Documenttranscriptie
VKLIK!
Inhoud
Basishandelingen
Functies voor opnemen
gebruiken
Digitale camera
Cyber-shot-handboek
DSC-W200
Lees dit handboek, de
"Gebruiksaanwijzing" en de
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
aandachtig door voordat u het apparaat
gebruikt. Bewaar deze documenten voor het
geval u deze later als referentiemateriaal
nodig hebt.
Functies voor weergeven
gebruiken
De instellingen
aanpassen
Beelden bekijken op een
televisiescherm
De computer gebruiken
Stilstaande beelden
afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
© 2007 Sony Corporation
3-208-400-72(1)
NL
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt (niet bijgeleverd)
• Zie pagina 123 voor meer informatie over de
accu.
Het IC-opnamemedium dat in deze camera
wordt gebruikt, is een "Memory Stick
Duo". Er zijn twee typen "Memory Stick".
Carl Zeiss-lens
"Memory Stick Duo": u kunt een
"Memory Stick Duo" gebruiken met de
camera.
Deze camera is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens waarmee scherpe beelden met
uitstekend contrast kunnen worden
gereproduceerd.
De lens voor deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitswaarborgsysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitseisen
van Carl Zeiss Duitsland.
"Memory Stick": u kunt geen "Memory
Stick" gebruiken met de camera.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
U kunt geen andere geheugenkaarten
gebruiken.
• Het LCD-scherm is vervaardigd met
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op
het LCD-scherm echter zwarte stipjes en/of
heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen)
permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en
heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
• Zie pagina 121 voor meer informatie over de
"Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt
met "Memory Stick"-compatibele
apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de Memory Stick Duo-adapter
(niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen bij de accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
• De accu kan zelfs worden opgeladen wanneer
deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de accu
niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk
opgeladen accu gebruiken.
• Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u
de resterende lading van de accu verbruiken en
de accu uit de camera halen. Vervolgens bewaart
u de accu op een koele, droge plaats. Hierdoor
zorgt u ervoor dat de accu goed blijft werken.
2
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
puntjes
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen
storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u
de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
verkleuren en hierdoor kunnen storingen
optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Wees voorzichtig dat u de beweegbare lens niet
ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op
uit.
De beelden in dit handboek
De foto's die in dit handboek worden gebruikt als
voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met deze camera zijn
opgenomen.
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2
Basistechnieken voor betere beelden .......................................................7
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 9
Kleur – De effecten van de lichtbron ............................................................... 10
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 11
Flitser – De flitser gebruiken............................................................................ 13
Onderdelen en bedieningselementen .....................................................14
Aanduidingen op het scherm ..................................................................16
De schermweergave wijzigen..................................................................20
Het interne geheugen gebruiken .............................................................22
Basishandelingen
De modusknop gebruiken .......................................................................23
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische opnamefunctie) ................24
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) ...............................28
Opnemen met de handmatige belichting.................................................31
Beelden weergeven.................................................................................33
Beelden verwijderen ................................................................................35
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu ..............37
Menu-items..............................................................................................40
Functies voor opnemen gebruiken
Opnamemenu..........................................................................................41
Scènekeuze: de scène selecteren
Beeldformaat: het beeldformaat selecteren
Gezichtsherkenning: het gezicht van het onderwerp herkennen
Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren
Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
ISO: de lichtgevoeligheid selecteren
EV: de lichtintensiteit instellen
Lichtmeetfun.: de lichtmeetfunctie selecteren
Scherpstellen: de scherpstelmethode wijzigen
Witbalans: de kleurtinten aanpassen
Flitsniveau: de hoeveelheid flitslicht instellen
Rode-ogeneffect: het rode-ogeneffect beperken
Contrast: het contrast aanpassen
Scherpte: de scherpte aanpassen
3
Inhoud
SteadyShot: de steadyshot-functie selecteren
SETUP: de opname-instellingen selecteren
Functies voor weergeven gebruiken
Beelden weergeven vanaf het HOME-scherm ........................... 53
(Enkelbeeld): één beeld weergeven
(Indexweergave): een lijst met beelden afspelen
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
Weergavemenu .................................................................................. 56
(Wissen): beelden verwijderen
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
(Bijwerken): stilstaande beelden bijwerken nadat deze zijn opgenomen
(Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
: een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): beelden afdrukken met een printer
(Roteren): een stilstaand beeld roteren
(Map kiezen): een map selecteren voor het weergeven van beelden
De instellingen aanpassen
De functie Geheugen beheren en de instellingen aanpassen ..... 62
Geheugen beheren ..................................................................... 64
Geheugen-tool — Memory Stick tool ............................................... 64
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
Geheugen-tool — Intern geheugen-tool........................................... 67
Formatteren
Instellingen .................................................................................... 68
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 1.......................................... 68
Pieptoon
Functiegids
Initialiseren
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 2.......................................... 69
USB-aansl.
COMPONENT
Video-uit
Opname-instellingen — Opname-instellingen 1 ............................... 71
AF-verlicht.
Stramienlijn
AF-functie
4
Digitale zoom
Conversielens
Inhoud
Opname-instellingen — Opname-instellingen 2 ...............................74
Autom. Oriëntatie
Auto Review
Klokinstellingen .................................................................................75
Language Setting ..............................................................................76
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm ...............................................77
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer........................................................80
De software (bijgeleverd) installeren .......................................................82
Beelden kopiëren naar de computer .......................................................83
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera
(met een "Memory Stick Duo") ................................................................89
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)..............................90
De "Music Transfer" gebruiken (bijgeleverd)............................................96
De Macintosh-computer gebruiken .........................................................97
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken ................................................................99
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele
printer ....................................................................................................100
Afdrukken bij een fotowinkel..................................................................103
Problemen oplossen
Problemen oplossen..............................................................................105
Foutcodes en berichten .........................................................................117
5
Inhoud
Overige
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening............. 120
De "Memory Stick" ................................................................................ 121
Over de accu......................................................................................... 123
De acculader......................................................................................... 124
Index
Index ..................................................................................................... 125
6
Basistechnieken voor betere beelden
Scherpstellen
Belichting
Kleur
Flitser
Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. In dit
gedeelte wordt het gebruik van verschillende
camerafuncties, zoals de modusknop
(pagina 23), het HOME-scherm (pagina 37),
de menu's (pagina 39), enzovoort beschreven.
Scherpstellen
Scherpstellen op een onderwerp
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische
scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Druk de sluiterknop
volledig in.
Druk de
sluiterknop half
in.
Aanduiding voor AE/
AF-vergrendeling
knippert , brandt/
piept
Druk vervolgens
de sluiterknop
volledig in.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld t [Scherpstellen]
(pagina 47)
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. t
Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hieronder).
7
Basistechnieken voor betere beelden
Tips om wazige beelden te voorkomen
De camera is per ongeluk bewogen toen u de foto nam. Dit wordt "Cameratrilling"
genoemd. Als echter het onderwerp beweegt wanneer u een foto neemt, wordt dit
"onderwerp wazig" genoemd.
Cameratrillingen
Oorzaak
Uw handen of lichaam trillen als u de camera
vasthoudt en op de sluiterknop drukt en het hele
scherm is wazig.
Wat u kunt doen om het wazige beeld te
verminderen
• Gebruik een statief of plaats de camera op een
vlak, onverstoorbaar oppervlak om de camera
stabiel te houden.
• Druk af met een zelfontspanner die 2 seconden
vertraagt en stabiliseer de camera door de arm
waarmee u de foto neemt strak tegen uw lichaam
te houden, na het indrukken van de sluiterknop.
Onderwerp wazig
Oorzaak
Zelfs als u de camera stilhoudt, kan het onderwerp
er wazig uitzien na het indrukken van de
sluiterknop, als het onderwerp tijdens de
belichting heeft bewogen.
Wat u kunt doen om het wazige beeld te
verminderen
• Selecteer
(stand Hoge gevoeligheid) of
(stand Extra hoge gevoeligheid) in scènekeuze.
• Selecteer een hogere ISO-gevoeligheid voor een
snellere sluitertijd en druk op de sluiterknop
voordat het onderwerp beweegt.
Opmerkingen
• De steadyshot-functie is standaard ingeschakeld af fabriek, zodat de cameratrillingen automatisch
worden verminderd. Dit heeft echter geen effect op een wazig onderwerp.
• Bovendien komen cameratrillingen en wazige onderwerpen regelmatig voor bij minder goede
lichtomstandigheden of langzame sluitertijden, zoals dit het geval is bij de optie Schemer of Schemerportret. In dit geval dient u de opnamen te maken met de bovenstaande tips in het achterhoofd.
8
Basistechnieken voor betere beelden
Belichting De lichtintensiteit instellen
U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Belichting: Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
in de camera valt
ISO-gevoeligheid (aanbevolen
belichtingswaarde)
= opnamegevoeligheid
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de
juiste waarde. U kunt deze echter ook
handmatig instellen met de hieronder
beschreven functies.
Handmatige belichting:
Hiermee kunt u de sluitertijd en de
diafragmawaarde handmatig aanpassen
(pagina 31).
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen
die door de camera is ingesteld (pagina 21,
45).
Lichtmeetfun.:
Hiermee kunt u het gedeelte van het
onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om
de belichting in te stellen (pagina 46).
9
Basistechnieken voor betere beelden
ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen belichtingswaarde)
De ISO-gevoeligheid is een speed rating voor opnamemedia met een beeldsensor die het licht
opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de
ISO-gevoeligheid.
Om de ISO-gevoeligheid aan te passen, zie pagina 45.
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.
Kleur
De effecten van de lichtbron
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
Weer/lichtbron
Kenmerken van het
licht
Daglicht
Bewolkt
Fluorescerend
Gloeilamp
Wit (standaard)
Blauwachtig
Groengetint
Roodachtig
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 49).
10
Basistechnieken voor betere beelden
Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden
genoemd.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in
beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door
het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 12M
4000 pixels × 3000 pixels = 12.000.000 pixels
2 Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Pixels
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 12)
Pixel
Veel pixels (hoge
beeldkwaliteit en groot
bestand)
Weinig pixels (lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: afdrukken
tot maximaal A3+
formaat
Voorbeeld: een beeld
verzenden als bijlage
bij een e-mailbericht
11
Basistechnieken voor betere beelden
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Beeldformaat
Richtlijnen
12M
(4000×3000)
Voor afdrukken tot A3+
3:21)
(4000×2672)
Met beeldverhouding 3:2
opnemen
8M
(3264×2448)
Voor afdrukken tot A3
5M
(2592×1944)
Voor afdrukken tot A4
3M
(2048×1536)
Voor afdrukken tot 10×15 cm
of 13×18 cm
VGA (640×480)
Klein beeldformaat opnemen
voor verzenden per e-mail
2)
16:9
(1920×1080)
Aantal beelden
Afdrukken
Minder
Fijn
Meer
Ruw
Met HDTV-beeldverhouding
opnemen
1) De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten,
enzovoort.
2) Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 114).
Beeldformaat van films
Frame/seconde
Gebruiksrichtlijnen
640(Fijn) (640×480)
Ongeveer 30
Bewegend beelden van hoge kwaliteit opn.
voor TV-weerg
640(Standaard)
(640×480)
Ongeveer 17
Bewegende beelden van std. kwaliteit opn.
voor TV-weerg
320 (320×240)
Ongeveer 8
Klein formaat opnemen voor verzenden per
e-mail
• Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit.
• Hoe meer frames u per seconde weergeeft, hoe vloeiender de weergave is.
12
Basistechnieken voor betere beelden
Flitser
De flitser gebruiken
De ogen van het onderwerp kunnen rood worden of er kunnen wazige witte ronde stippen
verschijnen bij het gebruik van de flitser. Deze verschijnselen kunnen worden verminderd
door de volgende stappen te volgen.
Het fenomeen "Rode ogen"
Dit wordt veroorzaakt door de weerkaatsing van het flitslicht tegen de bloedvaten van het
netvlies van de ogen van de onderwerpen, omdat de pupillen van de ogen van de onderwerpen
wijd geopend zijn op donkere plaatsen.
Camera
Oog
Netvlies
Hoe kan het fenomeen "Rode ogen" worden verminderd?
• Stel [Rode-ogeneffect] in op [Aan] (pagina 50).
• Selecteer
(stand Hoge gevoeligheid)* of
(stand Extra hoge gevoeligheid)* in scènekeuze
(pagina 29). (De flitser wordt automatisch uitgeschakeld.)
• Wanneer de ogen van een onderwerp rood zijn, kunt u het beeld bewerken met [Bijwerken] in het
weergavemenu (pagina 56) of met het bijgeleverde softwareprogramma "Picture Motion Browser".
De "witte ronde stippen"
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht, die geaccentueerd worden
door de flitser van de camera als ze zich in de buurt van de lens bevinden.
Camera
Onderwerp
Deeltjes (stof,
pollen, enz.) in
de lucht
Hoe kunnen "witte ronde stippen" worden verminderd?
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op zonder een flitser.
• Selecteer
(stand Hoge gevoeligheid)* of
(stand Extra hoge gevoeligheid)* in scènekeuze. (De
flitser wordt automatisch uitgeschakeld.)
* Zelfs als u de optie
(stand Hoge gevoeligheid) of
(stand Extra hoge gevoeligheid) in scènekeuze
selecteert, kan de sluitersnelheid trager zijn in omstandigheden met weinig licht of in een donkere ruimte.
Gebruik in dit geval een statief of houd de arm waarmee u de foto neemt strak tegen de zijkant van uw
lichaam na het indrukken van de sluiterknop.
13
Onderdelen en bedieningselementen
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
2
3
4
5
6
7
A POWER-toets/POWER-lampje
B Sluiterknop (24)
C Microfoon
D Flitser (26)
E AF-verlichting (71)/
Zelfontspannerlampje (27)
F Zoekervenster
G Lens
A Lampje AE/AF-vergrendeling/
Zelfontspannerlampje (groen) (27)
B Oplaadlampje flitser/Opnamelampje
(oranje)
C Zoeker
D LCD-scherm (20)
E
(Weergave)-toets (33)
F MENU-toets (39)
G Voor opnemen: zoomtoets (W/T) (25)
Voor weergeven: / -toets
(Weergavezoom) /
-toets (Index) (33,
34)
H Bevestigingsoog voor de riem
I Klep voor de accu/"Memory Stick Duo"
J Modusknop (23)
K Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (39)
Menu uit: DISP/ / / (20, 26)
Als de modusknop is ingesteld op M:
sluitersnelheid/diafragma (31)
14
Onderdelen en bedieningselementen
L HOME-toets (37)
M "Memory Stick Duo"-sleuf
N Accusleuf
O Toegangslampje
P Accuontgrendelknop
Q Multifunctionele aansluiting
(onderkant)
Gebruikt in de volgende situaties:
• Een USB-verbinding tot stand brengen
tussen de camera en de computer.
• Aansluiten op de audio-/video-ingangen van
een televisie.
• Aansluiten op een PictBridge-compatibele
printer.
R Luidspreker (onderkant)
S Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van
schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan
de camera niet stevig op het statief worden
bevestigd en kan de camera beschadigd
raken.
15
Aanduidingen op het scherm
Telkens wanneer u op de v-toets (DISP)
drukt, worden de aanduidingen op het
scherm gewijzigd (pagina 20).
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer
informatie.
Scherm
Aanduiding
Opnamefunctie (43)
Lichtmeetfunctie (46)
Gezichtsherkenning (42)
Bij opname van stilstaande beelden
SteadyShot (52)
Trillingswaarschuwing
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld wellicht
niet goed wordt
opgenomen, vanwege
onvoldoende belichting.
Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt weergegeven, kunt u
het beeld opnemen. U kunt
het beste de steadyshotfunctie inschakelen, de
flitser gebruiken voor een
betere belichting of een
statief of ander hulpmiddel
gebruiken om de camera te
stabiliseren (pagina 8).
RETURN
Bij opname van films
1.3
Zoomvergrotingsfactor
(25, 72)
Kleurfunctie (44)
Contrast (51)
A
Scherm
Aanduiding
Resterende acculading
E
Waarschuwing voor
zwakke accu (117)
Beeldformaat (41)
Modusknop/MENU
(scènekeuze) (28)
PM
Modusknop (23)
Witbalans (49)
16
Scherpte (51)
Aanduidingen op het scherm
B
Scherm
C
Aanduiding
Handmatige
belichtingsfunctie (31)
z RETURN
z SET
Functiegids voor
handmatige belichting (31)
1.0m
Vooraf ingestelde
scherpstelafstand (47)
z
AE/AF-vergrendeling (24)
Standby
OPNMN.
Stand-by/film opnemen
ISO400
ISO-getal (45)
Scherm
Opnamemedia
Opnamemap (64)
101
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
96
Resterend aantal
opneembare beelden
00:00:00
Resterende opnameduur
ON
AF-verlichting (71)
Rode-ogeneffect beperken
(50)
NR lange-sluitertijd
• Als de sluitertijd een
bepaalde snelheid
overschrijdt bij weinig licht,
wordt de NR langesluitertijdfunctie (Noise
Reduction: ruisbeperking)
automatisch ingeschakeld
om beeldruis te
verminderen.
Aanduiding
SL
Flitsfunctie (26)
Flitser wordt opgeladen
Conversielens (73)
D
Scherm
Aanduiding
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (117)
125
Sluitertijd
Zelfontspanner (27)
F3.5
Diafragmawaarde
+2.0EV
Belichtingswaarde (45)
Dradenkruis van de
puntlichtmeting (46)
00:00:12
Opnameduur
AF-bereikzoekerframe (47)
Aanduiding voor AFbereikzoekerframe (47)
Macro (26)
Histogram (20)
17
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
A
Scherm
Aanduiding
Resterende acculading
Beeldformaat (41)
Beveiligen (59)
VOL.
Volume (33)
Afdrukmarkering (DPOF)
(103)
Bij weergave van films
PictBridge-aansluiting
(101)
1.3
Zoomvergrotingsfactor
(33)
PictBridge-aansluiting
(102)
• Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
niet los als het pictogram
wordt weergegeven.
B
Scherm
Aanduiding
N
Weergeven (33)
Weergavebalk
00:00:12
Teller
101-0012
Map-bestandsnummer (61)
2007 1 1
9:30 AM
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld
z STOP
z PLAY
Functiegids voor het
weergeven van beelden
BACK/
NEXT
Beelden selecteren
V VOLUME
Volume aanpassen
Histogram (20)
•
18
wordt weergegeven als
het histogramscherm is
uitgeschakeld.
Aanduidingen op het scherm
C
Scherm
Aanduiding
Weergavemedia
101
Weergavemap (61)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
8/8 12/12
Beeldnummer/aantal
beelden opgenomen in
geselecteerde map
Map wijzigen (61)
• Dit wordt niet weergegeven
als het interne geheugen
wordt gebruikt.
