Sony CDX-M850MP de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
2
Welkom!
Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact
Disc Player. Dit apparaat biedt u tal van
mogelijkheden die u nog beter kunt benutten bij:
• Het afspelen van MP3-bestanden.
• Het afspelen van CD-R's/CD-RW's waaraan
een sessie is toegevoegd (pagina 7).
• Het afspelen van Multi Session-discs (CD-
Extra, Mixed CD, enzovoort), afhankelijk van
de opnamemethode (pagina 8).
• Optionele CD/MD-apparaten (wisselaars en
spelers)*
1
.
•ID3 tag*
2
versie 1 (verschijnt bij het afspelen
van een MP3-bestand).
• CD TEXT informatie (verschijnt wanneer een
CD TEXT disc*
3
wordt afgespeeld).
• Bijgeleverd accessoire
Kaartafstandsbediening RM-X111
• Optionele accessoires
Draadloze bedieningssatelliet RM-X6S
Bedieningssatelliet RM-X4S
*1 Dit apparaat werkt alleen met Sony-producten.
*2 ID3 tag is een MP3-bestand met informatie over
albumnaam, artiestennaam, tracknaam, enzovoort.
*3 Een CD TEXT disc is een audio-CD die informatie
bevat, zoals discnaam, artiestennaam en
tracknamen. Deze informatie is opgenomen op de
disc.
CAUTION INVISIBLE
DO NOT STARE INTO BEAM OR
VIEW DIRECTLY WITH OPTICAL INSTRUMENTS
LASER RADIATION WHEN OPEN
Dit label bevindt zich onderaan op het toestel.
Dit label bevindt zich op het chassis van de
aandrijfeenheid.
3
Inhoudsopgave
Bedieningselementen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Voorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen over discs . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Over MP3-bestanden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Aan de slag
Instellingen wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
CD-speler
CD/MD-apparaat (los verkrijgbaar)
Een disc afspelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Display-items. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Tracks afspelen in willekeurige volgorde
— Shuffle Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Een CD benoemen
— Disc Memo*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een disc zoeken op naam
— List-up* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
* Functies beschikbaar met optionele CD/MD-
apparatuur
Radio
Zenders automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM). . . . . . . 16
Opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . . . . 16
Alleen de gewenste zenders opslaan . . . . . . 17
Afstemmen op een zender in een lijst
— List-up . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
RDS
Overzicht van RDS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Automatisch opnieuw afstemmen voor
optimale ontvangst
— AF-functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Verkeersinformatie beluisteren
— TA/TP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
RDS-zenders met AF- en TA-instelling
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Afstemmen op zenders op programmatype
— PTY. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Klok automatisch instellen
— CT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Andere functies
De bedieningssatelliet gebruiken . . . . . . . . 22
De geluidskenmerken wijzigen. . . . . . . . . . 24
Het geluid snel dempen. . . . . . . . . . . . . . . . 24
Instellingen voor geluid en display wijzigen
— Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De equalizer instellen (EQ7). . . . . . . . . . . . 25
Dynamic Soundstage Organizer (DSO)
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
De displaystand en het displaybeeld
selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Extra audio-apparatuur aansluiten . . . . . . . 28
Beveiligingscode instellen . . . . . . . . . . . . . 28
Aanvullende informatie
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 30
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
4
Bedieningselementen
Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie.
a SCRL (bladeren) toets 12
b DSPL/PTY (displaystand wijzigen/
programmatype) toets 12, 14, 18, 21
c Cijfertoetsen
(1) REP 13
(2) SHUF 13
Zenders opslaan/opgeslagen zenders
ontvangen.
d EQ7 toets 25
e MENU toets
Menu's weergeven.
f SOURCE (Aan/Radio/CD/MD*
1
/AUX*
2
)
toets
De bron selecteren.
g SEEK/AMS (</,) toetsen
Tracks overslaan/vooruit- of
achteruitspoelen/automatisch afstemmen op
zenders, zenders handmatig zoeken/
instellingen selecteren.
h SOUND toets 24
i OFF (Stop/Uit) toets
11, 25, 28
j VOL (+/–) toetsen
Het volume verhogen/verlagen.
k OPEN/CLOSE toets 10, 11
l AF toets 18, 20
m TA toets 19, 20
n MODE toets
De werkingsstand wijzigen.
o DSO toets 26
p LIST toets 15, 17
q DISC/ALBUM (M/m) toetsen
Voorkeurzenders ontvangen/de disc
wijzigen*
3
, albums overslaan*
4
/menu's
selecteren.
r ENTER toets
Een instelling bevestigen.
s ATT toets 24
*1 Wanneer een optioneel MD-apparaat is
aangesloten.
*2 Alleen beschikbaar wanneer een optioneel
draagbaar apparaat van Sony is aangesloten op de
AUX IN aansluiting van het apparaat.
U kunt optionele CD/MD-apparaten niet
tegelijkertijd aansluiten.
*3 Wanneer een optioneel CD/MD-apparaat is
aangesloten.
*4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Kaartafstandsbediening RM-X111
DISC
–
ATTOFF
SCRL
DSPL
1
4
AF
MODE
2
5
TA
3
6
SOURCE
DISC
+
SEEK
+
SEEK
–
S
O
U
N
D
ENTER
MENU
LIST
EQ7 DSO
VOL
+
–
OPEN/CLOSE
PTY
REP SHUF
DISC
–
SOURCE
DISC
+
SEEK
+
SEEK
–
In de menustand geeft een "v" in het display aan
welke van deze vier toetsen u kunt selecteren.
Opmerking
Als u het display hebt uitgeschakeld door op (OFF) te
drukken, kan het apparaat niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening tenzij er eerst op
(SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of een disc
wordt geplaatst om het apparaat in te schakelen.
Tip
Zie "De lithiumbatterij vervangen" voor meer
informatie over het vervangen van de batterijen
(pagina 30).
(SEEK) (<):
links kiezen
(DISC) (M):
hoger kiezen
(DISC) (m):
lager kiezen
(SEEK) (,):
rechts
kiezen
5
De toetsen op het apparaat bedienen
dezelfde functies als die op de
kaartafstandsbediening.
a OPEN toets 10, 11
b Hoofddisplay
c IMAGE toets 27
d qf Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
e qs RESET toets 9
f OFF (Stop/uit) toets*
1
g SCRL (bladeren) toets
h DSPL/PTY (displaystand wijzigen)
toets
i Subdisplay
j SEEK/AMS (.m/M>) toets
k MENU toets
m LIST toets
o
TA toets
p
CLOSE (voorpaneel sluiten) toets
10
q SOURCE toets
r MODE toets
s VOL (–/+) toets
t DSO toets 26
u EQ7 toets 25
v SOUND toets
w DISC/ALBUM (+/–) toetsen
x ENTER toets
y Z (uitwerpen) toets 11
Hoofddisplayzijde
Bedieningszijde
CDX-M850MP
vervolg op volgende pagina t
6
* Waarschuwing bij het installeren in een
auto waarvan het contactslot geen ACC
(accessoire) positie heeft
Als de motor is uitgeschakeld, moet u op
(OFF) drukken en deze toets ingedrukt
houden tot de weergave verdwijnt.
Als u dit niet doet, wordt het display niet
uitgeschakeld en raakt de accu uitgeput.
Een disc en album selecteren
Disc en album kunnen worden overgeslagen met
de DISC/ALBUM (M/m) toetsen.
(Met dit apparaat)
(Met een optioneel apparaat)
* Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Tracks blijven overslaan
Druk één keer op een van beide SEEK/AMS
toetsen (< of ,). Druk binnen 1 seconde
nogmaals op de toets en houd deze ingedrukt.
Voorzorgsmaatregelen
• Wanneer de auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat
u het gaat gebruiken.
• Een elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit wanneer het apparaat wordt
aangezet.
Let op
Maak tijdens het rijden geen gebruik van de
CUSTOM FILE functie of andere functies die
uw aandacht van de weg kunnen afleiden.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot
dit apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sony-
handelaar.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan op de lenzen in het apparaat vocht
condenseren. In dat geval kan de werking van het
apparaat zijn verstoord. Verwijder in dat geval de
disc en wacht ongeveer een uur tot alle
condensvocht is verdampt.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
Actie Druk op
Albums overslaan*
–Albumselectie
M of m [eenmaal per album]
Houd een van deze toetsen
ingedrukt om albums te
blijven overslaan.
Actie Druk op
Discs overslaan
–Discselectie
M of m [één keer voor elke
disc]
Als u discs wilt blijven
overslaan, drukt u op een
van beide toetsen.
Vervolgens drukt u binnen
1 seconde nogmaals op de
toets en houdt u deze
ingedrukt.
Albums overslaan*
–Albumselectie
M of m [even vasthouden]
en laat deze los.
Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u op een
van beide toetsen binnen
1 seconde nadat u de toets
hebt losgelaten, en houdt u
deze vervolgens ingedrukt.
7
Opmerkingen over discs
• Raak het oppervlak van de disc niet aan om
deze schoon te houden. Neem de disc vast aan
de rand.
• Bewaar de discs in hun doosje of discmagazijn
wanneer u deze niet gebruikt.
Stel discs niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen. Laat deze niet achter in een
geparkeerde auto of op het dashboard/de
hoedenplank.
• Kleef geen labels en gebruik ook geen discs
met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de
werking wordt verstoord of de disc beschadigd
kan raken.
• Gebruik geen discs waarop stickers zijn
gekleefd.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat
leiden tot:
– het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme
blokkeert).
– het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
weergegeven) doordat de sticker onder
invloed van de warmte krimpt en de disc
kromtrekt.
• Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld
hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit
apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch
doet, kan het apparaat worden beschadigd.
Gebruik dergelijke discs niet.
• U kunt geen 8-cm CD's afspelen.
• Maak een disc voor het afspelen altijd schoon
met een in de handel verkrijgbare doek. Veeg
een disc van binnen naar buiten schoon.
Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzine,
thinner en in de handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen, of antistatische sprays
voor grammofoonplaten.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiliging
Dit product is ontworpen om discs af te spelen
die conformeren aan de Compact Disc (CD)
standaard. Recentelijk worden door sommige
bedrijven discs op de markt gebracht die zijn
gecodeerd met copyrightbeveiliging. Sommige
van deze discs conformeren niet aan de CD
standaard en kunnen wellicht niet worden
afgespeeld op dit apparaat.
Opmerkingen bij CD-R's (opneembare
CD's)/CD-RW's (herschrijfbare CD's)
Dit apparaat kan de volgende discs afspelen:
• Bepaalde CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de
opname-apparatuur of de staat van de disc)
kunnen niet met dit apparaat worden
afgespeeld.
• U kunt geen CD-R/CD-RW afspelen die niet is
gefinaliseerd*.
• U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's
of CD-RW's afspelen.
• Een CD-R/CD-RW waaraan een sessie is
toegevoegd, kan worden afgespeeld.
* Proces dat nodig is om een opgenomen CD-R/CD-
RW disc af te spelen met een CD-speler.
Soorten discs Label op de disc
Audio-CD
MP3-bestanden
8
Over MP3-bestanden
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3) is een
standaardtechnologie en -indeling voor het
comprimeren van geluid. Het bestand wordt
gecomprimeerd tot ongeveer 1/10e van de
oorspronkelijke grootte. Geluiden buiten het
hoorbare bereik worden gecomprimeerd terwijl
geluiden die de mens wel kan horen, niet worden
gecomprimeerd.
Opmerkingen over discs
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's
of CD-RW's afspelen.
De disc moet van ISO 9660*
1
-indeling niveau 1
of niveau 2, of Joliet of Romeo in de expansie-
indeling*
2
zijn.
U kunt een disc gebruiken opgenomen in Multi
Session*
3
.
*
1
ISO 9660-indeling
De meest gebruikelijke internationale norm
voor de logische indeling van bestanden en
mappen op een CD-ROM.
Er zijn verschillende specificatieniveaus. In
Level 1 moeten bestandsnamen de notatie 8,3
hebben (maximaal 8 tekens voor de naam,
maximaal 3 tekens voor de extensie ".MP3")
en uit hoofdletters bestaan. Mapnamen
kunnen niet meer dan 8 tekens bevatten. Er
kunnen maximaal 8 geneste mapniveaus zijn.
Bij Level 2 mogen de bestanden uit maximaal
31 tekens bestaan.
Elke map kan maximaal 8 bomen bevatten.
Voor Joliet of Romeo in expansie-indeling
moet u de inhoud van de schrijfsoftware,
enzovoort controleren.
*
2
Expansie-indeling
Joliet: Er kunnen maximaal 32 tekens worden
weergegeven voor elke albumnaam (map)/
tracknaam (bestand).
Romeo: Er kunnen maximaal 64 tekens
worden weergegeven voor elke albumnaam
(map)/tracknaam (bestand).
*
3
Multi Session
Dit is een opnamemethode waarbij gegevens
met de methode Track-At-Once worden
toegevoegd. Conventionele CD's zijn aan het
begin en eind van de CD-sturing voorzien van
een zogenaamde Lead-in en Lead-out zone.
Een Multi Session CD is een CD met
verschillende sessies, waarbij elk segment
van Lead-in tot Lead-out als één enkele sessie
wordt beschouwd.
CD-Extra: de indeling waarbij audio (audio-
CD-gegevens) als tracks tijdens sessie 1
wordt opgenomen en gegevens als tracks
tijdens sessie 2 worden opgenomen.
Mixed CD: bij deze indeling worden
gegevens opgenomen als track 1 en audio
(audio-CD-gegevens) als track 2.
Opmerkingen
• Met andere indelingen dan ISO 9660 niveau 1 en
niveau 2 kunnen map- of bestandsnamen niet
correct worden getoond.
• Voeg altijd de extensie ".MP3" toe aan de
bestandsnaam.
• Als u de extensie ".MP3" toevoegt aan een ander
bestandstype dan MP3, kan het apparaat het
bestand wellicht niet goed herkennen en ruis
produceren die de luidsprekers kan beschadigen.
• De volgende discs worden minder snel afgespeeld:
– een disc opgenomen met ingewikkelde
boomstructuur;
– een disc opgenomen in meervoudige sessies;
– een disc waarop gegevens kunnen worden
toegevoegd.
• Als u een MP3-bestand met hoge bitsnelheid van
bijvoorbeeld 320 kbps afspeelt, kan het geluid
fluctueren.
Let op bij het afspelen van een disc opgenomen in
meervoudige sessies (Multi Session)
• Wanneer de eerste track van de eerste sessie uit
audio-CD-gegevens bestaat:
Alleen audio-CD-gegevens worden afgespeeld.
Niet-audio-CD-gegevens/MP3-bestandsinformatie
(tracknummer, tijd, enzovoort) verschijnen zonder
geluid.
• Wanneer de eerste track van de eerste sessie niet
uit audio-CD-gegevens bestaat:
– Wanneer er een MP3-bestand op de disc staat,
wordt alleen het MP3-bestand afgespeeld en
worden andere gegevens overgeslagen. (Audio-
CD-gegevens worden niet herkend.)
– Wanneer er geen MP3-bestand op de disc staat,
verschijnt "NO Music" en wordt er niets
afgespeeld. (Audio-CD-gegevens worden niet
herkend.)
9
Afspeelvolgorde van MP3-bestanden
De afspeelvolgorde van mappen en bestanden is
als volgt:
Opmerkingen
• Een map die geen MP3-bestand bevat, wordt
overgeslagen.
• Als u een disc met veel bomen plaatst, duurt het
langer voordat het afspelen begint. U kunt het beste
een of twee bomen voor elke disc maken.
• Maximumaantal mappen: 150 (inclusief hoofdmap
en lege mappen)
• Maximumaantal MP3-bestanden en mappen die op
een disc passen: 300
Wanneer een bestands-/mapnaam uit veel tekens
bestaat, kan dit minder zijn dan 300.
• Het maximumaantal bomen dat kan worden
afgespeeld, is 8.
Tip
Als u een gewenste afspeelvolgorde wilt opgeven, laat
u de map- of bestandsnaam beginnen met een
nummer (bijvoorbeeld "01", "02") en neemt u deze
vervolgens op een disc op. (De volgorde verschilt
afhankelijk van de schrijfsoftware.)
Aan de slag
Instellingen wissen
Voordat u het apparaat voor het eerst gaat
gebruiken of na het vervangen van de accu of het
wijzigen van de aansluitingen, moet u de
instellingen van het apparaat wissen.
Druk de RESET toets in met een puntig
voorwerp, zoals een balpen.
Het apparaat terugzetten in de
subdisplaystand
Opmerkingen
• Nadat u het apparaat in gesloten stand hebt
teruggezet, moet u één keer op (OPEN) op het
apparaat drukken voordat u het verder gaat
bedienen. Als er een disc in het apparaat is
geplaatst, wordt deze automatisch uitgeworpen.
Plaats de disc opnieuw.
• Als u op de RESET toets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde geheugenfuncties gewist.
• Nadat u het apparaat hebt teruggezet, drukt u op
(OPEN/CLOSE) op de kaartafstandsbediening om te
controleren of het voorpaneel op de juiste manier
wordt geopend en gesloten voordat u verdergaat
met bedienen.
1
2
6
3
5
7
1
2
6
7
4
8
3
5
8
4
9
Map (album)
MP3-bestand
(track)
Boom 1
(hoofd)
Boom 2
Boom 4
Boom 5
Boom 3
RESET toets
RESET toets
10
Klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurssysteem.
Voorbeeld: de klok instellen op 10:08
1 Druk op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op M of m tot "Clock
Adjust" verschijnt.
1 Druk op (ENTER).
De uren knipperen.
2 Druk op M of m om de uren in te
stellen.
3 Druk op ,.
De minuten knipperen.
4 Druk op M of m om de minuten in te
stellen.
