De beltoon wijzigen
1. Selecteer in de menustand Instellingen → Proelen.
2. Ga naar het proel dat u gebruikt.
Als u het proel Stil of Vliegtuig gebruikt, kunt u de beltoon
niet wijzigen.
3. Druk op <Opties> → Wijzigen → Beltoon voor oproep.
4. Selecteer een beltooncategorie → een beltoon.
Als u naar een ander proel wilt overschakelen, kiest
u dat proel uit de lijst.
Een recent gekozen nummer bellen
1. Druk in de standby-stand op [ ].
2. Blader naar links of rechts om naar een type oproep
te gaan.
3. Blader omhoog of omlaag om een nummer of naam
te selecteren.
4. Druk op de bevestigingstoets om details van de oproep
weer te geven of druk op [ ] om het nummer te bellen.
Tekst ingeven
De tekstinvoerstand wijzigen
Houd [ ] ingedrukt om te schakelen tussen
de T9- en de ABC-stand.
Druk op [ ] om te wisselen tussen hoofdletters
en kleine letters of om naar de cijferstand te gaan.
•
•
Druk op [ ] om naar de symboolstand te schakelen.
Houd [ ] ingedrukt om een invoerstand te selecteren
of de invoertaal te wijzigen.
T9-stand
1. Druk de desbetreffende alfanumerieke toetsen één
keer in om een heel woord in te voeren.
2. Als het woord juist wordt weergegeven, drukt u op [0]
om een spatie in te voegen. Als het juiste woord niet
wordt weergegeven, drukt u op de navigatietoets omhoog
of omlaag om een ander woord te selecteren.
ABC-stand
Druk op de desbetreffende alfanumerieke toets tot het
gewenste teken op het display verschijnt.
Cijferstand
Druk op de desbetreffende alfanumerieke toets om een
cijfer in te voeren.
Symboolstand
Druk op de desbetreffende alfanumerieke toets om een
symbool in te voeren.
Druk op de navigatietoets om de cursor te verplaatsen.
Druk op <Wissen> om tekens één voor één te verwijderen.
Als u tekens links van de cursor wilt wissen, houdt
u <Wissen> ingedrukt.
Als u een spatie tussen tekens wilt invoegen, drukt u op [0].
Druk op [1] om leestekens in te geven.
•
•
•
•
•
•
Een nieuwe contactpersoon toevoegen
Contactpersonen worden standaard in het telefoongeheugen
opgeslagen. Als u de geheugenlocatie wilt wijzigen, selecteert
u in de menustand Instellingen → Toepassing →
Telefoonlijst → Opslaglocatie → een geheugenlocatie.
1. Geef in de standby-stand een telefoonnummer in en
druk op <Opties>.
2. Selecteer Contactpersoon toevoegen → een
nummertype (indien nodig).
3. Geef de gegevens van de contactpersoon in.
4. Druk op de bevestigingstoets om de contactpersoon
aan het geheugen toe te voegen.
Berichten verzenden en bekijken
Een SMS- of MMS-bericht verzenden
1. Selecteer in de menustand Berichten →
Nieuw bericht maken → Bericht.
2. Geef een telefoonnummer in en blader omlaag.
3. Geef de berichttekst in.
►
Tekst ingeven
Ga naar stap 5 als u een SMS-bericht wilt verzenden.
Als u een MMS-bericht wilt verzenden, gaat u verder
met stap 4.
4. Druk op <Opties> → Multimedia toevoegen en voeg
een item toe.
5. Druk op de bevestigingstoets om het bericht te verzenden.
4. Blader omlaag en druk op de bevestigingstoets
om de lijst met ontvangers te openen.
5. Druk op de bevestigingstoets om de lijst met
contactpersonen te openen.
6. Selecteer een contactpersoon.
7. Selecteer een nummer (indien nodig).
8. Druk op <Opties> → Opslaan om de ontvangers
op te slaan.
