CDX-F5700

Sony CDX-F5700, CDX-F5700 - Fm/am Compact Disc Player de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Sony CDX-F5700 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
2
Welkom!
Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact
Disc Player. Dit apparaat biedt u tal van
mogelijkheden die u nog beter kunt benutten met
behulp van:
MP3-bestanden afspelen.
CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie kan
worden toegevoegd, kunnen worden afgespeeld
(pagina 7).
Discs die zijn opgenomen in meerdere sessies,
kunnen worden afgespeeld, afhankelijk van de
opnamemethode (pagina 7).
Optionele CD/MD-apparaten (wisselaars en
spelers)*
1
.
•ID3 tag*
2
versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 of 2.4
informatie (verschijnt bij het afspelen van een
MP3-bestand).
CD TEXT informatie (verschijnt wanneer een
CD TEXT disc*
3
wordt afgespeeld).
Bijgeleverd bedieningsaccessoire
Kaartafstandsbediening RM-X114
Optioneel bedieningsaccessoire
Bedieningssatelliet RM-X4S
*1 Dit apparaat werkt alleen met Sony-producten.
*2 ID3 tag is een MP3-bestand met informatie over
albumnaam, artiestennaam, tracknaam, enzovoort.
*3 Een CD TEXT disc is een audio-CD die informatie
bevat, zoals discnaam, artiestennaam en
tracknamen. Deze informatie is opgenomen op de
disc.
R
Met het BBE MP-proces wordt digitaal
gecomprimeerd geluid, zoals MP3, verbeterd.
Tijdens dit proces worden namelijk de hogere
b
oventonen die zijn verloren door de compressie,
hersteld en versterkt. Met het BBE MP-proces
worden gelijkmatige boventonen gegenereerd uit
hat bronmateriaal, waardoor warmte, detail en
nuance worden hersteld.
Dit label bevindt zich onderaan op het toestel.
3
Inhoudsopgave
Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Voorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen over discs . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Informatie over MP3-bestanden . . . . . . . . . . 7
Aan de slag
Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . . . 9
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . 9
Klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
CD-speler
CD/MD-apparaat (optioneel)
Een disc afspelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Display-items. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Tracks afspelen in willekeurige volgorde
— Shuffle Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een CD benoemen
— Disc Memo*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een disc zoeken op naam
— List-up* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
* Beschikbare functies met optionele CD/MD-
apparatuur
Radio
Zenders automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM). . . . . . . 16
Opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . . . . 17
Alleen de gewenste zenders opslaan . . . . . . 17
Afstemmen op een zender in een lijst
— List-up . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
RDS
Overzicht van RDS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Automatisch opnieuw afstemmen voor
optimale ontvangst
— AF (alternatieve frequenties). . . . . . . 18
Verkeersinformatie beluisteren
— TA (Traffic Announcement)/TP (Traffic
Programme) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
RDS-zenders met de AF- en TA-instelling
vooraf instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Afstemmen op zenders op programmatype
— PTY (programmatypen) . . . . . . . . . . 20
Klok automatisch instellen
— CT (kloktijd) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Andere functies
De bedieningssatelliet gebruiken . . . . . . . . 22
De geluidskenmerken wijzigen. . . . . . . . . . 24
De BBE MP-instellingen wijzigen . . . . . . . 24
Het geluid snel dempen. . . . . . . . . . . . . . . . 24
Instellingen voor geluid en display wijzigen
— Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
De equalizer instellen (EQ7). . . . . . . . . . . . 26
Dynamic Soundstage Organizer (DSO)
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
De kleur van het LCD-scherm wijzigen . . . 27
Extra audio-apparaten aansluiten . . . . . . . . 27
Aanvullende informatie
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 30
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
4
Bedieningselementen
Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie.
a ATT (dempen) toets 24
b COLOR toets 27
De kleur van het LCD-scherm wijzigen.
c Display
d Z (uitwerpen) toets (aan de voorzijde van
het apparaat, achter het voorpaneel) 11
e DSO toets 27
f OPEN toets 9, 11
g Volume +/– toets 19
h Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
i SOUND toets 24
j SOURCE (Aan/Radio/CD/MD/AUX*
1
)
toets
De bron selecteren.
k MODE toets
De werkingsstand wijzigen.
l OFF (Stop/Uit) toets*
2
9, 11, 28
m RESET toets (aan de voorzijde van het
apparaat, achter het voorpaneel) 9
n Cijfertoetsen
Radio:
Zenders opslaan/zenders ontvangen.
CD (MP3-bestanden)/MD:
(1): REP 13
(2): SHUF 14
Geluid:
(5): BBE MP 24
o AF/TA toets 18, 19, 20
p DISC (ALBUM)/PRESET toetsen (–/+)
Voorkeurzenders ontvangen/disc wijzigen*
3
,
albums overslaan*
4
.
q EQ7 toets 26
r SEEK +/– toets
Radio:
Automatisch afstemmen op zenders/
handmatig zoeken naar zenders.
CD (MP3-bestanden)/MD:
Snel vooruit/terug naar een track gaan.
*1 Alleen beschikbaar als een optioneel draagbaar
apparaat van Sony is aangesloten op de AUX IN
aansluiting van het apparaat. Als u tegelijkertijd
een draagbaar apparaat van Sony en CD/MD-
apparaten hebt aangesloten, kunt u de AUX IN
keuzeschakelaar gebruiken.
*2 Waarschuwing bij het installeren in een auto
waarvan het contactslot geen ACC (accessoire)
positie heeft
Als de motor is uitgeschakeld, moet u op (OFF)
drukken en deze toets ingedrukt houden tot het
display verdwijnt.
Als u dit niet doet, wordt het display niet uitgeschakeld
en raakt de accu uitgeput.
*3 Als een optioneel CD/MD-apparaat is aangesloten.
*4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
COLOR
SOUND
DSO
EQ7
ATT
OPEN
SEEK
CDX-F5700
SOURCE MODE
OFF
1 2 3 4 5 6
AF/TA
REP SHUF BBE MP
DISC/PRESET
5
De overeenkomstige toetsen op de
kaartafstandsbediening bedienen
dezelfde functies als die op het apparaat.
a DSPL toets 12, 15
b MENU toets
De menu's weergeven.
c SOURCE toets
d SEEK (–/+) toetsen
e SOUND toets
f OFF toets
g VOL (+/–) toetsen
h MODE toets
i LIST toets 15, 16, 17, 21
j DISC (ALBUM)/PRESET (+/–) toetsen
k ENTER toets
Een instelling bevestigen.
l ATT toets
Opmerking
Als u het display hebt uitgeschakeld door op (OFF) te
drukken, kan het apparaat niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening tenzij er eerst op
(SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of een disc
wordt geplaatst om het apparaat in te schakelen.
Tip
Zie "De lithiumbatterij vervangen" op pagina 29 voor
meer informatie over het vervangen van de batterij.
Een disc en een album selecteren met
de kaartafstandsbediening
Discs en albums kunnen worden overgeslagen
met de DISC (ALBUM) (+/–) toetsen van de
kaartafstandsbediening.
(Met dit apparaat)
(Met optioneel apparaat)
* Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Tracks blijven overslaan
Druk één keer op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) op
de kaartafstandsbediening, druk binnen 2
seconden nog een keer op deze toets en houd de
toets ingedrukt.
Kaartafstandsbediening RM-X114
DISC
ATTOFF
DSPL MODE
SOURCE
DISC
+
VOL
+
PRESET
+
SEEK
+
SEEK
PRESET –
SOUND
ENTER
MENU
LIST
Actie Druk op
Albums overslaan*
Albumselectie
+ of – [één keer voor elk
album]
Houd een van deze toetsen
ingedrukt om albums te
blijven overslaan.
Actie Druk op
Discs overslaan
Discselectie
+ of – [één keer voor elke
disc]
Als u discs wilt blijven
overslaan, drukt u op een
van beide toetsen.
Vervolgens drukt u binnen
2 seconden nogmaals op de
toets en houdt u deze
ingedrukt.
Albums overslaan*
Albumselectie
+ of – [even ingedrukt
houden] en laat de toets los
Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u op een
van beide toetsen binnen
2 seconden nadat u de toets
hebt losgelaten, en houdt u
deze vervolgens ingedrukt.
6
Voorzorgsmaatregelen
Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat
u het gaat gebruiken.
Een elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit wanneer het apparaat wordt
aangezet.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot
dit apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sony-
handelaar.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan vocht condenseren op de lenzen
en het display van het apparaat. In dit geval kan
de werking van het apparaat worden verstoord.
Verwijder in dit geval de disc en wacht ongeveer
een uur tot alle vocht is verdampt.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
Opmerkingen over discs
Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat
deze schoon blijft. Pak de disc bij de randen
vast.
