Pioneer AVH-P6600DVD Handleiding

Categorie
CD spelers
Type
Handleiding
Bedieningshandleiding
AV-ontvanger-DVD/speler met display van 6,5 inch
AVH-P6600DVD
Nederlands
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneer-
product.
Lees deze bedieningsaanwijzingen door zodat u weet hoe uw model werkt. Als u de
aanwijzingen heeft gelezen, kunt u deze handleiding het beste op een veilige plaats
opbergen zodat u hem altijd bij de hand heeft voor later.
Lees dit in elk geval
! Afspeelbare discs 8
! Regionummers voor DVD-video 8
! Verboden handelingen 12
Voorzorgsmaatregelen
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN 6
Veilig rijden 6
Ontladen van de accu voorkomen 7
Voor u begint
Over dit toestel 8
Over deze handleiding 9
Voorzorgsmaatregelen 9
Bij problemen 9
Kenmerken 9
Over WMA 11
Bescherming van het LCD-scherm 11
LCD comfortabel bekijken 11
Markeringen op DVDs 11
Microprocessor resetten 12
Gebruik en onderhoud van de
afstandsbediening 12
Wat is wat
Hoofdtoestel 14
Afstandsbediening 16
Basishandelingen
Toestel aanzetten en signaalbron
selecteren 19
Disc insteken 20
Volume afstellen 20
Toestel uitschakelen 21
Achterdisplay gebruiken 21
Navigatiebeelden weergeven 22
Basisbediening van de toetsen op het
aanraakpaneel 22
LCD-paneel openen en sluiten 24
Breedbeeldstand wijzigen 25
Beeldinstellingen aanpassen 25
Uw toestel tegen diefstal beveiligen 26
Tuner
Naar de radio luisteren 28
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
tunerfuncties 29
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 30
Op sterke signalen afstemmen 30
Frequenties van de sterkste zenders
opslaan 30
RDS
Inleiding RDS-bediening 32
RDS-display wisselen 32
Alternatieve frequenties selecteren 33
Verkeersberichten ontvangen 34
PTY-functies gebruiken 35
Radiotekst gebruiken 36
PTY-lijst 37
DVD-videos afspelen
DVDs bekijken 38
DVD-menu bedienen 39
Naar de vorige of volgende titel gaan 39
Afspelen stoppen 39
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
DVD video-functies 40
Herhaalde weergave 40
Het afspelen van een DVD video
onderbreken 40
Beeld voor beeld afspelen 41
In slowmotion afspelen 41
Inhoud
Nl
2
Bepaalde scène zoeken, afspelen op een
bepaald tijdstip 41
Audiotaal veranderen tijdens het afspelen
(Multi-audio) 42
Ondertitelingstaal veranderen tijdens het
afspelen (Multi-ondertiteling) 43
Camerahoek tijdens het afspelen wijzigen
(Multihoek) 43
Afspelen hervatten (Boekenlegger) 43
Audio-uitgangssignaal selecteren 44
Video-CDs afspelen
Video-CDs bekijken 45
Afspelen stoppen 46
PBC-weergave 46
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
Video-CD-functies 47
Herhaalde weergave 47
Het afspelen van een Video-CD
onderbreken 47
Beeld voor beeld afspelen 48
In slowmotion afspelen 48
Bepaalde scène zoeken, afspelen op een
bepaald tijdstip 48
Audio-uitgangssignaal selecteren 49
CDs afspelen
Naar een CD luisteren 50
Afspelen stoppen 51
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
CD-functies 51
Herhaalde weergave 52
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 52
Fragmenten op een CD scannen 52
Het afspelen van een CD onderbreken 52
Gewenst fragment zoeken 53
Disctitels invoeren 53
CD TEXT-functies gebruiken 54
MP3/WMA afspelen
Naar MP3/WMA luisteren 55
Afspelen stoppen 56
Inleiding voor de geavanceerde bediening
van de ingebouwde DVD-speler (MP3/
WMA) 57
Herhaalde weergave 57
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 57
Mappen en fragmenten scannen 58
Afspelen van MP3/WMA onderbreken 58
Fragment in de huidige map zoeken 58
Tekstinformatie op een MP3/WMA-CD
weergeven 59
Door tekstinformatie op het display
bladeren 59
Fragmenten uit de bestandsnaamlijst
selecteren 59
Multi-CD-speler
Naar een CD luisteren 60
Multi-CD-speler met 50 discs 61
Inleiding voor geavanceerde bediening van
de multi-CD-speler 61
Herhaalde weergave 62
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 62
CDs en fragmenten scannen 62
Het afspelen van een CD onderbreken 63
ITS-speellijsten gebruiken 63
Functies voor disctitels gebruiken 64
CD TEXT-functies gebruiken 65
Compressie en basversterking gebruiken 66
DAB-tuner
Naar de DAB luisteren 67
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functie van de DAB-tuner 68
DAB-display schakelen 68
Nl
3
Inhoud
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 69
Onderbreking van de berichtondersteuning
instellen 69
Services uit de beschikbare-servicelijst te
selecteren 70
Service via beschikbare PTY-informatie
zoeken 70
Naar primaire of secundaire
servicecomponent schakelen 70
Naar service opvolgen overschakelen 70
Dynamisch label gebruiken 71
TV-tuner
TV-tuner kijken 72
Inleiding tot de bediening van de
geavanceerde functies van de TV-
tuner 73
Zenders opslaan en oproepen 73
Sterkste zenders op volgorde opslaan 73
Landengroep selecteren 74
DVD-speler
Disc afspelen 75
DVD-speler in- of uitschakelen 76
Disc selecteren 76
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functies van de DVD-speler 76
Herhaalde weergave 76
Het afspelen van een disc onderbreken 77
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 77
Fragmenten op een CD scannen 77
ITS-speellijsten gebruiken 77
Functies voor disctitels gebruiken 78
Audio-instellingen
Inleiding audio-instellingen 79
Balansinstelling gebruiken 79
Equalizer gebruiken 80
Lage en hoge tonen aanpassen 81
Geluidssterktefunctie aanpassen 82
Uitgangssignaal van de subwoofer
gebruiken 82
Nonfading uitgangssignaal gebruiken 83
High-passfilter gebruiken 83
Niveau van de signaalbron aanpassen 83
Equalizercurven compenseren (EQ-EX) 84
SFEQ instellen (geluidsfocusequalizer) 84
Digitale signalenverwerker (DSP)
Inleiding DSP-aanpassingen 86
Geluidsbereikregeling (SFC) gebruiken 86
Positiekeuze gebruiken 87
Balansinstelling gebruiken 88
Niveau van de signaalbron aanpassen 88
Dynamisch-bereikregeling gebruiken 88
Functie down-mix gebruiken 89
Direct Control gebruiken 89
Dolby Pro Logic B gebruiken 89
Luidsprekerinstelling instellen 90
Drempelfrequentie selecteren 91
Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
aanpassen 92
Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen 92
Tijduitlijning gebruiken 93
Equalizer gebruiken 94
Auto-equalizer gebruiken 96
Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer) 96
DVD-speler instellen
Inleiding DVD-instellingen 99
Ondertitelingstaal instellen 99
Audiotaal instellen 100
Menutaal instellen 100
Extra ondertiteling in- of uitschakelen 101
Inhoud
Nl
4
Weergave van het camerahoekpictogram
instellen 101
Beeldformaat instellen 101
Kinderbeveiliging instellen 101
Automatisch afspelen van DVDs 103
Codetype voor de afstandsbediening
instellen 103
Begininstellingen
Begininstellingen aanpassen 104
FM-afstemstap instellen 104
Aan/uit zetten van de automatische PI-
zoekfunctie 104
Waarschuwingstoon in-/uitschakelen 104
Externe aansluiting in-/uitschakelen 105
Kleur van de verlichting selecteren 105
Achteruitgang en de subwooferregeling
instellen 105
Verstoord geluid corrigeren 106
Tijdelijke uitschakeling/demping van het
geluid inschakelen 106
Automatisch afspelen van de disc in- of
uitschakelen 107
Dimmerinstelling voor subdisplay in- of
uitschakelen 107
Navigatiestem/waarschuwingspiepen en
audiogeluid mengen 107
Audiofuncties resetten 107
Overige functies
Inleiding instellingen aanpassen 108
Video-ingangssignaal instellen 108
Instelling voor achteruitrijcamera 108
Video van het achterdisplay selecteren 109
Functie automatisch openen instellen 109
Klok instellen 110
Uiterlijk van het display instellen 110
AUX-signaalbron gebruiken 111
Achtergronddisplay in- of uitschakelen 111
PGM-knop gebruiken 112
Aanvullende informatie
Storingen 113
Foutmeldingen 115
Foutmeldingen in auto TA en EQ
begrijpen 116
Zorgen voor uw DVD-speler 117
DVD-discs 117
CD-R/CD-RW-discs 117
MP3- en WMA-bestanden 118
Over mappen en MP3/WMA-bestanden 119
Display correct gebruiken 120
Taalcodekaart voor DVD 122
Begrippen 123
Technische gegevens 126
Inhoudsopgave 128
Nl
5
Inhoud
BELANGRIJKE VEILIGHEIDS-
MAATREGELEN
Lees alle instructies over het display door en
bewaar ze goed zodat u ze nog eens kunt in-
zien.
1 Lees deze handleiding volledig en aan-
dachtig door voordat u het display ge-
bruikt.
2 Houd deze handleiding bij de hand om be-
dieningsprocedures en te nemen veilig-
heidsinformatie in op te zoeken.
3 Let op alle waarschuwingen in deze hand-
leiding en volg de instructies zorgvuldig
op.
4 Laat andere mensen het systeem niet ge-
bruiken tenzij ze de bedieningsaanwijzin-
gen hebben gelezen en begrepen.
5 Monteer het display niet op plaatsen waar
het display (i) het zicht van de bestuurder
kan hinderen, (ii) de prestaties van het be-
dieningssysteem of veiligheidsmaatrege-
len van de auto, zoals de airbags of
knipperlichten, kan belemmeren of (iii) de
bestuurder kan hinderen bij het veilig be-
dienen van het voertuig.
