72
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens de Duitse wet op de veiligheid van (GSG), de Duitse voorschrif-
ten ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en
de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE).
De koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn.
Vaktermen
• Koelmiddel Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor koude-
productie, worden koelmiddelen genoemd. Deze stoffen hebben ver-
houdingsgewijs een laag kookpunt, zo laag dat de warmte van de
aanwezige levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel tot
koken ofwel tot verdampen kan brengen.
•
Koelmiddel- Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel zich
kringloop bevindt. De koelmiddelkringloop bestaat hoofdzakelijk
uit verdamper, compressor, condensor en leidingen.
•
Verdamper In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als alle
vloeistof, heeft het koelmiddel warmte nodig om te kunnen verdam-
pen. Deze warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het
koelapparaat, de ruimte koelt daardoor af. Hiertoe is de verdamper in
de binnenruimte geplaatst of gelijk achter de binnenwand aange-
bracht en daardoor niet zichtbaar.
•
Compressor De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt
aangedreven door een ingebouwde elektromotor en is achter, aan de
onderkant van het apparaat geplaatst. De compressor zorgt ervoor
dat het gasvormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken wordt
en vervolgens verdicht en naar de condensor geleid wordt.
•
Condensor De condensor heeft meestal de vorm van een
rooster. In de condensor wordt het koelmiddel dat door de compres-
sor verdicht is, gecondenseerd. Hierbij komt warmte vrij die door de
oppervlakte van de condensor aan de omgevingslucht afgegeven
wordt. De condensor is daarom aan de buitenkant, meestal aan de
achterkant van het apparaat, aangebracht.