vervolgens op de
regelknop.
3
Selecteer een naam uit de naamlijst door
de regelknop te verdraaien en druk
vervolgens op de regelknop.
4
Selecteer een nummer uit de
nummerlijst door de regelknop te
verdraaien en druk vervolgens op de
regelknop.
Handenvrij bellen (alleen via
BLUETOOTH)
Om een mobiele telefoon te kunnen gebruiken,
moet u deze verbinden met dit apparaat. Zie "Een
BLUETOOTH-toestel voorbereiden" (pagina 7) voor
meer informatie.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Een oproep beantwoorden
1
Druk op CALL wanneer u een gesprek
met een beltoon ontvangt.
Vanuit de gesprekkenhistorie
1
Het telefoongesprek wordt gestart.
Opmerking
De beltoon en het stemgeluid worden alleen
uitgevoerd via de voorluidsprekers.
Druk op CALL, selecteer [RECENT CALL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
Er wordt een lijst van gesprekken in de
gesprekkenhistorie weergegeven.
2
Een oproep weigeren
Houd OFF gedurende 1 seconde ingedrukt.
Een gesprek beëindigen
Selecteer een naam of telefoonnummer
uit de gesprekkenhistorie door de
regelknop te verdraaien en druk
vervolgens op de regelknop.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Druk nogmaals op CALL.
Door een nummer in te toetsen
Iemand opbellen
1
U kunt iemand uit het telefoonboek of de
oproepgeschiedenis bellen wanneer er een
mobiele telefoon die ondersteuning biedt voor
PBAP (Phone Book Access Profile) verbonden is.
Druk op CALL, selecteer [DIAL NUMBER]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
2
Verdraai de regelknop om het
telefoonnummer in te voeren en
selecteer als laatste [ ] (spatie). Druk
vervolgens op ENTER*.
Vanuit het telefoonboek
1
Druk op CALL, selecteer [PHONE BOOK]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
Het telefoongesprek wordt gestart.
* Druk op SEEK +/– om de digitale aanduiding te
verplaatsen.
Opmerking
In het display wordt [_] weergegeven in plaats van [#].
15NL
Door een nummer opnieuw te vormen
1
2
Zeg de spraak-tag die op de mobiele
telefoon is opgeslagen.
Uw stem wordt herkend en het nummer wordt
gebeld.
Druk op CALL, selecteer [REDIAL] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
Spraakgestuurd kiezen annuleren
Het telefoongesprek wordt gestart.
Druk op VOICE.
Met een voorkeuzenummer
Beschikbare bedieningen
tijdens een gesprek
1
Druk op SRC om [BT PHONE] te
selecteren.
2
Druk op een cijfertoets (1 tot 6) om de
contactpersoon te selecteren die u wilt
bellen.
Het volume van de beltoon aanpassen
Druk op ENTER.
Het volume van de stem van de spreker
aanpassen
3
Het telefoongesprek wordt gestart.
Verdraai de regelknop terwijl u een gesprek
ontvangt.
Verdraai de regelknop tijdens een gesprek.
Telefoonnummers voorprogrammeren
U kunt maximaal 6 contacten opslaan onder de
voorkeuzetoetsen.
1
2
Selecteer in het telefoonboek of in de
gesprekkenhistorie een telefoonnummer dat u wilt
opslaan onder de voorkeuzetoetsen. U kunt ook
rechtstreeks een telefoonnummer invoeren.
Het telefoonnummer wordt weergegeven op het
display van dit apparaat.
Houd een cijfertoets (1 tot 6) ingedrukt tot [MEM]
wordt weergegeven.
Het contact is opgeslagen onder het geselecteerde
voorkeuzenummer.
Via spraak-tags
U kunt een persoon bellen door de spraak-tag uit te
spreken die opgeslagen is in een verbonden
mobiele telefoon die uitgerust is met een functie
voor spraakgestuurd kiezen.
1
Druk op CALL, selecteer [VOICE DIAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
U kunt ook VOICE langer dan 2 seconden
ingedrukt houden.
16NL
Het volume aanpassen voor de andere
persoon (aanpassing van de
microfoonversterking)
Druk op MIC.
Regelbaar volumeniveau: [MIC-LOW], [MIC-MID],
[MIC-HI].
Echo en ruis verminderen (echoonderdrukking/ruisonderdrukking)
Houd MIC ingedrukt.
Instelbare standen: [EC/NC-1], [EC/NC-2].
Schakelen tussen de handenvrije en de niethandenvrije stand
Druk tijdens een gesprek op MODE om het geluid
van het telefoongesprek te laten uitvoeren via het
apparaat of de mobiele telefoon.
Opmerking
Afhankelijk van de mobiele telefoon is deze handeling
mogelijk niet beschikbaar.
Handige functies
Siri Eyes Free gebruiken
Met Siri Eyes Free kunt u een iPhone handenvrij
gebruiken door gewoon in de microfoon te
spreken. Voor deze functie dient u een iPhone via
BLUETOOTH te verbinden met het apparaat. De
beschikbaarheid is beperkt tot iPhone 4s of later.
Controleer of uw iPhone met de recentste iOSversie werkt.
U moet de BLUETOOTH-registratie en de
verbindingsconfiguratie voor de iPhone met het
apparaat vooraf uitvoeren. Zie "Een BLUETOOTHtoestel voorbereiden" (pagina 7) voor meer
informatie.