6 Net als bij andere accessoires in de auto
mag het display uw aandacht niet van het
veilig bedienen van de auto afleiden. Als u
problemen heeft met het bedienen van
het systeem of het aflezen van het display,
parkeer de auto dan eerst veilig voordat u
aanpassingen aanbrengt.
7 Probeer het display niet zelf te monteren
of onderhoudswerkzaamheden aan het
display uit te voeren. De montage van of
het onderhoud aan het display door perso-
nen zonder de training en ervaring in elek-
tronische uitrusting en accessoires voor de
auto-industrie kan gevaarlijk zijn en u kunt
een elektrische schok krijgen of tegen an-
dere gevaren aanlopen die niet door de ga-
rantie worden gedekt.
8 Draag altijd uw veiligheidsgordel als u de
auto bestuurt. Mocht u ooit betrokken
raken bij een ongeval, dan kunnen uw ver-
wondingen aanzienlijk ernstiger zijn als u
uw gordel niet heeft vastgemaakt.
9 Gebruik tijdens het rijden nooit een
koptelefoon.
Veilig rijden
WAARSCHUWING
! LICHTGROENE KABEL BIJ VOEDINGS-
STEKKER IS ONTWORPEN OM DE PAR-
KEERSTATUS WAAR TE NEMEN EN
MOET WORDEN AANGESLOTEN OP DE
VOEDINGSZIJDE VAN HET HANDREM-
CONTACT. ONJUISTE AANSLUITING
OF ONJUIST GEBRUIK VAN DEZE
KABEL KAN EEN SCHENDING VAN GEL-
DENDE WETTEN ZIJN EN KAN ERNSTIG
LETSEL OF SCHADE VEROORZAKEN.
! Om de kans op ongevallen en het mogelijk
breken van geldende wetten te voorkomen
moet de functie voor de voorste DVD of TV
(apart verkrijgbaar) nooit worden gebruikt als
de auto wordt bestuurd. Het achterdisplay
mag ook nooit op een plaats worden gemon-
teerd waar dit een zichtbare afleiding voor de
bestuurder kan vormen.
! In sommige landen of staten kan het bekijken
van beelden op een display in een auto ook
door andere personen dan de bestuurder ille-
gaal zijn. Als dergelijke regels gelden, moet u
zich hieraan houden en de DVD-functies van
dit toestel niet gebruiken.
Dit toestel neemt waar of de handrem van uw
auto is aangetrokken of niet, en voorkomt dat
u tijdens het rijden naar een DVD, een video-
CD of naar de televisie op het voorste display
kijkt. Als u naar een DVD, video-CD of naar de
televisie probeert te kijken, verschijnt de waar-
schuwing VIDEO VIEWING IS NOT AVAILA-
BLE WHILE DRIVING op het voorste display.
Voorzorgsmaatregelen
Nl
6
Hoofdstuk
01
Als u naar een DVD, video-cd of de TV op het
voorste display wilt kijken, moet u de auto op
een veilige plek parkeren en de handrem in-
schakelen.
Als u een display gebruikt dat op
REAR MONITOR OUT is aangesloten
De REAR MONITOR OUT van dit toestel is
voor aansluiting van een display zodat passa-
giers op de achterbank naar een DVD, video-
CD of de TV kunnen kijken.
WAARSCHUWING
Monteer het achterste display NOOIT zodanig dat
de bestuurder naar een DVD, video-CD of de TV
kan kijken tijdens het rijden.
Ontladen van de accu
voorkomen
Zorg dat de motor van de auto draait terwijl u
het toestel gebruikt. Als u het toestel gebruikt
terwijl de motor niet draait, kan de accu leeg-
lopen.
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet met autos zonder ACC-
positie.
Voorzorgsmaatregelen
Nl
7
Hoofdstuk
01
Voorzorgsmaatregelen
Over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel
kan afstemmen, zijn in gebruik in Europa,
Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Oceanië.
Gebruik van het toestel in andere gebieden
kan een slechte ontvangst ten gevolge heb-
ben. De RDS-functie (radiodatasysteem) werkt
alleen in gebieden waar de FM-zenders RDS-
signalen uitzenden.
Afspeelbare discs
In deze speler kunnen DVDs, Video-CDsen
CDs met het onderstaande logo worden afge-
speeld.
DVD-video
Video-CD
CD
Opmerking
U kunt geen audio-DVDs op dit toestel afspelen.
Deze speler kan alleen discs met de boven-
staande markeringen afspelen.
Regionummers voor DVD-video
DVD-videos met een niet-compatibel regio-
nummer kunnen niet met dit toestel worden
afgespeeld. Het regionummer van de speler
vindt u op de onderzijde van dit toestel.
De onderstaande afbeelding toont de regios
en de bijbehorende regionummers.
Indien gecombineerd met een
Pioneer navigatie-eenheid
We raden u aan de nieuwste versie van de na-
vigatiemap op cd, die overeenkomt met de be-
diening van het aanraaktoetsenpaneel, te
gebruiken.
Als u dit toestel met een DVD-navigatie-een-
heid van Pioneer gebruikt, moet u de kaartdisc
CNDV-30 of later gebruiken. In deze handlei-
ding wordt de bediening met het gecombi-
neerde gebruik ervan uitgelegd.
Als u niet de kaartdisc CNDV-30 maar een
oudere versie gebruikt met de navigatie-een-
heid, kunnen de volgende defecten of storin-
gen optreden:
! De ENTERTAINMENT-toets en de WIDE-
toets werken niet als de POS-toets en de
NAVI MENU-toets.
! NAVI (navigatie-eenheid), zoals DVD-video
van de gecombineerde Pioneer navigatie-
eenheid met DVD-videoweergave, kan niet
als bron gekozen worden.
! Bij NAVI MIXING kunnen andere instellin-
gen dan ALL niet geselecteerd worden.
! Het regelsysteem met stemherkenning van
de gecombineerde navigatie-eenheid van
Pioneer kan niet goed werken. De stembe-
diening kan wel voor de navigatie worden
gebruikt, maar de stembediening voor AV-
uitrusting kan niet worden gebruikt.
Voor u begint
Nl
8
Hoofdstuk
02
! De routebegeleiding van de gecombi-
neerde navigatie-eenheid van Pioneer werkt
niet goed als sommige andere bronafbeel-
dingen worden weergegeven. De stembe-
geleiding kan worden gebruikt, maar
begeleiding via het display (bijvoorbeeld
door een vergrote kaart van een kruising in
te schakelen) kan niet worden gebruikt.
! NAVI (achtergrond navigatie-eenheid) kan
niet als achtergrondscherm worden ge-
selecteerd.
Over deze handleiding
Dit toestel heeft een aantal geavanceerde
functies voor een superieure kwaliteit en be-
diening. Alle functies zijn ontworpen voor een
zo eenvoudig mogelijk gebruik, maar ze spre-
ken niet altijd voor zich. Deze bedieningshand-
leiding helpt u ten volle te genieten van de
mogelijkheden van dit toestel en uw luisterple-
zier te maximaliseren.
We raden u aan de functies en hun bediening
te leren kennen door de handleiding door te
lezen voordat u het toestel gaat gebruiken. Het
is met name belangrijk dat u de voorzorgs-
maatregelen op deze bladzijde en in andere
delen leest.
Voorzorgsmaatregelen
! Dit product bevat een laserdiode van een
hogere klasse dan 1. Uit veiligheidsoverwe-
gingen mag u geen afdekkingen verwijde-
ren of toegang proberen te krijgen tot de
binnenzijde van het product. Laat alle on-
derhoudswerkzaamheden over aan gekwa-
lificeerd personeel. De volgende labels zijn
op uw toestel aangebracht.
Plaats:
Op de onderzijde van dit toestel
CLASS 1
LASER PRODUCT
Op de bovenzijde van dit toestel
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand om be-
dieningsprocedures en te nemen voor-
zorgsmaatregelen in op te zoeken.
! Houd het volume ten allen tijde zo laag
zodat u geluiden van buiten de auto kunt
blijven horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg
raakt, zal het voorkeuzegeheugen worden
gewist en zult u het toestel opnieuw moe-
ten programmeren.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw dealer of het dichtstbijzijnde er-
kende Pioneer Service-station raadplegen.
Kenmerken
Bediening van het aanraakpaneel
U kunt dit toestel met een aanraakpaneel ge-
bruiken.
Voor u begint
Nl
9
Hoofdstuk
02
Voor u begint
DVD-video afspelen
U kunt DVD-video, DVD-R (video-stand) en
DVD-RW (video-stand) afspelen.
Vergeet niet dat als u dit systeem voor com-
merciële of openbare vertoningen bekijkt, dit
een inbreuk kan zijn op de auteursrechten die
door de wet worden beschermd.
Video-CDs met PBC-compatibiliteit
U kunt Video-CDs met PBC (afspeelregeling)
afspelen.
CDs afspelen
Het is mogelijk om een CD/CD-R/CD-RW af te
spelen.
MP3-bestanden afspelen
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM/CD-R/CD-
RW afspelen (standaardopnamen ISO9660 ni-
veau 1/niveau 2).
! Dit product is alleen voor niet-commercieel
privé-gebruik. Het mag niet in een commer-
ciële omgeving (waarbij geld wordt ver-
diend), via uitzendingen (over land, via
satelliet, kabels en/of andere media), via
uitzendingen via internet, intranet en/of an-
dere netwerken of in andere elektronische
systemen, zoals betaalradio of audio-op-
aanvraag, worden verspreid. Hiervoor is
een aparte vergunning nodig. Kijk voor
meer informatie op
http://www.mp3licensing.com.
WMA-bestanden afspelen
U kunt WMA-bestanden op CD-ROM/CD-R/
CD-RW afspelen (standaardopnamen ISO9660
niveau 1/niveau 2).