Lichtmeetfunctie (46)
Flitser
Witbalans (49)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (117)
ISO400
ISO-getal (45)
+2.0EV
Belichtingswaarde (45)
500
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
19
De schermweergave wijzigen
v (DISP)-toets
(Schermweergave)
Wanneer u op de v-toets (DISP) drukt,
worden de aanduidingen op het scherm als
volgt gewijzigd.
Helderheid van de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm verhogen
Histogram aan
Tijdens de
weergave worden
de beeldgegevens
weergegeven.
Aanduidingen uit
LCD-scherm uit
Aanduidingen aan
20
Histogramscherm
(pagina 21)
• Als u beelden buiten bekijkt bij helder licht,
kunt u de helderheid van de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
verhogen.
De accu loopt echter sneller leeg als u dit doet.
• Wanneer het scherm op een tv is aangesloten,
wijzigt de weergave van Histogram aan t
Aanduidingen uit t Aanduidingen aan
(pagina 77).
• Het histogram wordt in de volgende gevallen
niet weergegeven:
Tijdens het opnemen
– Als het menu wordt weergegeven
– Tijdens het opnemen van films
Tijdens het weergeven
– Als het menu wordt weergegeven
– In de indexfunctie
– Wanneer u de weergavezoom gebruikt
– Wanneer u stilstaande beelden roteert
– Tijdens het weergeven van films
• U kunt het LCD-scherm niet uitschakelen
tijdens de beeldweergave.
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt weergegeven tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– De flitser afgaat.
– De sluitertijd langzaam of snel is.
• Het histogram wordt wellicht niet weergegeven
voor beelden die zijn opgenomen met andere
camera's.
• Als u het LCD-scherm uitschakelt, werkt de
digitale zoom niet. Wanneer u (flitsfunctie)/
(zelfontspanner)/
(macro) selecteert,
wordt het beeld gedurende ongeveer twee
seconden weergegeven.
De schermweergave wijzigen
z De EV (belichtingswaarde) aanpassen
door een histogram weer te geven
A
B
Donker
Helder
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Druk
herhaaldelijk op v (DISP) om het
histogram in het scherm weer te geven. De
weergegeven grafiek geeft een donker beeld
aan wanneer deze links hoger is en geeft
een helder beeld aan wanneer deze rechts
hoger is.
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram wordt ook weergegeven wanneer
u één beeld weergeeft, maar u kunt de belichting
dan niet aanpassen.
21
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van 31 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden
verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
• Films waarvoor het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)], kunnen niet worden opgenomen in het
interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory
Stick Duo".
B
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
B
Intern
geheugen
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden in het interne
geheugen.
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de
onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer voor en voer de
procedure bij [Kopiëren] uit (pagina 66).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure op pagina 83 tot en met 85 uit zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de
camera is geplaatst.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne
geheugen.
• U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een computer door de
camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de kabel voor de multifunctionele aansluiting. U kunt
gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
22
Basishandelingen
De modusknop gebruiken
Zet de modusknop op de gewenste functie.
Modusknop
Basishandelingen
:
Automatisch instellen
Hiermee kunt u gemakkelijk opnamen maken terwijl de instellingen
automatisch worden aangepast. t pagina 24
P :
Autom. instellen-functie*
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt
aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde).
M:
Opnemen met handmatige belichting*
Hiermee kunt u opnemen nadat u de belichting handmatig hebt ingesteld
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). t pagina 31
:
Filmopnamefunctie
Hiermee kunt u films opnemen met geluid. t pagina 24
/
/
/ /
/SCN (
): Scènekeuzefunctie
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van
de scène. t pagina 28
* U kunt verschillende instellingen selecteren met het menu. (Voor meer informatie over de beschikbare
functies t pagina 40)
23
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische
opnamefunctie)
Modusknop
Sluiterknop
Macrotoets
DISP-toets
Zoeker
Flitsertoets
Zoomtoets
MENU-toets
Zelfontspannertoets
z-toets
v/V/b/B-toets
HOME-toets
Regeltoets
1 Selecteer de gewenste functie van de modusknop.
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische opnamefunctie): selecteer
Bij opname van films: selecteer
.
.
2 Houd de camera stil en houd uw armen langs uw zij.
Plaats het onderwerp
in het midden van het
zoekframe.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Bij opname van stilstaande beelden:
1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding
houdt op met knipperen en blijft branden.
24
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische opnamefunctie)
2Druk de sluiterknop volledig in.
AE/AF-vergrendeling
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Basishandelingen
Bij opname van films:
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt
scherpstellen
• De kortste opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op met de close-upopnamefunctie (Macro) wanneer u
opnamen maakt van een onderwerp dat dichterbij is dan de opnameafstand (pagina 26).
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de AE/
AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Daarnaast verdwijnt het AFbereikzoekerframe. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp.
U kunt op de volgende onderwerpen moeilijk scherpstellen:
–
–
–
–
–
–
–
Ver van de camera en donker
Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein.
Gezien door glas
Snel bewegend
Weerkaatsend licht of glanzend
Knipperend
Met tegenlicht
W/T De zoom gebruiken
Druk op T om in te zoomen en druk op W om uit te zoomen.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie.
Zie pagina 72 voor meer informatie over de [Digitale zoom]-instellingen en de beeldkwaliteit.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
25
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische opnamefunctie)
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op B ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser Auto
Gaat af wanneer er niet voldoende licht of achtergrondverlichting is (standaardinstelling).
: Altijd flitsen
SL : Langzame synchro (Altijd flitsen)
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten
het bereik is van het flitslicht.
: Niet flitsen
• De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt
weergegeven.
Macro (Close-upopname maken)
Druk herhaaldelijk op b (
) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Macro uit
: Macro aan (W-kant: ongeveer 5 cm of verder, T-kant: ongeveer 34 cm of verder)
Macro
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
• Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.
• De snelheid van de automatische scherpstelling daalt wanneer u beelden opneemt met de macrofunctie.
26
Beelden eenvoudig opnemen (Automatische opnamefunctie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V (
) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen
: De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
Zelfontspannerlampje
Basishandelingen
Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en u hoort een pieptoon tot de
sluiter werkt.
Druk nogmaals op V ( ) om te annuleren.
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te
voorkomen door trillingen van de camera wanneer u de sluiterknop indrukt.
27
Stilstaande beelden opnemen
(Scènekeuzefunctie)
MENU-toets
Sluiterknop
z-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
Modusknop
Selecteren met de modusknop
1 Selecteer de gewenste functie in de scènekeuzefunctie (
/
/
/
/
)
met de modusknop.
2 Maak een foto met de sluiterknop.
Selecteren in het menuscherm
1 Selecteer SCN met de modusknop.
2 Druk op de toets MENU en kies uit
/
/
/
met behulp van b/B op de
controletoets (pagina 39).
3 Maak een foto met de sluiterknop.
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functie.
De scènekeuzefunctie annuleren
Zet de modusknop op een andere functie dan de scènekeuzefunctie.
28
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de
scèneomstandigheden.
Functies geselecteerd met de modusknop
Hoge gevoeligheid
Extra hoge
gevoeligheid
Hiermee kunt u zonder flitser en
bij weinig licht zachtere foto's
maken. Het beeldformaat is
ingesteld op [3M].
Strand
Soft Snap
Hiermee kunt u beelden opnemen
met een rustige achtergrond voor
foto's van mensen, bloemen,
enzovoort.
Schemer-portret*
Geschikt voor het opnemen van
portretten op donkere plaatsen.
Hiermee kunt u scherpe beelden
van personen opnemen op
donkere plaatsen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Wanneer u beelden aan het water
opneemt, wordt de blauwe kleur
van het water duidelijk
opgenomen.
Basishandelingen
Hiermee worden wazige beelden
voorkomen wanneer u beelden
zonder flitser opneemt bij weinig
licht.
Functies geselecteerd in het menuscherm
Sneeuw
Wanneer u beelden in de sneeuw
opneemt of op andere plaatsen
waar het hele scherm wit is,
gebruikt u deze functie om flauwe
kleuren te voorkomen en
duidelijke beelden op te nemen.
Vuurwerk*
Hiermee kunt u vuurwerk
opnemen in al zijn glorie.
Schemer*
Hiermee kunt u's nachts beelden
in de verte opnemen zonder de
donkere atmosfeer van de
omgeving te verliezen.
Landschap
Hiermee wordt alleen
scherpgesteld op een onderwerp in
de verte om landschappen,
enzovoort op te nemen.
* Wanneer u beelden opneemt met
(Schemer-portret) of (Schemer) of
(Vuurwerk) is de sluitertijd
langer. U kunt het beste een statief gebruiken om wazige foto's te voorkomen.
29
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
Functies die u in de scènekeuze kunt gebruiken
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te
nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de
scènekeuzefunctie.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
Macro
Flitser
Gezichtsherkenning
Burst/
Bracket
—
—
EV
Witbalans
*
RodeSteadyShot
ogeneffect
—
—
SL
—
—
/
**
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
*
/
—
—
/
—
—
—
—
—
* [Flitser] kan niet worden geselecteerd
** Als [Conversielens] niet ingesteld is op [Uit], dan is de flitser ingesteld op
30
—
—
—
—
(Niet flitsen).
Opnemen met de handmatige belichting
Sluiterknop
z-toets
v/V/b/B-toets
Modusknop
1 Selecteer M met de modusknop en druk op z op de regeltoets.
• [SET] wijzigt in [RETURN] in de linkeronderhoek van het scherm en de camera wordt ingesteld op
de handmatige belichtingsfunctie.
Basishandelingen
Regeltoets
2 Pas de belichting handmatig aan met de regeltoets.
b/B: Diafragma (F-waarde)
v/V: Sluitertijd
Diafragmawaarde
RETURN
Sluitertijd
• Kies uit onderstaande diafragmawaarden.
– Als de zoom volledig op de stand Wide is ingesteld, kunt u een diafragma kiezen uit F2,8, F5,6 of
F8,0.
– Als de zoom volledig op de stand Tele is ingesteld, kunt u een diafragma kiezen uit F5,5, F11 of
F16.
• U kunt een sluitertijd selecteren van 30 tot 1/1.000 seconden.
Het verschil tussen de instellingen en de correcte belichting, beoordeeld door de camera, verschijnt als
een EV-waarde (pagina 45) op het scherm. 0EV geeft de waarde aan die door de camera is gekozen
als de meest geschikte.
31
Opnemen met de handmatige belichting
3 Foto's maken met de sluiterknop.
• De flitser is ingesteld op (Flitser aan) of
(Flitser uit).
• Sluitertijden van een seconde of langer worden aangegeven door ["], bijvoorbeeld [1"].
• Als u de sluitertijd lager instelt, is het raadzaam een statief te gebruiken om trillingseffecten te
voorkomen.
• Als u minder dan 1/3 seconde selecteert, wordt de NR langzame sluitertijdfunctie automatisch
geselecteerd om beeldruis te verminderen en [NR] verschijnt op het scherm.
• Als u lage sluitertijden instelt, duurt het even voordat de gegevens verwerkt zijn.
32
Beelden weergeven
(Weergavezoom)/
(Index)-toets
(Weergavezoom)-toets
(Weergave)toets
z-toets
HOME-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
1 Druk op de
Basishandelingen
MENU-toets
(Weergave)-toets.
• Als u op
(Weergave) drukt wanneer de camera is uitgeschakeld, wordt de camera automatisch
ingeschakeld en ingesteld op de weergavefunctie. Als u wilt terugkeren naar de opnamefunctie, drukt
u nogmaals op
(Weergave).
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film:
Druk op z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.)
Druk op B om snel vooruit te spoelen, druk op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om
terug te keren naar normale weergave.)
Druk op V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en druk op b/B om het
volume aan te passen.
• Films met het beeldformaat [320] worden één formaat kleiner weergegeven.
/
Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Druk op
wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven.
Druk op
om het zoomen ongedaan te maken.
Pas de positie aan: v/V/b/B
Weergavezoom annuleren: z
• Vergrote beelden opslaan: [Trimmen] (pagina 58)
33
Beelden weergeven
Indexscherm weergeven
Druk op
(Index) om het indexscherm weer te geven terwijl een stilstaand beeld wordt
weergegeven.
Selecteer een beeld met v/V/b/B.
Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op z.
Als u de "Memory Stick Duo" gebruikt en er meerdere mappen zijn, selecteert u de
selectiebalk voor mappen met b en selecteert u de gewenste map met v/V.
• U kunt het indexscherm ook openen door [
Indexweergave] te selecteren vanuit
(Beelden bekijken) in het HOME-scherm.
• Wanneer u op
(Index) drukt, wordt het aantal beelden op het indexscherm gewijzigd.
34
Beelden verwijderen
(Index)-toets
MENU-toets
z-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
1 Druk op de
Basishandelingen
(Weergave)-toets
(Weergave)-toets.
2 Druk op MENU tijdens weergave in de enkelbeeldfunctie of in de
indexfunctie.
3 Selecteer
[Wissen] met v op de regeltoets.
4 Selecteer de gewenste verwijderingsmethode met b/B uit [Dit beeld],
[Meerdere beelden] en [Alle in deze map] en druk vervolgens op z.
35
Beelden verwijderen
Wanneer u [Dit beeld] selecteert
Het geselecteerde beeld wordt verwijderd.
Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Wanneer u [Meerdere beelden] selecteert
Er worden meerdere beelden tegelijk geselecteerd en verwijderd.
1 Selecteer de beelden die u wilt verwijderen en druk op z.
(vinkje) verschijnt in het selectievakje van het beeld.
Enkelbeeld
Indexweergave
2 Druk op MENU.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Wanneer u [Alle in deze map] selecteert
Alle beelden in de geselecteerde map worden verwijderd.
Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
• Nadat u [Meerdere beelden] op het indexscherm hebt geselecteerd, kunt u alle beelden in een
map verwijderen door de selectiebalk voor mappen te selecteren met b en door een
vinkje bij de map te plaatsen.
36
Meer informatie over de verschillende functies –
HOME/Menu
Het HOME-scherm gebruiken
Het HOME-scherm is het basisscherm dat wordt gebruikt voor toegang tot de verschillende
functies. Het HOME-scherm is toegankelijk, ongeacht of u de opname- of weergavefunctie
gebruikt.
Regeltoets
HOME-toets
Basishandelingen
z-toets
v/V/b/B-toets
1 Druk op HOME om het HOME-scherm weer te geven.
Categorie
Item
Gids
2 Selecteer een categorie met b/B op de regeltoets.
3 Selecteer een item met v/V en druk vervolgens op z.
• U kunt het HOME-scherm niet weergeven wanneer een PictBridge-aansluiting of een USB-
verbinding tot stand is gebracht.
• De camera wordt op de opnamefunctie ingesteld door de sluiterknop half in te drukken.
37
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu
HOME-items
Als u op de HOME-toets drukt, worden de volgende items weergegeven. De gids geeft meer
informatie over de items weer op het scherm.
Categorie
Items
Opnemen*
Opnemen (pagina 23)
Beelden bekijken
Enkelbeeld (pagina 53)
Indexweergave (pagina 53)
Diavoorstelling (pagina 53)
Afdrukken, Overig
Afdrukken (pagina 100)
Muziek-tool (pagina 96)
Downl. muz.
Geheugen beheren
Format. muz.
Geheugen-tool
Memory Stick tool (pagina 64)
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Kopiëren
Intern geheugen-tool (pagina 67)
Formatteren
Instellingen
Hoofdinstellingen
Hoofdinstellingen 1 (pagina 68)
Pieptoon
Functiegids
Initialiseren
Hoofdinstellingen 2 (pagina 69)
USB-aansl.
COMPONENT
Video-uit
Opname-instellingen
Opname-instellingen 1 (pagina 71)
AF-verlicht.
Stramienlijn
AF-functie
Digitale zoom
Conversielens
Opname-instellingen 2 (pagina 74)
Autom. Oriëntatie
Auto Review
Klokinstellingen (pagina 75)
Language Setting (pagina 76)
*De opnamemodus die met de modusknop is geselecteerd, wordt toegepast.
38
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu
De menu-items gebruiken
MENU-toets
Regeltoets
1 Druk op MENU om het menu weer te geven.
Basishandelingen
z-toets
v/V/b/B-toets
Functiegids
Door [Functiegids] in te stellen op [Uit]
schakelt u de functiegids uit (pagina 68).
• Het menu wordt alleen weergegeven tijdens de opname- en weergavefunctie.
• Verschillende items zijn beschikbaar afhankelijk van de geselecteerde functie.
2 Selecteer het gewenste menu-item met v/V op de regeltoets.
• Als het gewenste item is verborgen, blijft u op v/V drukken tot het item op het scherm wordt
weergegeven.
3 Selecteer een instelling met b/B.
• Als de gewenste instelling is verborgen, blijft u op b/B drukken tot de instelling op het scherm wordt
weergegeven.
• Druk op z wanneer u een item hebt geselecteerd in de weergavefunctie.
4 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
39
Menu-items
De beschikbare menu-items zijn afhankelijk van de camerafunctie.
Het opnamemenu is alleen beschikbaar in de opnamefunctie en het weergavemenu is alleen
beschikbaar in de weergavefunctie.
Daarnaast zijn de beschikbare menu-items afhankelijk van de stand van de modusknop. Alleen
de beschikbare items worden op het scherm weergegeven.
( : beschikbaar)
Stand modusknop:
P
M
—
—
—
—
Scène
Menu voor opnemen (pagina 41)
Scènekeuze
—
Beeldformaat
*
—
*
Gezichtsherkenning
Opn.functie
*
—
*
—
Kleurfunctie
—
—
ISO
—
—
EV
—
—
Lichtmeetfun.
—
—
Scherpstellen
—
—
Witbalans
—
*
Flitsniveau
—
—
—
*
—
—
—
—
Scherpte
—
—
—
SteadyShot
—
Rodeogeneffect
Contrast
SETUP
*De bewerking is beperkt op basis van de geselecteerde scènekeuzefunctie (pagina 30).
Menu voor weergeven (pagina 56)
(Wissen)
(Diavoorstelling)
(Bijwerken)
(Beveiligen)
(Roteren)
(Map kiezen)
(Afdrukken)
40
Functies voor opnemen gebruiken
Opnamemenu
Hieronder worden de functies beschreven die beschikbaar zijn via de MENU-toets. Zie
pagina 39 voor meer informatie over de bediening van het menu.
De functies die grijs worden weergegeven, kunt u niet gebruiken.
Niet beschikbaar
Beschikbaar
Functies geselecteerd in het menuscherm als
de modusknop is ingesteld op SCN
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Hiermee maakt u de scènekeuze in het menu.