2 Druk op (ENTER).
De klok begint te lopen. Na het instellen van
de klok keert het display terug naar de
normale afspeelstand.
Tips
• U kunt de klok automatisch instellen met de RDS-
functie (pagina 21).
• Als de klok is ingeschakeld, wordt de tijd
weergegeven (pagina 24).
CD-speler
CD/MD-apparaat (los
verkrijgbaar)
Met dit apparaat kunt u niet alleen een CD
afspelen maar ook externe CD/MD-apparatuur
bedienen.
Opmerking
Wanneer u optionele CD-apparatuur aansluit met de
CD TEXT functie, verschijnt de CD TEXT informatie in
het display wanneer u een CD TEXT disc afspeelt.
Een disc afspelen
(Met dit apparaat)
1 Druk op (OPEN/CLOSE) of (O PEN) op
het apparaat en plaats de disc (met het
label naar boven).
Het afspelen begint automatisch.
2 Druk op (OPEN/CLOSE) of (CLO SE) op
het apparaat om het voorpaneel te
sluiten.
Als er al een disc is geplaatst, drukt u
herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD" verschijnt
om het afspelen te starten.
11
* Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Als u tracks wilt blijven overslaan, drukt u op
< of ,. Vervolgens drukt u binnen 1 seconde
nogmaals op de toets en houdt u deze ingedrukt.
Opmerkingen
• Voordat een track wordt afgespeeld, leest het
apparaat alle bestands- en mapinformatie op de
disc. Afhankelijk van de trackstructuur kan dit meer
dan een minuut in beslag nemen. Terwijl het
apparaat de informatie leest, wordt "Read"
weergegeven. Wacht tot het afspelen automatisch
wordt gestart wanneer het lezen is voltooid.
• Afhankelijk van de staat van de disc kan het mogelijk
niet worden afgespeeld (pagina 7, 8).
• Terwijl de eerste/laatste track op de disc wordt
afgespeeld, als op < of , wordt gedrukt,
verspringt het afspelen naar de laatste/eerste track
op de disc.
• Na de laatste track op de disc begint het afspelen
opnieuw vanaf de eerste track.
• Wanneer een optioneel apparaat is aangesloten,
gaat het afspelen door op het optionele CD/MD-
apparaat.
• Als u een MP3-bestand met hoge bitsnelheid van
bijvoorbeeld 320 kbps afspeelt, kan het geluid
fluctueren.
(Met een optioneel apparaat)
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"CD" of "MD (MS*
1
)" te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) tot het
gewenste apparaat verschijnt.
Het afspelen wordt gestart.
*1 MS: MG Memory Stick System-up Player MGS-X1
*2 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Waarschuwingen bij het aansluiten van MGS-X1
en MD-apparaten
Dit apparaat herkent de MGS-X1 als een MD-
apparaat.
• Als u wilt afspelen op de MGS-X1, drukt u op
(SOURCE) om "MS" of "MD" te selecteren.
Verschijnt "MS" in het brondisplay, dan wordt het
afspelen op de MGS-X1 gestart. Als "MD" verschijnt
in het brondisplay, moet u op (MODE) drukken om
"MS" te selecteren om het afspelen te starten.
• Als u wilt afspelen op een MD-apparaat, drukt u op
(SOURCE) om "MD" of "MS" te selecteren. Wordt
het gewenste MD-apparaat in het brondisplay
weergegeven, dan wordt het afspelen op dit
apparaat gestart. Als "MS" of een ander MD-
apparaat in het brondisplay verschijnt, drukt u op
(MODE) om het gewenste MD-apparaat te
selecteren en het afspelen te starten.
Opmerkingen over het afspelen van een disc met
niet-audio-CD-gegevens/MP3-bestanden
Als er een disc met niet-audio-CD-gegevens is
geplaatst:
– Bij dit apparaat verschijnt "NO Music" in het display
en de klokweergave wordt weergegeven in het
display (het afspelen van de CD wordt gestopt).
– Bij een optioneel CD-apparaat dat compatibel is met
MP3, verschijnt "NO Music" in het display en wordt
de volgende disc afgespeeld.
– Bij een optioneel CD-apparaat dat niet compatibel is
met MP3, wordt de disc zonder geluid afgespeeld.
Actie Druk op
Het afspelen
stoppen
(OFF)
De disc uitwerpen (OPEN/ CLOSE) of
(OPEN) en vervolgens Z
op het apparaat
Tracks overslaan
–Automatic
Music Sensor
(SEEK) (</,)
[één keer voor elke track]
Vooruit-/
achteruitspoelen
–Manual Search
(SEEK) (</,)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
Albums overslaan*
–Albumselectie
(DISC) (M/m)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
Actie Druk op
Discs overslaan
– Discselectie
(DISC) (M/m)
Albums
overslaan*
2
–Albumselectie
(DISC) (M/m)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
12
Display-items
Bij het wijzigen van disc/album/track verschijnt
een eventueel geregistreerde titel*
1
voor de
nieuwe disc/track of het nieuwe album
automatisch. Als de Auto Scroll functie is
ingeschakeld, rollen namen van meer dan 12
tekens in het display (pagina 24).
*1 Als u op (DSPL/PTY) drukt, verschijnt "NO Disc
Name" of "NO Track Name" om aan te geven dat er
geen discnaam, albumnaam of tracknaam
beschikbaar is voor weergave en geeft "NO ID3
Tag" aan dat er geen ID3 tag beschikbaar is.
*2 "MP3"/"MDLP" verschijnt in het display (onder de
klok), afhankelijk van de instelling voor REP en
SHUF.
*3 Alleen beschikbaar wanneer een optioneel MD-
apparaat met MDLP-functie is aangesloten en een
MDLP-disc wordt afgespeeld.
*4 Als u op (DSPL/PTY) drukt, verschijnt "NO Disc
Name" of "NO Track Name" om aan te geven dat er
geen Disc Memo (pagina 14) of vooraf opgenomen
naam beschikbaar is voor weergave.
*5 Als de disc met dit apparaat is benoemd met
behulp van de CUSTOM FILE functie, verschijnt
Disc Memo bij voorkeur.
*6 Alleen voor CD TEXT discs met de artiestennaam.
*7 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Opmerkingen
• Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven.
Tekens en symbolen die niet kunnen worden
weergegeven, verschijnen als " x".
• Bij bepaalde CD TEXT discs of ID3 tags met zeer
veel tekens kan de informatie niet rollen.
• Dit apparaat kan de artiestennaam voor elke track
van een CD TEXT disc of album niet weergeven.
Opmerkingen bij MP3
• ID3 tag geldt alleen voor versie 1.
• Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven.
Tekens en symbolen die niet kunnen worden
weergegeven, verschijnen als " x". Er kunnen
maximaal 64 tekens worden weergegeven voor elke
albumnaam (map)/tracknaam (bestand). ID3 tag kan
maximaal 30 tekens bevatten.
• In de volgende gevallen kan de verstreken
speelduur niet nauwkeurig worden weergegeven.
– bij weergave van een MP3-bestand met VBR
(variabele bitsnelheid).
– tijdens snel vooruit/achteruit gaan.
Tip
Als A.Scroll (Auto Scroll) is uitgeschakeld en de disc/
track of het album wordt gewijzigd, rolt de disc-/track-/
albumnaam of de ID3 tag niet.
Actie Druk op
Het display-item
wijzigen
(DSPL/PTY)
Het display laten
rollen
(SCRL)
Tracknummer
Verstreken
speelduur
Display-items
• Discnummer
• Albumnummer*
7
MP3*
2
/MDLP-display*
2
*
3
MP3: MP3 afspelen
LP2: LP2 afspelen
LP4: LP4 afspelen
Klok
Muziekbron
Display-items
• Discnaam*
4
*
5
/
artiestennaam
*
6
• Albumnaam*
1
*
7
• Tracknaam*
1
• ID3 tag*
1
*
7
13
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat Play
U kunt kiezen uit:
• REP-Track — de huidige track herhalen.
•REP-Album*
1
— de tracks op het huidige
album herhalen.
•REP-Disc*
2
— de tracks op de huidige disc
herhalen.
*1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
*2 Alleen beschikbaar wanneer een of meer optionele
CD/MD-apparaten zijn aangesloten.
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (1) (REP) tot de gewenste
instelling in het display wordt
weergegeven.
Repeat Play wordt gestart.
Selecteer "REP-off" om terug te keren naar de
normale afspeelstand.
Tracks afspelen in
willekeurige volgorde
— Shuffle Play
U kunt kiezen uit:
• SHUF-Album*
1
— de albums op het huidige
optionele CD-apparaat met MP3-
bestandsfunctie in willekeurige volgorde
afspelen.
• SHUF-Disc — de tracks op de huidige disc in
willekeurige volgorde afspelen.
• SHUF-Changer*
2
— de tracks op het huidige
optionele CD-apparaat (MD-apparaat) in
willekeurige volgorde afspelen.
• SHUF-All*
3
— de tracks op alle aangesloten
CD-apparaten (MD-apparaten) (inclusief dit
apparaat) in willekeurige volgorde afspelen.
*1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
*2 Alleen beschikbaar wanneer optionele CD/MD-
apparatuur is aangesloten.
*3 Alleen beschikbaar wanneer een of meer optionele
CD-apparaten of twee of meer optionele MD-
apparaten zijn aangesloten.
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (2) (SHUF) tot de gewenste
instelling in het display wordt
weergegeven.
Shuffle Play wordt gestart.
Selecteer "SHUF-off" om terug te keren naar de
normale afspeelstand.
Opmerking
"SHUF-All" werkt niet bij een combinatie van CD-
apparaten en MD-apparaten.
14
Een CD benoemen
— Disc Memo (voor een CD-apparaat met
CUSTOM FILE functie)
U kunt elke disc zelf benoemen (Disc Memo).
Een discnaam kan uit maximaal 8 tekens bestaan.
Een benoemde CD kunt u zoeken op naam
(pagina 15).
1 Speel de disc af die u in een CD-
apparaat met CUSTOM FILE functie
wilt benoemen.
2 Druk op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op M of m tot "Name
Edit" verschijnt.
3 Druk op (ENTER).
4 Voer de tekens in.
1 Druk herhaaldelijk op M*
1
om het
gewenste teken te kiezen.
A t B t C ... t 0 t 1 t 2 ... t +
t – t
*
... t *
2
t A
*1 Druk op m voor omgekeerde volgorde.
*2 (spatie)
2 Druk op , nadat u het gewenste
teken hebt gevonden.
Als u op < drukt, kunt u weer naar links
gaan.
3 Herhaal stap 1 en 2 om de
volledige naam in te voeren.
5 Druk op (ENTER) om terug te keren
naar de normale afspeelstand.
Tips
• Overschrijf de naam of voer " " in om de naam te
corrigeren of te wissen.
• Er is een andere manier waarop u een CD kunt
benoemen: druk 2 seconden op (LIST) in plaats van
stap 2 en 3 uit te voeren. U kunt de bewerking ook
voltooien door 2 seconden op (LIST) te drukken in
plaats van stap 5 uit te voeren.
• U kunt CD's benoemen met een apparaat zonder
CUSTOM FILE functie als het apparaat is
aangesloten samen met een CD-apparaat dat wel
met deze functie is uitgerust. De Disc Memo wordt
opgeslagen in het geheugen van het CD-apparaat
met de CUSTOM FILE functie.
Disc Memo bekijken
Disc Memo heeft bij weergave via het display
altijd voorrang op oorspronkelijke CD TEXT
informatie.
Tip
Zie pagina 12 voor meer informatie over andere
display-items.
Actie Druk op
Informatie
bekijken
(DSPL/PTY) tijdens het
afspelen van een CD/CD
TEXT disc
15
Disc Memo wissen
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"CD" te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om het
CD-apparaat te selecteren waarop de
Disc Memo is opgeslagen.
3 Druk op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op M of m tot "Name
Delete" verschijnt.
4 Druk op (ENTER).
De opgeslagen namen verschijnen.
5 Druk herhaaldelijk op M of m om de
discnaam te selecteren die u wilt
wissen.
6 Druk op (ENTER) gedurende
2 seconden.
De naam wordt gewist.
Herhaal stap 5 en 6 om andere namen te
wissen.
7 Druk twee keer op (MEN U).
Het apparaat keert terug naar de normale
afspeelstand.
Opmerkingen
• Wanneer de Disc Memo voor een CD TEXT disc
wordt gewist, verschijnt de oorspronkelijke CD TEXT
informatie.
• Als u de Disc Memo die u wilt wissen, niet kunt
vinden, moet u proberen een ander CD-apparaat te
selecteren in stap 2.
• Als u de Disc Memo al volledig hebt gewist, keert het
apparaat in stap 4 terug naar de normale
afspeelstand.
Een disc zoeken op naam
— List-up (voor een CD-apparaat met CD
TEXT/CUSTOM FILE functie of een MD-
apparaat)
U kunt deze functie gebruiken voor discs
waaraan een eigen naam is toegewezen*
1
of voor
CD TEXT discs*
2
.
*1 Een disc zoeken aan de hand van de eigen naam:
als u een naam toewijst aan een CD (pagina 14) of
MD.
*2 Discs zoeken aan de hand van CD TEXT
informatie: als u een CD TEXT disc afspeelt op een
CD-apparaat met de CD TEXT functie.
1 Druk op (LIST).
De naam die aan de huidige disc is toegekend,
verschijnt in het display.
2 Druk herhaaldelijk op M of m tot u de
gewenste disc hebt gevonden.
3 Druk op (ENTER) om de disc af te
spelen.
Opmerking
Bepaalde letters kunnen niet worden weergegeven
(met uitzondering van de letters die voor Disc Memo
zijn opgeslagen).
16
Radio
Er kunnen maximaal 6 zenders per band (FM1,
FM2, FM3, MW en LW) worden opgeslagen.
Let op
Maak bij het afstemmen tijdens het rijden
gebruik van Best Tuning Memory om ongevallen
te vermijden.
Zenders automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM)
Deze functie selecteert de zenders met de
sterkste signalen in de gekozen golfband en slaat
deze op in volgorde van frequentie.
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
golfband te selecteren.
3 Druk op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op M of m tot "BTM"
verschijnt.
4 Druk op (ENTER).
U hoort een pieptoon wanneer de instelling is
opgeslagen.
Opmerkingen
• Als er slechts enkele zenders kunnen worden
ontvangen wegens te zwakke signalen, wordt de
vorige instelling behouden voor een aantal
cijfertoetsen.
• Wanneer een nummer in het display wordt
weergegeven, worden zenders opgeslagen vanaf de
zender die momenteel wordt weergegeven.
Opgeslagen zenders
ontvangen
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
golfband te selecteren.
3 Druk op de cijfertoets ((1) tot (6))
waaronder de gewenste zender is
opgeslagen.
Tip
Druk op M of m om de zenders te ontvangen in de
volgorde waarin deze in het geheugen zijn
opgeslagen (Preset Search functie).
Als u niet kunt afstemmen op een
voorkeurzender
Druk op (SEEK) (<) of (SEEK) (,)
om de zender te zoeken (automatisch
afstemmen).
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal dit tot de gewenste zender
wordt ontvangen.
Tips
• Als automatisch afstemmen te vaak wordt
onderbroken, moet u de lokale zoekfunctie
inschakelen om het zoeken te beperken tot zenders
met sterke signalen. Zie "Instellingen voor geluid en
display wijzigen" op pagina 24.
• Als u de frequentie kent van de zender die u wilt
beluisteren, houdt u < of , ingedrukt tot de
frequentie ongeveer is bereikt. Vervolgens drukt u
herhaaldelijk op < of , om nauwkeurig af te
stemmen op de gewenste frequentie (handmatig
afstemmen).
Bij slechte stereo-FM-ontvangst
Selecteer de mono-ontvangststand.
Zie "Instellingen voor geluid en display
wijzigen" op pagina 24.
Het geluid wordt verbeterd, maar wordt mono
("ST" verdwijnt).
Tip
Zet DSO op off wanneer FM-uitzendingen moeilijk
hoorbaar zijn (pagina 26).
17
Alleen de gewenste zenders
opslaan
U kunt de gewenste zenders handmatig opslaan
onder een cijfertoets.
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
golfband te selecteren.
3 Druk op (SEEK) (<) of (SEEK) (,)
om af te stemmen op de zender die u
wilt opslaan.
4 Houd de gewenste cijfertoets ((1) tot
en met (6)) 2 seconden ingedrukt tot
"MEM" verschijnt.
De cijfertoetsaanduiding verschijnt in het
display.
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender gewist.
Afstemmen op een zender in
een lijst
— List-up
1 Druk tijdens radio-ontvangst kort op
(LIST).
De frequentie of de naam van de zender
waarop momenteel is afgestemd, verschijnt in
het display.
2 Druk herhaaldelijk op M of m tot u de
gewenste zender hebt gevonden.
Als er geen naam is toegewezen aan de
geselecteerde zender, verschijnt de frequentie
in het display.
3 Druk op (ENTER) om af te stemmen op
de gewenste zender.
18
RDS
Overzicht van RDS
FM-zenders met de RDS-dienst (Radio Data
System) sturen onhoorbare digitale informatie
mee met het gewone radioprogrammasignaal. Bij
ontvangst van een RDS-zender verschijnt
bijvoorbeeld het volgende.
* Zie "Afstemmen op zenders op programmatype" op
pagina 20.
RDS-diensten
RDS biedt tal van interessante mogelijkheden,
zoals:
• Automatisch opnieuw afstemmen, wat
vooral handig is tijdens lange ritten.
— AF t pagina 18
• Ontvangen van verkeersinformatie, zelfs
tijdens het beluisteren van andere programma's/
bronnen. — TA t pagina 19
• Zenders selecteren op programmatype.
