Documenttranscriptie
Welkom!
Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact
Disc Player. Dit apparaat biedt u tal van
mogelijkheden die u nog beter kunt benutten met
behulp van:
• MP3-bestanden afspelen.
• CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie kan
worden toegevoegd, kunnen worden afgespeeld
(pagina 7).
• Discs die zijn opgenomen in meerdere sessies,
kunnen worden afgespeeld, afhankelijk van de
opnamemethode (pagina 8).
• Optionele CD/MD-apparaten (wisselaars en
speler)*1.
• ID3 tag*2 versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 of 2.4
informatie (verschijnt bij het afspelen van een
MP3-bestand).
• CD TEXT informatie (verschijnt bij het
afspelen van een CD TEXT disc*3).
• Bijgeleverd bedieningsaccessoire
Kaartafstandsbediening RM-X142
• Optionele bedieningsaccessoires
Draadloze bedieningssatelliet RM-X6S
Bedieningssatelliet RM-X4S
*1 Dit apparaat werkt alleen met Sony-producten.
*2 ID3 tag is een MP3-bestand met informatie over
albumnaam, artiestennaam, tracknaam, enzovoort.
*3 Een CD TEXT disc is een audio-CD die informatie
bevat, zoals discnaam, artiestennaam en
tracknamen. Deze informatie is opgenomen op de
disc.
R
Met het BBE MP-proces wordt digitaal
gecomprimeerd geluid, zoals MP3, verbeterd.
Tijdens dit proces worden namelijk de hogere
boventonen die zijn verloren door de compressie,
hersteld en versterkt. Met het BBE MP-proces
worden gelijkmatige boventonen gegenereerd uit
hat bronmateriaal, waardoor warmte, detail en
nuance worden hersteld.
Dit label bevindt zich onderaan op het toestel.
2
Inhoudsopgave
Bedieningselementen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Voorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen over discs . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Informatie over MP3-bestanden . . . . . . . . . . 8
Aan de slag
Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . . . 9
Klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
CD-speler
CD/MD-apparaat (optioneel)
Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Display-items. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Tracks afspelen in willekeurige volgorde
— Shuffle Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Een CD benoemen
— Disc Memo*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een disc zoeken op naam
— List-up* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
* Beschikbare functies met optionele CD/MDapparatuur
Radio
Zenders automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM). . . . . . . 15
Opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . . . . 16
Alleen de gewenste zenders opslaan . . . . . . 16
Afstemmen op een zender in een lijst
— List-up . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
RDS
Overzicht van RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Automatisch opnieuw afstemmen voor
optimale ontvangst
— AF (alternatieve frequenties). . . . . . .
Verkeersinformatie beluisteren
— TA (Traffic Announcement)/
TP (Traffic Programme). . . . . . . . . . . . .
RDS-zenders met AF- en TA-instelling
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afstemmen op zenders op programmatype
— PTY (programmatypen) . . . . . . . . . .
Klok automatisch instellen
— CT (kloktijd) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
17
18
19
19
20
21
Overige functies
De bedieningssatelliet gebruiken . . . . . . . . 21
De geluidskenmerken wijzigen. . . . . . . . . . 24
De BBE MP-instelling wijzigen . . . . . . . . . 24
Het geluid snel dempen. . . . . . . . . . . . . . . . 24
Instellingen voor geluid en display wijzigen
— Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
De equalizer instellen (EQ7). . . . . . . . . . . . 26
Dynamic Soundstage Organizer (DSO)
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
De displaystand en het displaybeeld
selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Extra audio-apparaten aansluiten . . . . . . . . 28
Beveiligingscode instellen . . . . . . . . . . . . . 29
Aanvullende informatie
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . .
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
30
32
33
34
36
3
Bedieningselementen
Kaartafstandsbediening RM-X142
(DISC) (M):
naar boven selecteren
OPEN/CLOSE
SCRL
PTY
DSPL
AF
REP
SHUF
TA
1
2
3
DISC +
BBE MP
PAUSE
4
5
6
EQ7
MODE
DSO
MENU
DISC +
LIST
SEEK–
SOUN
D
OFF
SOURCE
SEEK+
DISC –
R
ENTE
+
ATT
VOL
–
(SEEK) (<):
naar links
selecteren
SEEK–
SOURCE
SEEK+
(SEEK) (,):
naar rechts
selecteren
DISC –
(DISC) (m):
naar beneden selecteren
In de menustand worden de beschikbare toetsen van
deze vier aangegeven met een " v" in het display.
Opmerking
Als u het display hebt uitgeschakeld door op (OFF) te
drukken, kan het apparaat niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening tenzij er eerst op
(SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of een disc
wordt geplaatst om het apparaat in te schakelen.
Tip
Zie "De lithiumbatterij vervangen" op pagina 31 voor
meer informatie over het vervangen van de batterij.
Zie de volgende pagina's voor meer informatie.
a SCRL (scroll) toets 12
b DSPL/PTY (displaystand wijzigen/
programmatype) toets 12, 14, 17, 20
c Cijfertoetsen
Radio: Zenders opslaan/opgeslagen
zenders ontvangen.
CD/MD: (1): REP 13
(2): SHUF 13
(6): PAUSE*1 11
Geluid: (5): BBE MP*1 24
d EQ7 toets 26
e MENU toets
De menu's weergeven.
f SOURCE (Aan/Radio/CD/MD*2/AUX*3)
toets
De bron selecteren.
g SEEK/AMS (</,) toetsen
Tracks overslaan/snel vooruitspoelen, tracks
terugspoelen/automatisch afstemmen op
zenders, zenders handmatig zoeken/
instelling selecteren.
h SOUND toets 22, 24
i OFF (Stop/Uit) toets 11, 22, 29
4
j VOL (+/–) toetsen
Het volume verlagen of verhogen.
k OPEN/CLOSE toets 10, 11
l AF toets 18, 19
m TA toets 19
n MODE toets
De werkingsstand wijzigen.
o DSO toets 27
p LIST toets 15, 17
q DISC (ALBUM) (M/m) toetsen
Voorkeurzenders ontvangen/disc wijzigen*4,
albums overslaan*5/een menu selecteren.
r ENTER toets
Een instelling bevestigen.
s ATT toets 24
*1 Alleen beschikbaar als u afspeelt op dit apparaat.
*2 Als een optioneel MD-apparaat is aangesloten.
*3 Alleen beschikbaar als een optioneel draagbaar
apparaat van Sony is aangesloten op de AUX IN
aansluiting van het apparaat. Als u tegelijkertijd
een draagbaar apparaat van Sony en CD/MDapparaten hebt aangesloten, kunt u de AUX IN
keuzeschakelaar gebruiken.
*4 Als een optioneel CD/MD-apparaat is aangesloten.
*5 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
.
Voorkant van het display
1
2
3
4
5
Bediening van het display
67
8
9
0
qa qs qd qf qg
OFF
TA
SCRL
VOL
CLOSE
MODE
ENTER
SOUND
DSPL
PTY
SOURCE
DSO
EQ7
MENU
LIST
CDX-M8800
qh qj qk ql
De toetsen op het apparaat hebben
dezelfde functies als die op de
kaartafstandsbediening.
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
OPEN toets 10, 11
Hoofddisplay
IMAGE toets 27
qf Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
qa RESET toets 9
OFF (Stop/Uit) toets*6
VOL (–/+) toets
ENTER toets
DISC (ALBUM) (+/–) toets
SOURCE toets
w;
wa ws wd
wf wg
l SCRL (scroll) toets
m DSPL/PTY (displaystand wijzigen/
programmatype) toets
o TA toets
p CLOSE (voorpaneel sluiten) toets 10
q MODE toets
r SOUND toets
s DSO toets
t SEEK/AMS (.m/M>) toets
u EQ7 toets
v MENU toets
w LIST toets
x Z (uitwerpen) toets 11
y Subdisplay
vervolg op volgende pagina t
5
*6 Waarschuwing bij het installeren in een auto
waarvan het contactslot geen ACC (accessory)
positie heeft
Als de motor is uitgeschakeld, moet u op (OFF)
drukken en deze toets ingedrukt houden tot het
display verdwijnt.
Als u dit niet doet, wordt het display niet uitgeschakeld
en raakt de accu uitgeput.
Een disc en album selecteren
U kunt discs en albums overslaan met de DISC
(ALBUM) (M/m) toetsen.
(Met dit apparaat)
Actie
Druk op
Albums
overslaan*7
– Albumselectie
M of m [één keer voor elk
album]
Houd een van deze toetsen
ingedrukt om albums te
blijven overslaan.
(Met optioneel apparaat)
Actie
Druk op
Discs overslaan
– Discselectie
M of m [één keer voor elke
disc]
Als u discs wilt blijven
overslaan, drukt u op een
van beide toetsen.
Vervolgens drukt u binnen 1
seconde nogmaals op de
toets en houdt u deze
ingedrukt.
Albums
overslaan*7
– Albumselectie
M of m [even ingedrukt
houden] en laat de toets los.
Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u op een
van beide toetsen binnen 1
seconde nadat u de toets
hebt losgelaten, en houdt u
deze vervolgens ingedrukt.
*7 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
Tracks blijven overslaan
Druk één keer op een van de SEEK/AMS (< of
,) toetsen. Vervolgens drukt u binnen 1
seconde nogmaals op de toets en houdt u deze
ingedrukt.
6
Voorzorgsmaatregelen
• Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat
u het gaat gebruiken.
• Een elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit wanneer het apparaat wordt
aangezet.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot
dit apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan vocht condenseren op de lenzen
en het display van het apparaat. In dit geval kan
de werking van het apparaat worden verstoord.
Verwijder in dit geval de disc en wacht ongeveer
een uur tot alle vocht is verdampt.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
Opmerkingen over discs
• Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat
deze schoon blijft. Pak de disc bij de randen
vast.
• Bewaar de discs in het doosje of de
discmagazijn wanneer u deze niet gebruikt.
• Stel discs niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen. Laat de discs niet achter in een
geparkeerde auto of op het dashboard/de
hoedenplank.
• Maak een disc voor het afspelen altijd schoon
met een in de handel verkrijgbare doek. Veeg
de disc van binnen naar buiten schoon. Gebruik
geen oplosmiddelen zoals benzine, thinner en
in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiliging
• Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen
discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de
werking wordt verstoord of de disc kan worden
beschadigd.
Dit product is ontworpen om discs af te spelen
die conformeren aan de CD-norm (Compact
Disc). Recentelijk hebben bepaalde
platenmaatschappijen discs op de markt gebracht
die zijn gecodeerd met copyrightbeveiliging.
Sommige van deze discs conformeren niet aan de
CD-norm en kunnen wellicht niet worden
afgespeeld met dit apparaat.
Opmerkingen bij CD-R's (opneembare
CD's)/CD-RW's (herschrijfbare CD's)
Dit apparaat kan de volgende discs afspelen:
Soorten discs
Label op de disc
Audio-CD
• Gebruik geen discs waarop stickers zijn
gekleefd.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat
leiden tot:
– het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme
blokkeert);
– het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
weergegeven) doordat de sticker onder
invloed van de warmte krimpt en de disc
kromtrekt.
• Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld
hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit
apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch
probeert, kan het apparaat worden beschadigd.
Gebruik dergelijke discs niet.
• U kunt geen 8-cm CD's afspelen.
MP3-bestanden
• Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de
opname-apparatuur of de staat van de disc)
kunnen niet met dit apparaat worden
afgespeeld.
• U kunt geen CD-R's/CD-RW's afspelen die niet
zijn gefinaliseerd*.
• U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's
en CD-RW's afspelen.
• CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie kan
worden toegevoegd, kunnen worden
afgespeeld.
* Proces dat nodig is om een opgenomen CD-R/CDRW af te spelen met een CD-speler.
7
*3
Informatie over MP3bestanden
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3) is een
standaardtechnologie en -indeling voor het
comprimeren van geluid. Het bestand wordt
gecomprimeerd tot ongeveer 1/10e van de
oorspronkelijke grootte. Geluiden buiten het
hoorbare bereik worden gecomprimeerd terwijl
geluiden die de mens wel kan horen, niet worden
gecomprimeerd.
Opmerkingen over discs
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's
en CD-RW's afspelen.
De disc moet de indeling ISO 9660*1 Level 1 of
Level 2 hebben of de indeling Joliet of Romeo in
expansie-indeling*2.
U kunt discs gebruiken die in meerdere sessies*3
zijn opgenomen.
*1
*2
8
ISO 9660-indeling
De meest gebruikelijke internationale norm
voor de logische indeling van bestanden en
mappen op een CD-ROM.
Er zijn verschillende specificatieniveaus. In
Level 1 moeten bestandsnamen de notatie 8.3
hebben (maximaal 8 tekens voor de naam,
maximaal 3 tekens voor de extensie ".mp3")
en uit hoofdletters bestaan. Mapnamen
kunnen niet meer dan 8 tekens bevatten. Er
kunnen maximaal 8 geneste mapniveaus zijn.
Bij Level 2 mogen de bestanden uit maximaal
31 tekens bestaan.
Elke map kan maximaal 8 structuren
bevatten.
Voor Joliet of Romeo in expansie-indeling
moet u de inhoud van de schrijfsoftware,
enzovoort controleren.
Expansie-indeling
Joliet: er kunnen maximaal 32 tekens worden
weergegeven voor elke albumnaam
(mapnaam)/tracknaam (bestandsnaam).
Romeo: er kunnen maximaal 64 tekens
worden weergegeven voor elke albumnaam
(mapnaam)/tracknaam (bestandsnaam).
Meerdere sessies
Dit is een opnamemethode waarbij gegevens
met de methode Track-At-Once worden
toegevoegd. Gewone CD's beginnen bij een
CD-gebied dat Lead-in wordt genoemd en
eindigen bij een gebied dat Lead-out wordt
genoemd. Een CD die is opgenomen in
meerdere sessies, bevat verschillende sessies,
waarbij elk segment van Lead-in tot Lead-out
als één sessie wordt beschouwd.
CD-Extra: de indeling waarbij audio (audioCD-gegevens) als tracks tijdens sessie 1
wordt opgenomen en gegevens als tracks
tijdens sessie 2 worden opgenomen.
Mixed CD: bij deze indeling worden
gegevens opgenomen als track 1 en audio
(audio-CD-gegevens) als track 2.
Opmerkingen
• Bij andere indelingen dan ISO 9660 Level 1 en Level
2 worden mapnamen of bestandsnamen wellicht
niet correct weergegeven.
• Wanneer u een bestand een naam geeft, moet u
altijd de extensie ".mp3" aan de bestandsnaam
toevoegen.
• Als u de extensie ".mp3" toevoegt aan een ander
bestand dan een MP3-bestand, kan het apparaat
het bestand wellicht niet goed herkennen en ruis
produceren waardoor de luidsprekers kunnen
worden beschadigd.
• Bij de volgende discs duurt het langer voordat het
afspelen wordt gestart:
– discs die zijn opgenomen met een gecompliceerde
structuur;
– discs die in meerdere sessies zijn opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
• Als u een MP3-bestand afspeelt met een hoge
bitsnelheid, zoals 320 kbps, wordt het geluid wellicht
onderbroken.
Waarschuwingen bij het afspelen van discs die in
meerdere sessies zijn opgenomen
• Als de eerste track van de eerste sessie uit audioCD-gegevens bestaat:
Alleen audio-CD-gegevens worden afgespeeld.
Eventuele gegevens in volgende sessies worden
overgeslagen.
• Als de eerste track van de eerste sessie niet uit
audio-CD-gegevens bestaat:
– Wanneer er een MP3-bestand op de disc staat,
wordt alleen het MP3-bestand afgespeeld en
worden andere gegevens overgeslagen. (AudioCD-gegevens worden niet herkend.)
– Wanneer er geen MP3-bestand op de disc staat,
verschijnt "NO Music" en wordt er niets
afgespeeld. (Audio-CD-gegevens worden niet
herkend.)
De afspeelvolgorde van MP3bestanden
De afspeelvolgorde van mappen en bestanden is
als volgt:
Map (album)
1
1
MP3-bestand
(track)
Aan de slag
Het apparaat opnieuw
instellen
Voordat u het apparaat voor het eerst gaat
gebruiken of na het vervangen van de accu of het
wijzigen van de aansluitingen, moet u het
apparaat opnieuw instellen.
Druk de RESET toets in met een puntig
voorwerp, zoals een balpen.
2
2
3
3
4
5
4
5
6
RESET toets
6
Het apparaat opnieuw instellen tijdens
gebruik met het subdisplay
7
RESET toets
7
8
8
9
Boom 1
(hoofd)
Boom 2
Boom 3
Boom 4
Boom 5
Opmerkingen
• Een map die geen MP3-bestand bevat, wordt
overgeslagen.
• Als u een disc met veel structuren plaatst, duurt het
langer voordat het afspelen begint. U kunt het beste
1 of 2 structuren voor elke disc maken.
• Maximumaantal mappen: 150 (inclusief hoofdmap
en lege mappen)
• Maximumaantal MP3-bestanden en mappen die op
een disc passen: 300
Wanneer een bestands-/mapnaam uit veel tekens
bestaat, kan dit minder zijn dan 300.
Opmerkingen
• Als u op de RESET toets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde geheugenfuncties gewist.
• Als u het apparaat opnieuw hebt ingesteld, drukt u
op (OPEN/CLOSE) op de kaartafstandsbediening om
te zorgen dat het voorpaneel één keer goed wordt
geopend en gesloten voordat u verder gaat.
Tip
Als u een gewenste afspeelvolgorde wilt opgeven, laat
u de map- of bestandsnaam beginnen met een
nummer (bijvoorbeeld "01", "02") en neemt u deze
vervolgens op een disc op. (De volgorde verschilt
afhankelijk van de schrijfsoftware.)
9
Klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurssysteem.
Voorbeeld: de klok instellen op 10:08
1
Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M
of m tot "Clock Adjust" wordt
weergegeven.
