Documenttranscriptie
Welkom!
Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact
Disc Player. Dit apparaat biedt u tal van
mogelijkheden die u nog beter kunt benutten met
behulp van:
• Afspelen van MP3-bestanden.
• CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie is
toegevoegd, kunnen worden afgespeeld
(pagina 7).
• Discs die zijn opgenomen in meerdere sessies,
kunnen worden afgespeeld, afhankelijk van de
opnamemethode (pagina 7).
• Los verkrijgbare CD/MD-apparatuur
(wisselaars en spelers)*1.
• ID3 tag*2 versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 of 2.4
(verschijnt bij het afspelen van een MP3bestand).
• CD TEXT informatie (verschijnt wanneer een
CD TEXT disc*3 wordt afgespeeld).
• Bijgeleverd accessoire
Kaartafstandsbediening RM-X115
• Los verkrijgbaar accessoire
Bedieningssatelliet RM-X4S
*1 Dit apparaat werkt alleen met Sony-producten.
*2 ID3 tag is een MP3-bestand met informatie over
albumnaam, artiestennaam, tracknaam, enzovoort.
*3 Een CD TEXT disc is een audio-CD die informatie
bevat zoals discnaam, artiestennaam en
tracknamen. Deze informatie is opgenomen op de
disc.
Dit label bevindt zich onderaan op het toestel.
2
Inhoudsopgave
Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Voorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen bij discs . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Over MP3-bestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Aan de slag
Instellingen wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . 9
Klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
CD-speler
CD/MD-apparatuur (los
verkrijgbaar)
Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Weergave-items . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Tracks afspelen in willekeurige volgorde
— Shuffle Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Een CD benoemen
— Disc Memo*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een disc zoeken op naam
— List-up* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
* Functies beschikbaar met optionele CD/MDapparatuur
Radio
Zenders automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM). . . . . . . 15
Opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . . . . 16
Alleen de gewenste zenders opslaan . . . . . . 16
RDS
Overzicht van RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Automatisch opnieuw afstemmen voor
optimale ontvangst
— AF (alternatieve frequenties). . . . . . . 17
Verkeersinformatie beluisteren
— TA (Traffic Announcement)/TP (Traffic
Programme) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
RDS-zenders met AF- en TA-instelling
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Afstemmen op zenders volgens
programmatype
— PTY (programmatypes). . . . . . . . . . . 19
Klok automatisch instellen
— CT (kloktijd) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Andere functies
De bedieningssatelliet gebruiken . . . . . . . .
De geluidskarakteristieken wijzigen . . . . . .
Het geluid snel dempen. . . . . . . . . . . . . . . .
Instellingen voor het geluid en het display
wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De equalizer instellen (EQ3). . . . . . . . . . . .
Dynamic Soundstage Organizer (DSO)
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
20
22
22
23
24
24
Aanvullende informatie
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . .
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
25
26
27
28
29
3
Bedieningselementen
Raadpleeg de volgende pagina's voor meer details.
OPEN
ATT
DSPL
DSO
SEL
EQ3
SEEK
–
SOURCE
MODE
OFF
DISC
1
+
2
REP
SHUF
3
4
5
6
AF/TA
BTM
LIST
SENS
PTY
CDX-F5500
a ATT (dempen) toets 23
b DSPL (displaystand wijzigen) toets
10, 12, 14, 17
c Display
d Z (uitwerpen) toets (aan de voorzijde van
het apparaat, achter het voorpaneel) 11
e DSO toets 25
f OPEN toets 9, 11
g Volume +/– toets
h Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
i SEL (selectie) toets
Items selecteren.
j SOURCE (Aan/Radio/CD/MD) toets
De bron selecteren.
k MODE toets
De werkingsstand wijzigen.
l OFF (Stop/Uit) toets* 9, 11
m RESET toets (aan de voorzijde van het
apparaat, achter het voorpaneel) 9
n Cijfertoetsen 24
Radio:
De gewenste zenders opslaan onder de
cijfertoetsen.
CD (MP3-bestanden)/MD:
(1): DISC (ALBUM) – 12
(2): DISC (ALBUM) + 12
(3): REP 13
(4): SHUF 13
o AF/TA toets 17, 18, 19
p SENS/BTM toets 15, 16, 19
q PTY (programmatype)/LIST toets
14, 15, 20
r EQ3 toets 24
s SEEK +/– toets
Radio:
Automatisch afstemmen op zenders/
handmatig zoeken naar zenders.
CD (MP3-bestanden)/MD:
Snel vooruit/terug naar een track gaan.
* Waarschuwing bij het monteren in een
auto waarvan het contactslot geen ACC
(accessory) positie heeft
Als de motor is uitgeschakeld, moet u op
(OFF) drukken en deze toets ingedrukt
houden tot het display verdwijnt.
Als u dit niet doet, wordt het display niet
uitgeschakeld en raakt de accu uitgeput.
4
Kaartafstandsbediening RM-X115
Een disc en album kiezen met de
kaartafstandsbediening
Discs en albums kunnen worden overgeslagen
met de DISC (ALBUM) (+/–) toetsen van de
kaartafstandsbediening.
DSPL
MODE
+
PRESET
SEEK–
SOURCE
(Met dit apparaat)
Om
Druk op
Albums over te
slaan*
– Albumkeuze
+ of – [één keer voor elk
album]
Houd een van deze toetsen
ingedrukt om albums te
blijven overslaan.
SEEK+
PRESET
–
OFF
+
(Met los verkrijgbare apparatuur)
ATT
VOL
–
De overeenkomstige toetsen op de
kaartafstandsbediening bedienen
dezelfde functies als die op het apparaat.
a
b
c
d
e
f
g
h
DSPL toets
SOURCE toets
SEEK (–/+) toetsen
OFF toets
VOL (+/–) toetsen
MODE toets
PRESET (DISC/ALBUM) (+/–) toetsen
ATT toets
Opmerking
Als u het display hebt uitgeschakeld door op (OFF) te
drukken, kan het apparaat niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening tenzij er eerst op
(SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of een disc
wordt geplaatst om het apparaat in te schakelen.
Om
Druk op
Discs over te slaan + of – [één keer voor elke
disc]
– Discselectie
Druk één keer op een toets
en vervolgens binnen
2 seconden nogmaals op een
van de toetsen (en houd deze
ingedrukt) om discs te
blijven overslaan.
Albums over te
slaan*
– Albumkeuze
+ of – [even vasthouden] en
laat deze los.
Als u albums wilt blijven
overslaan, laat u deze toets
los en drukt u binnen
2 seconden weer op de toets
(en houdt u deze ingedrukt).
* Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
Tracks blijven overslaan
Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) op de
kaartafstandsbediening. Druk vervolgens binnen
2 seconden nogmaals op deze toets en houd deze
ingedrukt.
Tip
Zie "De lithiumbatterij vervangen" op pagina 26 voor
meer informatie over het vervangen van de batterij.
5
Voorzorgsmaatregelen
Opmerkingen bij discs
• Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat
u het gaat gebruiken.
• Een elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit wanneer het apparaat wordt
aangezet.
• Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat
deze schoon blijft. Pak de disc bij de randen
vast.
• Bewaar de discs in hun doosje of discmagazijn
wanneer u deze niet gebruikt.
• Stel discs niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen. Laat de discs niet achter in een
geparkeerde auto of op het dashboard/de
hoedenplank.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot
dit apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan op de lenzen in het apparaat vocht
condenseren. In dat geval kan de werking van het
apparaat zijn verstoord. Verwijder in dat geval de
disc en wacht ongeveer een uur tot alle
condensvocht is verdampt.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
• Kleef geen labels en gebruik ook geen discs
met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de
werking wordt verstoord of de disc beschadigd
kan raken.
• Gebruik geen discs waarop stickers zijn
gekleefd.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat
leiden tot:
– het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme
blokkeert).
– het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
weergegeven) doordat de sticker onder
invloed van de warmte krimpt en de disc
kromtrekt.
• Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld
hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit
apparaat worden afgespeeld. Indien u dat toch
doet, kan het apparaat worden beschadigd.
Gebruik dergelijke discs niet.
• U kunt geen 8-cm CD's afspelen.
6
• Maak een disc voor het afspelen altijd schoon
met een in de handel verkrijgbare doek. Veeg
de disc van binnen naar buiten schoon. Gebruik
geen oplosmiddelen, zoals benzine of thinner,
in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Over MP3-bestanden
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3) is een
standaardtechnologie en -indeling voor het
comprimeren van geluid. Het bestand wordt
gecomprimeerd tot ongeveer 1/10e van de
oorspronkelijke grootte. Geluiden buiten het
hoorbare bereik worden gecomprimeerd terwijl
geluiden die de mens wel kan horen, niet worden
gecomprimeerd.
Opmerkingen over discs
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiliging
Dit product is ontworpen om discs af te spelen
die conformeren aan de Compact Disc (CD)
standaard. Recentelijk worden door sommige
bedrijven discs op de markt gebracht die zijn
gecodeerd met copyrightbeveiliging. Sommige
van deze discs conformeren niet aan de CD
standaard en kunnen wellicht niet worden
afgespeeld op dit apparaat.
Opmerkingen bij CD-R's (opneembare
CD's)/CD-RW's (herschrijfbare CD's)
Dit apparaat kan de volgende discs afspelen:
Soorten discs
Label op de disc
Audio CD
MP3 bestanden
• Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de
opname-apparatuur of de staat van de disc)
kunnen niet met dit apparaat worden
afgespeeld.
• U kunt geen CD-R/CD-RW afspelen die niet is
gefinaliseerd*.
• U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's
of CD-RW's afspelen.
• Een CD-R/CD-RW waaraan een sessie is
toegevoegd, kan worden afgespeeld.
* Proces dat nodig is om een opgenomen CD-R/CDRW disc af te spelen met een CD-speler.
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's
of CD-RW's afspelen.
De disc moet van ISO 9660*1-indeling niveau 1
of niveau 2, of Joliet of Romeo in de expansieindeling zijn.
U kunt een disc gebruiken die is opgenomen in
meerdere sessies*2.
*1 ISO 9660-indeling
De meest gebruikelijke internationale norm
voor de logische indeling van bestanden en
mappen op een CD-ROM.
Er zijn verschillende specificatieniveaus. In
Level 1 moeten bestandsnamen de notatie 8,3
hebben (maximaal 8 tekens voor de naam,
maximaal 3 tekens voor de extensie ".MP3")
en uit hoofdletters bestaan. Mapnamen
kunnen niet meer dan 8 tekens bevatten. Er
kunnen maximaal 8 geneste mapniveaus zijn.
Bij Level 2 mogen de bestandsnamen uit
maximaal 31 tekens bestaan.
Elke map kan maximaal 8 bomen bevatten.
Voor Joliet of Romeo in expansie-indeling
moet u de inhoud van de schrijfsoftware,
enzovoort controleren.
*2 Meerdere sessies
Dit is een opnamemethode waarbij gegevens
met de methode Track-At-Once worden
toegevoegd. Conventionele CD's zijn aan het
begin en eind van de CD-sturing voorzien van
een zogenaamde Lead-in en Lead-out zone.
Een CD die is opgenomen in meerdere
sessies, is een CD met verschillende sessies,
waarbij elk segment van Lead-in tot Lead-out
als één enkele sessie wordt beschouwd.
CD-Extra: de indeling waarbij audio (audioCD-gegevens) als tracks tijdens sessie 1
wordt opgenomen en gegevens als tracks
tijdens sessie 2 worden opgenomen.
Mixed CD: bij deze indeling worden
gegevens opgenomen als track 1 en audio
(audio-CD-gegevens) als track 2.
vervolg op volgende pagina t
7
Opmerkingen
• Met andere indelingen dan ISO 9660 niveau 1 en
niveau 2 kunnen map- of bestandsnamen niet
correct worden getoond.
• Voeg altijd de extensie ".MP3" toe aan de
bestandsnaam.
• Als u de extensie ".MP3" toevoegt aan een ander
bestandstype dan MP3, kan het apparaat het
bestand wellicht niet goed herkennen en ruis
produceren die uw luidsprekers kan beschadigen.
• De volgende discs beginnen minder snel te spelen:
– een disc opgenomen met ingewikkelde
boomstructuur;
– een disc opgenomen in meerdere sessies;
– een disc waarop gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Weergavevolgorde van MP3-bestanden
De afspeelvolgorde van mappen en bestanden is
als volgt:
1
Map (album)
1
MP3-bestand
(track)
2
2
3
3
Let op bij het afspelen van een disc opgenomen in
meerdere sessies
• Wanneer de eerste track van de eerste sessie uit
audio-CD-gegevens bestaat:
Alleen audio-CD-gegevens van de eerste track
worden afgespeeld.
Eventuele gegevens in volgende sessies worden
overgeslagen.
• Wanneer de eerste track van de eerste sessie niet
uit audio-CD-gegevens bestaat:
– Wanneer er een MP3-bestand op de disc staat,
wordt alleen het MP3-bestand afgespeeld en
worden andere gegevens overgeslagen. (AudioCD-gegevens worden niet herkend.)
– Als er geen MP3-bestand op de disc staat,
verschijnt "NO MUSIC" en wordt er niets
afgespeeld. (Audio-CD-gegevens worden niet
herkend.)
4
5
4
5
6
6
7
7
8
8
9
Boom 1
(hoofd)
Boom 2
Boom 3
Boom 4
Boom 5
Opmerkingen
• Een map die geen MP3-bestand bevat, wordt
overgeslagen.
• Als u een disc met veel bomen plaatst, duurt het
langer voordat het afspelen begint. U kunt het beste
een of twee bomen voor elke disc maken.
• Maximumaantal mappen: 150 (inclusief hoofdmap
en lege mappen)
• Maximumaantal MP3-bestanden en mappen die op
een disc passen: 300
Wanneer een bestands-/mapnaam uit veel tekens
bestaat, kan dit minder zijn dan 300.
Tip
Als u een gewenste afspeelvolgorde wilt opgeven, laat
u de map- of bestandsnaam beginnen met een
nummer (bijvoorbeeld "01", "02") en neemt u deze dan
op een disc op. (De volgorde verschilt afhankelijk van
de schrijfsoftware.)
8
Aan de slag
Het voorpaneel verwijderen
Het voorpaneel van dit apparaat kan worden
verwijderd ter beveiliging tegen diefstal.
Instellingen wissen
Voor u het apparaat voor het eerst in gebruik
neemt of na het vervangen van de accu of het
wijzigen van de aansluitingen, dient u de
instellingen van het apparaat te wissen.
Verwijder het voorpaneel en druk met een puntig
voorwerp, zoals een balpen, op de RESET toets.
Waarschuwingstoon
Wanneer u het contact in de stand OFF zet
zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u de
waarschuwingstoon enkele seconden.
Als u een los verkrijgbare versterker aansluit en
niet de ingebouwde versterker gebruikt, wordt de
pieptoon uitgeschakeld.
1
* Als de auto niet is voorzien van een contactslot
met ACC (accessoire) positie, moet u het
apparaat uitschakelen door op (OFF) te drukken
totdat het display verdwijnt. Zo voorkomt u dat de
accu uitgeput raakt.
RESET toets
Opmerking
Als u op de RESET toets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde geheugenfuncties gewist.
Druk op (OFF)*.
CD/MD-weergave of radio-ontvangst stopt
(sleutelverlichting en display blijven aan).
2
Druk op (OPEN) en schuif het
voorpaneel naar rechts. Trek de
linkerzijde van het voorpaneel
voorzichtig naar u toe.
1
2
Opmerkingen
• Als u het voorpaneel losmaakt terwijl het apparaat
nog aan staat, wordt het automatisch uitgeschakeld
om te voorkomen dat de luidsprekers worden
beschadigd.
• Druk niet te hard op het voorpaneel en het display.
• Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet
achter in een geparkeerde auto of op het
dashboard/de hoedenplank.
Tip
Neem het voorpaneel mee in het bijgeleverde
beschermhoes.
vervolg op volgende pagina t
9
Het voorpaneel bevestigen
Plaats opening A van het voorpaneel op de stift
B van het apparaat en druk zachtjes op de
linkerzijde.
Druk op (SOURCE) op het apparaat (of plaats
een CD) om het apparaat in te schakelen.
Klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurssysteem.
Voorbeeld: De klok instellen op 10:08
1
Druk 2 seconden op (DSPL).
De uren knipperen.
A
B
1 Druk op de volumetoets +/– om het
uur in te stellen.
2 Druk op (SEL).
De minuten knipperen.
3 Druk op de volumetoets +/– om de
minuut in te stellen.
2
Druk op (DSPL).
x
De klok begint te lopen. Na het instellen van
de klok keert het display terug naar de
normale weergavestand.
Tip
U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 20).
Opmerking
Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel.
10
CD-speler
CD/MD-apparatuur (los
verkrijgbaar)
Met dit apparaat kunt u niet alleen een CD
afspelen maar ook externe CD/MD-apparatuur
bedienen.
Een disc afspelen
(Met dit apparaat)
1
Druk op (OPEN) en plaats de disc (met
het label omhoog).
Om
Druk op
De weergave te
stoppen
(OFF)
De disc uit te
werpen
(OPEN) en vervolgens op
Z
Tracks over te
slaan
– Automatic
Music Sensor
(SEEK) (–/+)
(./>)
[één keer voor elke track]
Snel vooruit/
(SEEK) (–/+)
achteruit te spoelen (m/M)
– Manual Search [tot gewenst punt]
Albums over te
slaan*
– Albumselectie
(1)(ALBUM–) of
(2)(ALBUM+)
* Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
Als u tracks wilt blijven overslaan, drukt u op
(SEEK) (+) of (SEEK) (–). Vervolgens drukt u
binnen 2 seconden nogmaals op deze toets en
houdt u deze ingedrukt.
2
Sluit het voorpaneel.
Het afspelen begint automatisch.
Als er al een disc is geplaatst, drukt u
herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD" verschijnt
om het afspelen te starten.
Opmerkingen
• Voordat een track wordt afgespeeld, leest dit
apparaat de track- en albumgegevens op de disc.
Afhankelijk van de trackstructuur kan dit meer dan
een minuut duren. Tijdens het lezen wordt "READ"
weergegeven. Wacht tot het afspelen automatisch
wordt gestart wanneer het lezen is voltooid.
• Afhankelijk van de staat van de disc kan het mogelijk
niet worden afgespeeld (pagina 6, 7).
• Terwijl de eerste/laatste track op de disc wordt
afgespeeld, als op (SEEK) (–) of (SEEK) (+) wordt
gedrukt, verspringt de weergave naar de laatste/
eerste track van de disc.
• Na de laatste track op de disc begint de weergave
opnieuw vanaf de eerste track.
• Als u een MP3-bestand met hoge bitsnelheid van
bijvoorbeeld 320 kbps afspeelt, kan het geluid
fluctueren.
vervolg op volgende pagina t
11
(Met los verkrijgbare apparatuur)
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"CD" of "MD (MS*1)" te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) tot het
gewenste apparaat verschijnt.
De weergave begint.
Om
Druk op
Weergave-items
Bij het veranderen van disc/album/track wordt
een eventueel opgenomen titel*1 voor de nieuwe
disc/track of het nieuwe album automatisch
weergegeven. Als de functie A.SCRL (Auto
Scroll) is ingesteld op "ON", rollen namen van
meer dan 8 tekens (pagina 23).
Bron
Discs over te slaan (1)(DISC–) of
– Discselectie
(2)(DISC+)
[één keer voor elke disc]
Albums over te
slaan*2
– Albumselectie
(1)(ALBUM–) of
(2)(ALBUM+)
[ingedrukt houden tot het
gewenste album]
*1 MS: MG Memory Stick System-up Player MGS-X1
*2 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
Let op bij aansluiting van MGS-X1 en MDapparatuur
Dit apparaat herkent de MGS-X1 als MD-apparatuur.
• Voor weergave met MGS-X1 drukt u op (SOURCE)
om "MS" of "MD" te selecteren. Als "MS" verschijnt
in het brondisplay, begint MGS-X1 te spelen. Als
"MD" verschijnt in het brondisplay, moet u op
(MODE) drukken om "MS" te selecteren en de
weergave te starten.
• Voor weergave met MD-apparatuur drukt u op
(SOURCE) om "MD" of "MS" te selecteren. Wanneer
het gewenste MD-apparaat verschijnt in het
brondisplay, start de weergave. Als "MS" of een
ander MD-apparaat verschijnt in het brondisplay,
moet u op (MODE) drukken om het MD-apparaat te
selecteren en de weergave te starten.
Opmerkingen over het afspelen van een disc met
niet-audio-CD-gegevens/MP3-bestanden
Als u een disc zonder MP3-bestanden plaatst:
– verschijnt bij dit apparaat "NO MUSIC" in het display
en verschijnt de klokweergave in het display (het
afspelen van de CD wordt gestopt);
– verschijnt bij een optioneel CD-apparaat dat is
geschikt voor MP3, "NO MUSIC" in het display en
wordt het afspelen van de volgende disc gestart;
– wordt bij een optioneel CD-apparaat dat niet
geschikt is voor MP3, de disc afgespeeld zonder
geluid.
Opmerking
Wanneer los verkrijgbare apparatuur is aangesloten,
gaat de weergave door met de los verkrijgbare CD/
MD-apparatuur.
12
Weergavemogelijkheden
• Tracknummer/Verstreken speelduur
• Discnaam*1/Artiestennaam*2
• Albumnaam (map)*3
• Tracknaam (bestand)*1*3
• ID3 tag*3
• Klok
Om
Druk op
Het weergave-item te wijzigen (DSPL)
*1 Als u op (DSPL) drukt, verschijnt "NO NAME" als
er geen Disc Memo (pagina 14) of geregistreerde
naam is die kan worden weergegeven.
*2 Alleen voor CD TEXT discs met de artiestennaam.
*3 Alleen voor MP3-bestanden.
Alleen de tracknaam/artiestennaam/albumnaam in
de ID3 tag verschijnt.
Wanneer u op (DSPL) drukt, geeft "NO ID3" aan
dat er geen ID3 tag kan worden getoond.
Opmerkingen
• Sommige tekens kunnen niet worden getoond.
• Bij sommige CD TEXT discs of ID3 tags met zeer
veel tekens kan de informatie niet rollen.
• Dit apparaat kan de artiestennaam voor elke track
van een CD TEXT disc niet weergeven.
Opmerkingen bij MP3
• ID3 tag geldt alleen voor versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en
2.4.
• Bepaalde tekens en symbolen kunnen niet worden
weergegeven (verschijnen als " *"). Het
maximumaantal tekens dat kan worden
weergegeven voor een albumnaam (mapnaam)/
track (bestand) is 64 (Romeo) of 32 (Joliet). Voor
ID3 tag geldt een maximum van 30 tekens (voor 1.0,
1.1, 2.2 en 2.3) of van 126 tekens (voor 2.4).
• In de volgende gevallen kan de verstreken
speelduur niet nauwkeurig worden weergegeven.
– bij weergave van een MP3-bestand met VBR
(variable bit rate).
– tijdens snel vooruit/achteruit gaan.
Tips
• Als de functie A.SCRL (Auto Scroll) is ingesteld op
"OFF" en de disc/track of het album wordt gewijzigd,
rolt de disc-/album-/tracknaam of ID3 tag niet.
• Wanneer een MP3-bestand wordt afgespeeld en het
album wordt gewijzigd, wordt het nieuwe
albumnummer weergegeven.
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat Play
U kunt kiezen uit:
• REP-TRACK — de huidige track herhalen.