— PTY t pagina 20
• Automatische klokinstelling. — CT
t pagina 21
Opmerkingen
• In bepaalde landen of regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet goed als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens uitzendt.
Automatisch opnieuw
afstemmen voor optimale
ontvangst
— AF-functie
Met de AF-functie (alternatieve frequenties) kan
de radio altijd afstemmen op het sterkste signaal
van de zender die u beluistert.
1 Selecteer een FM-zender (pagina 16).
2 Druk herhaaldelijk op (AF) tot "AF on"
verschijnt.
Het apparaat gaat zoeken naar een
alternatieve frequentie met een sterker signaal
binnen hetzelfde netwerk.
Als "NO AF" knippert, heeft de huidige
zender geen alternatieve frequentie.
Opmerking
Als er geen alternatieve frequentie beschikbaar is in
het gebied waar u zich bevindt of u geen andere
frequentie wilt zoeken, selecteert u "AF
off" om de AF-
functie uit te schakelen.
Actie Druk op
Het display-item
wijzigen
(DSPL/PTY)
Voorkeur-
nummer
Frequentie
Display-items*
•Zendernaam
• Programmatype
Radioband
Klok
Frequenties worden automatisch gekozen.
98,5 MHz
Zender
102,5 MHz
96,0 MHz
19
Voor zenders zonder alternatieve
frequenties
Druk op (SEEK) (<) of (SEEK) (,)
terwijl de zendernaam knippert
(binnen 8 seconden).
Het apparaat zoekt naar een andere frequentie
met dezelfde PI-gegevens (Programme
Identification). "PI Seek" verschijnt.
Als het apparaat niet dezelfde PI-gegevens
kan vinden, keert het apparaat terug naar de
vorige frequentie.
Een regionaal programma beluisteren
Als de AF-functie is ingeschakeld: de
fabrieksinstelling van dit apparaat beperkt de
ontvangst tot een bepaalde regio, zodat u niet
wordt overgeschakeld naar een andere regionale
zender met een sterkere frequentie.
Als u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat of de AF-functie volledig wilt
benutten, selecteert u "Regional off" in het menu
(pagina 25).
Opmerking
Deze functie werkt niet in Groot-Brittannië en
bepaalde andere landen en/of regio's.
Local Link-functie
(alleen Groot-Brittannië)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook al zijn deze niet
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1 Druk op een cijfertoets ((1) tot (6))
waaronder een lokale zender is
opgeslagen.
2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op
de cijfertoets van de lokale zender.
3 Herhaal dit tot de gewenste zender
wordt ontvangen.
Verkeersinformatie
beluisteren
— TA/TP
Met Traffic Announcement (TA) en Traffic
Programme (TP) wordt automatisch afgestemd
op een FM-zender die verkeersinformatie
uitzendt. Deze instellingen werken ongeacht de
huidige FM-zender/bron (bijvoorbeeld CD/MD/
AUX). Na afloop van het verkeersbericht
schakelt het apparaat weer over naar de
oorspronkelijke bron.
Druk herhaaldelijk op (TA) tot "TA
on"
verschijnt.
Het apparaat gaat zoeken naar zenders die
verkeersinformatie uitzenden.
Met "TP" wordt de ontvangst van dergelijke
zenders aangegeven, terwijl "TA" knippert
tijdens de ontvangst van verkeersinformatie.
Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare
TP-zenders als "NO TP" wordt aangegeven.
Als u alle verkeersinformatie wilt annuleren,
selecteert u "TA
off".
Tip
U kunt de huidige informatie ook annuleren door op
(SOURCE) of (MODE) te drukken.
Het volume van verkeersinformatie
instellen
U kunt het volume van de verkeersinformatie
instellen zodat u geen bericht mist.
1 Druk op (VOL) (+) of (VOL) (–) om het
volume te regelen.
2 Druk 2 seconden op (TA).
"TA" wordt weergegeven en de instelling
wordt opgeslagen.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, schakelt het
apparaat over naar noodberichten terwijl u
luistert naar een FM-zender of CD/MD/AUX.
Actie Druk op
Het huidige
verkeersbericht
annuleren
(TA)
20
RDS-zenders met AF- en TA-
instelling instellen
Wanneer u RDS-zenders instelt, slaat het
apparaat de AF-/TA-instelling (aan/uit) en de
frequentie van elke zender op. U kunt de
instelling (AF, TA of beide) voor elke zender
afzonderlijk of voor alle voorkeurzenders samen
bepalen. Als u zenders met "AF on" instelt, slaat
het apparaat automatisch de zenders met het
sterkste radiosignaal op.
Alle voorkeurzenders op dezelfde wijze
instellen
1 Selecteer een FM-band (pagina 16).
2 Druk op (AF) en/of (TA) om "AF on"
en/of "TA on" te selecteren.
Houd er rekening mee dat het selecteren van
"AF off" en "TA off" geldt voor niet-RDS-
zenders en RDS-zenders.
3 Druk op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op M of m tot "BTM"
verschijnt.
4 Druk op (ENTER).
BTM knippert.
Een andere instelling voor elke
voorkeurzender opgeven
1 Selecteer een FM-band en stem af op
de gewenste zender (pagina 16).
2 Druk op (AF) en/of (TA) om "AF on"
en/of "TA on" te selecteren.
3 Houd de gewenste cijfertoets ((1) tot
en met (6)) 2 seconden ingedrukt tot
"MEM" verschijnt.
Herhaal vanaf stap 1 om andere zenders in te
stellen.
Afstemmen op zenders op
programmatype
— PTY
U kunt afstemmen op een zender door het
programmatype te selecteren dat u wilt
beluisteren.
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in een aantal
landen of regio's waar geen PTY-gegevens (selectie
op programmatype) beschikbaar zijn.
Programmatypen Display
Nieuws News
Actualiteiten Affairs
Informatie Info
Sport Sport
Educatieve programma's Educate
Drama Drama
Cultuur Culture
Wetenschap Science
Diversen Varied
Populaire muziek Pop M
Rock-muziek Rock M
Easy Listening Easy M
Licht klassiek Light M
Klassiek Classics
Ander type muziek Other M
Weerberichten Weather
Financiën Finance
Kinderprogramma's Children
Sociale zaken Social A
Religie Religion
Phone In Phone In
Reizen Travel
Ontspanning Leisure
Jazz-muziek Jazz
Country-muziek Country
Nationale muziek Nation M
Oldies Oldies
Folk-muziek Folk M
Documentaires Document
21
1 Druk tijdens FM-ontvangst op
(DSPL/PTY) tot "PTY" verschijnt.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
"--------" verschijnt als de ontvangen zender
geen RDS-zender is of als de RDS-gegevens
niet worden ontvangen.
2 Druk herhaaldelijk op M of m tot u het
gewenste programmatype hebt
gevonden.
De programmatypen verschijnen in de
volgorde die in de tabel wordt aangegeven.
"NO DATA" verschijnt als het
programmatype niet in de RDS-gegevens is
opgenomen.
3 Druk op (ENTER).
Het apparaat gaat zoeken naar een zender die
het geselecteerde programmatype uitzendt.
Klok automatisch instellen
— CT
Met de CT-gegevens (Clock Time) van de RDS-
uitzending wordt de klok automatisch ingesteld.
1 Druk tijdens radio-ontvangst op
(MENU) en vervolgens herhaaldelijk
op M of m tot "CT off" verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op , tot "CT on"
verschijnt.
De klok is ingesteld.
3 Druk op (ENTER) om terug te keren
naar het normale display.
Selecteer "CT
off" in stap 2 als u de CT-functie
wilt annuleren.
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
22
Andere functies
U kunt het apparaat (en optionele CD/MD-
apparaten) ook bedienen met een
bedieningssatelliet (los verkrijgbaar).
De bedieningssatelliet
gebruiken
Bevestig eerst het juiste label afhankelijk van de
manier waarop u de bedieningssatelliet wilt
monteren.
De bedieningssatelliet werkt met knoppen en/of
draairegelaars.
Drukken op knoppen
De regelaar draaien
Draaien en loslaten om:
– Tracks over te slaan.
– Automatisch af te stemmen op zenders.
Draaien, vasthouden en loslaten om:
– Vooruit/achteruit naar een track te spoelen.
– Handmatig een zender te zoeken.
Regelaar indrukken en draaien
Druk de regelaar in en draai deze om:
– Voorkeurzenders te ontvangen.
– Discs te verwisselen tijdens het afspelen
van CD's (MD's)*
1
.
– Te veranderen van album*
4
.
SOUND
DSPL
MODE
SOUND
DSPL
MODE
OFF
Draai aan de VOL regelaar
om het volume te regelen.
(SOURCE)
(SOUND)
(ATT)
(DSPL)
(OFF)
(MODE)
Druk op Actie
(SOURCE) Van bron veranderen
(radio/CD/MD*
1
/AUX*
2
)/
Aan
(MODE) Van bediening veranderen
(radioband/CD-apparaat/
MD-apparaat*
1
)
(ATT) Het geluid dempen
(OFF)*
3
Afspelen of radio-ontvangst
stoppen/het apparaat
uitschakelen
(SOUND) Het geluidsmenu instellen
(DSPL) Het display-item wijzigen
(Gedurende 2 seconden om
het display-item te laten
rollen)
SEEK/AMS
regelaar
PRESET/DISC
regelaar
23
*1 Alleen als de juiste optionele apparatuur is
aangesloten.
*2 Alleen beschikbaar wanneer een optioneel
draagbaar apparaat van Sony is aangesloten op de
AUX IN aansluiting van het apparaat.
U kunt optionele CD/MD-apparaten niet
tegelijkertijd aansluiten.
*3 Als het contactslot van de auto geen ACC
(accessoire) positie heeft, houdt u (OFF) ingedrukt
totdat het display verdwijnt.
*4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Bij het afspelen van een MP3-bestand kunt u een
album kiezen met de bedieningssatelliet.
(Met dit apparaat)
(Met een optioneel apparaat)
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt
aangegeven.
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
Druk 2 seconden op (SOUND) terwijl u
VOL ingedrukt houdt.
Actie Doe dit
Albums overslaan
–Albumselectie
Knop indrukken en draaien
[één keer voor elk album].
Knop ingedrukt en gedraaid
houden om albums te
blijven overslaan.
Actie Doe dit
Discs overslaan
–Discselectie
Knop indrukken en draaien
[één keer voor elke disc].
Als u discs wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar in en draait u deze
één keer. Vervolgens draait u
binnen 1 seconde de
regelaar nogmaals en houdt
u deze vast.
Albums overslaan
–Albumselectie
Knop indrukken en draaien
[even vasthouden] en
vervolgens loslaten.
Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar nogmaals in binnen
1 seconde nadat u deze hebt
losgelaten. Vervolgens
draait u de regelaar en houdt
u deze vast.
Verhogen
Verlagen
24
De geluidskenmerken
wijzigen
U kunt de hoge en lage tonen, balans, fader en
het subwoofervolume regelen.
1 Druk herhaaldelijk op (SOUND) om het
gewenste item te selecteren.
Als u op (SOUND) drukt, wordt het item als
volgt gewijzigd:
BASS (bass) t TREBLE (treble)
t BALANCE (links-rechts) t
FADER (voor-achter) t
SUB (subwoofervolume)
2 Regel het gekozen item door op
< of , te drukken.
Wanneer u de bedieningssatelliet gebruikt,
drukt u op (SOUND) en draait u aan VOL.
Het display keert na 3 seconden terug naar de
normale afspeelstand.
Opmerking
Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt
geselecteerd.
Het geluid snel dempen
(met de bedieningssatelliet of
kaartafstandsbediening)
Druk op (ATT).
"ATT on" verschijnt kort in het display.
Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume
te herstellen.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is
aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume
automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek
binnenkomt (Telephone ATT-functie).
Instellingen voor geluid en
display wijzigen
— Menu
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Instelling
• Clock Adjust (pagina 10)
• CT (Clock Time) (pagina 21)
• Beep — de pieptoon in- en uitschakelen.
• AUX-A (pagina 28) — AUX-brondisplay in- of
uitschakelen.
Display
• Clock (Clock Information)*
1
— de klok en de
afspeelstand tegelijkertijd weergeven (on).
• A.IMG (Auto Image) (pagina 27) — de
displaybeelden voor een of alle displaystanden
doorlopen.
• Demo (Demonstration) — de
demonstratiestand in- of uitschakelen.
– Selecteer "on" om de demonstratiestand in te
schakelen.
– Selecteer "off" om de demonstratiestand uit te
schakelen.
• Info (Display Information) — de display-items
weergeven (afhankelijk van de bron, enzovoort)
aan de onderzijde van het display terwijl een
displaybeeld zichtbaar is.
– Selecteer "on" om display-items weer te
geven. Als u op ( DS PL/PTY) drukt, wordt het
display-item gewijzigd.
– Selecteer "off" om geen display-items weer te
geven.
• Dimmer – de helderheid van het display
regelen.
– Selecteer "Auto" om het display alleen te
dimmen als u de lichten inschakelt.
– Selecteer "on" om het display te dimmen.
– Selecteer "off" om de dimmer uit te
schakelen.
• Contrast*
2
— het contrast aanpassen als de
aanduidingen in het display niet goed leesbaar
zijn wegens de installatiepositie van het
apparaat.
• BlackOut — het display verdonkeren tijdens de
werking.
– Selecteer "on" om de aanduidingen te laten
verdwijnen.
De aanduidingen verdwijnen, maar het
apparaat reageert als u op een toets drukt.
– Selecteer "off" om het display helderder te
maken.
25
• A.Scroll (Auto Scroll)
– Selecteer "on" om namen van meer dan 12
tekens automatisch in het display te laten
rollen.
– Als Auto Scroll is uitgeschakeld en de disc/
track of het album wordt gewijzigd, rolt de
disc-/track-/albumnaam of de ID3 tag niet.
*1 Als de klok is ingeschakeld:
– De tijd wordt altijd weergegeven in het
hoofddisplay als de normale afspeelstand is
geselecteerd bij "De displaystand en het
displaybeeld selecteren" (pagina 27) en als
"A.IMG-off" is geselecteerd (pagina 24).
– De tijd wordt altijd weergegeven in het
subdisplay.
*2 "Contrast" verschijnt alleen in het subdisplay. U
kunt alleen het contrast van het subdisplay
aanpassen.
Geluid
• HPF (hoogdoorlaatfilter)
– de kantelfrequentie instellen op "78Hz",
"125Hz" of "off".
• LPF (laagdoorlaatfilter)
– de kantelfrequentie instellen op "78Hz",
"125Hz" of "off".
•Sterkte
– voor lage en hoge tonen, zelfs bij laag
volume. Lage en hoge tonen worden
versterkt.
• AUX Level (pagina 28) — om het volume van
aangesloten apparatuur te regelen.
Play Mode (afspeelstand)
• AF on/off (alternatieve frequenties) (pagina 18)
• Local on/off (Lokale zoekfunctie) (pagina 16)
– Selecteer "on" om alleen af te stemmen op
zenders met sterkere signalen.
• Mono on/off (Mono-stand) (pagina 16)
– Selecteer "on" om stereo-FM-uitzendingen
mono te beluisteren. Selecteer "off" om terug
te keren naar de normale stand.
• Regional on/off (pagina 19)
1 Druk op (MENU).
Als u Demo wilt instellen, drukt u op (OFF)
en vervolgens op (MENU).
Om A.Scroll in te stellen, drukt u op (MENU)
tijdens het afspelen van een CD/MD.
2 Druk herhaaldelijk op M of m tot het
gewenste item verschijnt.
3 Druk op < of , om de gewenste
instelling te selecteren (bijvoorbeeld
"on" of "off").
4 Druk op (ENTER).
Na het instellen keert het display terug naar
de normale afspeelstand.
Opmerking
Het weergegeven item is afhankelijk van de bron.
Tip
Als u wilt overschakelen naar een andere categorie,
drukt u 2 seconden op M of m.
De equalizer instellen (EQ7)
U kunt een equalizercurve selecteren voor 7
muzieksoorten (Xplod, VOCAL, CLUB, JAZZ,
NEWAGE, ROCK, CUSTOM) of het
equalizereffect uitschakelen met OFF (equalizer
OFF).
U kunt de equalizereffecten opslaan en
aanpassen voor elke frequentie en elk niveau.
U kunt de EQ7-instelling voor elke bron opslaan.
Equalizercurve selecteren
1 Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (EQ7) om de
gewenste equalizercurve te
selecteren.
Als u op (EQ7) drukt, wordt het item
gewijzigd.
Selecteer "OFF" om het equalizereffect uit te
schakelen. Het display keert na 3 seconden
terug naar de normale afspeelstand.
vervolg op volgende pagina t
26
De equalizercurve regelen
1 Druk op (MENU).
2 Druk herhaaldelijk op M of m tot "EQ7
Tune" verschijnt. Druk vervolgens op
(ENTER).
3 Druk op < of , om de gewenste
equalizercurve te selecteren en druk
vervolgens op (ENTER).
Als u op < of , drukt, wordt het item
gewijzigd.
4 Selecteer de gewenste frequentie en
het gewenste niveau.
1 Druk op < of , om de gewenste
frequentie te selecteren.
Als u op < of , drukt, wordt de
frequentie als volgt gewijzigd:
62Hz y 157Hz y 396Hz y 1.0kHz
y 2.5kHz y 6.3kHz y 16kHz
2 Druk op M of m om het volume te
regelen.
Het volume kan worden aangepast in
stappen van 1 dB van –10 dB tot +10 dB.
Om de in de fabriek ingestelde equalizercurve
te herstellen, houdt u (ENTER) 2 seconden
ingedrukt.
5 Druk op (ENTER).
Als u het effect hebt ingesteld, keert het
display terug naar de normale afspeelstand.