Bewaar de discs in het doosje of de
discmagazijn wanneer u deze niet gebruikt.
Stel discs niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen. Laat de discs niet achter in een
geparkeerde auto of op het dashboard/de
hoedenplank.
Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen
discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de
werking wordt verstoord of de disc kan worden
beschadigd.
Gebruik geen discs waarop stickers zijn
gekleefd.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat
leiden tot:
– het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme
blokkeert);
– het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
weergegeven) doordat de sticker onder
invloed van de warmte krimpt en de disc
kromtrekt.
Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld
hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit
apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch
probeert, kan het apparaat worden beschadigd.
Gebruik dergelijke discs niet.
U kunt geen 8-cm CD's afspelen.
7
Maak een disc voor het afspelen altijd schoon
met een in de handel verkrijgbare doek. Veeg
de disc van binnen naar buiten schoon. Gebruik
geen oplosmiddelen zoals benzine, thinner en
in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiliging
Dit product is ontworpen om discs af te spelen
die voldoen aan de CD-norm (Compact Disc).
Recentelijk hebben bepaalde
platenmaatschappijen discs op de markt gebracht
die zijn gecodeerd met copyrightbeveiliging.
Sommige van deze discs voldoen niet aan de CD-
norm en kunnen wellicht niet worden afgespeeld
met dit apparaat.
Opmerkingen bij CD-R's (opneembare
CD's)/CD-RW's (herschrijfbare CD's)
Dit apparaat kan de volgende discs afspelen:
Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de
opname-apparatuur of de staat van de disc)
kunnen niet met dit apparaat worden
afgespeeld.
U kunt geen CD-R's/CD-RW's afspelen die niet
zijn gefinaliseerd*.
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's
en CD-RW's afspelen.
CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie kan
worden toegevoegd, kunnen worden
afgespeeld.
* Proces dat nodig is om een opgenomen CD-R/CD-
RW af te spelen met een CD-speler.
Informatie over MP3-
bestanden
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3) is een
standaardtechnologie en -indeling voor het
comprimeren van geluid. Het bestand wordt
gecomprimeerd tot ongeveer 1/10e van de
oorspronkelijke grootte. Geluiden buiten het
hoorbare bereik worden gecomprimeerd terwijl
geluiden die de mens wel kan horen, niet worden
gecomprimeerd.
Opmerkingen over discs
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's
en CD-RW's afspelen.
De disc moet de indeling ISO 9660*
1
Level 1 of
Level 2 hebben of de indeling Joliet of Romeo in
expansie-indeling.
U kunt discs gebruiken die in meerdere sessies
zijn opgenomen*
2
.
*1 ISO 9660-indeling
De meest gebruikelijke internationale norm
voor de logische indeling van bestanden en
mappen op een CD-ROM.
Er zijn verschillende specificatieniveaus. In
Level 1 moeten bestandsnamen de notatie 8.3
hebben (maximaal 8 tekens voor de naam,
maximaal 3 tekens voor de extensie ".MP3")
en uit hoofdletters bestaan. Mapnamen
kunnen niet meer dan 8 tekens bevatten. Er
kunnen maximaal 8 geneste mapniveaus zijn.
Bij Level 2 mogen de bestanden uit maximaal
31 tekens bestaan.
Elke map kan maximaal 8 structuren
bevatten.
Voor Joliet of Romeo in expansie-indeling
moet u de inhoud van de schrijfsoftware,
enzovoort controleren.
*2 Meerdere sessies
Dit is een opnamemethode waarbij gegevens
met de methode Track-At-Once worden
toegevoegd. Gewone CD's beginnen bij een
CD-gebied dat Lead-in wordt genoemd en
eindigen bij een gebied dat Lead-out wordt
genoemd. Een CD die is opgenomen in
meerdere sessies, bevat verschillende sessies,
waarbij elk segment van Lead-in tot Lead-out
als één sessie wordt beschouwd.
CD-Extra: de indeling waarbij audio (audio-
CD-gegevens) als tracks tijdens sessie 1
wordt opgenomen en gegevens als tracks
tijdens sessie 2 worden opgenomen.
Mixed CD: bij deze indeling worden
gegevens opgenomen als track 1 en audio
(audio-CD-gegevens) als track 2.
Soorten discs Label op de disc
Audio-CD
MP3-bestanden
vervolg op volgende pagina t
8
Opmerkingen
Bij andere indelingen dan ISO 9660 Level 1 en Level
2 worden mapnamen of bestandsnamen wellicht
niet correct weergegeven.
Wanneer u een bestand een naam geeft, moet u
altijd de extensie ".MP3" aan de bestandsnaam
toevoegen.
Als u de extensie ".MP3" toevoegt aan een ander
bestand dan een MP3-bestand, kan het apparaat
het bestand wellicht niet goed herkennen en ruis
produceren waardoor de luidsprekers kunnen
worden beschadigd.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat het
afspelen wordt gestart:
– discs die zijn opgenomen met een gecompliceerde
structuur;
– discs die in meerdere sessies zijn opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Waarschuwingen bij het afspelen van discs die in
meerdere sessies zijn opgenomen
Als de eerste track van de eerste sessie uit audio-
CD-gegevens bestaat:
Alleen audio-CD-gegevens van de eerste track
worden afgespeeld.
Eventuele gegevens in volgende sessies worden
overgeslagen.
Als de eerste track van de eerste sessie niet uit
audio-CD-gegevens bestaat:
– Wanneer er een MP3-bestand op de disc staat,
wordt alleen het MP3-bestand afgespeeld en
worden andere gegevens overgeslagen. (Audio-
CD-gegevens worden niet herkend.)
– Als er geen MP3-bestand op de disc staat,
verschijnt "NO MUSIC" en wordt er niets
afgespeeld. (Audio-CD-gegevens worden niet
herkend.)
De afspeelvolgorde van MP3-
bestanden
De afspeelvolgorde van mappen en bestanden is
als volgt:
Opmerkingen
Een map die geen MP3-bestand bevat, wordt
overgeslagen.
Als u een disc met veel structuren plaatst, duurt het
langer voordat het afspelen begint. U kunt het beste
1 of 2 structuren voor elke disc maken.
Maximumaantal mappen: 150 (inclusief hoofdmap
en lege mappen)
Maximumaantal MP3-bestanden en mappen die op
een disc passen: 300
Wanneer een bestands-/mapnaam uit veel tekens
bestaat, kan dit minder zijn dan 300.
Tip
Als u een gewenste afspeelvolgorde wilt opgeven, laat
u de map- of bestandsnaam beginnen met een
nummer (bijvoorbeeld "01", "02") en neemt u deze
vervolgens op een disc op. (De volgorde verschilt
afhankelijk van de schrijfsoftware.)
1
2
6
3
5
7
1
2
6
7
4
8
3
5
8
4
9
Map (album)
MP3-bestand
(track)
Structuur
1
(hoofdstructuur)
Structuur
2
Structuur
4
Structuur
5
Structuur
3
9
Aan de slag
Het apparaat opnieuw
instellen
Voordat u het apparaat voor het eerst gaat
gebruiken of na het vervangen van de accu of het
wijzigen van de aansluitingen, moet u het
apparaat opnieuw instellen.
Verwijder het voorpaneel en druk met een puntig
voorwerp, zoals een balpen, op de RESET toets.
Opmerking
Als u op de RESET toets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde geheugenfuncties gewist.
Het voorpaneel verwijderen
Het voorpaneel van dit apparaat kan worden
verwijderd ter beveiliging tegen diefstal.
Waarschuwingstoon
Wanneer u het contact in de stand OFF zet
zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u de
waarschuwingstoon enkele seconden.
Als u een optionele versterker aansluit en de
ingebouwde versterker niet gebruikt, wordt de
pieptoon uitgeschakeld.
1 Druk op (OFF)*.
Het afspelen van CD's/MD's of de radio-
ontvangst stopt (sleutelverlichting en display
blijven aan).
* Als de auto niet is voorzien van een contactslot
met ACC (accessoire) positie, moet u het
apparaat uitschakelen door op (OFF) te drukken
totdat het display verdwijnt. Zo voorkomt u dat de
accu uitgeput raakt.
2 Druk op (OPEN) en schuif het
voorpaneel naar rechts. Trek de
linkerzijde van het voorpaneel
voorzichtig naar buiten.
Opmerkingen
Als u het voorpaneel losmaakt terwijl het apparaat
nog is ingeschakeld, wordt dit automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de luidsprekers
worden beschadigd.
Druk niet te hard op het voorpaneel en het display.
Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet
achter in een geparkeerde auto of op het
dashboard/de hoedenplank.
Tip
Neem het voorpaneel mee in het bijgeleverde
beschermhoes.