• REP-ALBM*1 — de tracks op het huidige
album herhalen.
• REP-DISC*2 — de tracks op de huidige disc
herhalen.
*1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
*2 Alleen beschikbaar wanneer los verkrijgbare CD/
MD-apparatuur is aangesloten.
Druk tijdens de weergave herhaaldelijk
op (3) (REP) tot de gewenste
instelling verschijnt in het display.
Repeat Play start.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "REP-OFF".
Tracks afspelen in
willekeurige volgorde
— Shuffle Play
U kunt kiezen uit:
• SHUF-ALBM*1 — de tracks op het huidige
album in willekeurige volgorde afspelen.
• SHUF-DISC — de tracks op de huidige disc in
willekeurige volgorde afspelen.
• SHUF-CHGR*2 — de tracks in het huidige los
verkrijgbare CD/MD-apparaat afspelen in
willekeurige volgorde.
• SHUF-ALL*3 — alle tracks op de aangesloten
CD/MD-apparatuur (waaronder dit apparaat)
afspelen in willekeurige volgorde.
*1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
*2 Alleen beschikbaar wanneer los verkrijgbare CD/
MD-apparatuur is aangesloten.
*3 Alleen beschikbaar wanneer één of meer los
verkrijgbare CD-apparaten of twee of meer los
verkrijgbare MD-apparaten zijn aangesloten.
Druk tijdens de weergave herhaaldelijk
op (4) (SHUF) tot de gewenste
instelling verschijnt in het display.
Shuffle Play start.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "SHUF-OFF".
Opmerking
"SHUF-ALL" werkt niet met een combinatie van CDapparaten en MD-apparaten.
13
Een CD benoemen
— Disc Memo (voor CD-apparatuur met
CUSTOM FILE functie)
U kunt elke disc zelf benoemen (Disc Memo).
Een discnaam kan uit maximaal 8 tekens bestaan.
Een benoemde CD kunt u zoeken op naam
(pagina 15).
1
Start de weergave van de disc die u in
een CD-apparaat met de CUSTOM FILE
functie wilt benoemen.
2
Druk 2 seconden op (PTY) (LIST).
Disc Memo bekijken
Disc Memo heeft bij weergave via het display
altijd voorrang op oorspronkelijke CD TEXT
informatie.
Om
Druk op
Informatie te
bekijken
(DSPL) tijdens het afspelen
van een CD/CD TEXT disc
Tip
Andere items kunnen worden weergegeven
(pagina 12).
Disc Memo wissen
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"CD" te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
CD-apparatuur te selecteren waarop
de Disc Memo is opgeslagen.
3
4
Druk 2 seconden op (PTY) (LIST).
5
Druk herhaaldelijk op de volumetoets
+/– om de discnaam te selecteren die u
wilt wissen.
6
Druk 2 seconden op (SEL).
De naam wordt gewist.
Herhaal stap 5 en 6 om andere namen te
wissen.
7
Druk 2 seconden op (PTY) (LIST).
Het apparaat keert terug naar de normale
weergavestand.
Het apparaat herhaalt de disc tijdens de
benoemingsprocedure.
3
Voer de tekens in.
1 Druk op de volumetoets +/– om het
gewenste teken te selecteren.
A y B y C ... y 0 y 1 y 2 ...
y+y–y
... y * y A
*
* (spatie)
2 Druk op (SEL) als u het gewenste
teken hebt gevonden.
Het volgende teken knippert.
3 Herhaal stap 1 en 2 om de
volledige naam in te voeren.
4
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, drukt u 2 seconden op
(PTY) (LIST).
Tips
• Overschrijf de naam of voer " " in om een naam te
corrigeren of te wissen.
• U kunt CD's benoemen met een apparaat zonder
CUSTOM FILE (gebruikersbestand) functie indien
dat apparaat is aangesloten samen met CDapparatuur die wel met deze functie is uitgerust. De
Disc Memo wordt opgeslagen in het geheugen van
de CD-apparatuur met CUSTOM FILE functie.
Opmerking
REP-TRACK/SHUF weergave wordt onderbroken tot
Name Edit is voltooid.
14
Druk 2 seconden op (DSPL).
De opgeslagen namen verschijnen.
Opmerkingen
• Wanneer de Disc Memo voor een CD TEXT disc
wordt gewist, verschijnt de oorspronkelijke CD TEXT
informatie.
• Als u de Disc Memo die u wilt wissen, niet kunt
vinden, moet u proberen een ander CD-apparaat te
selecteren in stap 2.
• Als u de Disc Memo al volledig hebt gewist, keert het
apparaat in stap 4 terug naar normale
weergavestand.
Een disc zoeken op naam
— List-up (voor CD-apparatuur met CD TEXT/
CUSTOM FILE functie of MD-apparatuur)
U kunt deze functie gebruiken voor discs
waaraan een eigen naam is toegewezen*1 of voor
CD TEXT discs*2.
*1 Een disc zoeken aan de hand van de eigen naam:
als u een naam toewijst aan een CD (pagina 14) of
MD.
*2 Discs zoeken aan de hand van CD TEXT
informatie: als u een CD TEXT disc afspeelt op een
CD-apparaat met de CD TEXT functie.
1
Druk op (PTY) (LIST) tijdens het
afspelen.
De naam die aan de huidige disc is
toegewezen, verschijnt in het display.
2
Druk herhaaldelijk op (PTY) (LIST) tot
u de gewenste disc hebt gevonden.
3
Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om
de disc af te spelen.
Opmerkingen
• Als de discnaam 5 seconden is weergegeven, keert
het display terug naar de normale weergavestand.
• Als er geen discs in het magazijn zijn geplaatst,
verschijnt "NO DISC" in het display.
• Als geen eigen naam is toegewezen aan een disc,
verschijnt "NO NAME" in het display.
• Als de discgegevens nog niet zijn gelezen door het
apparaat, verschijnt "NOT READ" in het display. Als
u de disc wilt laden, drukt u eerst op de cijfertoets en
kiest u vervolgens de disc die nog niet is geladen.
• De gegevens verschijnen alleen in hoofdletters.
Bepaalde letters kunnen niet worden weergegeven.
Radio
Er kunnen maximaal 6 zenders per band (FM1,
FM2, FM3, MW en LW) worden opgeslagen.
Let op
Maak bij het afstemmen tijdens het rijden
gebruik van Best Tuning Memory om ongevallen
te vermijden.
Zenders automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM)
Deze functie selecteert de zenders met de
sterkste signalen in de gekozen golfband en slaat
deze op in volgorde van frequentie.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
golfband te selecteren.
3
Druk 2 seconden op (SENS) (BTM).
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Er weerklinkt een pieptoon wanneer de
instelling is opgeslagen.
Opmerkingen
• Als er slechts enkele zenders kunnen worden
ontvangen wegens zwakke signalen, behouden een
aantal cijfertoetsen de vorige instellingen.
• Wanneer een nummer in het display wordt
weergegeven, worden zenders opgeslagen vanaf de
zender die momenteel wordt weergegeven.
15
Opgeslagen zenders
ontvangen
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
golfband te selecteren.
3
Druk op de cijfertoets ((1) tot en met
(6)) waaronder de gewenste zender is
opgeslagen.
Als u niet kunt afstemmen op een
voorkeurzender
— Automatisch afstemmen/Lokale
zoekfunctie
Automatisch afstemmen:
Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om
de zender te zoeken.
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal de handeling tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
Lokale zoekfunctie:
Als het zoeken tijdens automatisch
afstemmen te vaak wordt gestopt,
drukt u herhaaldelijk op (SENS) (BTM)
tot "LOCAL-ON" verschijnt.
"LCL" wordt weergegeven.
Er wordt alleen afgestemd op zenders met
relatief sterke signalen.
Druk tijdens FM-ontvangst twee keer op
(SENS) (BTM) om de lokale zoekfunctie te
annuleren.
Opmerking
Als u de lokale zoekfunctie wilt annuleren tijdens MWof LW-ontvangst, drukt u op (SENS) (BTM). "LOCALOFF" wordt weergegeven.