1
Wanneer Siri Eyes Free tijdens de audioweergave
wordt geactiveerd, kan het apparaat naar de
BLUETOOTH-audiobron schakelen, zelfs wanneer u
geen af te spelen track kiest.
Wanneer de iPhone wordt verbonden met de USBpoort, werkt Siri mogelijk niet goed of kan Siri Eyes
Free worden gesloten.
Wanneer u de iPhone via USB verbindt met het
apparaat, mag u Siri niet activeren met de iPhone. Siri
Eyes Free werkt mogelijk niet goed of kan worden
gesloten.
Er is geen audioweergave terwijl Siri Eyes Free
geactiveerd is.
Activeer de Siri-functie op de iPhone.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing geleverd bij
de iPhone voor meer informatie.
2
Houd VOICE langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Het spraakcommandoscherm verschijnt.
3
Spreek in de microfoon nadat de iPhone
een pieptoon geproduceerd heeft.
De iPhone produceert opnieuw een pieptoon en
Siri is klaar om te reageren.
Siri Eyes Free deactiveren
Druk op VOICE.
Opmerkingen
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan de
iPhone uw spraak mogelijk niet herkennen.
(Bijvoorbeeld als u zich in een rijdende wagen
bevindt.)
Siri Eyes Free werkt mogelijk niet goed of de
reactietijd kan te lang zijn op plaatsen waar iPhonesignalen moeilijk te ontvangen zijn.
Afhankelijk van de werktoestand van de iPhone werkt
Siri Eyes Free mogelijk niet goed of kan Siri worden
gesloten.
Als u een track op een iPhone afspeelt via de
BLUETOOTH-audioverbinding en wanneer de track via
BLUETOOTH begint af te spelen, wordt Siri Eyes Free
automatisch gesloten en schakelt het apparaat over
naar de BLUETOOTH-audiobron.
17NL
3
Instellingen
Terugkeren naar het vorige display
De DEMO-stand annuleren
U kunt het demonstratiescherm annuleren dat
wordt weergegeven wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.
1
Druk op MENU, selecteer [SET GENERAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
2
Selecteer [SET DEMO] door de regelknop
te verdraaien en druk er vervolgens op.
3
Selecteer [SET DEMO-OFF] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
Het instellen is voltooid.
4
Druk twee keer op
(terug).
Het display keert terug naar de normale
ontvangst-/weergavestand.
Algemene bediening voor
instellingen
U kunt items instellen in de volgende
instelcategorieën:
Algemene instelling (GENERAL), geluidsinstelling
(SOUND), display-instelling (DISPLAY), BLUETOOTHinstelling (BT)
(Niet beschikbaar wanneer de BT-telefoon
geselecteerd is.)
1
2
Druk op MENU.
Selecteer de instellingencategorie door
de regelknop te verdraaien en er
vervolgens op te drukken.
De items die ingesteld kunnen worden,
verschillen afhankelijk van de bron en
instellingen.
18NL
Selecteer de opties door de regelknop te
verdraaien en druk er vervolgens op.
Druk op
(terug).
Algemene instellingen
(GENERAL)
DEMO (demonstratie)
De demonstratie inschakelen: [ON], [OFF].
CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 7)
CAUT ALM (waarschuwingstoon)
De waarschuwingstoon inschakelen: [ON], [OFF]
(pagina 6).
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
BEEP
De pieptoon inschakelen: [ON], [OFF].
AUTO OFF
Automatisch uitschakelen na de gewenste tijd
wanneer het apparaat is uitgeschakeld: [NO],
[30S] (30 seconden), [30M] (30 minuten), [60M]
(60 minuten).
CT (kloktijd)
De CT-functie inschakelen: [ON], [OFF].
AF/TA (alternatieve frequenties/
verkeersinformatie)
Hiermee kunt u de instelling voor alternatieve
frequenties (AF) en verkeersinformatie (TA)
instellen: [AF-ON], [TA-ON], [AF/TA-ON], [AF/TAOFF].
REGIONAL
De ontvangst beperken tot een specifieke regio:
[ON], [OFF]. (Alleen beschikbaar wanneer FM
ontvangen wordt.)
BTM (geheugen voor beste afstemming) (pagina 11)
(Alleen beschikbaar wanneer de tuner
geselecteerd is.)
Geluidsinstellingen (SOUND)
Dit instellingenmenu is beschikbaar wanneer om
het even welke bron behalve de BT-telefoon
geselecteerd is.
EQ5 PRESET
Een equalizercurve selecteren uit 10
verschillende curves of de equalizer
uitschakelen:
[OFF], [R&B], [ROCK], [POP], [DANCE],
[HIP-HOP], [ELECTRONICA], [JAZZ], [SOUL],
[COUNTRY], [CUSTOM].
Voor iedere bron kan de equalizercurve in het
geheugen worden opgeslagen.
EQ5 SETTING
Hiermee kunt u [CUSTOM] instellen voor EQ5.
BASE
Een voorgeprogrammeerde equalizercurve
selecteren als basis voor verdere aanpassing:
[BAND1] (lage frequentie), [BAND2] (middenlage
frequentie), [BAND3] (middenfrequentie),
[BAND4] (middenhoge frequentie), [BAND5]
(hoge frequentie).