NTSC/PAL-compatibiliteit
Dit toestel is compatibel met een NTSC/PAL-
systeem. Als u andere onderdelen op dit toe-
stel aansluit, moet u controleren of de onder-
delen compatibel zijn met hetzelfde
videosysteem, anders worden de beelden niet
goed weergegeven.
Compatibiliteit met Dolby Digital/DTS
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker
van Pioneer gebruikt, kunt u van de sfeer en
opwinding van DVD-films en muzieksoftware
met 5.1-kanaalsopnamen genieten.
! Gefabriceerd onder licentie van Dolby Labo-
ratories. Dolby en het symbool double-D
zijn handelsmerken van Dolby Laborato-
ries.
! DTS is een geregistreerd handelsmerk
van Digital Theater Systems, Inc.
Meerdere beeldformaten
U kunt schakelen tussen breedbeeld, brieven-
bus- en panscan-weergave.
Meerdere audiosystemen
U kunt schakelen tussen meerdere audiosyste-
men die op een DVD zijn opgenomen.
Meerdere ondertitelingstalen
U kunt schakelen tussen meerdere ondertite-
lingstalen die op een DVD zijn opgenomen.
Meerdere camerahoeken
U kunt schakelen tussen meerdere camera-
punten van een scène die op een DVD zijn op-
genomen.
Opmerking
Dit product is voorzien van technologie ter be-
scherming van auteursrechten, die wordt be-
schermd voor methodeclaims van bepaalde
patenten uit de VS en andere rechten van intellec-
tuele rechten in eigendom van Macrovision Cor-
poration en andere eigenaars van de rechten.
Voor gebruik van deze technologie voor auteurs-
rechtenbescherming moet toestemming worden
Voor u begint
Nl
10
Hoofdstuk
02
verkregen van Macrovision Corporation. Deze
technologie is bedoeld voor gebruik thuis en mag
niet publiekelijk worden gebruikt tenzij Macrovisi-
on Corporation anders heeft besloten. Nabouwen
of demontage is verboden.
Over WMA
Het logo Windows Media" dat op de doos is
geprint, geeft aan dat dit toestel WMA-gege-
vens kan weergeven.
WMA staat voor Windows Media Audio en ver-
wijst naar een audiocompressietechnologie
die door Microsoft Corporation is ontwikkeld.
WMA-gegevens kunnen met de Windows
Media Player versie 7 of nieuwer worden geco-
deerd.
Microsoft, Windows Media en het Windows-
logo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Opmerkingen
! Bij sommige toepassingen die worden ge-
bruikt om WMA-bestanden te coderen kan dit
toestel minder goed werken.
! Bij sommige toepassingen die worden ge-
bruikt om WMA-bestanden te coderen, wor-
den CD-titels en andere tekstinformatie soms
niet goed weergegeven.
Bescherming van het LCD-
scherm
! Zorg dat er geen direct zonlicht op het dis-
play valt als dit toestel niet wordt gebruikt.
Overmatige blootstelling aan direct zonlicht
kan storingen in het LCD-scherm veroorza-
ken door de hoge temperaturen.
! Als u een draadloze telefoon heeft, houd de
antenne van de draadloze telefoon dan uit
de buurt van het display om te voorkomen
dat de video wordt verstoord door vlekken,
gekleurde strepen, etc.
LCD comfortabel bekijken
Vanwege de bouw van het LCD-scherm is de
kijkhoek van het scherm beperkt. De kijkhoek
(verticaal en horizontaal) kan echter worden
vergroot door BRIGHT te gebruiken om de
zwarte densiteit van het beeld aan te passen.
Als u het scherm voor het eerst gebruikt, moet
u de zwarte densiteit afstellen volgens de kijk-
hoek (verticaal en horizontaal) om een duide-
lijk beeld te krijgen. U kunt ook DIMMER
gebruiken om de helderheid van het LCD-
scherm naar eigen wens aan te passen.
Markeringen op DVDs
De onderstaande markeringen vindt u op de
labels en verpakking van DVDs. Ze geven het
type beeld en audio op de disc aan, en de
functies die u kunt gebruiken.
Markering Betekenis
2
Aantal audiosystemen.
2
Aantal ondertitelingstalen.
3
Aantal camerahoeken.
Voor u begint
Nl
11
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Markering Betekenis
16 : 9 LB
Het type beeldgrootte (beeldformaat:
verhouding breedte tot hoogte van het
scherm).
2
ALL
Nummer van de regio waar afspelen
mogelijk is.
Verboden handelingen
Als u naar een DVD kijkt en een bepaalde han-
deling probeert uit te voeren, kan deze soms
niet worden uitgevoerd door de programmeer-
instellingen op de disc. Als dit gebeurt, ver-
schijnt het pictogram
op het scherm.
! Bij sommige discs verschijnt het pictogram
niet.
Microprocessor resetten
Als u op RESET drukt, kunt u de microproces-
sor weer instellen op de begininstellingen.
De microprocessor moet in de volgende situ-
aties worden gereset:
! Voor het eerste gebruik van dit toestel na
montage
! Als het toestel niet juist werkt
! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
1 Zet de contactschakelaar UIT.
2 Druk met een pen of een ander scherp
voorwerp op RESET.
RESET-toets
Opmerkingen
! Als u een navigatie-eenheid van Pioneer ge-
bruikt, moet ACC OFF zijn geselecteerd als u
op RESET drukt. Als ACC ON is geselecteerd,
kan een juiste bediening niet mogelijk zijn,
zelfs niet als u op RESET drukt.
! Nadat u de aansluitingen heeft voltooid of als
u alle opgeslagen instellingen wilt verwijderen
of het toestel op zijn begininstellingen wilt zet-
ten, zet u de motor op ON of zet u het contact-
slot op ACC ON voordat u op RESET drukt.
Gebruik en onderhoud van
de afstandsbediening
Batterij installeren
Haal de schuif uit de achterzijde van de af-
standsbediening en doe de batterij er met de
pluspool (+) en de minpool () in de juiste
richting in.
! Als u de afstandsbediening voor het eerst
gebruikt, moet u eerst het plastic uit de
schuif trekken.
Voor u begint
Nl
12
Hoofdstuk
02
WAARSCHUWING
Houd de batterij buiten het bereik van kinderen.
Roep onmiddellijk de hulp van een arts in als de
batterij per ongeluk wordt doorgeslikt.
WAARSCHUWING
! Gebruikt alleen een lithium CR2025 (3 V)-bat-
terij.
! Verwijder de batterij als de afstandsbediening
langer dan een maand niet wordt gebruikt.
! De batterij mag niet worden opgeladen, uit
elkaar gehaald, verwarmd of in het vuur wor-
den gegooid.
! Raak de batterij niet aan met metalen gereed-
schap.
! Bewaar de batterij niet bij metalen gereed-
schap.
! Als de batterij lekt, moet u de afstandsbedie-
ning helemaal schoon vegen en een nieuwe
batterij plaatsen.
! Als u gebruikte batterijen weggooit, zorg dan
dat u voldoet aan de wettelijke bepalingen of
milieuregels die in uw land/regio gelden.
Afstandsbediening gebruiken
Wijs met de afstandsbediening in de richting
van het voorpaneel.
! De afstandsbediening kan minder goed
werken in direct zonlicht.
Belangrijk
! Berg de afstandsbediening niet op plekken
met hoge temperaturen of in direct zonlicht.
! Laat de afstandsbediening niet op de grond
vallen, omdat hij dan onder het rem- of gaspe-
daal terecht kan komen.
Voor u begint
Nl
13
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Hoofdtoestel
1 DISPLAY-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de di-
verse displays.
2 TA/NEWS-toets
Druk op deze toets om de functie voor de
weergave van verkeersberichten in of uit te
schakelen.
Houd deze toets ingedrukt om de NEWS-
functie in of uit te schakelen.
3 Subdisplay
Hierop verschijnt de basisinformatie voor
elke signaalbron en andere instellingen als
het LCD-paneel gesloten is.
4 Omgevingsverlichtingsensor
Voelt hoeveel omgevingsverlichting er is. Dit
systeem past de helderheid van het display
automatisch aan ter compensatie van licht
uit de omgeving.
5 FLIP DOWN/CLOCK-toets
Druk op deze toets om het LCD-paneel tijde-
lijk horizontaal te zetten in plaats van recht-
op.
Druk deze toets in om de weergave van de
klok in of uit te schakelen als het LCD-pa-
neel gesloten is.
6 OPEN/CLOSE-toets
Druk deze toets in om het LCD-paneel te
openen of sluiten.
7 ENTERTAINMENT-toets
Druk op deze toets om tussen de achter-
grondweergaven te schakelen.
8 WIDE-toets
Druk deze toets in om de gewenste stand
voor vergroting van een beeld van 4:3 naar
16:9 te selecteren.
1
2
5
6
4
7
8
b
d
e
f
g
h
i
j
m
l
a
k
9
c
3
Wat is wat
Nl
14
Hoofdstuk
03
9 V.ADJ-toets
Houd deze toets ingedrukt om het beeldaan-
passingsmenu weer te geven.
a RESET-toets
Druk deze toets in om de fabrieksinstellin-
gen weer in te stellen (begininstellingen).
b DETACH-toets
Druk op deze toets om het voorpaneel van
het hoofdtoestel te verwijderen.
c EJECT-toets
Druk op deze toets om een disc uit dit toe-
stel te werpen.
d Joystick
Beweeg deze voor handmatig afstemmen,
snel vooruit, achteruit en het zoeken van
een fragment. Wordt ook gebruikt om func-
ties te bedienen.
e EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
f BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit één van
de drie FM-banden en MW/LW-frequentie-
banden (MG/LG) en om de instelling van
een bepaalde functie te annuleren.
g ANGLE (+/)-toets
Druk deze toets in om de hoek van het LCD-
paneel te wijzigen.
h ATT-toets
Druk op deze toets om het volume snel
lager te zetten met ongeveer 90%. Druk nog
een keer om terug te keren naar het oor-
spronkelijke volumeniveau.
i BACK/TEXT-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar
het vorige display.