Tip
Als u de frequentie weet van de zender waarnaar u
wilt luisteren, houdt u (SEEK) (+) of (SEEK) (–)
ingedrukt om de frequentie bij benadering te zoeken.
Vervolgens drukt u herhaaldelijk op (SEEK) (+) of
(SEEK) (–) om nauwkeurig af te stemmen op de
gewenste frequentie (handmatig afstemmen).
16
Bij slechte FM stereo-ontvangst
— Monostand
Druk tijdens radio-ontvangst
herhaaldelijk op (SENS) (BTM) tot
"MONO-ON" verschijnt.
"MONO" wordt weergegeven.
Het geluid verbetert, maar wordt mono ("ST"
verdwijnt).
Als u wilt terugkeren naar de normale radioontvangststand, drukt u op (SENS) (BTM).
"MONO-OFF" wordt weergegeven.
Tip
Als FM-uitzendingen moeilijk hoorbaar zijn, stelt u
DSO in op "OFF" (pagina 25).
Alleen de gewenste zenders
opslaan
U kunt de gewenste zenders handmatig opslaan
onder een cijfertoets.
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
golfband te selecteren.
3
Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–) om af
te stemmen op de zender die u wilt
opslaan.
4
Druk 2 seconden op de gewenste
cijfertoets ((1) tot en met (6)) tot
"MEM" verschijnt.
De aanduiding voor de cijfertoets verschijnt
in het display.
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender gewist.
RDS
Automatisch opnieuw
afstemmen voor optimale
ontvangst
Overzicht van RDS
— AF (alternatieve frequenties)
FM-zenders met de Radio Data System (RDS)
service sturen onwaarneembare digitale
informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal. Bij ontvangst van een
RDS zender verschijnt bijvoorbeeld het
volgende.
Met de AF functie stemt de radio altijd af op het
sterkste signaal van de zender die u beluistert.
Frequenties worden automatisch gewijzigd.
98,5 MHz
96,0 MHz
Weergavemogelijkheden
• Radioband
• Functie
Zender
102,5 MHz
Weergavemogelijkheden
• Voorinstelnummer/Zendernaam
(frequentie)
• Klok
• RDS-gegevens
Om
Druk op
Te schakelen
tussen klok en
zendernaam
(DSPL)
RDS-diensten
RDS biedt tal van interessante mogelijkheden,
zoals:
• Automatisch opnieuw afstemmen, wat
vooral handig is tijdens lange ritten.
— AF t pagina 17
• Ontvangen van verkeersinformatie, zelfs
tijdens het beluisteren van andere programma's/
bronnen. — TA t pagina 18
• Zenders selecteren volgens programmatype.
— PTY t pagina 19
• Automatische klokinstelling.
— CT t pagina 20
1
2
Selecteer een FM-zender (pagina 15).
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot
"AF-ON" verschijnt.
Het apparaat begint te zoeken naar een
alternatieve zender met een sterker signaal in
hetzelfde netwerk.
Als "NO AF" verschijnt, heeft de zender
waarop is afgestemd, geen alternatieve
frequentie.
Als u de AF-functie wilt annuleren, selecteert u
"AF, TA-OFF".
Tips
• Als "AF-ON" wordt geselecteerd, wordt de
verkeersinformatie geannuleerd. Wilt u
verkeersinformatie met de AF-functie activeren, dan
selecteert u "AF, TA-ON".
• Als u de functie wilt in- of uitschakelen tijdens het
afspelen van een CD, drukt u op (AF/TA).
vervolg op volgende pagina t
Opmerkingen
• In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet goed als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens verzendt.
17
Voor zenders zonder alternatieve
frequenties
Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–)
terwijl de zendernaam knippert
(binnen 8 seconden).
Het apparaat begint te zoeken naar een andere
frequentie met dezelfde PI-gegevens
(Programme Identification). ("PI SEEK"
verschijnt.)
Als het apparaat niet dezelfde PI-gegevens
kan vinden, keert het terug naar de vorige
frequentie.
Een regionaal programma beluisteren
Verkeersinformatie
beluisteren
— TA (Traffic Announcement)/TP (Traffic
Programme)
Als u TA en TP inschakelt, kunt u automatisch
afstemmen op een FM-zender die
verkeersinformatie uitzendt. Deze instellingen
werken ongeacht het huidige FM-programma of
bron, CD/MD; na de verkeersinformatie schakelt
het apparaat weer over naar de oorspronkelijke
bron.
Wanneer de AF-functie is ingeschakeld: de
fabrieksinstelling van het apparaat beperkt
ontvangst tot een bepaalde regio, zodat er niet
wordt overgeschakeld naar een andere regionale
zender met een sterkere frequentie.
Als u het ontvangstgebied van dit regionale
programma verlaat of als u alle mogelijkheden
van de AF-functie wilt gebruiken, drukt u
tegelijkertijd op (SEL) en (AF/TA) tot "REGOFF" verschijnt.
Opmerking
Deze functie werkt niet in Groot-Brittannië en
bepaalde andere gebieden.
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot
"TA-ON" verschijnt.
Het apparaat begint te zoeken naar zenders
die verkeersinformatie uitzenden.
"TP" geeft de ontvangst van dergelijke
zenders aan en "TA" knippert tijdens de
ontvangst van verkeersinformatie. Het
apparaat blijft beschikbare TP-zenders
zoeken wanneer "NO TP" wordt aangeduid.
Als u alle verkeersinformatie wilt annuleren,
selecteert u "AF, TA-OFF".
Om
Local Link functie
(alleen Groot-Brittannië)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook al zijn deze niet
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1
Druk op de cijfertoets ((1) tot en met
(6)) waaronder een lokale zender is
opgeslagen.
2
Druk binnen 5 seconden nogmaals op
de cijfertoets van de lokale zender.
3
Herhaal dit tot de gewenste zender
wordt ontvangen.
Druk op
Het huidige
(AF/TA)
verkeersbericht te
annuleren
Tips
• Als "TA-ON" wordt geselecteerd, wordt de AFfunctie geannuleerd. Wilt u de AF-functie met
verkeersinformatie activeren, dan selecteert u "AF,
TA-ON".
• U kunt de huidige informatie ook annuleren door op
(SOURCE) of (MODE) te drukken.
Het volume van verkeersinformatie
vooraf instellen
U kunt het volume van de verkeersinformatie
instellen, zodat u geen enkel bericht mist.
1
Druk op de volumetoets +/– om het
gewenste volume in te stellen.
2
Druk 2 seconden op (AF/TA).
"TA" verschijnt en de instelling wordt
opgeslagen.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, schakelt het
apparaat over naar noodberichten als deze
worden uitgezonden wanneer u naar een FMzender of CD/MD luistert.
18
RDS-zenders met AF- en TAinstelling instellen
Wanneer u RDS-zenders vooraf instelt, slaat het
apparaat de AF/TA-instelling (aan/uit) en de
frequentie van elke zender op. U kunt de
instelling (AF, TA of beide) voor elke zender
afzonderlijk of voor alle voorkeurzenders samen
bepalen. Wanneer u zenders vooraf instelt met
"AF, TA-ON", slaat het apparaat automatisch
zenders met het sterkste radiosignaal op.
Alle voorkeurzenders op dezelfde wijze
instellen
1
2
3
— PTY (programmatypes)
U kunt afstemmen op een zender door het
programmatype te selecteren dat u wilt
beluisteren.
Programmatypes
Display
Nieuws
NEWS
Actualiteiten
AFFAIRS
Informatie
INFO
Sport
SPORT
Selecteer een FM-band (pagina 15).
Educatieve programma's EDUCATE
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) om "AFON", "TA-ON" of "AF, TA-ON" te
selecteren.
Als u "AF, TA-OFF" selecteert, is dit van
toepassing op niet-RDS-zenders en RDSzenders.
Toneel
Druk op (SENS) (BTM) tot "BTM" gaat
knipperen.
