STIEBEL ELTRON ZSE 5 Operation Instruction

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de STIEBEL ELTRON ZSE 5 Operation Instruction. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
MONTAGE, INSTALLATION UND INBETRIEBNAHME
6 | ZSE 5 www.stiebel-eltron.com
Klemmenbelegung ZSE 5
Anschlusbersicht ZSE 5
NOTES
www.stiebel-eltron.com ZSE 5 | 13
ENGLISH
MONTAGE, INSTALLATION ET MISE EN ROUTE
6 | ZSE 5 www.stiebel-eltron.com
Affectation des bornes ZSE 5
Vue d ensemble de raccordement ZSE 5
NOTES
www.stiebel-eltron.com ZSE 5 | 13
FRANCAIS
INHOUD EN MEEGELEVERDE ONDERDELEN
2 | ZSE 5 www.stiebel-eltron.com
Inhoudsopgave
Overzicht 3
Montage, installatie en inbedrijfstelling 4
Bediening 7
Technische gegevens 8
Veiligheids- en installatie-instructies 11
Veiligheidsinstructies
Bij de installatie en bij alle werkzaamheden aan het apparaat
moeten altijd de bijgevoegde veiligheidsvoorschriften
worden opgevolgd!
Meegeleverde onderdelen
Groepsstuurapparaat ZSE 5
Montage- en gebruiksaanwijzing
OVERZICHT
www.stiebel-eltron.com ZSE 5 | 3
NEDERLANDS
Overzicht
Het groepsstuurapparaat dient ter versterking van het AC/ED-
besturingssignaal van centrale stuurapparaten en voor het
wijzigen van de centraal vastgelegde streeflaadgraad.
Beschrijving van het apparaat
Een groepsstuurapparaat maakt het mogelijk afzonderlijke
verwarmingsgroepen apart te regelen,bijvoorbeeld in een
woning binnen een appartementencomplex met een
accumulatieverwarmingsinstallatie. Het stuurapparaat
berekent via de buitensensor een centrale streeflaadgraad,
die via de besturingsleiding aan de oplaadregelaar wordt
groepsstuurapparaat kan de centrale streeflaadgraad
overeenkomstig de vereisten van de nageschakelde
verwarmingsgroepen resp. woningen worden verhoogd resp.
verlaagd.
MONTAGE, INSTALLATIE EN INBEDRIJFSTELLING
4 | ZSE 5 www.stiebel-eltron.com
Montage, installatie en inbedrijfstelling
Montage en aansluiting mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door elektromonteurs die zijn geautoriseerd door
de netbeheerder en die over voldoende deskundigheid
beschikken m.b.t. het product. Bij de installatie moeten altijd
onze veiligheidsinstructies worden opgevolgd!
Demontage van afgedankte apparaten
De schakelkast moet spanningsvrij worden geschakeld.
Markeer de oude kabels overeenkomstig de bestaande
klemmenbezetting.
(Dit vergemakkelijkt de latere herinstallatie.)
Maak de kabels los en demonteer de behuizing.
Montage van het stuurapparaat
De contactbescherming volgens beschermingsklasse II is
gewaarborgd door de volgende maatregelen:
inbouw in kleine installatieverdeler volgens DIN
57603/VDE 0603 (bijv. verdeler van het N-systeem) of
inbouw in installatieverdeler volgens DIN 57659/VDE 0659
De voorschriften volgens VDE 0100 moeten worden
nageleefd.
Volgens DIN EN 50350 moet een stuurapparaat met ED-
systeem worden geplaatst op de koudste plaats, d.w.z. in de
onderste montagerij van de verdeler. Aan beide kanten moet
een afstand van minstens één delingseenheid worden
vrijgehouden.
Het groepsstuurapparaat moet overeenkomstig onderstaand
aansluitschema worden aangesloten, waarbij rekening moet
worden gehouden met het volgende:
De aansluitingen op de klemmen L en N mogen niet
worden verwisseld.
Trek het apparaat uit de insteekbasis om de zekering te
vervangen. De zekering is toegankelijk vanaf de
achterzijde. Een reservezekering bevindt zich in de
apparaatbasis (zie Technische gegevens).
Het maximaal toegestane stuurvermogen bedraagt 160W.
Zorg ervoor dat het maximale stuurvermogen niet wordt
overschreden. Dit is het geval als de totale weerstand van
alle stuurweerstanden in de
accumulatieverwarmingsinstallatie niet kleiner is dan 330
groepsstuurapparaat). Het stuurvermogen is afhankelijk
van type en aantal apparaten. Het totale stuurvermogen
wordt berekend op basis van de optelling van de
afzonderlijke stuurvermogens.