U kunt beelden opnemen met de vooraf bepaalde instellingen om met verschillende scèneomstandigheden overeen te komen (pagina 28).
Beeldformaat: het beeldformaat selecteren
Functies voor opnemen gebruiken
Scènekeuze: de scène selecteren
Voor stilstaande beelden
Hiermee wordt het beeldformaat geselecteerd voor het
opnemen van stilstaande beelden. Zie pagina 11 en 12 voor
meer informatie.
• Het beeldformaat ligt vast op [3M] als [Extra hoge gevoeligheid] is geselecteerd.
Voor films
(Fijn)
(Standaard)
Hiermee wordt het beeldformaat geselecteerd voor het
opnemen van films. Zie pagina 12 voor meer informatie.
41
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
Gezichtsherkenning: het gezicht van het onderwerp herkennen
Hiermee selecteert u of u de functie voor gezichtsherkenning wilt gebruiken.
(Aan)
Bij de functie voor gezichtsherkenning worden ook de
scherpstelling, flitser, belichting, witbalans en de voorflitser
voor beperking van het rode-ogeneffect ingesteld.
Markering
gezichtsherkenning
Frame
gezichtsherkenning
(Uit)
Maakt geen gebruik van de gezichtsherkenningsfunctie.
• Als [Gezichtsherkenning] op [Aan] is ingesteld, werkt de digitale zoom niet.
• Alleen beschikbaar voor [Soft Snap], de standaardinstelling is [Aan].
• Er kunnen maximaal 8 gezichten in de onderwerpen worden herkend. Wanneer u opnamen
maakt met Soft Snap, kunnen er echter maximaal 2 gezichten worden herkend.
• Wanneer de camera meerdere onderwerpen herkent, zal de camera bepalen wat het
hoofdonderwerp is en de scherpstelling instellen met voorrang.
• Het frame waarop is scherpgesteld, wordt groen door de sluiterknop half in te drukken. Zelfs
wanneer het frame niet groen wordt en de afstand van het onderwerp waarop is scherpgesteld
en de afstand tot andere onderwerpen dezelfde is, wordt scherpgesteld op alle onderwerpen.
• De gezichtsherkenning mislukt mogelijk, afhankelijk van de omstandigheden waaronder de
functie wordt gebruikt.
42
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren
Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u de sluiterknop indrukt.
(Normaal)
(Burst)
Er wordt niet continu opgenomen.
Hiermee worden maximaal 100 beelden achter elkaar
opgenomen wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt.
• De flitser is ingesteld op
BRK±0,7EV
BRK±1,0EV
(Niet flitsen).
Hiermee wordt een reeks van drie beelden opgenomen
waarbij de belichtingswaarden automatisch iets worden
verschoven (Exposure Bracket).
Hoe groter de waarde van de bracket-stap, hoe groter de
verschuiving van de belichtingswaarde.
• Wanneer u de juiste belichting niet kunt bepalen, maakt u
opnamen in de Exposure Bracket-functie, zodat de
belichtingswaarde wordt verschoven. U kunt achteraf het beeld
kiezen met de beste belichting.
Functies voor opnemen gebruiken
BRK±0,3EV
• Wanneer de modusknop is ingesteld op
, is de Exposure
Bracket-functie niet beschikbaar.
• De flitser is ingesteld op
(Niet flitsen).
De Burst-functie
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een reeks van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Bij opnames met de modusknop ingesteld op M, kunt u een sluitertijd van 1/3 seconde of lager niet
selecteren.
• Het opname-interval bedraagt ongeveer 0,5 seconden. Het opname-interval wordt mogelijk langer,
afhankelijk van de instelling voor het beeldformaat.
• Als de accu bijna leeg is, of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burstfunctie.
Over de Exposure Bracket-functie
• De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook
gebruikt voor de andere beelden.
• Bij opnames met de modusknop ingesteld op M, kunt u een sluitertijd van 1/3 seconde of lager niet
selecteren.
• Als de belichting handmatig is aangepast (pagina 45), wordt de belichting verschoven aan de hand van de
aangepaste helderheid.
• Het opname-interval bedraagt ongeveer 0,5 seconden.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kunt u wellicht niet goed opnemen met de geselecteerde
waarde voor de bracket-stap.
43
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
(Normaal)
(Levendig)
Het beeld wordt ingesteld op heldere, diepe kleuren.
(Natuurlijk)
Het beeld wordt ingesteld op rustige kleuren.
(Sepia)
Het beeld wordt ingesteld op sepia.
(Z-W)
Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren.
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Normaal], [Sepia] of [Z-W] selecteren.
44
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
ISO: de lichtgevoeligheid selecteren
Lage ISO-gevoeligheid
Hoge ISO-gevoeligheid
Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe
hoger de gevoeligheid.
• Voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid, zie pagina 10.
• Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger
wordt.
• [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie. Indien de camera is ingesteld op [Extra hoge
gevoeligheid], wordt de gevoeligheid tot een maximum van 6.400 verhoogd.
• U kunt alleen kiezen uit [ISO AUTO], [ISO 100] of [ISO 400] indien de camera is ingesteld op Burst of
Exposure Bracket.
• Als u opneemt bij heldere omstandigheden, verhoogt de camera automatisch de tintreproductie en helpt zo
voorkomen dat beelden erg licht worden (behalve als [ISO] is ingesteld op [ISO 100]).
Functies voor opnemen gebruiken
Selecteer een hoge waarde wanneer u op een donkere plaats
of een snel bewegend onderwerp opneemt, en selecteer een
lage waarde om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
EV: de lichtintensiteit instellen
Hiermee kunt u de belichting handmatig
aanpassen.
Naar –
Naar +
–2.0EV
Naar –: maakt het beeld donkerder.
0EV
De belichting wordt automatisch bepaald door de camera.
+2.0EV
Naar +: maakt het beeld helderder.
45
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
• Voor meer informatie over de belichting, zie pagina 9.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
Lichtmeetfun.: de lichtmeetfunctie selecteren
Hiermee kunt u de lichtmeetfunctie selecteren die bepaalt welk gedeelte van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
(Multi)
Hiermee wordt het beeld opgedeeld in meerdere gedeelten en
wordt op elk gedeelte een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting (Lichtmeting met
meerdere patronen).
(Midden)
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat gedeelte van het onderwerp
(Lichtmeting met nadruk op het midden).
(Punt)
(Alleen voor stilstaande
beelden)
Hiermee wordt slechts een gedeelte van het onderwerp
gebruikt voor de lichtmeting (Puntlichtmeting).
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp tegenlicht heeft
of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
• Voor meer informatie over de belichting, zie pagina 9.
• Bij gebruik van puntlichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden kunt u het beste [Scherpstellen]
instellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (pagina 47).
46
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
Scherpstellen: de scherpstelmethode wijzigen
U kunt de scherpstellingsmethode wijzigen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp
te stellen met de functie voor automatische scherpstelling.
(Multi-AF)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe
(Midden-AF)
(Alleen voor stilstaande
beelden)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het midden van het zoekerframe.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
AF-bereikzoekerframe
Functies voor opnemen gebruiken
AF-bereikzoekerframe
(Alleen voor stilstaande
beelden)
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe
(Punt-AF)
(Alleen voor stilstaande
beelden)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een zeer klein
onderwerp of een klein gebied.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen. Houd de camera stevig
vast zodat het onderwerp en het AF-bereikzoekerframe op één
lijn blijven.
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor
AF-bereikzoekerframe
47
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
0.5 m
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met een
vooraf gedefinieerde afstand tot het onderwerp. (Vooraf
ingestelde scherpstelling)
1.0 m
3.0 m
7.0 m
(onbeperkte afstand)
• Wanneer u een onderwerp door een net of een ruit opneemt, is
het moeilijk om scherp te stellen met de functie voor
automatische scherpstelling. In deze gevallen kunt u het beste
[Scherpstellen] gebruiken.
• AF betekent Auto Focus (Automatische scherpstelling).
• De informatie over de ingestelde afstand bij "Vooraf ingestelde scherpstelling" is slechts bij benadering.
Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout vergroot.
• Wanneer u de digitale zoomfunctie of de AF-verlichting gebruikt, wordt het normale AFbereikzoekerframe uitgeschakeld en wordt een nieuw AF-bereikzoekerframe weergegeven met een
stippellijn. In dit geval wordt voorrang gegeven aan onderwerpen rond het midden van het frame.
z Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp
Wanneer u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm) of wanneer u [MiddenAF] of [Punt-AF] gebruikt, zal de camera mogelijk niet scherpstellen op een onderwerp aan de rand van het
frame.
P
96
In dergelijke gevallen doet u het volgende.
1 Stel het beeld opnieuw samen zodat het onderwerp zich in het midden van de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp (AF-vergrendeling).
AF-bereikzoekerframe
Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling
Zolang u de sluiterknop niet volledig indrukt, kunt u de procedure zo vaak u wilt opnieuw
uitvoeren.
2 Wanneer de aanduiding voor AE/AF-vergrendeling ophoudt met knipperen en blijft branden,
keert u terug naar het samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop volledig in.
48
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
Witbalans: de kleurtinten aanpassen
Hiermee kunt u de kleurtinten aanpassen aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het
opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld er vreemd uitzien.
(Autom.)
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld.
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
bij heldere hemel, zonsondergang, nachtelijke scènes,
neonreclame of vuurwerk.
(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of
schaduwrijke omgeving.
(Fluorescerend licht 1)/
(Fluorescerend licht 2)/
(Fluorescerend licht 3)
Fluorescerende lamp 1: hiermee wordt gecompenseerd voor
fluorescerende verlichting.
Fluorescerende lamp 2: hiermee wordt gecompenseerd voor
natuurlijk wit fluorescerende verlichting.
Fluorescerende lamp 3: hiermee wordt gecompenseerd voor
dagwit fluorescerende verlichting.
n (Gloeilamp)
Functies voor opnemen gebruiken
(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen onder een
gloeilamp of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio.
49
Opnamemenu
(Flitser)
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt.
• Zie pagina 10 voor meer informatie over de witbalans.
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs
niet als u [Fluorescerend licht 1], [Fluorescerend licht 2] of [Fluorescerend licht 3] hebt ingesteld.
• Behalve in de functies [Flitser] is [Witbalans] ingesteld op [Autom.] wanneer de flitser afgaat.
Flitsniveau: de hoeveelheid flitslicht instellen
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
(–)
Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager.
(Normaal)
(+)
Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger.
• Zie pagina 26 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie.
Rode-ogeneffect: het rode-ogeneffect beperken
De flitser gaat twee of meer keren voor het
opnemen af om het rode-ogeneffect te verminderen
tijdens het gebruik van de flitser.
(Autom.)
Vermindert het rode-ogeneffect wanneer dat nodig is, behalve
wanneer u de functie Gezichtsherkenning gebruikt.
(Aan)
De flitser gaat altijd af om het rode-ogeneffect te beperken.
(Uit)
Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet
gebruikt.
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de
invloed van trillingen te voorkomen. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
50
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, levert de functie voor beperking
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat op. In een dergelijk geval kunt u het rodeogeneffect aanpassen met [Bijwerken] in het weergavemenu nadat u beelden hebt opgenomen (pagina 58).
• Wanneer de functie Gezichtsherkenning niet gebruikt wordt, werkt het rode-ogeneffect niet, ook al hebt u
[Autom.] geselecteerd.
Contrast: het contrast aanpassen
Hiermee past u het contrast van het beeld aan.
(–)
Naar –: vermindert het contrast.
(+)
Naar +: verhoogt het contrast.
(DRO)
Past het contrast van het beeld automatisch aan.
• Als u de flitser gebruikt en [Lichtmeetfun.] is op [Midden] of
[Punt] ingesteld, dan wordt het contrast niet automatisch
aangepast.
Scherpte: de scherpte aanpassen
Functies voor opnemen gebruiken
(Normaal)
Hiermee past u de scherpte van het beeld aan.
(–)
Naar –: maakt het beeld zachter.
(Normaal)
(+)
Naar +: maakt het beeld scherper.
51
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
SteadyShot: de steadyshot-functie selecteren
Hiermee kunt u de steadyshot-functie selecteren.
(Opnemen)
De steadyshot-functie wordt geactiveerd als de sluiterknop
half ingedrukt wordt.
(Continu)
De steadyshot-functie is permanent geactiveerd.
Beeldstabilisatie is mogelijk, zelfs als er wordt ingezoomd op
een ver verwijderd onderwerp.
• De batterij verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie
[Opnemen].
(Uit)
Hiermee wordt de steadyshot-functie niet gebruikt.
• In de automatische opnamefunctie wordt [SteadyShot] ingesteld op [Opnemen].
• Voor films kunt u alleen [Continu] en [Uit] gebruiken.
De standaardinstelling is ingesteld op [Continu].
• De steadyshot-functie functioneert in de volgende gevallen wellicht niet goed.
– Als de bewegingen met de camera te hevig zijn
– Bij een te lange sluitertijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van nachtelijke scènes
SETUP: de opname-instellingen selecteren
Hiermee selecteert u de instellingen voor de opnamefunctie. De items die in dit menu worden
weergegeven, zijn dezelfde als in [
Opname-instellingen] in het HOME-scherm. Zie
pagina 38.
52
Functies voor weergeven gebruiken
Beelden weergeven vanaf het HOMEscherm
U kunt kiezen op welke manier de beelden moeten worden weergegeven.
HOME-toets
1 Druk op HOME.
2 Selecteer
(Beelden bekijken) met b/B op de regeltoets.
3 Selecteer de gewenste weergavemethode met v/V.
(Enkelbeeld): één beeld weergeven
(Indexweergave): een lijst met beelden afspelen
Hiermee wordt een lijst met beelden uit de geselecteerde map weergegeven. U kunt hiervoor
ook op
(Index) drukken (pagina 34).
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
1 Selecteer [
Diavoorstelling] in het HOME-scherm.
Functies voor weergeven gebruiken
Hiermee wordt het laatst opgenomen beeld weergegeven. U kunt hiervoor ook op
(Weergave) drukken (pagina 33).
2 Selecteer [Start] met v/V en druk vervolgens op z om de weergave te starten.
De diavoorstelling onderbreken
Druk op z op de regeltoets.
Selecteer [Verder] met v/V en druk vervolgens op z om opnieuw te starten.
• De diavoorstelling gaat verder vanaf het beeld dat werd onderbroken. De muziek begint echter weer vanaf
het begin.
53
Beelden weergeven vanaf het HOME-scherm
Het vorige/volgende beeld weergeven
Druk op b/B terwijl de diavoorstelling is onderbroken.
Het volume van de muziek aanpassen
Druk op V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en druk op b/B om het volume
aan te passen.
De diavoorstelling beëindigen
Selecteer [Sluiten] met v/V terwijl de diavoorstelling is onderbroken en druk vervolgens op z.
De instellingen wijzigen
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Beeld
Wanneer u een "Memory Stick Duo" gebruikt (niet bijgeleverd)
Map
Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven.
Alle beelden
Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op
volgorde weergegeven.
Effecten
Eenvoudig
Een eenvoudige diavoorstelling die geschikt is voor veel
verschillende scènes.
Nostalgisch
Een donkere diavoorstelling die vergelijkbaar is met de
atmosfeer van een filmscène.
Stijlvol
Een stijlvolle diavoorstelling met een gemiddelde snelheid.
Actief
Een diavoorstelling met een hoge snelheid voor actieve
scènes.
Normaal
Een standaarddiavoorstelling waarbij beelden worden
gewijzigd volgens een vooraf ingesteld interval.
• Wanneer u ingesteld hebt op [Eenvoudig], [Nostalgisch], [Stijlvol] of [Actief] kunnen alleen stilstaande
beelden worden weergegeven.
• Muziek wordt niet afgespeeld (ingesteld op [Uit]) tijdens een diavoorstelling met de instelling [Normaal].
Het geluid van films wordt weergegeven.
54
Beelden weergeven vanaf het HOME-scherm
Muziek
De vooraf ingestelde muziek is afhankelijk van het geselecteerde effect.
Music 1
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Eenvoudig].
Music 2
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Nostalgisch].
Music 3
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Stijlvol].
Music 4
De standaardinstelling voor een diavoorstelling met de
instelling [Actief].
Uit
Instelling voor een diavoorstelling met de instelling
[Normaal]. Geen muziek beschikbaar.
Interval
5 sec
Het weergave-interval van beelden voor een diavoorstelling
met de instelling [Normaal] instellen.
10 sec
30 sec
1 min
Autom.
Het interval is ingesteld zodat dit geschikt is voor het
geselecteerde [Effecten]-item.
De instelling is vastgesteld op [Autom.] wanneer [Normaal]
niet is geselecteerd bij [Effecten].
Functies voor weergeven gebruiken
3 sec
Herhalen
Aan
De weergave van de beelden wordt continu herhaald.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de
diavoorstelling beëindigd.
z Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
U kunt een gewenst muziekbestand van uw CD of MP3-bestanden overbrengen naar een camera voor
weergave tijdens een diavoorstelling. U kunt muziek overbrengen met [
Muziek-tool] in
(Afdrukken, Overig) in het HOME-scherm en de software "Music Transfer" (bijgeleverd) die op een
computer is geïnstalleerd. Zie pagina 96 en 98 voor meer informatie.
• U kunt maximaal vier liedjes op de camera opnemen (de vier vooraf ingestelde liedjes (Music 1-4) kunnen
worden vervangen door de muziek die u overbrengt).
• De maximale lengte van elk muziekbestand voor weergave op de camera is 3 minuten.
• Als u geen muziekbestand kunt weergeven omdat het bestand beschadigd is of niet goed werkt, voer dan
[Format. muz.] (pagina 96) uit en breng de muziek opnieuw over.
55
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
In dit gedeelte worden de menu-items besproken die beschikbaar zijn wanneer u op de
MENU-toets drukt in de weergavefunctie. Zie pagina 39 voor meer informatie over de
bediening van het menu.
(Wissen): beelden verwijderen
Hiermee kunt u beelden selecteren en verwijderen in het scherm met één beeld of het
indexscherm (zie pagina 35).
(Dit beeld)
Hiermee verwijdert u het beeld dat momenteel is geselecteerd.
(Meerdere beelden)
Selecteert en verwijdert meerdere beelden.
(Alle in deze map)
Alle beelden in de geselecteerde map worden verwijderd.
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
Dit item heeft dezelfde functie als [
Zie pagina 53.
Diavoorstelling] in het HOME-scherm.
(Bijwerken): stilstaande beelden bijwerken nadat deze zijn opgenomen
Het bijgesneden beeld wordt opgenomen als het meest recente bestand in de geselecteerde
opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft behouden.