Populaire muziek
POP M
Rock-muziek
ROCK M
Easy Listening
EASY M
Voor elke voorkeurzender een andere
instelling opgeven
1
Afstemmen op zenders
volgens programmatype
Selecteer een FM-band en stem af op
de gewenste zender (pagina 15).
2
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) om "AFON", "TA-ON" of "AF, TA-ON" te
selecteren.
3
Druk op de gewenste cijfertoets ((1)
tot en met (6)) tot "MEM" verschijnt.
Herhaal vanaf stap 1 om andere zenders op te
slaan.
Opmerking
Als u de AF/TA-instelling wilt wijzigen wanneer u een
CD afspeelt, moet u op (AF/TA) drukken.
DRAMA
Cultuur
CULTURE
Wetenschap
SCIENCE
Diversen
VARIED
Licht klassiek
LIGHT M
Klassiek
CLASSICS
Ander type muziek
OTHER M
Weerberichten
WEATHER
Financiën
FINANCE
Kinderprogramma's
CHILDREN
Sociale zaken
SOCIAL A
Religie
RELIGION
Phone In
PHONE IN
Reizen
TRAVEL
Ontspanning
LEISURE
Jazz-muziek
JAZZ
Country-muziek
COUNTRY
Nationale muziek
NATION M
Oldies
OLDIES
Folk-muziek
FOLK M
Documentaires
DOCUMENT
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in sommige landen/
regio's waar geen PTY-gegevens beschikbaar zijn.
vervolg op volgende pagina t
19
1
Druk op (PTY) (LIST) tijdens FMontvangst.
Klok automatisch instellen
— CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok automatisch ingesteld.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
"--------" verschijnt als de ontvangen zender
geen RDS-zender is of als de RDS-gegevens
niet worden ontvangen.
2
3
20
Druk herhaaldelijk op (PTY) (LIST) tot
het gewenste programmatype
verschijnt.
De programmatypes verschijnen in de
volgorde zoals aangegeven in de tabel.
"NONE" verschijnt als het programmatype
niet is opgegeven in de RDS-gegevens.
Druk op (SEEK) (+) of (SEEK) (–).
Het apparaat begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype
uitzendt.
"CT-ON" selecteren
Druk tijdens radio-ontvangst
tegelijkertijd op (SEL) en (2).
De klok wordt ingesteld.
Na één seconde keert het display terug naar
de normale radio-ontvangststand.
Druk nogmaals tegelijkertijd op (SEL) en (2)
om "CT-OFF" te selecteren.
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
Druk op
Om
Andere functies
(SOURCE)
De bron wijzigen
(Radio/CD/MD*1)/Aan
U kunt het apparaat (en los verkrijgbare CD/MDapparatuur) ook bedienen met een
bedieningssatelliet (los verkrijgbaar).
(MODE)
Van bediening te veranderen
(Radioband/CD-apparaat*1/
MD-apparaat*1)
(ATT)
Het geluid dempen
(OFF)*2
De weergave of radioontvangst te stoppen/
het apparaat uit te zetten
(SEL)
Aan te passen en te
selecteren
(DSPL)
Het display-item wijzigen
De bedieningssatelliet
gebruiken
Bevestig eerst het juiste label afhankelijk van de
manier waarop u de bedieningssatelliet wilt
monteren.
De bedieningssatelliet werkt met knoppen en/of
draairegelaars.
SEEK/AMS
regelaar
DSPL
MODE
SEL
SEL
MODE
DSPL
Aan de regelaar draaien
Drukken op knoppen
Draaien en loslaten om:
(ATT)
(SEL)
(MODE)
– Tracks over te slaan.
Als u tracks wilt blijven overslaan, draait u
de regelaar één keer. Vervolgens draait u
binnen 2 seconden de regelaar nogmaals en
houdt u deze vast.
– Automatisch af te stemmen op een zender.
Draaien, vasthouden en loslaten om:
OFF
(SOURCE)
(DSPL)
Draai aan de VOL regelaar
om het volume te regelen.
(OFF)
– Snel vooruit/achteruit naar een track te
gaan.
– Handmatig een zender te zoeken.
vervolg op volgende pagina t
21
Regelaar indrukken en draaien
(Met los verkrijgbare apparatuur)
Om
PRESET/DISC
regelaar
Draai aan de regelaar en druk deze
tegelijkertijd in om:
– Voorkeurzenders te ontvangen.
– Discs te verwisselen tijdens CD/MDweergave*1.
– Te veranderen van album*3.
*1 Alleen als de juiste los verkrijgbare apparatuur is
aangesloten.
*2 Als het contactslot van de auto geen ACC
(accessory) positie heeft, houdt u (OFF) ingedrukt
totdat het display verdwijnt.
*3 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand.
Bij het afspelen van een MP3-bestand kunt u een
album kiezen met de bedieningssatelliet.
Doe dit
Discs over te slaan Knop indrukken en draaien
[één keer voor elke disc].
– Discselectie
Om discs te blijven
overslaan, knop nogmaals
indrukken en draaien en
vervolgens binnen
2 seconden nogmaals
gedraaid houden.
Albums over te
slaan
– Albumkeuze
1 Knop ingedrukt en
gedraaid houden voor de
albumselectiestand.
Ga binnen 2 seconden
verder met stap 2.
2 Druk in en draai snel en
herhaaldelijk om albums
één voor één over te
slaan.
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld zoals hieronder
aangegeven.
Verhogen
(Met dit apparaat)
Om
Doe dit
Albums over te
slaan
– Albumkeuze
Knop indrukken en draaien
[één keer voor elk album].
Knop ingedrukt en gedraaid
houden om albums te
blijven overslaan.
Verlagen
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
Druk 2 seconden op (SEL) terwijl u de
VOL regelaar ingedrukt houdt.
22
De geluidskarakteristieken
wijzigen
Instellingen voor het geluid
en het display wijzigen
U kunt de balans, de fader, het laagdoorlaatfilter
en het subwoofervolume regelen.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
• REAR/SUB*1 — om te schakelen tussen
audio-uitvoer via REAR of SUB.
– Selecteer "REAR" om het geluid via een
versterker weer te geven.
– Selecteer "SUB" om het geluid via een
subwoofer weer te geven.
• CT (kloktijd) (pagina 20)
• A.SCRL (Auto Scroll)*2 (pagina 12).
• M.DSPL (Motion Display) — de bewegende
weergave in- of uitschakelen.
– Selecteer "ON" om de bewegende weergave
in te schakelen. Het bewegende patroon
wordt op het scherm weergegeven.
– Selecteer "OFF" om de bewegende weergave
uit te schakelen.
• DEMO*1 — om de demonstratieweergave in of
uit te schakelen.
– Selecteer "ON" om de demonstratieweergave
in te schakelen. De demonstratie begint
ongeveer 10 seconden nadat het apparaat is
uitgeschakeld.
– Selecteer "OFF" om de
demonstratieweergave uit te schakelen.
• BEEP*3 — de pieptoon in- of uitschakelen.
• DIM — om de helderheid van het display te
wijzigen.
– Selecteer "ON" om het display te dimmen.
– Selecteer "OFF" om de dimmer uit te
schakelen.
1
Druk herhaaldelijk op (SEL) tot "BAL",
"FAD", "LPF" of "SUB" verschijnt.
Als u op (SEL) drukt, wordt het item als
volgt gewijzigd:
LOW*1 t MID*1 t HI*1 t
BAL (links-rechts) t
FAD (voor-achter) t
LPF (laagdoorlaatfilter)*2*3 t
SUB (subwoofervolume)*2*4
*1 Als EQ3 is ingeschakeld (pagina 24).
*2 Als "SUB" is geselecteerd (pagina 23).
*3 De kantelfrequentie kan worden aangepast,
waarbij u kunt kiezen uit 78 Hz, 125 Hz en OFF.
*4 Het volume kan in stappen worden ingesteld op
een waarde tussen –10 en +10. Onder –10
wordt "ATT" weergegeven.
2
Druk op de volumetoets +/– om het
geselecteerde item aan te passen.