Dynamic Soundstage
Organizer (DSO) instellen
Als de luidsprekers in het onderste gedeelte van
de deuren zijn geïnstalleerd, komt het geluid van
beneden en is het wellicht niet helder.
Met de DSO-functie (Dynamic Soundstage
Organizer) krijgt u een geluid alsof de
luidsprekers in het dashboard zijn geïnstalleerd
(virtuele luidsprekers).
U kunt de DSO-instelling voor elke bron
opslaan.
1 Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2 Druk op (DSO) om "1, 2, 3" of "OFF" te
selecteren.
Selecteer "DSO OFF" om de DSO-functie te
annuleren.
Het display keert na 3 seconden terug naar de
normale afspeelstand.
Opmerkingen
• DSO heeft wellicht niet het gewenste effect,
afhankelijk van het auto-interieur of het
muziekgenre.
• Zet DSO op off wanneer FM-uitzendingen moeilijk
hoorbaar zijn.
27
De displaystand en het
displaybeeld selecteren
U kunt kiezen uit 3 verschillende displaystanden.
U kunt ook verschillende displaybeelden kiezen
in de standen Wallpaper (1-2), Spectrum
analyzer (1-5) en Movie (1-3).
Opmerking
De standaardinstelling voor de Auto Image stand is
"A.IMG-All". Enkele seconden nadat u (IMAGE) hebt
losgelaten, keert het apparaat terug naar de Auto
Image stand. Als u een displaybeeld wilt weergeven,
selecteert u "A.IMG-off" (pagina 27).
Het displaybeeld selecteren
1 Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (IMAGE) op het
apparaat om het gewenste
displaybeeld te selecteren.
Voorbeeld: de Wallpaper stand
Wanneer u op (IMAGE) drukt, wordt het
displaybeeld als volgt gewijzigd:
Wallpaper stand 1-2 t Spectrum
analyzer stand 1-5 t Movie stand 1-3
t normale afspeelstand
Als u deze stand wilt annuleren, selecteert u de
normale afspeelstand.
De Auto Image stand selecteren
Bij de Auto Image stand worden automatisch
(elke 10 seconden) de displaybeelden voor een of
alle displaystanden doorlopen. Dit gebeurt als
volgt:
• A.IMG-All — de displaybeelden voor alle
displaystanden herhaaldelijk willekeurig
doorlopen.
• A.IMG-Sa — de displaybeelden voor de
Spectrum analyzer stand herhaaldelijk
doorlopen.
• A.IMG-Movie — de displaybeelden voor de
Movie stand herhaaldelijk doorlopen.
1 Druk op (SOURCE) om een gewenste
bron te selecteren.
2 Druk op (MENU).
3 Druk herhaaldelijk op M of m tot
"A.IMG" verschijnt.
4 Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste instelling te selecteren.
5 Druk op (ENTER).
Selecteer "A.IMG-off" als u de Auto Image stand
wilt annuleren.
Tips
• Als u in de Auto Image stand op (IMAGE) drukt,
wordt het displaybeeld gewijzigd. Enkele seconden
nadat u (IMAGE) hebt losgelaten, keert het apparaat
terug naar de vorige instelling voor Auto Image.
• Als u de Info stand uitschakelt, worden geen
displaybeelden weergegeven (pagina 24).
28
Extra audio-apparatuur
aansluiten
De AUX IN aansluiting (externe audio-ingang)
van dit apparaat wordt ook gebruikt als BUS
AUDIO IN aansluiting (audio-ingang).
Sluit optionele draagbare Sony-apparaten aan om
het geluid te beluisteren via de autoluidsprekers.
Opmerking
Als u een optioneel CD/MD-apparaat van Sony
aansluit, kunt u geen draagbare apparaten aansluiten
en verschijnt "AUX" niet als bron in het display.
Extra apparatuur selecteren
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"AUX" te selecteren.
Het volumeniveau regelen
U kunt het volumeniveau voor alle aangesloten
apparatuur regelen.
1 Druk op (MENU).
2 Druk herhaaldelijk op M of m om "AUX
Level" te selecteren.
3 Druk op (ENTER).
4 Druk herhaaldelijk op M of m om het
gewenste volumeniveau te selecteren.
Het volume is in stappen van 1 dB regelbaar
van –6 dB tot +6 dB.
5 Druk op (ENTER).
Extra apparatuur niet als muziekbron in
het display laten verschijnen
1 Druk op (OFF).
Het afspelen van de CD of de radio-ontvangst
stopt.
2 Druk op (MENU).
3 Druk herhaaldelijk op M of m tot "AUX-
A
on" verschijnt.
4 Druk op , om "AUX-A off" te
selecteren.
5 Druk op (MENU).
Selecteer "AUX-A on" om de aanduiding te
herstellen.
Beveiligingscode instellen
Dit apparaat is beveiligd tegen diefstal. Voer een
viercijferig getal in als beveiligingscode.
Wanneer de code is ingesteld, moet de
opgeslagen code worden ingevoerd wanneer het
apparaat in een andere auto wordt gemonteerd of
na het loskoppelen van de accu.
1 Druk op (SOURCE).
2 Druk op (MENU).
3 Druk herhaaldelijk op M of m om
"Security" te selecteren.
4 Druk op (ENTER).
Code Set verschijnt in het display.
1Druk herhaaldelijk op M of m om het
eerste cijfer (0-9) in te voeren.
2Druk op , om de cursor naar het
2e cijfer te brengen en druk
vervolgens herhaaldelijk op M of m
om het 2e cijfer in te voeren.
Als u op M drukt, wordt het cijfer
verhoogd en als u op m drukt, wordt
het verlaagd.
3Herhaal stap 2 om het 3e en 4e
cijfer in te voeren.
5 Druk op (ENTER).
Check Code verschijnt in het display.
6 Druk herhaaldelijk op M of m om
"YES" te selecteren.
7 Druk op (ENTER).
Het apparaat keert terug naar het normale
display.
Opmerkingen
• De beveiligingscode kan niet worden ingevoerd met
de cijfertoetsen (1-6).
• Zorg ervoor dat u de beveiligingscode niet vergeet.
• Als u "NO" selecteert in stap 6 en op (ENTER) drukt,
keert het display terug naar Code Set in stap 4.
29
Na het instellen van de
beveiligingscode
Als het apparaat in een andere auto wordt
geplaatst of wanneer de accu is losgekoppeld,
verschijnt Check Code in het display nadat het
apparaat is ingeschakeld. Voer de viercijferige
code in met de cursortoetsen (M/m/,) en druk
op (ENTER).
Code Input display
OK: terugkeren naar de klokweergave.
NG: het bericht "Code Error" verschijnt.
Voer de juiste code in met de cursortoetsen.
Beveiligingscode annuleren
Herhaal stap 1 tot en met 4 in "Beveiligingscode
instellen". (Code Del verschijnt in het display.)
Voer de code in met de cursortoetsen (M/m/,)
en druk op (ENTER).
Code Del-display
OK: terugkeren naar het normale display.
NG: het bericht "Code Error" verschijnt.
Voer de juiste code in met de cursortoetsen.
Opmerking
De beveiligingscode kan pas worden gewijzigd nadat
u de opgeslagen code hebt gewist.
Tip
Als er geen code is ingesteld, verschijnt Code Del niet
in het display.
Aanvullende informatie
Onderhoud
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd door een identiek
exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u
de voedingsaansluiting controleren en de
zekering vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn
van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat
geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan
de standaardzekering van het apparaat omdat dit
hierdoor kan worden beschadigd.
vervolg op volgende pagina t
Zekering (10 A)
30
De lithiumbatterij vervangen
In normale omstandigheden gaan de batterijen
ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden kan de levensduur
korter zijn.) Wanneer de batterij verzwakt, wordt
het bereik van de kaartafstandsbediening kleiner.
Vervang de batterij door een nieuwe CR2025
lithiumbatterij. Bij een andere batterij bestaat er
brand- of explosiegevaar.
Opmerkingen bij de lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer
een batterij wordt ingeslikt.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek
voor een goed contact.
• Houd bij het plaatsen van de batterij rekening
met de juiste polariteit.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang
omdat er dan kortsluiting kan optreden.
Het apparaat verwijderen
1 Verwijder de beschermende rand.
1Bevestig de ontgrendelingssleutels
op de beschermende rand.
2Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om de beschermende rand te
verwijderen.
2 Verwijder het apparaat.
1Plaats beide ontgrendelingssleutels
en duw hierop tot deze vastklikken.
2Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om het apparaat los te maken.
3Schuif het apparaat uit de houder.
x
+ zijde omhoog
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
Voor de Klanten in
Nederland
Gooi de batterij niet weg
maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
Plaats de ontgrendelingssleutel
op de juiste manier.
Het haakje moet
naar binnen wijzen.
31
Technische gegevens
CD-speler
Signaal/ruis-verhouding 90 dB
Frequentiebereik 10 – 20.000 Hz
Wow en flutter Minder dan meetbare
waarden
Tuner
FM
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluiting Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie 10,7 MHz/450 kHz
Bruikbare gevoeligheid 9 dBf
Selectiviteit 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-verhouding 67 dB (stereo),
69 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz
0,5% (stereo),
0,3% (mono)
Scheiding 35 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik 30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenne-aansluiting Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie 10,7 MHz/450 kHz
Gevoeligheid MW: 30 µV
LW: 40 µV
Versterker
Uitgangen Luidsprekeruitgangen
(sure seal)
Luidsprekerimpedantie 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen
52 W × 4 (bij 4 ohm)
Algemeen
Uitgangen Audio-uitgangen (voor/
achter)
Subwooferuitgang (mono)
Relaisaansluiting
elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen Telephone ATT-
bedieningsaansluiting
Verlichtingsstuuraansluiting
BUS-bedienings
ingang
BUS audio-ingang of AUX
IN aansluiting
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
Toonregelingen Bass ±8 dB bij 100 Hz
Treble ±8 dB bij 10 kHz
Loudness +8 dB bij 100 Hz
+2 dB bij 10 kHz
Voeding 12 V DC accu
(negatieve aarde)
Afmetingen Ong. 178
×
50
×
186 mm
(b/h/d)
Montage-afmetingen Ong. 182
×
53
×
163 mm
(b/h/d)
Gewicht Ongeveer 1,5 kg
Bijgeleverde accessoires Onderdelen voor installatie
en aansluitingen (1 set)
Kaartafstandsbediening
RM-X111
Optionele accessoires Draadloze
bedieningssatelliet
RM-X6S
Bedieningssatelliet
RM-X4S
BUS-kabel (geleverd met
RCA-kabel)
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
Optionele apparatuur CD-wisselaar (6 discs)
CDX-T70MX, CDX-T69
MD-wisselaar (6 discs)
MDX-66XLP
MG-MS System-up Player
MGS-X1
DVD-wisselaar
DVX-100S
Bronkeuzeschakelaar
XA-C30
AUX IN keuzeschakelaar
XA-300
Opmerking
Dit apparaat kan niet worden aangesloten op een
digitale voorversterker of een equalizer die compatibel
is met het Sony BUS-systeem.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
32
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij
het oplossen van problemen die zich met het
apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Algemeen
Geen geluid.
• Druk op (VOL) (+) om het volume te
regelen.
• Zet de ATT-functie uit.
• Zet de faderregelaar in het midden voor een
systeem met 2 luidsprekers.
• U speelt MP3-bestanden af met een
optioneel CD-apparaat dat niet compatibel is
met MP3.
t Speel af met een CD-apparaat van Sony
dat compatibel is met MP3, zoals de
CDX-T70MX.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu zijn
losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgezet (pagina 24).
• Er is een optionele versterker aangesloten en
u gebruikt de ingebouwde versterker niet.
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in
het weergavevenster.
• Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt
en deze toets ingedrukt houdt.
t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze
toets ingedrukt tot het display verschijnt.
• De indicaties verschijnen niet wanneer u
BlackOut inschakelt.
t Stel BlackOut in op off (pagina 24).
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid met de contactsleutel op ON,
ACC of OFF.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
hulpvoedingsaansluiting van de auto.
Het apparaat wordt niet van stroom
voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de
zekering wanneer alles in orde is.
• De auto heeft geen ACC-positie.
t Druk op (SOURCE) (of plaats een disc)
om het apparaat in te schakelen.
Het apparaat wordt constant van stroom
voorzien.
De auto heeft geen ACC-positie.
De elektrisch bediende antenne schuift niet
uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen
relaisdoos.
CD/MD afspelen
Er kan geen disc worden geplaatst.
• Er is al een CD in het apparaat geplaatst.
• De CD is verkeerd geplaatst.
Het afspelen begint niet.
• Defecte MD of vuile CD.
• Ongefinaliseerde CD-R/CD-RW.
• U probeert een CD-R/CD-RW af te spelen
die niet geschikt is voor audiotoepassingen.
• Bepaalde CD-R's/CD-RW's kunnen niet
worden afgespeeld wegens de opname-
apparatuur of de staat van de disc.
MP3-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
• De opname is verricht conform ISO 9660-
indeling niveau 1 of niveau 2, of Joliet of
Romeo in expansie-indeling.
• De extensie ".MP3" is niet toegevoegd aan
de bestandsnaam.
• Bestanden worden niet opgeslagen in MP3-
indeling.
MP3-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
De volgende discs worden minder snel
afgespeeld.
–een disc opgenomen met ingewikkelde
boomstructuur.
–een disc opgenomen in meervoudige sessies.
–een disc waarop gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Een disc wordt automatisch uitgeworpen.
De omgevingstemperatuur is hoger dan 50°C.
De bedieningstoetsen werken niet.
De CD wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets.
Het geluid verspringt door trilling.
• Het apparaat is geïnstalleerd in een hoek van
meer dan 60°.
• Het apparaat is niet op een stabiele plaats in
de auto gemonteerd.
Het geluid verspringt.
Vuile of defecte disc.
33
Radio-ontvangst
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Radiozenders kunnen niet worden
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit een elektrische antennebedieningskabel
(blauw) of hulpvoedingskabel (rood) aan op
de voedingskabel van de auto-
antenneversterker. (Alleen als de auto is
uitgerust met een FM/MW/LW-antenne in de
achter- of zijruit.)
• Controleer de aansluiting van de auto-
antenne.
• De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
voedingskabel van de elektrisch bediende
antenne.
• Controleer de frequentie.
• Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het
geluid soms gestoord.
t Zet DSO uit (pagina 26).
Er kan niet automatisch worden afgestemd
op zenders.
• De lokale zoekfunctie is ingesteld op "on".
t Stel de lokale zoekfunctie in op "off"
(pagina 25).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
De aanduiding "ST" knippert.
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Schakel over naar de mono-
ontvangststand (pagina 25).
Een stereo-uitzending wordt mono
weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Annuleer de mono-ontvangststand (pagina
25).
RDS
SEEK begint na enkele seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Druk herhaaldelijk op (AF) of (TA) tot
"AF off" of "TA off" verschijnt.
Geen verkeersinformatie.
• Schakel "TA" in.
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch
geen verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "--------" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet
door.
34
Foutmeldingen
*1 Wanneer er een CD/MD-wisselaar is aangesloten,
verschijnt het discnummer van de CD of MD in het
display.
*2 Het discnummer van de disc met de fout verschijnt
in het display.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Foutweergave
(voor dit apparaat en optionele CD/MD-
wisselaars)
De volgende aanduidingen knipperen ongeveer
5 seconden en u hoort een alarmsignaal.
Blank*
1
Er zijn geen tracks opgenomen op een MD.*
2
t Speel een MD af waarop tracks zijn
opgenomen.
Error*
1
• Een CD is vuil of omgekeerd geplaatst*
2
.
t Reinig de CD of plaats deze op de juiste
manier.
• Een CD/MD kan niet worden afgespeeld
wegens een probleem*
2
.
t Plaats een andere CD/MD.
Failure
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de installatiehandleiding van dit
model om de aansluitingen te controleren.
High Temp
De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan
50°C.
t Wacht tot de temperatuur lager is dan
50°C.
NO Disc*
1
Er is geen disc in het CD/MD-apparaat
geplaatst.
t Plaats een disc in het CD/MD-apparaat.
NO Magazine
Er is geen discmagazijn in het CD-apparaat
geplaatst.
t Plaats het magazijn in het CD-apparaat.
NO Music*
2
Een CD zonder muziekbestand is in het MP3-
compatibele CD-apparaat geplaatst.
t Plaats een CD met muziek in het MP3-
compatibele CD-apparaat.
Offset
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de
foutmelding in het display blijft staan,
moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar
raadplegen.
Push Reset
Het CD/MD-apparaat werkt niet wegens een
probleem.
t Druk op de RESET toets op het apparaat.
Berichten
Local Seek +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen (pagina 16).
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de
huidige zender.
"" of ""
U hebt het begin of het einde van de disc
bereikt en u kunt niet verder.
Over ID3 tag versie 2
Hoewel dit niet op een defect wijst, doet zich het
volgende voor wanneer een MP3-bestand met ID3
tag ver.2 wordt afgespeeld:
– Wanneer een deel van ID3 tag ver.2 (aan het
begin van de track) wordt overgeslagen, is er
geen geluid hoorbaar.
De tijd voor overslaan hangt af van de ID3 tag
ver.2 capaciteit.
– De getoonde verstreken speelduur wanneer een
deel van ID3 tag ver.2 wordt overgeslagen, is
onnauwkeurig.
Bij MP3-bestanden met een andere bitsnelheid
dan 128 kbps is de tijdweergave niet
nauwkeurig.
– Wanneer een MP3-bestand wordt gemaakt met
een MP3-conversieprogramma, wordt ID3 tag
versie 2 automatisch geschreven.