CD-speler
CD/MD-apparaat
(optioneel)
Met dit apparaat kunt u niet alleen een CD
afspelen, maar ook externe CD/MD-apparaten
bedienen.
Een disc afspelen
1 Druk op (ENTER).
De uren knipperen.
(Met dit apparaat)
2 Druk op M of m om het uur in te
stellen.
1
Druk op (OPEN/CLOSE) of (OPEN) op
het apparaat en plaats de disc (met het
label naar boven).
Het afspelen wordt automatisch gestart.
2
Druk op (OPEN/CLOSE) of (CLOSE) op
het apparaat om het voorpaneel te
sluiten.
3 Druk op ,.
De minuten knipperen.
4 Druk op M of m om de minuut in te
stellen.
2
Druk op (ENTER).
De klok begint te lopen. Na het instellen van
de klok keert het display terug naar de
normale weergavestand.
Tips
• U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 21).
• Als de klok is ingesteld op "on", wordt de tijd
weergegeven (pagina 25).
10
Als er al een disc is geplaatst, drukt u
herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD" wordt
weergegeven om het afspelen te starten.
Actie
Druk op
(Met optioneel apparaat)
Het afspelen
onderbreken*1
(6) (PAUSE)
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"CD" of "MD (MS*1)" te selecteren.
Het afspelen
stoppen
(OFF)
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) tot het
gewenste apparaat wordt
weergegeven.
Het afspelen wordt gestart.
De disc uitwerpen (OPEN/CLOSE) of
(OPEN) en op Z op het
apparaat
Tracks overslaan
– Automatic
Music Sensor
(SEEK) (</,)
[één keer voor elke track]
Actie
Druk op
Discs overslaan
– Discselectie
(DISC) (M/m)
[één keer voor elke disc]
Vooruit-/
terugspoelen
– Manual Search
(SEEK) (</,)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
Albums
overslaan*2
– Albumselectie
(DISC) (M/m)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
Albums
overslaan*2
– Albumselectie
(DISC) (M/m)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
*1 U kunt het afspelen alleen onderbreken als u
afspeelt op dit apparaat (bij afspelen op een
optioneel apparaat kunt u het afspelen niet
onderbreken). Als u het afspelen wilt hervatten,
drukt u nogmaals op (6) (PAUSE).
*2 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
Als u tracks wilt blijven overslaan, drukt u op <
of ,. Vervolgens drukt u binnen 1 seconde
nogmaals op de toets en houdt u deze ingedrukt.
Opmerkingen
• Voordat een track wordt afgespeeld, leest het
apparaat alle bestands- en mapinformatie op de
disc. Afhankelijk van de trackstructuur kan dit meer
dan een minuut in beslag nemen. Tijdens het lezen
wordt "Read" weergegeven. Het afspelen wordt
automatisch gestart als het lezen is voltooid.
• Afhankelijk van de staat van de disc kan deze
wellicht niet worden afgespeeld (pagina 7, 8).
• Terwijl de eerste/laatste track op de disc wordt
afgespeeld, als er op < of , wordt gedrukt,
verspringt het afspelen naar de laatste/eerste track
op de disc.
• Na de laatste track op de disc begint het afspelen
opnieuw vanaf de eerste track.
• Als u een MP3-bestand afspeelt met een hoge
bitsnelheid, zoals 320 kbps, wordt het geluid wellicht
onderbroken.
*1 MS: MG Memory Stick System-up Player MGS-X1
*2 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
Let op bij het aansluiten van MGS-X1 en MDapparaten
Dit apparaat herkent de MGS-X1 als MD-apparaat.
• Als u wilt afspelen op de MGS-X1, drukt u op
(SOURCE) om "MS" of "MD" te selecteren. Wanneer
"MS" in het brondisplay verschijnt, wordt het
afspelen op de MGS-X1 gestart. Wordt "MD" in het
brondisplay weergegeven, dan drukt u op (MODE)
om "MS" te selecteren om het afspelen te starten.
• Als u wilt afspelen op een MD-apparaat, drukt u op
(SOURCE) om "MD" of "MS" te selecteren. Wanneer
het gewenste MD-apparaat in het brondisplay
verschijnt, wordt het afspelen gestart. Wordt "MS" of
een ander MD-apparaat in het brondisplay
weergegeven, dan drukt u op (MODE) om het
gewenste MD-apparaat te selecteren om het
afspelen te starten.
Opmerkingen bij het afspelen van een disc met
CD-gegevens/MP3-bestanden zonder audio
Een disc met CD-gegevens/MP3-bestanden zonder
audio wordt geplaatst:
– In het geval van dit apparaat wordt "NO Music" in het
display weergegeven. Het display wordt gewijzigd in
de klokweergave (het afspelen van de CD stopt).
– In het geval van een optioneel MP3-compatibel CDapparaat, wordt "NO Music" in het display
weergegeven. Het afspelen van de volgende disc
wordt gestart.
– In het geval van een optioneel CD-apparaat dat niet
compatibel is met MP3, wordt de disc afgespeeld
zonder geluid.
Opmerking
Als een optioneel apparaat is aangesloten, gaat het
afspelen verder op het optionele CD/MD-apparaat.
11
Display-items
Bij het veranderen van disc/album/track wordt
een eventueel opgenomen titel*1 voor de nieuwe
disc/track of het nieuwe album automatisch
weergegeven. Als de functie A.Scroll (Auto
Scroll) is ingesteld op "on", rollen namen van
meer dan 12 tekens (pagina 25).
Display-items
•
•
•
•
Discnaam*1/artiestennaam*2
Albumnaam*3
Tracknaam*1*3
ID3 tag*3
MP3*4/MDLP-display*5
MP3: MP3-weergave
LP2: LP2-weergave
LP4: LP4-weergave
Bron
Klok
Discnummer/ Tracknummer
Albumnummer*4
Verstreken
speelduur
Actie
Druk op
Het display-item
wijzigen
(DSPL) (PTY)
Het display-item
rollen
(SCRL)
*1 Als u op (DSPL) (PTY) drukt, wordt met "NO Disc
Name" of "NO Track Name" aangegeven dat er
geen Disc Memo (pagina 14) of opgenomen naam
kan worden weergegeven.
*2 Alleen voor CD TEXT discs met de artiestennaam.
*3 Alleen voor MP3-bestanden.
Alleen de tracknaam/artiestennaam/albumnaam in
de ID3 tag wordt weergegeven.
Als u op (DSPL) (PTY) drukt, wordt met "NO ID3
Tag" aangegeven dat er geen ID3 tag kan worden
weergegeven.
*4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
*5 Alleen beschikbaar als een optioneel MD-apparaat
met MDLP-functie is aangesloten en een MDLPdisc wordt afgespeeld.
12
Opmerkingen
• Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven.
• Bij sommige CD TEXT discs of ID3 tags met zeer
veel tekens kan de informatie niet rollen.
• Dit apparaat kan de artiestennaam voor elke track
van een CD TEXT disc niet weergeven.
Opmerkingen over MP3
• ID3 tag geldt alleen voor versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en
2.4.
• Bepaalde tekens en symbolen kunnen niet worden
weergegeven (verschijnen als " s"). Het
maximumaantal tekens dat kan worden
weergegeven voor een albumnaam (mapnaam)/
track (bestand) is 64 (Romeo) of 32 (Joliet). Voor
ID3 tag geldt een maximum van 30 tekens (voor 1.0
en 1.1) of van 126 tekens (voor 2.2, 2.3 en 2.4).
• In de volgende gevallen wordt de verstreken
speelduur wellicht niet nauwkeurig weergegeven.
– bij het afspelen van een MP3-bestand met VBR
(variabele bitsnelheid).
– tijdens vooruit-/terugspoelen.
Tip
Als de functie A.Scroll (Auto Scroll) is ingesteld op
"off" en de disc/track of het album wordt gewijzigd, rolt
de disc-/album-/tracknaam of ID3 tag niet.
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat Play
U kunt kiezen uit:
• REP-Track — de huidige track herhalen.
• REP-Album*1 — de tracks in het huidige
album herhalen.
• REP-Disc*2 — de tracks op de huidige disc
herhalen.
*1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
*2 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CD/
MD-apparaten zijn aangesloten.
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (1) (REP) tot de gewenste
instelling in het display wordt
weergegeven.
Repeat Play wordt gestart.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "REP-off".
Tracks afspelen in
willekeurige volgorde
— Shuffle Play
U kunt kiezen uit:
• SHUF-Album*1 — de tracks in het huidige
album in willekeurige volgorde afspelen.
• SHUF-Disc — de tracks op de huidige disc in
willekeurige volgorde afspelen.
• SHUF-Changer*2: de tracks op de optionele
CD-wisselaar (MD-wisselaar) in willekeurige
volgorde afspelen.
• SHUF-All*3 — alle tracks op alle aangesloten
CD-apparaten (MD-apparaten) (inclusief dit
apparaat) in willekeurige volgorde afspelen.
*1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
*2 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CDwisselaars (MD-wisselaars) zijn aangesloten.
