N
N
E
E
D
D
E
E
R
R
L
L
A
A
N
N
D
D
S
S
2
1. Controleer of het TFT-beeldscherm nog niet met het stroomnet verbonden is (stekker nog niet in het stopcontact) en het
TFT-beeldscherm en de computer nog niet ingeschakeld zijn.
2. Maak uw computer evt. voor het TFT-beeldscherm klaar zodat alle nodige instellingen voor uw TFT-beeldscherm
uitgevoerd zijn.
AANSLUITEN VAN DE VGA-SIGNAALKABEL
3. Sluit de signaalkabel aan de passende VGA-aansluitingen aan de computer en aan de TFT-beeldscherm aan.
AANSLUITEN VAN DE AUDIO KABEL (OPTIONAL)
4. Sluit de audiokabel aan de passende aansluitingen aan de computer en aan de TFT-beeldscherm aan.
TOT STAND BRENGEN VAN DE STROOMTOEVOER
1. Sluit nu de monitor met de meegeleverde kabel aan op het lichtnet. Het stopcontact moet in de buurt van de monitor
zijn en gemakkelijk toegankelijk (dezelfde stroomkring).
5. Uw beedscherm heeft een hoofdschakelaar, verbonden met het net, waarmee u uw beeldscherm aan en uit kunt zetten.
Staat de schakelaar op 0, dan is er geen stroomverbruik. Zet u de schakelaar op I en schakel vervolgens uw
beeldscherm vervolgens aan de aan/uit schakelaar aan..
6. Schakel daarna uw computer in.
Bedieningselementen
Menu/Enter Met deze toets roept u het OSD (On Screen Display) op. Bevestig met deze toets de keuze van de
parameter die u wilt wijzigen.
Down
zachter
Als het OSD aktief is, kiest u met deze toets een parameter waarbij de waarde verlaagd wordt.
Bij rechtstreekse aansturing verlaagt u het volume.
Up
harder
Als het OSD aktief is, dan kiest u met deze toets een parameter waarbij de waarde verhoogd
wordt.
Bij rechtstreekse aansturing verhoogt u het volume.
Auto
Met deze toets zet u de automatische instelling aan.
In werking
indicator
Toont de operationele toestand aan.
Blauw = normale werking,
Oranje = stand-by modus
Power
Met deze schakelaar kunt u het LCD-beeldscherm in- of uitschakelen.
Fouten en mogelijke oorzaken
Het beeldscherm toont geen beeld:
Controleer:
De beeldherhalingsfrequenties.
De actuele beeldherhalingsfrequentie moet geschikt zijn voor het TFT-beeldscherm.
De stroomspaarmodus. Druk op een willekeurige toets en beweeg de muis om de modus uit te schakelen.
De signaalkabelpennen. Als er pennen (pins) gebogen zijn, neem dan contact op met uw klantendienst.
Stel geldige waarden voor uw TFT-beeldscherm in.
Het beeld loopt door of is niet vast:
Controleer:
De signaalkabelpennen. Als er pennen (pins) gebogen zijn, neem dan contact op met uw klantendienst.
De grafische kaart. Controleer of de instellingen correct zijn.
De beeldherhalingsfrequenties. Stel in uw grafische instellingen toegestane waarden in.
Verwijder storende toestellen (mobiele telefoons, luidsprekerboxen etc.) uit de buurt van uw TFT-beeldscherm.
Vermijd het gebruik van monitorverlengkabels.
Tekens worden donker weergegeven, het beeld is te klein, te groot of niet gecentreerd enz.:
Stel de betreffende instellingen bij.
De kleuren worden niet zuiver weergegeven:
Controleer de signaalkabelpennen. Als er pennen (pins) gebogen zijn, neem dan contact op met uw klantendienst.
Stel de betreffende instellingen bij.
Vermijd het gebruik van monitorverlengkabels.