Houd deze toets ingedrukt om weergave van
radiotekst in of uit te schakelen.
j REAR ON-toets
Druk op deze toets om een DVD/video-CD te
bekijken op een achterdisplay als DVD (in-
gebouwde DVD-speler) niet als signaalbron
is ingeschakeld.
k Laadsleuf voor de disc
Doe een disc in de speler.
l SOURCE-toets
Dit toestel wordt ingeschakeld door een sig-
naalbron te selecteren. Druk op deze toets
om door alle signaalbronnen te bladeren.
m VOLUME
Draai deze knop om het volume te verhogen
of te verlagen.
Wat is wat
Nl
15
Hoofdstuk
03
Wat is wat
Afstandsbediening
1 Selectieschakelaar afstandsbediening
Schakelaar voor het wijzigen van de instel-
ling van de afstandsbediening. Zie Codetype
voor de afstandsbediening instellen op blad-
zijde 103 voor meer informatie.
2 VOLUME-toetsen
Druk op deze toets om het volume te verho-
gen of te verlagen.
3 REAR.S-toets
Druk op deze toets om een DVD/video-CD te
bekijken op een achterdisplay als DVD (in-
gebouwde DVD-speler) niet als signaalbron
is ingeschakeld.
4 SOURCE-toets
Dit toestel wordt ingeschakeld door een sig-
naalbron te selecteren. Druk op deze toets
om door alle signaalbronnen te bladeren.
5 Joystick
Beweeg deze voor handmatig afstemmen,
snel vooruit, achteruit en het zoeken van
een fragment. Wordt ook gebruikt om func-
ties te bedienen.
6 Bedieningschakelaar afstandsbedie-
ning
Hiermee kunt u de bedieningsstand op de
standen AVH, DVD of TV zetten. De norma-
le stand is AVH.
! AVH Voor de dagelijkse bediening van
dit toestel
! DVD Alleen voor het afspelen van
DVDs
! TV Alleen voor het gebruik van de TV-
tuner
Zie Bedieningsschakelaar van de afstandsbe-
diening gebruiken op bladzijde 18 voor meer
informatie.
7 BOOKMARK (BOOK.M)-toets
AVH-stand
5
1
2
3
6
8
9
a
b
c
e
f
d
g
h
j
l
n
p
q
i
7
4
Wat is wat
Nl
16
Hoofdstuk
03
Druk op deze toets om de vooraf geprogram-
meerde functies voor elke signaalbron te be-
dienen. (Raadpleeg PGM-knop gebruiken op
bladzijde 112.)
DVD-stand
Druk op deze toets om de boekenlegger-
functie in of uit te schakelen. Zie Afspelen
hervatten (Boekenlegger) op bladzijde 43
voor meer informatie.
8 BACK-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar
het vorige display.
9 BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit één van
de drie FM-banden en MW/LW-frequentie-
banden (MG/LG) en om de instelling van
een bepaalde functie te annuleren.
a ENTERTAINMENT-toets
Druk op deze toets om tussen de achter-
grondweergaven te schakelen.
b FORWARD-toets (n)
Druk op deze toets om snel vooruit te spoe-
len.
c STOP-toets (g)
Druk op deze toets om het afspelen te stop-
pen.
d NEXT-toets (p)
Druk op deze toets om naar het volgende
fragment (hoofdstuk) te gaan.
e CLEAR-toets
Druk op deze toets om het invoernummer te
annuleren terwijl 010 wordt gebruikt.
f 010-toetsen
Druk op deze toets om rechtstreeks het ge-
wenste fragment, de voorkeuzeafstemming
of de disc te kiezen. Met de 16-toetsen kan
de voorkeuzeafstemming voor de tuner of
de zoekfunctie voor het discnummer van de
multi-CD-speler worden bediend.
g PREVIOUS-toets (o)
Druk op deze toets om naar het vorige frag-
ment (hoofdstuk) te gaan.
h REVERSE-toets (m)
Druk op deze toets om snel achteruit te
spoelen.
i PLAY/PAUSE-toets (f)
Druk op deze toets om tussen afspelen en
pauze te schakelen.
j ANGLE-toets
Druk op deze toets om de camerahoek bij
het afspelen van een DVD te wijzigen.
k STEP-toets (r/q)
Druk op deze toets om één frame tegelijker-
tijd verder te gaan tijdens het afspelen van
een DVD/Video-CD. Houd de knop een se-
conde ingedrukt om het langzaam afspelen
te activeren.
l SUBTITLE (S.TITLE)-toets
Druk op deze toets om de ondertitelingstaal
bij het afspelen van een DVD te wijzigen.
m DISPLAY-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de di-
verse displays.
n AUDIO-toets
Druk op deze toets om de audiotaal bij het
afspelen van een DVD te wijzigen.
o RETURN-toets
Druk op deze toets om het PBC-menu (af-
speelregeling) tijdens het afspelen weer te
geven.
p MENU-toets
Druk op deze toets om het DVD-menu bij
het afspelen van een DVD weer te geven.
Wat is wat
Nl
17
Hoofdstuk
03
Wat is wat
q TOP MENU (TOP.M)-toets
Druk op deze toets om terug te gaan naar
het hoofdmenu bij het afspelen van een
DVD.
Bedieningsschakelaar van de
afstandsbediening gebruiken
Deze afstandsbediening heeft drie bedienings-
standen.
AVH-stand
Als u de afstandsbediening van dit toestel ge-
bruikt, staat de stand op AVH.
! De joystick op de afstandsbediening kan
dezelfde handelingen als de joystick op het
hoofdtoestel uitvoeren. Daarnaast kan de
joystick dezelfde handelingen als de toet-
sen van het aanraakpaneel a, b, c en d
uitvoeren.
! Met 16 kunnen dezelfde handelingen als
de toetsen voor het afstemmen op een
voorkeuzezender P1P6 en de toetsen
voor keuze van een disc 0106 worden uit-
gevoerd.
Als u een disc op één van de plekken 7
t/m 12 wilt kiezen met behulp van 16-
toetsen, moet u de bij die nummers be-
horende toetsen, bijvoorbeeld toets 1
voor disc 7, ingedrukt houden totdat het
discnummer op het display verschijnt.
DVD-stand
Als u de stand wijzigt in DVD, worden de joys-
tick en de handelingen met 010 voor de DVD-
speler gewijzigd.
% Als u de volgende functies wilt gebrui-
ken, moet het toestel in stand DVD staan:
! Gebruik van het DVD-menu met behulp van
de joystick. (Raadpleeg DVD-menu bedienen
op bladzijde 39.)
! Gebruik van het PBC-menu met behulp van
010. (Raadpleeg Video-CDs bekijken op
bladzijde 45.)
! Titel specificeren met 010. (Raadpleeg Titel
specificeren op bladzijde 42.)
Opmerking
Als u het toestel in stand DVD zet, kunt u de vol-
gende toetsen niet gebruiken; BACK,
ENTERTAINMENT en DISPLAY.
TV-stand
Als u de achteruitgang op de TV-tuner ge-
bruikt, kunt u onafhankelijk televisie kijken op
het achterdisplay. Als u de televisie onafhanke-
lijk op het achterdisplay wilt bekijken, moet u
de stand TV inschakelen. In dat geval is de be-
diening van de joystick veranderd voor de tele-
visie.
! Raadpleeg voor meer informatie over de be-
diening de bedieningshandleiding van de
TV-tuner.
% Als u de volgende functies alleen op
het achterdisplay wilt gebruiken, moet het
toestel in stand TV staan:
! Handmatig of automatisch afstemmen
door de joystick links of rechts te bewegen.
! Voorkeuzezenders oproepen door de joys-
tick omhoog of omlaag te bewegen.
! De landengroep selecteren door met de
joystick te klikken en deze vervolgens links
of rechts te bewegen.
Opmerking
Als u het toestel in stand TV zet, kunt u alleen de
volgende toetsen gebruiken; SOURCE en
VOLUME. De joystick is ook beschikbaar in de
stand TV.
Wat is wat
Nl
18
Hoofdstuk
03
Toestel aanzetten en
signaalbron selecteren
1
1 Bronpictogram
Deze geeft aan welke signaalbron er is gese-
lecteerd.
U kunt een signaalbron selecteren om naar te
luisteren. Als DVD DISC AUTO is ingescha-
keld, kunt u een cd in het toestel plaatsen om
DVD in te schakelen (raadpleeg Automatisch
afspelen van de disc in- of uitschakelen op blad-
zijde 107).
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
en daarna de gewenste signaalbronnaam
aan.
De namen van de signaalbronnen worden
weergegeven en de bronnen die u kunt selec-
teren zijn gemarkeerd.
! DVD Ingebouwde DVD-speler
! S-DVD DVD-speler/multi-DVD-speler
! M-CD Multi-CD-speler
! TUNER Tuner
! TV Televisie
! AV Video-ingang
! EXT-1 Extern toestel 1
! EXT-2 Extern toestel 2
! AUX AUX
! DAB Digitale audio-uitzending
! NAVI Navigatie-eenheid
! OFF Toestel uitzetten
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
% Als u de toets gebruikt, drukt u op
SOURCE om een signaalbron te selecteren.
Druk herhaaldelijk op SOURCE om te schake-
len tussen de volgende signaalbronnen:
DAB (digitale audio-uitzending)TUNER
(tuner)TV (televisie)AV (video-ingang)
DVD (ingebouwde DVD-speler)S-DVD
(DVD-speler/multi-DVD-speler)M-CD (multi-
CD-speler)EXT-1 (extern toestel 1)EXT-2
(extern toestel 2)AUX (AUX)NAVI (naviga-
tie-eenheid)
Opmerkingen
! In de volgende gevallen zal de ingestelde sig-
naalbron niet veranderen:
Als er geen toestel dat overeenkomt met
de geselecteerde signaalbron is aangeslo-
ten op dit toestel.
Als er geen disc in het toestel is geplaatst.
Als er geen disc in de DVD-speler is ge-
plaatst.
Wanneer er geen magazijn in de multi-CD-
speler zit.
