2-nl
HEKSITUATIE
Hoe ver moet de vleugel worden geopend?
90 graden, evt. tot (maximaal) 115 graden. Een openingshoek van
meer dan 115 graden is onder sommige omstandigheden mogelijk,
maar niet aan te raden! Dit omdat de aandrijving een constante
snelheid heeft. Hoe verder het hek moet worden geopend, hoe
sneller de vleugel moet bewegen. De bewegingen worden
ongelijkmatiger, beslagen en hek worden daardoor extreem belast.
Geldt voor aandrijvingen zonder eindschakelaars: Het naast
elkaar bestaan van verschillende openingshoeken leidt ertoe dat de
aandrijving die het eerst zijn doel bereikt bij de aanslag een
brommend geluid produceert (lopende motor) en tegen het hek drukt
tot de andere motor eveneens zijn eindpositie heeft bereikt.
(afbeelding 3A-F).
Tip voor professionals: Door het gericht instellen van verschillende
A+B afmetingen (links + rechts) kunt u de tijd van het bereiken van
de eindaanslag beïnvloeden. De beslagen worden echter bij deze
wijze van montage sterk belast en het hek kan met schokkende
bewegingen gaan lopen. Deze methode is uitsluitend aan te bevelen
voor de ervaren hekkenbouwer.
AANWIJZING: Opent het hek naar een muur of wand, bestaat er
afklemgevaar. Is de resterende afstand bij geopend hek kleiner dan
200 mm, moet dit bereik later met behulp van een fotocel of een
contactlijst extra worden beveiligd.
AANSLAGEN
EEN DRAAIEND HEK HEEFT EEN VASTE AANSLAG NODIG (IN
HEK OPEN EN HEK DICHT). Aanslagen ontzien de aandrijving, het
hek en de beslagen. Als er geen vaste eindaanslagen worden
gebruikt, beweegt het hek niet soepel, kunnen er gevaarlijke situaties
ontstaan, ontstaat voortijdige slijtage en verliest de garantie zijn
geldigheid!
PIJLERBESLAG
Het op de juiste plaats aanbrengen van het pijlerbeslag is
bepalend voor het goed functioneren van de installatie. De
afstand tussen het draaipunt van de motor en het draaipunt van het
hek wordt erdoor bepaald, en daarmee tevens de openingshoek.
Men spreekt van afmeting A en afmeting B. Onderschat niet de
invloed van deze afmetingen op het soepel bewegen van het hek.
Probeer onder alle omstandigheden en zo nauwkeurig mogelijk de
ideale afmeting voor uw openingshoek in te stellen. Zie de tabel
(afbeelding 3F) voor de afmetingen A/B.
Als de pijler niet breed genoeg is, moet een adapterplaat worden
vervaardigd (afbeelding 5B). Als de pijler te dik is, moet deze
gedeeltelijk worden verwijderd (afbeelding 5D), of moet het hek
worden verplaatst (afbeelding 5C).
Om optimale afmetingen te bereiken, kan het nodig zijn de
meegeleverde scharnierplaat in te korten of te verlengen. Bij nieuw
te vervaardigen hekken kunnen de afmetingen A en B worden
beïnvloed door de hengsels van het hek op een bepaalde manier
aan de pijlers te monteren. Voordat de montageafmetingen definitief
worden vastgelegd, dient altijd te worden gecontroleerd of de
aandrijving bij het draaien geen contact maakt met de pijler.
MONTAGE: De krachten waarmee de aandrijving tegen de pijler
steunt, zijn zeer groot. Meestal ontstaan er al acceptabele
montageafmetingen wanneer de meegeleverde scharnierplaat
rechtstreeks op de pijler wordt gelast. Bij dikke stenen of betonnen
zuilen moet het scharnierdeel op een dragerplaat worden gelast en
zo worden bevestigd dat de pluggen tijdens het gebruik niet los
kunnen raken. Hiervoor zijn kleef-duwankers waarbij een borgpen
spanningsvrij in het metselwerk wordt ingebracht, beter geschikt dan
stalen of kunststof keilbouten. Bij gemetselde pijlers dient een
tamelijk grote, meerdere stenen bedekkende staalplaat te worden
vastgeschroefd, waarop vervolgens de scharnierplaat kan worden
gelast. Voor de bevestiging is ook een om de hoek van de pijler
bevestigde hoekplaat geschikt.