RESET toets
vervolg op volgende pagina t
1
2
10
Het voorpaneel bevestigen
Plaats opening A van het voorpaneel op pin B
van het apparaat en druk de linkerzijde
voorzichtig naar binnen.
Druk op (SOURCE) op het apparaat (of plaats
een CD) om het apparaat te activeren.
Opmerking
Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel.
Klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurssysteem.
Voorbeeld: de klok instellen op 10:08
(Met de kaartafstandsbediening)
1 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of (DISC/PRESET) (–)
totdat "CLOCK-ADJ" wordt
weergegeven.
1Druk op (ENTER).
De uren knipperen.
2Druk op (DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) om het uur in te
stellen.
3Druk op (SEEK) (+).
De minuten knipperen.
4Druk op (DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) om de minuten in
te stellen.
2 Druk op (ENTER).
De klok begint te lopen. Na het instellen van
de klok keert het display terug naar de
normale weergavestand.
Tips
U kunt de klok automatisch instellen met de RDS-
functie (pagina 21).
Als de CLOCK stand is ingesteld op "ON", wordt de
tijd altijd weergegeven (pagina 25).
x
A
B
11
CD-speler
CD/MD-apparaat
(optioneel)
Met dit apparaat kunt u niet alleen een CD
afspelen, maar ook externe CD/MD-apparaten
bedienen.
Een disc afspelen
(Met dit apparaat)
1 Druk op (OPEN) en plaats de disc (met
het label naar boven).
2 Sluit het voorpaneel.
Het afspelen wordt automatisch gestart.
Als er al een disc is geplaatst, drukt u
herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD" wordt
weergegeven om het afspelen te starten.
* Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Als u tracks wilt blijven overslaan, drukt u op
(SEEK) (+) of (SEEK) (–). Vervolgens drukt u
binnen 2 seconden nogmaals op deze toets en
houdt u deze ingedrukt.
Opmerkingen
Voordat een track wordt afgespeeld, leest het
apparaat alle bestands- en mapinformatie op de
disc. Afhankelijk van de trackstructuur kan dit meer
dan een minuut in beslag nemen. Terwijl het
apparaat de informatie leest, wordt "READ"
weergegeven. Het afspelen wordt automatisch
gestart als het lezen is voltooid.
Afhankelijk van de staat van de disc kan deze
wellicht niet worden afgespeeld (pagina 6, 7).
Terwijl de eerste/laatste track op de disc wordt
afgespeeld, als er op (SEEK) (–) of (SEEK) (+)
wordt gedrukt, verspringt het afspelen naar de
laatste/eerste track op de disc.
Na de laatste track op de disc begint het afspelen
opnieuw vanaf de eerste track.
Als u een MP3-bestand afspeelt met een hoge
bitsnelheid, zoals 320 kbps, wordt het geluid wellicht
onderbroken.
(Met optioneel apparaat)
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"CD" of "MD (MS*
1
)" te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) tot het
gewenste apparaat wordt
weergegeven.
Het afspelen wordt gestart.
*1 MS: MG Memory Stick System-up Player MGS-X1
*2 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Let op bij het aansluiten van MGS-X1 en MD-
apparaten
Dit apparaat herkent de MGS-X1 als MD-apparaat.
Als u wilt afspelen op de MGS-X1, drukt u op
(SOURCE) om "MS" of "MD" te selecteren. Wanneer
"MS" in het brondisplay verschijnt, wordt het
afspelen op de MGS-X1 gestart. Wordt "MD" in het
brondisplay weergegeven, dan drukt u op (MODE)
om "MS" te selecteren en het afspelen te starten.
Als u wilt afspelen op een MD-apparaat, drukt u op
(SOURCE) om "MD" of "MS" te selecteren. Als het
gewenste MD-apparaat in het brondisplay verschijnt,
wordt het afspelen gestart. Wordt "MS" of een ander
MD-apparaat in het brondisplay weergegeven, dan
drukt u op (MODE) om het gewenste MD-apparaat
te selecteren en het afspelen te starten.
Actie Druk op
Het afspelen
stoppen
(OFF)
De disc uitwerpen (OPEN) en vervolgens op
Z
Tracks overslaan
Automatic
Music Sensor
(SEEK) (–/+)
(./>)
[één keer voor elke track]
Vooruit-/
terugspoelen
Manual Search
(SEEK) (–/+)
(m/M)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
Albums overslaan*
Albumselectie
(DISC/PRESET) (+/–)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
Actie Druk op
Discs overslaan
Discselectie
(DISC/PRESET) (+/–)
[één keer voor elke disc]
Albums
overslaan*
2
Albumselectie
(DISC/PRESET) (+/–)
[ingedrukt houden tot het
gewenste album]
vervolg op volgende pagina t
12
Opmerking bij het afspelen van een disc met CD-
gegevens/MP3-bestanden zonder audio
Een disc met CD-gegevens/MP3-bestanden zonder
audio wordt geplaatst:
– Bij dit apparaat wordt "NO MUSIC" in het display
weergegeven. Het display wordt gewijzigd in de
klokweergave (het afspelen van de CD stopt).
– Bij een optioneel MP3-compatibel CD-apparaat,
wordt "NO MUSIC" in het display weergegeven. Het
afspelen van de volgende disc wordt gestart.
– In het geval van een optioneel CD-apparaat dat niet
compatibel is met MP3, wordt de disc afgespeeld
zonder geluid.
Opmerking
Als een optioneel apparaat is aangesloten, gaat het
afspelen verder op het optionele CD/MD-apparaat.
Display-items
Bij het veranderen van disc/album/track wordt
een eventueel opgenomen titel*
1
voor de nieuwe
disc/track of het nieuwe album automatisch
weergegeven. Als de functie A.SCRL (Auto
Scroll) is ingesteld op "ON", rollen namen van
meer dan 8 tekens (pagina 25).
*1 Als u op (DSPL) drukt, verschijnt "NO NAME" als
er geen Disc Memo (pagina 15) of opgenomen
naam kan worden weergegeven.
*2 Alleen als CLOCK is ingesteld op "ON".
*3 Alleen voor CD TEXT discs met de artiestennaam.
*4 Alleen voor MP3-bestanden.
Alleen de tracknaam/artiestennaam/albumnaam in
de ID3 tag wordt weergegeven.
Als u op (DSPL) drukt, verschijnt "NO ID3" als er
geen ID3 tag beschikbaar is die kan worden
weergegeven.
Actie Druk op
Het display-item
wijzigen
(DSPL)
Display-items
• Discnummer/Tracknummer/
Verstreken speelduur
•Discnaam*
1
/Artiestennaam*
3
Albumnaam (mapnaam)*
4
Tracknaam (bestandsnaam)*
1
*
4
•ID3 tag*
4
Bron/Klok*
2
13
Opmerkingen
Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven.
Bij sommige CD TEXT discs of ID3 tags met zeer
veel tekens kan de informatie niet rollen.
Dit apparaat kan de artiestennaam voor elke track
van een CD TEXT disc niet weergeven.
Opmerkingen over MP3
ID3 tag geldt alleen voor versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en
2.4.
Bepaalde tekens en symbolen kunnen niet worden
weergegeven (verschijnen als " *"). Het
maximumaantal tekens dat kan worden
weergegeven voor een albumnaam (mapnaam)/
track (bestand) is 64 (Romeo) of 32 (Joliet). Voor
ID3 tag geldt een maximum van 30 tekens (voor 1.0
en 1.1) of van 126 tekens (voor 2.2, 2.3 en 2.4).
In de volgende gevallen wordt de verstreken
speelduur wellicht niet nauwkeurig weergegeven.
– bij het afspelen van een MP3-bestand met VBR
(variabele bitsnelheid).
– tijdens vooruit-/terugspoelen.
Tips
Als de functie A.SCRL (Auto Scroll) is ingesteld op
"OFF" en de disc/track of het album wordt gewijzigd,
rolt de disc-/album-/tracknaam of ID3 tag niet.
Wanneer een MP3-bestand wordt afgespeeld en het
album wordt gewijzigd, wordt het nieuwe
albumnummer weergegeven.
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat Play
U kunt kiezen uit:
REP-TRACK — de huidige track herhalen.
REP-ALBM*
1
— de tracks op het huidige
album herhalen.
REP-DISC*
2
— de tracks op de huidige disc
herhalen.
*1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
*2 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CD/
MD-apparaten zijn aangesloten.
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (1) (REP) tot de gewenste
instelling in het display wordt
weergegeven.
Repeat Play wordt gestart.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "REP-OFF".
14
Tracks afspelen in
willekeurige volgorde
— Shuffle Play
U kunt kiezen uit:
•SHUF-ALBM*
1
— de tracks in het huidige
album in willekeurige volgorde afspelen.
SHUF-DISC — de tracks op de huidige disc in
willekeurige volgorde afspelen.