9. Blader omlaag en geef de naam van de afzender in.
10. Druk op de bevestigingstoets → <OK>.
Een SOS-bericht activeren en verzenden
In geval van nood kunt u een SOS-bericht naar uw familie
of vrienden verzenden.
Het SOS-bericht activeren
1. Selecteer in de menustand Berichten →
Instellingen → SOS-berichten → Verzendopties.
2. Blader naar links of rechts naar Aan.
3. Blader omlaag en druk op de bevestigingstoets
om de lijst met ontvangers te openen.
4. Druk op de bevestigingstoets om de lijst met
contactpersonen te openen.
5. Selecteer een contactpersoon.
6. Selecteer een nummer (indien nodig).
Een oproep aannemen
1. Druk op [ ] wanneer er een oproep binnenkomt.
2. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen.
Het volume aanpassen
Het volume van de beltoon aanpassen
1. Selecteer in de menustand Instellingen → Proelen.
2. Blader naar het telefoonproel dat u gebruikt.
Als u het proel Stil of Vliegtuig gebruikt, kunt u het
volume van de beltoon niet aanpassen.
3. Druk op <Opties> → Wijzigen → Volume → Belsignaal.
4. Blader naar links of rechts om het volumeniveau aan
te passen.
5. Druk op <Opslaan>.
Het volume aanpassen tijdens een gesprek
Tijdens een gesprek drukt u op de navigatietoets
omhoog of omlaag om het volume aan te passen.
In lawaaiige omgevingen kunt u oproepen mogelijk slecht
horen als u gebruikmaakt van de luidspreker. Zet in dat
geval voor betere geluidsprestaties de luidspreker uit.
7. Druk op <Opties> → Opslaan om de ontvangers op
te slaan.
8. Blader omlaag en stel het aantal herhalingen in voor
het SOS-bericht.
9. Druk op <Opslaan> → <Ja>.
Een SOS-bericht verzenden
1. Met vergrendelde toetsen drukt u vier keer op [ ]
om een SOS-bericht naar de ingestelde nummers
te verzenden.
De telefoon schakelt over naar de SOS-stand en verstuurt
het vooraf ingestelde SOS-bericht.
2. Druk op [ ] om de SOS-stand te beëindigen.
De camera gebruiken
Foto’s maken
1. Selecteer in de menustand Camera om de camera
in te schakelen.
2. Richt de lens op het onderwerp en pas het beeld
naar wens aan.
3. Druk op de bevestigingstoets om een foto te maken.
De foto wordt automatisch opgeslagen.
4. Druk op <Terug> om nog een foto te maken (stap 2).
Nadat u foto’s hebt gemaakt, selecteert u <Album>
om foto’s te bekijken.
Foto’s bekijken
Selecteer in de menustand Mijn bestanden →
Afbeeldingen → een fotobestand.
Video-opnamen maken
1. Selecteer in de menustand Camera om de camera
in te schakelen.
2. Druk op <Opties> → Camcorder om naar de
videostand te gaan.
3. Richt de lens op het onderwerp en pas het beeld
naar wens aan.
4. Druk op de bevestigingstoets om de opname te starten.
5. Druk op de bevestigingstoets of <Stop> om de opname
te stoppen. De video-opname wordt automatisch
opgeslagen.
Nadat u video-opnamen hebt gemaakt, selecteert u <Album>
om video-opnamen te bekijken.
Video-opnamen bekijken
Selecteer in de menustand Mijn bestanden → Video’s →
een videobestand.
Naar muziek luisteren
1. Selecteer in de menustand Muziek.
2. Druk op <Opties> → Afspeellijst maken.
3. Geef een naam voor uw nieuwe afspeellijst in en druk
op de bevestigingstoets.
4. Selecteer de nieuwe afspeellijst.
5. Druk op <Opties> → Toevoegen → een geheugenlocatie →
een muziekcategorie (indien nodig).
6. Selecteer de bestanden die u wilt opnemen in de lijst
en druk op <Voeg toe>.