Bij overbelasting van de A1/A2-uitgang brandt de
zekering in het apparaat door en moet worden
vervangen.
MONTAGE, INSTALLATIE EN INBEDRIJFSTELLING
www.stiebel-eltron.com ZSE 5 | 5
NEDERLANDS
Controle van de uitgang
De lichtdiode ED geeft aan wanneer de uitgang is
ingeschakeld. Een fasetester op de klemmen A1, A2 moet
in het ritme van de lichtdiode oplichten.
Attentie: deze test is alleen mogelijk als:
de lichtdiode ED niet permanent uitgeschakeld is
(inschakelduur 0%),
de besturingsleiding aangesloten en niet via een 4-polige
thermomechanische oplaadregelaar onderbroken is.
Belasting testen
Alvorens de netspanning in te schakelen moet de totale
weerstand van de op stuuruitgang A1 en A2 aangesloten
stuurweerstanden worden gemeten. Hiervoor moet het
groepsstuurapparaat uit de insteekbasis worden gehaald.
De stuurweerstanden van de accumulatieradiatoren
kunnen tijdelijk via een vierde schakelcontact van 4-
polige thermomechanische oplaadregelaars zijn
uitgeschakeld, meet daarom de totale weerstand van alle
stuurweerstanden pas na een wachttijd van ca. 10
minuten.
De gemeten weerstand mag niet kleiner zijn dan 330
MONTAGE, INSTALLATIE EN INBEDRIJFSTELLING
6 | ZSE 5 www.stiebel-eltron.com
Klemmenbezetting ZSE 5
Aansluitschema ZSE 5
BEDIENING
www.stiebel-eltron.com ZSE 5 | 7
NEDERLANDS
Bediening
Oplading instellen
Met het groepsstuurapparaat is het mogelijk de
streeflaadgraad van het centrale stuurapparaat voor het
aangesloten woongedeelte via regelaar E5 met max. 10% te
verhogen resp. met max. 30% te verlagen.
Als er t.o.v. de centrale instelling meer oplading gewenst
wordt (de warmte-inhoud van de accumulatieradiatoren is
aan het einde van de dag niet meer voldoende), dan moet E5
worden verhoogd, of bij een te hoge ruimtetemperatuur
worden verlaagd.
Wijzigingen aan regelaar E5 zijn pas de volgende dag
merkbaar. Om een slechte afstelling te voorkomen, moet de
instelling van E5 slechts in kleine stappen worden gewijzigd.
Correctie van de basisinstellingen:
Probleem
Instelcorrectie
Te weinig lading
lading
-
bereik
Te veel lading
-
bereik
TECHNISCHE GEGEVENS
8 | ZSE 5 www.stiebel-eltron.com
Technische gegevens
Aansluitspanning:
230V AC, 50 Hz
Opgenomen vermogen:
ca. 2 VA
In- en uitgangssignaal
Golfpakketgeregelde wisselspanning,
Cyclustijd ca. 10 sec.
Schakelvermogen:
230V AC, 0,7A, overeenkomstig 160W
Kleinste last:
Aanstuurbare accumulatieradiatoren:
Afhankelijk van het type apparaat
Apparaatzekering:
G smeltpatroon F2 volgens DIN 41660 (2A snel,
reservezekering in de apparaatbasis)
Aansluitklemmen:
Omgevingstemperatuur:
0 °C tot 50 °C
Beschermingsklasse:
II volgens overeenkomstige inbouw
Beschermingsgraad:
IP 00 volgens DIN 40050
Norm:
DIN 44574 en DIN 57631 / VDE 0631
Benodigde ruimte:
3 delingseenheden volgens DIN 43880
Bevestiging:
Hoedrail volgens DIN EN 50022
TECHNISCHE GEGEVENS
www.stiebel-eltron.com ZSE 5 | 9
NEDERLANDS
Afmetingen
Richtlijnen
Het product voldoet aan de volgende richtlijnen en
voorschriften:
EMV-richtsnoer
Laagspanningsrichtlijn
RoHS-richtlijn
GARANTIE | MILIEU EN RECYCLING
10 | ZSE 5 www.stiebel-eltron.com
Garantie, milieu en recycling
Garantie
Voor toestellen die buiten Duitsland zijn gekocht, gelden de
garantievoorwaarden van onze Duitse ondernemingen niet.
Bovendien kan in landen waar één van onze
dochtermaatschappijen verantwoordelijk is voor de verkoop
van onze producten, alleen garantie worden verleend door
deze dochtermaatschappij. Een dergelijk garantie wordt
alleen verstrekt, wanneer de dochtermaatschappij eigen
garantievoorwaarden heeft gepubliceerd. In andere situaties
wordt er geen garantie verleend.