Wanneer er geen magazijn in de multi-
DVD-speler zit.
Wanneer de AUX (extra ingangsaanslui-
ting) is uitgeschakeld (raadpleeg bladzijde
105).
Als de AV (video-ingang) niet is ingesteld
op VIDEO (raadpleeg bladzijde 108).
Basishandelingen
Nl
19
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
! Met extern toestel wordt een Pioneer-product
(bijvoorbeeld een toekomstig product) bedoeld
waarvan u de basisfuncties kunt bedienen
met het huidige toestel, hoewel het externe
toestel ongeschikt is als signaalbron. Er kun-
nen twee externe toestellen door dit toestel
worden geregeld. Als er twee toestellen zijn
aangesloten, wordt de toewijzing van extern
toestel 1 of extern toestel 2 automatisch uitge-
voerd door dit toestel.
! Wanneer de blauw/witte draad van dit toestel
is aangesloten op de bedieningsaansluiting
van de automatische antenne van uw auto, zal
deze antenne uitschuiven wanneer de signaal-
bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u
de bron uitschakelt, wordt de antenne weer in-
geschoven.
Als u een navigatie-eenheid van Pioneer ge-
bruikt, wordt de antenne van de auto uitge-
schoven. Het maakt daarbij niet uit of u het
toestel in- of uitschakelt.
Disc insteken
% Doe een disc in de disc-laadsleuf.
Het afspelen zal automatisch beginnen.
# Als DVD AUTO PLAY is ingeschakeld, wordt
SOME DISCS MAY NOT FULLY OPERATE ON
THIS SYSTEM weergegeven. (Raadpleeg Automa-
tisch afspelen van DVDs op bladzijde 103.)
# Als er een disc in het toestel zit, raakt u het
bronpictogram aan en daarna DVD om DVD te
selecteren.
# Als DVD DISC AUTO is uitgeschakeld, raak
dan het bronpictogram aan en raak vervolgens
DVD aan om DVD te selecteren (raadpleeg de vo-
rige bladzijde).
# Druk op EJECT om een disc uit te werpen.
Opmerkingen
! De DVD-speler kan een standaard-disc van 12
cm of 8 cm (singeltje) afspelen. Gebruik geen
adapter als u discs van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen andere dingen dan een disc in de
disc-laadsleuf. De discs die kunnen worden af-
gespeeld staan vermeld op Afspeelbare discs
op bladzijde 8.
! Als een disc er niet helemaal in gaat of niet
begint te spelen als hij in de speler zit, contro-
leer dan of het label van de disc omhoog zit.
Druk op EJECT om de disc uit te werpen en
controleer de disc op beschadigingen voordat
u de disc er opnieuw in plaatst.
! Als de DVD-speler niet naar behoren functio-
neert, is het mogelijk dat er een foutmelding,
bijvoorbeeld ERROR-02, op het display ver-
schijnt. Raadpleeg Foutmeldingen op bladzijde
115.
! Als de boekenleggerfunctie is ingeschakeld,
gaat het afspelen van de DVD verder op het
geselecteerde punt. Zie Afspelen hervatten
(Boekenlegger) op bladzijde 43 voor meer in-
formatie.
Volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Draai op het hoofdtoestel VOLUME om het
volume te verhogen of te verlagen.
Druk met de afstandsbediening op VOLUME
om het volume te verhogen of te verlagen.
Basishandelingen
Nl
20
Hoofdstuk
04
Toestel uitschakelen
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
en daarna OFF aan.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
% Als u de toets gebruikt, moet u SOURCE
ingedrukt houden tot het toestel uit
gaat.
Achterdisplay gebruiken
U kunt een DVD/Video-CD op het achterdis-
play bekijken, ongeacht of DVD (ingebouwde
DVD-speler) als signaalbron is ingeschakeld.
! Als u een DVD of Video-CD alleen op het
achterdisplay wilt bekijken, schakelt u de
stand DVD op de afstandsbediening in. En
u kunt het afspelen van de DVD/Video-CD
op het achterdisplay onafhankelijk met de
afstandsbediening regelen. (Raadpleeg
bladzijde 18.)
WAARSCHUWING
Als u het afspelen van de DVD-Video-CD in heeft
geschakeld door op REAR ON te drukken, kunt u
het afspelen niet onderbreken, ook niet als u
SOURCE ingedrukt houdt. Druk dan op REAR ON
om het afspelen van de DVD/Video-CD uit te
schakelen.
% Druk op REAR ON om een DVD/Video-
CD te bekijken op het display achter als
DVD (ingebouwde DVD-speler) niet als sig-
naalbron is ingeschakeld.
Het afspelen van een DVD/Video-CD wordt in-
geschakeld en de verlichtingskleur van
REAR ON krijgt een andere kleur dan de an-
dere toetsen.
# U kunt het afspelen van de DVD/Video-CD ook
inschakelen door op REAR.S op de afstandsbe-
diening te drukken.
# Druk opnieuw op REAR ON om het afspelen
van de DVD/Video-CD uit te schakelen.
Opmerking
Als er een Pioneer-navigatie-eenheid op dit toe-
stel is aangesloten, kunnen de navigatiebeelden
op het achterste display worden weergegeven.
(Raadpleeg bladzijde 109.)
Basishandelingen
Nl
21
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Navigatiebeelden weergeven
U kunt de navigatiekaart en het navigatiemenu
op dit display weergeven.
! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een navigatie-eenheid van Pioneer is
aangesloten op het toestel.
Navigatiekaart weergeven
% Druk op WIDE om de navigatiekaart
weer te geven.
# Als u heeft in- of uitgezoomd op de kaart,
keert u met een druk op deze toets terug naar de
kaart van uw omgeving.
Navigatiemenu weergeven
% Druk op ENTERTAINMENT om het navi-
gatiemenu weer te geven als de navigatie-
map wordt weergegeven.
# U kunt ENTERTAINMENT niet op de afstands-
bediening gebruiken.
Op de navigatiebeelden
overschakelen
% Druk op V.ADJ om de navigatiekaart op
het display weer te geven.
# Druk opnieuw op V.ADJ om terug te keren
naar de beelden van elke signaalbron.
Basisbediening van de toetsen
op het aanraakpaneel
Toetsen op het aanraakpaneel
activeren
1
1 Toetsen op het aanraakpaneel
Raak de toetsen aan om handelingen uit te
voeren.
1 Raak het scherm aan om de toetsen
van het aanraakpaneel die met elke sig-
naalbron overeenkomen te activeren.
De toetsen van het aanraakpaneel verschijnen
op het display.
# Raak d aan om naar de volgende toetsen van
het aanraakpaneel te gaan.
2 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
# U kunt de toetsen van het aanraakpaneel ook
verbergen door op BAND/ESC te drukken.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
Basishandelingen
Nl
22
Hoofdstuk
04
Menu bedienen
1
4
5
2
3
1 FUNCTION-toets
Raak deze toets aan om functies voor elke
signaalbron te selecteren.
2 AUDIO-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de di-
verse functies voor de geluidskwaliteit.
3 SETUP-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de di-
verse instellingsfuncties.
4 BACK-toets
Raak deze toets aan om terug te keren naar
het vorige display.
5 ESC-toets
Raak deze toets aan om de regelstand van
de functies te annuleren.
1 Raak A.MENU aan om MENU weer te
geven.
MENU verschijnt op het display.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
2 Raak de gewenste toets aan om de
namen van functies die u wilt gebruiken
weer te geven.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
3 Raak ESC aan om terug te keren naar
het display van elke signaalbron.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Menu met behulp van de joystick
bedienen
U kunt de meeste menufuncties ook met de
joystick bedienen.
! Zet de afstandsbediening in de stand AVH
om het menu met de joystick op de af-
standsbediening te bedienen. (Raadpleeg
bladzijde 18.)
1 Klik met de joystick tijdens de weer-
gave van elke signaalbron om MENU weer
te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Beweeg de joystick omhoog en omlaag
en klik daarna om de namen van de func-
ties die u wilt gebruiken weer te geven.
# Beweeg de joystick naar NEXT en klik ermee
om naar de volgende groep functienamen te
gaan.
# Beweeg de joystick naar PREV en klik ermee
om naar de vorige groep functienamen te gaan.
3 Druk op BAND/ESC om terug te keren
naar de weergave van elke signaalbron.
# Als u op BACK/TEXT drukt, gaat u terug naar
de vorige weergave.
Basishandelingen
Nl
23
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
LCD-paneel openen en sluiten
Het LCD-paneel wordt automatisch geopend
of gesloten als de contactschakelaar in of uit
wordt geschakeld. U kunt deze functie voor au-
tomatisch sluiten of openen uitschakelen.
(Raadpleeg bladzijde 109.)
! Sluit het LCD-paneel niet met kracht met
uw handen. Dat kan storingen veroorzaken.
! De functie automatisch openen/sluiten be-
dient het display als volgt.
Als de contactschakelaar UIT wordt ge-
schakeld terwijl het LCD-paneel open is,
zal het LCD-paneel na zes seconden
sluiten.
Als de contactschakelaar opnieuw IN
wordt geschakeld (of op ACC wordt
gezet), opent het LCD-paneel automa-
tisch.
Als u het voorpaneel verwijdert of beves-
tigt, zal het LCD-paneel automatisch
sluiten of openen. (Raadpleeg bladzijde
26.)
! Als de contactschakelaar UIT wordt gezet
nadat het LCD-paneel is gesloten, gaat het
LCD-paneel niet opnieuw open als u de
contactschakelaar weer inschakelt (of op
ACC zet). Druk in dat geval op
OPEN/CLOSE om het LCD-paneel te ope-
nen.
! Als u het LCD-paneel sluit, controleer dan
of het volledig is gesloten. Als het LCD-pa-
neel halverwege is gestopt, kan er schade
ontstaan als u het zo laat staan.
% Druk op OPEN/CLOSE om het LCD-pa-
neel te openen.
# Druk opnieuw op OPEN/CLOSE om het LCD-
paneel te sluiten.
