Documenttranscriptie
gebruiksaanwijzing
elektro oven
mode d'emploi
four electro
OX6211H
Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel
Bedrijfs
controlelampje
Oventhermostaat
controlelampje
Oventhermostaat
bedieningsknop
Ovenfunctie
bedieningsknop
Elektronisch
programmeren
Binnenkant oven
5
1 tot 4 Inzetniveaus
(inzetniveau nr. 2 en 4
zijn uitgerust met
telescopische geleiders)
4
5
Grill
3
6
Ventilator
2
7
Ovenlampje
1
8
Opening draaispit
6
7
8
Toebehoren
vorken
spit
greep
Braadslede
frame draaispit
Draaispit
Bakplaat
2 ATAG
Rooster
Inhoud
Beschrijving van het apparaat ............................................................................ 2
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie......................................... 4
Bedieningsknoppen ........................................................................................... 6
Voordat u de oven de eerste keer gebruikt ......................................................... 9
Elektronisch programmeren ............................................................................. 10
De oven gebruiken .......................................................................................... 15
Kooktabellen ................................................................................................... 24
Reiniging en onderhoud ................................................................................... 27
Wat te doen als er iets fout gaat ...................................................................... 33
Technische gegevens ...................................................................................... 34
Instructies voor de installateur .......................................................................... 35
Instructies voor de inbouw ............................................................................... 37
Service en onderdelen ..................................................................................... 38
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschrift
)
Stap-voor-stap-handleiding
Adviezen
Milieu-informatie
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen.
ATAG 3
Nederlands
Waarschuwingen en belangrijke
veiligheidsinformatie
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en
hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat
aansluit en/of in gebruik neemt.
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als
het apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat
bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe
gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Installatie
De installatie moeten worden uitgevoerd door een erkend installateur, met
inachtneming van de geldende voorschriften. De afzonderlijke installatiewerkzaamheden zijn beschreven in de
instructies voor de installateur.
• Laat het apparaat installeren en aansluiten door een erkend installateur
overeenkomstig de richtlijnen.
• Ook eventuele voor de installatie noodzakelijke wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening moeten door een erkend
installateur uitgevoerd worden.
•
Bediening
•
•
•
•
•
Deze oven is ontworpen voor de bereiding van levensmiddelen; gebruik
hem nooit voor andere doeleinden.
• Pas bij het openen van de ovendeur (tijdens of aan het einde van
de bereidingstijd) altijd op voor de
hete luchtstroom die uit de oven
komt.
• Wees extra voorzichtig tijdens het gebruik van de oven. Door de grote hitte
van de verwarmingselementen zijn de
bakplaten en andere onderdelen erg
heet.
4 ATAG
•
Let op! Bedek de oven nooit met aluminiumfolie en plaats geen bakblikken, ovenschotels en dergelijke op de
bodem van de oven, anders kan het
emaille van de oven door de opgebouwde hitte beschadigd raken.
Indien u, om welke reden dan ook, aluminiumfolie in de oven gebruikt, laat
dit dan nooit in direct contact komen
met de bodem van de oven.
Ga bij het reinigen van de oven voorzichtig te werk: sproei nooit vloeistof
op de verwarmingselementen en de
thermostaatsensor.
Het is gevaarlijk veranderingen van
welke aard ook aan te brengen aan
het apparaat of aan de kenmerken ervan.
Tijdens het bakken, braden en grillen
worden het venster van de deur en de
overige onderdelen van het apparaat
erg heet. Houd kinderen daarom uit de
buurt van het apparaat. Indien er elektrische apparaten worden aangesloten
op stopcontacten in de buurt van de
oven, let er dan op dat de aansluitsnoeren niet in aanraking komen met
hete oppervlakken of vastgeklemd raken
tussen de ovendeur.
•
•
•
•
•
Gebruik altijd ovenwanten om hete
vuurvaste schotels of schalen uit de
oven te halen.
De vorken en het spit zijn puntig en
scherp. Als u er gebruik van maakt, doe
het met zorg om verwonding te
voorkomen.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
Schakel voordat u de oven gaat reinigen
de stroom uit of haal de stekker uit het
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de oven in de stand
“UIT” staat als hij niet meer wordt gebruikt.
Het apparaat mag niet worden gereinigd
met een stoomreiniger.
Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe
metalen schrapers. Deze kunnen krassen veroorzaken op de ruit van de deur,
waardoor het glas kan barsten.
Milieu-informatie
•
Gooi, nadat de oven is geïnstalleerd,
de verpakking weg op een veilige en
milieuvriendelijke wijze.
• Wanneer een oud apparaat wordt afgedankt, moet het onbruikbaar worden
gemaakt door het aansluitsnoer af te
snijden. Verwijder alle vergrendelingen
van de deur, om te voorkomen dat
kinderen in de oven opgesloten kunnen
raken.
Klantenservice
•
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de service-afdeling van de fabrikant of door een service•
afdeling die door de fabrikant
geautoriseerd is en gebruik alleen origi•
nele onderdelen.
• Probeer in geval van een storing of defect dit apparaat nooit zelf te repareren.
Reparaties die door niet-deskundige
Veiligheid van personen
personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
• Dit apparaat is bestemd voor gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om
op het product of op de
het door kinderen te laten gebruiken of Het symbool
hen ermee te laten spelen.
verpakking wijst erop dat dit product niet
• Houd kinderen uit de buurt, zolang de als huishoudafval mag worden behandeld.
oven in werking is. Ook nadat u de oven maar moet worden afgegeven bij een
heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog verzamelpunt waar elektrische en elektrolange tijd heet.
nische apparatuur wordt gerecycled. Als u
• Dit apparaat is niet bedoeld voor ge- ervoor zorgt dat dit product op de juiste
bruik door kinderen of andere perso- manier wordt verwijderd, voorkomt u monen met beperkte lichamelijke, zintuig- gelijke negatieve gevolgen voor mens en
lijke of geestelijke vermogens of een milieu. die zich zouden kunnen voordoen in
gebrek aan ervaring en kennis, tenzij geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
dit plaatsvindt onder toezicht van een gedetailleerdere informatie over het
voor hun veiligheid verantwoordelijke recyclen van dit product, kunt u contact
persoon of tenzij zij van een dergelijke opnemen met de gemeente, de gemeentepersoon instructies hebben ontvangen reiniging of de winkel waar u het product
over het gebruik van het apparaat.
hebt gekocht.
ATAG 5
Bedieningsknoppen
Ovenfuncties
0 De oven staat uit.
Ovenlampje - Het ovenlampje brandt ook
als er geen ovenfunctie is ingeschakeld.