Voor toestellen die in landen worden gekocht waar wij geen
dochtermaatschappijen hebben die onze producten
verkopen, verlenen wij geen garantie. Een eventueel door de
importeur verzekerde garantie blijft onverminderd van
kracht.
Milieu en recycling
Wij verzoeken u ons te helpen ons milieu te beschermen. Doe
de materialen na het gebruik weg overeenkomstig de
nationale voorschriften.
VEILIGHEIDS- EN INSTALLATIE-INSTRUCTIES
www.stiebel-eltron.com ZSE 5 | 11
NEDERLANDS
Veiligheids- en installatie-instructies
Veiligheidsinstructies
De montage mag uitsluitend worden uitgevoerd door
een elektromonteur die door de EVU is erkend.
De desbetreffende veiligheidsbepalingen (bijv. VDE 0100)
en de technische aansluitvoorwaarden (TAB) van de EVU
moeten worden opgevolgd.
Bij veel producten wordt de beschermingsklasse II pas
bereikt door een overeenkomstige inbouw (bijv. als
gevolg van segmentering).
Alvorens aansluitwerkzaamheden aan de apparatuur te
verrichten, moet de stroomvoorziening worden
onderbroken en de spanningsvrijheid met geschikte
meetapparatuur worden gecontroleerd; dit geldt ook bij
de vervanging van afzonderlijke apparaten of
systeemcomponenten.
Aan veiligheidslaagspanning voerende klemmen mogen
slechts onderdelen worden aangesloten die zelf voldoen
aan de aan veiligheidslaagspanningscircuits gestelde
eisen.
Bij apparatuur met meerdere aansluitingen voor
buitengeleiders moeten
alle
buitengeleider-
aansluitingen worden verbonden met dezelfde netfase.
Apparatuur en onderdelen mogen pas in bedrijf worden
gesteld als de gehele installatie voldoet aan de
desbetreffende voorschriften. Na de installatie moeten
allereerst bij alle schroefaansluitingen worden
gecontroleerd of de leidingen stevig vast zitten, met
name meervoudig aangesloten klemmen, voordat de
spanning wordt ingeschakeld.
Installatie-instructies
Bij transport of montage beschadigde producten mogen
niet in bedrijf worden gesteld.
De apparaten zijn slechts geschikt voor gebruik in droge
ruimten en bij normale vervuiling. Condensatie is noch
tijdens de opslag noch tijdens bedrijf toegestaan.
Eventueel afwijkende gebruiksomstandigheden voor
onderdelen moeten in de technische gegevens worden
vermeld.
De producten bevatten geen onderdelen die kunnen
worden vervangen op de gebruikslocatie. In geval van
een storing moeten de volledige, ongedemonteerde
VEILIGHEIDS- EN INSTALLATIE-INSTRUCTIES
12 | ZSE 5 www.stiebel-eltron.com
producten naar de fabrieksklantenservice worden
gestuurd.
Laagspanning voerende leidingen moeten van
veiligheidslaagspanning voerende leidingen ruimtelijk
gescheiden worden gelegd.
Sensor- en besturingssignalen mogen in geen geval
samen met netvoedings- of belastingsaansluitingen in
dezelfde kabel worden gevoerd; aparte sensor- of
signaalkabels mogen niet over grotere afstanden parallel
met laagspanningskabels worden gelegd.
Flexibele geleiders moeten door afdoende maatregelen
(bijv. adereindhulzen met kunststof kragen) worden
beveiligd tegen het afsplijten van afzonderlijke aders.
Bij de aansluiting van inductieve belastingen (bijv. relais)
moeten evt. extra noodzakelijke EMV-
ontstoringsmaatregelen aan de installatie worden
uitgevoerd.
Producten die een processor bevatten, moeten bij storing
allereerst (via de veiligheidsschakelaar) spanningsvrij
worden geschakeld en vervolgens na ongeveer een
minuut wachten weer worden ingeschakeld; vaak is de
storing daarna verholpen. Mocht dit niet het geval zijn,
neem dan a.u.b. contact op met de klantenservice van
onze fabriek:
Alle tekmar sensoren ontvangen hun hulpenergie uit het
aangesloten stuurapparaat. De directe aansluiting van
een sensor op een spanningsbron brengt onherstelbare
schade toe aan het sensorelement en kan personen in
gevaar brengen.
Temperatuursensoren kunnen met een elektronische
ohmmeter worden gecontroleerd, maar ze mogen tijdens
die test niet zijn aangesloten op het stuurapparaat. Zie de
technische gegevens resp. de montagehandleiding voor
de weerstands- en temperatuurwaarden m.b.t. de test.
NOTITIES
www.stiebel-eltron.com ZSE 5 | 13
NEDERLANDS
1/52