*3 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CDapparaten of twee of meer optionele MD-apparaten
zijn aangesloten.
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (2) (SHUF) tot de gewenste
instelling in het display wordt
weergegeven.
Shuffle Play wordt gestart.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "SHUF-off".
Opmerking
Met "SHUF-All" kunt u tracks niet in willekeurige
volgorde afspelen tussen CD-apparaten en MDapparaten.
13
Een CD benoemen
— Disc Memo (als u een CD-apparaat met
CUSTOM FILE functie aansluit)
U kunt elke disc zelf een naam geven (Disc
Memo). Een discnaam kan uit maximaal 8 tekens
bestaan. Als u een CD benoemd, kunt u de disc
zoeken op naam (pagina 15).
1
Speel op een CD-apparaat met
CUSTOM FILE functie de disc af die u
wilt benoemen.
2
Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M
of m tot "Name Edit" wordt
weergegeven.
3
Druk op (ENTER).
4
Disc Memo heeft als display-item altijd voorrang
op oorspronkelijke CD TEXT informatie.
Actie
Druk op
Weergeven
(DSPL) (PTY) tijdens het
afspelen van een CD/CD
TEXT disc
Tip
Zie pagina 12 voor andere items die u wilt weergeven.
1 Druk herhaaldelijk op M*1 om het
gewenste teken te selecteren.
Disc Memo wissen
*
*1 Druk op m voor omgekeerde volgorde.
*2 (spatie)
2 Druk op , als u het gewenste
teken hebt gevonden.
Als u op < drukt, kunt u weer naar links
gaan.
3 Herhaal stap 1 en 2 om de
volledige naam in te voeren.
14
Disc Memo bekijken
Voer de tekens in.
A t B t C ... t 0 t 1 t 2 ... t +
t–t
... t *2 t A
5
Tips
• Overschrijf het teken of voer " " in om een teken te
corrigeren of te wissen.
• Er is een andere manier om het benoemen van een
CD te starten: Druk 2 seconden op (LIST) in plaats
van stap 2 en 3 uit te voeren. U kunt de bewerking
ook voltooien door 2 seconden op (LIST) te drukken
in plaats van stap 5 uit te voeren.
• U kunt CD's benoemen met een apparaat zonder
CUSTOM FILE functie als het apparaat is
aangesloten samen met een CD-apparaat dat wel
met deze functie is uitgerust. De Disc Memo wordt
opgeslagen in het geheugen van het CD-apparaat
met CUSTOM FILE functie.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"CD" te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om het
CD-apparaat met de Disc Memo te
selecteren.
3
Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M
of m tot "Name Delete" wordt
weergegeven.
4
Druk op (ENTER).
De opgeslagen namen worden weergegeven.
5
Druk herhaaldelijk op M of m om de
discnaam te selecteren die u wilt
wissen.
6
Druk 2 seconden op (ENTER).
De naam wordt gewist.
Herhaal stap 5 en 6 om andere namen te
wissen.
7
Druk twee keer op (MENU).
Het apparaat keert terug naar de normale
weergavestand.
Druk op (ENTER).
Het apparaat keert terug naar de normale
weergavestand.
Opmerkingen
• Wanneer de Disc Memo voor een CD TEXT disc
wordt gewist, verschijnt de oorspronkelijke CD TEXT
informatie.
• Als u de Disc Memo die u wilt wissen, niet kunt
vinden, moet u proberen een ander CD-apparaat te
selecteren in stap 2.
• Hebt u alle Disc Memo gewist, dan wordt "NO Data"
weergegeven en keert het apparaat terug naar de
normale weergavestand in stap 4 of 6.
Een disc zoeken op naam
— List-up (als u een CD-apparaat met CD
TEXT/CUSTOM FILE functie of een MDapparaat aansluit)
U kunt deze functie gebruiken voor discs
waaraan eigen namen zijn toegewezen*1 of voor
CD TEXT discs*2.
*1 Een disc zoeken aan de hand van de eigen naam:
als u een naam toewijst aan een CD (pagina 14) of
MD.
*2 Discs zoeken aan de hand van CD TEXT
informatie: als u een CD TEXT disc afspeelt op een
CD-apparaat met CD TEXT functie.
1
Druk tijdens het afspelen op (LIST).
De naam die aan de huidige disc is
toegewezen, wordt in het display
weergegeven.
Radio
Er kunnen maximaal 6 zenders per band (FM1,
FM2, FM3, MW en LW) worden opgeslagen.
Opgelet
Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet
u Best Tuning Memory gebruiken om ongevallen
te vermijden.
Zenders automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM)
Met deze functie selecteert het apparaat de
zenders met de sterkste signalen in de gekozen
golfband en slaat deze op in volgorde van
frequentie.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op M of m tot u de
gewenste disc vindt.
3
3
Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M
of m tot "BTM" wordt weergegeven.
Druk op (ENTER) om de disc af te
spelen.
4
Druk op (ENTER).
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Er weerklinkt een pieptoon wanneer de
instelling is opgeslagen.
Opmerking
Bepaalde letters kunnen niet worden weergegeven
(met uitzondering van de letters die door Disc Memo
worden opgeslagen).
Opmerkingen
• Als er slechts enkele zenders kunnen worden
ontvangen wegens zwakke signalen, behouden een
aantal cijfertoetsen de vorige instellingen.
• Wanneer een nummer in het display wordt
weergegeven, worden zenders opgeslagen vanaf de
zender die momenteel wordt weergegeven.
15
Opgeslagen zenders
ontvangen
Alleen de gewenste zenders
opslaan
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
U kunt de gewenste zenders handmatig opslaan
onder een cijfertoets.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te selecteren.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
3
Druk op de cijfertoets ((1) tot en met
(6)) waaronder de gewenste zender is
opgeslagen.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te selecteren.
3
Druk op < of , om af te stemmen op
de zender die u wilt opslaan.
4
Druk 2 seconden op de gewenste
cijfers ((1) tot en met (6)) tot het
voorinstelnummer wordt
weergegeven.
Tip
Druk op M of m om de zenders te ontvangen in de
volgorde waarin deze in het geheugen zijn
opgeslagen (Preset Search functie).
Als u niet kunt afstemmen op een
voorkeurzender
Druk op < of , om de zender te
zoeken (automatisch afstemmen).
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal de handeling tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
Tips
• Als automatisch afstemmen te vaak wordt
onderbroken, schakelt u de lokale zoekfunctie in om
het zoeken te beperken tot zenders met sterkere
signalen. Zie "Instellingen voor geluid en display
wijzigen" op pagina 25 voor meer informatie.
• Als u de frequentie weet van de zender waarnaar u
wilt luisteren, houdt u < of , ingedrukt tot de
frequentie ongeveer is bereikt en drukt u
herhaaldelijk op < of , om nauwkeurig af te
stemmen op de gewenste frequentie (handmatig
afstemmen).
Bij slechte stereo-FM-ontvangst
De mono-ontvangststand selecteren
Zie "Instellingen voor geluid en display
wijzigen" op pagina 25 voor meer informatie.
Het geluid verbetert, maar wordt mono ("ST"
verdwijnt uit het display).
Tip
Stel DSO in op "OFF" als FM-uitzendingen moeilijk
hoorbaar zijn (pagina 27).
16
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender gewist.
Afstemmen op een zender in
een lijst
RDS
— List-up
1
Druk tijdens radio-ontvangst op
(LIST).
De frequentie of de naam van de zender
waarop momenteel is afgestemd, verschijnt in
het display.
Overzicht van RDS
FM-zenders met de RDS-dienst (Radio Data
System) sturen onwaarneembare digitale
informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal. Bij ontvangst van een
RDS-zender verschijnt bijvoorbeeld het
volgende.
Radioband
2
Druk herhaaldelijk op M of m tot u de
gewenste zender vindt.
Als geen naam is toegewezen aan de
geselecteerde zender, verschijnt de frequentie
in het display.
3
Druk op (ENTER) om af te stemmen op
de zender.
Klok
Voorinstelnummer
Display-items*
• Zendernaam (frequentie)
• Programmatype
* Zie "Afstemmen op zenders op programmatype" op
pagina 20 voor meer informatie.
Actie
Druk op
Het display-item
wijzigen
(DSPL) (PTY)
RDS-diensten
RDS biedt tal van interessante mogelijkheden,
zoals:
• Automatisch herafstemmen, wat vooral
handig is tijdens lange ritten.
— AF t pagina 18
• Ontvangen van verkeersinformatie, zelfs
tijdens het beluisteren van andere programma's/
bronnen. — TA t pagina 19
• Zenders selecteren op programmatype.
— PTY t pagina 20
• Automatisch instellen van de kloktijd.
— CT t pagina 21
Opmerkingen
• In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet goed als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens uitzendt.
17
Automatisch opnieuw
afstemmen voor optimale
ontvangst
Voor zenders zonder alternatieve
frequenties
Druk op < of , terwijl de
zendernaam knippert (binnen 8
seconden).
Het apparaat gaat zoeken naar een andere
frequentie met dezelfde PI-gegevens
(Programme Identification). "PI Seek"
verschijnt.