Onder- en bovenwarmte - De warmte
komt van zowel de bovenste als de onderste
verwarmingselementen, zodat er in de gehele ovenruimte een gelijkmatige temperatuur heerst.
Bovenste verwarmingselement - De
warmte komt uitsluitend van het bovenste
verwarmingselement (buiten de sectie).
Onderste verwarmingselement - De
warmte komt alleen van het onderste verwarmingselement.
Kleine grill - De kleine grill kan gebruikt
worden om kleine hoeveelheden te grillen.
Grill / Draaispit - Het draaispit kan worden gebruikt voor het grillen van vlees, kebabs of
kleine stukken vlees aan een spit.
Grote grill - Het gehele grillelement wordt
ingeschakeld. Aanbevolen voor grotere hoeveelheden.
Grillen met hetelucht - Deze functie biedt
een alternatieve bereidingsmethode voor gerechten
die anders met de normale grill bereid worden. Het
grillelement en de hete lucht werken afwisselend,
zodat de hete lucht rond de gerechten circuleert. Als
u de functie grillen met hetelucht gebruikt,
dient u een maximale temperatuur van 200°C
te selecteren.
Hetelucht- Bij deze instelling kunt u op verschillende bakplaten braden of tegelijkertijd braden en bakken, zonder dat er smaakoverdracht
plaatsvindt.
6 ATAG
Ontdooien - Deze instelling is geschikt voor
het ontdooien van bevroren levensmiddelen.
Bedrijfscontrolelampje
Dit indicatielampje gaat branden zodra de functieknop wordt ingesteld.
Oventhermostaat
Draai de thermostaatknop naar rechts om een
temperatuur tussen 50°C en 250°C te selecteren.
Controlelampje oventhermostaat
Het controlelampje van de thermostaat gaat branden als er aan de thermostaatknop wordt gedraaid.
Het lampje blijft branden totdat de juiste temperatuur is bereikt. Daarna gaat het aan en uit, om aan
te geven dat de temperatuur wordt gehandhaafd.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door
onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte
onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt
de oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u
(nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te
verhelpen; Is de thermostaat daarentegen geactiveerd vanwege een defect onderdeel, neem dan
contact op met onze service-afdeling.
ATAG 7
Koelventilator
De oven is voorzien van een koelventilator die het
voorpaneel, de knoppen en de handgreep van de
ovendeur koel houdt. Deventilator wordt nadat de
oven enkele minuten inwerking is automatisch
ingeschakeld.
Via de opening aan de bovenkant van de deur wordt
warme lucht naar buiten afgevoerd. Als de oven
wordt uitgeschakeld kan de ventilator nog enige
tijd draaien om de bedieningselementen koel te
houden. Dit is volkomen normaal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe lang
en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het
is mogelijk dat de ventilator helemaal niet
ingeschakeld
wordt
op
lagere
temperatuurinstellingen of als de oven maar korte
tijd gebruikt is.
8 ATAG
Voordat u de oven in gebruik neemt
Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant, voordat u de oven gebruikt.
Wanneer u de oven voor de eerste keer gaat gebruiken, moet deze eerst eenmaal leeg worden
verwarmd.
Gedurende deze tijd kunt u een onaangename geur
waarnemen. Dit is volkomen normaal. en is volkomen normaal.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is.
De oven werkt pas nadat de klok is ingesteld.
1. Stel het tijdstip van de dag in met de
optie elektronisch programmeren (zie
hoofdstuk “Elektronisch programmeren”).
2. Draai de functieknop op bereiding met
)
hetelucht
.
3. Draai de thermostaatknop op 250°C.
4. Zet een raam open voor ventilatie.
5. Laat de lege oven ongeveer 45 minuten
werken.
Deze procedure dient herhaald te worden met de
Grote grillfunctie
en de functie Onder- en
bovenwarmte
, gedurende 5-10 minuten.
Laat de oven daarna afkoelen. Maak een
doek vochtig met warm water en wat mild
reinigingsmiddel en reinig daarmee de binnenkant van de oven.
Reinig voordat u de oven voor het eerst
gebruikt ook zorgvuldig alle accessoires.
Houd de handgreep altijd in het
midden vast wanneer u de ovendeur
opent.
ATAG 9
Elektronisch programmeren
1. Bedieningsknop voor het selecteren
van de functie SELECT
4
2. Bedieningsknop verlagen “
7
8
5
6
”
3. Bedieningsknop verhogen “ ”
4. Display
5. Controlelampje “Bereidingsduur”
2
1
3
6. “Controlelampje einde bereidingstijd
7. Controlelampje “Kookwekker”
8. Controlelampje “Tijdstip van de
dag”
De oven werkt pas nadat het tijdstip
van de dag is ingesteld.
De oven kan echter ook zonder enige programmering bediend worden.
Als de stroom uitvalt worden alle instellingen (klok, programma-instelling of lopend
programma) geannuleerd. Als de stroomtoevoer weer hersteld is, knipperen de cijfers in het display en moet de klok/timer
gereset worden.
Tijdstip van de dag instellen
Wanneer de stroomtoevoer wordt ingeschakeld, of
nadat de stroom is uitgevallen, knippert op het
display het controlelampje “Tijdstip van de dag”
.
Om het juiste tijdstip van de dag in te stellen:
1.
Druk op toets “ ” of “ ”.
2.
Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd: het controlelampje “Tijdstip van
de dag
gaat uit en op het display verschijnt de
ingestelde tijd. Het apparaat is klaar voor gebruik.
10 ATAG
Om het juiste tijdstip van de dag opnieuw in
te stellen:
1.
Druk op toets SELECT om de functie
“Tijdstip van de dag” te selecteren. Het overeenkomstige controlelampje gaat knipperen. Ga dan
verder zoals hierboven is beschreven. Het tijdstip
van de dag kan alleen opnieuw worden ingesteld
als er geen automatische functie (bereidingsduur
of einde bereidingstijd
) is ingesteld.
“Bereidingsduur” functie
Met deze functie wordt de oven automatisch uitgeschakeld als de tijd van een geprogrammeerde
bereidingsduur afgelopen is. Zet het gerecht in de
oven, selecteer een bereidingsfunctie en stel de
bereidingstemperatuur in.
Druk herhaaldelijk op de toets SELECT om de
“Bereidingsduur” functie te selecteren. Het overeenkomstige controlelampje
gaat knipperen.
Ga dan als volgt verder:
Zo stelt u de bereidingsduur in:
1.
Druk op toets “ ”” of “ ”.
2.
Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd: het controlelampje “bereidingsgaat branden en op het display verschijnt
duur”
het tijdstip van de dag.
3.
