Probleem Oorzaak Oplossing
Uitgaande faxen worden steeds
opnieuw gekozen.
De faxmodule kiest een faxnummer
automatisch opnieuw als de optie
Opnieuw kiezen bij bezet of de optie
Opnieuw kiezen bij geen antwoord is
ingeschakeld.
Dit is normaal. Als u niet wilt dat een
nummer automatisch opnieuw wordt
gekozen, stelt u de optie Opnieuw
kiezen bij bezet, de optie Opnieuw
kiezen bij geen antwoord en de optie
Opnieuw kiezen bij fout in op 0.
Faxen die u verzendt, komen niet aan
bij het ontvangende faxapparaat.
Het ontvangende faxapparaat is
uitgeschakeld of bevat een fout,
bijvoorbeeld omdat het papier op is.
Vraag de ontvanger te controleren of
diens faxapparaat is ingeschakeld en
gereed is om faxen te ontvangen.
Er zit een fax in het geheugen die wacht
tot het apparaat een nieuwe poging
doet om een nummer te kiezen dat bezet
was of er moeten eerst nog andere
taken worden verzonden.
Als om een van de genoemde redenen
een faxtaak in het geheugen is
opgeslagen, wordt de taak vermeld in
het faxlog. Druk het faxactiviteitenlog af
en controleer de kolom Resultaat op
taken met de aanduiding In de
wachtrij.
Foutcodes van de faxmodule
Als er een faxprobleem optreedt waardoor faxen niet kunnen worden verzonden of ontvangen of de
verzending of ontvangst wordt onderbroken, wordt een foutcode gegenereerd waarmee de oorzaak
van het probleem kan worden achterhaald. Foutcodes worden vermeld in het faxactiviteitenlog, in het
faxrapport en in de T.30 Protocol Trace. Druk een van deze rapporten af voor de foutcode. Ga voor
een gedetailleerde beschrijving van de foutcodes en de bijbehorende handelingen naar
www.hp.com.
Zoeken op HP LaserJet analoog faxaccessoire 500.
Faxfoutberichten op het bedieningspaneel van het apparaat
Als het faxen wordt onderbroken of als er een fout optreedt tijdens het verzenden of ontvangen van een
fax, wordt een tweedelige status-/foutbeschrijving gegenereerd door het faxsubsysteem op het
apparaat. Normale of met succes verzonden/ontvangen faxen genereren ook een bericht, om aan te
geven dat ze zijn gelukt. De informatie in het bericht bestaat uit een beschrijving en een cijfercode
(enkele berichten hebben geen cijfercode). Alleen het tekstgedeelte van het bericht wordt op het
bedieningspaneel van het apparaat weergegeven, maar het bericht en de cijfercode staan wel allebei
in het faxactiviteitenrapport, het faxoproepenrapport en het Fax T.30-opsporingsrapport. De cijfercode
wordt tussen haakjes weergegeven achter het tekstgedeelte van het bericht in de rapporten.
De faxmodem genereert de cijfercode. Als de cijfercode (0) is, duidt dit gewoonlijk op een normale
modemrespons. Bij sommige berichten wordt altijd de cijfercode (0) weergegeven, terwijl andere
berichten verschillende cijfercodes kunnen hebben. Enkele berichten hebben geen cijfercode. De
cijfercode (0) geeft doorgaans aan dat er geen fout is met de faxmodem, maar dat de fout is
opgetreden in een ander onderdeel van het faxsubsysteem of in een ander systeem in het apparaat,
zoals het afdruksysteem. Bij andere foutcodes dan nul wordt meer informatie gegeven over de
betreffende handelingen of processen die de modem uitvoert. Deze codes duiden niet
noodzakelijkerwijs op een probleem met de modem.
Als er aanhoudend foutberichten verschijnen met andere cijfercodes dan hier vermeld staan, hebt u
hulp nodig van de klantenondersteuning. Druk voordat u contact opneemt met de klantenondersteuning
280 Hoofdstuk 10 Problemen oplossen NLWW