Documenttranscriptie

Welkom! Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact Disc Player. Dit apparaat biedt u tal van mogelijkheden die u nog beter kunt benutten bij: • Het afspelen van MP3-bestanden. • Het afspelen van CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie is toegevoegd (pagina 7). • Het afspelen van Multi Session-discs (CDExtra, Mixed CD, enzovoort), afhankelijk van de opnamemethode (pagina 8). • Optionele CD/MD-apparaten (wisselaars en spelers)*1. • ID3 tag*2 versie 1 (verschijnt bij het afspelen van een MP3-bestand). • CD TEXT informatie (verschijnt wanneer een CD TEXT disc*3 wordt afgespeeld). • Bijgeleverd accessoire Kaartafstandsbediening RM-X111 • Optionele accessoires Draadloze bedieningssatelliet RM-X6S Bedieningssatelliet RM-X4S *1 Dit apparaat werkt alleen met Sony-producten. *2 ID3 tag is een MP3-bestand met informatie over albumnaam, artiestennaam, tracknaam, enzovoort. *3 Een CD TEXT disc is een audio-CD die informatie bevat, zoals discnaam, artiestennaam en tracknamen. Deze informatie is opgenomen op de disc. Dit label bevindt zich onderaan op het toestel. CAUTION INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN DO NOT STARE INTO BEAM OR VIEW DIRECTLY WITH OPTICAL INSTRUMENTS Dit label bevindt zich op het chassis van de aandrijfeenheid. 2 Inhoudsopgave Bedieningselementen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Voorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Opmerkingen over discs . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Over MP3-bestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Aan de slag Instellingen wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 CD-speler CD/MD-apparaat (los verkrijgbaar) Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Display-items. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Tracks herhaaldelijk afspelen — Repeat Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Tracks afspelen in willekeurige volgorde — Shuffle Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Een CD benoemen — Disc Memo*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Een disc zoeken op naam — List-up* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 * Functies beschikbaar met optionele CD/MDapparatuur Radio Zenders automatisch opslaan — Best Tuning Memory (BTM). . . . . . . 16 Opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . . . . 16 Alleen de gewenste zenders opslaan . . . . . . 17 Afstemmen op een zender in een lijst — List-up . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 RDS Overzicht van RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Automatisch opnieuw afstemmen voor optimale ontvangst — AF-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verkeersinformatie beluisteren — TA/TP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RDS-zenders met AF- en TA-instelling instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstemmen op zenders op programmatype — PTY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Klok automatisch instellen — CT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 18 19 20 20 21 Andere functies De bedieningssatelliet gebruiken . . . . . . . . 22 De geluidskenmerken wijzigen. . . . . . . . . . 24 Het geluid snel dempen. . . . . . . . . . . . . . . . 24 Instellingen voor geluid en display wijzigen — Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 De equalizer instellen (EQ7). . . . . . . . . . . . 25 Dynamic Soundstage Organizer (DSO) instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 De displaystand en het displaybeeld selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Extra audio-apparatuur aansluiten . . . . . . . 28 Beveiligingscode instellen . . . . . . . . . . . . . 28 Aanvullende informatie Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 30 31 32 34 3 Bedieningselementen Kaartafstandsbediening RM-X111 (DISC) (M): hoger kiezen OPEN/CLOSE SCRL PTY DSPL AF REP SHUF 1 2 TA DISC + (SEEK) (<): links kiezen 3 4 5 6 EQ7 MODE DSO MENU DISC + LIST SEEK– SOUN D OFF SOURCE DISC – + SOURCE SEEK+ (SEEK) (,): rechts kiezen DISC – (DISC) (m): lager kiezen SEEK+ ENTE SEEK– In de menustand geeft een " v" in het display aan welke van deze vier toetsen u kunt selecteren. R ATT VOL – Opmerking Als u het display hebt uitgeschakeld door op (OFF) te drukken, kan het apparaat niet worden bediend met de kaartafstandsbediening tenzij er eerst op (SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of een disc wordt geplaatst om het apparaat in te schakelen. Tip Zie "De lithiumbatterij vervangen" voor meer informatie over het vervangen van de batterijen (pagina 30). Raadpleeg de volgende pagina's voor meer informatie. a SCRL (bladeren) toets 12 b DSPL/PTY (displaystand wijzigen/ programmatype) toets 12, 14, 18, 21 c Cijfertoetsen (1) REP 13 (2) SHUF 13 Zenders opslaan/opgeslagen zenders ontvangen. d EQ7 toets 25 e MENU toets Menu's weergeven. f SOURCE (Aan/Radio/CD/MD*1/AUX*2) toets De bron selecteren. g SEEK/AMS (</,) toetsen Tracks overslaan/vooruit- of achteruitspoelen/automatisch afstemmen op zenders, zenders handmatig zoeken/ instellingen selecteren. h SOUND toets 24 i OFF (Stop/Uit) toets 11, 25, 28 j VOL (+/–) toetsen Het volume verhogen/verlagen. 4 k l m n o p q r s OPEN/CLOSE toets 10, 11 AF toets 18, 20 TA toets 19, 20 MODE toets De werkingsstand wijzigen. DSO toets 26 LIST toets 15, 17 DISC/ALBUM (M/m) toetsen Voorkeurzenders ontvangen/de disc wijzigen*3, albums overslaan*4/menu's selecteren. ENTER toets Een instelling bevestigen. ATT toets 24 *1 Wanneer een optioneel MD-apparaat is aangesloten. *2 Alleen beschikbaar wanneer een optioneel draagbaar apparaat van Sony is aangesloten op de AUX IN aansluiting van het apparaat. U kunt optionele CD/MD-apparaten niet tegelijkertijd aansluiten. *3 Wanneer een optioneel CD/MD-apparaat is aangesloten. *4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Hoofddisplayzijde Bedieningszijde CDX-M850MP De toetsen op het apparaat bedienen dezelfde functies als die op de kaartafstandsbediening. a b c d e f g h i j k OPEN toets 10, 11 Hoofddisplay IMAGE toets 27 qf Ontvanger voor de kaartafstandsbediening qs RESET toets 9 OFF (Stop/uit) toets*1 SCRL (bladeren) toets DSPL/PTY (displaystand wijzigen) toets Subdisplay SEEK/AMS (.m/M>) toets MENU toets m o p q r s t u v w x y LIST toets TA toets CLOSE (voorpaneel sluiten) toets 10 SOURCE toets MODE toets VOL (–/+) toets DSO toets 26 EQ7 toets 25 SOUND toets DISC/ALBUM (+/–) toetsen ENTER toets Z (uitwerpen) toets 11 vervolg op volgende pagina t 5 * Waarschuwing bij het installeren in een auto waarvan het contactslot geen ACC (accessoire) positie heeft Als de motor is uitgeschakeld, moet u op (OFF) drukken en deze toets ingedrukt houden tot de weergave verdwijnt. Als u dit niet doet, wordt het display niet uitgeschakeld en raakt de accu uitgeput. Een disc en album selecteren • Wanneer de auto in de volle zon heeft gestaan, moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat u het gaat gebruiken. • Een elektrisch bediende antenne schuift automatisch uit wanneer het apparaat wordt aangezet. Disc en album kunnen worden overgeslagen met de DISC/ALBUM (M/m) toetsen. Let op (Met dit apparaat) Actie Druk op Maak tijdens het rijden geen gebruik van de CUSTOM FILE functie of andere functies die uw aandacht van de weg kunnen afleiden. Albums overslaan* M of m [eenmaal per album] – Albumselectie Houd een van deze toetsen ingedrukt om albums te blijven overslaan. Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit apparaat die niet aan bod komen in deze gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar. (Met een optioneel apparaat) Condensvorming Actie Druk op Discs overslaan – Discselectie M of m [één keer voor elke disc] Als u discs wilt blijven overslaan, drukt u op een van beide toetsen. Vervolgens drukt u binnen 1 seconde nogmaals op de toets en houdt u deze ingedrukt. Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige omgeving kan op de lenzen in het apparaat vocht condenseren. In dat geval kan de werking van het apparaat zijn verstoord. Verwijder in dat geval de disc en wacht ongeveer een uur tot alle condensvocht is verdampt. Albums overslaan* M of m [even vasthouden] – Albumselectie en laat deze los. Als u albums wilt blijven overslaan, drukt u op een van beide toetsen binnen 1 seconde nadat u de toets hebt losgelaten, en houdt u deze vervolgens ingedrukt. * Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Tracks blijven overslaan Druk één keer op een van beide SEEK/AMS toetsen (< of ,). Druk binnen 1 seconde nogmaals op de toets en houd deze ingedrukt. 6 Voorzorgsmaatregelen Optimale geluidskwaliteit behouden Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de discs morst. Opmerkingen over discs • Raak het oppervlak van de disc niet aan om deze schoon te houden. Neem de disc vast aan de rand. • Bewaar de discs in hun doosje of discmagazijn wanneer u deze niet gebruikt. Stel discs niet bloot aan hitte/hoge temperaturen. Laat deze niet achter in een geparkeerde auto of op het dashboard/de hoedenplank. • Maak een disc voor het afspelen altijd schoon met een in de handel verkrijgbare doek. Veeg een disc van binnen naar buiten schoon. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzine, thinner en in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen, of antistatische sprays voor grammofoonplaten. Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveiliging • Kleef geen labels en gebruik ook geen discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs kunnen stoppen met draaien, waardoor de werking wordt verstoord of de disc beschadigd kan raken. Dit product is ontworpen om discs af te spelen die conformeren aan de Compact Disc (CD) standaard. Recentelijk worden door sommige bedrijven discs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyrightbeveiliging. Sommige van deze discs conformeren niet aan de CD standaard en kunnen wellicht niet worden afgespeeld op dit apparaat. Opmerkingen bij CD-R's (opneembare CD's)/CD-RW's (herschrijfbare CD's) Dit apparaat kan de volgende discs afspelen: Soorten discs Label op de disc Audio-CD • Gebruik geen discs waarop stickers zijn gekleefd. Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat leiden tot: – het niet uitwerpen van een disc (doordat een sticker losraakt en het uitwerpmechanisme blokkeert). – het niet correct lezen van audiogegevens (bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet weergegeven) doordat de sticker onder invloed van de warmte krimpt en de disc kromtrekt. • Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch doet, kan het apparaat worden beschadigd. Gebruik dergelijke discs niet. • U kunt geen 8-cm CD's afspelen. MP3-bestanden • Bepaalde CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de opname-apparatuur of de staat van de disc) kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld. • U kunt geen CD-R/CD-RW afspelen die niet is gefinaliseerd*. • U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's of CD-RW's afspelen. • Een CD-R/CD-RW waaraan een sessie is toegevoegd, kan worden afgespeeld. * Proces dat nodig is om een opgenomen CD-R/CDRW disc af te spelen met een CD-speler. 7 Over MP3-bestanden MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3) is een standaardtechnologie en -indeling voor het comprimeren van geluid. Het bestand wordt gecomprimeerd tot ongeveer 1/10e van de oorspronkelijke grootte. Geluiden buiten het hoorbare bereik worden gecomprimeerd terwijl geluiden die de mens wel kan horen, niet worden gecomprimeerd. Opmerkingen over discs U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's of CD-RW's afspelen. De disc moet van ISO 9660*1-indeling niveau 1 of niveau 2, of Joliet of Romeo in de expansieindeling*2 zijn. U kunt een disc gebruiken opgenomen in Multi Session*3. *1 ISO 9660-indeling De meest gebruikelijke internationale norm voor de logische indeling van bestanden en mappen op een CD-ROM. Er zijn verschillende specificatieniveaus. In Level 1 moeten bestandsnamen de notatie 8,3 hebben (maximaal 8 tekens voor de naam, maximaal 3 tekens voor de extensie ".MP3") en uit hoofdletters bestaan. Mapnamen kunnen niet meer dan 8 tekens bevatten. Er kunnen maximaal 8 geneste mapniveaus zijn. Bij Level 2 mogen de bestanden uit maximaal 31 tekens bestaan. Elke map kan maximaal 8 bomen bevatten. Voor Joliet of Romeo in expansie-indeling moet u de inhoud van de schrijfsoftware, enzovoort controleren. *2 Expansie-indeling Joliet: Er kunnen maximaal 32 tekens worden weergegeven voor elke albumnaam (map)/ tracknaam (bestand). Romeo: Er kunnen maximaal 64 tekens worden weergegeven voor elke albumnaam (map)/tracknaam (bestand). 8 *3 Multi Session Dit is een opnamemethode waarbij gegevens met de methode Track-At-Once worden toegevoegd. Conventionele CD's zijn aan het begin en eind van de CD-sturing voorzien van een zogenaamde Lead-in en Lead-out zone. Een Multi Session CD is een CD met verschillende sessies, waarbij elk segment van Lead-in tot Lead-out als één enkele sessie wordt beschouwd. CD-Extra: de indeling waarbij audio (audioCD-gegevens) als tracks tijdens sessie 1 wordt opgenomen en gegevens als tracks tijdens sessie 2 worden opgenomen. Mixed CD: bij deze indeling worden gegevens opgenomen als track 1 en audio (audio-CD-gegevens) als track 2. Opmerkingen • Met andere indelingen dan ISO 9660 niveau 1 en niveau 2 kunnen map- of bestandsnamen niet correct worden getoond. • Voeg altijd de extensie ".MP3" toe aan de bestandsnaam. • Als u de extensie ".MP3" toevoegt aan een ander bestandstype dan MP3, kan het apparaat het bestand wellicht niet goed herkennen en ruis produceren die de luidsprekers kan beschadigen. • De volgende discs worden minder snel afgespeeld: – een disc opgenomen met ingewikkelde boomstructuur; – een disc opgenomen in meervoudige sessies; – een disc waarop gegevens kunnen worden toegevoegd. • Als u een MP3-bestand met hoge bitsnelheid van bijvoorbeeld 320 kbps afspeelt, kan het geluid fluctueren. Let op bij het afspelen van een disc opgenomen in meervoudige sessies (Multi Session) • Wanneer de eerste track van de eerste sessie uit audio-CD-gegevens bestaat: Alleen audio-CD-gegevens worden afgespeeld. Niet-audio-CD-gegevens/MP3-bestandsinformatie (tracknummer, tijd, enzovoort) verschijnen zonder geluid. • Wanneer de eerste track van de eerste sessie niet uit audio-CD-gegevens bestaat: – Wanneer er een MP3-bestand op de disc staat, wordt alleen het MP3-bestand afgespeeld en worden andere gegevens overgeslagen. (AudioCD-gegevens worden niet herkend.) – Wanneer er geen MP3-bestand op de disc staat, verschijnt "NO Music" en wordt er niets afgespeeld. (Audio-CD-gegevens worden niet herkend.) Afspeelvolgorde van MP3-bestanden De afspeelvolgorde van mappen en bestanden is als volgt: Aan de slag Map (album) 1 Instellingen wissen 1 MP3-bestand (track) 2 2 3 Voordat u het apparaat voor het eerst gaat gebruiken of na het vervangen van de accu of het wijzigen van de aansluitingen, moet u de instellingen van het apparaat wissen. Druk de RESET toets in met een puntig voorwerp, zoals een balpen. 3 4 5 4 5 6 RESET toets 6 Het apparaat terugzetten in de subdisplaystand RESET toets 7 7 8 8 9 Boom 1 (hoofd) Boom 2 Boom 3 Boom 4 Boom 5 Opmerkingen • Een map die geen MP3-bestand bevat, wordt overgeslagen. • Als u een disc met veel bomen plaatst, duurt het langer voordat het afspelen begint. U kunt het beste een of twee bomen voor elke disc maken. • Maximumaantal mappen: 150 (inclusief hoofdmap en lege mappen) • Maximumaantal MP3-bestanden en mappen die op een disc passen: 300 Wanneer een bestands-/mapnaam uit veel tekens bestaat, kan dit minder zijn dan 300. • Het maximumaantal bomen dat kan worden afgespeeld, is 8. Opmerkingen • Nadat u het apparaat in gesloten stand hebt teruggezet, moet u één keer op (OPEN) op het apparaat drukken voordat u het verder gaat bedienen. Als er een disc in het apparaat is geplaatst, wordt deze automatisch uitgeworpen. Plaats de disc opnieuw. • Als u op de RESET toets drukt, worden de klokinstelling en bepaalde geheugenfuncties gewist. • Nadat u het apparaat hebt teruggezet, drukt u op (OPEN/CLOSE) op de kaartafstandsbediening om te controleren of het voorpaneel op de juiste manier wordt geopend en gesloten voordat u verdergaat met bedienen. Tip Als u een gewenste afspeelvolgorde wilt opgeven, laat u de map- of bestandsnaam beginnen met een nummer (bijvoorbeeld "01", "02") en neemt u deze vervolgens op een disc op. (De volgorde verschilt afhankelijk van de schrijfsoftware.) 