SHUF-CHGR*
2
— de tracks op de huidige
optionele CD-wisselaar (MD-wisselaar) in
willekeurige volgorde afspelen.
SHUF-ALL*
3
— alle tracks op alle aangesloten
CD-apparaten (MD-apparaten) (waaronder dit
apparaat) in willekeurige volgorde afspelen.
*1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
*2 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CD-
wisselaars (MD-wisselaars) zijn aangesloten.
*3 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CD-
apparaten of twee of meer optionele MD-apparaten
zijn aangesloten.
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (2) (SHUF) tot de gewenste
instelling in het display wordt
weergegeven.
Shuffle Play wordt gestart.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "SHUF-OFF".
Opmerking
Met "SHUF-ALL" kunt u tracks niet in willekeurige
volgorde afspelen tussen CD-apparaten en MD-
apparaten.
Een CD benoemen
— Disc Memo (als u een CD-apparaat met
CUSTOM FILE functie aansluit)
U kunt elke disc zelf een naam geven (Disc
Memo). Een discnaam kan uit maximaal 8 tekens
bestaan. Als u een CD benoemd, kunt u de disc
zoeken op naam (pagina 16).
(Met de kaartafstandsbediening)
1 Speel op een CD-apparaat met
CUSTOM FILE functie de disc af die u
wilt benoemen.
2 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of (DISC/PRESET) (–)
totdat "NAMEEDIT" wordt
weergegeven.
3 Druk op (ENTER).
Het apparaat herhaalt de disc tijdens de
benoemingsprocedure.
4 Voer de tekens in.
1Druk herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+)*
1
om het
gewenste teken te selecteren.
A t B t C ... t 0 t 1 t 2 ... t +
t t
*
... t *
2
t A
*1 Druk op (DISC/PRESET) (–) voor
omgekeerde volgorde.
*2 (spatie)
2Druk op (SEEK) (+) als u het
gewenste teken hebt gevonden.
Als u op (SEEK) (–) drukt, kunt u weer
naar links gaan.
3Herhaal stap 1 en 2 om de
volledige naam in te voeren.
5 Druk op (ENTER).
Het apparaat keert terug naar de normale
weergavestand.
15
Tips
Overschrijf het teken of voer " " in om een teken te
corrigeren of te wissen.
Er is een andere manier om het benoemen van een
CD te starten: Druk 2 seconden op (LIST) in plaats
van stap 2 en 3 uit te voeren. U kunt de bewerking
ook voltooien door 2 seconden op (LIST) te drukken
in plaats van stap 5 uit te voeren.
U kunt CD's benoemen met een apparaat zonder
CUSTOM FILE functie als het apparaat is
aangesloten samen met een CD-apparaat dat wel
met deze functie is uitgerust. De Disc Memo wordt
opgeslagen in het geheugen van het CD-apparaat
met CUSTOM FILE functie.
Opmerking
REP-TRACK/SHUF play wordt onderbroken tot Name
Edit is voltooid.
Disc Memo bekijken
Disc Memo heeft als display-item altijd voorrang
op oorspronkelijke CD TEXT informatie.
Tip
Andere items kunnen worden weergegeven
(pagina 12).
(Met de kaartafstandsbediening)
Disc Memo wissen
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"CD" te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om het
CD-apparaat met de Disc Memo te
selecteren.
3 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of (DISC/PRESET) (–)
totdat "NAME DEL" wordt
weergegeven.
4 Druk op (ENTER).
De opgeslagen namen worden weergegeven.
5 Druk herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of (DISC/PRESET) (–)
om de discnaam te selecteren die u
wilt wissen.
6 Druk 2 seconden op (ENTER).
De naam wordt gewist.
Herhaal stap 5 en 6 om andere namen te
wissen.
7 Druk twee keer op (MENU).
Het apparaat keert terug naar de normale
weergavestand.
Opmerkingen
Wanneer de Disc Memo voor een CD TEXT disc
wordt gewist, verschijnt de oorspronkelijke CD TEXT
informatie.
Als u de Disc Memo die u wilt wissen, niet kunt
vinden, moet u proberen een ander CD-apparaat te
selecteren in stap 2.
Hebt u alle Disc Memo gewist, dan wordt "NO DATA"
weergegeven en keert het apparaat terug naar de
normale weergavestand in stap 4 of 6.
Actie Druk op
Weergeven (DSPL) tijdens het afspelen
van een CD/CD TEXT disc
16
Een disc zoeken op naam
— List-up (als u een CD-apparaat met CD
TEXT/CUSTOM FILE functie of een MD-
apparaat aansluit)
U kunt deze functie gebruiken voor discs
waaraan eigen namen zijn toegewezen*
1
of voor
CD TEXT discs*
2
.
*1 Een disc zoeken aan de hand van de eigen naam:
als u een naam toewijst aan een CD (pagina 14) of
MD.
*2 Discs zoeken aan de hand van CD TEXT
informatie: als u een CD TEXT disc afspeelt op een
CD-apparaat met CD TEXT functie.
(Met de kaartafstandsbediening)
1 Druk tijdens het afspelen op (LIST).
De naam die aan de huidige disc is
toegewezen, wordt in het display
weergegeven
.
2 Druk herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of (DISC/PRESET) (–)
tot u de gewenste disc vindt.
3 Druk op (ENTER) om de disc af te
spelen.
Opmerkingen
Als er geen discs in het magazijn zijn geplaatst,
wordt "NO DISC" weergegeven in het display.
Als geen eigen naam is toegewezen aan een disc,
wordt "NO NAME" in het display weergegeven.
Als de discinformatie niet is gelezen door het
apparaat, wordt "NOT READ" in het display
weergegeven. Als u de disc wilt plaatsen, drukt u
eerst op de cijfertoets en kiest u vervolgens de disc
die nog niet is geplaatst.
De gegevens verschijnen alleen in hoofdletters.
Bepaalde letters kunnen niet worden weergegeven.
Radio
Er kunnen maximaal 6 zenders per band (FM1,
FM2, FM3, MW en LW) worden opgeslagen.
Let op
Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet
u Best Tuning Memory gebruiken om ongevallen
te vermijden.
Zenders automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM)
Met deze functie selecteert het apparaat de
zenders met de sterkste signalen in de gekozen
golfband en slaat deze op in volgorde van
frequentie.
(Met de kaartafstandsbediening)
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te selecteren.
3 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of (DISC/PRESET) (–)
totdat "BTM" wordt weergegeven.
4 Druk op (ENTER).
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Er weerklinkt een pieptoon wanneer de
instelling is opgeslagen.
Opmerkingen
Als er slechts enkele zenders kunnen worden
ontvangen wegens zwakke signalen, behouden een
aantal cijfertoetsen de vorige instellingen.
Wanneer een nummer in het display wordt
weergegeven, worden zenders opgeslagen vanaf de
zender die momenteel wordt weergegeven.
17
Opgeslagen zenders
ontvangen
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
golfband te selecteren.
3 Druk op de cijfertoets ((1) tot en met
(6)) waaronder de gewenste zender is
opgeslagen.
Tip
Druk op (DISC/PRESET) (+) of (DISC/PRESET) (–) om
de zenders te ontvangen in de volgorde waarin deze
in het geheugen zijn opgeslagen (Preset Search
functie).
Als u niet kunt afstemmen op een
voorkeurzender
Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om
de zender te zoeken (automatisch
afstemmen).
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal de handeling tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
Tips
Als automatisch afstemmen te vaak wordt
onderbroken, schakelt u de lokale zoekfunctie in om
het zoeken te beperken tot zenders met sterkere
signalen (Zie "Instellingen voor geluid en display
wijzigen" op pagina 25).
Als u de frequentie weet van de zender waarnaar u
wilt luisteren, houdt u (SEEK) (+) of (SEEK) (–)
ingedrukt tot de frequentie ongeveer is bereikt en
drukt u herhaaldelijk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–)
om nauwkeurig af te stemmen op de gewenste
frequentie (handmatig afstemmen).
Bij slechte stereo-FM-ontvangst
De mono-ontvangststand selecteren
(Zie "Instellingen voor geluid en display
wijzigen" op pagina 25).
Het geluid verbetert, maar wordt mono
("STEREO" verdwijnt uit het display).
Tip
Stel DSO in op "OFF" als FM-uitzendingen moeilijk
hoorbaar zijn (pagina 27).
Alleen de gewenste zenders
opslaan
U kunt de gewenste zenders handmatig opslaan
onder een cijfertoets.
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
golfband te selecteren.
3 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om af
te stemmen op de zender die u wilt
opslaan.
4 Druk 2 seconden op de gewenste
cijfertoets ((1) tot en met (6)) tot
"MEM" wordt weergegeven.