TOEBEHOREN TIP 1: Voor ronde pijlers kan een toebehorenbeslag
worden gemonteerd, waarmee het instellen van de A/B-massa wordt
vereenvoudigd (model 207917).
TOEBEHOREN TIP 2: Voor naar buiten draaiende hekken kan een
speciaal beslag worden besteld.
ALVORENS TE BEGINNEN
Voor de aandrijving is er aan de zijkant ruimte nodig voor de armen
en de uit te voeren montagewerkzaamheden. Zorg dat deze ruimte
beschikbaar is. Hekken met een sterke windbelasting dienen
aanvullend met een (elektrisch) slot te worden beveiligd!
Er zijn veel factoren die bepalend zijn voor de keuze van de juiste
aandrijving. Als we uitgaan van een goed functionerend hek, vormt
het "in beweging zetten" de moeilijkste fase. Als het hek eenmaal in
beweging is, is het benodigde vermogen meestal aanzienlijk
geringer.
• Hekgrootte: De afmetingen van het hek vormen een zeer
belangrijke factor. Wind kan het hek afremmen of spanningen
veroorzaken en het benodigde vermogen sterk verhogen.
• Hekgewicht: De vermelding van het hekgewicht betreft slechts
een globale aanduiding, die zeer sterk van het werkelijke verbruik
kan afwijken. Waar het om gaat is de manier van functioneren.
• Invloed van de temperatuur: lage buitentemperaturen kunnen
het in beweging zetten van het hek bemoeilijken (veranderingen
van de ondergrond etc.) of verhinderen. Hoge buitentemperaturen
kunnen de temperatuurbeveiliging (ca. 135°C) eerder in werking
zetten (alleen bij 230-volt-aandrijvingen).
• Werkfrequentie/Inschakelduur: de aandrijvingen hebben een
maximale inschakelduur van ca. 30% (bijv. 30% van een uur).
24-volt-aandrijvingen kunnen permanent draaien.
N.B.: 230Volt De aandrijvingen zijn er niet voor gemaakt
permanent op de maximale inschakelduur te werken
(continubedrijf). De aandrijving wordt te warm en schakelt zichzelf
uit tot hij weer de inschakeltemperatuur heeft bereikt. De
buitentemperatuur en het hek vormen belangrijke factoren voor de
daadwerkelijke inschakelduur.
CONTROLELIJST INSTALLATIE – VOORBEREIDINGEN
Controleer de inhoud van de verpakking en lees de
gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zie erop toe dat uw
hekinstallatie foutloos functioneert. Het hek moet gelijkmatig en
stootvrij lopen, het mag nergens blijven hangen. Denk eraan dat de
ondergrond in de winter enkele centimeters omhoog kan komen. Een
stabiel hek met zo weinig mogelijk speling is van belang om storende
slingerbewegingen te voorkomen. Hoe lichter de vleugel loopt, hoe
gevoeliger de kracht kan worden ingesteld.
Schrijf op, welk materiaal u nog nodig hebt en zorg ervoor dat alles
aanwezig is als u met de montage begint. Kleefanker (stabiele
pluggen), schroeven, aanslagen, kabels, verdeeldozen, gereedschap
etc.
TYPEN HEKKEN
Het type hek is bepalend voor de plaats waar de aandrijving wordt
gemonteerd. Als de aanslag van het hek zich op de bodem bevindt,
dient de aandrijving eveneens zo laag mogelijk worden gemonteerd,
zodat hij het hek niet kan verdraaien. Gebruik alleen delen van het
lijstwerk voor de bevestiging.
TYPE A, B, C
Bij stalen hekken dient het hekbeslag aan het hoofdlijstwerk te
worden bevestigd. Als het niet duidelijk is of de beschikbare drager
voldoende stabiel is, versterk deze dan.
TYPE D, E, F
Bij houten hekken moet het hekbeslag worden doorgeschroefd. Het
is raadzaam om aan de buitenkant een plaat te monteren, zodat de
bevestiging op termijn niet los kan raken. Dunne houten hekken
moeten eveneens worden verstevigd, omdat ze anders niet bestand
zijn tegen de belasting (bijv. type F).
2
3
4