Hoek van het LCD-paneel afstellen
Belangrijk
! Als u het LCD-paneel tegen de console of het
dashboard van de auto hoort tikken, moet u
op ANGLE () drukken om het LCD-paneel
iets naar voren te bewegen.
! Als u de hoek van het LCD-paneel aanpast,
moet u op ANGLE (+/) drukken. Als u het
LCD-paneel met kracht met de hand aanpast,
kan dit het paneel beschadigen.
% Druk op ANGLE (+/) om het LCD-pa-
neel zo af te stellen dat het aangenamer
kijkt.
De hoek van het LCD-paneel blijft veranderen
zolang u ANGLE (+/) ingedrukt houdt.
# De afgestelde hoek van het LCD-paneel wordt
opgeslagen en automatisch opgevraagd als het
LCD-paneel weer wordt geopend.
LCD-paneel horizontaal draaien
Als het LCD-paneel rechtop staat en de bedie-
ning van de airconditioning belemmert, kan
het paneel tijdelijk horizontaal worden ge-
draaid.
% Druk op FLIP DOWN/CLOCK om het
LCD-paneel te horizontaal te draaien.
# Druk opnieuw op FLIP DOWN/CLOCK om
terug te keren naar de originele stand.
# Het LCD-paneel gaat 10 seconden na de be-
diening automatisch met piepjes terug in de ori-
ginele positie.
Basishandelingen
Nl
24
Hoofdstuk
04
Breedbeeldstand wijzigen
U kunt de gewenste stand voor vergroting van
een beeld van 4:3 naar 16:9 selecteren.
% Druk op WIDE en selecteer de gewen-
ste instelling.
Druk herhaaldelijk op WIDE om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
FULL (volledig)JUST (passend)CINEMA
(cinema)ZOOM (zoom)NORMAL (nor-
maal)
# Als er een navigatie-eenheid van Pioneer op
dit toestel is aangesloten, drukt u op WIDE en
houdt u deze toets ingedrukt om de gewenste in-
stelling te selecteren. Druk herhaaldelijk op
WIDE en houd de toets ingedrukt om tussen de
instellingen te schakelen.
FULL (volledig)
Een beeld van 4:3 wordt alleen horizontaal ver-
groot, waardoor u een TV-beeld van 4:3 (normaal
beeld) krijgt zonder weggevallen delen.
JUST (passend)
Het beeld wordt iets vergroot in het midden en de
vergroting neemt horizontaal toe tot de uiteinden,
waardoor u een beeld van 4:3 krijgt zonder dat
het beeld ongelijk aan doet, ook niet bij een
breedbeeld.
CINEMA (cinema)
Het beeld wordt in dezelfde verhouding vergroot
als FULL of ZOOM in de horizontale richting en
in een tussenliggende verhouding tussen FULL
en ZOOM in verticale richting; dit is ideaal voor
een bioscoopbeeld (breedbeeld) waarbij de on-
dertiteling buiten het beeld staat.
ZOOM (zoom)
Een beeld van 4:3 wordt in dezelfde verhouding
vergroot, zowel verticaal als horizontaal; ideaal
voor bioscoopbeeld (breedbeeld).
NORMAL (normaal)
Het beeld van 4:3 wordt zoals hij is weergegeven;
het beeld is niet ongelijk omdat de verhoudingen
hetzelfde zijn als voor normaal beeld.
Opmerkingen
! Voor elke videobron kunnen andere instellin-
gen worden opgeslagen.
! Als er een video wordt bekeken op breedbeeld
terwijl dit niet het normale beeldformaat is,
kan het er anders uitzien.
! Vergeet niet dat als u het breedbeeld van dit
systeem voor commerciële of openbare verto-
ningen bekijkt, dit een inbreuk kan zijn op de
auteursrechten die door de wet worden be-
schermd.
! De video wordt korrelig als het beeld in de
stand CINEMA of ZOOM wordt bekeken.
! Het beeld van de navigatiekaart en de achter-
uitrijcamera is altijd FULL.
Beeldinstellingen aanpassen
U kunt BRIGHT (helderheid), CONTRAST (con-
trast), COLOR (kleur) en HUE (tint) voor elke
bron en de achteruitrijcamera aanpassen.
! De aanpassingen van BRIGHT en
CONTRAST worden apart opgeslagen voor
licht omgevingslicht (overdag) en donker
omgevingslicht (s nachts). Er wordt een
zonnetje
of maantje links van respec-
tievelijk BRIGHT en CONTRAST weergege-
ven, terwijl de omgevingslichtsensor
bepaalt hoe licht of donker het is.
! U kunt HUE niet voor PAL-video aanpassen.
! U kunt COLOR of HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
1 Druk op V.ADJ en houd deze ingedrukt
om PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op V.ADJ tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
Basishandelingen
Nl
25
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
# U kunt MENU niet op de afstandsbediening
gebruiken.
2 Raak een van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de aan te pas-
sen functie te selecteren.
De functienamen voor de afstellingen worden
weergegeven en de aanpassingen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
! BRIGHT Zwarte intensiteit afstellen
! CONTRAST Contract afstellen
! COLOR Kleurintensiteit afstellen
! HUE Toon van de kleur afstellen (rood of
groen wordt benadrukt)
! DIMMER Helderheid van de weergave af-
stellen
! B.CAMERA Weergave voor beeldafstelling
voor de achteruitrijcamera inschakelen
! SOURCE Terug naar weergave voor beeld-
afstelling voor elke bron
# U kunt de beeldafstelling voor de achteruitrij-
camera alleen aanpassen als BACK UP CAMERA
is ingeschakeld. (Raadpleeg Instelling voor achter-
uitrijcamera op bladzijde 108.)
# Bij sommige achteruitrijcameras kan het
beeld niet worden aangepast.
3 Raak of aan en pas de geselec-
teerde functie aan.
Telkens als u
of aanraakt, wordt het ni-
veau van de geselecteerde functie hoger of
lager. +24 24 wordt op het display weerge-
geven terwijl het niveau wordt verhoogd of ver-
laagd.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Dimmer aanpassen
Het aanpassen van DIMMER wordt apart voor
elk omgevingslicht opgeslagen; overdag,
avond en nacht. De helderheid van het LCD-
scherm wordt automatisch op het optimale ni-
veau ingesteld aan de hand van het omge-
vingslicht op basis van de instellingswaarden.
1 Druk op V.ADJ en houd deze ingedrukt
om PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op V.ADJ tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
2 Raak DIMMER aan.
Het niveau van het omgevingslicht dat wordt
gebruikt als standaard voor de aanpassing van
DIMMER verschijnt boven de niveaubalk.
! Oranje zon Helderheid voor helder om-
gevingslicht aanpassen (overdag)
! Rode zon
Helderheid voor gemiddeld
omgevingslicht aanpassen (avond)
! Gele maan
Helderheid voor donker om-
gevingslicht aanpassen (nacht)
3 Raak of aan en pas de helderheid
aan.
Telkens als u
of aanraakt, gaat het geel
naar links of rechts.
Het niveau geeft de helderheid van het scherm
dat wordt aangepast aan. Hoe verder het geel
naar rechts gaat, hoe helderder het scherm
wordt.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Opmerking
De pictogrammen die het huidige omgevingslicht
aangeven worden gebruikt om BRIGHT en
CONTRAST in te stellen. Dit kan iets afwijken van
DIMMER.
Uw toestel tegen diefstal
beveiligen
Het voorpaneel kan van het hoofdtoestel wor-
den verwijderd om dieven te ontmoedigen.
Basishandelingen
Nl
26
Hoofdstuk
04
! Als het voorpaneel niet binnen vijf secon-
den na het uitschakelen van het contact
van het hoofdtoestel is verwijderd, zal er
een waarschuwingstoon klinken.
! U kunt deze waarschuwingstoon uitschake-
len. Raadpleeg Waarschuwingstoon in-/uit-
schakelen op bladzijde 104.
Belangrijk
! Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht zetten
of het display en de toetsen vastgrijpen.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan te grote
schokken.
! Houd het voorpaneel uit de buurt van direct
zonlicht en hoge temperaturen.
! Indien verwijderd moet het voorpaneel worden
terug geplaatst voordat u de auto start.
Voorpaneel verwijderen
1 Druk op DETACH om het voorpaneel te
verwijderen.
Druk op DETACH en de rechterzijde van het
voorpaneel wordt van het hoofdtoestel verwij-
derd.
2 Pak de rechterzijde van het voorpaneel
voorzichtig vast en trek het langzaam naar
buiten.
Pak het niet te stevig vast, laat het voorpaneel
niet vallen en bescherm het tegen water of an-
dere vloeistoffen om permanente schade te
voorkomen.
Voorpaneel bevestigen
% Plaats het voorpaneel terug door het
rechtop tegen het apparaat te houden en
het stevig in de bevestigingshaken te
klemmen.
Basishandelingen
Nl
27
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Naar de radio luisteren
1
2
4
6
5
7
3
Dit zijn de basisstappen voor de bediening van
de radio. Vanaf de volgende bladzijde wordt de
meer geavanceerde bediening van de tuner
uitgelegd.
De AF-functie van dit toestel (zoeken naar al-
ternatieve frequenties) kan worden in- en uit-
geschakeld. Bij normale bediening van de
tuner moet de AF uit staan (raadpleeg blad-
zijde 33).
1 Bronpictogram
Deze geeft aan welke signaalbron er is gese-
lecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze toont op welke frequentieband de
radio aan het afstemmen is; MW, LW of FM.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge-
selecteerd.
4 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft af-
gestemd.
5 Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
6 STEREO-indicator
Deze toont of de frequentie waarop u heeft
afgestemd in stereo is.
7 LOCAL-indicator
Deze toont of automatisch afstemmen op lo-
kale zenders is ingeschakeld.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TUNER aan om de tuner te selecte-
ren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak BAND aan en selecteer een fre-
quentieband.
Raak BAND aan tot u de gewenste frequentie-
band op het display ziet verschijnen; FM1,
FM2, FM3 voor FM of MW/LW.
