2
030307.03
Schroefasafdichting
Inleiding
Deze Vetus schroefasafdichting, met binnen-
lager, is voorzien van een tweevoudige asaf
-
dichting.
Om een goede asafdichting te waarborgen:
• Moet de schroefas een
maximale diame-
ter-tolerantie hebben van + 0,0 mm /
- 0,16-mm.
• Is het noodzakelijk dat de schroefas
gecentreerd in de schroefaskoker is opge
-
steld.
Breng de schroefas in lijn met de scheeps-
motor alvorens de schroefasafdichting aan
te brengen!
Het schroefastoerental mag de in de tabel ver
-
melde waarde niet overschrijden.
Installatie
N.B. De nummers verwijzen naar de tekening-
nummers.
Algemeen
1 Het einde van de schroefaskoker waar
de rubber mof wordt aangebracht moet
braamvrij, vetvrij en schoon zijn. De vrije
lengte van de koker moet gelijk aan of
groter zijn dan afmeting A uit de tabel.
De as moet krasvrij, braamvrij en schoon
zijn, in het bijzonder ter plaatse waar de
as in het zwevend lager en asafdichting
komt. Ook het einde van de as, een even
-
tuele spiebaan of gaten in de as moeten
braamvrij zijn. De vrije lengte van de as
moet gelijk aan of groter zijn dan afmeting
B uit de tabel.
Zorg dat de schroefas in de schroefaskoker
geplaatst is.
Smering van de asafdichting
De smering en koeling van de asafdichting en
van het eventuele rubber
buitenlager wordt
verzorgt door buitenwater.
Voldoende toevoer van water, tijdens het
draaien van de schroefas, is absoluut nood-
zakelijk!
De minimaal benodigde hoeveelheid water
bedraagt: - schroefas ø 25 mm: 20 liter/uur
- schroefas ø 30 mm: 30 liter/uur
- schroefas ø 35 mm: 35 liter/uur
- schroefas ø 40 mm: 45 liter/uur
- schroefas ø 45 mm: 60 liter/uur
- schroefas ø 50 mm: 70 liter/uur
2 Het benodigde buitenwater kan worden
toegevoerd door middel van een aftak
-
king in het buitenkoelwatersysteem van
de scheepsmotor.
3 Indien een beluchter is geïnstalleerd
(waterinjectiepunt in de uitlaat ligt onder
de waterlijn of minder dan 15 cm boven
de waterlijn) maak dan de
aftakking in
het buitenkoelwatersysteem van de
motor
tussen de buitenwaterpomp en
de beluchter en niet tussen de beluchter
en het waterinjectiepunt.
4 Het benodigde buitenwater kan ook wor-
den toegevoerd via een aparte waterhap
-
per met afsluiter:
- schroefas ø 25/30/35 mm: minimaal G 3/8
- schroefas ø 40/45/50 mm: minimaal G 1/2
Plaats de waterhapper met de inlaatsleu
-
ven naar voren zodat tijdens het varen vol-
doende water naar binnen wordt gestuwd,
de waterhapper mag de stroming van het
schroefwater niet verstoren
De schroefasafdichting mag zowel onder als
boven de waterlijn worden geplaatst. Bij plaat
-
sing van de schroefasafdichting
boven de
waterlijn dient, om een goede toevoer van
water te waarborgen, de watertoevoer bij voor
-
keur volgens tek. 2 te worden aangesloten.
5 Naast de smering van de asafdichting
door water moet tussen de twee afdichtlip-
pen van de asafdichting een smeermiddel
(vet) worden aangebracht.
Eindmontage
6 Plaats de rubber mof, met de 4 slangklem-
men, op de schroefaskoker.
- schroefas ø 25/30 mm: De kraag aan de
binnenzijde van de mof moet tegen het
einde van de koker aanliggen.
- schroefas ø 35/40/45/50 mm: Schuif de
rubber mof niet verder op de koker dan
afmeting C uit de tabel!
7 Vet de schroefas, ter plaatse waar de as in
het zwevend lager en asafdichting komt,
in. Vet de afdichtlippen van de asafdich-
ting in.
Pas
uitsluitend het meegeleverde vet toe!
Andere vetsoorten kunnen mogelijk de
asafdichting, de mof of het rubber lager
aantasten.
8 Plaats het binnenlager op de schroefas
en schuif het in de mof. Schroef de slang
-
klemmen vast (aanhaalmoment 4 à 5
Nm)
9 Breng over de spiebaan een stuk plak-
band ‘
A’ aan. Dit voorkomt dat tijdens de
montage van de asafdichting op de as de
afdichtlippen beschadigt worden.
Beschadigingen aan de afdichtlippen
leiden tot lekkage!
Vet de afdichtlippen van de asafdichting
in. Plaats de asafdichting op de schroef-
as, zorg er voor dat de O-ring op zijn
plaats zit en monteer de asafdichting met
de 3 schroeven.
10 A Verwijder de schroef met de ring en vul
de ruimte voor ca. 50% met vet (ca.
1 cm
3
). Pas uitsluitend het meegele-
verde vet toe! Monteer de schroef en
de ring, aanhaalmoment ca. 5 Nm.
B Monteer de slangpilaar, met een vloei
-
baar afdichtmiddel, in het lagerhuis.
N.B. Gebruik geen teflon tape!
11 Verbind de slangpilaar (de waterinlaat)
door middel van een slang, inw. diameter
10 mm (ø 25, ø 30, ø 35 mm) resp. 12 mm
(ø-40, ø 45, ø 50 mm), met de watertoe
-
voer. Monteer elke slangverbinding met 2
roestvaststalen slangklemmen.
Na de tewaterlating
Controleer onmiddellijk na de tewaterlating de
asafdichting, de verbindingen van de rubber
mof en de slangverbindingen op lekkage.
Het kan noodzakelijk zijn eerst te ontluchten,
neem hiertoe de slang bij het binnenlager los
tot er water uitstroomd.
Open altijd de afsluiter (na de waterhapper)
alvorens te gaan varen.
Controleer tijdens het varen de asafdichting op
lekkage en op temperatuur. Een hoge tempe
-
ratuur duidt op te weinig water voor smering
en koeling!
Onderhoud
Voer iedere 200 draaiuren of tenminste één-
maal per jaar als het schip uit het water is het
volgende onderhoud uit:
• Neem de bouten los waarmee de asaf
-
dichting op het binnenlager is gemon-
teerd.
• Maak het loopvlak, van de afdichtlippen
op de as, schoon zodat deze vrij van vet,
vuil en aanslag zijn.
• Controleer of de nu zichtbare afdichtlip
onbeschadigt is, indien beschadigt ver
-
vang dan de asafdichting.
Art. code reserve asafdichting:
- ‘ZWB25RES’ voor schroefas ø 25 mm
- ‘ZWB30RES’ voor schroefas ø 30 mm
- ‘ZWB35RES’ voor schroefas ø 35 mm
- ‘ZWB40RES’ voor schroefas ø 40 mm
- ‘ZWB45RES’ voor schroefas ø 45 mm
- ‘ZWB50RES’ voor schroefas ø 50 mm
• Vet de schroefas en de zichtbare afdichtlip
in.
• Monteer de asafdichting terug op het bin
-
nenlager, aanhaalmoment van de bouten
ca. 4 Nm.
• Vul de afdichting met nieuw vet, zie
‘Installatie’ punt 10 B.
• Controleer onmiddellijk na de tewaterla
-
ting de asafdichting en alle verbindingen
op lekkage.
NEDERLANDS
D (in mm) 25 30 35 40 45 50
omw/min 2700 2500 2300 2150 2000 1900