Als de bereidingstijd is afgelopen schakelt de oven zich automatisch uit en zal er een
geluidssignaal klinken, terwijl het controlelampje
gaat knipperen. Draai de functieknop van de oven
en de thermostaatknop op nul.
Om het geluidsalarm uit te schakelen een willekeurige toets indrukken.
OPMERKING: door het uitschakelen van het
geluidsalarm wordt de oven weer op handmatig
gezet, en als de functieknop en de thermostaatknoppen niet op nul gezet zijn, zal de oven weer
gaan opwarmen.
ATAG 11
Zo annuleert u de bereidingstijd:
1.
Druk op toets SELECT om de “Bereidingsduur” functie te selecteren. Het overeenkomstige
controlelampje
begint te knipperen en het op
het display verschijnt de resterende bereidingstijd.
tot op het display “0:00”
2.
Druk op toets
verschijnt. 5 seconden later gaat het controlelampje
uit en zal het tijdstip van de dag weer op het display
verschijnen.
“Einde bereidingstijd” functie
Met deze functie kunt u de oven zodanig instellen
dat deze automatisch uitgeschakeld wordt als de
tijd van een geprogrammeerde bereidingsduur afgelopen is. Zet het gerecht in de oven, selecteer
een bereidingsfunctie en stel de bereidingstemperatuur in.
Druk herhaaldelijk op de toets SELECT om de
functie “Einde bereidingstijd” te selecteren.
Het overeenkomstige controlelampje
gaat knipperen. Ga dan als volgt verder:
Zo stelt u het einde van de bereidingstijd in:
1.
Druk op toets “ ” of “ ”.
2.
Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd: het controlelampje “einde
gaat branden en op het display
bereidingstijd”
verschijnt het tijdstip van de dag.
3.
Als de bereidingstijd is afgelopen schakelt de oven zich automatisch uit en zal er een
geluidssignaal klinken, terwijl het controlelampje
gaat knipperen. Draai de functieknop van de oven
en de thermostaatknop op nul. Om het geluidsalarm uit te schakelen een willekeurige toets indrukken.
OPMERKING: door het uitschakelen van het
geluidsalarm wordt de oven weer op handmatig
gezet, en als de functieknop en de thermostaatknoppen niet op nul gezet zijn, zal de oven weer
gaan opwarmen.
12 ATAG
Zo annuleert u het einde van de bereidingstijd:
1.
Druk herhaaldelijk op toets SELECT om de
functie “Einde bereidingstijd” te selecteren. Het
overeenkomstige controlelampje
begint te
knipperen en op het display verschijnt de geprogrammeerde bereidingseindtijd.
2.
Druk op toets “ ” tot op het display het
huidige tijdstip wordt weergegeven. De
programmeringsfunctie zal een piep laten horen
en het controlelampje gaat uit.
“Bereidingsduur”
bereidingstijd
en
“Einde
gecombineerd
De functies “Bereidingsduur” en “Einde bereidingstijd” kunnen tegelijk gebruikt worden om de oven
automatisch in te schakelen en later uit te schakelen.
1.
Met de functie “Bereidingsduur”
(stel
de bereidingsduur in zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk) stelt u de tijdsduur in. Druk
vervolgens op toets SELECT: op het display
verschijnt de geprogrammeerde instelling.
2.
Met de functie “Einde bereidingstijd”
(stel het einde van de bereidingstijd in zoals beschreven in het betreffende hoofdstuk) stelt u het
tijdstip van het einde van de bereidingstijd in.
Het overeenkomstige controlelampje gaat branden en op het display verschijnt het tijdstip van de
dag. De oven zal in- en uitgeschakeld worden
volgens de ingestelde programma’s.
ATAG 13
Functie “Kookwekker”
Het alarm van de kookwekker klinkt na afloop van
de ingestelde tijdsduur, maar de oven blijft aan,
indien hij in gebruik is.
Zo stelt u de kookwekker in:
1.
Druk op toets SELECT om de “Kookwekker” functie te selecteren.
Het overeenkomstige controlelampje
gaat knipperen.
2.
Druk op toets “ ” of “ ” (maximaal: 2 uur,
30 minuten).
3.
Wacht 5 seconden nadat u de instelling
hebt uitgevoerd: het controlelampje “Kookwekker”
gaat branden.
4.
Als de ingestelde tijdsduur is afgelopen
begint het controlelampje te knipperen en klinkt
er een geluidssignaal. Om het geluidsalarm uit te
schakelen een willekeurige toets indrukken.
Zo schakelt u de kookwekker uit:
1.
Druk op toets SELECT om de “Kookwekker” functie te selecteren. Het overeenkombegint te knipperen en op
stige controlelampje
het display verschijnt de resterende tijd.
2.
Druk op toets “ ” tot op het display “0:00”
verschijnt. 5 seconden later gaat het controlelampje
uit en zal het tijdstip van de dag weer op het display
verschijnen.
Zo schakelt u het display uit
1. Druk tegelijkertijd op twee programmeerknoppen en houd ze ongeveer 5 seconden ingedrukt. Het display wordt uitgeschakeld.
2. Om het display in te schakelen, dient u een
willekeurige toets in te drukken.
Het display kan alleen uitgeschakeld worden
als er geen andere functies zijn ingesteld.
14 ATAG
Gebruik van de oven
De oven is voorzien van een exclusief systeem dat
zorgt voor een natuurlijke luchtcirculatie en een
constante recirculatie van stoom.
Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te
bereiden in een stoom bevattende atmosfeer en
worden de gerechten zacht van binnen en
knapperig van buiten. Bovendien worden de
bereidingstijd en het energieverbruik tot een
minimum beperkt. Tijdens de bereiding kan er
stoom ontstaan, die vrijkomt zodra u de ovendeur
opent. Dit is volkomen normaal.
Doe echter altijd een stap van de oven
vandaan als u de ovendeur opent,
zodat eventuele stoom of hitte naar
buiten kan komen.
Let op! - Plaats tijdens de bereiding geen
voorwerpen op de bodem van de oven en
dek geen onderdelen van de oven af met
aluminiumfolie. Dit kan oververhitting
veroorzaken, wat de bakresultaten beïnvloedt
en het email van de oven kan beschadigen.
Zet pannen, hittebestendige pannen en
aluminium bakplaten altijd op het bakplaat
dat in de geleiders is geschoven. Wanneer
voedsel verwarmd wordt, ontstaat er stoom,
net als in een ketel. Wanneer de stoom in
aanraking komt met de glazen deur van de
oven, wordt er condens gevormd en ontstaan
er waterdruppels.
Warm de lege oven altijd 10 minuten voor,
om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de waterdruppels
weg te vegen.