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van -10 dB tot +10 dB.
BALANCE
De geluidsbalans aanpassen: [RIGHT-15] –
[CENTER] – [LEFT-15].
AUX VOL (AUX-volumeniveau)
Het volumeniveau voor elk aangesloten
randapparaat aanpassen: [+18 dB] – [0 dB] –
[-8 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig om het
volumeniveau tussen bronnen aan te passen.
BTA VOL (volumeniveau BLUETOOTH-audio)
Het volumeniveau voor elk aangesloten
BLUETOOTH-toestel aanpassen: [+6 dB] –
[0 dB] – [-6 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig om het
volumeniveau tussen bronnen aan te passen.
Display-instellingen (DISPLAY)
DIMMER
De helderheid van het scherm wijzigen: [ON],
[OFF].
SND SYNC (geluidssynchronisatie)
Activeert de synchronisatie van verlichting en
geluid: [ON], [OFF].
AUTO SCR (automatisch rollen)
Lange items automatisch laten rollen: [ON],
[OFF].
(Niet beschikbaar wanneer AUX of de tuner
geselecteerd is.)
FADER
Het relatieve niveau aanpassen: [FRONT-15] –
[CENTER] – [REAR-15].
S.WOOFER (subwoofer)
SW LEVEL (subwooferniveau)
Het subwoofervolume aanpassen:
[+6 dB] – [0 dB] – [-6 dB], [ATT].
([ATT] wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
SW PHASE (fase subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren: [NORM],
[REV].
LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: [80Hz], [100Hz], [120Hz].
19NL
BLUETOOTH-instellingen (BT)
Aanvullende informatie
PAIRING (pagina 8)
PHONE BOOK (pagina 15)
REDIAL (pagina 16)
RECENT CALL (pagina 15)
VOICE DIAL (pagina 16)
DIAL NUMBER (pagina 15)
RINGTONE
Hiermee selecteert u of dit apparaat of de
aangesloten mobiele telefoon de beltoon
uitvoert: [1] (dit apparaat), [2] (mobiele telefoon).
AUTO ANS (automatisch beantwoorden)
Het apparaat beantwoordt automatisch een
binnenkomend gesprek: [OFF], [1] (ongeveer
3 seconden), [2] (ongeveer 10 seconden).
AUTOPAIR (automatisch koppelen)
Start BLUETOOTH-koppeling automatisch
wanneer een iOS-toestel met versie 5.0 of
recenter wordt verbonden via USB: [ON], [OFF].
BT SIGNL (BLUETOOTH-signaal) (pagina 9)
Hiermee kunt u de BLUETOOTH-functie
activeren/deactiveren.
BT INIT (BLUETOOTH initialiseren)
U kunt alle instellingen die met de BLUETOOTHfunctie verband houden (koppelingsinformatie,
voorkeuzenummer, toestelinformatie enz.)
initialiseren: [YES], [NO].
Initialiseer alle instellingen wanneer u het
apparaat weggooit.
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.)
20NL
Voorzorgsmaatregelen
Laat het apparaat afkoelen als de auto
geparkeerd heeft gestaan in de volle zon.
Laat het voorpaneel of audioapparaten niet
achter in de auto. Deze kunnen beschadigd raken
door de hoge temperaturen van direct zonlicht.
De elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit.
Hoge geluidskwaliteit behouden
Mors geen vloeistof op het apparaat.
Afspeelvolgorde van audiobestanden
Map (album)
Audiobestand (track)
Informatie over iPod
Onderhoud
U kunt de volgende iPod-modellen aansluiten.
Werk de software van uw iPod bij naar de laatste
versie vóór gebruik.
Compatibele iPhone-/iPod-modellen
Compatibel model
USB
iPhone 6 Plus
iPhone 6
iPhone 5s
iPhone 5c
iPhone 5
iPhone 4s
iPhone 4
iPhone 3GS
iPod touch (5e generatie)
iPod touch (4e generatie)
iPod touch (3e generatie)
iPod classic
iPod nano (7e generatie)
iPod nano (6e generatie)
iPod nano (5e generatie)
"Made for iPod" en "Made for iPhone" betekenen
dat een elektronisch accessoire speciaal is
ontworpen om aan te sluiten op respectievelijk
een iPod of iPhone en dat de ontwikkelaar van
het accessoire verklaart dat het voldoet aan de
prestatienormen van Apple. Apple is niet
verantwoordelijk voor de werking van dit
apparaat of voor het voldoen ervan aan de
veiligheids- en overheidsvoorschriften. Merk op
dat het gebruik van dit accessoire met een iPod of
iPhone de draadloze prestaties kan beïnvloeden.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden verstoord
als de aansluitingen tussen het apparaat en het
voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen
door het voorpaneel (pagina 6) te verwijderen en
de aansluitingen te reinigen met een wattenstaafje.
Gebruik hierbij niet te veel kracht. Anders kunnen
de aansluitingen worden beschadigd.
Opmerkingen
Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit de contactschakelaar
halen voordat u de aansluitingen reinigt.
Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met uw
vingers of een metalen voorwerp.
