VUE 3
I – 1 Inleiding tot VUE
Werkstanden
De VUE heeft twee werkstanden: Restweg (INCREMENTEEL) en
Feitelijke waarde (ABSOLUUT). Met de functie Restweg kunt u
eenvoudig nominale posities benaderen door te verplaatsen totdat de
waarde nul wordt weergegeven. Wanneer u in de werkstand
Incrementeel werkt, kunt u nominale coördinaten als incrementele of
absolute maten invoeren. De werkstand Feitelijke waarde toont altijd
de huidige actuele positie van het gereedschap ten opzichte van het
actieve nulpunt. In deze werkstand worden alle bewegingen
uitgevoerd door verplaatsing totdat de weergegeven waarde
overeenkomt met de gewenste nominale positie.
In de werkstand ABSOLUUT (Feitelijke Waarde), als de VUE is
geconfigureerd voor freesbewerkingen, zijn alleen de lengtecorrecties
van het gereedschap actief. Zowel de diameter- als de
lengtecorrecties worden gebruikt in de INCREMENTELE (Restweg-)
werkstand om de vereiste restweg te berekenen voor de verplaatsing
naar de gewenste nominale positie ten opzichte van de rand van het
betreffende snijgereedschap.
Als de VUE is geconfigureerd voor draaien, worden alle
gereedschapcorrecties gebruikt in zowel de ABSOLUTE als de
INCREMENTELE werkstand.
Druk op de toets ABS/INC (zie Fig. I.1) om tussen deze twee
werkstanden te schakelen. Om de andere softkeyfuncties te bekijken
in hetzij DE ABSOLUTE of DE INCREMENTELE werkstand, dienen de
LINKER-/RECHTERPIJL-toetsen te worden gebruikt.
In de draaibewerking kan de positie van de Z-assen in een systeem
met drie assen snel worden gekoppeld. Voor meer informatie, zie
"Koppeling" op pagina 26.
Evaluatie van referentiemerken
De referentiemerk-evaluatiefunctie van de VUE herstelt automatisch
de samenhang tussen de assledeposities en afleeswaarden op het
display die u het laatst gedefinieerd hebt door het instellen van het
nulpunt.
Voor elke as met een encoder die referentiemerken heeft, knippert de
indicatie REF voor de desbetreffende as (zie Fig. I.2). Nadat de
referentiemerken zijn gepasseerd, stopt het knipperen van de
indicator en verandert de weergave in een niet-knipperende "REF".
Werken zonder evaluatie van referentiemerken
U kunt de VUE ook gebruiken zonder de referentiemerken te
passeren. Druk op de softkey GEEN REF om de procedure voor
evaluatie van referentiemerken te verlaten en door te gaan.
U kunt ook later nog referentiemerken passeren, wanneer een nulpunt
moeten worden gedefinieerd dat later na een stroomonderbreking kan
worden hersteld. Druk op de softkey VRIJGAVE REF om de
herstelprocedure voor de positie te activeren.
Fig. I.1 Toets Restweg (INCREMENTEEL) / Feitelijke
Waarde(ABSOLUUT)
Fig. I.2 Scherm voor het vastleggen van
referentiemerken
Als een encoder wordt ingesteld zonder
referentiemerken, wordt de REF-indicatie niet
weergegeven en gaat het ingestelde nulpunt van iedere as
bij uitschakeling van de stroom verloren.