Houd tijdens de bereiding de ovendeur altijd
gesloten. Blijf op een veilige afstand als u de deur
van de oven opent, zodat u niet in aanraking komt
met de hete stoom uit de oven. Houd de deur
vast aan de handgreep totdat deze helemaal
geopend is en laat de handgreep niet eerder los.
ATAG 15
De oven heeft vier inzetniveaus.
Deze inzetniveaus worden geteld vanaf de bodem
van de oven (zie afbeelding).
Het is belangrijk dat deze bakplaten correct zijn
geplaatst, zoals weergegeven in de afbeelding.
Inzetniveau 2 en 4 zijn voorzien van telescopische
geleiders, die het plaatsen of verwijderen van
bakplaten gemakkelijker maakt.
1.
Trek de rechter en linker telescopische
geleiders helemaal naar buiten, zoals weergegeven
op de afbeelding.
2.
Plaats de bakplaat of de grillpan op de
telescopische geleiders, duw ze daarna voorzichtig
helemaal in de oven (zie afbeelding).
Probeer niet om de ovendeur te sluiten
als de telescopische geleiders niet
volledig in de oven zitten. Hierdoor
kunnen het emaille en het glas van de
deur beschadigd raken.
Let op: Telescopische geleiders en
andere accessoires worden erg heet!
gebruik ovenhandschoenen of
dergelijke!
Plaats kookgerei nooit direct op de
bodem van de oven.
Onder- bovenwarmte
1.
Draai de functieknop van de oven op
.
2.
Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik van het middelste niveau. Om het bruineren te
verminderen, kunt u het rooster lager zetten. Om het
bruineren te vermeerderen, zet u het rooster hoger.
Het materiaal en de afwerking van de bakplaat en de schalen is van invloed op de mate waarin
het voedsel een bruin korstje krijgt. Emailgoed, donkere of zware bakvormen en materiaal met een antiaanbaklaag zorgen voor een betere bruinering. Glazen ovenschalen en bakplaten van glanzend alumi16 ATAG
nium of staal reflecteren de warmte en verminderen
de bruinering.
Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
Plaats schalen op een bakplaat van de
juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel
op de bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden gereinigd.
Plaats schalen, blikken of bakplaten nooit
direct op de bodem van de oven, aangezien deze
erg heet wordt en de pannen hierdoor beschadigd
kunnen raken. Bij deze instelling komt de warmte
van zowel het bovenste als het onderste element.
Hiermee kunt u op één niveau gerechten bereiden, wat met name geschikt is voor gerechten die
extra bruinering vergen, zoals quiches en hartige
taarten.
Gratins, lasagne en ovenschotels die extra bruinering aan de bovenkant vergen, kunnen ook prima
worden bereid met boven- en onderwarmte.
Bovenste verwarmingselement
1.
Draai de functieknop van de oven op
.
2.
Draai de thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
De warmte komt alleen van de bovenkant van de
oven, zodat u uw gerechten kunt klaarmaken zoals lasagne, gehakt met een korst, bloemkool met
kaas, enz.
Onderste verwarmingselement
1.
Draai de functieknop van de oven op
.
2.
Draai de thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
Deze functie is uitermate geschikt voor het blind
bakken van taartbodems. Tevens kan deze functie
worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het basisdeeg van quiches of hartige taarten gaar is.
ATAG 17
Grillen
De meeste gerechten kunnen het beste op
het rooster in de grillpan worden geplaatst. Hierdoor wordt een maximale luchtcirculatie gerealiseerd en bevindt het voedsel zich niet in maar boven het vet en de vleessappen. Indien gewenst kunnen gerechten zoals vis, lever en niertjes direct op
de grillpan worden geplaatst.
Droog het voedsel vóór het grillen goed af,
zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en
vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter,
zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
Overige ingrediënten, zoals tomaten en
champignons, kunnen tijdens het grillen van vlees
onder de grill worden geplaatst
Voor het roosteren van brood raden we u
aan het bovenste inzetniveau te gebruiken.
Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding worden omgedraaid.
Gebruik van de kleine grill
De kleine grill zorgt voor snelle, directe hitte in het
middelste gedeelte van de grillpan. Door de kleine
grill te gebruiken voor de bereiding van kleinere
hoeveelheden kunt u energie besparen.
1.
Draai de functieknop van de oven op
.
2.
Draai de thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
3.
Pas het niveau van het rooster en de grillpan aan voor de verschillende diktes van het voedsel en volg de instructies voor het grillen.
Het grillelement wordt geregeld door de thermostaat. Tijdens de bereiding gaat de grill aan en uit,
om oververhitting te voorkomen.
Hoe gebruikt u de grote grill
1.
Draai de functieknop van de oven op
.
2.
Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
3.
Pas het niveau van het rooster en de grillpan aan voor de verschillende diktes van het voed-
18 ATAG
sel. Plaats het voedsel dicht bij het element als u
het snel wilt bereiden en iets verder weg voor een
behoedzamer bereiding.
Verwarm de grill een paar minuten voor op de hoogste stand, voordat u vlees gaat dichtschroeien of
toast gaat maken. Pas indien nodig de warmteinstelling en de stand van het rooster tijdens het
bereiden aan.
Grill / Draaispit
Ga als volgt te werk als u het draaispit wilt gebruiken:
1.
Plaats het spitframe op de tweede geleider
van beneden, zoals weergegeven in de afbeelding.
2.
Plaats de eerste vork in het spit, prik het
voedsel erop en zet dit vast door de tweede vork
aan te brengen; zet de twee vorken vast met de
speciale schroeven.
3.
Plaats het uiteinde van het spit in de opening van de motor van het draaispit. Deze is duidelijk zichtbaar in het midden van de achterwand van
de oven.
4.
Plaats het voorste deel van het spit op het
spitframe.
5.
Schroef de greep los.
6.
Draai de functieknop van de oven op
en de thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
De vorken en het spit zijn puntig en
scherp. Als u er gebruik van maakt, doe
het met zorg om verwonding te
voorkomen.
Wij adviseren om op de eerste geleider van
beneden een braadslede te plaatsen, nadat
u hierin twee kopje water hebt gegoten.
ATAG 19
Hoe gebruikt u de functie grillen met hetelucht “
Draai de functieknop van de oven op
en stel
de thermostaatknop in op de gewenste temperatuur.
Deze functie biedt een alternatieve bereidingsmethode voor gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Het grillelement en de
hete lucht werken afwisselend, zodat de hete lucht
rond de gerechten circuleert.
Als u de functie grillen met hetelucht gebruikt,
dient u een maximale temperatuur van 200°C
te selecteren.