4 Raak c of d even aan om handmatig af
te stemmen.
De frequenties worden stap voor stap ver-
hoogd of verlaagd.
# U kunt ook handmatig afstemmen door de
joystick naar links of rechts te bewegen.
5 Om automatisch afstemmen te gebrui-
ken raakt u c of d ongeveer een seconde
aan.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de aan-
gegeven richting afzoeken tot er een uitzen-
ding gevonden wordt die sterk genoeg is voor
een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door c of d even aan te raken.
# Als u c of d blijft aanraken, kunt u zenders
overslaan. Automatisch afstemmen begint als u
de toets loslaat.
# U kunt ook automatisch afstemmen door de
joystick naar links of rechts te houden.
Tuner
Nl
28
Hoofdstuk
05
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
Inleiding tot bediening van de
geavanceerde tunerfuncties
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display auto-
matisch terug naar de frequentieweergave.
Tuner
Nl
29
Hoofdstuk
05
Tuner
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
Als u één van de voorkeuzetoetsen P1P6
aanraakt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes
zenderfrequenties opslaan zodat u deze later
weer kunt oproepen door een toets aan te
raken.
% Wanneer u heeft afgestemd op een fre-
quentie die u in het geheugen wilt op-
slaan, blijft u één van de voorkeuzetoetsen
P1P6 aanraken tot het voorkeuzenum-
mer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De geselecteerde fre-
quentie van de radiozender is in het geheugen
opgeslagen.
Wanneer u hierna dezelfde voorkeuzetoets
aanraakt, zal de opgeslagen frequentie uit het
geheugen worden opgeroepen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
# Als P1P6 niet worden weergegeven, kunt u
ze weergeven door DISP aan te raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 FM-zenders, zes voor
elk van de drie FM-frequentiebanden, en zes
MW/LW-zenders in het geheugen worden op-
geslagen.
! U kunt ook a of b gebruiken om de radiozen-
derfrequenties die op de voorkeuzetoetsen
P1P6 staan op te roepen.
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel alleen
laten afstemmen op zenders met een vol-
doende sterk signaal voor een goede ont-
vangst.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna LOCAL aan.
2 Raak a aan om het automatisch af-
stemmen op lokale zenders in te schake-
len.
# Raak b aan om automatisch afstemmen op
lokale zenders uit te schakelen.
3 Raak c of d aan om de gevoeligheid in
te stellen.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en
twee voor MW/LW:
FM: 1234
MW/LW: 12
De 4-instelling zal alleen afstemmen op de al-
lersterkste zenders, terwijl er bij lagere instel-
lingen ook afgestemd zal worden op steeds
zwakkere zenders.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (geheugen voor de sterk-
ste zenders) kunt u automatisch de zes sterk-
ste zenders laten opslaan onder de
voorkeuzetoetsen P1P6, zodat u later met
een druk op de juiste toets kunt afstemmen op
één van de opgeslagen frequenties.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna BSM aan.
2 Raak a aan om de BSM-functie in te
schakelen.
BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,
worden de zes sterkste zenderfrequenties op-
geslagen onder voorkeuzetoetsen P1P6 in
de volgorde van de sterkte van het signaal. Als
dit is gebeurd, stopt BSM met knipperen.
# Raak b aan om het opslaan te annuleren.
Tuner
Nl
30
Hoofdstuk
05
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSM-functie opge-
slagen zenders eerdere door uzelf onder de toet-
sen P1P6 opgeslagen zenders vervangen.
Tuner
Nl
31
Hoofdstuk
05
Tuner
Inleiding RDS-bediening
2
4
3
5
1
RDS (radiodatasysteem) is een systeem voor
het leveren van informatie tijdens de FM-uit-
zendingen. Deze onhoorbare informatie maakt
bijvoorbeeld functies als programmaservice-
naam, programmatype, verkeersberichten
stand-by en automatisch afstemmen mogelijk.
Zo wordt het radioluisteraars gemakkelijker
gemaakt de gewenste zender te vinden.
1 Lijst met voorkeuzezenders
Deze toont het voorkeuzenummer en de
naam van het uitgezonden programma (pro-
grammaservicenaam).
! Als het signaal te zwak is en het toestel
de informatie over de programmaservice-
naam niet kan ontvangen, dan wordt de
uitzendingsfrequentie weergegeven.
2 Programmaservicenaam
Deze toont de naam van het programma.
3 NEWS-indicator
Deze verschijnt wanneer het gekozen
nieuwsprogramma wordt ontvangen.
4 TRAFFIC-indicator
Deze toont of er is afgestemd op een TP-zen-
der.
5 TEXT-indicator
Deze verschijnt wanneer de radiotekst wordt
ontvangen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerkingen
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display au-
tomatisch terug naar de frequentieweergave.
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-dien-
sten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDS-
zender.
RDS-display wisselen
Als u afstemt op een RDS-zender, wordt de
programmaservicenaam weergegeven. U kunt
ook de frequentie aflezen.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
RDS
Nl
32
Hoofdstuk
06
P. CH DIRECT (voorkeuzezenderlijst)PTY
(PTY-informatie)frequentie
Meer over PTY-informatie (ID-code program-
matype) kunt u vinden op bladzijde 37.
# Als de PTY-code nul van een zender wordt ont-
vangen of als het signaal te zwak is zodat het toe-
stel geen PTY-code kan ontvangen, kunt u de
weergave van PTY-informatie niet inschakelen.
Als u weergave van PTY-informatie heeft geselec-
teerd, blijft het display in dat geval leeg.
Alternatieve frequenties
selecteren
Als u naar een uitzending aan het luisteren
bent en de ontvangst zwakker wordt of er doen
zich andere problemen voor, dan zal het toe-
stel automatisch op zoek gaan naar een an-
dere zender in hetzelfde netwerk die een
betere ontvangst oplevert.
! De AF-functie is standaard ingeschakeld.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna AF aan.
2 Raak a aan om de AF-functie in te scha-
kelen.
# Raak b aan om de AF-functie uit te schake-
len.
Opmerkingen
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op
RDS-zenders wanneer AF is ingeschakeld.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner de voorkeuzezender bijwerken met een
nieuwe frequentie van de AF-lijst van de zen-
der. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezen-
ders op de banden FM1 of FM2 gebruikt.) Er
verschijnen geen voorkeuzenummers op het
display als de RDS-gegevens die voor de zen-
der worden ontvangen afwijken van de oor-
spronkelijk opgeslagen zender.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-
lijk wordt onderbroken door een ander pro-
gramma terwijl de AF-functie aan het zoeken
is.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken gebruiken
Als het toestel geen geschikte alternatieve fre-
quentie kan vinden of als u naar een uitzen-
ding luistert en de ontvangst wordt slecht, dan
zoekt het toestel automatisch een andere zen-
der met dezelfde programmering. Tijdens het
zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt
het volume gedempt. Het dempen wordt on-
derbroken nadat PI-zoeken is voltooid, het
maakt daarbij niet uit of er een andere zender
is gevonden.
PI-zoeken voor
voorkeuzezenders gebruiken
Wanneer een voorkeuzezender niet kan wor-
den opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer u een
grote afstand heeft gereisd, kan het toestel zo
worden ingesteld dat ook bij het oproepen van
een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie zal
worden uitgevoerd.
! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Zie Aan/uit zetten van
de automatische PI-zoekfunctie op bladzijde
104.
RDS
Nl
33
Hoofdstuk
06
RDS
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
Wanneer u de AF-functie gebruikt om automa-
tisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u
met de regionale functie het zoeken beperken
tot zenders die regionale programmas uitzen-
den.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna REGIONAL aan.
2 Raak a aan om de regionale functie in
te schakelen.
# Raak b aan om de regionale functie uit te
schakelen.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land anders georgani-
seerd zijn (er kunnen bijv. veranderingen
optreden afhankelijk van de tijd, de staat of
het ontvangstgebied).
! Het voorkeuzenummer kan verdwijnen van het
display als de tuner afstemt op een regionale
zender die verschilt van de oorspronkelijk ge-
kozen zender.
! De regionale functie kan voor elk van de FM-
frequentiebanden afzonderlijk worden in- of
uitgeschakeld.
Verkeersberichten ontvangen
Met TA (stand-by voor verkeersberichten) kunt
u automatisch verkeersberichten ontvangen,
ongeacht de signaalbron waarnaar u aan het
luisteren bent. TA kan voor zowel een TP-zen-
der (een zender die verkeersberichten uit-
zendt) als de uitgebreide TP-zender van een
ander netwerk (een zender met informatie die
verwijst naar andere TP-zenders) worden geac-
tiveerd.
1 Stem af op een TP of de TP-zender van
een ander, verbeterd netwerk.
Wanneer u heeft afgestemd op een TP of de
TP-zender van een ander, verbeterd netwerk,
zal de TRAFFIC-indicator gaan branden.
2 Druk op TA/NEWS om de stand-by voor
verkeersberichten in te schakelen.
dTRAFFIC zal op het display verschijnen. De
tuner staat stand-by voor verkeersberichten.
# Als u een TA-functie heeft ingeschakeld terwijl
er geen TP of een verbeterde TP-zender van een
ander netwerk is ingeschakeld, gaat alleen T in
de TRAFFIC-indicator branden.
# Druk nog eens op TA/NEWS om de stand-by
voor verkeersberichten weer uit te schakelen.
3 Regel het TA-volume met VOLUME
wanneer er een verkeersbericht begint.
Het nieuw ingestelde volume zal worden opge-
slagen in het geheugen en opnieuw worden
gebruikt bij de weergave van de volgende ver-
keersberichten.
4 Druk op TA/NEWS terwijl er een ver-
keersbericht wordt ontvangen om dat be-
richt te annuleren.
De tuner zal terugkeren naar de oorspronkelijk
ingestelde signaalbron maar blijft in de stand-
by-functie tot er nog een keer op TA/NEWS
wordt gedrukt.