Stilstaande beelden bijwerken
1 Selecteer beelden om deze bij te werken op het scherm met één beeld of het indexscherm.
2 Druk op de toets MENU.
3 Selecteer [Bijwerken] met v/V en druk vervolgens op z nadat u de gewenste stand hebt
geselecteerd met b/B.
4 Werk de beelden bij volgens onderstaande instructies.
• Beelden kunnen niet worden bijgewerkt als de camera is aangesloten op een High Definition-televisie.
56
Weergavemenu
(Lagere beeldscherpte)
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
Maakt de omtrek van een gekozen punt in het beeld wazig om een
onderwerp te doen opvallen.
1 Stel het middelpunt van het beeld dat u wilt bijwerken in met
v/V/b/B en druk op de MENU-toets.
2 Selecteer [Niveau] met v/V en druk op z.
Selecteer het bijwerkniveau met v/V en druk vervolgens
opnieuw op z.
3 Pas het bereik dat u wilt bijwerken aan met de W/T-toets.
4 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
(Gedeeltelijk kleur)
Omgeeft een gekozen punt om een onderwerp monochroom te
doen opvallen.
(Vissenooglens)
Rondom een gekozen punt een vissenoogeffect toepassen.
Functies voor weergeven gebruiken
1 Stel het middelpunt van het beeld dat u wilt bijwerken in met
v/V/b/B en druk op de MENU-toets.
2 Pas het bereik dat u wilt bijwerken aan met de W/T-toets.
3 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
1 Stel het middelpunt van het beeld dat u wilt bijwerken in met
v/V/b/B en druk op de MENU-toets.
2 Selecteer [Niveau] met v/V en druk op z.
Selecteer het bijwerkniveau met v/V en druk vervolgens
opnieuw op z.
3 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
57
Weergavemenu
(Stereffect)
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
Voegt een stereffect toe aan lichtbronnen.
1 Selecteer [Niveau] met v/V en druk op z.
Selecteer het bijwerkniveau met v/V en druk vervolgens
opnieuw op z.
2 Pas de lengte die u wilt bijwerken aan met de W/T-toets.
3 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
(Trimmen)
Neemt het ingezoomde weergavebeeld op.
1 Druk op de W/T-toets om in te zoomen op het gebied dat moet
worden bijgesneden.
2 Stel het punt in met v/V/b/B en druk op de MENU-toets.
3 Selecteer [Beeldformaat] met v/V en druk vervolgens op z.
Selecteer Beeldformaat om op te nemen met v/V en druk
vervolgens opnieuw op z.
4 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
(Rode-ogen-correctie)
Corrigeert het rode-ogen-fenomeen dat door een flitser wordt
veroorzaakt.
Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
• Het is mogelijk dat u rode ogen niet kunt corrigeren, afhankelijk van
het beeld.
Wanneer u [Trimmen] selecteert
• Het beeldformaat dat u kunt bijsnijden, kan verschillen afhankelijk van het beeld.
• De beeldkwaliteit van bijgesneden beelden kan afnemen.
58
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
(Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
(Dit beeld)
Het geselecteerde beeld wordt beveiligd/de vergrendeling wordt
opgeheven.
(Meerdere beelden)
Er worden meerdere beelden geselecteerd en deze worden
beveiligd/de vergrendeling wordt opgeheven.
Een beeld beveiligen
1 Selecteer de beelden die u wilt beveiligen in de enkelbeeldfunctie of in de indexfunctie.
2 Druk op MENU.
3 Selecteer [Beveiligen] met v/V, selecteer [Dit beeld] met b/B en druk vervolgens op z.
Het beeld is beveiligd en de aanduiding
(Beveiligen) wordt op het beeld weergegeven.
1 Druk op MENU in de enkelbeeldfunctie of in de indexfunctie.
2 Selecteer [Beveiligen] met v/V, selecteer [Meerdere beelden] met b/B en druk vervolgens op z.
In de enkelbeeldfunctie:
3 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd met .
Functies voor weergeven gebruiken
Beelden selecteren en beveiligen
4 Druk op b/B om andere beelden die u wilt beveiligen weer te geven en druk op z.
5 Druk op MENU.
6 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
In de indexfunctie:
3 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd met .
4 Herhaal stap 3 om andere beelden te beveiligen.
5 Om alle beelden in een map te selecteren, selecteer de selectiebalk voor mappen met b en druk
vervolgens op z.
De geselecteerde map wordt gemarkeerd met
.
6 Druk op MENU.
7 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
De aanduiding
(Beveiligen) wordt op de geselecteerde beelden weergegeven.
59
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
De beveiliging annuleren
Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt annuleren en verwijder de vergrendeling
door de procedure voor het beveiligen nogmaals te herhalen.
De aanduiding
(Beveiligen) verdwijnt.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op het opnamemedium worden
gewist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens niet kunnen worden
hersteld.
• Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren.
: een afdrukmarkering toevoegen
Hiermee voegt u een afdrukmarkering
Zie pagina 103.
toe aan beelden die u wilt afdrukken.
(Dit beeld)
Hiermee bevestigt/verwijdert u de DPOF-gebaseerde
printmarkering aan (van) het momenteel geselecteerde beeld.
(Meerdere beelden)
Hiermee selecteert u beelden en bevestigt/verwijdert u de DPOFgebaseerde printmarkeringen aan (van) de beelden.
(Afdrukken): beelden afdrukken met een printer
Zie pagina 100.
Dit item heeft dezelfde functie als [
Afdrukken] in het HOME-scherm.
(Roteren): een stilstaand beeld roteren
Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
3 Selecteer [Roteren] met v/V op de regeltoets en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [
] en roteer vervolgens het beeld met b/B.
5 Selecteer [OK] met v/V en druk vervolgens op z.
• U kunt beveiligde beelden of films niet roteren.
• Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk
van de gebruikte software.
60
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 39
(Map kiezen): een map selecteren voor het weergeven van beelden
Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera
met "Memory Stick Duo" gebruikt.
1 Selecteer de gewenste map met b/B op de regeltoets.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het selecteren van een map annuleren
Selecteer [Sluiten] in stap 2 en druk vervolgens op z.
Functies voor weergeven gebruiken
z De map
De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen
of een nieuwe map maken.
• Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 64)
• De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 65)
• Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven.
: naar de vorige map
: naar de volgende map
: naar de vorige of volgende map
61
De instellingen aanpassen
De functie Geheugen beheren en de
instellingen aanpassen
U kunt de standaardinstellingen wijzigen met
het HOME-scherm.
(Geheugen beheren) of
(Instellingen) in
Regeltoets
z-toets
v/V/b/B-toets
HOME-toets
1 Druk op HOME om het HOME-scherm weer te geven.
2 Selecteer
(Geheugen beheren) of
(Instellingen) met b/B op de
regeltoets.
3 Selecteer het gewenste item met v/V en druk vervolgens op z.
4 Druk op B en selecteer de gewenste instelling met v/V en druk vervolgens
op z.
62
De functie Geheugen beheren en de instellingen aanpassen
5 Selecteer de gewenste instelling met v/V en druk vervolgens op z.
Het wijzigen van de instelling annuleren
Selecteer [Annul.] als deze optie beschikbaar is en druk op z.
Druk op b op de regeltoets als dat niet het geval is.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
• De camera wordt op de opnamefunctie ingesteld door de sluiterknop half in te drukken.
De instellingen aanpassen
63
Geheugen beheren
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Geheugen-tool — Memory Stick tool
Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Formatteren
Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory
Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [Formatteren] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
Opnamemap maken
Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden
opgenomen.
1 Selecteer [Opnamemap maken] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en
de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Het maken van een map annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
•
•
•
•
Wanneer u geen nieuwe map maakt, wordt de map "101MSDCF" geselecteerd als opnamemap.
U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF".
De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd.
U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een
computer, enzovoort.
• Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch
een nieuwe map gemaakt.
• Zie "Beeldbestandopslaglocaties en bestandsnamen" (pagina 88) voor meer informatie.
64
Geheugen beheren
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Opnamemap wijz.
Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen.
1 Selecteer [Opnamemap wijz.] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer de gewenste map met b/B en [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het wijzigen van de opnamemap annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap.
• U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
De instellingen aanpassen
65
Geheugen beheren
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Kopiëren
Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een
"Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 64 MB of meer.
2 Selecteer [Kopiëren] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd" wordt weergegeven.
3 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het kopiëren begint.
Het kopiëren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 3 en druk vervolgens op z.
• Gebruik een volledig opgeladen accu. Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl de accu bijna leeg
is, kan de accu helemaal leeg raken. Hierdoor kan het kopiëren mislukken en kunnen de gegevens zelfs
beschadigd raken.
• U kunt afzonderlijke beelden niet kopiëren.
• De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de
beeldgegevens in het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory
Stick Duo" en voert u vervolgens de opdracht [Formatteren] uit in [Intern geheugen-tool] (pagina 67).
• Wanneer u de gegevens in het interne geheugen naar de "Memory Stick Duo" kopieert, worden alle
gegevens gekopieerd. U kunt geen bepaalde map op de "Memory Stick Duo" kiezen als de
bestemmingsmap waarnaar de gegevens moeten worden gekopieerd.
• Zelfs als u gegevens kopieert, wordt een afdrukmarkering
niet gekopieerd.
66
Geheugen beheren
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Geheugen-tool — Intern geheugen-tool
Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Formatteren
Hiermee kunt u het interne geheugen formatteren.
• Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de
beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [Formatteren] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist" wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
De instellingen aanpassen
67
Instellingen
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 1
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Pieptoon
Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient.
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid ingeschakeld dat wordt
weergegeven als u de sluiterknop indrukt.
Aan
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld
die/dat wordt weergegeven als u de regeltoets/sluiterknop
indrukt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Functiegids
Wanneer u de camera bedient, wordt een beschrijving van de functies weergegeven.
Aan
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.
Initialiseren
Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen. Zelfs als u deze
functie uitvoert, blijven de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, bewaard.
1 Selecteer [Initialiseren] met v/V/b/B op de regeltoets en druk vervolgens op z.
Het bericht "Alle instellingen initialiseren" verschijnt.
2 Selecteer [OK] met v en druk vervolgens op z.
Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Het terugzetten annuleren
Selecteer [Annul.] in stap 2 en druk vervolgens op z.
• Zorg ervoor dat tijdens het terugzetten de stroombron niet wordt losgekoppeld.
68
Instellingen
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 2
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
USB-aansl.
Hiermee kunt u de USB-modus selecteren die moet worden gebruikt wanneer de camera
wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de kabel voor
de multifunctionele aansluiting.
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (pagina 100). Wanneer u de camera
aansluit op een computer, wordt de kopieerwizard
automatisch gestart en worden de beelden in de opnamemap
op de camera naar de computer gekopieerd. (met
Windows XP, Mac OS X)
Mass Storage
Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat
(pagina 84).
Autom.
De computer of PictBridge-compatibele printer wordt
automatisch herkend door de camera en een verbinding wordt
tot stand gebracht (pagina 84 en 100).
• Als de camera geen verbinding kan maken met de PictBridgecompatibele printer als deze is ingesteld op [Autom.], wijzigt u
de instelling naar [PictBridge].
• Als de camera niet kan worden verbonden met een computer of
een ander USB-apparaat wanneer de instelling [Autom.] is
opgegeven, moet u de instelling wijzigen naar [Mass Storage].
De instellingen aanpassen
PictBridge
COMPONENT
Hiermee selecteert u het video-uitgangssignaal, SD of HD(1080i), volgens de aangesloten
televisie zie pagina 77.
HD(1080i)
Selecteer dit item als u de camera wilt aansluiten op een HDtelevisie met 1080i.
SD
Selecteer dit item als u de camera wilt aansluiten op een
televisie die niet compatibel is met een HD(1080i)-signaal.
69
Instellingen
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Video-uit
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem
van de aangesloten videoapparatuur. In verschillende landen en regio's worden verschillende
televisiekleursystemen gebruikt. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u
pagina 79 voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt
gebruikt.
70
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en
Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa).
Instellingen
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Opname-instellingen — Opname-instellingen 1
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
AF-verlicht.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting zendt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat
moment wordt de aanduiding ON weergegeven.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
De instellingen aanpassen
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (U kunt het beste een afstand van ongeveer 2,8 m voor groothoek
(zoom: W) en 2,2 m voor telefoto (zoom: T) aanhouden.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• U kunt in de volgende gevallen de AF-verlichting niet gebruiken:
– Wanneer er een voorinstelling voor de beeldscherpte is ingesteld (pagina 47).
– Als (stand Schemer) of
(stand Landschap) of
(stand Vuurwerk) is geselecteerd in de
scènekeuze.
– Als [Gezichtsherkenning] op [Aan] is ingesteld.
– Als [Conversielens] niet op [Uit] is ingesteld.
• Wanneer u de AF-verlichting gebruikt, wordt het normale AF-bereikzoekerframe uitgeschakeld en wordt
een nieuw AF-bereikzoekerframe weergegeven met een stippellijn. AF werkt met voorrang voor
onderwerpen die zich in de buurt van het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Hoewel er geen enkel gevaar bestaat, kunt u het beste niet
rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Stramienlijn
Door de stramienlijnen als referentie te gebruiken, kunt u eenvoudig de horizontale/verticale
positie van een onderwerp bepalen.
Aan
Hiermee worden stramienlijnen weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de stramienlijn niet weergegeven.
• De stramienlijnen worden niet opgenomen.
71
Instellingen
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
AF-functie
Hiermee kunt u de werking van de automatische scherpstelling selecteren.
Enkelvoud.
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Deze functie is
handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen.
Monitor
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden. Met deze
functie wordt de benodigde tijd voor de scherpstelling korter.
• De batterij verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie
[Enkelvoud.].
• Wanneer [Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Aan], is de AF-modus uitgeschakeld.
Digitale zoom
Hiermee selecteert u de digitale zoomfunctie. De camera vergroot het beeld met de optische
zoomfunctie (tot maximaal 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt
de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
(
)
Vergroot het beeld digitaal binnen het bereik waar het beeld
niet zal worden vervormd, volgens het beeldformaat. Dit is
niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op
[12M] of [3:2].
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie
wordt aangegeven in de volgende tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-digitalezoomfunctie)
(
)
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar de beeldkwaliteit neemt af.
Uit
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van de slimme-zoomfunctie
Beeldformaat
Maximale zoomvergrotingsfactor
8M
Ongeveer 3,7×
5M
Ongeveer 4,6×
3M
Ongeveer 5,9×
VGA
Ongeveer 18×
16:9
Ongeveer 6,2×
• Wanneer
(stand Extra hoge gevoeligheid) is geselecteerd in de scènekeuze, werkt de slimmezoomfunctie niet.
72
Instellingen
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
• Wanneer [Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Aan], kunt u de digitale zoomfunctie niet gebruiken.
• Als u het LCD-scherm uitschakelt, kunt u de digitale zoom niet gebruiken.
Conversielens
Dient om de juiste scherpstelling te bereiken bij gebruik van een conversielens (niet
bijgeleverd). Bevestig de adapterring (niet bijgeleverd) en bevestig vervolgens de
conversielens.
Telefoto (
Groothoek (
Uit
•
•
•
•
•
)
Bevestigt een tele-conversielens.
)
Bevestigt een groothoekconversielens.
Bevestigt geen lens.
Als de flitser niet ingesteld is op [Uit], dan is de flitser ingesteld op
(Niet flitsen).
Controleer het opgenomen beeld op het LCD-scherm omwille van bedekking in het zoekvenster.
Het beschikbare zoomgebied is beperkt.
Het beschikbare scherpstelgebied is beperkt.
Lees de gebruiksaanwijzing bij de conversielens voor meer informatie.
De instellingen aanpassen
73
Instellingen
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Opname-instellingen — Opname-instellingen 2
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Autom. Oriëntatie
Wanneer de camera wordt gedraaid om een portretfoto te maken, registreert de camera de
verandering van positie van de camera en wordt het beeld in de portretpositie weergegeven.
Aan
Het beeld wordt met aangepaste oriëntatie opgenomen.
Uit
Autom. Oriëntatie uitgeschakeld.
• Afhankelijk van de opnamehoek van de camera, is het mogelijk dat de oriëntatie van het beeld niet correct
wordt opgenomen. Wanneer de oriëntatie van het beeld niet correct is, kunt u het beeld roteren volgens de
procedure op pagina 60.
Auto Review
Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het
scherm weergeven.
Aan
Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, wordt het opgenomen beeld verwijderd en kunt u
onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
74
Instellingen
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Klokinstellingen
Klokinstellingen
Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
1 Selecteer [
Klokinstellingen] uit
(Instellingen) op het HOME-scherm.
2 Selecteer de datumnotatie met v/V en druk vervolgens op z.
3 Selecteer elk item met b/B, stel de numerieke waarde in met v/V en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [OK] en druk vervolgens op z.
Selecteer [Annul.] in stap 4 en druk vervolgens op z.
De instellingen aanpassen
De klokinstelling annuleren
75
Instellingen
Voor meer informatie over de werking
1 pagina 62
Language Setting
Language Setting
Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten
worden weergegeven.
76
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm
U kunt de beelden weergeven op een televisiescherm door de camera aan te sluiten op een
televisie.
De aansluiting is afhankelijk van het type televisie waarop de camera wordt aangesloten.
Beelden weergeven door de camera op een televisie aan te sluiten met
de bijgeleverde kabel of multifunctionele aansluiting
Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie.
1 Sluit de camera aan op de televisie.
1 Naar de audio-/
video-ingangen
VIDEO AUDIO
Geel/wit/rood
Geel
Zwart
(Weergave)-toets
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
• Leg de camera neer met het scherm naar boven gericht.
• Als de televisie is uitgerust met stereo-ingangen, sluit u de audiostekker (zwart) van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan op de linkeraudio-ingang van de televisie.
2 Schakel de televisie in en stel de televisie/video-ingang in op "video".
• Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie.
3 Druk op
Beelden bekijken op een televisiescherm
Regeltoets
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting (bijgeleverd)
(Weergave) en schakel de camera in.
De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op het televisiescherm weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren.
77
Beelden bekijken op een televisiescherm
• Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het nodig zijn de videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig de uitgang van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 70).
Een beeld weergeven door de camera aan te sluiten op een HD-televisie
U kunt een beeld dat is opgenomen op de camera weergeven door de camera aan te sluiten op
een HD (High Definition)-televisie door middel van de componentkabel (niet bijgeleverd).
Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie.
1 Sluit de camera aan op de televisie.
1 Naar de audio-/
video-ingangen
COMPONENT
VIDEO IN
Groen/blauw/rood
AUDIO
Wit/rood
(Weergave)-toets
Regeltoets
Componentvideokabel
(niet bijgeleverd)
HOME-toets
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
• Leg de camera neer met het scherm naar boven gericht.