Hoe gebruikt u de functie hetelucht
Het voedsel wordt bereid met behulp van
voorverwarmde lucht die gelijkmatig wordt rond geblazen in de oven door een circulair verwarmingselement in de achterwand van de oven zelf. Door
een ventilator wordt de hetelucht in de oven verspreid. Dit betekent dat u tegelijkertijd verschillende
soorten gerechten kunt bereiden, die op verschillende inzetniveaus zijn geplaatst.
Hete lucht garandeert een snelle verwijdering van
vocht en de drogere omgeving van de oven voorkomt dat de verschillende aroma’s en smaken van
het ene gerecht naar het andere worden overgebracht.
De mogelijkheid om gerechten op verschillende inzetniveaus te bereiden betekent dat u
verschillende gerechten tegelijkertijd kunt bereiden;
tot maximaal drie bakplaten koekjes en minipizza’s,
om meteen op te eten of om ze vervolgens in te
vriezen.
Natuurlijk kan de oven ook gebruikt worden voor bereidingen op één niveau. Daarbij kunt
u het best de laagste niveaus gebruiken, dan kunt
u de voortgang makkelijker in de gaten houden.
20 ATAG
Bovendien is de oven met name aanbevolen voor het steriliseren van jam en eigen- vruchten
op siroop en om paddenstoelen en fruit te drogen.
Hoe gebruikt u de functie ontdooien
1.
Draai de functieknop van de oven op
.
2.
Controleer of de thermostaatknop van de
oven op de stand UIT staat ( ).
De ovenventilator werkt zonder warmte en laat lucht
op kamertemperatuur in de oven circuleren.
Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen
beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van
gistdeeg.
Adviezen
De warmte wordt het beste verdeeld bij
gebruik van het middelste niveau. Om het bruineren
te verminderen, kunt u het rooster lager zetten. Om
het bruineren te vermeerderen, zet u het rooster
hoger.
Het materiaal en de afwerking van de
bakplaat en de schalen is van invloed op de mate
waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Emailgoed,
donkere of zware bakvormen en materiaal met een
antiaanbaklaag zorgen voor een betere bruinering.
Glazen ovenschalen en bakplaten van glanzend
aluminium of staal reflecteren de warmte en
verminderen de bruinering.
Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
Plaats schalen op een bakplaat van de juiste
afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de
bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te
zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden
gereinigd.
Plaats schalen, bakblikken of bakplaten niet
direct op de bodem van de oven, deze wordt erg
heet en kan de schalen beschadigen.
ATAG 21
Bakken:
Taart en gebak vereisen gewoonlijk een gematigde
temperatuur (150°C-200°C). Daarom is het nodig
om de oven ongeveer 10 minuten voor te verwarmen.
Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van
de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u
het garneren en afbakken.
De verdere baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg moet moeilijk
van de lepel lopen. De baktijd zou door te veel vloeistof onnodig langer duren.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in
de oven worden geplaatst, moet er tussen de blikken één niveau worden vrijgelaten.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in
de oven worden geplaatst, moeten deze na ongeveer tweederde van de baktijd worden omgewisseld
en omgedraaid.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen dan 1
kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van binnen roze tot rood moet blijven,
moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C)
worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen
een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe
bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de
saus of jus direct aan het begin in de braadslede.
Heeft het gerecht een langere bereidingstijd nodig,
voeg deze ingrediënten dan pas het laatste half uur
toe.
U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp
van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van
binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere
temperatuur en in kortere tijd worden gebraden.
Als u vlees direct op het rooster braadt, plaats dan
de braadslede op het onderste niveau zodat de sap-
22 ATAG
pen worden opgevangen. Laat het braadstuk minstens 15 minuten staan, zodat het vleesvocht niet
kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken, kunt u
een beetje water in de braadslede gieten. Om
condensvorming te voorkomen, een paar keer water toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd
worden in de oven op de laagste temperatuur warm
gehouden worden.
Let op!
Bedek de oven nooit met aluminiumfolie en plaats geen bakblikken, ovenschotels en dergelijke op de bodem van
de oven, anders kan het emaille van de
oven door de opgebouwde hitte beschadigd raken.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid
vocht in de afzonderlijke gerechten.
Noteer de instellingen van uw eerste bereidingsexperimenten, om ervaring op te doen als u deze
gerechten later nog eens wilt bereiden.
U kunt de aangegeven waarden in de tabellen aanpassen op basis van uw eigen ervaringen.
ATAG 23
Kooktabellen
Onder- en bovenwarmte
en Hetelucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. De lege oven moet altijd 10 minuten
worden voorverwarmd.
Onder- en
bovenwarmte
GERECHT
GEBAK
Schuimtaart
Zandkoekdeeg
Kwarktaart
Appeltaart (appelcake)
Strudel
Jamtaart
Fruitcake
Biscuitgebak
Kerstcake
Pruimentaart
Kleine cake
Koekjes
Schuimpjes
Koffiebroodjes
Soesjes
Taartjes
BROOD EN PIZZA
Wit brood
Roggebrood
Broodjes
Pizza
HARTIGE TAARTEN
Hartige taart
Groentetaart
Quiche
Lasagne
Cannelloni
VLEES
Rund
Varken
Kalf
Rosbief
rood
medium
doorbakken
Varkensschouder
Varkensschenkel
Lam
Kip
Kalkoen
Eend
Gans
Konijn
Haas
Fazant
Gehaktbrood
VIS
Forel/Zeebrasem
Tonijn/Zalm
Niveau
4
3
2
1
Hetelucht
temp.
°C
Bereidingstijd
in minuten
OPMERKINGEN
Niveau
temp.
°C
(1en 3)*
(1en 3)*
160
160
165
160
160
180
150
165
150
160
160
150
150
190
170
170
45-60
20-30
60-80
90-120
60-80
40-45
60-70
30-40
120-150
50-60
20-35
20-30
60-90
12~20
25-35
45-70
In cakevorm
In cakevorm
In cakevorm
In cakevorm
Op bakplaat
In cakevorm
In cakevorm
In cakevorm
In cakevorm
In broodvorm
Op bakplaat
Op bakplaat
Op bakplaat
Op bakplaat
Op bakplaat
In cakevorm
4
3
2
1
2
2
1
1
2
2
2
1
1
1
3
2
2
2
2of 3
2
170
170
175
170
180
190
170
170
150
175
170
160
135
200
210
180
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
1
2
2
195
190
200
200
2
1
2 (1en 3)*
2
185
180
175
200
60-70
30-45
25-40
20-30
In broodvorm
Op bakplaat
Op bakplaat
2
2
1
2
2
200
200
210
200
200
2 (1en 3)*
2 (1en 3)*
1
2
2
175
175
190
200
200
40-50
45-60
30-40
25-35
25-35
In
In
In
In
In
2
2
2
190
180
190
2
2
2
175
175
175
50-70
100-130
90-120
Op rooster
Op rooster
Op rooster
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
210
210
210
180
180
190
190
180
175
175
190
190
190
180
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
2
2
2
2
200
200
200
170
160
175
200
160
220
160
175
175
175
170
50-60
60-70
70-80
120-150
100-120
110-130
70-85
210-240
120-150
150-200
60-80
150-200
90-120
tot.150
Op rooster
Op rooster
Op rooster
Met zwoerd
2 stuks
Bout
Heel
Heel
Heel
Heel
In stukken
In stukken
Heel
in broodvorm
2
2
190
190
2 (1en 3)*
2 (1en 3)*
175
175
40-55
35-60
3-4 vissen
4-6 filets
(1en 3)*
(1en 3)*
(1en 3)*
(1en 3)*
(1en 3)*
(1en 3)*
bakvorm
bakvorm
bakvorm
bakvorm
bakvorm
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Misschien moeten de temperaturen aangepast
worden aan persoonlijke wensen.