9 Klok instellen De digitale klok werkt met het 24-uurssysteem. Voorbeeld: de klok instellen op 10:08 1 Druk op (MENU) en vervolgens herhaaldelijk op M of m tot "Clock Adjust" verschijnt. CD-speler CD/MD-apparaat (los verkrijgbaar) Met dit apparaat kunt u niet alleen een CD afspelen maar ook externe CD/MD-apparatuur bedienen. Opmerking Wanneer u optionele CD-apparatuur aansluit met de CD TEXT functie, verschijnt de CD TEXT informatie in het display wanneer u een CD TEXT disc afspeelt. 1 Druk op (ENTER). De uren knipperen. 2 2 Druk op M of m om de uren in te stellen. Een disc afspelen 3 Druk op ,. De minuten knipperen. (Met dit apparaat) 4 Druk op M of m om de minuten in te stellen. 1 Druk op (OPEN/CLOSE) of (OPEN) op het apparaat en plaats de disc (met het label naar boven). Het afspelen begint automatisch. 2 Druk op (OPEN/CLOSE) of (CLOSE) op het apparaat om het voorpaneel te sluiten. Druk op (ENTER). De klok begint te lopen. Na het instellen van de klok keert het display terug naar de normale afspeelstand. Tips • U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 21). • Als de klok is ingeschakeld, wordt de tijd weergegeven (pagina 24). 10 Als er al een disc is geplaatst, drukt u herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD" verschijnt om het afspelen te starten. Actie Druk op (Met een optioneel apparaat) Het afspelen stoppen (OFF) 1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om "CD" of "MD (MS*1)" te selecteren. De disc uitwerpen (OPEN/CLOSE) of (OPEN) en vervolgens Z op het apparaat 2 Druk herhaaldelijk op (MODE) tot het gewenste apparaat verschijnt. Het afspelen wordt gestart. Tracks overslaan – Automatic Music Sensor (SEEK) (</,) [één keer voor elke track] Vooruit-/ achteruitspoelen – Manual Search (SEEK) (</,) [ingedrukt houden tot het gewenste punt] Albums overslaan* (DISC) (M/m) – Albumselectie [ingedrukt houden tot het gewenste punt] * Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Als u tracks wilt blijven overslaan, drukt u op < of ,. Vervolgens drukt u binnen 1 seconde nogmaals op de toets en houdt u deze ingedrukt. Opmerkingen • Voordat een track wordt afgespeeld, leest het apparaat alle bestands- en mapinformatie op de disc. Afhankelijk van de trackstructuur kan dit meer dan een minuut in beslag nemen. Terwijl het apparaat de informatie leest, wordt "Read" weergegeven. Wacht tot het afspelen automatisch wordt gestart wanneer het lezen is voltooid. • Afhankelijk van de staat van de disc kan het mogelijk niet worden afgespeeld (pagina 7, 8). • Terwijl de eerste/laatste track op de disc wordt afgespeeld, als op < of , wordt gedrukt, verspringt het afspelen naar de laatste/eerste track op de disc. • Na de laatste track op de disc begint het afspelen opnieuw vanaf de eerste track. • Wanneer een optioneel apparaat is aangesloten, gaat het afspelen door op het optionele CD/MDapparaat. • Als u een MP3-bestand met hoge bitsnelheid van bijvoorbeeld 320 kbps afspeelt, kan het geluid fluctueren. Actie Druk op Discs overslaan – Discselectie (DISC) (M/m) Albums overslaan*2 – Albumselectie (DISC) (M/m) [ingedrukt houden tot het gewenste punt] *1 MS: MG Memory Stick System-up Player MGS-X1 *2 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Waarschuwingen bij het aansluiten van MGS-X1 en MD-apparaten Dit apparaat herkent de MGS-X1 als een MDapparaat. • Als u wilt afspelen op de MGS-X1, drukt u op (SOURCE) om "MS" of "MD" te selecteren. Verschijnt "MS" in het brondisplay, dan wordt het afspelen op de MGS-X1 gestart. Als "MD" verschijnt in het brondisplay, moet u op (MODE) drukken om "MS" te selecteren om het afspelen te starten. • Als u wilt afspelen op een MD-apparaat, drukt u op (SOURCE) om "MD" of "MS" te selecteren. Wordt het gewenste MD-apparaat in het brondisplay weergegeven, dan wordt het afspelen op dit apparaat gestart. Als "MS" of een ander MDapparaat in het brondisplay verschijnt, drukt u op (MODE) om het gewenste MD-apparaat te selecteren en het afspelen te starten. Opmerkingen over het afspelen van een disc met niet-audio-CD-gegevens/MP3-bestanden Als er een disc met niet-audio-CD-gegevens is geplaatst: – Bij dit apparaat verschijnt "NO Music" in het display en de klokweergave wordt weergegeven in het display (het afspelen van de CD wordt gestopt). – Bij een optioneel CD-apparaat dat compatibel is met MP3, verschijnt "NO Music" in het display en wordt de volgende disc afgespeeld. – Bij een optioneel CD-apparaat dat niet compatibel is met MP3, wordt de disc zonder geluid afgespeeld. 11 Display-items Bij het wijzigen van disc/album/track verschijnt een eventueel geregistreerde titel*1 voor de nieuwe disc/track of het nieuwe album automatisch. Als de Auto Scroll functie is ingeschakeld, rollen namen van meer dan 12 tekens in het display (pagina 24). MP3*2/MDLP-display*2*3 MP3: MP3 afspelen LP2: LP2 afspelen LP4: LP4 afspelen Display-items • Discnaam*4*5/ artiestennaam*6 • Albumnaam*1*7 • Tracknaam*1 • ID3 tag*1*7 Klok Muziekbron Tracknummer Verstreken Display-items speelduur • Discnummer • Albumnummer*7 12 Actie Druk op Het display-item wijzigen (DSPL/PTY) Het display laten rollen (SCRL) *1 Als u op (DSPL/PTY) drukt, verschijnt "NO Disc Name" of "NO Track Name" om aan te geven dat er geen discnaam, albumnaam of tracknaam beschikbaar is voor weergave en geeft "NO ID3 Tag" aan dat er geen ID3 tag beschikbaar is. *2 "MP3"/"MDLP" verschijnt in het display (onder de klok), afhankelijk van de instelling voor REP en SHUF. *3 Alleen beschikbaar wanneer een optioneel MDapparaat met MDLP-functie is aangesloten en een MDLP-disc wordt afgespeeld. *4 Als u op (DSPL/PTY) drukt, verschijnt "NO Disc Name" of "NO Track Name" om aan te geven dat er geen Disc Memo (pagina 14) of vooraf opgenomen naam beschikbaar is voor weergave. *5 Als de disc met dit apparaat is benoemd met behulp van de CUSTOM FILE functie, verschijnt Disc Memo bij voorkeur. *6 Alleen voor CD TEXT discs met de artiestennaam. *7 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Opmerkingen • Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven. Tekens en symbolen die niet kunnen worden weergegeven, verschijnen als " x". • Bij bepaalde CD TEXT discs of ID3 tags met zeer veel tekens kan de informatie niet rollen. • Dit apparaat kan de artiestennaam voor elke track van een CD TEXT disc of album niet weergeven. Opmerkingen bij MP3 • ID3 tag geldt alleen voor versie 1. • Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven. Tekens en symbolen die niet kunnen worden weergegeven, verschijnen als " x". Er kunnen maximaal 64 tekens worden weergegeven voor elke albumnaam (map)/tracknaam (bestand). ID3 tag kan maximaal 30 tekens bevatten. • In de volgende gevallen kan de verstreken speelduur niet nauwkeurig worden weergegeven. – bij weergave van een MP3-bestand met VBR (variabele bitsnelheid). – tijdens snel vooruit/achteruit gaan. Tip Als A.Scroll (Auto Scroll) is uitgeschakeld en de disc/ track of het album wordt gewijzigd, rolt de disc-/track-/ albumnaam of de ID3 tag niet. Tracks herhaaldelijk afspelen — Repeat Play U kunt kiezen uit: • REP-Track — de huidige track herhalen. • REP-Album*1 — de tracks op het huidige album herhalen. • REP-Disc*2 — de tracks op de huidige disc herhalen. *1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. *2 Alleen beschikbaar wanneer een of meer optionele CD/MD-apparaten zijn aangesloten. Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op (1) (REP) tot de gewenste instelling in het display wordt weergegeven. Repeat Play wordt gestart. Selecteer "REP-off" om terug te keren naar de normale afspeelstand. Tracks afspelen in willekeurige volgorde — Shuffle Play U kunt kiezen uit: • SHUF-Album*1 — de albums op het huidige optionele CD-apparaat met MP3bestandsfunctie in willekeurige volgorde afspelen. • SHUF-Disc — de tracks op de huidige disc in willekeurige volgorde afspelen. • SHUF-Changer*2 — de tracks op het huidige optionele CD-apparaat (MD-apparaat) in willekeurige volgorde afspelen. • SHUF-All*3 — de tracks op alle aangesloten CD-apparaten (MD-apparaten) (inclusief dit apparaat) in willekeurige volgorde afspelen. *1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. *2 Alleen beschikbaar wanneer optionele CD/MDapparatuur is aangesloten. *3 Alleen beschikbaar wanneer een of meer optionele CD-apparaten of twee of meer optionele MDapparaten zijn aangesloten. Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op (2) (SHUF) tot de gewenste instelling in het display wordt weergegeven. Shuffle Play wordt gestart. Selecteer "SHUF-off" om terug te keren naar de normale afspeelstand. Opmerking "SHUF-All" werkt niet bij een combinatie van CDapparaten en MD-apparaten. 13 Een CD benoemen — Disc Memo (voor een CD-apparaat met CUSTOM FILE functie) U kunt elke disc zelf benoemen (Disc Memo). Een discnaam kan uit maximaal 8 tekens bestaan. Een benoemde CD kunt u zoeken op naam (pagina 15). 1 Speel de disc af die u in een CDapparaat met CUSTOM FILE functie wilt benoemen. 2 Druk op (MENU) en vervolgens herhaaldelijk op M of m tot "Name Edit" verschijnt. 3 Druk op (ENTER). 4 Voer de tekens in. 1 Druk herhaaldelijk op M*1 om het gewenste teken te kiezen. A t B t C ... t 0 t 1 t 2 ... t + t–t ... t *2 t A * *1 Druk op m voor omgekeerde volgorde. *2 (spatie) 2 Druk op , nadat u het gewenste teken hebt gevonden. Als u op < drukt, kunt u weer naar links gaan. 3 Herhaal stap 1 en 2 om de volledige naam in te voeren. 5 14 Druk op (ENTER) om terug te keren naar de normale afspeelstand. Tips • Overschrijf de naam of voer " " in om de naam te corrigeren of te wissen. • Er is een andere manier waarop u een CD kunt benoemen: druk 2 seconden op (LIST) in plaats van stap 2 en 3 uit te voeren. U kunt de bewerking ook voltooien door 2 seconden op (LIST) te drukken in plaats van stap 5 uit te voeren. • U kunt CD's benoemen met een apparaat zonder CUSTOM FILE functie als het apparaat is aangesloten samen met een CD-apparaat dat wel met deze functie is uitgerust. De Disc Memo wordt opgeslagen in het geheugen van het CD-apparaat met de CUSTOM FILE functie. Disc Memo bekijken Disc Memo heeft bij weergave via het display altijd voorrang op oorspronkelijke CD TEXT informatie. Actie Druk op Informatie bekijken (DSPL/PTY) tijdens het afspelen van een CD/CD TEXT disc Tip Zie pagina 12 voor meer informatie over andere display-items. Disc Memo wissen 1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om "CD" te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om het CD-apparaat te selecteren waarop de Disc Memo is opgeslagen. 3 Druk op (MENU) en vervolgens herhaaldelijk op M of m tot "Name Delete" verschijnt. 4 Druk op (ENTER). De opgeslagen namen verschijnen. 5 Druk herhaaldelijk op M of m om de discnaam te selecteren die u wilt wissen. 6 Druk op (ENTER) gedurende 2 seconden. De naam wordt gewist. Herhaal stap 5 en 6 om andere namen te wissen. 7 Druk twee keer op (MENU). Het apparaat keert terug naar de normale afspeelstand. Opmerkingen • Wanneer de Disc Memo voor een CD TEXT disc wordt gewist, verschijnt de oorspronkelijke CD TEXT informatie. • Als u de Disc Memo die u wilt wissen, niet kunt vinden, moet u proberen een ander CD-apparaat te selecteren in stap 2. • Als u de Disc Memo al volledig hebt gewist, keert het apparaat in stap 4 terug naar de normale afspeelstand. Een disc zoeken op naam — List-up (voor een CD-apparaat met CD TEXT/CUSTOM FILE functie of een MDapparaat) U kunt deze functie gebruiken voor discs waaraan een eigen naam is toegewezen*1 of voor CD TEXT discs*2. *1 Een disc zoeken aan de hand van de eigen naam: als u een naam toewijst aan een CD (pagina 14) of MD. *2 Discs zoeken aan de hand van CD TEXT informatie: als u een CD TEXT disc afspeelt op een CD-apparaat met de CD TEXT functie. 1 Druk op (LIST). De naam die aan de huidige disc is toegekend, verschijnt in het display. 2 Druk herhaaldelijk op M of m tot u de gewenste disc hebt gevonden. 3 Druk op (ENTER) om de disc af te spelen. Opmerking Bepaalde letters kunnen niet worden weergegeven (met uitzondering van de letters die voor Disc Memo zijn opgeslagen). 15 Radio Opgeslagen zenders ontvangen Er kunnen maximaal 6 zenders per band (FM1, FM2, FM3, MW en LW) worden opgeslagen. 1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de radio te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de golfband te selecteren. 3 Druk op de cijfertoets ((1) tot (6)) waaronder de gewenste zender is opgeslagen. Let op Maak bij het afstemmen tijdens het rijden gebruik van Best Tuning Memory om ongevallen te vermijden. Zenders automatisch opslaan — Best Tuning Memory (BTM) Deze functie selecteert de zenders met de sterkste signalen in de gekozen golfband en slaat deze op in volgorde van frequentie. 1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de radio te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de golfband te selecteren. 3 Druk op (MENU) en vervolgens herhaaldelijk op M of m tot "BTM" verschijnt. 4 Druk op (ENTER). U hoort een pieptoon wanneer de instelling is opgeslagen. Opmerkingen • Als er slechts enkele zenders kunnen worden ontvangen wegens te zwakke signalen, wordt de vorige instelling behouden voor een aantal cijfertoetsen. • Wanneer een nummer in het display wordt weergegeven, worden zenders opgeslagen vanaf de zender die momenteel wordt weergegeven. Tip Druk op M of m om de zenders te ontvangen in de volgorde waarin deze in het geheugen zijn opgeslagen (Preset Search functie). Als u niet kunt afstemmen op een voorkeurzender Druk op (SEEK) (<) of (SEEK) (,) om de zender te zoeken (automatisch afstemmen). Het zoeken stopt zodra een zender wordt ontvangen. Herhaal dit tot de gewenste zender wordt ontvangen. Tips • Als automatisch afstemmen te vaak wordt onderbroken, moet u de lokale zoekfunctie inschakelen om het zoeken te beperken tot zenders met sterke signalen. Zie "Instellingen voor geluid en display wijzigen" op pagina 24. • Als u de frequentie kent van de zender die u wilt beluisteren, houdt u < of , ingedrukt tot de frequentie ongeveer is bereikt. Vervolgens drukt u herhaaldelijk op < of , om nauwkeurig af te stemmen op de gewenste frequentie (handmatig afstemmen). Bij slechte stereo-FM-ontvangst Selecteer de mono-ontvangststand. Zie "Instellingen voor geluid en display wijzigen" op pagina 24. Het geluid wordt verbeterd, maar wordt mono ("ST" verdwijnt). Tip Zet DSO op off wanneer FM-uitzendingen moeilijk hoorbaar zijn (pagina 26). 16 Alleen de gewenste zenders opslaan U kunt de gewenste zenders handmatig opslaan onder een cijfertoets. 1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de radio te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de golfband te selecteren. 3 Druk op (SEEK) (<) of (SEEK) (,) om af te stemmen op de zender die u wilt opslaan. 4 Houd de gewenste cijfertoets ((1) tot en met (6)) 2 seconden ingedrukt tot "MEM" verschijnt. De cijfertoetsaanduiding verschijnt in het display. Opmerking Als u een andere zender opslaat onder dezelfde cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender gewist. Afstemmen op een zender in een lijst — List-up 1 Druk tijdens radio-ontvangst kort op (LIST). De frequentie of de naam van de zender waarop momenteel is afgestemd, verschijnt in het display. 2 Druk herhaaldelijk op M of m tot u de gewenste zender hebt gevonden. Als er geen naam is toegewezen aan de geselecteerde zender, verschijnt de frequentie in het display. 3 Druk op (ENTER) om af te stemmen op de gewenste zender. 17 RDS Automatisch opnieuw afstemmen voor optimale ontvangst Overzicht van RDS — AF-functie FM-zenders met de RDS-dienst (Radio Data System) sturen onhoorbare digitale informatie mee met het gewone radioprogrammasignaal. Bij ontvangst van een RDS-zender verschijnt bijvoorbeeld het volgende. Met de AF-functie (alternatieve frequenties) kan de radio altijd afstemmen op het sterkste signaal van de zender die u beluistert. Frequenties worden automatisch gekozen. Klok Radioband 98,5 MHz 96,0 MHz Zender Voorkeurnummer Frequentie 102,5 MHz Display-items* • Zendernaam • Programmatype * Zie "Afstemmen op zenders op programmatype" op pagina 20. Actie Druk op Het display-item wijzigen (DSPL/PTY) RDS-diensten RDS biedt tal van interessante mogelijkheden, zoals: • Automatisch opnieuw afstemmen, wat vooral handig is tijdens lange ritten. — AF t pagina 18 • Ontvangen van verkeersinformatie, zelfs tijdens het beluisteren van andere programma's/ bronnen. — TA t pagina 19 • Zenders selecteren op programmatype. — PTY t pagina 20 • Automatische klokinstelling. — CT t pagina 21 Opmerkingen • In bepaalde landen of regio's zijn wellicht niet alle RDS-functies beschikbaar. • RDS functioneert wellicht niet goed als het ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u hebt afgestemd, geen RDS-gegevens uitzendt. 