Als het apparaat niet dezelfde PI-gegevens
kan vinden, keert het terug naar de vorige
frequentie.
— AF (alternatieve frequenties)
Met de AF-functie stemt de radio altijd af op het
sterkste signaal van de zender die u beluistert.
Frequenties worden automatisch gewijzigd.
98,5 MHz
96,0 MHz
Wanneer de AF-functie is ingeschakeld: de
fabrieksinstelling van het apparaat beperkt
ontvangst tot een bepaalde regio, zodat u niet
kunt overschakelen naar een andere regionale
zender met een sterkere frequentie.
Zender
102,5 MHz
1
2
Selecteer een FM-zender (pagina 15).
Druk herhaaldelijk op (AF) tot "AF-on"
wordt weergegeven.
Het apparaat gaat zoeken naar een
alternatieve zender met een sterker signaal in
hetzelfde netwerk.
Als "NO AF" knippert, heeft de zender
waarop is afgestemd, geen alternatieve
frequentie.
Als u de AF-functie wilt annuleren, selecteert u
"AF-off".
Tip
Als u de functie wilt in- of uitschakelen tijdens het
afspelen van een CD, drukt u op (AF).
18
Een regionaal programma beluisteren
Als u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat of de AF-functie volledig wilt
benutten, selecteert u "Regional-off" in het menu
(pagina 25).
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en
bepaalde andere gebieden.
Local Link-functie
(alleen voor het Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1
Druk op een cijfertoets ((1) tot en met
(6)) waaronder een lokale zender is
opgeslagen.
2
Druk binnen 5 seconden nogmaals op
de cijfertoets van de lokale zender.
3
Herhaal dit tot de gewenste zender
wordt ontvangen.
Verkeersinformatie
beluisteren
— TA (Traffic Announcement)/TP (Traffic
Programme)
Als u TA en TP inschakelt, kunt u automatisch
afstemmen op een FM-zender die
verkeersinformatie uitzendt. Deze instellingen
werken ongeacht de huidige FM-zender of bron
(bijvoorbeeld CD/MD/AUX). Na afloop van het
verkeersbericht schakelt het apparaat weer over
naar de oorspronkelijke bron.
Druk herhaaldelijk op (TA) tot "TA-on"
wordt weergegeven.
Het apparaat gaat zoeken naar zenders die
verkeersinformatie uitzenden.
Met "TP" wordt de ontvangst van dergelijke
zenders aangegeven en "TA" knippert tijdens
de ontvangst van verkeersinformatie. Het
apparaat blijft zoeken naar beschikbare TPzenders als "NO TP" wordt aangegeven.
Als u alle verkeersinformatie wilt annuleren,
selecteert u "TA-off".
Actie
Druk op
Het huidige
verkeersbericht
annuleren
(TA)
Tip
U kunt de huidige informatie ook annuleren door op
(SOURCE) of (MODE) te drukken.
Het volume van verkeersinformatie
instellen
U kunt het volume van de verkeersinformatie
instellen, zodat u geen enkel bericht mist.
1
Druk op (VOL) (+) of (VOL) (–) om het
volume aan te passen.
2
Druk 2 seconden op (TA).
"TA" wordt weergegeven en de instelling
wordt opgeslagen.
RDS-zenders met AF- en TAinstelling instellen
Wanneer u RDS-zenders instelt, slaat het
apparaat de AF-/TA-instelling (aan/uit) en de
frequentie van elke zender op. U kunt de
instelling (AF, TA of beide) voor elke zender
afzonderlijk of voor alle voorkeurzenders samen
bepalen. Als u zenders met "AF-on" instelt, slaat
het apparaat automatisch zenders met het sterkste
radiosignaal op.
Alle voorkeurzenders op dezelfde wijze
instellen
1
2
Selecteer een FM-band (pagina 15).
Druk op (AF) en/of (TA) om "AF-on"
en/of "TA-on" te selecteren.
Houd er rekening mee dat de instellingen
"AF-off" en "TA-off" van toepassing zijn op
niet-RDS-zenders en op RDS-zenders.
3
Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M
of m tot "BTM" wordt weergegeven.
4
Druk op (ENTER).
BTM knippert.
Een andere instelling voor elke
voorkeurzender opgeven
1
Selecteer een FM-band en stem af op
de gewenste zender (pagina 16).
2
Druk op (AF) en/of (TA) om "AF-on"
en/of "TA-on" te selecteren.
3
Druk 2 seconden op de gewenste
cijfers ((1) tot en met (6)) tot het
voorinstelnummer wordt
weergegeven.
Herhaal de procedure vanaf stap 1 om andere
zenders op te slaan.
Tip
Als u de AF-/TA-instelling wilt wijzigen tijdens het
afspelen van een CD, drukt u op (AF) en/of (TA).
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, schakelt het
apparaat over naar noodberichten als deze
worden uitgezonden wanneer u naar een FMzender of CD/MD/AUX luistert.
19
Afstemmen op zenders op
programmatype
1
Druk op (DSPL) (PTY) tijdens FMontvangst tot "PTY" wordt
weergegeven.
— PTY (programmatypen)
U kunt afstemmen op een zender door het
programmatype te selecteren dat u wilt
beluisteren.
Programmatypen
Display
Nieuws
News
Actualiteiten
Affairs
Informatie
Info
Sport
Sport
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
"- - - - - - - -" verschijnt als de ontvangen
zender geen RDS-zender is of als de RDSgegevens niet worden ontvangen.
2
Druk herhaaldelijk op M of m tot het
gewenste programmatype wordt
weergegeven.
De programmatypen verschijnen in de
volgorde die in de tabel wordt aangegeven.
"NO DATA" verschijnt als het
programmatype niet is opgegeven in de RDSgegevens.
3
Druk op (ENTER).
Het apparaat gaat zoeken naar een zender die
het geselecteerde programmatype uitzendt.
Educatieve programma's Educate
Toneel
Drama
Cultuur
Culture
Wetenschap
Science
Diversen
Varied
Populaire muziek
Pop M
Rock-muziek
Rock M
Easy Listening
Easy M
Licht klassiek
Light M
Klassiek
Classics
Ander type muziek
Other M
Weerberichten
Weather
Financiën
Finance
Kinderprogramma's
Children
Sociale zaken
Social A
Religie
Religion
Phone In
Phone In
Reizen
Travel
Ontspanning
Leisure
Jazz-muziek
Jazz
Country-muziek
Country
Nationale muziek
Nation M
Oldies
Oldies
Folk-muziek
Folk M
Documentaires
Document
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in sommige landen/
regio's waar geen PTY-gegevens (selecteren op
programmatype) beschikbaar zijn.
20
Klok automatisch instellen
— CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok automatisch ingesteld.
1
Druk tijdens radio-ontvangst op
(MENU) en herhaaldelijk op M of m tot
"CT-off" wordt weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op , tot "CT-on"
wordt weergegeven.
De klok wordt ingesteld.
3
Druk op (ENTER) om terug te keren
naar de normale weergave.
Overige functies
U kunt het apparaat (en optionele CD/MDapparaten) ook bedienen met een
bedieningssatelliet (optioneel).
De bedieningssatelliet
gebruiken
Bevestig eerst het juiste label afhankelijk van de
manier waarop u de bedieningssatelliet wilt
monteren.
De bedieningssatelliet werkt met toetsen en/of
draairegelaars.
Als u de CT-functie wilt annuleren, selecteert u
"CT-off" in stap 2.
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
SOUND
MODE
DSPL
DSPL
MODE
SOUND
vervolg op volgende pagina t
21
Drukken op toetsen
De regelaar draaien
(ATT)
(SOUND)
(MODE)
(SOURCE)
OFF
SEEK/AMS
regelaar
(DSPL)
(OFF)
Draai de VOL regelaar om
het volume te regelen.
Druk op
Actie
(SOURCE)
De bron wijzigen
(Radio/CD/MD*1/AUX*2)/
Aan
(MODE)
Van bediening veranderen
(Radioband/CD-apparaat*1/
MD-apparaat*1)
(ATT)
Het geluid dempen
(OFF)*
3
Draaien en loslaten:
– Tracks overslaan.
Als u tracks wilt blijven overslaan, draait u
de regelaar één keer. Vervolgens draait u
binnen 1 seconde de regelaar nogmaals en
houdt u deze vast.
– Automatisch afstemmen op zenders.
Draaien, vasthouden en loslaten:
– Snel vooruit/terug naar een track gaan.
– Handmatig zenders zoeken.
Regelaar indrukken en draaien
Afspelen of radio-ontvangst
stoppen/het apparaat
uitschakelen
(SOUND)
De geluidsinstellingen
aanpassen
(DSPL)
Het display-item wijzigen
(Druk 2 seconden op de
toets om het display-item te
rollen)
PRESET/DISC
regelaar
Regelaar indrukken en draaien:
– Voorkeurzenders ontvangen.
– Discs wijzigen tijdens het afspelen van
CD's (MD's)*1.
– Albums wijzigen*4.