(*) Als u gelijktijdig meer dan een gerecht wilt bereiden, adviseren wij u deze op de tussen haakjes
aangegeven inzetniveaus te plaatsen.
24 ATAG
Tijden zijn exclusief voorverwarmen.
De lege oven altijd 10 minuten voorverwarmen.
Grillen
Hoeveelheid
GERECHT
Stuks
gr.
4
4
8
4
2
4
4
6
800
600
/
600
1000
/
400
600
4
4~6
4~6
400
/
/
Tournedos
Biefstuk
Worstjes
Varkenskarbonades
Kip (in twee helften)
Kebabs
Kip (borst)
Hamburger*
* Voorverwarmen 5’00'’
Vis (filets)
Sandwiches
Toast
Bereidingstijd
(minuten)
Grillen
4
3
2
1
temp.°C
1e kant
2e kant
3
3
3
3
3
3
3
2
250
250
250
250
250
250
250
250
12~15
10~12
12~15
12~16
30~35
10~15
12~15
20-30
12~14
6~8
10~12
12~14
25~30
10~12
12~14
3
3
3
250
250
250
12~14
5~7
2~4
10~12
/
2~3
Niveau
Grillen met hetelucht
Als u de functie grillen met hetelucht gebruikt, dient u een maximale
temperatuur van 200°C te selecteren.
GERECHT
Opgerolde braadstukken
(kalkoen)
Kip (in twee helften)
Kippenpoten
Kwartel
Groentegratin
Sint Jacobsschelpen
Makreel
Vismoten
Hoeveelheid
(gr.)
Niveau
1000
1000
500
800
3
3
3
3
3
3
3
3
Temp. °C
4
3
2
1
200
200
200
200
200
200
200
200
Bereidingstijd (minuten)
Onder
Boven
kant
kant
30 ~ 40
25 ~ 30
15 ~ 20
25 ~ 30
20 ~ 25
15 ~ 20
15 ~ 20
12 ~ 15
20 ~ 30
20 ~ 30
15 ~ 18
20 ~ 25
10 ~ 15
8 ~ 10
ATAG 25
Grill / Draaispit
GERECHT
Hoeveelheid (gr.)
Niveau
4
Temp. °C
Gevogelte
Braadstukken
1000
800
2
2
250
250
3
2
1
Bereidingstijd
in minuten
50/60
50/60
De aangegeven temperaturen zijn richtlijnen. Misschien moeten de temperaturen
aangepast worden aan persoonlijke wensen.
26 ATAG
Reiniging en onderhoud
Trek voordat u de oven gaat schoonmaken altijd eerst de stekker uit het
stopcontact en laat de oven afkoelen.
Het apparaat mag niet worden gereinigd met een stoomreiniger.
Zorg ervoor dat de oven altijd schoon
is. Vet- of voedselresten in de oven
kunnen brand veroorzaken (met name
in de grillpan).
Let op: Voordat u de oven gaat reinigen, moet de
stekker van het apparaat uit het stopcontact worden gehaald.
Voor een lange levensduur van het apparaat is
het noodzakelijk de volgende reinigingswerkzaamheden regelmatig uit de voeren:
- Maak de oven pas schoon als deze is afgekoeld.
- Maak de geëmailleerde delen schoon met een
sopje.
- Gebruik geen schuurmiddelen.
- Droog de onderdelen van roestvrij staal en de
glasplaat met een zachte doek.
- Gebruik bij hardnekkige vlekken normaal verkrijgbare reinigingsmiddelen voor roestvrij staal
of warme azijn.
Het emaille van de oven is uiterst duurzaam en in
hoge mate resistent. De inwerking van hete fruitzuren (citroenen, pruimen of dergelijke) kunnen
echter op de oppervlakken van emaille blijvende
matte en ruwe vlekken achterlaten. Dergelijke vlekken op het hoogglanzende oppervlak van het
emaille hebben echter geen invloed op de functies van de oven. Reinig de oven grondig na elk
gebruik. Zo kunt u verontreinigingen het makkelijkst verwijderen. Verder inbranden wordt daardoor voorkomen.
ATAG 27
Reinigingsmiddelen
Controleer voordat u een reinigingsmiddel gaat
gebruiken altijd of dit geschikt is voor uw oven en
of de toepassing door de fabrikant wordt aanbevolen. Reinigingsmiddelen met bleekmiddel mogen NIET worden gebruikt, aangezien deze de toplaag van de oppervlakken dof kunnen maken.
Gebruik geen agressieve schuurmiddelen.
Buitenkant reinigen
Neem regelmatig het bedieningspaneel, de ovendeur en de afdichting af met een zachte, goed
uitgewrongen doek met warm water en wat vloeibaar reinigingsmiddel.
Om beschadigen of verzwakken van de glasplaten
van de deur te voorkomen, moet u het gebruik
van de volgende producten vermijden:
• Was- en bleekmiddelen
• Geïmpregneerde sponsjes die niet geschikt zijn
voor pannen met antiaanbaklaag
• Schuursponsjes van staalwol
• Chemische ovensponsjes of spuitbussen
• Roestverwijderaars
• Vlekkenverwijderaars voor bad en gootsteen
Reinig het venster aan de binnen- en buitenkant
met een warm sopje. Mocht het binnenvenster
van de deur erg verontreinigd zijn, dan is het gebruik van een speciaal reinigingsmiddel aan te
bevelen. Gebruik geen verfkrabber om aangekoekt
vuil te verwijderen.
Binnenkant oven
De emaillen bodem van de oven kunt u het beste
reinigen terwijl de oven nog warm is.
