AME 10, AME 11
EI.96.L2.1F / 73692172
© Danfoss | 2016.06 | 11
NEDERLANDS
Veiligheid
Om verwondingen van personen en
schade aan het apparaat te voorkomen
dient men deze instructies met
aandacht te lezen.
Montage, inbedrijfstelling en
onderhoudswerkzaamheden mogen alleen
door deskundig en erkend personeel uitgevoerd
worden.
Voor montage of demontage dient de installatie
drukloos gemaakt te worden.
Voorschriften van de fabrikant en de
installatiebeheerder dienen in acht genomen te
worden.
Montage ❶
Plaats de AME 10 op de afsluiter.
Elektrische aansluiting ❷
Stuursignaal
Het stuursignaal van de regelaar wordt
aangesloten op klem Y (ingangssignaal) en op
klem SN (gemeenschappelijke nul) van de AME
printplaat.
Uitgangssignaal
Het uitgangssignaal van klem X (t.o.v. klem
SN) kan gebruikt worden als indicatie van de
klepstand. Het bereik hangt af van de instelling
van de DIP schakelaars.
Voedingsspanning
De voedingsspanning (24V~ -15 tot +10%, 50Hz)
wordt aangesloten op de klemmen SN (nul) en
SP (24Vac).
DIP schakelaars
Fabrieksinstelling: ❸
Alle schakelaars staan in de OFF (uit) positie!
OPMERKING:
Alle combinaties van DIP instellingen zijn
toegestaan. Alle gekozen funkties worden bij
elkaar opgeteld. Er is echter één uitzondering:
Schakelaar 6 Proportional / 3 point, welke de
motor instelt als “simpele” 3-punts servomotor.
Schakelaar 1:
U / I ❹
De servomotor kan reageren op een spannings-
stuursignaal (U) of een stroom-stuursignaal (I).
Het spanningsbereik is 0-10V, het stroombereik
is 0 - 20 mA.
Fabrieksinstelling:
0 - 10 V stuursignaal
Schakelaar 2:
2 V … --- / 0 V … --- ❺
Instelling voor stuursignaal vanaf 2 V … of vanaf
0 V …
Als de servomotor is ingesteld voor stroom-
sturing, dan komt dit overeen met 4mA… of
0mA…
Fabrieksinstelling:
2 V (4 mA)
Schakelaar 3:
Direct / Inverse (Direkt / Omgekeerd) ❻
Direct: spindel omlaag bij stijgend stuursignaal.
Inverse: spindel omhoog bij stijgend
stuursignaal.
Fabrieksinstelling:
Direct.
Schakelaar 4:
---/Sequential (volgorde) ➐
Twee motoren kunnen naar hetzelfde signaal
“luisteren”.
Als Sequential is ingesteld reageert de motor op
een gedeeld signaal.
Deze instelling werkt samen met schakelaar 5.
Schakelaar 5:
0(2) … 5(6) V / 6(6) … 10 V ❽
Opm.:
Deze funktie is geldig als schakelaar 4 op
Sequential staat.
De motor kan worden ingesteld voor de volgende
stuursignalen:
2 … 6 V (schakelaar 2 op 2 V … ---)
0 … 5 V (schakelaar 2 op 0 V … ---)
4 … 12 mA (schak. 2 op 2 V … ---)
0 … 10 mA (schak. 2 op 0 V … ---)
OF
6 … 10 V (schakelaar 2 op 2 V … --- )
5 … 10 V (schakelaar 2 op 0 V …--- )
12 … 20 mA (schak. 2 op 2 V …--- )
10 …2 0 mA (schak. 2 op 0 V … --- )
Schakelaar 6:
Proportional / 3 point
(Proportioneel/3punts) ❾
De servomotor werkt als een simpele 3-punts
motor als de 3- punts funktie is ingesteld.
Voedingsspanning wordt aangesloten op de
klemmen SN en SP. Op de klemmen 1 en 3 wordt
24Vac voor “omlaag” en “omhoog” aangesloten.
Uitgangs- signaal X geeft de werkelijke stand
aan.
Opmerking:
In de 3-punts funktie reageert de servomotor niet
op signalen via klem Y. De spindel beweegt alleen
bij spanning op klem 1 of klem 3.
Schakelaar 9:
Reset ❿
Nadat de servomotor is aangesloten op de
voedingsspanning begint de automatische
afstelprocedure. De indicatie LED knippert
tot de afstelling is beëindigd. De tijdsduur
is afhankelijk van de kleplift en bedraagt
gewoonlijk enkele minuten. De slag van de klep
wordt in het geheugen opgeslagen.
Om de afstelprocedure opnieuw te starten dient
de stand van RESET veranderd te worden.
Wanneer de voedings-spanning wordt
uitgeschakeld of langer dan 0,1s onder 80%
daalt, wordt de momentele klepstand in het
geheugen opgeslagen en blijven alle gegevens
bewaard, ook na het uitschakelen van de
voeding.
Funktietest
De LED indicator toont het motorbedrijf,
bedrijfstoestand en eventuele fouten.
Continue aan
- normaal bedrijf
Continue uit
- geen bedrijf of geen voedingsspanning
Knipperend (1 Hz)
- automatische afstelprocedure
Knipperend (3 Hz)
- voedingsspanning te laag
- onvoldoende klepslag (< 20 s)
- eindpositie onbereikbaar.