Technische gegevens
Tuner
FM
Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie:
FM CCIR: -1.956,5 tot -487,3 kHz en
+500,0 tot +2.095,4 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 7 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 73 dB
Scheiding: 50 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 20 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Gevoeligheid: MW: 26 μV, LW: 50 μV
21NL
USB-speler
Versterker
Interface: USB (Full-speed)
Maximale voeding: 1 A
Het maximale aantal herkenbare tracks:
mappen (albums): 256
bestanden (tracks) per map: 256
Bijbehorende codec:
MP3 (.mp3)
Bitsnelheid: 8 – 320 kbps (ondersteunt VBR
(Variable Bit Rate))
Bemonsteringsfrequentie: 16 – 48 kHz
WMA (.wma)
Bitsnelheid: 32 – 192 kbps (ondersteunt VBR
(Variable Bit Rate))
Bemonsteringsfrequentie: 32 kHz, 44,1 kHz,
48 kHz
FLAC (.flac)
Bitdiepte: 16 bit, 24 bit
Bemonsteringsfrequentie: 44,1 kHz, 48 kHz
Uitgang: luidsprekeruitgangen
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen: 55 W × 4 (bij 4 ohm)
Draadloze Communicatie
Communicatiesysteem:
BLUETOOTH-standaard versie 3.0
Uitgestuurd vermogen:
BLUETOOTH-standaard Power Class 2
(max. +4 dBm)
Maximaal communicatiebereik:
In een rechte lijn zonder obstakels ong. 10 m*1
Frequentieband:
2,4 GHz-band (2,4000 – 2,4835 GHz)
Modulatiemethode: FHSS
Compatibele BLUETOOTH-profielen*2:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) 1.3
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile) 1.3
HFP (Handsfree Profile) 1.6
PBAP (Phone Book Access Profile)
Bijbehorende codec:
SBC (.sbc)
*1 Het werkelijke bereik varieert afhankelijk van
factoren zoals obstakels tussen apparaten,
magnetische velden rond een magnetron, statische
elektriciteit, ontvangstgevoeligheid, prestaties van
de antenne, besturingssysteem, software-applicatie
enz.
*2 BLUETOOTH-standaardprofielen geven een
aanduiding van het doel van BLUETOOTHcommunicatie tussen apparaten.
22NL
Algemeen
Uitgangen:
Audio-uitgangen (achter, sub)
Aansluiting elektrische antenne/versterker (REM
OUT)
Ingangen:
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
AUX-ingang (stereominiaansluiting)
USB-poort
Voeding: 12 V gelijkstroom autoaccu (negatieve
aarde)
Nominaal stroomverbruik: 10 A
Afmetingen:
Ong. 178 mm × 50 mm × 120 mm (b/h/d)
Montageafmetingen:
Ong. 182 mm × 53 mm × 102 mm (b/h/d)
Gewicht: ongeveer 0,7 kg
Inhoud verpakking:
Hoofdapparaat (1)
Onderdelen voor installatie en aansluitingen
(1 set)
Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires
verkrijgbaar zijn bij uw Sony-handelaar. Neem
contact op met uw Sony-handelaar voor meer
informatie.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Auteursrechten
Het woordmerk Bluetooth® en de logo's van
Bluetooth zijn gedeponeerde handelsmerken die
het eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en Sony
Corporation gebruikt deze merken onder licentie.
Overige handelsmerken en merknamen zijn
eigendom van de respectieve eigenaars.
Het N-merkteken is een handelsmerk of een
gedeponeerd handelsmerk van NFC Forum Inc. in
de Verenigde Staten en andere landen.
Windows Media is een gedeponeerd handelsmerk
of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van Microsoft
Corporation. Het gebruik of de verspreiding van
dergelijke technologie buiten dit product om is
verboden zonder een licentie van Microsoft of een
erkend dochterbedrijf van Microsoft.
iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano, iPod touch en
Siri zijn handelsmerken van Apple Inc.,
gedeponeerd in de VS en andere landen.
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en
-patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS
en Thomson.
Google, Google Play en Android zijn
handelsmerken van Google Inc.
libFLAC
Copyright (C) 2000-2009 Josh Coalson
Copyright (C) 2011-2013 Xiph.Org Foundation
Verspreiding en gebruik in bron- en binaire vorm,
met of zonder aanpassingen, is toegestaan als aan
de volgende voorwaarden is voldaan:
Bij verspreiding van de broncode moeten de
hierboven aangegeven auteursrechtelijke
melding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer behouden blijven.
Bij verspreiding in binaire vorm moeten de
hierboven aangegeven auteursrechtelijke
melding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer worden opgenomen in de
documentatie en/of andere materialen die bij de
verspreiding worden geleverd.
Zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en
schriftelijke toelating mogen de naam Xiph.org
Foundation noch de namen van haar bijdragers
worden gebruikt om producten te ondersteunen
of te promoten die van deze software afgeleid
zijn.