Veeg de oven na elk gebruik schoon met een zachte
doek gedrenkt in warm water met een afwasmiddel.
Af en toe moet de oven grondiger worden gereinigd. Gebruik daarvoor een in de handel verkrijgbare ovenreiniger.
28 ATAG
Ovendeur reinigen
Deze aanwijzingen hebben betrekking op de
ovendeur, zoals die door de fabrikant is geleverd.
Als de draairichting van de ovendeur
op uw verzoek of bij de installatie
veranderd is, moeten de indicaties
rechts/links toegepast worden op de
andere kant.
Wij adviseren u de beide binnenpanalen van de
deur te verwijderen, voordat u de ovendeur gaat
reinigen.
Volg de volgende aanwijzing a.u.b. op.
A
Afb. 1: Houd met beide handen de geperforeerde
Afb. 1
plaat A vast op de juiste plaats en duw (omhoog)
de plaat eruit.
B
Afb. 2: Houd het binnenruit B met beide handen
goed vast en duw (omhoog) de ruit eruit.
Houd de ruit B goed vast, zodat het
niet kan kantelen en eruit kan vallen.
Afb. 2
ATAG 29
Afb. 3: Houd vervolgens met beide handen het
C
Afb. 3
A
Afb. 4
30 ATAG
tweede binnenruit C goed vast en duw (omhoog) de
ruit eruit. Nadat de binnenruiten zijn verwijderd, kunt
u deur en de ruiten schoonmaken. De glasplaten
alleen schoonmaken met warm water. Geen ruwe
lappen, schuursponsjes, staalwol, zuren of
schuurmiddelen gebruiken, om de oppervlakken
van de glasplaten en de deur niet te beschadigen.
Na het schoonmaken de binnenruiten weer op hun
plaats zetten.
Om de binnenruit C (met zijdecor langs het
frame) correct te bevestigen, moet de kant
met de streepmarkering naar de oven toe
geplaatst worden zodat als u het oppervlak
aanraakt, de lichte ribbeling van de
afscherming voelbaar is.
Om de binnenruit B (met zijdecor aan de
zijkanten) correct te bevestigen, moet de
kant met de streepmarkering naar de
ovendeur toe geplaatst worden zodat als u
het oppervlak aanraakt, de licht ribbeling
van de afscherming niet voelbaar is.
Na het reinigen van de binnenruiten:
Afb. 4: breng de geperforeerde plaat A weer aan
op de oorspronkelijke plaats en controleer of alles
goed bevestigd is.
Apparaten van roestvrij staal of aluminium
Wij raden aan de ovendeur alleen met een natte
spons te reinigen en daarna met een zachte doek
af te drogen. Gebruik geen schurende voorwerpen, zuren of schuurmiddelen, want die kunnen
het oppervlak beschadigen. Reinig de kap even
zorgvuldig.
Reinig de ovendeur NIET als de glasplaten
nog warm zijn. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt nageleefd, kan de glasplaat
barsten. Als de glasplaat van de deur
gebarsten is of diepe krassen heeft, wordt
het glas minder sterk en moet het worden
vervangen om te voorkomen dat het breekt.
Neem contact op met onze reparatieafdeling, die u graag advies zal geven.
Indien nodig kan de ovendeur worden
omgedraaid. Deze handleiding mag
UITSLUITEND worden uitgevoerd door een
geautoriseerd installateur.
Neem contact op met uw dealer voor
instructies.
Klanten worden geadviseerd deze handeling
niet zelf uit te voeren. Klachten die
voortvloeien door de draairichting van de
deur te veranderen, zijn uitgesloten van
de garantie.
ATAG levert diverse reinigingsmiddelen
onder de naam ATAG Shine.
U kunt deze bestellen via de website:
www.hps.nl. Op deze website staan bovendien diverse reinigings- en bedieningstips voor het apparaat.
Ovengeleiders en telescopische
geleiders
Laat de oven eerst volledig afkoelen en
trek de stekker uit het stopcontact.
U kunt de geleiders verwijderen, zodat ze gemakkelijk
kunnen worden gereinigd.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1.
verwijder de voorste schroef terwijl u met
de andere hand de geleider vasthoudt (zie
afbeelding).
2.
maak de achterste haak los en neem de
geleider eruit. Doe hetzelfde aan de andere kant van
de oven (zie afbeelding).
Reiniging
Reinig de set geleiders aan de buitenkant alleen
met in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen.
Goed afspoelen en met een zachte doek afdrogen.
De telescopische geleiders mogen niet in
de afwasmachine worden gewassen.
Als u de geleiders reinigt, dient u niet het
smeermiddel achter de telescopische
geleiders te verwijderen. Dit smeermiddel is
bedoeld om ervoor te zorgen dat de geleiders
goed werken.
)
ATAG 31
3.
Zodra u klaar bent met reinigen, dient u de
geleiders in omgekeerde volgorde van de procedure
weer aan te brengen.
Zorg ervoor dat de borgmoeren van de geleider goed
vastgedraaid zijn.
Het ovenlampje vervangen
Haal de stekker uit het stopcontact
Als het ovenlampje moet worden vervangen, moet
het nieuwe lampje voldoen aan de volgende eisen:
Vermogen: 25 W,
Voltage: 230 V (50 Hz),
Hittebestendig tot 300 °C,
Soort aansluiting: E14.
Deze lampjes zijn verkrijgbaar bij onze service-afdeling.
Het defecte lampje vervangen:
1.
Zorg ervoor dat de stekker uit het
stopcontact is gehaald.
2.
Druk het glazen dekseltje in en draai het
tegen de klok in.
3. Verwijder het kapotte lampje en vervang dit door
een nieuw.
4.
Zet het glazen dekseltje terug en steek de
stekker weer in het stopcontact.
)
32 ATAG
Wat te doen als er iets fout gaat
Als het apparaat niet goed werkt, lees dan eerst de onderstaande aanwijzingen
door, voordat u contact opneemt met onze service-afdeling.
PROBLEEM
OPLOSSING
De oven schakelt niet in.
Controleer of de bereidingsfunctie en de temperatuur zijn ingesteld.
of
Controleer of het apparaat goed is aangesloten en de zekering in de huisinstallatie in orde
is.
of
Controleer of het tijdstip van de dag met de
optie elektronisch programmeren is ingesteld.
Het controlelampje van de
thermostaat gaat niet branden.
Stel de temperatuur met de thermostaatknop
van de oven in.
of
Stel een functie in met de functieknop.
De ovenverlichting gaat niet
branden,.
Stel een functie in met de functieknop.
of
Controleer het lampje en vervang het indien
nodig (zie de paragraaf “Het ovenlampje
vervangen”).