*1 Alleen als het bijbehorende optionele apparaat is
aangesloten.
*2 Alleen beschikbaar als een optioneel draagbaar
apparaat van Sony is aangesloten op de AUX IN
aansluiting van het apparaat. Als u tegelijkertijd
een draagbaar apparaat van Sony en CD/MDapparaten hebt aangesloten, kunt u de AUX IN
keuzeschakelaar gebruiken.
*3 Als het contactslot van de auto geen ACC
(accessory) positie heeft, houdt u (OFF) ingedrukt
totdat het display verdwijnt.
*4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
22
Bij het afspelen van een MP3-bestand kunt u een
album selecteren met de bedieningssatelliet.
(Met dit apparaat)
Actie
Handeling
Albums overslaan Druk de regelaar in en draai
– Albumselectie
deze [één keer voor elk
album].
Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar in, draait u de
regelaar en houdt u deze
vast.
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt
aangegeven.
Verhogen
Verlagen
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
(Met optioneel apparaat)
Actie
Handeling
Discs overslaan
– Discselectie
Druk de regelaar in en draai
deze [één keer voor elke
disc].
Als u discs wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar in en draait u deze
één keer. Vervolgens draait u
binnen 1 seconde de
regelaar nogmaals en houdt
u deze vast.
Albums overslaan Druk de regelaar in, draai
– Albumselectie
deze [even vasthouden] en
laat de regelaar los.
Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar nogmaals in binnen
1 seconde nadat u deze hebt
losgelaten. Vervolgens
draait u de regelaar en houdt
u deze vast.
Druk 2 seconden op (SOUND) terwijl u
de VOL regelaar ingedrukt houdt.
Tip
U kunt ook de werkingsrichting van deze
bedieningselementen wijzigen met het apparaat
(pagina 25).
23
De geluidskenmerken
wijzigen
De BBE MP-instelling
wijzigen
U kunt de hoge en lage tonen, balans, fader en
het subwoofervolume regelen.
Met het BBE MP-proces verkrijgt u een helder
geluid van CD-kwaliteit, zelfs als u zeer
gecomprimeerd MP3-materiaal gebruikt.
1
Druk herhaaldelijk op (SOUND) om het
gewenste item te selecteren.
Wanneer u op (SOUND) drukt, wordt het
item als volgt gewijzigd:
BASS (lage tonen) t
TREBLE (hoge tonen) t
BALANCE (links-rechts) t
FADER (voor-achter) t
SUB (subwoofervolume)
2
Pas het niveau van het geselecteerde
item aan door op < of , te drukken.
Na 3 seconden keert het display terug naar de
normale weergavestand.
Opmerking
Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt
geselecteerd.
Tip
Past u de items aan met de bedieningssatelliet, dan
drukt u herhaaldelijk op (SOUND) en draait u de VOL
regelaar.
Druk tijdens het afspelen op dit
apparaat op (5) (BBE MP) om "BBE
MP-on" te selecteren.
Als u BBE MP wilt annuleren, selecteert u "BBE
MP-off".
Opmerking
De BBE MP-functie is alleen beschikbaar als u
afspeelt op dit apparaat (voor een optioneel apparaat
is BBE MP niet beschikbaar).
Tip
U kunt de BBE MP-instelling alleen wijzigen als u
afspeelt op dit apparaat.
Het geluid snel dempen
(Met de bedieningssatelliet of
kaartafstandsbediening)
Druk op (ATT).
"ATT-on" wordt even in het display
weergegeven.
Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume
te herstellen.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is
aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume
automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek
binnenkomt (Telephone ATT-functie).
24
Instellingen voor geluid en
display wijzigen
— Menu
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Setup (instelling)
•
•
•
•
Clock Adjust (pagina 10)
CT (kloktijd) (pagina 21)
Beep — de pieptonen in- of uitschakelen.
AUX-A (pagina 28) — het AUX-brondisplay
in- of uitschakelen.
• Security (pagina 29)
Display
• Clock (klokgegevens)*1 — de klok en
weergavestand tegelijkertijd weergeven (aan).
• A.IMG (automatisch beeld)*1 (pagina 28) —
door de displaybeelden van een of alle
displaystanden bladeren.
• Demo (demonstratie)*2 — de demonstratie inof uitschakelen.
– Selecteer "on" om de demonstratie in te
schakelen.
– Selecteer "off" om de demonstratie uit te
schakelen.
• Info (display-informatie)*1 — de display-items
weergeven (afhankelijk van de bron, enzovoort)
onder aan het display terwijl een displaybeeld
wordt weergegeven:
– Selecteer "on" om de display-items weer te
geven. Als u op (DSPL) (PTY) drukt, wordt
het display-item gewijzigd.
– Selecteer "off" om geen display-items weer
te geven.
• Dimmer — de helderheid van het display
regelen.
– Selecteer "Auto" om het display alleen te
dimmen wanneer u de lichten inschakelt.
– Selecteer "on" om het display te dimmen.
– Selecteer "off" om de dimmer uit te
schakelen.
• Contrast*3 — het contrast regelen als het
display moeilijk leesbaar is wegens de
installatiepositie van het apparaat.
• BlackOut*1 — het display donkerder maken in
de werkingsstand.
– Selecteer "on" om de aanduidingen
donkerder te maken.
De aanduidingen verdwijnen, maar het
apparaat reageert wel als u op een toets
drukt.
– Selecteer "off" om het display helderder te
maken.
• A.Scroll (Auto Scroll) (pagina 12)
– Selecteer "on" om weergegeven namen die
langer zijn dan 12 tekens, automatisch te
rollen.
– Als de Auto Scroll functie is ingesteld op
"off" en de disc/track of het album wordt
gewijzigd, rolt de disc-/album-/tracknaam of
ID3 tag niet.
*1 De items worden alleen in het hoofddisplay
weergegeven. U kunt de items alleen aanpassen
als het voorpaneel is gesloten.
*2 Als het apparaat is uitgeschakeld.
*3 "Contrast" wordt alleen in het subdisplay
weergegeven. U kunt alleen het contrast van het
subdisplay aanpassen.
Sound (geluid)
• EQ7 Tune (pagina 26) — de equalizercurve
aanpassen.
• HPF (hoogdoorlaatfilter) — de
kantelfrequentie selecteren. U kunt kiezen uit
"78Hz", "125Hz" en "off".
• LPF (laagdoorlaatfilter) — de kantelfrequentie
selecteren. U kunt kiezen uit "78Hz", "125Hz"
en "off".
• Loudness — voor volle lage en hoge tonen,
zelfs bij laag volume. Lage en hoge tonen
worden versterkt.
• AUX Level (pagina 29) — het volume van de
extra aangesloten apparaten aanpassen.
Receive Mode (ontvangststand)
• AF on/off (alternatieve frequenties) (pagina 18)
• Local on/off (lokale zoekfunctie) (pagina 16)
– Selecteer "on" om alleen af te stemmen op
zenders met sterkere signalen.
• Mono on/off (monostand) (pagina 16)
– Selecteer "on" om FM-stereo-uitzendingen
in mono te beluisteren.
– Selecteer "off" om terug te keren naar de
normale stand.
• Regional on/off (pagina 18)
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk op < of , om de gewenste
instelling te selecteren (voorbeeld:
"on" of "off").
4
Druk op (ENTER).
Na het instellen keert het display terug naar
de normale weergavestand.
Druk herhaaldelijk op M of m tot het
gewenste item wordt weergegeven.
Opmerking
Het weergegeven item is afhankelijk van de bron.
Tip
U kunt gemakkelijk schakelen tussen categorieën
door 2 seconden op M of m te drukken.
25
De equalizer instellen (EQ7)
U kunt een equalizercurve instellen voor 7
muziekgenres (Xplod, VOCAL, CLUB, JAZZ,
NEWAGE, ROCK en CUSTOM) of de equalizer
uitschakelen met OFF (equalizer uit).
U kunt de equalizerinstellingen voor frequentie
en niveau opslaan en aanpassen.
U kunt de EQ7-instelling voor elke bron opslaan.
Equalizercurve selecteren
1
Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (EQ7) om de
gewenste equalizercurve te
selecteren.
Wanneer u op (EQ7) drukt, wordt het item
gewijzigd.
De equalizercurve aanpassen
1
2
Druk op (MENU).
3
Druk op < of , om de gewenste
equalizercurve te selecteren en druk
op (ENTER).
Wanneer u op < of , drukt, wordt het item
gewijzigd.
4
Selecteer de gewenste instellingen
voor frequentie en niveau.
Druk herhaaldelijk op M of m tot "EQ7
Tune" wordt weergegeven. Druk op
(ENTER).
1 Druk op < of , om de gewenste
frequentie te selecteren.
Wanneer u op < of , drukt, wordt de
frequentie als volgt gewijzigd:
62Hz y 157Hz y 396Hz y 1.0kHz
y 2.5kHz y 6.3kHz y 16kHz
Selecteer "OFF" om het equalizereffect uit te
schakelen. Na 3 seconden keert het display
terug naar de normale weergavestand.
2 Druk op M of m om het volume aan
te passen.