DEZE SOFTWARE WORDT "ZONDER MEER" DOOR DE
HOUDERS VAN HET AUTEURSRECHT EN DE
BIJDRAGERS GELEVERD EN ELKE UITDRUKKELIJKE OF
IMPLICIETE GARANTIE, INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN. IN GEEN
GEVAL KUNNEN DE FOUNDATION OF HAAR
BIJDRAGERS AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE,
MORELE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT AANKOOP VAN VERVANGGOEDEREN
OF DIENSTEN, VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF
WINSTEN, OF BEDRIJFSONDERBREKING) ONGEACHT
DE OORZAAK EN ONGEACHT DE
AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE, ZOWEL IN
CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF TORT
(INCLUSIEF VERWAARLOZING OF ANDERSZINS) TEN
GEVOLGE VAN ENIGERLEI GEBRUIK VAN DEZE
SOFTWARE, ZELFS ALS DE MOGELIJKHEID VAN
DERGELIJKE SCHADE WERD AANGEGEVEN.
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Meer informatie over het gebruik van de zekering
en het verwijderen van het apparaat uit het
dashboard vindt u bij "Aansluiting/installatie"
(pagina 28).
Als het probleem niet is opgelost, gaat u naar de
ondersteuningssite op het achterblad.
Algemeen
Geen geluid of het geluid is zeer stil.
De positie van de faderregelaar [FADER] is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
Het volume van het apparaat en/of het
aangesloten toestel staat zeer laag.
Verhoog het volume van het apparaat en het
aangesloten toestel.
Geen pieptoon.
Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
23NL
De geheugeninhoud is gewist.
De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of
niet juist aangesloten.
Opgeslagen zenders en de juiste tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de stand van het
contactslot wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de
auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt de
demonstratie gestart.
Als er gedurende 5 minuten geen handeling
wordt uitgevoerd en [DEMO-ON] ingesteld is,
wordt de demonstratie gestart.
Stel [DEMO-OFF] in (pagina 18).
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het
display-venster.
De dimmer is ingesteld op [DIM-ON] (pagina 19).
Het display verdwijnt als u OFF ingedrukt houdt.
Houd OFF op het apparaat ingedrukt tot het
display verschijnt.
De aansluitingen zijn vuil (pagina 21).
Het display/de verlichting knippert.
Er wordt onvoldoende voeding geleverd.
Controleer of de autoaccu voldoende voeding
levert aan het apparaat (de vereiste voeding is
12 V DC).
De bedieningstoetsen werken niet.
De aansluiting is niet juist.
Controleer de verbinding van het apparaat.
Als de situatie niet verbetert, druk langer dan 2
seconden op DSPL en
(terug)/MODE om
het apparaat te resetten.
De geheugeninhoud wordt gewist.
Reset het apparaat voor uw eigen veiligheid
niet tijdens het rijden.
Radio-ontvangst
Er kunnen geen zenders worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
De aansluiting is niet juist.
Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
24NL
Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de
bedieningskabel van de elektrische antenne.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeuzezenders.
Het signaal van de uitzending is te zwak.
RDS
SEEK begint na enkele seconden afspelen.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
Schakel TA uit (pagina 11).
Geen verkeersinformatie.
Schakel TA in (pagina 11).
De zender is een TP-zender, maar zendt toch
geen verkeersinformatie uit.
Stem af op een andere zender.
PTY geeft [- - - - - - - -] weer.
De huidige zender is geen RDS-zender.
Geen RDS-gegevens ontvangen.
De zender geeft het programmatype niet door.
De programmaservicenaam knippert.
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
Druk op SEEK +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. [PI SEEK]
wordt weergegeven en het apparaat gaat
zoeken naar een andere frequentie met
dezelfde PI-gegevens (programmaidentificatie).
USB-apparaat afspelen
U kunt items niet via een USB-hub afspelen.
Dit apparaat kan geen USB-apparaten via een
USB-hub herkennen.
Het duurt langer voordat een USB-apparaat
wordt afgespeeld.
Het USB-apparaat bevat bestanden met een
ingewikkelde boomstructuur.
Het geluid wordt onderbroken.
Het geluid kan worden onderbroken bij een hoge
bitsnelheid.
Bestanden die beveiligd zijn met DRM (Digital
Rights Management) kunnen in sommige
gevallen niet worden afgespeeld.
Er is geen verbinding mogelijk.
De verbinding wordt via één zijde aangestuurd
(dit apparaat of het BLUETOOTH-toestel), niet via
beide zijden.
Maak vanaf een BLUETOOTH-toestel
verbinding met dit apparaat of vice versa.
Een audiobestand kan niet afgespeeld worden.
USB-apparaten die geformatteerd zijn met
andere bestandssystemen dan FAT16 of FAT32
worden niet ondersteund.*
De naam van het gedetecteerde toestel wordt
niet weergegeven.
Afhankelijk van de status van het andere toestel
zal het misschien niet mogelijk zijn de naam op
te vragen.
* Dit apparaat biedt ondersteuning voor FAT16 en
FAT32, maar het is mogelijk dat bepaalde USBapparaten deze FAT's niet ondersteunen. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van het USB-apparaat of neem
contact op met de fabrikant voor meer informatie.
NFC-functie
One touch-verbinding (NFC) is niet mogelijk.
Als de smartphone niet reageert op aanraking.
Controleer of de NFC-functie van de
smartphone ingeschakeld is.
Breng het gedeelte met het N-merkteken van
de smartphone dichter bij het gedeelte met het
N-merkteken van dit apparaat.
Als de smartphone in een etui zit, haalt u hem
eruit.
De NFC-ontvangstgevoeligheid is afhankelijk van
het toestel.