De bereiding van de gerechten duurt te lang of de gerechten worden te snel gaar.
De temperatuur moet aangepast worden.
of
Neem de aanwijzingen en tips in deze
handleiding goed door, met name het hoofdstuk “Gebruik van de oven”.
Stoom en condenswater
slaan neer op de gerechten
en de deur van de oven.
Laat de gerechten na afloop van de bereiding
niet langer dan 15-20 minuten in de oven
staan.
Op het display verschijnt
“12.00”.
Stel het tijdstip van de dag in (zie hoofdstuk
“Elektronisch programmeren”).
ATAG 33
Technische gegevens
Vermogen verwarmingselementen
Onderste verwarmingselement
Bovenwarmte
1000 W
800 W
Onder- en bovenwarmte
1800 W
Kleine grill
1650 W
Grote oppervlakte grill
2450 W
Grillen met hetelucht
2475 W
Gebruik met hete lucht
2000 W
Ovenlampje
25 W
Ovenventilator
25 W
Koelventilator
25 W
Draaispitmotor
4W
Totale aansluitwaarde
Spanning (50 Hz)
2525 W
230 V
Inbouw
Hoogte onder
bovenkant
585 mm
in kolom
580 mm
Breedte
560 mm
Diepte
550 mm
Oven
34 ATAG
Hoogte
335 mm
Breedte
395 mm
Diepte
Inhoud oven
400 mm
53 l
Instructies voor de installateur
Inbouw en installatie moeten uitgevoerd worden met strikte inachtneming
van de geldende voorschriften. Elke ingreep mag slechts plaatsvinden als het
apparaat uitgeschakeld is. Ingrepen
mogen uitsluitend verricht worden door
een erkend installateur.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als de veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
Aansluiten op netstroom
Let voor het aansluiten op het volgende:
- De zekering en de huisinstallatie moeten op de
max. belasting van het apparaat berekend zijn
(zie typeplaatje).
- De huisinstallatie moet voorzien zijn van een
aardaansluiting overeenkomstig de geldende
voorschriften.
- De wandcontactdoos (type Perilex als de oven
is uitgevoerd in combinatie met een elektrische
kookplaat) en de meerpolige installatieautomaat
of groepsschakelaar moeten ook na installatie
van het apparaat makkelijk bereikbaar zijn.
Het apparaat wordt geleverd met een aansluitsnoer
waarop een standaard stekker is bevestigd, die
geschikt is voor de totale aangegeven elektrische
spanning die op het typeplaatje staat. De stekker
moet in een geschikte wandcontactdoos worden
gestoken. Indien u een directe aansluiting op de
elektriciteitsvoorziening (hoofdleiding) wenst, moet
u tussen het apparaat en de hoofdleiding een
omnipolaire schakelaar met een minimumafstand
van 3 mm tussen de contactpunten monteren. Deze
schakelaar moet geschikt zijn voor de vereiste belasting en voldoen aan de geldende voorschriften.
De groengele aardingsdraad mag niet onderbroken
worden door de schakelaar en moet 2-3 cm. langer
te zijn dan de andere draden.
ATAG 35
Het aansluitsnoer moet worden aangesloten op een
geaarde wandcontactdoos (230 V~, 50 Hz type
Perilex als de oven is uitgevoerd met een elektrische kookplaat). Deze wandcontactdoos moet
overeenkomstig de voorschriften geïnstalleerd zijn.
De volgende typen aansluitsnoeren zijn geschikt,
met inachtneming van de nominale doorsneden:
H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05
V2V2-F (T90), H05 BB-F.
Het aansluitsnoer moet in ieder geval zodanig geplaatst zijn, dat het nergens 50°C (boven kamertemperatuur) bereikt.
Na de aansluiting moeten de verwarmingselementen gecontroleerd worden, door ze ongeveer 3 minuten te laten werken.
Klemmenbord
De oven is voorzien van een makkelijk toegankelijk klemmenbord, dat berekend is voor de werking op een eenfase-stroomvoorziening van 230
V.
Letter L
-
Onder stroom staande klem
Letter N
-
Neutrale klem
-
Aardeklem
of E
36 ATAG
Instructies voor de inbouw
Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde
apparaat moet het inbouwmeubel resp. de uitsparing waarin het apparaat moet worden ingebouwd
geschikte afmetingen hebben.
In overeenstemming met de geldende voorschriften
moeten alle delen, die de bescherming tegen aanraking van onder spanning staande en geïsoleerde
delen garanderen, zodanig bevestigd zijn, dat ze niet
zonder gereedschap verwijderd kunnen worden.
Hierbij hoort ook de bevestiging van eventuele afsluitende kanten aan het begin of einde van een rij
inbouwapparaten.
De bescherming tegen aanraking moet in ieder geval door het inbouwen gegarandeerd zijn.
Het apparaat kan met de achterkant resp. zijkant
tegen hogere keukenmeubelen, apparaten of wanden geplaatst worden. Aan de andere zijkant mogen er echter geen andere apparaten of meubelen
van dezelfde hoogte als het apparaat geplaatst
worden.
Afb. 5
IN
550 M
560
-5
585
Afb. 6
Afmetingen oven (afb. 5)
Instructies voor de inbouw
0
10
80÷
70
Voor een onberispelijke werking van het ingebouwde apparaat moet het inbouwmeubel resp. de
uitsparing waarin het apparaat moet worden ingebouwd geschikte afmetingen hebben (afb. 6-7).
Afb. 7
Bevestiging in het meubel
1. Open de ovendeur.
2. Bevestig de oven aan het meubel door de vier
afstandhouders te plaatsen (afb. 8 - A), die precies in de daarvoor bedoelde gaten van het frame
passen en deze vervolgens met de vier meegeleverde houtschroeven (afb. 8 - B) te bevestigen.
Afb. 8
ATAG 37
Service en onderdelen
Als na de controles opgesomd in hoofdstuk “Wat
te doen als er iets fout gaat”, het apparaat nog
steeds niet correct werkt, dient u contact op te
nemen met onze service-afdeling en de
volgende gegevens door te geven die op het
typeplaatje staan: de specifieke klacht, het
model van het apparaat (Mod.), het
productnummer (Prod. nr.) en het serienummer
(Serie nr.). Dit plaatje bevindt zich op de rand
aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
De originele onderdelen, die door de fabrikant
gecertificeerd zijn, zijn alleen verkrijgbaar bij
geautoriseerde onderdelenwinkels.
38 ATAG
Adressen
en
telefoonnummers
van
serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
de
359052101 / gba 88022339
03/08 R.A
Les adresses et les numéros de téléphone du service
après-vente se trouvent sur la carte de garantie.