18 1 2 Selecteer een FM-zender (pagina 16). Druk herhaaldelijk op (AF) tot "AF on" verschijnt. Het apparaat gaat zoeken naar een alternatieve frequentie met een sterker signaal binnen hetzelfde netwerk. Als "NO AF" knippert, heeft de huidige zender geen alternatieve frequentie. Opmerking Als er geen alternatieve frequentie beschikbaar is in het gebied waar u zich bevindt of u geen andere frequentie wilt zoeken, selecteert u "AF off" om de AFfunctie uit te schakelen. Voor zenders zonder alternatieve frequenties Druk op (SEEK) (<) of (SEEK) (,) terwijl de zendernaam knippert (binnen 8 seconden). Het apparaat zoekt naar een andere frequentie met dezelfde PI-gegevens (Programme Identification). "PI Seek" verschijnt. Als het apparaat niet dezelfde PI-gegevens kan vinden, keert het apparaat terug naar de vorige frequentie. Een regionaal programma beluisteren Verkeersinformatie beluisteren — TA/TP Met Traffic Announcement (TA) en Traffic Programme (TP) wordt automatisch afgestemd op een FM-zender die verkeersinformatie uitzendt. Deze instellingen werken ongeacht de huidige FM-zender/bron (bijvoorbeeld CD/MD/ AUX). Na afloop van het verkeersbericht schakelt het apparaat weer over naar de oorspronkelijke bron. Als de AF-functie is ingeschakeld: de fabrieksinstelling van dit apparaat beperkt de ontvangst tot een bepaalde regio, zodat u niet wordt overgeschakeld naar een andere regionale zender met een sterkere frequentie. Als u het ontvangstgebied van het regionale programma verlaat of de AF-functie volledig wilt benutten, selecteert u "Regional off" in het menu (pagina 25). Opmerking Deze functie werkt niet in Groot-Brittannië en bepaalde andere landen en/of regio's. Local Link-functie (alleen Groot-Brittannië) Met deze functie kunt u andere lokale zenders in het gebied selecteren, ook al zijn deze niet opgeslagen onder de cijfertoetsen. Druk herhaaldelijk op (TA) tot "TA on" verschijnt. Het apparaat gaat zoeken naar zenders die verkeersinformatie uitzenden. Met "TP" wordt de ontvangst van dergelijke zenders aangegeven, terwijl "TA" knippert tijdens de ontvangst van verkeersinformatie. Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare TP-zenders als "NO TP" wordt aangegeven. Als u alle verkeersinformatie wilt annuleren, selecteert u "TA off". Actie Druk op Het huidige verkeersbericht annuleren (TA) 1 Druk op een cijfertoets ((1) tot (6)) waaronder een lokale zender is opgeslagen. Tip U kunt de huidige informatie ook annuleren door op (SOURCE) of (MODE) te drukken. 2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de cijfertoets van de lokale zender. 3 Het volume van verkeersinformatie instellen Herhaal dit tot de gewenste zender wordt ontvangen. U kunt het volume van de verkeersinformatie instellen zodat u geen bericht mist. 1 Druk op (VOL) (+) of (VOL) (–) om het volume te regelen. 2 Druk 2 seconden op (TA). "TA" wordt weergegeven en de instelling wordt opgeslagen. Noodberichten ontvangen Als AF of TA is ingeschakeld, schakelt het apparaat over naar noodberichten terwijl u luistert naar een FM-zender of CD/MD/AUX. 19 RDS-zenders met AF- en TAinstelling instellen Wanneer u RDS-zenders instelt, slaat het apparaat de AF-/TA-instelling (aan/uit) en de frequentie van elke zender op. U kunt de instelling (AF, TA of beide) voor elke zender afzonderlijk of voor alle voorkeurzenders samen bepalen. Als u zenders met "AF on" instelt, slaat het apparaat automatisch de zenders met het sterkste radiosignaal op. Alle voorkeurzenders op dezelfde wijze instellen 1 2 3 Afstemmen op zenders op programmatype — PTY U kunt afstemmen op een zender door het programmatype te selecteren dat u wilt beluisteren. Programmatypen Display Nieuws News Actualiteiten Affairs Informatie Info Sport Sport Selecteer een FM-band (pagina 16). Educatieve programma's Educate Druk op (AF) en/of (TA) om "AF on" en/of "TA on" te selecteren. Houd er rekening mee dat het selecteren van "AF off" en "TA off" geldt voor niet-RDSzenders en RDS-zenders. Drama Drama Cultuur Culture Wetenschap Science Diversen Varied Druk op (MENU) en vervolgens herhaaldelijk op M of m tot "BTM" verschijnt. Populaire muziek Pop M Rock-muziek Rock M Druk op (ENTER). BTM knippert. Easy Listening Easy M Licht klassiek Light M Een andere instelling voor elke voorkeurzender opgeven Klassiek Classics Ander type muziek Other M 1 Selecteer een FM-band en stem af op de gewenste zender (pagina 16). Weerberichten Weather Financiën Finance 2 Druk op (AF) en/of (TA) om "AF on" en/of "TA on" te selecteren. Kinderprogramma's Children Sociale zaken Social A Houd de gewenste cijfertoets ((1) tot en met (6)) 2 seconden ingedrukt tot "MEM" verschijnt. Religie Religion Phone In Phone In Reizen Travel Ontspanning Leisure Jazz-muziek Jazz Country-muziek Country Nationale muziek Nation M Oldies Oldies Folk-muziek Folk M Documentaires Document 4 3 Herhaal vanaf stap 1 om andere zenders in te stellen. Opmerking U kunt deze functie niet gebruiken in een aantal landen of regio's waar geen PTY-gegevens (selectie op programmatype) beschikbaar zijn. 20 1 Druk tijdens FM-ontvangst op (DSPL/PTY) tot "PTY" verschijnt. Klok automatisch instellen — CT Met de CT-gegevens (Clock Time) van de RDSuitzending wordt de klok automatisch ingesteld. De naam van het huidige programmatype verschijnt als de zender PTY-gegevens uitzendt. "--------" verschijnt als de ontvangen zender geen RDS-zender is of als de RDS-gegevens niet worden ontvangen. 2 3 Druk herhaaldelijk op M of m tot u het gewenste programmatype hebt gevonden. De programmatypen verschijnen in de volgorde die in de tabel wordt aangegeven. "NO DATA" verschijnt als het programmatype niet in de RDS-gegevens is opgenomen. Druk op (ENTER). Het apparaat gaat zoeken naar een zender die het geselecteerde programmatype uitzendt. 1 Druk tijdens radio-ontvangst op (MENU) en vervolgens herhaaldelijk op M of m tot "CT off" verschijnt. 2 Druk herhaaldelijk op , tot "CT on" verschijnt. De klok is ingesteld. 3 Druk op (ENTER) om terug te keren naar het normale display. Selecteer "CT off" in stap 2 als u de CT-functie wilt annuleren. Opmerkingen • Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al wordt er wel een RDS-zender ontvangen. • Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de CT-functie en de werkelijke tijd. 21 Druk op Actie Andere functies (SOURCE) U kunt het apparaat (en optionele CD/MDapparaten) ook bedienen met een bedieningssatelliet (los verkrijgbaar). Van bron veranderen (radio/CD/MD*1/AUX*2)/ Aan (MODE) Van bediening veranderen (radioband/CD-apparaat/ MD-apparaat*1) (ATT) Het geluid dempen (OFF)*3 Afspelen of radio-ontvangst stoppen/het apparaat uitschakelen (SOUND) Het geluidsmenu instellen (DSPL) Het display-item wijzigen (Gedurende 2 seconden om het display-item te laten rollen) De bedieningssatelliet gebruiken Bevestig eerst het juiste label afhankelijk van de manier waarop u de bedieningssatelliet wilt monteren. De bedieningssatelliet werkt met knoppen en/of draairegelaars. De regelaar draaien DSPL MODE SOUND SOUND MODE DSPL SEEK/AMS regelaar Drukken op knoppen (ATT) (SOUND) Draaien en loslaten om: (MODE) – Tracks over te slaan. – Automatisch af te stemmen op zenders. Draaien, vasthouden en loslaten om: OFF (SOURCE) (DSPL) (OFF) – Vooruit/achteruit naar een track te spoelen. – Handmatig een zender te zoeken. Regelaar indrukken en draaien Draai aan de VOL regelaar om het volume te regelen. PRESET/DISC regelaar Druk de regelaar in en draai deze om: – Voorkeurzenders te ontvangen. – Discs te verwisselen tijdens het afspelen van CD's (MD's)*1. – Te veranderen van album*4. 22 *1 Alleen als de juiste optionele apparatuur is aangesloten. *2 Alleen beschikbaar wanneer een optioneel draagbaar apparaat van Sony is aangesloten op de AUX IN aansluiting van het apparaat. U kunt optionele CD/MD-apparaten niet tegelijkertijd aansluiten. *3 Als het contactslot van de auto geen ACC (accessoire) positie heeft, houdt u (OFF) ingedrukt totdat het display verdwijnt. *4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Bij het afspelen van een MP3-bestand kunt u een album kiezen met de bedieningssatelliet. (Met dit apparaat) Actie De werkingsrichting wijzigen De werkingsrichting van de bedieningselementen is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt aangegeven. Verhogen Verlagen Als u de bedieningssatelliet rechts op de stuurkolom moet monteren, kan de werkingsrichting worden omgekeerd. Doe dit Albums overslaan Knop indrukken en draaien – Albumselectie [één keer voor elk album]. Knop ingedrukt en gedraaid houden om albums te blijven overslaan. (Met een optioneel apparaat) Actie Doe dit Discs overslaan – Discselectie Knop indrukken en draaien [één keer voor elke disc]. Als u discs wilt blijven overslaan, drukt u de regelaar in en draait u deze één keer. Vervolgens draait u binnen 1 seconde de regelaar nogmaals en houdt u deze vast. Druk 2 seconden op (SOUND) terwijl u VOL ingedrukt houdt. Albums overslaan Knop indrukken en draaien – Albumselectie [even vasthouden] en vervolgens loslaten. Als u albums wilt blijven overslaan, drukt u de regelaar nogmaals in binnen 1 seconde nadat u deze hebt losgelaten. Vervolgens draait u de regelaar en houdt u deze vast. 23 De geluidskenmerken wijzigen U kunt de hoge en lage tonen, balans, fader en het subwoofervolume regelen. 1 Druk herhaaldelijk op (SOUND) om het gewenste item te selecteren. Als u op (SOUND) drukt, wordt het item als volgt gewijzigd: BASS (bass) t TREBLE (treble) t BALANCE (links-rechts) t FADER (voor-achter) t SUB (subwoofervolume) 2 Regel het gekozen item door op < of , te drukken. Wanneer u de bedieningssatelliet gebruikt, drukt u op (SOUND) en draait u aan VOL. Het display keert na 3 seconden terug naar de normale afspeelstand. Opmerking Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt geselecteerd. Het geluid snel dempen (met de bedieningssatelliet of kaartafstandsbediening) Druk op (ATT). "ATT on" verschijnt kort in het display. Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume te herstellen. Tip Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek binnenkomt (Telephone ATT-functie). 24 Instellingen voor geluid en display wijzigen — Menu De volgende instellingen zijn mogelijk: Instelling • • • • Clock Adjust (pagina 10) CT (Clock Time) (pagina 21) Beep — de pieptoon in- en uitschakelen. AUX-A (pagina 28) — AUX-brondisplay in- of uitschakelen. Display • Clock (Clock Information)*1 — de klok en de afspeelstand tegelijkertijd weergeven (on). • A.IMG (Auto Image) (pagina 27) — de displaybeelden voor een of alle displaystanden doorlopen. • Demo (Demonstration) — de demonstratiestand in- of uitschakelen. – Selecteer "on" om de demonstratiestand in te schakelen. – Selecteer "off" om de demonstratiestand uit te schakelen. • Info (Display Information) — de display-items weergeven (afhankelijk van de bron, enzovoort) aan de onderzijde van het display terwijl een displaybeeld zichtbaar is. – Selecteer "on" om display-items weer te geven. Als u op (DSPL/PTY) drukt, wordt het display-item gewijzigd. – Selecteer "off" om geen display-items weer te geven. • Dimmer – de helderheid van het display regelen. – Selecteer "Auto" om het display alleen te dimmen als u de lichten inschakelt. – Selecteer "on" om het display te dimmen. – Selecteer "off" om de dimmer uit te schakelen. • Contrast*2 — het contrast aanpassen als de aanduidingen in het display niet goed leesbaar zijn wegens de installatiepositie van het apparaat. • BlackOut — het display verdonkeren tijdens de werking. – Selecteer "on" om de aanduidingen te laten verdwijnen. De aanduidingen verdwijnen, maar het apparaat reageert als u op een toets drukt. – Selecteer "off" om het display helderder te maken. • A.Scroll (Auto Scroll) – Selecteer "on" om namen van meer dan 12 tekens automatisch in het display te laten rollen. – Als Auto Scroll is uitgeschakeld en de disc/ track of het album wordt gewijzigd, rolt de disc-/track-/albumnaam of de ID3 tag niet. 1 Druk op (MENU). Als u Demo wilt instellen, drukt u op (OFF) en vervolgens op (MENU). Om A.Scroll in te stellen, drukt u op (MENU) tijdens het afspelen van een CD/MD. 2 Druk herhaaldelijk op M of m tot het gewenste item verschijnt. *1 Als de klok is ingeschakeld: – De tijd wordt altijd weergegeven in het hoofddisplay als de normale afspeelstand is geselecteerd bij "De displaystand en het displaybeeld selecteren" (pagina 27) en als "A.IMG-off" is geselecteerd (pagina 24). – De tijd wordt altijd weergegeven in het subdisplay. *2 "Contrast" verschijnt alleen in het subdisplay. U kunt alleen het contrast van het subdisplay aanpassen. 3 Druk op < of , om de gewenste instelling te selecteren (bijvoorbeeld "on" of "off"). 4 Druk op (ENTER). Na het instellen keert het display terug naar de normale afspeelstand. Geluid • HPF (hoogdoorlaatfilter) – de kantelfrequentie instellen op "78Hz", "125Hz" of "off". • LPF (laagdoorlaatfilter) – de kantelfrequentie instellen op "78Hz", "125Hz" of "off". • Sterkte – voor lage en hoge tonen, zelfs bij laag volume. Lage en hoge tonen worden versterkt. • AUX Level (pagina 28) — om het volume van aangesloten apparatuur te regelen. Opmerking Het weergegeven item is afhankelijk van de bron. Tip Als u wilt overschakelen naar een andere categorie, drukt u 2 seconden op M of m. De equalizer instellen (EQ7) U kunt een equalizercurve selecteren voor 7 muzieksoorten (Xplod, VOCAL, CLUB, JAZZ, NEW AGE, ROCK, CUSTOM) of het equalizereffect uitschakelen met OFF (equalizer OFF). U kunt de equalizereffecten opslaan en aanpassen voor elke frequentie en elk niveau. U kunt de EQ7-instelling voor elke bron opslaan. Play Mode (afspeelstand) • AF on/off (alternatieve frequenties) (pagina 18) • Local on/off (Lokale zoekfunctie) (pagina 16) – Selecteer "on" om alleen af te stemmen op zenders met sterkere signalen. • Mono on/off (Mono-stand) (pagina 16) – Selecteer "on" om stereo-FM-uitzendingen mono te beluisteren. Selecteer "off" om terug te keren naar de normale stand. • Regional on/off (pagina 19) Equalizercurve selecteren 1 Druk op (SOURCE) om de gewenste bron te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (EQ7) om de gewenste equalizercurve te selecteren. Als u op (EQ7) drukt, wordt het item gewijzigd. Selecteer "OFF" om het equalizereffect uit te schakelen. Het display keert na 3 seconden terug naar de normale afspeelstand. vervolg op volgende pagina t 25 De equalizercurve regelen 1 2 Druk op (MENU). Druk herhaaldelijk op M of m tot "EQ7 Tune" verschijnt. Druk vervolgens op (ENTER). 3 Druk op < of , om de gewenste equalizercurve te selecteren en druk vervolgens op (ENTER). Als u op < of , drukt, wordt het item gewijzigd. 4 Selecteer de gewenste frequentie en het gewenste niveau. 1 Druk op < of , om de gewenste frequentie te selecteren. Als u op < of , drukt, wordt de frequentie als volgt gewijzigd: 62Hz y 157Hz y 396Hz y 1.0kHz y 2.5kHz y 6.3kHz y 16kHz 2 Druk op M of m om het volume te regelen. Het volume kan worden aangepast in stappen van 1 dB van –10 dB tot +10 dB. Om de in de fabriek ingestelde equalizercurve te herstellen, houdt u (ENTER) 2 seconden ingedrukt. 5 26 Druk op (ENTER). Als u het effect hebt ingesteld, keert het display terug naar de normale afspeelstand. Dynamic Soundstage Organizer (DSO) instellen Als de luidsprekers in het onderste gedeelte van de deuren zijn geïnstalleerd, komt het geluid van beneden en is het wellicht niet helder. Met de DSO-functie (Dynamic Soundstage Organizer) krijgt u een geluid alsof de luidsprekers in het dashboard zijn geïnstalleerd (virtuele luidsprekers). U kunt de DSO-instelling voor elke bron opslaan. 1 Druk op (SOURCE) om de gewenste bron te selecteren. 