Deskmaster 125Deskmaster 125
6
4.2. VEILIGHEIDSCODE VOOR
AFSTANDSBEDIENING INSTELLEN
Om uw antwoordapparaat vanop afstand te kunnen bedienen, moet u eerst een
veiligheidscode ingeven. Deze code is standaard ingesteld op 123. Wij raden u
echter aan een persoonlijke veiligheidscode te programmeren. De veiligheidcode
moet uit drie cijfers bestaan. De tekens * en # worden niet aanvaard. U kan de
instelling controleren door op de Codetoets te drukken. Het toestel zegt de
ingestelde veiligheidscode dan hardop. Deze veiligheidscode is enkel hoorbaar
aan het antwoordapparaat zelf, u hoort ze niet vanop afstand.
Ga als volgt te werk om de veiligheidscode te wijzigen:
1. Houd de Codetoets 1,5 seconde ingedrukt tot het antwoordapparaat het
eerste cijfer van de huidige veiligheidscode zegt.
2. Druk op de Verderspoeltoets om een hoger cijfer te kiezen of op de
Terugspoeltoets om een lager cijfer te kiezen tot het juiste cijfer geselecteerd
is. Telkens als u op een toets drukt, zegt het toestel welk cijfer er momenteel
geselecteerd is.
3. Druk op de Codetoets om het cijfer dat op dat moment geselecteerd is, in te
stellen als het eerste cijfer van uw persoonlijke veiligheidscode. Het toestel
zegt het tweede cijfer van de huidige veiligheidscode.
4. Druk op de Verderspoeltoets om een hoger cijfer te kiezen en op de
Terugspoeltoets om een lager cijfer te kiezen. Telkens als u op een toets
drukt, zegt het toestel welk cijfer er momenteel geselecteerd is.
5. Druk op de Codetoets om het cijfer dat op dat moment geselecteerd is, in te
stellen als het tweede cijfer van uw persoonlijke veiligheidscode. Het toestel
zegt het derde cijfer van de huidige veiligheidscode.
6. Druk op de Verderspoeltoets om een hoger cijfer te kiezen en op de
Terugspoeltoets om een lager cijfer te kiezen. Telkens als u op een toets
drukt, zegt het toestel welk cijfer er momenteel geselecteerd is.
7. Druk op de Codetoets om het cijfer dat op dat moment geselecteerd is, in te
stellen. Het toestel herhaalt de veiligheidscode die u zojuist ingesteld hebt.
8. Als er gedurende een minuut geen toets wordt ingedrukt tijdens het instellen
van de code, verlaat het apparaat de instelmodus en keert het terug naar de
modus waarin het daarvoor stond.
5
4. INSTELLINGEN ANTWOORDAPP A R A A T
4.1. DAG/UUR INSTELLEN
Uw antwoordapparaat vermeldt tijdens de weergave van de boodschappen de
dag en het uur waarop de boodschap werd ingesproken. Met ‘dag’ wordt de dag
van de week (maandag, dinsdag, ...) bedoeld en niet de datum. Als het tijdstip in
het Engels meegedeeld wordt, is dat volgens het Angelsaksische am/pm-sys-
teem: ‘Am’ betekent ‘voor de middag’ en ‘pm’ betekent ‘na de middag’. Het toes-
tel staat standaard ingesteld op: monday, 12:00 am. U kan de dag/uur-instelling
op elk moment controleren door op de Kloktoets te drukken. Dan hoort U de
huidige instellingen via de luidspreker.
Ga als volgt te werk om de instelling te wijzigen:
1. Druk de Kloktoets 1,5 sec. in totdat het antwoordapparaat zegt welke dag het
is.
2. Druk op de Verderspoeltoets om de volgende dag te kiezen of op de
Terugspoeltoets om een vroegere dag te kiezen. Telkens als u op een toets
drukt, zegt het toestel welke dag er momenteel geselecteerd is.
3. Als u bij de juiste dag aanbeland bent, drukt u op de Kloktoets om de gese-
lecteerde dag in te stellen. Het toestel zegt welk uur er momenteel ingesteld
is.
4. Druk op de Verderspoeltoets om een hoger of op de Terugspoeltoets om een
lager cijfer te selecteren. Telkens als u op een toets drukt, zegt het toestel
welk uur er momenteel geselecteerd is.
5. Als u bij het juiste uur aanbeland bent, drukt u op de Kloktoets om het gese-
lecteerde uur in te stellen. Het toestel zegt hoeveel minuten na het uur het is
volgens zijn huidige instelling.
6. Druk op de Verderspoeltoets om een hoger of op de Terugspoeltoets om een
lager cijfer te selecteren. Telkens als u op een toets drukt, zegt het toestel het
aantal minuten dat momenteel geselecteerd is.
7. Druk op de Kloktoets om het geselecteerde aantal minuten in te stellen.
8. Het toestel zegt ter bevestiging de dag, het uur en de minuten hardop zoals
ze ingesteld zijn.
9. Als er gedurende een minuut geen toets wordt ingedrukt, verlaat het apparaat
de instelmodus en keert het terug naar de modus waarin het daarvoor stond.