De aanduiding voor de cijfertoets verschijnt
in het display.
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender gewist.
Afstemmen op een zender in
een lijst
— List-up
(Met de kaartafstandsbediening)
1
Druk tijdens radio-ontvangst op
(LIST)
.
De frequentie of de naam van de zender
waarop momenteel is afgestemd, verschijnt in
het display.
2 Druk herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) tot u de gewenste
zender vindt.
Als geen naam is toegewezen aan de
geselecteerde zender, verschijnt de frequentie
in het display.
3 Druk op (ENTER) om af te stemmen op
de gewenste zender.
18
RDS
Overzicht van RDS
FM-zenders met de RDS-dienst (Radio Data
System) sturen onwaarneembare digitale
informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal. Bij ontvangst van een
RDS-zender verschijnt bijvoorbeeld het
volgende.
* Alleen als CLOCK is ingesteld op "ON".
RDS-diensten
RDS biedt tal van interessante mogelijkheden,
zoals:
Automatisch opnieuw afstemmen, wat
vooral handig is tijdens lange ritten.
— AF t pagina 18
Ontvangen van verkeersinformatie, zelfs
tijdens het beluisteren van andere programma's/
bronnen. — TA t pagina 19
Zenders selecteren op programmatype.
— PTY t pagina 20
Automatisch instellen van de klok.
— CT t pagina 21
Opmerkingen
In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
RDS functioneert wellicht niet goed als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens verzendt.
Automatisch opnieuw
afstemmen voor optimale
ontvangst
— AF (alternatieve frequenties)
Met de AF-functie stemt de radio altijd af op het
sterkste signaal van de zender die u beluistert.
1 Selecteer een FM-zender (pagina 16).
2 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) totdat
"AF-ON" wordt weergegeven.
Het apparaat gaat zoeken naar een
alternatieve zender met een sterker signaal in
hetzelfde netwerk.
Als "NO AF" verschijnt, heeft de zender
waarop is afgestemd, geen alternatieve
frequentie.
Als u de AF-functie wilt annuleren, selecteert u
"AF, TA-OFF".
Tips
Als "AF-ON" wordt geselecteerd, wordt de
verkeersinformatie geannuleerd. Wilt u
verkeersinformatie met de AF-functie activeren, dan
selecteert u "AF, TA-ON".
Als u de functie wilt in- of uitschakelen tijdens het
afspelen van een CD, drukt u op (AF/TA).
Display-items
Radioband
Functie
•Klok*
Voorinstelnummer/
Zendernaam (frequentie)
Frequenties worden automatisch gewijzigd.
Zender
102,5 MHz
96,0 MHz
98,5 MHz
19
Voor zenders zonder alternatieve
frequenties
Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–)
terwijl de zendernaam knippert
(binnen 8 seconden).
Het apparaat gaat zoeken naar een andere
frequentie met dezelfde PI-gegevens
(Programme Identification). "PI SEEK"
wordt weergegeven.
Als het apparaat niet dezelfde PI-gegevens
kan vinden, keert het terug naar de vorige
frequentie.
Een regionaal programma beluisteren
Wanneer de AF-functie is ingeschakeld: de
fabrieksinstelling van het apparaat beperkt
ontvangst tot een bepaalde regio, zodat u niet
kunt overschakelen naar een andere regionale
zender met een sterkere frequentie.
Als u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat of de AF-functie volledig
wilt benutten, selecteert u "REG-OFF" in het
menu (pagina 25).
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en
bepaalde andere gebieden.
Local Link-functie
(alleen voor het Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1 Druk op de cijfertoets ((1) tot en met
(6)) waaronder een lokale zender is
opgeslagen.
2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op
de cijfertoets van de lokale zender.
3 Herhaal dit tot de gewenste zender
wordt ontvangen.
Verkeersinformatie
beluisteren
— TA (Traffic Announcement)/TP (Traffic
Programme)
Als u TA en TP inschakelt, kunt u automatisch
afstemmen op een FM-zender die
verkeersinformatie uitzendt. Deze instellingen
werken ongeacht het huidige FM-programma of
bron, CD/MD; na de verkeersinformatie schakelt
het apparaat weer over naar de oorspronkelijke
bron.
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot "TA-
ON" verschijnt.
Het apparaat gaat zoeken naar zenders die
verkeersinformatie uitzenden.
Met "TP" wordt de ontvangst van dergelijke
zenders aangegeven en "TA" knippert tijdens
de ontvangst van verkeersinformatie. Het
apparaat blijft zoeken naar beschikbare TP-
zenders als "NO TP" wordt aangegeven.
Als u alle verkeersinformatie wilt annuleren,
selecteert u "AF, TA-OFF".
Tips
Als "TA-ON" wordt geselecteerd, wordt de AF-
functie geannuleerd. Wilt u de AF-functie met
verkeersinformatie activeren, dan selecteert u "AF,
TA -O N ".
U kunt de huidige informatie ook annuleren door op
(SOURCE) of (MODE) te drukken.
Het volume van verkeersinformatie
instellen
U kunt het volume van de verkeersinformatie
instellen, zodat u geen enkel bericht mist.
1 Druk op de volume +/– toets om het
gewenste volume in te stellen.
2 Druk 2 seconden op (AF/TA).
"TA" wordt weergegeven en de instelling
wordt opgeslagen.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, schakelt het
apparaat over naar noodberichten als deze
worden uitgezonden wanneer u naar een FM-
zender of CD/MD/AUX luistert.
Actie Druk op
Het huidige
verkeersbericht
annuleren
(AF/TA)
20
RDS-zenders met de AF- en
TA-instelling vooraf instellen
Wanneer u RDS-zenders instelt, slaat het
apparaat de AF-/TA-instelling (aan/uit) en de
frequentie van elke zender op. U kunt de
instelling (AF, TA of beide) voor elke zender
afzonderlijk of voor alle voorkeurzenders samen
bepalen. Als u zenders met "AF, TA-ON" instelt,
slaat het apparaat automatisch zenders met het
sterkste radiosignaal op.
(Met de kaartafstandsbediening)
Alle voorkeurzenders op dezelfde wijze
instellen
1 Selecteer een FM-band (pagina 16).
2 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) om "AF-
ON", "TA-ON" of "AF, TA-ON" te
selecteren.
Houd er rekening mee dat de instelling "AF,
TA-OFF" van toepassing is op niet-RDS-
zenders en op RDS-zenders.
3 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of (DISC/PRESET) (–)
totdat "BTM" wordt weergegeven.
4 Druk op (ENTER).
Een andere instelling voor elke
voorkeurzender opgeven
1 Selecteer een FM-band en stem af op
de gewenste zender (pagina 16).
2 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) om "AF-
ON", "TA-ON" of "AF, TA-ON" te
selecteren.
3 Druk op de gewenste cijfertoets ((1)
tot en met (6)) tot "MEM" wordt
weergegeven.
Herhaal de procedure vanaf stap 1 om andere
zenders op te slaan.
Tip
Als u de AF-/TA-instelling tijdens het afspelen van een
CD wilt wijzigen, drukt u op (AF/TA).
Afstemmen op zenders op
programmatype
— PTY (programmatypen)
U kunt afstemmen op een zender door het
programmatype te selecteren dat u wilt
beluisteren.
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in sommige landen/
regio's waar geen PTY-gegevens beschikbaar zijn.
Programmatypen Display
Nieuws NEWS
Actualiteiten AFFAIRS
Informatie INFO
Sport SPORT
Educatieve programma's EDUCATE
Toneel DRAMA
Cultuur CULTURE
Wetenschap SCIENCE
Diversen VARIED
Populaire muziek POP M
Rock-muziek ROCK M
Easy Listening EASY M
Licht klassiek LIGHT M
Klassiek CLASSICS
Ander type muziek OTHER M
Weerberichten WEATHER
Financiën FINANCE
Kinderprogramma's CHILDREN
Sociale zaken SOCIAL A
Religie RELIGION
Phone In PHONE IN
Reizen TRAVEL
Ontspanning LEISURE
Jazz-muziek JAZZ
Country-muziek COUNTRY
Nationale muziek NATION M
Oldies OLDIES
Folk-muziek FOLK M
Documentaires DOCUMENT
21
(Met de kaartafstandsbediening)
1 Druk op (DSPL) tijdens FM-ontvangst.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
"--------" verschijnt als de ontvangen zender
geen RDS-zender is of als de RDS-gegevens
niet worden ontvangen.
2 Druk herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) tot het gewenste
programmatype wordt weergegeven.
De programmatypen verschijnen in de
volgorde die in de tabel wordt aangegeven.
"NONE" verschijnt als het programmatype
niet is opgegeven in de RDS-gegevens.
3 Druk op (ENTER).
Het apparaat gaat zoeken naar een zender die
het geselecteerde programmatype uitzendt.
