A Thermostaat met de dubbele zuighouder loodrecht in het aquarium bevestigen. Men moet deze alleen op een door-
stroomde plek zetten (naast filter, uitstroomopening). Op die manier wordt het verwarmde water gelijkmatig in het
bekken verdeeld.
Kans op oververhitting: Het waterpeil mag nooit onder het min. merkteken
c
van de behuizing liggen. Dompeldiepte max. 0,5 m.
• Het verwarmingselement vóór inbedrijfstelling 20-30 minuten in het water van uw aquarium hangen zonder de
stroom in te schakelen. • Controleer of het apparaat beschadigd is • De zuiger
d
op de dubbele zuighouder
e
mon-
teren en op de regelaarverwarmer clipsen (niet bij het hete gedeelte en het controlelampje) • Bevestig de verwar-
mingsregelaar met de dubbele zuigerhouder
e
loodrecht in het aquarium. Plaats hem op een goed doorstromende
plaats (filteruitloop / uitstromer) • De temperatuur instellen • Netschakelaar niet insteken! Let op: verwarmingselement
niet los in het aquarium gebruiken!
B Temperatuurinstelling: Steek dan pas de stekker in het stopcontact, als het aquarium ingericht/gevuld is. Stekker uit
het stopcontact trekken. Stel de gewenste temperatuur in door aan de afstelring te draaien
a
. Stekker in het stop-
contact steken. „rood licht”
f
= verwarmingsmodus.
Bijstellen: Als de instelschaal na 1-2 dagen niet overeenstemt met de watertemperatuur kunt u als volgt tewerk gaan,
om um verhitter bij te stellen: • Trek de stekker uit het stopcontact • Meet de watertemperatuur met een nauwkeurige
termometer • Draai de markeringspijl (rood)
b
op de gemeten watertemperatuur • Stel met de instelschaal (blauw)
a
de gewenste badtemperatuur in. • Stekker in het stopcontact steken.
2.4 Verhittingselement installeren
Zoals gewenst, kan de thermometer in de afdekking (Aquastar 54 LED) of met behulp van de standaard bijgeleverde zuignap ge-
monteerd worden.
2.6 De thermometer installeren
2.5 De afdekking van de belichting installeren
binnenfilter aan de zijwand van het bekken in een hoek te bevestigen. Dan zal dit later door de planten het beste "verstopt" worden.
A
a
Filterdeksel
b
Regelbaar spuitstuk met diffusor, ±90° draaibaar
c
Filterpot
d
Motorhuis
e
4 Zuignappen
f
Lucht-
regelventiel
g
Luchtslang
h
Achterwand
i
2 x afsluitdop.
B Zuignappen aan de achterzijde van het filter insteken en het ap paraat op één van de binnenwanden van het aquarium
plaatsen.
C Aan de achterzijde van het motorhuis kan het aansluitsnoer in één van de 3 sleuven aangebracht worden. De twee overge-
bleven openingen moeten met de afsluitdoppen afgedekt worden. Dit om te voorkomen dat kleine vissen in de openingen
terecht kunnen komen.
D De opening van het regelbare spuitstuk moet ca. 1 cm onder het wateroppervlak geplaatst worden; dit om een goede
oppervlaktebeweging en een optimale uitwisseling van gassen te bereiken.
E Na montage in de bak wordt de filter via de stekker in werking gesteld. Door het omhoog trekken of indrukken van het
regelbare spuitstuk kan de maximale en minimale pompcapaciteit ingesteld worden. De uitstroomrichting kan tot ±90°
gedraaid worden.
F Het bijgeleverde luchtregelventiel dient voor zuurstofverrijking: Regelbaar spuitstuk inschuiven, luchtslang met lucht-
regelventiel plaatsen.
Door draaien van het ventiel kan de luchthoeveelheid naar behoefte gedoseerd worden.
G Stekker niet insteken!
A Leg het raam op het aquarium en trek de kabel van het binnenfilter en het verwarmingselement door de kabelopening heen
B De thermometer kan als men dit wenst in de bevestiging ingestoken worden of door een zuignap bevestigd worden
C LED-lamp in de klem steken. Bij onderhoudswerkzaamheden en bij verzorging in het aquarium kan de LED-lamp ook in de
terugwijkende houder geklemd worden.
Langdurig werken op deze manier bij gesloten afdekking is echter niet toegestaan!
D Kabel van de LED in het standaard aangebrachte kanaal aanbrengen en onder de insteektuit fixeren.
E – F Afdekking op de ramen leggen.
G Afdekking openen/sluiten
H Om een voerautomaat te gebruiken kan men een inklemplaat verwijderd worden.