• De videostekkers (Groen/Blauw/Rood) van de componentvideokabel (niet bijgeleverd) hebben bepaalde
kleuren die overeenkomen met de aansluitingen op de televisie.
2 Schakel de televisie in en stel de televisie/video-ingang in op "video".
• Lees de gebruiksaanwijzing bij de televisie voor meer informatie.
78
Beelden bekijken op een televisiescherm
3 Druk op
(Weergave) en schakel de camera in.
De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op het televisiescherm
weergegeven.
Druk op b/B op de regeltoets om het gewenste beeld te selecteren.
• Stel [COMPONENT] in op [HD(1080i)] in [Hoofdinstellingen 2] door
(Instellingen) in het
HOME-scherm te selecteren (pagina 69).
• Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het nodig zijn de videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig de uitgang van het plaatselijke televisiesysteem (pagina 70).
• U kunt geen films bekijken die in HD-formaat worden uitgevoerd.
Televisiekleursystemen
Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie met een videoingang en de kabel voor de multifunctionele aansluiting nodig. Het kleursysteem van de
televisie moet overeenkomen met dat van uw digitale camera. Raadpleeg de onderstaande
lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan,
Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten,
enzovoort.
Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland,
enzovoort.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Beelden bekijken op een televisiescherm
PAL-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort.
79
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Lees het gedeelte "De Macintosh-computer gebruiken"
(pagina 97) voor meer informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer.
Deze tekst beschrijft de scherminhoud van de Engelse versie.
• In Windows Vista kunnen bepaalde namen en bewerkingen anders
zijn dan die hieronder worden beschreven.
Eerst de software (bijgeleverd) installeren (pagina 82)
Beelden kopiëren naar de computer (pagina 83)
• Beelden weergeven op de computer
Genieten van beelden met de "Picture Motion Browser" en "Music Transfer"
(pagina 90 en 96)
Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen
Beelden op datum weergeven
Beelden bewerken
De opnamelocaties van stilstaande beelden weergeven op
online kaarten (Hiervoor moet u computer op internet
aangesloten zijn.)
• De opgenomen beelden opslaan op een disc (CD- of DVDschrijfstation vereist)
• Afdrukken of opslaan van stilstaande beelden met de datum.
•
•
•
•
• Muziek toevoegen/wijzigen met "Music Transfer"
80
Werken met uw Windows-computer
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional,
Windows XP* of Windows Vista*
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving
waarin een upgrade naar een van de
bovenstaande besturingssystemen is
uitgevoerd of in een computeromgeving met
meerdere besturingssystemen (multi-boot).
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Picture
Motion Browser" en "Music Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Microsoft
Windows 2000 Professional,
Windows XP* of Windows Vista*
Geluidskaart: 16-bits stereogeluidskaart met
luidsprekers
Software: DirectX 9.0c of hoger
Vaste schijf: vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—200 MB of meer
Scherm: schermresolutie: 1024 × 768 pixels
of meer
Kleuren: hoge kleuren (16-bits kleuren) of
meer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Als u de camera aansluit via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0),
kunt u gebruikmaken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht),
aangezien deze camera ook compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0).
• Er zijn drie modi voor een USB-verbinding bij
aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage] en
[PictBridge]. In dit gedeelte worden [Autom.]
en [Mass Storage] als voorbeelden beschreven.
Zie pagina 69 voor meer informatie over
[PictBridge].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
De computer gebruiken
Processor/geheugen: Pentium III
500 MHz of sneller, 128 MB RAM of
meer (aanbevolen: Pentium III 800 MHz of
sneller en 256 MB RAM of meer)
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
* 64-bits versies en Starter (Edition) worden niet
ondersteund.
• De software is compatibel met DirectXtechnologie. U moet wellicht "DirectX"
installeren.
81
De software (bijgeleverd) installeren
U kunt de software (bijgeleverd) installeren
met de volgende procedure.
• Wanneer u Windows 2000 gebruikt, mag u de
camera niet aansluiten op de computer voordat u
de installatie hebt uitgevoerd.
• Meldt u aan als beheerder.
• Als de software (bijgeleverd) geïnstalleerd is,
wordt het USB-stuurprogramma automatisch
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatiemenu wordt weergegeven.
4 Selecteer de [Region] en
[Country/Area] en klik vervolgens
op [Next].
Wanneer [Welcome to the InstallShield
Wizard for SonyPicture Utility]
verschijnt, klikt u op [Next].
Het scherm "License Agreement" wordt
weergegeven. Lees de overeenkomst
aandachtig door. Als u de voorwaarden
van de overeenkomst accepteert,
selecteert u het keuzerondje naast [I
accept the terms of the license
agreement] en klikt u op [Next].
5 Volg de aanwijzingen op het
scherm om de installatie te
voltooien.
• Als dit niet wordt weergegeven, dubbelklikt
u op
(My Computer) t
(SONYPICTUTIL).
• In Windows Vista kan het scherm AutoPlay
worden weergegeven. Selecteer "Run
Install.exe" en volg de instructies op het
scherm om door te gaan met de installatie.
2 Klik op [Install].
• Wanneer het bevestigingsbericht voor
opnieuw opstarten wordt weergegeven, start
u de computer opnieuw op volgens de
aanwijzingen op het scherm.
• DirectX wordt wellicht geïnstalleerd
afhankelijk van de systeemomgeving van
uw computer.
6 Verwijder de CD-ROM uit de
computer nadat de installatie is
voltooid.
Het scherm "Choose Setup Language"
verschijnt.
3 Selecteer de gewenste taal en klik
op [Next].
Het scherm [Location Settings]
verschijnt.
82
Nadat u de software hebt geïnstalleerd,
wordt een snelkoppeling op het bureaublad
gemaakt waarmee u naar de website voor
klantenregistratie kunt gaan.
Zodra u zich hebt geregistreerd op de
website, kunt u veilige en nuttige
klantenondersteuning krijgen.
http://www.sony.net/registration/di
Beelden kopiëren naar de computer
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
U kunt als volgt beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een Memory
Stick-sleuf
Verwijder de "Memory Stick Duo" uit de
camera en steek deze in de Memory Stick
Duo-adapter. Plaats de Memory Stick Duoadapter in de computer en kopieer de
beelden.
• Zelfs wanneer u Windows 95/98/98
SecondEdition/NT/Me gebruikt, kunt u beelden
kopiëren door de "Memory Stick Duo" in de
Memory Stick-sleuf van de computer te
plaatsen.
• Zie pagina 111 als de "Memory Stick PRO Duo"
niet wordt herkend.
Voor een computer zonder een Memory
Stick-sleuf
Maak een USB-verbinding en volg stappen
1 tot 4 op de pagina's 83 tot 87 om beelden
te kopiëren.
1 Plaats een "Memory Stick Duo"
met opgenomen beelden in de
camera.
• Deze stap is niet nodig wanneer u beelden
kopieert die in het interne geheugen zijn
opgeslagen.
2 Plaats de voldoende opgeladen
accu in de camera of sluit de
camera met een
netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) en een USB-, A/V-,
DC IN-kabel voor de
multifunctionele aansluiting (niet
bijgeleverd) aan op een
stopcontact.
• Als u beelden naar de computer kopieert
terwijl de accu bijna leeg is, kan het
kopiëren mislukken of kunnen de
beeldgegevens beschadigd raken als de accu
leeg raakt.
3 Druk op
(Weergave) en
schakel de computer in.
(Weergave)toets
De computer gebruiken
• Wanneer u Windows 2000 gebruikt, moet u de
software (bijgeleverd) installeren voordat u
verdergaat. Als u Windows XP gebruikt, hoeft u
de software niet te installeren.
• De schermafbeeldingen in dit gedeelte zijn
voorbeelden van het kopiëren van beelden vanaf
een "Memory Stick Duo".
• Deze camera is niet compatibel met Windows
95/98/98 SecondEdition/NT/Me van het
Windows-besturingssysteem. Wanneer u een
computer gebruikt zonder een Memory Sticksleuf, kunt u een in de handel verkrijgbare
Memory Stick Reader/Writer gebruiken om
beelden van een "Memory Stick Duo" naar uw
computer te kopiëren.
• Als u beelden in het interne geheugen naar de
computer wilt kopiëren, kopieert u de beelden
eerst naar een "Memory Stick Duo" en kopieert
u ze vervolgens naar de computer.
Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden
83
Beelden kopiëren naar de computer
Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
• Als de software (bijgeleverd) is geïnstalleerd,
kan het scherm [Import Images] (pagina 91)
worden weergegeven. In dit geval kunt u
beelden rechtstreeks importeren met de "Picture
Motion Browser".
Fase 3-A: Beelden kopiëren
naar een computer
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
1 Op een USBaansluiting
• Voor Windows 2000 volgt u de procedure die
wordt beschreven in "Fase 3-B: Beelden
kopiëren naar een computer" op pagina 85.
• Wanneer u Windows XP/Vista gebruikt en het
scherm met de wizard niet automatisch wordt
weergegeven, volgt u de procedure die wordt
beschreven in "Fase 3-B: Beelden kopiëren naar
een computer" op pagina 85.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
1 Nadat u een USB-verbinding tot
• In Windows XP/Vista wordt de wizard AutoPlay
automatisch weergegeven op het bureaublad.
"Maakt verbinding met Mass Storage..."
verschijnt op het scherm van de camera.
Toegangsaanduidingen*
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, wordt op de computer
automatisch een programma uitgevoerd om
de camera te herkennen. Wacht enige tijd.
* Tijdens de communicatie wordt
weergegeven op het scherm.
Gebruik de computer niet tijdens het weergeven
van de aanduiding. Wanneer de aanduiding
wordt gewijzigd in
, kunt u de computer
weer gebruiken.
• Als "Maakt verbinding met Mass Storage..." niet
verschijnt, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass
Storage] (pagina 69).
84
stand hebt gebracht in fase 2,
klikt u op [Copy pictures to a
folder on my computer using
Microsoft Scanner and Camera
Wizard] t [OK] wanneer het
scherm met de wizard
automatisch op de computer
wordt weergegeven.
1
2
Het scherm "Scanner and Camera
Wizard" verschijnt.
Beelden kopiëren naar de computer
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" in de camera zijn opgeslagen,
worden op de computer weergegeven.
5 Selecteer het keuzerondje naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] en klik op
[Next].
• Als er geen "Memory Stick Duo" is
geplaatst, worden de beelden weergegeven
die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
3 Schakel de selectievakjes van
niet-gewenste beelden uit zodat
deze niet worden gekopieerd en
klik op [Next].
1
1
2
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" verschijnt.
6 Klik op [Finish].
2
Het scherm "Picture Name and
Destination" verschijnt.
• Als u nog meer beelden wilt kopiëren,
koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los (pagina 87). Voer vervolgens
de procedure uit die wordt beschreven in
"Fase 2: De camera en de computer op
elkaar aansluiten" op pagina 84.
bestemming van de beelden en
klik op [Next].
Fase 3-B: Beelden kopiëren
naar een computer
1
• Voor Windows XP volgt u de procedure die
wordt beschreven in "Fase 3-A: Beelden
kopiëren naar een computer" op pagina 84.
2
De computer gebruiken
4 Selecteer de naam en de
Het scherm met de wizard wordt
gesloten.
In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
Het kopiëren van beelden wordt gestart.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options".
• In dit gedeelte wordt het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents"
beschreven.
85
Beelden kopiëren naar de computer
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk] t [DCIM].
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik vervolgens met
de rechtermuisknop op het
venster "My Documents" en klik
op [Paste] in het snelmenu.
1
• Zie pagina 111 als het pictogram
"Removable Disk" niet wordt weergegeven.
2
2 Dubbelklik op de map met de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren.
Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand en klik op [Copy] in
het snelmenu.
1
2
• Zie pagina 88 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden.
86
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als de bestemmingsmap een beeld met
dezelfde bestandsnaam bevat, wordt een
bevestigingsbericht voor overschrijven
weergegeven. Als u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder overschrijven, geeft u het
bestand eerst een andere naam en kopieert u
vervolgens het beeldbestand. Houd er echter
rekening mee dat u het betreffende beeld
wellicht niet meer op de camera kunt
weergeven als u de bestandsnaam wijzigt
(pagina 89).
Beelden kopiëren naar de computer
Fase 4: Beelden weergeven op
de computer
In dit gedeelte wordt de procedure
beschreven om gekopieerde beelden in de
map "My Documents" weer te geven.
1 Klik op [Start] t [My Documents].
2
De USB-verbinding annuleren
Voer eerst de onderstaande procedures uit
wanneer u het volgende wilt doen:
• Kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelen
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
1 Dubbelklik op
op de taakbalk.
Dubbelklik hier
2 Klik op
(USB-apparaat voor Mass
Storage) t [Stop].
1
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
• Als u een ander besturingssysteem dan
Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op
[My Documents] op het bureaublad.
beeldbestand.
4 Klik op [OK].
De verbinding met het apparaat is
verbroken.
• Voor Windows XP kunt u stap 4 overslaan.
De computer gebruiken
2 Dubbelklik op het gewenste
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
Het beeld wordt weergegeven.
87
Beelden kopiëren naar de computer
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick Duo".
Voorbeeld: mappen weergeven in
Windows XP
A Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera die geen
functie bevat voor het maken van mappen
B Map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met deze camera.
Als er geen nieuwe mappen worden
gemaakt, worden de mappen als volgt
weergegeven:
– "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF"
– Intern geheugen; alleen "101_SONY"
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF". De beelden in deze map zijn
alleen beschikbaar voor weergave.
• U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de
map "MISC".
88
• Beeldbestanden worden als volgt benoemd:
ssss staat voor een nummer tussen 0001 en
9999. Het numerieke deel van de naam van een
filmbestand dat is opgenomen in de
filmopnamefunctie, is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaande-beeldbestanden:
DSC0ssss.JPG
– Filmbestanden: MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u films opneemt:
MOV0ssss.THM
• Zie pagina 61 en 64 voor meer informatie over
mappen.
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven
op de camera (met een "Memory Stick Duo")
In dit gedeelte wordt de procedure op een
Windows-computer beschreven.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
• Als de bestandsnaam die door de camera is
gegeven, niet is gewijzigd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kunt u
bepaalde beelden wellicht niet weergeven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het
model van uw camera, kan weergave op uw
camera niet worden gegarandeerd.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map met uw camera (pagina 64) en kopieert u
vervolgens het beeldbestand.
• De bestandsextensie kan worden
weergegeven, afhankelijk van de
computerinstellingen. De bestandsextensie
voor stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor films is MPG. Wijzig
de bestandsextensie niet.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick Duo"
met de onderstaande procedure.
1Klik met de rechtermuisknop op het
beeldbestand en klik op [Copy] in het
snelmenu.
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM] en
klik op [Paste] in het snelmenu.
• sss staat voor een nummer tussen 100
en 999.
1 Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand en klik op
[Rename] in het snelmenu. Wijzig
de bestandsnaam in
"DSC0ssss".
De computer gebruiken
Geef een nummer op tussen 0001 en
9999 voor ssss.
1
2
• Als het bevestigingsbericht voor
overschrijven wordt weergegeven, geeft u
een ander nummer op.
89
De "Picture Motion Browser" gebruiken
(bijgeleverd)
Met de software kunt u stilstaande beelden
en films van de camera optimaal benutten.
Dit gedeelte bevat een beschrijving en
algemene instructies voor "Picture Motion
Browser".
Overzicht van "Picture Motion
Browser"
Met "Picture Motion Browser" kunt u het
volgende:
• Beelden die met de camera zijn opgenomen,
importeren en weergeven op de computer.
• Beelden op de computer indelen op
opnamedatum om deze te bekijken.
• Stilstaande beelden bijwerken (Rode-ogencorrectie, enz.), afdrukken en als bijlage bij emailberichten versturen, de opnamedatum
wijzigen en meer.
• Stilstaande beelden kunnen worden afgedrukt of
opgeslagen met de datum.
• Een gegevensdisc maken met een CDschrijfstation of DVD-schrijfstation.
• Voor meer informatie over de "Picture Motion
Browser", zie Help.
Als u de Help wilt openen, klikt u op [Start]
t [All Programs] (in Windows 2000,
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Help] t [Picture Motion Browser].
"Picture Motion Browser" starten
en afsluiten
"Picture Motion Browser" starten
Dubbelklik op het pictogram
(Picture
Motion Browser) op het bureaublad.
Of vanuit het menu Start: klik op [Start] t
[All Programs] (in Windows 2000,
[Programs]) t [Sony Picture Utility] t
[Picture Motion Browser].
• Het bevestigingsbericht van de Informatie-tool
verschijnt op het scherm wanneer u "Picture
Motion Browser" de eerste keer opstart.
Selecteer [Start]. Met deze functie ontvangt u
meldingen, zoals software-updates. U kunt de
instelling later wijzigen.
"Picture Motion Browser" afsluiten
Klik op
scherm.
in de rechterbovenhoek van het
Algemene instructies
Voer de volgende procedure uit om beelden
vanaf de camera te importeren en weer te
geven.
Beelden importeren
1 Controleer of "Media Check
Tool"* wordt uitgevoerd.
Controleer of het pictogram
(Media
Check Tool) in de taakbalk wordt
weergegeven.
* "Media Check Tool" is een programma dat
automatisch beelden herkent en importeert
wanneer een "Memory Stick" wordt
geplaatst of wanneer de camera wordt
aangesloten.
• Als het pictogram
niet wordt
weergegeven: klik op [Start] t [All
Programs] (in Windows 2000, [Programs])
t [Sony Picture Utility] t [Tools] t
[Media Check Tool].
90
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)
2 Sluit de camera aan op de
computer met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
Als de camera automatisch is herkend,
verschijnt het scherm [Import Images].
• Zie pagina 83 als u de Memory Stick-sleuf
gebruikt.
• Als in Windows XP de wizard AutoPlay
wordt weergegeven, sluit u deze wizard.
3 Importeer de beelden.
1 Geïmporteerde beelden
controleren
Wanneer het importeren is voltooid,
start de "Picture Motion Browser". Er
worden miniaturen van de
geïmporteerde beelden weergegeven.
• De map "My Pictures" is ingesteld als
standaardmap in "Viewed folders".
• Als u een afzonderlijk beeld wilt weergeven,
dubbelklikt u op de bijbehorende miniatuur.
2 Beelden in "Viewed folders"
weergeven op opnamedatum
1Klik op het tabblad [Calendar].
De jaren waarin de beelden zijn
opgenomen, worden weergegeven.
2Klik op het jaar.
Beelden die in dat jaar zijn opgenomen,
worden weergegeven, ingedeeld op
opnamedatum.
