MONTAGE, INSTALLATIE EN INBEDRIJFSTELLING
4 | ZSE 5 www.stiebel-eltron.com
Montage, installatie en inbedrijfstelling
Montage en aansluiting mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door elektromonteurs die zijn geautoriseerd door
de netbeheerder en die over voldoende deskundigheid
beschikken m.b.t. het product. Bij de installatie moeten altijd
onze veiligheidsinstructies worden opgevolgd!
Demontage van afgedankte apparaten
De schakelkast moet spanningsvrij worden geschakeld.
Markeer de oude kabels overeenkomstig de bestaande
klemmenbezetting.
(Dit vergemakkelijkt de latere herinstallatie.)
Maak de kabels los en demonteer de behuizing.
Montage van het stuurapparaat
De contactbescherming volgens beschermingsklasse II is
gewaarborgd door de volgende maatregelen:
inbouw in kleine installatieverdeler volgens DIN
57603/VDE 0603 (bijv. verdeler van het N-systeem) of
inbouw in installatieverdeler volgens DIN 57659/VDE 0659
De voorschriften volgens VDE 0100 moeten worden
nageleefd.
Volgens DIN EN 50350 moet een stuurapparaat met ED-
systeem worden geplaatst op de koudste plaats, d.w.z. in de
onderste montagerij van de verdeler. Aan beide kanten moet
een afstand van minstens één delingseenheid worden
vrijgehouden.
Het groepsstuurapparaat moet overeenkomstig onderstaand
aansluitschema worden aangesloten, waarbij rekening moet
worden gehouden met het volgende:
De aansluitingen op de klemmen L en N mogen niet
worden verwisseld.
Trek het apparaat uit de insteekbasis om de zekering te
vervangen. De zekering is toegankelijk vanaf de
achterzijde. Een reservezekering bevindt zich in de
apparaatbasis (zie Technische gegevens).
Het maximaal toegestane stuurvermogen bedraagt 160W.
Zorg ervoor dat het maximale stuurvermogen niet wordt
overschreden. Dit is het geval als de totale weerstand van
alle stuurweerstanden in de
accumulatieverwarmingsinstallatie niet kleiner is dan 330
groepsstuurapparaat). Het stuurvermogen is afhankelijk
van type en aantal apparaten. Het totale stuurvermogen
wordt berekend op basis van de optelling van de
afzonderlijke stuurvermogens.
Bij overbelasting van de A1/A2-uitgang brandt de
zekering in het apparaat door en moet worden
vervangen.