Klok automatisch instellen
— CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok automatisch ingesteld.
(Met de kaartafstandsbediening)
1 Druk tijdens radio-ontvangst op
(MENU) en herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) totdat "CT-OFF"
wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op (SEEK) (+) totdat
"CT-
ON" wordt weergegeven.
De klok wordt ingesteld.
3 Druk op (ENTER) om terug te keren
naar de normale weergave.
Als u de CT-functie wilt annuleren, selecteert u
"CT-OFF" in stap 2.
Opmerkingen
Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
22
Andere functies
U kunt het apparaat (en optionele CD/MD-
apparaten) ook bedienen met een
bedieningssatelliet (optioneel).
De bedieningssatelliet
gebruiken
Bevestig eerst het juiste label, afhankelijk van de
manier waarop u de bedieningssatelliet wilt
monteren.
De bedieningssatelliet werkt met toetsen en/of
draairegelaars.
Drukken op toetsen
De regelaar draaien
Draaien en loslaten:
– Tracks overslaan.
Als u tracks wilt blijven overslaan, draait u
de regelaar één keer. Vervolgens draait u
binnen 2 seconden de regelaar nogmaals en
houdt u deze vast.
– Automatisch afstemmen op zenders.
Draaien, vasthouden en loslaten:
– Snel vooruit/terug naar een track gaan.
– Handmatig zenders zoeken.
Regelaar indrukken en draaien
Regelaar indrukken en draaien:
– Voorkeurzenders ontvangen.
– Discs wijzigen tijdens het afspelen van
CD's (MD's)*
1
.
– Albums wijzigen*
4
.
*1 Alleen als het bijbehorende optionele apparaat is
aangesloten.
*2 Alleen beschikbaar als een optioneel draagbaar
apparaat van Sony is aangesloten op de AUX IN
aansluiting van het apparaat. Als u tegelijkertijd
een draagbaar apparaat van Sony en CD/MD-
apparaten hebt aangesloten, kunt u de AUX IN
keuzeschakelaar gebruiken.
*3 Als het contactslot van de auto geen ACC
(accessoire) positie heeft, houdt u (OFF) ingedrukt
totdat het display verdwijnt.
*4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Druk op Actie
(SOURCE) De bron wijzigen
(Radio/CD/MD*
1
/AUX*
2
)/
Aan
(MODE) Van bediening veranderen
(Radioband/CD-apparaat*
1
/
MD-apparaat*
1
)
(ATT) Het geluid dempen
(OFF)*
3
Afspelen of radio-ontvangst
stoppen/het apparaat
uitschakelen
(SOUND) De geluidsinstellingen
aanpassen
(DSPL) Het display-item wijzigen
SOUND
DSPL
MODE
SOUND
DSPL
MODE
OFF
(ATT)
(SOUND)
(SOURCE)
(DSPL)
(MODE)
(OFF)
Draai de VOL regelaar om
het volume te regelen.
SEEK/AMS
regelaar
PRESET/DISC
regelaar
23
Bij het afspelen van een MP3-bestand kunt u een
album selecteren met de bedieningssatelliet.
(Met dit apparaat)
(Met optioneel apparaat)
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt
aangegeven.
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
Druk 2 seconden op (SOUND) terwijl u
de VOL regelaar ingedrukt houdt.
Tip
U kunt ook de werkingsrichting van deze
bedieningselementen wijzigen met het apparaat
(pagina 25).
Actie Handeling
Albums overslaan
Albumselectie
Druk de regelaar in en draai
deze [één keer voor elk
album].
Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar in, draait u de
regelaar en houdt u deze
vast.
Actie Handeling
Discs overslaan
Discselectie
Druk de regelaar in en draai
deze [één keer voor elke
disc].
Als u discs wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar in en draait u deze
één keer. Vervolgens draait u
binnen 2 seconden de
regelaar nogmaals en houdt
u deze vast.
Albums overslaan
Albumselectie
1 Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar in, draait u de
regelaar en houdt u deze
vast.
Ga binnen 2 seconden
verder met stap 2.
2 Druk in en draai snel en
herhaaldelijk om albums
één voor één over te
slaan.
Verhogen
Verlagen
24
De geluidskenmerken
wijzigen
U kunt de balans, de fader, het laagdoorlaatfilter
en het subwoofervolume regelen.
1 Druk herhaaldelijk op (SOUND) om het
gewenste item te selecteren.
Als u op (SOUND) drukt, wordt het item als
volgt gewijzigd:
BAS (lage tonen) t TRE (hoge tonen) t
BAL (links-rechts) t
FAD (voor-achter) t
SUB (subwoofervolume)
2 Druk op de volume +/– toets om het
geselecteerde item aan te passen.
Opmerking
Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt
geselecteerd.
Tips
Wanneer u de kaartafstandsbediening gebruikt,
drukt u herhaaldelijk op (SOUND) en drukt u
vervolgens op (SEEK) (+) of (SEEK) (–).
Past u de items aan met de bedieningssatelliet, dan
drukt u herhaaldelijk op (SOUND) en draait u de
VOL regelaar.
De BBE MP-instellingen
wijzigen
Met het BBE MP-proces verkrijgt u een helder
geluid van CD-kwaliteit, zelfs als u zeer
gecomprimeerd MP3-materiaal gebruikt.
Druk tijdens het afspelen op dit
apparaat op (5) (BBE MP) om "BBE
MP-ON" te selecteren.
Als u BBE MP wilt annuleren, selecteert u "BBE
MP-OFF".
Opmerking
De BBE MP-functie is alleen beschikbaar als u
afspeelt op dit apparaat (voor een optioneel apparaat
is BBE MP niet beschikbaar).
Tip
U kunt de BBE MP-instelling alleen wijzigen als u
afspeelt op dit apparaat.
Het geluid snel dempen
Druk op (ATT).
Nadat "ATT-ON" kort is weergegeven,
verschijnt "ATT" in het display.
Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume
te herstellen.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is
aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume
automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek
binnenkomt (Telephone ATT-functie).
25
Instellingen voor geluid en
display wijzigen
— Menu
De volgende instellingen zijn mogelijk:
SET (Set Up)
CLOCK-ADJ (pagina 10)
CT (kloktijd) (pagina 21)
BEEP — de pieptonen in- of uitschakelen.
RM (bedieningssatelliet) — de
werkingsrichting van de bedieningselementen
op de bedieningssatelliet wijzigen.
– Selecteer "NORM" om de
bedieningssatelliet te gebruiken in de
standaardpositie.
– Selecteer "REV" als u de bedieningssatelliet
aan de rechterzijde van de stuurkolom hebt
gemonteerd.
AUX-A (pagina 27) — het AUX-brondisplay
in- of uitschakelen.
DSPL (Display)
DEMO — de demonstratieweergave in- of
uitschakelen. (Als het apparaat is
uitgeschakeld.)
Selecteer "ON" om de demonstratieweergave
in te schakelen. De demonstratie begint
ongeveer 10 seconden nadat het apparaat is
uitgeschakeld.
– Selecteer "OFF" om de
demonstratieweergave uit te schakelen.
CLOCK — de klok en weergavestand
tegelijkertijd weergeven (ON).
DIM — de helderheid van het display wijzigen.
– Selecteer "AT" om het display alleen te
dimmen wanneer u de lichten inschakelt.
– Selecteer "ON" om het display te dimmen.
– Selecteer "OFF" om de dimmer uit te
schakelen.
M.DSPL (Motion Display) — de Motion
Display stand selecteren uit "1", "2" en "OFF".
(Als het apparaat is ingeschakeld.)
– Selecteer "1" om decoratieve patronen en de
spectrum analyzer in het display weer te
geven.
– Selecteer "2" om decoratieve patronen in het
display weer te geven.
– Selecteer "OFF" om Motion Display uit te
schakelen.
A.SCRL (Auto Scroll) (pagina 12)
– Selecteer "ON" om weergegeven namen die
langer zijn dan 8 tekens, automatisch te
rollen.
– Als de functie Auto Scroll is ingesteld op
"OFF" en de disc/track of het album wordt
gewijzigd, rolt de disc-/album-/tracknaam of
ID3 tag niet.
P/M (Play Mode)
LOCAL (lokale zoekfunctie) (pagina 17)
– Selecteer "ON" om alleen af te stemmen op
zenders met sterkere signalen.
MONO (monostand) (pagina 17)
– Selecteer "ON" om FM-stereo-uitzendingen
in mono te beluisteren.
– Selecteer "OFF" om terug te keren naar de
normale stand.
REG (stand voor regionaal) (pagina 19)
SND (Sound)
EQ7 TUNE (pagina 26) — de equalizercurve
aanpassen.