De beelden worden standaard
geïmporteerd naar een map in "My
Pictures". Deze map heeft als naam de
datum waarop de beelden zijn
geïmporteerd.
• Zie pagina 94 voor instructies over het
wijzigen van de "Folder to be imported".
3Als u de beelden per maand wilt
weergeven, klikt u op de gewenste
maand.
Miniaturen van beelden die in die
maand zijn opgenomen, worden
weergegeven.
De computer gebruiken
Als u het importeren van de beelden wilt
starten, klikt u op [Import].
Beelden weergeven
4Als u de beelden op tijd wilt weergeven,
klikt u op de gewenste datum.
Miniaturen van beelden die op die dag
zijn opgenomen, worden weergegeven,
ingedeeld op uur.
91
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)
Scherm met weergave per jaar
1
2
3 Afzonderlijke beelden weergeven
In het scherm met weergave per uur
dubbelklikt u op een miniatuur om het
betreffende beeld in een afzonderlijk
venster weer te geven.
3
Scherm met weergave per maand
4
• U kunt weergegeven beelden bewerken door
op de knop
in de werkbalk te klikken.
Scherm met weergave per uur
Beelden weergeven op volledig
scherm
Als u een diavoorstelling van de huidige
beelden wilt weergeven op volledig
scherm, klikt u op .
• Als u beelden van een bepaald jaar of een
bepaalde maand wilt weergeven, klikt u op
die periode aan de linkerkant van het
scherm.
92
• Als u de diavoorstelling wilt afspelen of
onderbreken, klikt u op
in de
linkerbenedenhoek van het scherm.
• Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u
op
in de linkerbenedenhoek van het
scherm.
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)
Een gegevensdisc maken
Beelden kunnen worden opgeslagen op een
CD of DVD als datadisc.
• CD-schrijfstation of DVD-schrijfstation
vereist.
• De volgende discs kunnen worden
gebruikt voor het maken van een
gegevensdisc.
–CD–R/RW (12 cm)
–DVD±R/RW (12 cm)
–DVD±R DL (12 cm)
Kaartweergave gebruiken om
stilstaande beelden op een
kaart weer te geven
Als uw stilstaande beelden positiegegevens
bevatten, kunt u de beelden zien op de
online kaarten met Kaartweergave.
• Om de kaartweergavefunctie te gebruiken
moet uw computer over een
internetverbinding beschikken.
1 Selecteer een miniatuur die is
1 Selecteer de beelden die u op de
gemarkeerd met
.
disc wilt opslaan.
• Om opeenvolgende beelden te selecteren,
klikt u op het eerste beeld en houdt u
vervolgens de "Shift"-toets ingedrukt terwijl
u op het laatste beeld klikt.
• Om twee of meer niet opeenvolgende
beelden te selecteren, houdt u de "Ctrl"toets ingedrukt terwijl u op de beelden klikt.
2 Klik op de
2 Klik op
.
Het hoofdvenster Kaartweergave wordt
weergegeven.
-toets op de
werkbalk.
Het scherm [Create Data Disc] verschijnt.
4 Volg de instructies op het scherm
om verder te gaan met het maken
van de gegevensdisc.
• Om de gewenste beelden toe te voegen,
sleep ze naar het scherm [Create Data Disc].
• Kaarten en satellietbeelden ondersteund
door de kaartendienst Google Maps.
• U kunt later positiegegevens toevoegen
aan de stilstaande beelden met
Kaartweergave. Raadpleeg de Help van
Kaartweergave voor meer informatie.
De computer gebruiken
3 Klik op [Start].
Alle beelden in een map selecteren
Klik op de tab [folders], klik met de
rechtermuisknop op het gewenste
mappictogram en selecteer [Create Data
Disc]. Alle beelden in een map kunnen
worden geselecteerd.
93
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)
Andere functies
Beelden die op de computer zijn
opgeslagen, voorbereiden voor
weergave
Als u de beelden wilt weergeven, registreert
u de map met de beelden als een van de
"Viewed folders".
1 Klik op
in het hoofdvenster, of
kies [Register Folders to View] in
het menu [File].
De "Folder to be imported" wijzigen
Om de "Folder to be imported" te wijzigen,
gaat u naar het scherm "Import Settings".
1 Kies [Import Settings] t
[Location for Imported Images] in
het menu [File].
Het scherm "Location for Imported Images"
wordt weergegeven.
Het scherm met instellingen voor registratie
van "Viewed folders" wordt weergegeven.
2 Kies de "Folder to be imported".
• U kunt de "Folder to be imported" kiezen
uit de mappen die zijn geregistreerd als
"Viewed folders".
Registratiegegevens van beelden
bijwerken
2 Geef de map op met beelden die
moeten worden geïmporteerd om
de map te registreren als een van
de "Viewed folders".
3 Klik op [OK].
De beeldgegevens worden geregistreerd in de
database.
• Beelden in submappen van "Viewed
folders" worden ook geregistreerd.
94
Als u beeldgegevens wilt bijwerken, kiest u
[Update Database] in het menu [Tools].
• Het bijwerken van de database kan enige
tijd duren.
• Als u de naam van beeldbestanden of
mappen in "Viewed folders" wijzigt,
kunnen deze niet worden weergegeven
met deze software. Werk in dit geval de
database bij.
Beelden met de datum opslaan
1 Dubbelklik op een beeld om dit weer te
geven.
2 Klik op
en selecteer [Insert Date] in
de vervolgkeuzelijst.
3 Selecteer de gewenste kleur en positie
en klik op [OK].
4 Klik op
om op te slaan.
De "Picture Motion Browser" gebruiken (bijgeleverd)
Beelden met de datum afdrukken
1 Selecteer het stilstaande beeld dat u wilt
afdrukken.
2 Klik op
op de werkbalk.
3 Klik op het selectievakje van [Print date
taken] bij de afdrukopties.
4 Klik op [Print].
De installatie van "Picture
Motion Browser" ongedaan
maken
1 Klik op [Start] t [Control Panel] (in
Windows 2000: [Start] t [Settings] t
[Control Panel]) en dubbelklik op [Add/
Remove Programs].
2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik op
[Remove] (in Windows 2000: klik op
[Change/Remove]) om de installatie
ongedaan te maken.
De computer gebruiken
95
De "Music Transfer" gebruiken (bijgeleverd)
U kunt de muziekbestanden die in de
fabriek zijn ingesteld vervangen door uw
eigen muziekbestanden met "Music
Transfer" op de CD-ROM (bijgeleverd). U
kunt deze bestanden ook op elk moment
verwijderen of toevoegen.
Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"
als u muziekbestanden wilt
toevoegen/wijzigen.
• U kunt als volgt de vooraf ingestelde
muziek herstellen op de camera:
Hieronder worden de muziekindelingen
weergegeven die u kunt overdragen met
"Music Transfer":
1 Voer [Format. muz.] uit in stap 3.
• MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste
schijf van de computer
• Muziek op CD's
• Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is
opgeslagen
Alle muziekbestanden worden hersteld naar
de vooraf ingestelde muziek en [Muziek] in
het menu [Diavoorstelling] wordt ingesteld op
[Uit].
• U kunt de muziekbestanden herstellen naar de
vooraf ingestelde bestanden met [Initialiseren]
(pagina 68), maar de andere instellingen worden
dan ook hersteld.
• Raadpleeg de online Help van "Music Transfer"
voor meer informatie over het gebruik van
"Music Transfer".
1 Druk op HOME om het HOMEscherm weer te geven.
2 Selecteer
(Afdrukken, Overig)
met b/B op de regeltoets,
selecteer [
Muziek-tool] met
v/V en druk vervolgens op z.
3 Selecteer [Downl. muz.] met
v/V/b/B en druk vervolgens op
z.
Het bericht "Aansluiten op computer" wordt
weergegeven.
4 Breng een USB-verbinding tot
stand tussen de camera en de
computer.
5 Start "Music Transfer".
96
6 Volg de instructies op het scherm
2 Voer [Restore defaults] uit in "Music
Transfer".
De Macintosh-computer gebruiken
U kunt beelden naar een Macintoshcomputer kopiëren.
• "Picture Motion Browser" is niet compatibel
met Macintosh-computers.
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten, moet aan de volgende
vereisten voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor het
kopiëren van beelden
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.1 tot v10.4)
USB-aansluiting: standaardonderdeel
Aanbevolen omgeving voor "Music
Transfer"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS X (v10.3
tot v10.4)
Processor: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
Power Mac G3/G4/G5 series, Mac mini
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen)
Opmerkingen over het aansluiten van de
camera op een computer
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd voor alle bovenstaande
aanbevolen computeromgevingen.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op één computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet
werken afhankelijk van het type USB-apparaten
dat u gebruikt.
• Een juiste werking kan niet worden
gegarandeerd bij gebruik van een USB-hub.
• Als u de camera aansluit via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0),
kunt u gebruikmaken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht),
aangezien deze camera ook compatibel is met
Hi-Speed USB (USB 2.0).
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "Fase 1: De camera en de
computer voorbereiden" op pagina 83.
2 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan.
Voer dezelfde procedure uit als wordt
beschreven in "Fase 2: De camera en de
computer op elkaar aansluiten" op
pagina 84.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuwe pictogram t
[DCIM] t de map met de beelden die u
wilt kopiëren.
De computer gebruiken
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 250 MB
• Er zijn drie modi voor een USB-verbinding bij
aansluiting op een computer: [Autom.]
(standaardinstelling), [Mass Storage] en
[PictBridge]. In dit gedeelte worden [Autom.]
en [Mass Storage] als voorbeelden beschreven.
Zie pagina 69 voor meer informatie over
[PictBridge].
• Na herstel van de computer vanuit de stand-byof slaapstand is het mogelijk dat de
communicatie tussen de camera en de computer
niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet
deze daar neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Zie pagina 88 voor meer informatie over de
opslaglocatie van de beeldbestanden en de
bestandsnamen.
97
De Macintosh-computer gebruiken
4 Geef beelden weer op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map met de
gekopieerde bestanden om dat
beeldbestand te openen.
De USB-verbinding annuleren
Voer eerst de onderstaande procedures uit
wanneer u het volgende wilt doen:
• Kabel voor de multifunctionele aansluiting
loskoppelen
• Een "Memory Stick Duo" verwijderen
• Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen
na het kopiëren van beelden vanuit het interne
geheugen
• De camera uitschakelen
Sleep het pictogram van het station of
het pictogram van de "Memory Stick
Duo" naar het pictogram "Trash".
De verbinding tussen de camera en de
computer is verbroken.
Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"
U kunt de muziekbestanden die in de
fabriek zijn ingesteld vervangen door uw
eigen muziekbestanden. U kunt deze
bestanden ook op elk moment verwijderen
of toevoegen.
Hieronder worden de muziekindelingen
weergegeven die u kunt overdragen met
"Music Transfer":
• MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste
schijf van de computer
• Muziek op CD's
• Vooraf ingestelde muziek die op deze camera is
opgeslagen
98
"Music Transfer" installeren
• Sluit alle andere toepassingen voordat u "Music
Transfer" installeert.
• U moet zich aanmelden als beheerder om te
kunnen installeren.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op
(SONYPICTUTIL).
3 Dubbelklik op het bestand
[MusicTransfer.pkg] in de map [MAC].
De installatie wordt gestart.
Muziekbestanden toevoegen/wijzigen
Zie "Muziek toevoegen/wijzigen met
"Music Transfer"" op pagina 96.
Technische ondersteuning
Ga naar de website voor
klantenondersteuning van Sony voor
meer informatie over dit product en
antwoorden op veelgestelde vragen.
http://www.sony.net/
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Wanneer u beelden afdrukt die in de [16:9]functie zijn opgenomen, worden beide randen
wellicht bijgesneden. Controleer dit dus voordat
u begint met afdrukken (pagina 114).
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
(pagina 100)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te
sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
Beelden rechtstreeks afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer
U kunt beelden afdrukken met een "Memory Stick"-compatibele
printer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer
informatie.
Beelden afdrukken met een computer
U kunt beelden naar een computer kopiëren met de bijgeleverde
"Picture Motion Browser"-software en de beelden afdrukken.
U kunt de datum invoegen in het beeld en dit afdrukken
(pagina 95).
U kunt een "Memory Stick Duo" met beelden die met de camera
zijn opgenomen, meenemen naar een fotowinkel. U kunt van
tevoren een afdrukmarkering
aanbrengen op de beelden die
u wilt afdrukken.
Stilstaande beelden afdrukken
Afdrukken bij een fotowinkel (pagina 103)
99
Beelden rechtstreeks afdrukken met een
PictBridge-compatibele printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u met de camera hebt
opgenomen, afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
• "PictBridge" is gebaseerd op de CIPA-norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
• U kunt films niet afdrukken.
• Als de aanduiding
knippert op het scherm
van de camera (foutmelding), controleer dan de
aangesloten printer.
Fase 1: De camera voorbereiden
Bereid de camera voor om deze op de
printer aan te sluiten met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting. Wanneer u de
camera aansluit op een printer die wordt
herkend wanneer [USB-aansl.] is ingesteld
op [Autom.], is fase 1 niet nodig.
MENUtoets
Regeltoets
HOMEtoets
• U kunt het beste een volledig opgeladen accu
gebruiken om te voorkomen dat de stroom
wordt uitgeschakeld tijdens het afdrukken.
1 Druk op HOME om het HOMEscherm weer te geven.
2 Selecteer
(Instellingen) met b/
B, selecteer
[ Hoofdinstellingen] met v/V en
druk vervolgens op z.
3 Selecteer [Hoofdinstellingen 2]
met v/V/b/B, selecteer [USBaansl.] en druk vervolgens op z.
4 Selecteer [PictBridge] met v/V en
druk vervolgens op z.
De USB-functie is ingesteld.
100
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Sluit de camera aan op de printer.
Fase 3: De beelden selecteren
die u wilt afdrukken
Selecteer [Dit beeld] of [Meerdere
beelden] met v/V en druk
vervolgens op z.
Wanneer u [Dit beeld] selecteert
U kunt het geselecteerde beeld
afdrukken. Ga verder naar Fase 4.
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Wanneer u [Meerdere beelden]
selecteert
U kunt meerdere geselecteerde beelden
afdrukken.
1Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken
met b/B en druk vervolgens op z.
De markering
wordt op het
geselecteerde beeld weergegeven.
1 Op een
USBaansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
2 Druk op
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt de
aanduiding
weergegeven.
3Selecteer [OK] met de regeltoets en
druk op z.
• Nadat u [Meerdere beelden] in het
indexscherm hebt geselecteerd, kunt u alle
beelden in een map afdrukken door de
selectiebalk voor mappen te selecteren met
b en door een
(vinkje) aan de map te
plaatsen.
Fase 4: Afdrukken
1 Selecteer de afdrukinstellingen
met de regeltoets.
Stilstaande beelden afdrukken
(Weergave) en
schakel uw camera en de printer
in.
2Druk op MENU om het menu weer te
geven.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het afdrukmenu
op het scherm worden weergegeven.
101
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
[Aantal]
Wanneer [Opmaak] is ingesteld op
[1/vel geen rand] of [1/vel met rand]:
Selecteer het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt
afzonderlijk afgedrukt.
Wanneer [Opmaak] niet is ingesteld
op [1/vel geen rand] of [1/vel met
rand]:
2 Selecteer [OK] met v en druk
vervolgens op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los wanneer de aanduiding
(PictBridge-aansluiting) op het
scherm wordt weergegeven.
aanduiding
Selecteer het aantal beelden dat u als
indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit
beeld] hebt geselecteerd in stap 1,
selecteert u het aantal van hetzelfde
beeld dat u naast en onder elkaar op
hetzelfde afdrukvel wilt afdrukken als
indexbeeld.
• Het is mogelijk dat niet alle beelden op één
vel passen, afhankelijk van het aantal
beelden.
[Opmaak]
Selecteert het aantal beelden dat u op
één vel naast elkaar wilt afdrukken.
[Formaat]
Selecteer het formaat van het afdrukvel.
[Datum]
Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd in de beelden in te voegen.
• Als u [Datum] selecteert, wordt de datum
ingevoegd met de geselecteerde notatie
(pagina 75). Deze functie is wellicht niet
beschikbaar, afhankelijk van de printer.
102
Andere beelden afdrukken
Selecteer [Meerdere beelden] en voer de
procedure opnieuw uit vanaf stap 3.
Fase 5: Het afdrukken voltooien
Controleer of het scherm zich opnieuw in
Fase 2 bevindt en koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los van de
camera.
Afdrukken bij een fotowinkel
U kunt een "Memory Stick Duo" met
beelden die met de camera zijn opgenomen,
meenemen naar een fotowinkel. Als de
fotowinkel beschikt over een
fotoafdrukservice die gebruikmaakt van
DPOF, kunt u van tevoren een
afdrukmarkering
op de beelden
aanbrengen, zodat u deze niet bij het
afdrukken in de winkel hoeft te selecteren.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in een geselecteerd
beeld
MENU-toets
(Weergave)-toets
• U kunt de beelden in het interne geheugen niet
rechtstreeks vanaf de camera afdrukken in een
fotowinkel. Kopieer de beelden eerst naar een
"Memory Stick Duo" en neem de "Memory
Stick Duo" mee naar de fotowinkel.
Regeltoets
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u een afdrukmarkering
kunt aanbrengen op beelden op de
"Memory Stick Duo" die u later wilt
afdrukken.
• U kunt de beelden met de afdrukmarkering
ook afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print
Order Format) of op een PictBridgecompatibele printer.
• Films kunnen niet worden voorzien van een
afdrukmarkering.
Als u een "Memory Stick Duo"
meeneemt naar een fotowinkel
(Weergave)-toets.
2 Selecteer het beeld dat u wilt
afdrukken.
3 Druk op MENU om het menu weer
te geven.
4 Selecteer [DPOF] met v/V op de
regeltoets en selecteer [Dit beeld]
met b/B en druk vervolgens op z.
Een afdrukmarkering
wordt
weergegeven op het beeld.
Stilstaande beelden afdrukken
• Vraag aan de medewerkers van de fotowinkel
welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen
verwerken.
• Als de fotowinkel geen "Memory Stick Duo"
kan verwerken, kopieert u de gewenste beelden
naar een ander medium, zoals een CD-R, en
neemt u die mee naar de fotowinkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee
te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
fotowinkel, moet u altijd eerst een reservekopie
(back-up) van de gegevens maken op een schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
• Als u datums op de beelden wilt afdrukken,
raadpleegt u de fotowinkel.
1 Druk op de
De afdrukmarkering verwijderen
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen en druk
vervolgens in stap 3 op z.