Opmerking
Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt
geselecteerd.
Het geluid snel dempen
Druk op (ATT).
Nadat "ATT-ON" tijdelijk is weergegeven,
verschijnt "ATT" in het display.
Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume
te herstellen.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is
aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume
automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek
binnenkomt (Telephone ATT-functie).
Schakelen tussen REAR/SUB*1
Druk op (SEL) en druk op de volume +
(REAR) of – (SUB) toets.
Na 3 seconden keert het display terug naar de
normale weergavestand.
vervolg op volgende pagina t
23
Het gewenste item selecteren
Druk tegelijkertijd op (SEL) en de
gewenste toets.
(SEL) + (2): CT
(SEL) + (3): A.SCRL*2
(SEL) + (4): M.DSPL
(SEL) + (4): DEMO*1
(SEL) + (6): BEEP*2
(SEL) + (DSPL): DIM
Na het instellen keert het display terug naar de
normale weergavestand.
Druk nogmaals tegelijkertijd op (SEL) en de
gewenste toets om het item te annuleren.
De equalizer instellen (EQ3)
U kunt een equalizercurve selecteren voor
7 muzieksoorten (XPLOD, VOCAL, CLUB,
JAZZ, NEW AGE, ROCK, CUSTOM) of het
equalizereffect uitschakelen met OFF (equalizer
OFF).
U kunt voor elke bron een verschillende
equalizerinstelling opslaan.
Equalizercurve selecteren
1
Druk op (SOURCE) om een bron
(Radio, CD of MD) te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (EQ3) om de
gewenste equalizercurve te selecteren.
Als u op (EQ3) drukt, wordt het item
gewijzigd.
*1 Als het apparaat is uitgeschakeld.
*2 Wanneer een CD of MD wordt afgespeeld.
*3 De pieptoon weerklinkt alleen als de ingebouwde
versterker wordt gebruikt.
Selecteer "OFF" om het equalizereffect uit te
schakelen.
De equalizercurve aanpassen
U kunt de equalizerinstellingen voor
verschillende toonbereiken opslaan en regelen.
1
Druk op (SOURCE) om een bron
(Radio, CD of MD) te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (EQ3) om de
gewenste equalizercurve te selecteren.
3
Pas de equalizercurve aan.
1 Druk herhaaldelijk op (SEL) om het
gewenste toonbereik te selecteren.
Als u op (SEL) drukt, wordt het
toonbereik gewijzigd.
LOW t MID t HI (t BAL t FAD
t LPF t SUB)
2 Druk herhaaldelijk op de
volumetoets +/– om het gewenste
volume in te stellen.
Het volume kan worden aangepast in
stappen van 1 dB van –10 dB tot +10 dB.
3 Herhaal stap 1 en 2 om de
equalizercurve aan te passen.
Als u de fabrieksinstelling voor de
equalizercurve wilt herstellen, drukt u
2 seconden op (SEL).
Na 1 seconde keert het display terug naar
de normale weergavestand.
24
Opmerking
Als EQ3 is ingesteld op "OFF", kunt u de
equalizerinstellingen niet aanpassen.
Dynamic Soundstage
Organizer (DSO) instellen
Als de luidsprekers in het onderste gedeelte van
de deuren zijn gemonteerd, komt het geluid van
beneden en is het wellicht niet helder.
Met de DSO-functie (Dynamic Soundstage
Organizer) krijgt u een geluid alsof de
luidsprekers boven het dashboard zijn
gemonteerd (virtuele luidsprekers).
U kunt de DSO-instelling voor elke bron
opslaan.
DSO-stand en beeld van virtuele
luidsprekers
*3
*2
*1
Aanvullende informatie
Onderhoud
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd door een identiek
exemplaar. Als de zekering doorbrandt,
controleer dan de voedingsaansluiting en vervang
de zekering. Als de zekering vervolgens
nogmaals doorbrandt, kan er sprake zijn van een
defect in de speler. Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
*3
*2
*1
*4
*4
Zekering
(10 A)
*1
*2
*3
*4
DSO-1
DSO-2
DSO-3
DSO-OFF
1
Druk op (SOURCE) om een bron
(Radio, CD of MD) te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op (DSO) tot de
gewenste DSO-instelling
weergegeven.
Als u op (DSO) drukt, wordt de DSOinstelling gewijzigd.
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan
de standaardzekering van het apparaat omdat dit
hierdoor kan worden beschadigd.
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden
verstoord als de aansluitingen tussen apparaat en
voorpaneel niet schoon zijn. Om dit te
voorkomen, maakt u het voorpaneel (pagina 9)
los en reinigt u de aansluitingen met een in
alcohol gedrenkt wattenstaafje. Gebruik hierbij
niet teveel kracht. Hierdoor kunnen de
aansluitingen immers worden beschadigd.
Selecteer "DSO-OFF" om de DSO functie te
annuleren. Na 1 seconde keert het display
terug naar de normale weergavestand.
Opmerkingen
• DSO heeft wellicht niet het gewenste effect,
afhankelijk van auto-interieur of muziekgenre.
• Stel DSO in op "OFF" als FM-uitzendingen moeilijk
hoorbaar zijn.
Hoofdapparaat
Achterkant voorpaneel
vervolg op volgende pagina t
25
Opmerkingen
• Voor alle veiligheid moet u de motor uitschakelen en
de sleutel uit het contactslot te halen voordat u de
aansluitingen reinigt.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
de vingers of een metalen voorwerp.
De lithiumbatterij vervangen
Onder normale omstandigheden gaan de
batterijen ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van
de gebruiksomstandigheden kan de levensduur
korter zijn.) Wanneer de batterij verzwakt, wordt
het bereik van de kaartafstandsbediening kleiner.
Vervang de batterij door een nieuwe CR2025
lithiumbatterij. Bij een andere batterij bestaat er
brand- of explosiegevaar.
Opmerkingen over lithiumbatterijen
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer
een batterij wordt ingeslikt.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek
voor een goed contact.
• Houd bij het plaatsen van de batterij rekening
met de juiste polariteit.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang
om kortsluiting te voorkomen.
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
Voor de Klanten in
Nederland
Gooi de batterij niet weg
maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
x
+ zijde omhoog
26
Het apparaat verwijderen
1
2
Verwijder het apparaat.
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels
en display tot deze vastklikken.
Verwijder de beschermende rand.
1 Maak het voorpaneel los (pagina 9).
Het haakje moet
naar binnen wijzen.
2 Bevestig de ontgrendelingssleutels
op de beschermende rand.
Plaats de ontgrendelingssleutels
op de juiste manier.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om het apparaat los te maken.
3 Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om de beschermende rand te
verwijderen.
3 Schuif het apparaat uit de houder.
27
Technische gegevens
Algemeen
CD-spelergedeelte
Signaal/ruis-afstand
Frequentiebereik
Snelheidsfluctuaties
120 dB
10 – 20.000 Hz
Minder dan meetbare
waarden
Tunergedeelte
FM
Afstembereik
Antenne-aansluiting
87,5 – 108,0 MHz
Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie
10,7 MHz/450 kHz
Bruikbare gevoeligheid
9 dBf
Selectiviteit
75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand
67 dB (stereo).