Het volume kan worden aangepast in
stappen van 1 dB van –10 dB tot +10 dB.
Als u de standaardwaarde voor de
equalizercurve wilt herstellen, drukt u 2
seconden op (ENTER).
5
26
Druk op (ENTER).
Na het instellen van het effect keert het
display terug naar de normale weergavestand.
Dynamic Soundstage
Organizer (DSO) instellen
De displaystand en het
displaybeeld selecteren
Als de luidsprekers in het onderste gedeelte van
de deuren zijn geïnstalleerd, komt het geluid van
beneden en is het wellicht niet helder.
Met de DSO-functie (Dynamic Soundstage
Organizer) krijgt u een geluid alsof de
luidsprekers boven het dashboard zijn
gemonteerd (virtuele luidsprekers).
U kunt de DSO-instelling voor elke bron
opslaan.
U kunt kiezen uit 3 verschillende displaystanden.
U kunt ook verschillende displaybeelden
selecteren in de Wallpaper stand (1-5), Spectrum
analyzer stand (1-6) en Movie stand (1-3).
*3
*2
*1
*3
*2
*1
Opmerking
De standaardinstelling voor de Auto Image stand is
"A.IMG-All". Enkele seconden nadat u (IMAGE) op het
apparaat hebt losgelaten, keert het apparaat terug
naar de Auto Image stand. Als u een displaybeeld wilt
weergeven, stelt u "A.IMG-off" in (pagina 28).
Het displaybeeld selecteren
*4
1
Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (IMAGE) op het
apparaat om het gewenste
displaybeeld te selecteren.
Voorbeeld: Wallpaper stand
*4
*1
*2
*3
*4
DSO 1
DSO 2
DSO 3
DSO OFF
1
Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2
Druk op (DSO) om "1, 2, 3" of "OFF" te
selecteren.
Als u de DSO-functie wilt annuleren, drukt u
op "OFF".
Na 3 seconden keert het display terug naar de
normale weergavestand.
Opmerkingen
• DSO heeft wellicht niet het gewenste effect,
afhankelijk van het auto-interieur of het
muziekgenre.
• Als FM-uitzendingen moeilijk hoorbaar zijn, stelt u
DSO in op "OFF".
Wanneer u op (IMAGE) op het apparaat
drukt, wordt het displaybeeld als volgt
gewijzigd:
Wallpaper stand 1-5 t
Spectrum analyzer stand 1-6 t
Movie stand 1-3 t
normale weergavestand
Als u deze stand wilt annuleren, selecteert u de
normale weergavestand.
vervolg op volgende pagina t
27
De Auto Image stand selecteren
In de Auto Image stand worden de
displaybeelden van één of van alle
displaystanden automatisch opeenvolgend (om
de 10 seconden) weergegeven. Dit gebeurt als
volgt:
• A.IMG-All — de displaybeelden in alle
displaystanden herhaaldelijk in willekeurige
volgorde weergeven.
• A.IMG-SA — de displaybeelden van de
Spectrum analyzer stand herhaaldelijk
opeenvolgend weergeven.
• A.IMG-Movie — de displaybeelden van de
Movie stand herhaaldelijk opeenvolgend
weergeven.
1
Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2
3
Druk op (MENU).
4
Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste instelling te selecteren.
5
Druk op (ENTER).
De AUX IN aansluiting (externe audio-ingang)
van dit apparaat fungeert ook als BUS AUDIO
IN aansluiting (audio-ingang).
Sluit optionele draagbare Sony-apparaten aan om
het geluid te beluisteren via de autoluidsprekers.
Opmerking
Als u een optioneel Sony CD/MD-apparaat aansluit,
kunt u geen draagbare apparaten aansluiten en wordt
u "AUX" niet in het display weergegeven als bron.
Als u tegelijkertijd een draagbaar apparaat van Sony
en CD/MD-apparaten hebt aangesloten, kunt u de
AUX IN keuzeschakelaar gebruiken.
Extra apparaten selecteren
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"AUX" te selecteren.
Druk herhaaldelijk op M of m tot
"A.IMG" wordt weergegeven.
Als u de Auto Image stand wilt annuleren,
selecteert u "A.IMG-off".
Tips
• Als u in de Auto Image stand op (IMAGE) op het
apparaat drukt, wordt het displaybeeld gewijzigd.
Enkele seconden nadat u (IMAGE) op het apparaat
hebt losgelaten, keert het apparaat terug naar de
vorige Auto Image instelling.
• Als u de Info stand instelt op "off", worden er geen
display-items weergegeven (pagina 25).
28
Extra audio-apparaten
aansluiten
Het volume aanpassen
U kunt het volume voor alle aangesloten
apparaten regelen.
1
2
Druk op (MENU).
3
4
Druk op (ENTER).
5
Druk op (ENTER).
Druk herhaaldelijk op M of m om "AUX
Level" te selecteren.
Druk herhaaldelijk op M of m om het
gewenste volume te selecteren.
Het volume is in stappen van 1 dB regelbaar
van –6 dB tot +6 dB.
Extra apparaten in het brondisplay
uitschakelen
1
Druk op (OFF).
De CD-weergave of radio-ontvangst wordt
gestopt.
2
3
Druk op (MENU).
4
Druk op , om "AUX-A-off" te
selecteren.
5
Druk op (MENU).
Druk herhaaldelijk op M of m tot "AUXA-on" wordt weergegeven.
Als u de aanduiding wilt herstellen, selecteert u
"AUX-A-on".
Beveiligingscode instellen
Dit apparaat is beveiligd tegen diefstal. Voer een
4-cijferig getal in als beveiligingscode.
Wanneer de code is ingesteld, moet deze worden
ingevoerd wanneer het apparaat in een andere
auto wordt gemonteerd of na het loskoppelen van
de accu.
1
2
3
Druk op (SOURCE).
4
Druk op (ENTER).
Het venster Code Set wordt weergegeven.
Druk op (MENU).
Druk herhaaldelijk op M of m om
"Security" te selecteren.
1 Druk herhaaldelijk op M of m om het
eerste cijfer (0-9) in te voeren.
2 Druk op , om de cursor naar het
2e cijfer te brengen en druk
herhaaldelijk op M of m om het 2e
cijfer in te voeren.
Wanneer u op M drukt, wordt het cijfer met
één verhoogd en wanneer u op m drukt,
wordt het cijfer met één verlaagd.
3 Herhaal stap 2 om het 3e en 4e
cijfer in te voeren.
5
Druk op (ENTER).
Het venster Check Code wordt weergegeven.
6
Druk herhaaldelijk op M of m om
"YES" te selecteren.
7
Druk op (ENTER).
Het normale display verschijnt weer.
Opmerkingen
• De beveiligingscode kan niet worden ingevoerd met
de cijfertoetsen (1-6).
• Zorg ervoor dat u de beveiligingscode niet vergeet.
• Als u "NO" selecteert in stap 6 en op (ENTER) drukt,
verschijnt het venster Code Set uit stap 4 weer.
vervolg op volgende pagina t
29
Als de beveiligingscode is ingesteld
Als het apparaat in een andere auto wordt
geplaatst of wanneer de accu is losgekoppeld,
verschijnt het venster Check Code als het
apparaat wordt ingeschakeld. Voer de opgeslagen
4-cijferige code in met M/m/, en druk op
(ENTER).
Aanvullende informatie
Onderhoud
Het venster Code Input
Zekeringen vervangen
OK: terug naar het display met de klok.
NG: "Code Error" wordt weergegeven.
Voer de juiste code in met M/m/,.
Vervang een zekering altijd door een identiek
exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u
de voedingsaansluiting controleren en de
zekering vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn
van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat
geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Beveiligingscode annuleren
Herhaal stap 1 tot en met 4 van
"Beveiligingscode instellen" (het venster Code
Del verschijnt). Voer de opgeslagen code in met
M/m/, en druk op (ENTER).
Zekering
(10 A)
Het venster Code Del
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan
de standaardzekering van het apparaat omdat dit
hierdoor kan worden beschadigd.
OK: "Complete" wordt weergegeven en u keert
terug naar het normale display.
NG: "Code Error" wordt weergegeven.
Voer de juiste code in met M/m/,.
Opmerking
De beveiligingscode kan pas worden gewijzigd als u
de opgeslagen code hebt gewist.
Tip
Als er geen code is ingesteld, verschijnt het venster
Code Del niet.
30
De lithiumbatterij vervangen
Opmerkingen over de lithiumbatterij
In normale omstandigheden gaan de batterijen
ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden kan de levensduur
korter zijn.) Wanneer de batterij verzwakt, wordt
het bereik van de kaartafstandsbediening kleiner.
Vervang de batterij door een nieuwe CR2025
lithiumbatterij. Bij een andere batterij bestaat er
brand- of explosiegevaar.
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer
een batterij wordt ingeslikt.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek
voor een goed contact.
• Houd bij het plaatsen van de batterij rekening
met de juiste polariteit.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang
om kortsluiting te voorkomen.