7. Druk op de bevestigingstoets om het afspelen te starten.
8. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken:
Toets Functie
Bevestigen Afspelen onderbreken of hervatten
Navigatie
Links: vorig nummer; terugspoelen in een
bestand (ingedrukt houden)
Rechts: volgend nummer; vooruitspoelen
in een bestand (ingedrukt houden)
Omhoog/Omlaag: Het volume aanpassen
•
•
•
Naar de FM-radio luisteren
1. Selecteer in de menustand Extra’s → FM-radio.
2. Druk op de bevestigingstoets om de FM-radio
in te schakelen.
3. Druk op <Ja> om automatisch afstemmen te starten.
De radio zoekt beschikbare zenders en slaat deze
automatisch op.
Als u FM-radio voor het eerst inschakelt, wordt
u gevraagd om automatisch afstemmen te starten.
SMS- of MMS-berichten bekijken
1. Selecteer in de menustand Berichten → Postvak IN.
2. Selecteer een SMS- of MMS-bericht.
Nepoproepen tot stand brengen
U kunt een inkomende oproep simuleren wanneer u een
vergadering of ongewenst gesprek wilt verlaten.
Houd de navigatietoets ingedrukt in de standby-stand.
Druk vier keer op de navigatietoets omlaag wanneer
de telefoon is gesloten en de toetsen zijn vergrendeld.
De functie Mobiel opsporen activeren
Als iemand een andere SIM- of USIM-kaart in uw telefoon
plaatst, gaat er automatisch een bericht met het op die
kaart vastgelegde telefoonnummer naar twee van tevoren
vastgelegde contactpersonen. Hiermee kunt u dan uw
telefoon opsporen. De functie Mobiel opsporen activeren:
1. Selecteer in de menustand Instellingen → Beveiliging →
Mobiel opsporen.
2. Geef uw wachtwoord in en druk op <OK>.
Als u Mobiel opsporen voor het eerst opent, wordt
u gevraagd om een wachtwoord te maken en bevestigen.
3. Blader naar links of rechts naar Aan.
•
•
4. Houd de navigatietoets naar links of rechts ingedrukt
om naar een opgeslagen radiozender te gaan.
Druk op de navigatietoets naar links of rechts om een
radiozender af te stemmen.
5. Druk op de bevestigingstoets om de FM-radio uit
te schakelen.
Het geluid zal zeer slecht of bijna onhoorbaar zijn via
een monokoptelefoon. Gebruik alleen een
stereokoptelefoon.
Luister naar de FM-radio zonder de headset als het
radiosignaal sterk is en gebruik de meegeleverde headset
als het radiosignaal zwak is.
Als u zonder headset naar de FM-radio luistert, hoeft
u de batterij mogelijk minder snel op te laden.
Het klepje van het batterijcompartiment dient als antenne
voor de FM-radio. Wees voorzichtig met het klepje van
het batterijcompartiment en zorg dat de contactpunten
schoon blijven.
•
•
•
•
De zaklamp inschakelen
Met behulp van de zaklampfunctie kunt u op donkere plekken
beter zien doordat het display en achtergrondlicht zo helder
mogelijk worden. U zet de zaklamp aan door in de standby-
stand of met vergrendelde toetsen de navigatietoets omhoog
ingedrukt te houden.
U zet de zaklamp uit door te drukken op <Terug> of [ ].
De SIM-kaart en batterij plaatsen
1. Verwijder het klepje van het batterijcompartiment
en plaats de SIM-kaart.
2. Plaats de batterij en sluit het klepje.
De batterij opladen
1. Koppel de meegeleverde
reisadapter.
2. Koppel de reisadapter
los wanneer het
opladen is voltooid.
Haal de batterij nooit uit de telefoon zonder eerst de reisadapter
los te koppelen. Anders kan de telefoon beschadigd raken.
Een geheugenkaart plaatsen
(optioneel)
Uw telefoon is geschikt voor microSD™- of microSDHC™-
geheugenkaarten van maximaal 2 GB (afhankelijk van
het merk en type van de geheugenkaart).
1. Verwijder het klepje van het batterijcompartiment
en de batterij.
2. Ontgrendel het klepje voor de geheugenkaart.
3. Open het klepje voor de geheugenkaart en plaats
een geheugenkaart met het etiket naar boven.
4. Sluit en vergrendel het klepje voor de geheugenkaart.
5. Plaats de batterij weer en sluit het klepje van het
batterijcompartiment.
Instructiepictogrammen
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
→
Gevolgd door: de volgorde van de opties of menu’s
die u moet selecteren om een stap uit te voeren,
bijvoorbeeld: selecteer in de menustand Berichten →
Nieuw bericht maken (staat voor Berichten,
gevolgd door Nieuw bericht maken)
[ ]
Vierkante haken: telefoontoetsen; bijvoorbeeld: [ ]
(staat voor de Aan/uit-toets/toets Menu sluiten)
< >
Punthaken: functietoetsen waarvan de functie per
scherm kan verschillen, bijvoorbeeld: <OK> (staat
voor de functietoets OK)
De telefoon in- of uitschakelen
De telefoon inschakelen:
1. Houd [ ] ingedrukt.
2. Geef uw PIN-code in en druk op <OK> (indien nodig).
Herhaal stap 1 hierboven om de telefoon uit te schakelen.
U heeft Windows XP Service Pack 2 nodig om gegevens
van uw pc naar uw telefoon over te brengen.
De menu’s gebruiken
Ga als volgt te werk om de menu’s op uw telefoon te openen:
1. Druk in de standby-stand op <Menu> voor toegang
tot de menustand.
Afhankelijk van uw regio of serviceprovider moet u mogelijk
op de bevestigingstoets drukken om naar de menustand
te gaan.
2. Gebruik de navigatietoets om naar een menu of optie
te gaan.
3. Druk op <Kies>, <OK> of op de bevestigingstoets
om de gemarkeerde optie te bevestigen.
4. Druk op <Terug> om een niveau omhoog te gaan of
druk op [ ] om terug te gaan naar de standby-stand.
Wanneer u een menu wilt openen waarvoor de PIN2-code
vereist is,
moet u de PIN2 ingeven die bij de SIM-kaart
is geleverd. Raadpleeg uw provider voor meer informatie.
Samsung is niet verantwoordelijk voor het verlies van
wachtwoorden, privé-informatie of andere schade door
illegale software.
•
•
Bellen
1. Geef in de standby-stand een netnummer en een
abonneenummer in.
2. Druk op [ ] om het nummer te kiezen.
3. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen.
Batterij
Naar stopcontact
Klepje
batterijcompartiment
SIM-kaart
Klepje geheugenkaart
Geheugenkaart
Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)
Wij,
Samsung Electronics
verklaren onder onze eigen verantwoordelijkheid dat het product
GSM mobiele telefoon: GT-E2120
waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden
en/of andere normatieve documenten.
VEILIGHEID EN 60950- 1 : 2001 +A11:2004
EMC EN 301 489- 01 V1.6.1 (09-2005)
EN 301 489- 07 V1.3.1 (11-2005)
SAR EN 50360 : 2001
EN 62209-1 : 2006
RADIO EN 301 511 V9.0.2 (03-2003)
Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat]
bovengenoemd product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn
1999/5/EC aan worden gesteld.
De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10
en die wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in
samenwerking met de volgende aangemelde instantie(s):
BABT, Balfour House, Churcheld Road,
Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK*
Kenmerk: 0168
De technische documentatie wordt beheerd door:
Samsung Electronics QA Lab.
en wordt op verzoek ter beschikking gesteld.
(Vertegenwoordiging in de EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK*
2009.06.24 Yong-Sang Park / S. Manager
(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van bevoegde persoon)
* Dit is niet het adres van het Samsung Service Center. Zie de garantiekaart of
neem contact op met de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres
van het Samsung Service Center.