Als One touch-verbinding met de smartphone
verschillende keren mislukt, brengt u de
BLUETOOTH-verbinding handmatig tot stand.
BLUETOOTH-functie
Het toestel dat de verbinding tot stand wil
brengen, kan dit apparaat niet detecteren.
Zet dit apparaat in de stand-bystand voor
koppeling, voordat de koppeling tot stand wordt
gebracht.
Zolang er een BLUETOOTH-verbinding bestaat,
kan dit apparaat niet worden gedetecteerd vanaf
een ander toestel.
Verbreek de actuele verbinding en zoek dit
apparaat vanaf een ander toestel.
Wanneer de koppeling tussen de toestellen tot
stand is gebracht, activeert u het uitsturen van
het BLUETOOTH-signaal (pagina 9).
Geen beltoon.
Regel het volume door de regelknop te
verdraaien terwijl u een gesprek ontvangt.
Afhankelijk van het toestel dat de verbinding tot
stand brengt, wordt de beltoon misschien niet
goed verzonden.
Stel [RINGTONE] in op [1] (pagina 20).
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het
apparaat.
Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat.
De beltoon is alleen hoorbaar via de
voorluidsprekers.
De stem van de spreker is niet hoorbaar.
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het
apparaat.
Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat.
Het stemgeluid worden alleen uitgevoerd via
de voorluidsprekers.
Een gesprekspartner zegt dat het volume te laag
of te hoog is.
Pas het volume overeenkomstig met de
aanpassing van de microfoonversterking aan
(pagina 16).
Er klinkt een echo of ruis in de
telefoongesprekken.
Breng het volume omlaag.
Stel de stand EC/NC in op [EC/NC-1] of [EC/NC-2]
(pagina 16).
Als de overige omgevingsgeluiden luid zijn,
probeert u dit lawaai te verminderen.
Bv.: als er verkeerslawaai enz. door een raam
klinkt, sluit dan het raam. Als een airco veel
lawaai maakt, zet deze dan in een lagere stand.
25NL
De telefoon is niet aangesloten.
Wanneer BLUETOOTH-audio wordt afgespeeld, is
de telefoon niet aangesloten, ook niet als u op
CALL drukt.
Maak verbinding vanaf de telefoon.
De kwaliteit van het geluid van de telefoon is
slecht.
De kwaliteit van het geluid van de telefoon hangt
af van de ontvangstomstandigheden van de
mobiele telefoon.
Verplaats uw auto naar een plaats waar uw
mobiele telefoon een beter signaal ontvangt,
als de ontvangst slecht is.
Het volume van het aangesloten audiotoestel is
laag (hoog).
Het volumeniveau kan verschillen afhankelijk van
het audiotoestel.
Pas het volume aan van het aangesloten
audiotoestel of van dit apparaat.
Het geluid hapert tijdens het afspelen van een
BLUETOOTH-audiotoestel.
Verklein de afstand tussen het apparaat en het
BLUETOOTH-audiotoestel.
Als het BLUETOOTH-audiotoestel in een houder
wordt bewaard die het signaal kan verstoren,
verwijdert u de houder tijdens het gebruik van
het audiotoestel.
Er worden een aantal BLUETOOTH-toestellen of
andere toestellen die radiogolven uitzenden in
de buurt gebruikt.
Zet de andere toestellen uit.
Vergroot de afstand tot de andere toestellen.
Het afspelen van geluid stopt een ogenblik
wanneer de verbinding tussen dit apparaat en de
mobiele telefoon tot stand wordt gebracht. Dit is
geen storing.
Het is niet mogelijk het BLUETOOTH-audiotoestel
te bedienen.
Controleer of het BLUETOOTH-audiotoestel
waarmee verbinding is gemaakt ondersteuning
biedt voor AVRCP.
Sommige functies werken niet.
Controleer of het toestel waarmee verbinding tot
stand is gebracht de betreffende functie
ondersteunt.
26NL
Er wordt onbedoeld een oproep beantwoord.
De telefoon waarmee verbinding tot stand wordt
gebracht is zo ingesteld dat een oproep
automatisch wordt beantwoord.
Koppelen is mislukt door een time-out.
Afhankelijk van het toestel waarmee verbinding
tot stand wordt gebracht, kan de tijdslimiet voor
het koppelen kort zijn.
Probeer de koppeling binnen de gestelde tijd
te voltooien.
De BLUETOOTH-functie werkt niet.
Schakel het apparaat uit door langer dan 2
seconden op OFF te drukken, en schakel het
vervolgens weer in.
Er wordt tijdens een handenvrije oproep geen
geluid uitgestuurd via de luidsprekers van de
auto.
Als het geluid wordt uitgestuurd via de mobiele
telefoon, stel de mobiele telefoon dan zo in dat
het geluid via de luidsprekers van de auto wordt
uitgestuurd.
Siri Eyes Free is niet geactiveerd.
Voer de handenvrij-registratie uit voor een
iPhone die Siri Eyes Free ondersteunt.
Zet de Siri-functie op de iPhone aan.
Annuleer de BLUETOOTH-verbinding tussen de
iPhone en het apparaat, en breng de verbinding
opnieuw tot stand.
Foutmeldingen/berichten
HUB NO SUPRT: USB-hubs worden niet
ondersteund.