69 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz
0,5 % (stereo),
0,3 % (mono)
Scheiding
35 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik
30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik
Antenne-aansluiting
Tussenfrequentie
Gevoeligheid
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Aansluiting voor externe
antenne
10,7 MHz/450 kHz
MW: 30 µV
LW: 40 µV
Versterkergedeelte
Uitgangen
Luidsprekeruitgangen
(sure seal)
Luidsprekerimpedantie
4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen
50 W × 4 (bij 4 ohm)
Uitgangen
Audio-uitgangen (voor,
schakelen tussen REAR en
SUB)
Relaisstuuraansluiting
elektrisch bediende antenne
Stuuraansluiting
vermogensversterker
Ingangen
Telephone ATTstuuraansluiting
Afstandsbedieningsingang
BUS stuuringang
BUS audioingang
Antenneneingang
Toonregeling
Laag:
±10 dB bij 60 Hz (XPLOD)
Midden:
±10 dB bij 1 kHz (XPLOD)
Hoog:
±10 dB bij 10 kHz
(XPLOD)
Voeding
12 V DC accu
(negatieve aarde)
Afmetingen
Ong. 178 × 50 × 181 mm
(b/h/d)
Montage-afmetingen
Ong. 182 × 53 × 161 mm
(b/h/d)
Gewicht
Ong. 1,2 kg
Bijgeleverde accessoires Kaartafstandsbediening
RM-X115
Onderdelen voor installatie
en aansluitingen (1 set)
Beschermhoes voorpaneel
(1)
Los verkrijgbare accessoires
Bedieningssatelliet
RM-X4S
BUS-kabel (geleverd met
RCA-kabel)
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
Los verkrijgbare apparatuur
CD-wisselaar (10 discs)
CDX-757MX
CD-wisselaar (6 discs)
CDX-T70MX, CDX-T69
MD-wisselaar (6 discs)
MDX-66XLP
Bronkeuzeschakelaar
XA-C30
AUX IN keuzeschakelaar
XA-300
Opmerking
Dit apparaat kan niet worden aangesloten op een
digitale voorversterker of een equalizer die compatibel
is met het Sony BUS-systeem.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
28
Problemen oplossen
Het apparaat wordt constant van stroom
voorzien.
De auto heeft geen ACC positie.
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij
het oplossen van problemen die zich met het
apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Algemeen
Geen geluid.
• Druk op de volumetoets + om het volume
aan te passen.
• Zet de ATT-functie uit.
• Zet de faderregelaar in het midden voor een
systeem met 2 luidsprekers.
• U probeert MP3-bestanden af te spelen met
een optioneel CD-apparaat dat niet geschikt
is voor MP3.
t Speel de bestanden af op een Sony CDapparaat dat geschikt is voor MP3, zoals
de CDX-T70MX.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is
losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgezet (pagina 23).
• Er is een los verkrijgbare versterker
aangesloten en u gebruikt de ingebouwde
versterker niet.
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in
het venster.
• Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt
en deze toets ingedrukt houdt.
t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze
toets ingedrukt tot het display verschijnt.
• Verwijder het voorpaneel en reinig de
aansluitingen. Zie "Aansluitingen
schoonmaken" op pagina 25 voor meer
informatie.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid met de contactsleutel op ON,
ACC of OFF.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
hulpvoedingsaansluiting van de auto.
Het apparaat wordt niet van stroom
voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de
zekering wanneer alles in orde is.
• De auto heeft geen ACC positie.
t Druk op (SOURCE) (of plaats een disc)
om het apparaat in te schakelen.
De elektrisch bediende antenne schuift niet
uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen
relaisdoos.
CD/MD-weergave
Er kan geen disc worden geplaatst.
• Er is al een andere CD geplaatst.
• De CD is met kracht verkeerd geplaatst.
Het afspelen begint niet.
• Defecte MD of vuile CD.
• Ongefinaliseerde CD-R/CD-RW.
• U probeert een CD-R/CD-RW af te spelen
die niet geschikt is voor audiotoepassingen.
• Sommige CD-R's/CD-RW's kunnen niet
worden afgespeeld wegens de opnameapparatuur of de staat van de disc.
MP3-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
• De opname is verricht conform ISO 9660indeling niveau 1 of niveau 2, of Joliet of
Romeo in expansie-indeling.
• De extensie ".MP3" is niet toegevoegd aan
de bestandsnaam.
• Bestanden worden niet opgeslagen in MP3indeling.
MP3-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
De volgende discs beginnen minder snel te
spelen:
– een disc opgenomen met ingewikkelde
boomstructuur;
– een disc opgenomen in meervoudige sessies;
– een disc waarop gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Een disc wordt automatisch uitgeworpen.
De omgevingstemperatuur is hoger dan 50°C.
De bedieningsknoppen werken niet.
De CD wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets.
Het geluid verspringt door trilling.
• Het apparaat is geïnstalleerd in een hoek van
meer dan 45°.
• Het apparaat is niet op een stabiele plaats in
de auto gemonteerd.
Het geluid verspringt.
Vuile of defecte disc.
De "--------" aanduiding kan niet worden
uitgeschakeld.
U hebt Name Edit geactiveerd.
t Druk 2 seconden op (PTY) (LIST).
vervolg op volgende pagina t
29
Radio-ontvangst
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Radiozenders kunnen niet worden
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit een elektrische antennebedieningskabel
(blauw) of hulpvoedingskabel (rood) aan op
de voedingskabel van de autoantenneversterker. (Alleen indien uw wagen
is uitgerust met een FM/MW/LW-antenne in
de achter-/zijruit.)
• Controleer de aansluiting van de autoantenne.
• De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
voedingskabel van de auto-antenne.
• Controleer de frequentie.
• Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het
geluid soms gestoord.
t Stel de DSO-functie in op "OFF"
(pagina 25).
Er kan niet automatisch worden afgestemd
op zenders.
• De lokale zoekfunctie is ingesteld op "ON".
t Stel de lokale zoekfunctie in op "OFF"
(pagina 16).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
De aanduiding "ST" knippert.
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stel de optie voor mono-ontvangst in op
"ON" (pagina 16).
Een stereo uitzending weerklinkt in mono.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Annuleer mono-ontvangst (pagina 16).
RDS
SEEK begint na enkele seconden weergave.
De zender is niet van het TP-type of heeft een
zwak signaal.
t Druk herhaaldelijk op (AF/TA) tot "AF,
TA-OFF" verschijnt.
Geen verkeersinformatie.
• Schakel "TA" in.
• Ondanks TP zendt de zender geen
verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "--------" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Geen RDS-gegevens ontvangen.
30
Foutmeldingen
Foutweergave
(voor dit apparaat en los verkrijgbare CD/
MD-wisselaars)
De volgende aanduidingen knipperen gedurende
ongeveer 5 seconden en er weerklinkt een
alarmsignaal.
BLANK*1
Er zijn geen tracks opgenomen op een MD.*2
t Speel een MD af waarop tracks zijn
opgenomen.
ERROR*1
• Een CD is vuil of is omgekeerd geplaatst.*2
t Reinig de CD of plaats deze op de juiste
manier.
• Een CD/MD kan niet worden afgespeeld
wegens een of ander probleem.
t Plaats een andere CD/MD.
FAILURE
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de installatiehandleiding van dit
model om de aansluitingen te controleren.
HI TEMP
De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan
50°C.
t Wacht tot de temperatuur lager is dan
50°C.
NO DISC
Er is geen disc in de CD/MD-apparatuur
geplaatst.
t Plaats een disc in de CD/MD-apparatuur.
NO MAG
Er is geen discmagazijn in de CD-apparatuur
geplaatst.
t Plaats het magazijn in de CD/MDapparatuur.
NO MUSIC
Een CD zonder muziekbestand is geplaatst in
MP3-compatibele CD-apparatuur.
t Plaats een muziek CD in de MP3compatibele CD-apparatuur.
NOTREADY
De klep van de MD-apparatuur is open of de
MD's zijn niet juist geplaatst.
t Sluit de klep of plaats de MD's op de juiste
manier.
OFFSET
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de
foutmelding in het display blijft staan,
moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar
raadplegen.
RESET
De CD/MD-apparatuur werkt niet om de een
of andere reden.
t Druk op de RESET toets op het apparaat.
*1 Als er een fout optreedt tijdens het afspelen van
een CD of MD, wordt het discnummer van de CD of
MD niet in het display weergegeven.
*2 Het discnummer van de disc met de fout verschijnt
in het display.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Berichten
L.SEEK +/–
De lokale zoekfunctie staat aan tijdens
automatisch afstemmen (pagina 16).
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de
huidige zender.
"
" of "
"
U hebt het begin of het einde van de disc
bereikt en u kunt niet verder.
31