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
x
+ zijde omhoog
Voor de Klanten in
Nederland
Gooi de batterij niet weg
maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
31
Het apparaat verwijderen
1
Verwijder de beschermende rand.
1 Bevestig de ontgrendelingssleutels
op de beschermende rand.
Plaats de
ontgrendelingssleutel
op de juiste manier.
2
Verwijder het apparaat.
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels
en duw hierop tot deze vastklikken.
Het haakje moet
naar binnen wijzen.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om het apparaat los te maken.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om de beschermende rand te
verwijderen.
3 Schuif het apparaat uit de houder.
32
Specificaties
Algemeen
CD-speler
Signaal-ruis verhouding
Frequentiebereik
Snelheidsfluctuaties
120 dB
10 – 20.000 Hz
Minder dan meetbare
waarden
Tuner
FM
Afstembereik
Antenne-aansluiting
87,5 – 108,0 MHz
Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie
10,7 MHz/450 kHz
Minimale gevoeligheid
9 dBf
Selectiviteit
75 dB bij 400 kHz
Signaal-ruis verhouding 67 dB (stereo),
69 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz
0,5 % (stereo),
0,3 % (mono)
Scheiding
35 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik
30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik
Antenne-aansluiting
Tussenfrequentie
Gevoeligheid
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Aansluiting voor externe
antenne
10,7 MHz/450 kHz
MW: 30 µV
LW: 40 µV
Versterker
Uitgangen
Luidsprekeruitgangen
(sure seal)
Luidsprekerimpedantie
4 – 8 ohm
Maximum uitgangsvermogen
52 W × 4 (bij 4 ohm)
Uitgangen
Audio-uitgangen (voor/
achter)
Subwoofer-uitgang (mono)
Relaisaansluiting
elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen
Telephone ATTbedieningsaansluiting
Verlichtingsstuuraansluiting
BUS-bedieningsingang
BUS audio-ingang of AUX
IN aansluiting
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
Toonregeling
Bass ±8 dB bij 100 Hz
Treble ±8 dB bij 10 kHz
Loudness
+8 dB bij 100 Hz
+2 dB bij 10 kHz
Voeding
12 V gelijkstroom accu
(negatieve aarde)
Afmetingen
Ongeveer
178 × 50 × 184 mm (b/h/d)
Inbouwafmetingen
Ongeveer
182 × 53 × 162 mm (b/h/d)
Gewicht
Ongeveer 1.7 kg
Meegeleverde accessoires Onderdelen voor installatie
en aansluitingen (1 set)
Kaartafstandsbediening
RM-X142
Optionele accessoires
Draadloze
bedieningssatelliet
RM-X6S
Bedieningssatelliet
RM-X4S
BUS-kabel (geleverd met
RCA-kabel)
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
Optionele apparatuur
CD-wisselaar (10 discs)
CDX-757MX
CD-wisselaar (6 discs)
CDX-T70MX, CDX-T69
MD-wisselaar (6 discs)
MDX-66XLP
Bronkeuzeschakelaar
XA-C30
AUX IN keuzeschakelaar
XA-300
Opmerking
Dit apparaat kan niet worden aangesloten op een
digitale voorversterker of een equalizer die compatibel
is met het Sony BUS-systeem.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
33
Problemen oplossen
Het apparaat wordt constant van stroom
voorzien.
De auto heeft geen ACC-positie.
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij
het oplossen van problemen die zich met het
apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Algemeen
Geen geluid.
• Druk op (VOL) (+) om het volume aan te
passen.
• Zet de ATT-functie uit.
• Zet de faderregelaar in het midden voor een
systeem met 2 luidsprekers.
• U probeert een MP3-bestand af te spelen op
een optioneel CD-apparaat dat niet geschikt
is voor MP3.
t Speel het bestand af op een MP3compatibel CD-apparaat van Sony, zoals
de CDX-757MX.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is
losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgezet (pagina 25).
• Er is een optionele versterker aangesloten en
u gebruikt de ingebouwde versterker niet.
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in
het weergavevenster.
• Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt
en deze toets ingedrukt houdt.
t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze
toets ingedrukt tot het display verschijnt.
• De aanduidingen worden niet weergegeven
als u BlackOut instelt op "on".
t Stel BlackOut in op "off" (pagina 25).
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid met de contactsleutel op ON,
ACC of OFF.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de
auto.
Het apparaat wordt niet van stroom
voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de
zekering wanneer alles in orde is.
• De auto heeft geen ACC-positie.
t Druk op (SOURCE) (of plaats een disc)
om het apparaat in te schakelen.
34
De elektrisch bediende antenne schuift niet
uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen
relaisdoos.
CD's/MD's afspelen
Een disc kan niet worden geplaatst.
• Er zit al een CD in het apparaat.
• De CD is met kracht omgekeerd of in de
verkeerde richting geplaatst.
Het afspelen begint niet.
• Defecte MD of vuile CD.
• Ongefinaliseerde CD-R/CD-RW.
• U probeert een CD-R/CD-RW af te spelen
die niet geschikt is voor audiotoepassingen.
• Bepaalde CD-R's/CD-RW's kunnen niet
worden afgespeeld wegens de opnameapparatuur of de staat van de disc.
MP3-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
• De opname is verricht conform de indeling
ISO 9660 Level 1 of Level 2 of de indeling
Joliet of Romeo in expansie-indeling.
• De extensie ".mp3" is niet toegevoegd aan de
bestandsnaam.
• Bestanden zijn niet opgeslagen in MP3indeling.
MP3-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat
het afspelen wordt gestart:
– discs die zijn opgenomen met een
gecompliceerde structuur;
– discs die in meerdere sessies zijn
opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Een disc wordt automatisch uitgeworpen.
De omgevingstemperatuur is hoger dan 50°C.
De bedieningstoetsen werken niet.
De CD wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets.
Het geluid verspringt door trillingen.
• Het apparaat is geïnstalleerd in een hoek van
meer dan 45°.
• Het apparaat is niet op een stabiele plaats in
de auto gemonteerd.
Het geluid verspringt.
Vuile of defecte disc.
Radio-ontvangst
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Radiozenders kunnen niet worden
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit een antennebedieningskabel (blauw) of
hulpvoedingskabel (rood) aan op de
voedingskabel van de antenneversterker van
de auto. (Alleen als de auto is uitgerust met
een FM/MW/LW-antenne in de achter-/
zijruit.)
• Controleer de aansluiting van de autoantenne.
• De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
voedingskabel van de auto-antenne.
• Controleer de frequentie.
• Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het
geluid soms gestoord.
t Stel de DSO-functie in op "OFF"
(pagina 27).
RDS
Het zoeken wordt gestart na enkele
seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Druk herhaaldelijk op (AF) of (TA) tot
"AF-off" of "TA-off" wordt weergegeven.
Geen verkeersinformatie.
• Schakel "TA" in.
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch
geen verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "- - - - - - - -" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet
door.
Er kan niet automatisch worden afgestemd
op zenders.
• De lokale zoekfunctie is ingesteld op "on".
t Stel de lokale zoekfunctie in op "off"
(pagina 25).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
De aanduiding "ST" knippert.
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Schakel over naar mono-ontvangst
(pagina 25).
Een stereo-uitzending wordt mono
weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Annuleer de mono-ontvangststand
(pagina 25).
35
Foutmeldingen
Foutweergave
(Voor dit apparaat en optionele CD/MDwisselaars)
De volgende aanduidingen knipperen ongeveer 5
seconden en er weerklinkt een alarmsignaal.
Blank*
Berichten
Local Seek +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen (pagina 16).
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de
huidige zender.
1
Er zijn geen tracks opgenomen op een MD*2.
t Speel een MD af waarop tracks zijn
opgenomen.
Error*1
• Een CD is vuil of omgekeerd geplaatst*2.
t Reinig de CD of plaats deze op de juiste
manier.
• Een CD/MD kan niet worden afgespeeld
wegens een probleem*2.
t Plaats een andere CD/MD.
Failure
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de installatiehandleiding van dit
model om de aansluitingen te controleren.
High Temp
De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan
50°C.
t Wacht tot de temperatuur lager is dan
50°C.
NO Disc*1
Er is geen disc in het CD/MD-apparaat
geplaatst.
t Plaats een disc in het CD/MD-apparaat.
NO Magazine
Er is geen discmagazijn in het CD-apparaat
geplaatst.
t Plaats het magazijn in het CD-apparaat.
NO Music*2
Er is een CD zonder muziekbestanden in het
MP3-compatibele CD-apparaat geplaatst.
t Plaats een muziek-CD in het MP3compatibele CD-apparaat.
Offset
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de
foutmelding in het display blijft staan,
moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar
raadplegen.
Push Reset
Het CD/MD-apparaat werkt niet wegens een
probleem.
t Druk op de RESET toets op het apparaat.
36
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
*1 Wanneer er een CD/MD-wisselaar is aangesloten,
verschijnt het discnummer van de CD of MD in het
display.
*2 Het discnummer van de disc met de fout verschijnt
in het display.
"
" of "
"
U hebt het begin of het einde van de disc
bereikt en u kunt niet verder.