IPD STOP: het afspelen van de iPod is afgelopen.
Bedien uw iPod/iPhone om het afspelen te
starten.
NO AF: Geen alternatieve frequenties.
Druk op SEEK +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. Het apparaat
gaat zoeken naar een andere frequentie met
dezelfde PI-gegevens (programma-identificatie)
([PI SEEK] wordt weergegeven).
NO TP: Geen verkeersprogramma's.
Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare TPzenders.
OVERLOAD: het USB-apparaat is overbelast.
Koppel het USB-apparaat los en druk vervolgens
op SRC om een andere bron te selecteren.
Het USB-apparaat vertoont een storing of er is
een niet-ondersteund apparaat aangesloten.
P EMPTY: geen telefoonnummers opgeslagen.
UNKNOWN: een naam of telefoonnummer kan niet
worden weergegeven.
WITHHELD: het telefoonnummer werd door de
oproeper verborgen.
Vraag uw Sony-handelaar advies als deze
oplossingen niet helpen.
READ: bezig met het lezen van informatie.
Wacht totdat het lezen is voltooid en het afspelen
automatisch wordt gestart. Afhankelijk van de
bestandsorganisatiestructuur kan dit enige tijd
duren.
USB ERROR: Het USB-apparaat kan niet afgespeeld
worden.
Sluit het USB-apparaat opnieuw aan.
USB NO DEV: er is geen USB-apparaat aangesloten
of het apparaat wordt niet herkend.
Zorg ervoor dat het USB-apparaat of de USBkabel correct aangesloten is.
USB NO MUSIC: er werden geen afspeelbare
bestanden gevonden.
Sluit een USB-apparaat aan waarop afspeelbare
bestanden opgeslagen zijn (pagina 22).
USB NO SUPRT: het USB-apparaat wordt niet
ondersteund.
Ga naar de ondersteuningssite op het achterblad
voor meer informatie over de compatibiliteit van
het USB-apparaat.
Voor de BLUETOOTH-functie:
ERROR: de geselecteerde bewerking kan niet
worden uitgevoerd.
Wacht even en probeer daarna opnieuw.
NO DEV: het BLUETOOTH-toestel is niet verbonden
of het toestel wordt niet herkend.
Controleer of het BLUETOOTH-toestel degelijk
verbonden is, dan wel of de BLUETOOTHverbinding tot stand is gebracht met het
BLUETOOTH-toestel.
27NL
Aansluiting/installatie
Opgelet
Breng alle aardingskabels naar een
gemeenschappelijk aardingspunt.
Zorg ervoor dat de kabels niet tussen een schroef
geklemd zitten of vast komen te zitten in
bewegende delen (bv. zetelrail).
Voor u aansluitingen maakt, zet u het contact van
de auto uit om kortsluiting te voorkomen.
Sluit de voedingskabel aan op het apparaat en
de luidsprekers voor u deze aansluit op de
auxiliaire voedingsaansluiting.
Uit veiligheidsoverwegingen moet u eventuele
losse, niet-verbonden kabels met isolatietape
isoleren.
Voorzorgsmaatregelen
Kies de installatieplaats zorgvuldig zodat het
apparaat de bestuurder niet kan hinderen tijdens
het rijden.
Installeer het apparaat niet op plaatsen waar het
wordt blootgesteld aan stof, vuil, overmatige
trillingen of hoge temperaturen (bv. in direct
zonlicht of nabij een verwarmingstoestel).
Gebruik enkel de bijgeleverde montagehardware
voor een veilige en correcte installatie.
Opmerking over de voedingskabel (geel)
Wanneer u dit apparaat samen met andere
stereoapparaten aansluit, moet de ampèrewaarde van
het autocircuit waarop het apparaat aangesloten is
hoger zijn dan de som van de ampèrewaarden van de
zekering van elke component.
Aanpassing van de montagehoek
Zorg voor een montagehoek van minder dan 45°.
28NL
Lijst met onderdelen voor de
installatie
×2
Niet alle onderdelen uit de verpakking zijn in deze
lijst opgenomen.
De beugel en de beschermende rand
worden in de fabriek aan het apparaat bevestigd.
Voor u het apparaat installeert, gebruikt u de
ontgrendelingssleutels om de beugel van
het apparaat te verwijderen. Zie "De
beschermende rand en de beugel verwijderen"
(pagina 31) voor meer informatie.
Bewaar de ontgrendelingssleutels voor
toekomstig gebruik. U hebt deze immers opnieuw
nodig als u het apparaat uit de auto wilt
verwijderen.
Verbinding
Subwoofer*1
*3
*3
Versterker*1
*2
Zie "Aansluitingen doorvoeren"
(pagina 30) voor meer informatie.
Zie "Voedingsaansluitingsschema"
(pagina 31) voor meer details.
afkomstig van een
afstandsbediening met kabel
(niet bijgeleverd)*4
afkomstig van een autoantenne*5
*1 Niet bijgeleverd
*2 Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 Ω × 4
*3 RCA-kabel (niet bijgeleverd)
*4 Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
gebruiken voor een afstandsbediening met kabel
(niet bijgeleverd).
*5 Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
(niet bijgeleverd) gebruiken als de
antenneaansluiting niet past.