103
Afdrukken bij een fotowinkel
De beelden selecteren en een
afdrukmarkering aanbrengen
1 Druk op MENU tijdens weergave
in de enkelbeeldfunctie of in de
indexfunctie.
5 Selecteer [OK] met v en druk
vervolgens op z.
De
-markering verschijnt op het
scherm.
Enkelbeeld
2 Selecteer [DPOF] met v/V,
selecteer [Meerdere beelden] met
b/B en druk vervolgens op z.
Indexweergave
3 Selecteer een beeld dat u wilt
markeren met de regeltoets en
druk op z.
Het geselecteerde beeld wordt gemarkeerd
met
.
Enkelbeeld
De selectie annuleren
Selecteer [Sluiten] in stap 5 om te
annuleren en druk vervolgens op z.
De afdrukmarkering verwijderen
Indexweergave
Selecteer de beelden waarvan u de
afdrukmarkeringen wilt verwijderen en
druk vervolgens in stap 3 op z.
Een afdrukmarkering aanbrengen op
alle beelden in de map
Verplaats in stap 3 het frame naar de
selectiebalk voor mappen met b en druk op
z tijdens de indexfunctie.
4 Druk op MENU.
104
De geselecteerde map en alle beelden worden
gemarkeerd met
.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen.
1 Controleer de items op pagina 106 tot en met 116.
Zie pagina 117 als een foutcode als "C/E:ss:ss" op het scherm wordt
weergegeven.
2 Verwijder de accu uit de camera, plaats deze na ongeveer één minuut terug en
schakel de camera in.
3 Herstel de standaardinstellingen (pagina 68).
4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Wanneer u de camera opstuurt voor reparatie, stemt u er automatisch mee in dat de
beeldgegevens en muziekbestanden in het interne geheugen worden gecontroleerd.
Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het
probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven.
Accu en stroombron
106
113
Stilstaande beelden/films
opnemen
106
Intern geheugen
113
Beelden weergeven
109
Afdrukken
114
Beelden verwijderen/
bewerken
110
PictBridge-compatibele
printer
114
Computers
110
Overige
115
Picture Motion Browser
112
Problemen oplossen
"Memory Stick Duo"
105
Problemen oplossen
Accu en stroombron
De accu kan niet worden geplaatst.
• Plaats de accu op de juiste manier door op de hendel voor het uitwerpen van de accu te duwen.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Nadat u de accu in de camera hebt geplaatst, kan het even duren voordat u de camera kunt
inschakelen.
• Plaats de accu op de juiste manier.
• De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 123). Vervang de accu door een
nieuwe.
• Gebruik een aanbevolen accu.
De camera wordt plotseling uitgeschakeld.
• Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leegloopt. Schakel de camera
weer in.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 123). Vervang de accu door een
nieuwe.
De aanduiding voor resterende acculading is onjuist.
• Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
• De weergegeven resterende acculading verschilt van de werkelijke acculading. Ontlaad de
accu volledig en laad de accu weer op om de juiste lading weer te geven.
• De accu is ontladen. Plaats een opgeladen accu.
• De accu heeft het einde van de levensduur bereikt (pagina 123). Vervang de accu door een
nieuwe.
De accu kan niet worden opgeladen.
• U kunt de accu niet opladen met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd).
Stilstaande beelden/films opnemen
Het scherm wordt niet ingeschakeld, zelfs wanneer de voeding is ingeschakeld.
• Schakel het scherm in (pagina 20).
De camera kan geen beelden opnemen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
– Verwijder overbodige beelden (pagina 35).
– Plaats een andere "Memory Stick Duo".
106
Problemen oplossen
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 121).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Wanneer u een stilstaand beeld opneemt, zet u de modusknop op een andere stand dan
.
• Zet de modusknop op
wanneer u films wilt opnemen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van films. Voer een van de
volgende handelingen uit:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO Duo".
De filmopname wordt gestopt tijdens het opnemen.
• De filmopname stopt automatisch als het filmbestand ongeveer 2 GB groot is.
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op
om de opnamefunctie (pagina 33)
te wijzigen.
De steadyshot-functie werkt niet.
• De steadyshot-functie werkt niet als
op het scherm wordt weergegeven.
• De steadyshot-functie werkt wellicht niet goed wanneer u nachtelijke scènes opneemt.
• Neem op nadat u de sluiterknop half hebt ingedrukt. Druk de knop niet plotseling volledig in.
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (pagina 17). Dit is normaal.
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken in de volgende gevallen:
–
(stand Extra hoge gevoeligheid) is geselecteerd in de scènekeuze.
– Het beeldformaat is ingesteld op [12M], [3:2].
• De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer u films opneemt.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
• Controleer of [Conversielens] correct is ingesteld.
Problemen oplossen
(Macro). Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 5 cm voor groothoek (W)/34 cm voor telefoto (T) (pagina 26).
•
(stand Schemer) of
(stand Landschap) of
(stand Vuurwerk) is geselecteerd in de
scènekeuze bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De functie voor vooraf ingestelde scherpstelling is geselecteerd. Selecteer de functie voor
automatische scherpstelling (pagina 47).
• Zie "Als er niet is scherpgesteld op het onderwerp" op pagina 48.
107
Problemen oplossen
• Wanneer [Gezichtsherkenning] is ingesteld op [Aan], kunt u de digitale zoomfunctie niet
gebruiken.
De flitser werkt niet.
• De flitser is ingesteld op
(Niet flitsen) (pagina 26).
• U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:
– [Opn.functie] is ingesteld op [Burst] of Exposure Bracket (pagina 43).
–
(stand Hoge gevoeligheid) of (stand Schemer) of
(stand Extra hoge
gevoeligheid) of
(stand Vuurwerk) is geselecteerd in scènekeuze (pagina 30).
– U neemt films op.
• Stel de flitser in op
(stand Strand), of
(Altijd flitsen) als de modusknop op M of
(stand Landschap),
(stand Sneeuw) is geselecteerd in de scènekeuze (pagina 26).
Wazige witte ronde stippen verschijnen in beelden die met de flitser worden
opgenomen.
• Deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht hebben het flitslicht gereflecteerd en worden in het
beeld weergegeven. Dit is normaal (pagina 13).
De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet.
•
(stand Schemer) of
(stand Landschap) of
scènekeuze (pagina 30).
(stand Vuurwerk) is geselecteerd in de
De datum en tijd worden niet weergegeven op het LCD-scherm.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
weergegeven tijdens het afspelen.
De datums kunnen niet in een beeld worden ingevoegd.
• Deze camera beschikt niet over een functie voor het toevoegen van data aan beelden
(pagina 114). Met "Picture Motion Browser" kunt u beelden met de datum afdrukken of
opslaan (pagina 95).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
• De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 45).
Het scherm is te donker of te licht.
• Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina 20).
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
(pagina 46) of pas de belichting aan (pagina 45).
• Schakel het scherm in (pagina 20).
108
Problemen oplossen
Het beeld is te licht.
• Pas de belichting aan (pagina 45).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel [Kleurfunctie] in op [Normaal] (pagina 44).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Het vlekkerige verschijnsel doet zich voor en witte, zwarte, rode, paarse of andere strepen
verschijnen op het beeld. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Rode-ogeneffect] in op [Aan] (pagina 50).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser.
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
• Bewerk het beeld met [Rode-ogen-correctie] (pagina 58).
Er verschijnen puntjes op het scherm.
• Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 2).
Het beeld dat zichtbaar is door de zoeker komt niet overeen met het werkelijk
opneembare bereik.
• Het parallax-fenomeen doet zich voor wanneer het onderwerp dichtbij is. Gebruik in een
dergelijk geval het LCD-scherm om het opneembare bereik te bevestigen.
• Beelden kunnen niet worden gecontroleerd als u de digitale zoom gebruikt.
• Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden
(pagina 35).
• De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen accu.
Beelden weergeven
Problemen oplossen
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
De camera kan geen beelden weergeven.
• Druk op
(Weergave)-toets (pagina 33).
• De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer (pagina 89).
109
Problemen oplossen
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw
camera niet worden gegarandeerd.
• De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding (pagina 87).
De datum en tijd worden niet weergegeven.
• De v (DISP)-toets is uitgeschakeld (pagina 20).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 70).
• Controleer de aansluiting (pagina 77).
• Als de USB-stekker van de kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten op een
ander apparaat, moet u de stekker loskoppelen (pagina 87).
Beelden verwijderen/bewerken
De camera kan een beeld niet verwijderen.
• Annuleer de beveiliging (pagina 59).
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 121).
U hebt per ongeluk een beeld verwijderd.
• Als u een beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen. U kunt het beste de beelden
beveiligen (pagina 59) of de "Memory Stick Duo" gebruiken met de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK (pagina 121) om te voorkomen dat beelden
per ongeluk worden gewist.
Computers
U weet niet of het besturingssysteem van de computer compatibel is met de
camera.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 81 voor Windows en pagina 97 voor
Macintosh.
110
Problemen oplossen
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-sleuf.
• Controleer of de "Memory Stick PRO Duo" wordt ondersteund door de computer en de
Memory Stick Reader/Writer. Gebruikers met een Memory Stick Reader/Writer van een
andere fabrikant dan Sony moeten contact opnemen met die fabrikant.
• Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de
computer (pagina 84 en 97). De "Memory Stick PRO Duo" wordt door de computer herkend.
De computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in.
• Als de acculading laag is, plaatst u een opgeladen accu of gebruikt u de netspanningsadapter
(niet bijgeleverd) (pagina 83).
• Stel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (pagina 69).
• Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) (pagina 84).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van de computer en de camera en
sluit de kabel opnieuw stevig aan.
• Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-
aansluitingen van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat
(pagina 84).
• De software (bijgeleverd) is niet geïnstalleerd. Installeer de software (pagina 82).
• De computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera hebt aangesloten op de
computer met de kabel voor de multifunctionele aansluiting voordat u de software
(bijgeleverd) hebt geïnstalleerd. Verwijder het foutief herkende apparaat van de computer en
installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende punt).
Het pictogram "Removable disk" wordt niet op het scherm weergegeven
wanneer u de camera aansluit op de computer.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
U kunt geen beelden kopiëren.
• Breng een USB-verbinding tussen de camera en de computer tot stand (pagina 84).
• Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (pagina 84 en 97).
Problemen oplossen
onderstaande procedure geldt voor Windows-computers.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] en klik op [Properties] in het snelmenu.
Het scherm "System Properties" wordt weergegeven.
2 Klik op [Hardware] t [Device Manager].
"Device Manager" wordt weergegeven.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik vervolgens op [Uninstall] t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer de software (pagina 82).
Er wordt ook een USB-stuurprogramma geïnstalleerd.
111
Problemen oplossen
• Wanneer u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die met een computer is
geformatteerd, kunt u de beelden wellicht niet naar een computer kopiëren. Maak opnamen op
een "Memory Stick Duo" die met de camera is geformatteerd (pagina 64).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gebracht, wordt "Picture Motion Browser"
niet automatisch gestart.
• Start "Media Check Tool" (pagina 90).
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is ingeschakeld (pagina 84).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Raadpleeg de Help als u "Picture Motion Browser" gebruikt.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u een film op een computer weergeeft, worden beeld en geluid
onderbroken door storing.
• U geeft de film rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick
Duo". Kopieer de film naar de vaste schijf van de computer en geef vervolgens de film weer
vanaf de vaste schijf (pagina 83).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden die al naar de computer zijn gekopieerd, kunnen niet op de camera
worden weergegeven.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF"
(pagina 88).
• Volg de juiste procedures (pagina 89).
Picture Motion Browser
Beelden worden niet correct weergegeven met "Picture Motion Browser".
• Controleer of de map met de beelden is geregistreerd in "Viewed folders". Als de beelden niet
worden weergegeven, zelfs niet als de map is geregistreerd in "Viewed folders", moet u de
database bijwerken (pagina 94).
U kunt beelden die zijn geïmporteerd met "Picture Motion Browser" niet vinden.
• Kijk in de map "My Pictures".
• Als u de standaardinstellingen hebt gewijzigd, gaat u naar "De "Folder to be imported"
wijzigen" op pagina 94 en controleert u welke map wordt gebruikt voor het importeren.
112
Problemen oplossen
U wilt de "Folder to be imported" wijzigen.
• Ga naar het scherm "Import Settings" om de "Folder to be imported" te wijzigen. U kunt een
andere map opgeven nadat u deze met "Picture Motion Browser" hebt geregistreerd in
"Viewed folders" (pagina 94).
De datum van alle geïmporteerde beelden wordt anders weergegeven dan de
opnamedatum op de kalender.
• De datum op de camera is niet juist ingesteld. Stel de datum en tijd correct in (pagina 75).
wordt weergegeven op het scherm.
• De opgenomen gegevens zijn verouderd door het wijzigen of verwijderen van de naam van
een beeld of een map. Selecteer [Update Database] in het menu [Tools] en voer de update uit.
"Memory Stick Duo"
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting.
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd.
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 121).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
• Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt
deze niet meer herstellen. U kunt het beste de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick Duo" in de stand LOCK zetten om te voorkomen dat beeldgegevens per ongeluk worden
gewist (pagina 121).
Intern geheugen
Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne
geheugen.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory
Stick Duo" worden gekopieerd.
• De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de opslagcapaciteit (64 MB of meer wordt
aanbevolen).
Problemen oplossen
• Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder deze uit de camera.
113
Problemen oplossen
De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar
het interne geheugen worden gekopieerd.
• De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Afdrukken
Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (hierna) in combinatie met de volgende punten.
Beelden worden zonder beide randen afgedrukt.
• Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven- en onderrand van het beeld
worden bijgesneden. Vooral wanneer u een beeld hebt opgenomen met het beeldformaat
[16:9], kunnen de zijranden van het beeld worden bijgesneden.
• Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en
afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt
over deze functies.
• Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden
kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden.
Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt.
• Met "Picture Motion Browser" kunt u beelden met de datum afdrukken (pagina 95).
• Deze camera beschikt niet over een functie om datums in te voegen in beelden. Aangezien de
beelden die met de camera zijn opgenomen echter gegevens bevatten over de opnamedatum,
kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exif-gegevens kan
herkennen. Vraag de fabrikant van de printer of de software of het product compatibel is met
Exif-gegevens.
• Als u beelden bij een fotowinkel laat afdrukken, kunt u in de fotowinkel vragen om de datum
op de beelden af te drukken.
PictBridge-compatibele printer
Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht.
• De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (pagina 69).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als een
foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer
raadplegen.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Controleer of de camera en de printer correct zijn aangesloten met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
• Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de printer voor meer informatie.
114
Problemen oplossen
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, schakelt u de printer uit en vervolgens weer in en sluit u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting weer aan.
• Films kunnen niet worden afgedrukt.
• Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een
computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt.
Het afdrukken is geannuleerd.
• Controleer of u de kabel voor de multifunctionele aansluiting hebt losgekoppeld voordat het
pictogram
(PictBridge-aansluiting) is verdwenen.
In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet
worden afgedrukt.
• De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer
beschikt over deze functies.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie. Raadpleeg
de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum.
Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 101).
Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze opnieuw aan wanneer u
het papierformaat wilt wijzigen nadat de printer is aangesloten op de camera.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de
camera (pagina 101) of de printer.
• Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd
duren, afhankelijk van de printer.
Overige
De camera werkt niet wanneer de lens is uitgeschoven.
Problemen oplossen
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Forceer de lens niet als die is gestopt met bewegen.
• Plaats een opgeladen batterij en schakel de camera opnieuw in.
115
Problemen oplossen
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u
deze weer gebruikt.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
• De accu is ontladen. Vervang deze door een opgeladen accu.
De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera
is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 75).
U wilt de datum of tijd wijzigen.
• Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 75).
116
Foutcodes en berichten
Zelfdiagnosefunctie
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met ss) verschillen
afhankelijk van de status van de camera.
Als u het probleem niet kunt verhelpen,
zelfs niet nadat u de volgende oplossingen
een aantal keer hebt geprobeerd, moet de
camera wellicht worden gerepareerd. Neem
contact op met uw Sony-handelaar of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
C:32:ss
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel de camera uit en
weer in.
Berichten
Als een van de volgende berichten wordt
weergegeven, volgt u de aanwijzingen.
E
• De accu is bijna leeg. Laad de accu
onmiddellijk op. Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en het type
accu, kan de aanduiding knipperen,
zelfs als er nog voldoende acculading is
voor 5 tot 10 minuten gebruik.
Gebruik uitsluitend een geschikte
batterij
• De gebruikte batterij is geen NP-BG1-
accu.
Systeemfout
C:13:ss
• Schakel de camera uit en weer in.
• De camera kan geen gegevens lezen
vanaf of schrijven naar de "Memory
Stick Duo". Probeer de camera uit en
weer in te schakelen, of verwijder de
"Memory Stick Duo" en plaats deze een
aantal keren terug.
• Er is een formatteringsfout in het
interne geheugen opgetreden of er is een
niet-geformatteerde "Memory Stick
Duo" geplaatst. Formatteer het interne
geheugen of de "Memory Stick Duo"
(pagina 64, 67).
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met deze camera worden gebruikt,
of de gegevens zijn beschadigd. Plaats
een nieuwe "Memory Stick Duo".
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de Memory Stick opnieuw
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste manier.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 121).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
• Het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" is vuil.
E:62:ss
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt
(pagina 121).
E:91:ss
• Er is een storing opgetreden in de
camera. Herstel de
standaardinstellingen van de camera
(pagina 68) en schakel de camera weer
in.
Geen toegang Memory Stick
Toegang geweigerd
Problemen oplossen
Verkeerd type Memory Stick
E:61:ss
• U gebruikt een "Memory Stick"
waarvan de toegang wordt
gecontroleerd.
117
Foutcodes en berichten
Fout bij formatteren Memory Stick
Fout bij formatteren intern geheugen
• Formatteer het medium opnieuw
(pagina 64 en 67).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met
"999". U kunt in dat geval geen mappen
meer maken.
Memory Stick vergrendeld
• U gebruikt de "Memory Stick Duo" met
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand LOCK. Zet de schakelaar in de
stand voor opnemen (pagina 121).
Geen geheugenruimte in het intern
geheugen
Geen geheugenruimte in de Memory
Stick
• Verwijder overbodige beelden of
Bestandsfout
• Er is een fout opgetreden tijdens het
weergeven van het beeld.
Deze map heeft het kenmerk Alleen
lezen.
• U hebt een map geselecteerd die niet
kan worden ingesteld op uw camera als
een opnamemap. Selecteer een andere
map (pagina 65).
bestanden (pagina 35).
Bestandsbeveiliging
Geheugen voor alleen-lezen
• Annuleer de beveiliging (pagina 59).
• De camera kan geen beelden opnemen
of verwijderen op deze "Memory Stick
Duo".