2 Druk op (DSO) om "1, 2, 3" of "OFF" te selecteren. Selecteer "DSO OFF" om de DSO-functie te annuleren. Het display keert na 3 seconden terug naar de normale afspeelstand. Opmerkingen • DSO heeft wellicht niet het gewenste effect, afhankelijk van het auto-interieur of het muziekgenre. • Zet DSO op off wanneer FM-uitzendingen moeilijk hoorbaar zijn. De displaystand en het displaybeeld selecteren U kunt kiezen uit 3 verschillende displaystanden. U kunt ook verschillende displaybeelden kiezen in de standen Wallpaper (1-2), Spectrum analyzer (1-5) en Movie (1-3). Opmerking De standaardinstelling voor de Auto Image stand is "A.IMG-All". Enkele seconden nadat u (IMAGE) hebt losgelaten, keert het apparaat terug naar de Auto Image stand. Als u een displaybeeld wilt weergeven, selecteert u "A.IMG-off" (pagina 27). Het displaybeeld selecteren 1 Druk op (SOURCE) om de gewenste bron te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (IMAGE) op het apparaat om het gewenste displaybeeld te selecteren. Voorbeeld: de Wallpaper stand Wanneer u op (IMAGE) drukt, wordt het displaybeeld als volgt gewijzigd: Wallpaper stand 1-2 t Spectrum analyzer stand 1-5 t Movie stand 1-3 t normale afspeelstand Als u deze stand wilt annuleren, selecteert u de normale afspeelstand. De Auto Image stand selecteren Bij de Auto Image stand worden automatisch (elke 10 seconden) de displaybeelden voor een of alle displaystanden doorlopen. Dit gebeurt als volgt: • A.IMG-All — de displaybeelden voor alle displaystanden herhaaldelijk willekeurig doorlopen. • A.IMG-Sa — de displaybeelden voor de Spectrum analyzer stand herhaaldelijk doorlopen. • A.IMG-Movie — de displaybeelden voor de Movie stand herhaaldelijk doorlopen. 1 Druk op (SOURCE) om een gewenste bron te selecteren. 2 3 Druk op (MENU). 4 Druk herhaaldelijk op < of , om de gewenste instelling te selecteren. 5 Druk op (ENTER). Druk herhaaldelijk op M of m tot "A.IMG" verschijnt. Selecteer "A.IMG-off" als u de Auto Image stand wilt annuleren. Tips • Als u in de Auto Image stand op (IMAGE) drukt, wordt het displaybeeld gewijzigd. Enkele seconden nadat u (IMAGE) hebt losgelaten, keert het apparaat terug naar de vorige instelling voor Auto Image. • Als u de Info stand uitschakelt, worden geen displaybeelden weergegeven (pagina 24). 27 Extra audio-apparatuur aansluiten De AUX IN aansluiting (externe audio-ingang) van dit apparaat wordt ook gebruikt als BUS AUDIO IN aansluiting (audio-ingang). Sluit optionele draagbare Sony-apparaten aan om het geluid te beluisteren via de autoluidsprekers. Opmerking Als u een optioneel CD/MD-apparaat van Sony aansluit, kunt u geen draagbare apparaten aansluiten en verschijnt "AUX" niet als bron in het display. Extra apparatuur selecteren Beveiligingscode instellen Dit apparaat is beveiligd tegen diefstal. Voer een viercijferig getal in als beveiligingscode. Wanneer de code is ingesteld, moet de opgeslagen code worden ingevoerd wanneer het apparaat in een andere auto wordt gemonteerd of na het loskoppelen van de accu. 1 2 3 Druk op (SOURCE). 4 Druk op (ENTER). Code Set verschijnt in het display. Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om "AUX" te selecteren. U kunt het volumeniveau voor alle aangesloten apparatuur regelen. Druk op (MENU). 3 4 Druk op (ENTER). 5 Druk herhaaldelijk op M of m om "Security" te selecteren. 1 Druk herhaaldelijk op M of m om het eerste cijfer (0-9) in te voeren. Het volumeniveau regelen 1 2 Druk op (MENU). 2 Druk op , om de cursor naar het 2e cijfer te brengen en druk vervolgens herhaaldelijk op M of m om het 2e cijfer in te voeren. Als u op M drukt, wordt het cijfer verhoogd en als u op m drukt, wordt het verlaagd. Druk herhaaldelijk op M of m om "AUX Level" te selecteren. 3 Herhaal stap 2 om het 3e en 4e cijfer in te voeren. Druk herhaaldelijk op M of m om het gewenste volumeniveau te selecteren. Het volume is in stappen van 1 dB regelbaar van –6 dB tot +6 dB. 5 Druk op (ENTER). Check Code verschijnt in het display. Druk op (ENTER). 6 Druk herhaaldelijk op M of m om "YES" te selecteren. 7 Druk op (ENTER). Het apparaat keert terug naar het normale display. Extra apparatuur niet als muziekbron in het display laten verschijnen 1 28 Druk op (OFF). Het afspelen van de CD of de radio-ontvangst stopt. 2 3 Druk op (MENU). 4 Druk op , om "AUX-A off" te selecteren. 5 Druk op (MENU). Druk herhaaldelijk op M of m tot "AUXA on" verschijnt. Selecteer "AUX-A on" om de aanduiding te herstellen. Opmerkingen • De beveiligingscode kan niet worden ingevoerd met de cijfertoetsen (1-6). • Zorg ervoor dat u de beveiligingscode niet vergeet. • Als u "NO" selecteert in stap 6 en op (ENTER) drukt, keert het display terug naar Code Set in stap 4. Na het instellen van de beveiligingscode Als het apparaat in een andere auto wordt geplaatst of wanneer de accu is losgekoppeld, verschijnt Check Code in het display nadat het apparaat is ingeschakeld. Voer de viercijferige code in met de cursortoetsen (M/m/,) en druk op (ENTER). Code Input display OK: terugkeren naar de klokweergave. NG: het bericht "Code Error" verschijnt. Voer de juiste code in met de cursortoetsen. Aanvullende informatie Onderhoud Zekeringen vervangen Vervang een zekering altijd door een identiek exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u de voedingsaansluiting controleren en de zekering vervangen. Brandt de zekering vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. Beveiligingscode annuleren Herhaal stap 1 tot en met 4 in "Beveiligingscode instellen". (Code Del verschijnt in het display.) Voer de code in met de cursortoetsen (M/m/,) en druk op (ENTER). Zekering (10 A) Code Del-display Waarschuwing Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan de standaardzekering van het apparaat omdat dit hierdoor kan worden beschadigd. OK: terugkeren naar het normale display. NG: het bericht "Code Error" verschijnt. Voer de juiste code in met de cursortoetsen. vervolg op volgende pagina t Opmerking De beveiligingscode kan pas worden gewijzigd nadat u de opgeslagen code hebt gewist. Tip Als er geen code is ingesteld, verschijnt Code Del niet in het display. 29 De lithiumbatterij vervangen In normale omstandigheden gaan de batterijen ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan de levensduur korter zijn.) Wanneer de batterij verzwakt, wordt het bereik van de kaartafstandsbediening kleiner. Vervang de batterij door een nieuwe CR2025 lithiumbatterij. Bij een andere batterij bestaat er brand- of explosiegevaar. Het apparaat verwijderen 1 Verwijder de beschermende rand. 1 Bevestig de ontgrendelingssleutels op de beschermende rand. Plaats de ontgrendelingssleutel op de juiste manier. 2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe om de beschermende rand te verwijderen. x + zijde omhoog 2 Verwijder het apparaat. 1 Plaats beide ontgrendelingssleutels en duw hierop tot deze vastklikken. Het haakje moet naar binnen wijzen. Opmerkingen bij de lithiumbatterij • Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer een batterij wordt ingeslikt. • Veeg de batterij schoon met een droge doek voor een goed contact. • Houd bij het plaatsen van de batterij rekening met de juiste polariteit. • Houd de batterij niet vast met een metalen tang omdat er dan kortsluiting kan optreden. 2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe om het apparaat los te maken. WAARSCHUWING Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij ontploffen. Probeer niet de batterij op te laden of te openen; werp ook een lege batterij nooit in het vuur. 3 Schuif het apparaat uit de houder. Voor de Klanten in Nederland Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). 30 Technische gegevens Algemeen CD-speler Signaal/ruis-verhouding Frequentiebereik Wow en flutter 90 dB 10 – 20.000 Hz Minder dan meetbare waarden Tuner Uitgangen Ingangen FM Afstembereik Antenne-aansluiting 87,5 – 108,0 MHz Aansluiting voor externe antenne Tussenfrequentie 10,7 MHz/450 kHz Bruikbare gevoeligheid 9 dBf Selectiviteit 75 dB bij 400 kHz Signaal/ruis-verhouding 67 dB (stereo), 69 dB (mono) Harmonische vervorming bij 1 kHz 0,5% (stereo), 0,3% (mono) Scheiding 35 dB bij 1 kHz Frequentiebereik 30 – 15.000 Hz Antenne-aansluiting Tussenfrequentie Gevoeligheid Loudness Voeding Afmetingen Montage-afmetingen MW/LW Afstembereik Toonregelingen MW: 531 – 1.602 kHz LW: 153 – 279 kHz Aansluiting voor externe antenne 10,7 MHz/450 kHz MW: 30 µV LW: 40 µV Gewicht Bijgeleverde accessoires Optionele accessoires Versterker Uitgangen Luidsprekeruitgangen (sure seal) Luidsprekerimpedantie 4 – 8 ohm Maximaal uitgangsvermogen 52 W × 4 (bij 4 ohm) Optionele apparatuur Audio-uitgangen (voor/ achter) Subwooferuitgang (mono) Relaisaansluiting elektrische antenne Aansluiting versterker Telephone ATTbedieningsaansluiting Verlichtingsstuuraansluiting BUS-bedieningsingang BUS audio-ingang of AUX IN aansluiting Afstandsbedieningsingang Antenne-ingang Bass ±8 dB bij 100 Hz Treble ±8 dB bij 10 kHz +8 dB bij 100 Hz +2 dB bij 10 kHz 12 V DC accu (negatieve aarde) Ong. 178 × 50 × 186 mm (b/h/d) Ong. 182 × 53 × 163 mm (b/h/d) Ongeveer 1,5 kg Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set) Kaartafstandsbediening RM-X111 Draadloze bedieningssatelliet RM-X6S Bedieningssatelliet RM-X4S BUS-kabel (geleverd met RCA-kabel) RC-61 (1 m), RC-62 (2 m) CD-wisselaar (6 discs) CDX-T70MX, CDX-T69 MD-wisselaar (6 discs) MDX-66XLP MG-MS System-up Player MGS-X1 DVD-wisselaar DVX-100S Bronkeuzeschakelaar XA-C30 AUX IN keuzeschakelaar XA-300 Opmerking Dit apparaat kan niet worden aangesloten op een digitale voorversterker of een equalizer die compatibel is met het Sony BUS-systeem. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. 31 Problemen oplossen De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het oplossen van problemen die zich met het apparaat kunnen voordoen. Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en gebruik controleren. Algemeen Geen geluid. • Druk op (VOL) (+) om het volume te regelen. • Zet de ATT-functie uit. • Zet de faderregelaar in het midden voor een systeem met 2 luidsprekers. • U speelt MP3-bestanden af met een optioneel CD-apparaat dat niet compatibel is met MP3. t Speel af met een CD-apparaat van Sony dat compatibel is met MP3, zoals de CDX-T70MX. De geheugeninhoud is gewist. • De RESET toets is ingedrukt. t Sla opnieuw op in het geheugen. • De voedingskabel of de accu zijn losgekoppeld. • De voedingskabel is niet goed aangesloten. Geen pieptoon. • De pieptoon is uitgezet (pagina 24). • Er is een optionele versterker aangesloten en u gebruikt de ingebouwde versterker niet. Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het weergavevenster. • Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze toets ingedrukt houdt. t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze toets ingedrukt tot het display verschijnt. • De indicaties verschijnen niet wanneer u BlackOut inschakelt. t Stel BlackOut in op off (pagina 24). Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist. De zekering is doorgebrand. Maakt geluid met de contactsleutel op ON, ACC of OFF. De kabels zijn niet goed verbonden met de hulpvoedingsaansluiting van de auto. Het apparaat wordt niet van stroom voorzien. • Controleer de aansluiting. Controleer de zekering wanneer alles in orde is. • De auto heeft geen ACC-positie. t Druk op (SOURCE) (of plaats een disc) om het apparaat in te schakelen. Het apparaat wordt constant van stroom voorzien. 32 De auto heeft geen ACC-positie. De elektrisch bediende antenne schuift niet uit. De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos. CD/MD afspelen Er kan geen disc worden geplaatst. • Er is al een CD in het apparaat geplaatst. • De CD is verkeerd geplaatst. Het afspelen begint niet. • Defecte MD of vuile CD. • Ongefinaliseerde CD-R/CD-RW. • U probeert een CD-R/CD-RW af te spelen die niet geschikt is voor audiotoepassingen. • Bepaalde CD-R's/CD-RW's kunnen niet worden afgespeeld wegens de opnameapparatuur of de staat van de disc. MP3-bestanden kunnen niet worden afgespeeld. • De opname is verricht conform ISO 9660indeling niveau 1 of niveau 2, of Joliet of Romeo in expansie-indeling. • De extensie ".MP3" is niet toegevoegd aan de bestandsnaam. • Bestanden worden niet opgeslagen in MP3indeling. MP3-bestanden worden minder snel afgespeeld dan andere bestanden. De volgende discs worden minder snel afgespeeld. – een disc opgenomen met ingewikkelde boomstructuur. – een disc opgenomen in meervoudige sessies. – een disc waarop gegevens kunnen worden toegevoegd. Een disc wordt automatisch uitgeworpen. De omgevingstemperatuur is hoger dan 50°C. De bedieningstoetsen werken niet. De CD wordt niet uitgeworpen. Druk op de RESET toets. Het geluid verspringt door trilling. • Het apparaat is geïnstalleerd in een hoek van meer dan 60°. • Het apparaat is niet op een stabiele plaats in de auto gemonteerd. Het geluid verspringt. Vuile of defecte disc. Radio-ontvangst Er kan niet worden afgestemd op voorkeurzenders. • Sla de juiste frequentie op in het geheugen. • Het ontvangstsignaal is te zwak. Radiozenders kunnen niet worden ontvangen. Het geluid is gestoord. • Sluit een elektrische antennebedieningskabel (blauw) of hulpvoedingskabel (rood) aan op de voedingskabel van de autoantenneversterker. (Alleen als de auto is uitgerust met een FM/MW/LW-antenne in de achter- of zijruit.) • Controleer de aansluiting van de autoantenne. • De auto-antenne schuift niet uit. t Controleer de aansluiting van de voedingskabel van de elektrisch bediende antenne. • Controleer de frequentie. • Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het geluid soms gestoord. t Zet DSO uit (pagina 26). RDS SEEK begint na enkele seconden weergave. De zender is geen TP-zender of heeft een zwak signaal. t Druk herhaaldelijk op (AF) of (TA) tot "AF off" of "TA off" verschijnt. Geen verkeersinformatie. • Schakel "TA" in. • De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen verkeersinformatie uit. t Stem af op een andere zender. PTY geeft "--------" weer. • De huidige zender is geen RDS-zender. • Geen RDS-gegevens ontvangen. • De zender geeft het programmatype niet door. Er kan niet automatisch worden afgestemd op zenders. • De lokale zoekfunctie is ingesteld op "on". t Stel de lokale zoekfunctie in op "off" (pagina 25). • Het ontvangstsignaal is te zwak. t Stem handmatig af. De aanduiding "ST" knippert. • Stem nauwkeurig af op de frequentie. • Het ontvangstsignaal is te zwak. t Schakel over naar de monoontvangststand (pagina 25). Een stereo-uitzending wordt mono weergegeven. Het apparaat staat in de mono-ontvangststand. t Annuleer de mono-ontvangststand (pagina 25). 33 Foutmeldingen Foutweergave (voor dit apparaat en optionele CD/MDwisselaars) De volgende aanduidingen knipperen ongeveer 5 seconden en u hoort een alarmsignaal. Blank*1 Er zijn geen tracks opgenomen op een MD.*2 t Speel een MD af waarop tracks zijn opgenomen. Error*1 • Een CD is vuil of omgekeerd geplaatst*2. t Reinig de CD of plaats deze op de juiste manier. • Een CD/MD kan niet worden afgespeeld wegens een probleem*2. t Plaats een andere CD/MD. Failure De luidsprekers of versterkers zijn niet correct aangesloten. t Raadpleeg de installatiehandleiding van dit model om de aansluitingen te controleren. High Temp De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan 50°C. t Wacht tot de temperatuur lager is dan 50°C. NO Disc*1 Er is geen disc in het CD/MD-apparaat geplaatst. t Plaats een disc in het CD/MD-apparaat. NO Magazine Er is geen discmagazijn in het CD-apparaat geplaatst. t Plaats het magazijn in het CD-apparaat. NO Music*2 Een CD zonder muziekbestand is in het MP3compatibele CD-apparaat geplaatst. t Plaats een CD met muziek in het MP3compatibele CD-apparaat. Offset Er is wellicht een interne storing. t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding in het display blijft staan, moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen. Push Reset Het CD/MD-apparaat werkt niet wegens een probleem. t Druk op de RESET toets op het apparaat. 34 *1 Wanneer er een CD/MD-wisselaar is aangesloten, verschijnt het discnummer van de CD of MD in het display. *2 Het discnummer van de disc met de fout verschijnt in het display. Als deze oplossingen niet helpen, moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen. Berichten Local Seek +/– De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens automatisch afstemmen (pagina 16). NO AF Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige zender. " " of " " U hebt het begin of het einde van de disc bereikt en u kunt niet verder. Over ID3 tag versie 2 Hoewel dit niet op een defect wijst, doet zich het volgende voor wanneer een MP3-bestand met ID3 tag ver.2 wordt afgespeeld: – Wanneer een deel van ID3 tag ver.2 (aan het begin van de track) wordt overgeslagen, is er geen geluid hoorbaar. De tijd voor overslaan hangt af van de ID3 tag ver.2 capaciteit. – De getoonde verstreken speelduur wanneer een deel van ID3 tag ver.2 wordt overgeslagen, is onnauwkeurig. Bij MP3-bestanden met een andere bitsnelheid dan 128 kbps is de tijdweergave niet nauwkeurig. – Wanneer een MP3-bestand wordt gemaakt met een MP3-conversieprogramma, wordt ID3 tag versie 2 automatisch geschreven.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178

Sony CDX-M850MP de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding