4
[6] Sluit de poolklemmen in onderstaande volgorde aan
op de accu:
Klem eerst de pluskabel (rood) op de pluspool.
Klem daarna de minkabel (zwart) op de minpool.
Het is van het grootste belang dat beide poolklemmen
goed contact maken met de betreffende polen van de
accu, anders kan de laadcyclus mogelijk niet worden
voltooid.
[7] Als de accukabels correct zijn aangesloten, steekt u
de voedingskabel in het stopcontact. Bij omgekeerde
polariteit zal de foutindicatieled (!) gaan branden. Koppel
de acculader dan los van het stroomnet, verwissel de
accukabels en sluit de lader weer aan.
[8] 6-volts accu
Als de spanning van de accu tussen 2 V +/- 0,5 V en 7 V
+/- 0,25 V ligt, zal de lader met het opladen beginnen. Als
de spanning hoger is dan 7 V +/- 0,25 V, zal de lader niet
starten, maar overschakelen naar de foutmodus.
[9] 12-volts accu
Als de spanning van de accu tussen 7 V +/- 0,25 V en 14
V +/- 0,25 V ligt, zal de lader het opladen beginnen. Als
de spanning hoger is dan 14 V +/- 0,25 V, zal de lader
niet starten, maar overschakelen naar de foutmodus.