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
Geen beelden beschikbaar
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
• Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven opgenomen in het interne
geheugen.
• Er zijn geen beelden die kunnen worden
weergegeven opgenomen in deze map.
• De geselecteerde map bevat geen
bestand dat in een diavoorstelling met
muziek kan worden afgespeeld.
Ongeldige bediening
• U wilt een beeldbestand weergeven dat
niet compatibel is met de camera.
• U hebt een functie geselecteerd die niet
beschikbaar is voor films.
(Trillingswaarschuwing)
Mapfout
• Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE). Selecteer een andere map
of maak een nieuwe map (pagina 64,
65).
118
• Door onvoldoende licht is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, activeer de steadyshot-functie of
bevestig de camera op een statief om de
camera te stabiliseren.
Foutcodes en berichten
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Films met beeldformaat 640(Fijn)
kunnen alleen op een "Memory Stick
PRO Duo" worden opgenomen. Plaats
een "Memory Stick PRO Duo" of stel
het beeldformaat in op een ander
formaat dan [640(Fijn)].
Macro is ongeldig
• De macrofunctie is niet beschikbaar
onder deze instellingen (pagina 26, 30).
De flitserfunctie kan niet worden
veranderd
• De flitsfunctie is niet beschikbaar onder
deze instellingen (pagina 26, 30).
• De gegevensoverdracht naar de printer
is wellicht nog niet voltooid. Koppel de
kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken
voordat dit is voltooid. Dit kan enige
tijd duren, afhankelijk van de printer.
Muziekfout
• Verwijder het muziekbestand of vervang
het door een normaal muziekbestand.
• Voer [Format. muz.] uit en download
vervolgens een nieuw muziekbestand.
Maximunaantal beelden
geselecteerd
• U kunt maximaal 100 beelden
Muziekgeheugen-formatteringsfout
• Voer [Format. muz.] uit.
selecteren. Verwijder het vinkje.
Onvoldoende acculading
• Gebruik een volledig opgeladen accu
wanneer u een beeld dat in het interne
geheugen is opgeslagen, kopieert naar
de "Memory Stick Duo".
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken, is beschadigd.
• U probeert films weer te geven.
• U probeert de functie [Bijwerken] te
gebruiken.
Bezig met TV-uitvoer…
• De camera geeft de beelden in de
functie Diavoorstelling weer.
Geen rode ogen gevonden
• Het is mogelijk dat u rode ogen niet
kunt corrigeren, afhankelijk van het
beeld.
Problemen oplossen
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
Ongeldige bediening
Bezig met HD (1080i)-uitvoer…
119
Overige
De camera in het buitenland gebruiken —
Stroomvoorziening
U kunt uw camera, de acculader (bijgeleverd) en de AC-LS5K-netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) in elk land/elke regio gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en
240 V wisselstroom, 50/60 Hz.
• Gebruik geen elektronische transformator (reistransformator), omdat hierdoor
een storing kan optreden.
120
De "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera, worden vermeld
in de onderstaande tabel. Een goede
werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick".
Type "Memory Stick"
Opnemen/
weergeven
Memory Stick
(zonder MagicGate)
—
Memory Stick
(met MagicGate)
—
Memory Stick Duo
(zonder MagicGate)
a
Memory Stick Duo
(met MagicGate)
a*1*2
MagicGate Memory Stick
—
MagicGate Memory Stick
Duo
a*1
Memory Stick PRO
—
Memory Stick PRO Duo
a*1*2*3
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
verwijderen wanneer de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK
is gezet met een puntig voorwerp.
Aansluiting
Schrijfbeveiligingsschakelaar
Memogebied
*1
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory
Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn
uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate
is een technologie ter bescherming van
auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt
van coderingstechnologie. Deze camera kan
geen gegevens opnemen/weergeven waarvoor
MagicGate-functies zijn vereist.
*2
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtssnelheid via een parallelle
interface.
*3
Films met het formaat 640(Fijn) kunnen
worden opgenomen.
• Verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl
gegevens worden gelezen of geschreven.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
worden beschadigd:
– Wanneer de "Memory Stick Duo" uit de
camera wordt verwijderd of de camera wordt
uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven
van gegevens
– Wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
• U kunt het beste een reservekopie (back-up) van
belangrijke gegevens maken.
• Druk niet te hard wanneer u in het memogebied
schrijft.
• Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo" zelf
of op een Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt
of opbergt, plaatst u deze terug in het
bijgeleverde doosje.
• Raak het aansluitpunt van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• Sla niet tegen de "Memory Stick Duo", buig
deze niet en laat deze niet vallen.
• Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo"
niet.
Overige
• Dit product is compatibel met "Memory Stick
Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting voor
"Memory Stick Micro".
• De juiste werking van een "Memory Stick Duo"
die op een computer is geformatteerd, kan met
deze camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
Bepaalde "Memory Stick Duo"-kaarten
hebben geen schrijfbeveiligingsschakelaar.
Voor een "Memory Stick Duo" die wel over
deze schakelaar beschikt, kan de positie en
de vorm verschillen afhankelijk van de
"Memory Stick Duo".
121
De "Memory Stick"
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
• Houd de "Memory Stick Duo" buiten het bereik
van kleine kinderen. Kinderen kunnen de kaart
per ongeluk doorslikken.
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet
onder de volgende omstandigheden:
– Op plaatsen met een hoge temperatuur, zoals
in een hete auto die in de zon is geparkeerd
– Op plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen over het gebruik van de
Memory Stick Duo-adapter (niet
bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" met een
"Memory Stick"-apparaat wilt gebruiken, moet
u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory
Stick Duo-adapter plaatsen. Als u een "Memory
Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"compatibel apparaat plaatst zonder een Memory
Stick Duo-adapter te gebruiken, is het mogelijk
dat u deze niet weer uit het apparaat kunt halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u
ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting plaatst. Een foutieve plaatsting
kan leiden tot een slechte werking.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is geplaatst, met een
"Memory Stick"-apparaat gebruikt, moet u
ervoor zorgen dat de Memory Stick Duo-adapter
in de juiste richting wordt geplaatst. Houd er
rekening mee dat de apparatuur kan worden
beschadigd door onjuist gebruik.
• Plaats een Memory Stick Duo-adapter niet in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder dat een "Memory Stick Duo" in de
adapter is geplaatst. Als u dit toch doet, kan een
storing in de camera optreden.
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick PRO Duo" (niet
bijgeleverd)
Typen "Memory Stick PRO Duo" met een
opslagcapaciteit tot 8 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
122
Opmerkingen over het gebruik van een
"Memory Stick Micro" (niet bijgeleverd)
• Om een "Memory Stick Micro" met deze
camera te gebruiken, dient u de "Memory Stick
Micro" in een "M2"-adapter van het Duoformaat te plaatsen. Als u een "Memory Stick
Micro" rechtstreeks in de camera plaatst zonder
een "M2"-adapter van het Duo-formaat te
gebruiken, is het mogelijk dat u deze niet weer
uit de camera kunt halen.
• Houd de "Memory Stick Micro" buiten het
bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen de
kaart per ongeluk doorslikken.
Over de accu
De accu opladen
We raden u aan de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C.
Buiten dit temperatuurbereik kunt u de accu
wellicht niet efficiënt opladen.
• De levensduur van de accu verschilt afhankelijk
van de opslag- en gebruiksomstandigheden
waaronder de accu wordt gebruikt.
De accu effectief gebruiken
• De prestaties van de accu gaan achteruit als deze
in een koude omgeving wordt gebruikt. U kunt
de accu dus korter gebruiken op koude locaties.
Voor een langdurig gebruik raden we u het
volgende aan:
– Bewaar de accu in een binnenzak om deze
warm te houden en plaats de accu vlak
voordat u begint met opnemen in de camera.
• De acculading wordt sneller verbruikt wanneer
u de flitser of zoomfunctie vaak gebruikt.
• U kunt het beste reserveaccu's bij de hand
houden met een totale opnameduur van twee of
drie keer zo lang als de verwachte opnameduur,
en eerst proefopnamen maken voordat u de
werkelijke opnamen maakt.
• Stel de accu niet bloot aan water. De accu is niet
waterbestendig.
• Laat de accu niet liggen op zeer warme locaties,
zoals in een auto of in direct zonlicht.
De accu bewaren
• Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt,
laadt u deze volledig op en verbruikt u de lading
volledig voordat u de accu bewaart op een
droge, koele plaats. Herhaal het opladen en
verbruiken eens per jaar zodat de accu goed
blijft werken.
• Als u de acculading wilt verbruiken, schakelt u
de camera in de weergavefunctie voor
diavoorstelling (pagina 53) totdat de camera
wordt uitgeschakeld.
• Gebruik de bijgeleverde accuhouder wanneer u
de accu meeneemt of opbergt om vlekken op het
aansluitpunt, kortsluiting, enzovoort te
voorkomen.
Levensduur van de accu
Overige
• De levensduur van de accu is beperkt. De
capaciteit van de accu neemt geleidelijk af
naarmate u deze meer gebruikt en de tijd
verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is
waarschijnlijk het einde van de levensduur van
de accu bereikt. Koop een nieuwe accu.
123
De acculader
De acculader
• Plaatst geen andere accu dan de NP-BG-accu in
de acculader bijgeleverd met de camera. Andere
batterijen kunnen lekken, overhit geraken of
ontploffen als u ze probeert op te laden. Dit kan
leiden tot elektrocutie en brandwonden.
• Verwijder de opgeladen accu uit de acculader.
Als u de opgeladen accu in de lader laat zitten,
kan de levensduur van de accu worden verkort.
• Als het CHARGE-lampje knippert, geeft dit aan
dat een accufout is opgetreden of dat een accu
van een ander type dan het opgegeven type is
geplaatst. Controleer of de geplaatste accu van
het opgegeven type is. Als de accu van het
opgegeven type is, haalt u de accu uit de lader,
vervangt u deze door een nieuwe of een andere
en controleert u of de acculader goed werkt. Als
de acculader goed werkt, kan een accufout zijn
opgetreden.
• Als de acculader vuil is, is het mogelijk dat de
accu niet goed wordt opgeladen. Maak de
acculader schoon met een droge doek,
enzovoort.
124
Index
Index
A
Besturingssysteem.......... 81, 97
Aanduiding ...........................16
Beveiligen............................. 59
Aanduiding voor AE/AFvergrendeling...........24, 48
Bewolkt ................................ 49
F
Bijwerken ............................. 56
Flitser (opnemen)..................13
Aansluiten
Burst ..................................... 43
Flitser (witbalans) .................50
Computer .......................84
Exposure Bracket..................43
Flitsfunctie ............................26
Printer ..........................101
C
Televisie.........................77
Camera vasthouden .............. 24
Accu....................................123
COMPONENT..................... 69
Fluorescerende lamp 1, 2, 3
.......................................49
Acculader............................124
Computer.............................. 80
Format. muz. ........................96
Achtergrondverlichting van het
LCD-scherm ..................20
Aanbevolen omgeving
................................ 81, 97
Formatteren.....................64, 67
AF-bereikzoekerframe ..........47
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera........................... 89
Functiegids............................68
Beelden kopiëren .... 83, 97
Gedeeltelijk kleur .................57
Macintosh...................... 97
Geheugen beheren ................64
Software ........................ 82
Gezichtsherkenning ..............42
Windows ....................... 80
Gloeilamp .............................49
Afdrukken .......................60, 99
Afdrukken bij een fotowinkel
.....................................103
Afdrukmarkering ................103
AF-functie.............................72
AF-vergrendeling..................48
AF-verlicht............................71
Altijd flitsen ..........................26
Flitsniveau.............................50
Contrast ................................ 51
Conversielens ....................... 73
Foutcodes en berichten .......117
G
H
Half indrukken ........................7
Auto Review .........................74
Autom. instellen-functie .......23
D
Histogram .......................20, 21
Autom. Oriëntatie .................74
Daglicht ................................ 49
Hoge gevoeligheid ................29
Automatisch instellen ...........24
Datum..................... 75, 94, 102
HOME ..................................37
Automatische scherpstelling
.........................................7
Diafragma............................... 9
Hoofdinstellingen 1 ..............68
Diavoorstelling ............... 53, 56
Hoofdinstellingen 2 ..............69
B
Digitale zoom ....................... 72
I
Beeldbestandopslaglocaties en
bestandsnamen...............88
Beelden kopiëren naar de
computer........................83
DirectX ................................. 81
DISP ..................................... 20
DPOF ........................... 60, 103
Beelden verwijderen .............35
Dradenkruis van de
puntlichtmeting ............. 46
Beelden weergeven ...............33
DRO ..................................... 51
Indexscherm..........................34
Indexweergave ......................53
Initialiseren ...........................68
Installatie ..............................82
Intern geheugen ....................22
Beeldkwaliteit .......................11
E
Intern geheugen-tool.............67
Belichting................................9
Enkelbeeld............................ 53
ISO..............................9, 10, 45
Bestandopslaglocatie ............88
Enkelvoud. ........................... 72
Bestandsextensie...................89
EV ........................................ 45
J
Bestandsnaam .......................88
EV aanpassen ................. 21, 45
JPG .......................................88
Index
Beeldformaat...................11, 41
Image quality ........................13
125
Index
K
Monitor ................................ 72
Punt-AF ................................ 47
Kaartweergave ......................93
MPG..................................... 88
Puntlichtmeting ....................46
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting .......77, 84, 101
Multi-AF .............................. 47
R
Kleur.....................................10
Multifunctionele aansluiting
........................ 77, 84, 101
Kleurfunctie..........................44
Music Transfer ............... 96, 98
Rode-ogen-correctie .............58
Klokinstellingen ...................75
Muziek ................................. 55
Rode-ogeneffect ................... 50
Kopiëren ...............................66
Muziek downloaden............. 96
Roteren ................................. 60
Rechtstreeks afdrukken ...... 100
Muziek-tool.................... 55, 96
L
S
Lagere beeldscherpte............57
N
Landschap.............................29
Natuurlijk ............................. 44
Schemer ................................ 29
Language Setting ..................76
Niet flitsen............................ 26
Schemer-portret ....................29
Langzame synchro................26
NR lange-sluitertijd.............. 17
Scherm
LCD-scherm .........................20
NTSC ................................... 70
Aanduiding....................16
Levendig ...............................44
O
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm ..... 20
Lichtmeetfun. ......................46
Lichtmeting met meerdere
patronen.........................46
Lichtmeting met nadruk op het
midden...........................46
Scènekeuze .....................28, 41
Onderbelichting ..................... 9
Scherpstellen .............. 7, 25, 47
Opn.functie .......................... 43
Scherpte ................................ 51
Opname-instellingen 1 ......... 71
M
Opname-instellingen 2 ......... 74
Schrijfbeveiligingsschakelaar
..................................... 121
Macintosh-computer.............97
Opnamemap maken ............. 64
Sepia ..................................... 44
Aanbevolen omgeving...97
Opnamemap wijz. ................ 65
Settings ................................. 68
Macro....................................26
Opnemen .............................. 41
SETUP..................................52
Map.......................................61
Films ....................... 24, 25
Slimme-zoomfunctie ............ 72
Maken............................64
Stilstaand beeld............. 24
Sluitertijd ................................ 9
Selecteren ......................61
Optische zoom ............... 25, 72
Sneeuw ................................. 29
Wijzigen ........................65
Overbelichting........................ 9
Soft Snap .............................. 29
Software ................... 82, 90, 96
Map kiezen ...........................61
Mass Storage ........................69
P
"Memory Stick Duo"..........121
PAL ...................................... 70
Memory Stick tool................64
PC......................................... 80
Stand Handmatige belichting
....................................... 31
Menu
Stand Extra hoge gevoeligheid
....................................... 29
PictBridge .................... 69, 100
Stand Vuurwerk ....................29
Items..............................40
Picture Motion Browser....... 90
SteadyShot............................ 52
Opnemen .......................41
Pieptoon ............................... 68
Stereffect .............................. 58
Weergeven .....................56
Pixel ..................................... 11
Stramienlijn .......................... 71
Midden-AF ...........................47
Precisie-digitale-zoomfunctie
...................................... 72
Strand ................................... 29
Modusknop ...........................23
Problemen oplossen ........... 105
126
Schermweergave wijzigen
....................................... 20
Onderdelen en
bedieningselementen .... 14
Index
T
Televisie ................................77
Trimmen................................58
U
USB-aansl. ...........................69
Uw camera in het buitenland
gebruiken .....................120
V
VGA......................................12
Video-uit ...............................70
Vissenooglens .......................57
Volume ..................................33
Vooraf ingestelde
scherpstelling.................48
W
Wazige beelden .......................8
Weergavemenu......................56
Weergavezoom......................33
Windows-computer...............80
Aanbevolen omgeving
.......................................81
Wissen...................................56
Formatteren .............64, 67
Witbalans ..............................49
Z
Zelfdiagnosefunctie ............117
Zelfontspanner ......................27
Zoom.....................................25
Z-W.......................................44
Index
127
Opmerkingen over de licentie
"C Library"-, "Expat"- en "zlib"-software
worden bij de camera geleverd. Deze
software wordt geleverd op basis van
licentieovereenkomsten met de houders van
het auteursrecht. Op basis van verzoeken
van de houders van het auteursrecht van
deze toepassingen zijn we verplicht u op de
hoogte te stellen van het volgende. Lees de
volgende gedeelten door.
Lees "license1.pdf" in de map "License" op
de CD-ROM. U vindt
licentieovereenkomsten (in het Engels) van
"C Library"-, "Expat"- en "zlib"-software.
Software waarop GNU GPL/LGPL van
toepassing is
De software die van toepassing is voor de
volgende GNU General Public License
(hierna te noemen "GPL") of GNU Lesser
General Public License (hierna te noemen
"LGPL") is bij de camera inbegrepen.
Hiermee wordt aangegeven dat u het recht
hebt op toegang tot de broncode voor deze
software en deze mag aanpassen en
opnieuw distribueren volgens de
voorwaarden van de bijgeleverde GPL/
LGPL.
U kunt de broncode vinden op internet. Ga
naar de volgende URL als u de broncode
wilt downloaden.
http://www.sony.net/Products/Linux/
We stellen het zeer op prijs als u geen
contact met ons opneemt over de inhoud
van de broncode.
Lees "license2.pdf" in de map "License" op
de CD-ROM. U vindt hier licenties (in het
Engels) voor software waarop "GPL" en
"LGPL" van toepassing is.
Als u de PDF-versie wilt weergeven, hebt u
Adobe Reader nodig. Als deze toepassing
niet op de computer is geïnstalleerd, kunt u
deze downloaden vanaf de website van
Adobe Systems:
http://www.adobe.com/
128
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze website voor
klantenondersteuning.