HPF (hoogdoorlaatfilter) — de
kantelfrequentie selecteren. U kunt kiezen uit
"78Hz", "125Hz" en "OFF".
LPF (laagdoorlaatfilter) — de kantelfrequentie
selecteren. U kunt kiezen uit "78Hz", "125Hz"
en "OFF".
LOUD (sterkte) — voor volle lage en hoge
tonen, zelfs bij laag volume. Lage en hoge
tonen worden versterkt.
AUX LVL (pagina 28) — het volume van de
extra aangesloten apparaten aanpassen.
(Met de kaartafstandsbediening)
1 Druk op (MENU).
2 Druk herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) tot het gewenste
item wordt weergegeven.
3 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om
de gewenste instelling te selecteren
(voorbeeld: "ON" of "OFF").
4 Druk op (ENTER).
Na het instellen keert het display terug naar
de normale weergavestand.
Opmerking
Het weergegeven item is afhankelijk van de bron.
Tip
U kunt gemakkelijk schakelen tussen categorieën
("SET", "DSPL", "P/M", "SND" en "EDIT") door 2
seconden op (DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) te drukken.
26
De equalizer instellen (EQ7)
U kunt een equalizercurve instellen voor 7
muziekgenres (XPLOD, VOCAL, CLUB, JAZZ,
NEW AGE, ROCK en CUSTOM) of de
equalizer uitschakelen met OFF (equalizer uit).
U kunt voor elke bron een andere
equalizerinstelling opslaan.
Equalizercurve selecteren
1 Druk op (SOURCE) om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (EQ7) om de
gewenste equalizercurve te
selecteren.
Als u op (EQ7) drukt, wordt het item
gewijzigd.
Selecteer "OFF" om het equalizereffect uit te
schakelen.
(Met de kaartafstandsbediening)
De equalizercurve aanpassen
U kunt de equalizerinstellingen voor
verschillende toonbereiken opslaan en regelen.
1 Druk op (MENU).
2 Druk herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) tot "EQ7 TUNE"
wordt weergegeven en druk op
(ENTER).
3 Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om
de gewenste equalizercurve te
selecteren en druk op (ENTER).
Wanneer u op (SEEK) (+) of (SEEK) (–)
drukt, wordt het item gewijzigd.
4 Selecteer de gewenste instellingen
voor frequentie en niveau.
1Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om
de gewenste equalizercurve te
selecteren.
Wanneer u op (SEEK) (+) of (SEEK) (–)
drukt, wordt de frequentie gewijzigd.
62 Hz y 157 Hz y 396 Hz y 1 kHz
y 2,5 kHz y 6,3 kHz y 16 kHz
2Druk op (DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) om het volume
aan te passen.
Het volume kan worden aangepast in
stappen van 1 dB van –10 dB tot +10 dB.
Als u de standaardwaarde voor de
equalizercurve wilt herstellen, drukt u 2
seconden op (ENTER).
5 Druk twee keer op (MENU).
Na het instellen keert het display terug naar
de normale weergavestand.
27
Dynamic Soundstage
Organizer (DSO) instellen
Als de luidsprekers in het onderste gedeelte van
de deuren zijn geïnstalleerd, komt het geluid van
beneden en is het wellicht niet helder.
Met de DSO-functie (Dynamic Soundstage
Organizer) krijgt u een geluid alsof de
luidsprekers boven het dashboard zijn
gemonteerd (virtuele luidsprekers).
U kunt de DSO-instelling voor elke bron
opslaan.
DSO-stand en afbeelding van virtuele
luidsprekers
*1 DSO-1
*2 DSO-2
*3 DSO-3
*4 DSO-OFF
1 Druk op (SOURCE) om een bron (radio,
CD, MD of AUX) te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (DSO) tot de
gewenste DSO-instelling wordt
weergegeven.
Als u op (DSO) drukt, wordt de DSO-
instelling als volgt gewijzigd.
Als u de DSO-functie wilt annuleren,
selecteert u "DSO-OFF". Na 3 seconden keert
het display terug naar de normale
weergavestand.
Opmerkingen
DSO heeft wellicht niet het gewenste effect,
afhankelijk van het auto-interieur of het
muziekgenre.
Als FM-uitzendingen moeilijk hoorbaar zijn, stelt u
DSO in op "OFF".
De kleur van het LCD-scherm
wijzigen
U kunt kiezen uit 7 kleurinstellingen voor het
LCD-scherm.
Druk herhaaldelijk op (COLOR) om de
gewenste kleur voor het LCD-scherm
te selecteren.
Wanneer u op (COLOR) drukt, wordt de
kleur voor het LCD-scherm gewijzigd.
Extra audio-apparaten
aansluiten
De AUX IN aansluiting (externe audio-ingang)
van dit apparaat fungeert ook als BUS AUDIO
IN aansluiting (audio-ingang).
Sluit optionele draagbare Sony-apparaten aan om
het geluid te beluisteren via de autoluidsprekers.
Opmerking
Als u een optioneel Sony CD/MD-apparaat aansluit,
kunt u geen draagbare apparaten aansluiten en wordt
u "AUX" niet in het display weergegeven als bron.
Als u tegelijkertijd een draagbaar apparaat van Sony
en CD/MD-apparaten hebt aangesloten, kunt u de
AUX IN keuzeschakelaar gebruiken.
Extra apparaten selecteren
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"AUX" te selecteren.
*3
*2
*1
*4
*4
*3
*2
*1
vervolg op volgende pagina t
28
Het volume aanpassen
U kunt het volume voor alle aangesloten
apparaten regelen.
1 Druk op (MENU).
2 Druk herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) om "AUX LVL" te
selecteren.
3 Druk op (ENTER).
4 Druk herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) om het gewenste
volume te selecteren.
Het volume is in stappen van 1 dB regelbaar
van –6 dB tot +6 dB.
5 Druk op (ENTER).
Extra apparaten in het brondisplay
uitschakelen
1 Druk op (OFF).
De CD/MD-weergave of radio-ontvangst
wordt gestopt.
2 Druk op (MENU).
3 Druk herhaaldelijk op
(DISC/PRESET) (+) of
(DISC/PRESET) (–) tot "AUX-A-ON"
wordt weergegeven.
4 Druk op (SEEK) (+) om "AUX-A-OFF"
te selecteren.
5 Druk op (MENU).
Als u de aanduiding wilt herstellen, selecteert u
"AUX-A-ON".
Aanvullende informatie
Onderhoud
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd door een identiek
exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u
de voedingsaansluiting controleren en de
zekering vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn
van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat
geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan
de standaardzekering van het apparaat omdat dit
hierdoor kan worden beschadigd.
Zekering
(10 A)
29
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden
verstoord als de aansluitingen tussen het apparaat
en het voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit
voorkomen door het voorpaneel (pagina 9) los te
maken en de aansluitingen te reinigen met een in
alcohol gedrenkt wattenstaafje. Gebruik hierbij
niet teveel kracht. Anders kunnen de
aansluitingen worden beschadigd.
Opmerkingen
Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit het contactslot te
halen voordat u de aansluitingen reinigt.
Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
uw vingers of een metalen voorwerp.
De lithiumbatterij vervangen
In normale omstandigheden gaat de batterij
ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden kan de levensduur
korter zijn.) Wanneer de batterij verzwakt, wordt
het bereik van de kaartafstandsbediening kleiner.
Vervang de batterij door een nieuwe CR2025
lithiumbatterij. Bij een andere batterij bestaat er
brand- of explosiegevaar.
Opmerkingen over lithiumbatterijen
Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer
een batterij wordt ingeslikt.
Veeg de batterij schoon met een droge doek
voor een goed contact.
Houd bij het plaatsen van de batterij rekening
met de juiste polariteit.
Houd de batterij niet vast met een metalen tang
om kortsluiting te voorkomen.
Hoofdeenheid
Achterkant van het voorpaneel
x
+ zijde omhoog
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
Voor de Klanten in
Nederland
Gooi de batterij niet weg
maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
30
Het apparaat verwijderen
1 Verwijder de beschermende rand.
1 Maak het voorpaneel los (pagina 9).
2 Bevestig de ontgrendelingssleutels
op de beschermende rand.
3 Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om de beschermende rand te
verwijderen.
2 Verwijder het apparaat.
1Plaats beide ontgrendelingssleutels
en duw hierop tot deze vastklikken.
2Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om het apparaat los te maken.
3Schuif het apparaat uit de houder.
Plaats de ontgrendelingssleutel
op de juiste manier.
Het haakje moet
naar binnen wijzen.