29NL
Aansluitingen doorvoeren
Als uw auto uitgerust is met een elektrisch
bediende antenne zonder relaisdoos, kan de
antenne beschadigd raken als u dit apparaat
aansluit met de bijgeleverde voedingskabel .
Eenvoudige subwooferaansluiting
U kunt een subwoofer zonder versterker gebruiken
door deze aan te sluiten op een
achterluidsprekerkabel.
Voorluidspreker
Naar de luidsprekeraansluiting van de auto
Subwoofer
1
2
3
4
5
6
7
8
Achterluidspreker
(rechts)
Voorluidspreker
(rechts)
Paars
Paars/zwart
gestreept
Grijs
Grijs/zwart
gestreept
Aansluiting voor in stand houden van het
geheugen
Als de gele voedingskabel aangesloten is, wordt
het geheugencircuit altijd gevoed, zelfs wanneer
het contact van de auto uitgeschakeld is.
Voorluidspreker
(links)
Wit
Wit/zwart
gestreept
Achterluidspreker
(links)
Groen
Luidsprekeraansluiting
Groen/zwart
gestreept
Schakel het apparaat uit voor u de luidsprekers
aansluit.
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4
tot 8 ohm en met voldoende vermogen om
schade te voorkomen.
Naar de voedingsaansluiting van de auto
30NL
Opmerkingen
De achterluidsprekerkabels moeten voorbereid zijn.
Gebruik een subwoofer met een impedantie van 4 tot
8 ohm en met voldoende vermogen om schade te
voorkomen.
12
Continue voeding
Geel
13
Bediening elektrische
antenne/versterker
(REM OUT)
Blauw/wit
gestreept
15
Geschakelde voeding
Rood
16
Aarding
Zwart
Voedingsaansluitingsschema
Wanneer de auto geen ACC-positie heeft
Rood
Rood
Geel
Geel
Gebruik de auxiliaire voedingsaansluiting van uw
auto en zorg ervoor dat de kabels correct
aangesloten zijn (afhankelijk van de auto).
Auxiliaire voedingsaansluiting
Na het afstemmen van de verbindingen en het
correct schakelen van de voedingskabels, sluit u het
apparaat aan op de voeding van de auto. Met alle
vragen en problemen over het aansluiten van dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw
autodealer.
Gewone aansluiting
Rood
Rood
Installatie
Geel
Geel
12
Continue voeding
Geel
15
Geschakelde voeding
Rood
Wanneer de posities van de rode en gele
kabels omgekeerd zijn
Rood
Rood
Geel
Geel
De beschermende rand en de beugel
verwijderen
Voor u het apparaat installeert, verwijdert u de
beschermende rand en de beugel van het
apparaat.
1
Duw de zijkanten van de beschermende
rand naar binnen en trek de
beschermende rand naar buiten.
12
Geschakelde voeding
Geel
15
Continue voeding
Rood
31NL
2
Plaats beide ontgrendelingssleutels
tot deze vastklikken, trek de beugel
omlaag en trek vervolgens het apparaat
omhoog om ze te scheiden.
2
Plaats het apparaat in de beugel en
bevestig vervolgens de beschermende
rand .
Richt de haak naar binnen.
Het apparaat in het dashboard
monteren
Voor u het apparaat installeert, moet u ervoor
zorgen dat de klemmen aan beide kanten van de
beugel 2 mm naar binnen gebogen zijn.
1
Plaats de beugel in het dashboard en
buig de klauwen naar buiten zodat de
beugel stevig vastzit.
182 mm
Opmerkingen
Als de klemmen recht of naar buiten gebogen zijn, zal
het apparaat niet stevig geïnstalleerd zijn en kan het
eruit vallen.
Zorg ervoor dat de vier lipjes op de beschermende
rand goed vastzitten in de sleuven in het apparaat.
Het voorpaneel verwijderen en
vastmaken
Zie "Het voorpaneel verwijderen" (pagina 6) voor
meer informatie.
53 mm
Zekeringen vervangen
32NL
Klem
Vervang een zekering altijd door
Zekering (10 A)
een identiek exemplaar. Als de
zekering doorbrandt, moet u de
voedingsaansluiting controleren
en de zekering vervangen. Brandt
de zekering vervolgens nogmaals
door, dan kan er sprake zijn van
een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval
de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Support site
Support-Website
If you have any questions or for the latest support
information on this product, please visit
the web site below:
Wenn Sie Fragen haben oder die neuesten
Support-Informationen zu diesem Produkt abrufen
möchten, rufen Sie bitte folgende Website auf:
Site d’assistance
Sito di assistenza clienti
Si vous avez des questions ou si vous souhaitez
consulter les toutes dernières informations techniques
sur ce produit, rendez-vous sur le site Web suivant :
In caso di domande o per le informazioni più aggiornate
sul presente prodotto, visitare il seguente sito Web:
Ondersteuningssite
Als u vragen hebt of de recentste
ondersteuningsinformatie over dit product wilt
hebben, gaat u naar de onderstaande website:
http://www.sony.eu/support
Register your product online now at:
Registrieren Sie Ihr Produkt jetzt bei:
Merci d’enregister votre produit en ligne sur :
Registra online il tuo prodotto su:
Registreer uw product nu online via:
http://www.sony.eu/mysony
http://www.sony.net/
©2015 Sony Corporation
Printed in Thailand