31
Technische gegevens
CD-speler
Signaal/ruis-afstand 120 dB
Frequentiebereik 10 – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties Minder dan meetbare
waarden
Tuner
FM
Afstembereik 87.5 – 108.0 MHz
Antenne-aansluiting Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie 10.7 MHz/450 kHz
Bruikbare gevoeligheid 9 dBf
Selectiviteit 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand 67 dB (stereo),
69 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz
0,5% (stereo),
0,3% (mono)
Scheiding 35 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik 30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenne-aansluiting Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie 10.7 MHz/450 kHz
Gevoeligheid MW: 30 µV
LW: 40 µV
Versterker
Uitgangen Luidsprekeruitgangen
(sure seal)
Luidsprekerimpedantie 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen
50 W × 4 (bij 4 ohm)
Algemeen
Uitgangen Audio-uitgangen (voor/
achter)
Subwoofer-uitgang (mono)
Relaisaansluiting
elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen Telephone ATT-
bedieningsaansluiting
Verlichtingsstuuraansluiting
Afstandsbedieningsingang
BUS-bedieningsingang
BUS audio-ingang of AUX
IN aansluiting
Antenne-ingang
Toonregelingen Bass ±8 dB bij 100 Hz
Treble ±8 dB bij 10 kHz
Loudness +8 dB bij 100 Hz
+2 dB bij 10 kHz
Voeding 12 V gelijkstroom accu
(negatieve aarde)
Afmetingen Ongeveer
178 × 50 × 181 mm (b/h/d)
Montage-afmetingen Ongeveer
182 × 53 × 161 mm (b/h/d)
Gewicht Ongeveer 1,2 kg
Bijgeleverde accessoires Kaartafstandsbediening
RM-X114
Onderdelen voor installatie
en aansluitingen (1 set)
Beschermhoes voorpaneel
(1)
Optionele accessoires Bedieningssatelliet
RM-X4S
BUS-kabel (geleverd met
RCA-kabel)
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
Optionele apparaten CD-wisselaar (10 discs)
CDX-757MX
CD-wisselaar (6 discs)
CDX-T70MX, CDX-T69
MD-wisselaar (6 discs)
MDX-66XLP
Bronkeuzeschakelaar
XA-C30
AUX IN keuzeschakelaar
XA-300
Opmerking
Dit apparaat kan niet worden aangesloten op een
digitale voorversterker of een equalizer die compatibel
is met het Sony BUS-systeem.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
32
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij
het oplossen van problemen die zich met het
apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Algemeen
Geen geluid.
Druk op de volume + toets om het volume
aan te passen.
Zet de ATT-functie uit.
Zet de faderregelaar in het midden voor een
systeem met 2 luidsprekers.
U probeert een MP3-bestand af te spelen op
een optioneel CD-apparaat dat niet geschikt
is voor MP3.
t Speel het bestand af op een MP3-
compatibel CD-apparaat van Sony, zoals
de CDX-757MX.
De geheugeninhoud is gewist.
De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
De voedingskabel of de accu is
losgekoppeld.
De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Geen pieptoon.
De pieptoon is uitgezet (pagina 25).
Er is een optionele versterker aangesloten en
u gebruikt de ingebouwde versterker niet.
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in
het weergavevenster.
Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt
en deze toets ingedrukt houdt.
t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze
toets ingedrukt tot het display verschijnt.
Verwijder het voorpaneel en reinig de
aansluitingen. Zie "Aansluitingen
schoonmaken" op pagina 29 voor meer
informatie.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid met de contactsleutel op ON,
ACC of OFF.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de
auto.
Het apparaat wordt niet van stroom
voorzien.
Controleer de aansluiting. Controleer de
zekering wanneer alles in orde is.
De auto heeft geen ACC-positie.
t Druk op (SOURCE) (of plaats een disc)
om het apparaat in te schakelen.
Het apparaat wordt constant van stroom
voorzien.
De auto heeft geen ACC-positie.
De elektrisch bediende antenne schuift niet
uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen
relaisdoos.
CD's/MD's afspelen
Een disc kan niet worden geplaatst.
Er zit al een CD in het apparaat.
De CD is met kracht verkeerd geplaatst.
Het afspelen begint niet.
Defecte MD of vuile CD.
Ongefinaliseerde CD-R/CD-RW.
U probeert een CD-R/CD-RW af te spelen
die niet geschikt is voor audiotoepassingen.
Bepaalde CD-R's/CD-RW's kunnen niet
worden afgespeeld wegens de opname-
apparatuur of de staat van de disc.
MP3-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
De opname is verricht conform de indeling
ISO 9660 Level 1 of Level 2 of de indeling
Joliet of Romeo in expansie-indeling.
De extensie ".MP3" is niet toegevoegd aan
de bestandsnaam.
Bestanden zijn niet opgeslagen in MP3-
indeling.
MP3-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat
het afspelen wordt gestart:
discs die zijn opgenomen met een
gecompliceerde structuur;
discs die in meerdere sessies zijn
opgenomen;
discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Een disc wordt automatisch uitgeworpen.
De omgevingstemperatuur is hoger dan 50°C.
De bedieningstoetsen werken niet.
De CD wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets.
Het geluid verspringt door trillingen.
Het apparaat is geïnstalleerd in een hoek van
meer dan 45°.
Het apparaat is niet op een stabiele plaats in
de auto gemonteerd.
Het geluid verspringt.
Vuile of defecte disc.
Kan de aanduiding "--------" niet
uitschakelen.
U hebt overgeschakeld naar de Name Edit-
stand.
t Druk 2 seconden op (LIST).
33
Radio-ontvangst
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
Het ontvangstsignaal is te zwak.
Radiozenders kunnen niet worden
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
Sluit een antennebedieningskabel (blauw) of
hulpvoedingskabel (rood) aan op de
voedingskabel van de antenneversterker van
de auto. (Alleen als de auto is uitgerust met
een FM/MW/LW-antenne in de achter-/
zijruit.)
Controleer de aansluiting van de auto-
antenne.
De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
voedingskabel van de auto-antenne.
Controleer de frequentie.
Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het
geluid soms gestoord.
t Stel de DSO-functie in op "OFF"
(pagina 27).
Er kan niet automatisch worden afgestemd
op zenders.
De lokale zoekfunctie is ingesteld op "ON".
t Stel de lokale zoekfunctie in op "OFF"
(pagina 25).
Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
De aanduiding "STEREO" knippert.
Stem nauwkeurig af op de frequentie.
Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stel de optie voor mono-ontvangst in op
"ON" (pagina 25).
Een stereo-uitzending wordt mono
weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Annuleer de mono-ontvangststand
(pagina 25).
RDS
SEEK wordt gestart na enkele seconden
weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot "AF,
TA-OFF" verschijnt.
Geen verkeersinformatie.
Schakel "TA" in.
De zender is een TP-zender, maar zendt toch
geen verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "--------" weer.
De huidige zender is geen RDS-zender.
Geen RDS-gegevens ontvangen.
34
Foutmeldingen
*1 Als er een fout optreedt tijdens het afspelen van
een CD of MD, wordt het discnummer van de CD
of MD niet in het display weergegeven.
*2 Het discnummer van de disc met de fout verschijnt
in het display.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Foutweergave
(Voor dit apparaat en optionele CD/MD-
wisselaars)
De volgende aanduidingen knipperen ongeveer
5 seconden en er weerklinkt een pieptoon.
BLANK*
1
Er zijn geen tracks opgenomen op een MD.*
2
t Speel een MD af waarop tracks zijn
opgenomen.
ERROR*
1
Een CD is vuil of omgekeerd geplaatst.*
2
t Reinig de CD of plaats deze op de juiste
manier.
Een CD/MD kan niet worden afgespeeld
wegens een probleem.
t Plaats een andere CD/MD.
FAILURE
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de installatiehandleiding van dit
model om de aansluitingen te controleren.
HI TEMP
De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan
50°C.
t Wacht tot de temperatuur lager is dan
50°C.
NO DISC
Er is geen disc in het CD/MD-apparaat
geplaatst.
t Plaats een disc in het CD/MD-apparaat.
NO MAG
Er is geen discmagazijn in het CD-apparaat
geplaatst.
t Plaats het magazijn in het CD-apparaat.
NO MUSIC
Er is een CD zonder muziekbestanden in het
MP3-compatibele CD-apparaat geplaatst.
t Plaats een muziek-CD in het MP3-
compatibele CD-apparaat.
NOTREADY
De klep van het MD-apparaat is open of de
MD's zijn niet juist geplaatst.
t Sluit de klep of plaats de MD's op de juiste
manier.
OFFSET
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de
foutmelding in het display blijft staan,
moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar
raadplegen.
RESET
Het CD/MD-apparaat werkt niet wegens een
probleem.
t Druk op de RESET toets op het apparaat.
Berichten
L.SEEK +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen (pagina 17).
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de
huidige zender.
" " of " "
U hebt het begin of het einde van de disc
bereikt en u kunt niet verder.
1/172