# U kunt het bericht ook annuleren door op
SOURCE of BAND/ESC te drukken of door de
joystick te bewegen terwijl er een verkeersbericht
wordt ontvangen.
Opmerkingen
! U kunt de TA-functie in- en uitschakelen met
TA. Raak A.MENU en daarna FUNCTION aan
om TA weer te geven.
! Het systeem zal terugkeren naar de oorspron-
kelijke signaalbron wanneer het verkeersbe-
richt is afgelopen.
RDS
Nl
34
Hoofdstuk
06
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie zal er alleen worden afgestemd
op TP en de TP-zenders van een ander, verbe-
terd netwerk wanneer TA is ingeschakeld.
PTY-functies gebruiken
U kunt afstemmen op een zender met behulp
van PTY-informatie (programmatype).
RDS-zender via PTY-informatie
zoeken
U kunt naar algemene soorten uitzendingen
laten zoeken, zoals opgesomd op bladzijde 37.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna PTY SEARCH aan.
2 Raak
of aan en selecteer een pro-
grammatype.
Er zijn vier programmatypen:
News&InfPopularClassicsOthers
3 Raak a aan om het zoeken te laten be-
ginnen.
Als u a aanraakt, begint de programmatype-
naam op het display te knipperen. Het toestel
zoekt een zender die dat programmatype uit-
zendt.
# Raak opnieuw b aan om het zoeken te annu-
leren.
Opmerkingen
! De programmas van bepaalde zenders kun-
nen afwijken van de uitgezonden PTY-code.
! Als er geen zender gevonden kan worden die
een programma van het gewenste type uit-
zendt, zal NOT FOUND ongeveer twee secon-
den lang op het display getoond worden,
waarna de tuner terugkeert naar de oorspron-
kelijke zender.
Onderbreking door
nieuwsberichten gebruiken
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezon-
den door een nieuwszender met PTY-code, kan
het toestel van elke zender overschakelen naar
de nieuwszender. Als het nieuwsprogramma is
afgelopen, gaat het toestel terug naar het vo-
rige programma.
% Houd TA/NEWS ingedrukt om de onder-
breking door nieuwsberichten in te schake-
len.
Druk op TA/NEWS totdat dNEWS of N op het
display verschijnt.
# Druk op TA/NEWS en houd weer ingedrukt
om de onderbreking van het nieuwsprogramma
uit te schakelen.
# Een nieuwsbericht kunt u annuleren door op
TA/NEWS te drukken.
# U kunt het nieuwsbericht ook annuleren door
op SOURCE of BAND/ESC te drukken of door de
joystick te bewegen terwijl er een nieuwsbericht
wordt ontvangen.
Opmerking
U kunt nieuwsberichten ook in- of uitschakelen
met NEWS. Raak A.MENU en FUNCTION en
daarna NEXT aan om NEWS weer te geven.
PTY-nooduitzendingen ontvangen
PTY-alarm is een speciale PTY-code voor aan-
kondigingen van noodgevallen, zoals natuur-
rampen. Als de tuner de radioalarmcode
ontvangt, verschijnt ALARM op het display en
gaat het volume naar TA-volume. Als de uit-
zending van het noodbericht van de zender is
afgelopen, gaat het systeem terug naar de oor-
spronkelijke signaalbron.
! Een noodbericht kunt u annuleren door op
TA/NEWS te drukken.
! U kunt een noodbericht ook annuleren
door op SOURCE, BAND/ESC te drukken of
door de joystick te bewegen.
RDS
Nl
35
Hoofdstuk
06
RDS
Radiotekst gebruiken
Deze tuner is in staat radiotekst die wordt uit-
gezonden door RDS-zenders, bijvoorbeeld zen-
dergegevens, de titel van het uitgezonden
muziekfragment en de naam van de artiest, op
het display weer te geven.
! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het
geheugen op, waarbij de tekst van de minst
recente uitzending door de nieuwe tekst zal
worden vervangen.
Radiotekst weergeven
U kunt de radiotekst die op dit moment wordt
ontvangen en de drie meest recente radio-
tekstuitzendingen op het display laten verschij-
nen.
1 Houd BACK/TEXT ingedrukt om de radi-
otekst op het display te laten verschijnen.
Er wordt radiotekst weergegeven voor de zen-
der die momenteel uitzendt.
# U kunt het weergeven van radiotekst annule-
ren door ESC aan te raken of op BAND/ESC te
drukken.
# Wanneer er geen radiotekst wordt ontvangen,
verschijnt NO TEXT op het display.
2 Beweeg de joystick naar links of rechts
om de drie meest recente radioteksten op
te roepen.
Als u de joystick naar links of rechts beweegt,
kunt u schakelen tussen de huidige weergave
en de weergave van de drie radiotekstgege-
vens.
# Als er geen radiotekstgegevens in het geheu-
gen zijn opgeslagen, zal het display niet verande-
ren.
Radiotekst opslaan en oproepen
U kunt gegevens van maximaal zes radiotekst-
uitzendingen opslaan onder de toetsen 16.
1 Laat de radiotekst die u in het geheu-
gen wilt opslaan op het display verschij-
nen.
Raadpleeg Radiotekst weergeven op deze blad-
zijde.
2 Houd één van de toetsen 16 ingedrukt
om de geselecteerde radiotekst op te
slaan.
Het geheugennummer zal op het display ver-
schijnen en de geselecteerde radiotekst zal
worden opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u de volgende keer op dezelfde toets
drukt op het radiotekstdisplay, zal de eerder
opgeslagen tekst uit het geheugen worden op-
geroepen.
RDS
Nl
36
Hoofdstuk
06
PTY-lijst
Algemeen Specifiek Programmatype
News&Inf News Nieuws
Affairs Actualiteiten
Info Algemene informatie en adviezen
Sport Sport
Weather Weerberichten/meteorologische informatie
Finance Beursberichten, handel, nijverheid enz.
Popular Pop Mus Populaire muziek
Rock Mus Eigentijdse moderne muziek
Easy Mus Easy-listening muziek
Oth Mus Overige muziek
Jazz Jazz
Country Country muziek
Nat Mus Nationale muziek
Oldies Gouwe Ouwe
Folk Mus Folk muziek
Classics L. Class Lichte klassieke muziek
Classic Serieuze klassieke muziek
Others Educate Educatieve programmas
Drama Hoorspelen en series
Culture Nationale of regionale cultuur
Science Natuur, wetenschap en techniek
Varied Licht amusement
Children Kinderprogrammas
Social Sociale aangelegenheden
Religion Religieuze aangelegenheden of diensten
Phone In Inbelprogrammas
Touring Reisprogrammas, niet voor berichten omtrent verkeersproblemen
Leisure Hobbys en recreatie
Document Documentaires
RDS
Nl
37
Hoofdstuk
06
RDS
DVDs bekijken
1
3
4
5
6
2
7
8
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een DVD-video met uw DVD-speler. Vanaf blad-
zijde 40 wordt de meer geavanceerde bedie-
ning van de DVD-video uitgelegd.
1 Bronpictogram
Deze geeft aan welke signaalbron er is gese-
lecteerd.
2 DVD-V-indicator
Deze toont dat er een DVD-video wordt afge-
speeld.
3 Titelnummerindicator
Deze toont welke titel er op het moment af-
gespeeld wordt.
4 Hoofdstuknummerindicator
Deze toont welk hoofdstuk er op het mo-
ment afgespeeld wordt.
5 Weergavetijdindicator
Deze toont de verstreken weergavetijd van
het spelende hoofdstuk.
6 Camerahoekindicator
Deze toont welke camerahoek is geselec-
teerd.
7 Ondertitelingstaalindicator
Deze toont welke ondertitelingstaal is gese-
lecteerd.
8 Audiotaalindicator
Deze toont welke audiotaal is geselecteerd.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te se-
lecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel is geladen, kunt
u DVD (DVD-speler) niet selecteren. Steek een
disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 20.)
# Bij sommige discs verschijnt er een menu.
(Raadpleeg DVD-menu bedienen op de volgende
bladzijde.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak o of p aan om naar het vo-
rige of volgende hoofdstuk te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende hoofdstuk. Als u o één keer
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge hoofdstuk. Als u de toets nog een keer aan-
raakt, gaat u naar het vorige hoofdstuk.
De hoofdstuknummers worden acht seconden
weergegeven.
# U kunt ook naar het vorige of volgende hoofd-
stuk gaan door de joystick naar links of rechts te
bewegen.
4 Raak d aan om m en n weer te
geven.
Raak d aan totdat m en n op het display
verschijnen.
5 Blijf m of n aanraken om snel terug
of vooruit te gaan.
Als u m of n vijf seconden blijft aanraken,
wijzigt het pictogram m of n in de omge-
DVD-videos afspelen
Nl
38
Hoofdstuk
07
keerde richting. Als dit gebeurt, blijft snel ach-
teruit of snel vooruit doorgaan, zelfs als u m
of n loslaat. Raak f aan om het afspelen
op een bepaald punt verder te laten gaan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
# Snel vooruit/achteruit kan op bepaalde plaat-
sen op sommige discs niet mogelijk zijn. Als dit
gebeurt, wordt het normaal afspelen weer hervat.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
DVD-menu bedienen
Bij sommige DVDs kunt u de inhoud van de
disc selecteren via een menu.
! U kunt het menu weergeven door MENU of
TOP.M aan te raken terwijl de disc aan het
afspelen is. Als u één van deze toetsen op-
nieuw aanraakt, kunt u het afspelen laten
beginnen vanaf de plaats die u in het menu
heeft geselecteerd. Raadpleeg voor meer
informatie de instructies die bij de disc wor-
den geleverd.
1 Raak
 
aan om de toetsen van het
aanraakpaneel weer te geven voor gebruik
van het DVD-menu.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
2 Raak a, b, c of d aan om het gewen-
ste menuonderdeel te selecteren.
3 Raak ENTER aan.
De disc gaat afspelen vanaf het geselecteerde
menuonderdeel.
# Als u de afstandsbediening op stand DVD zet,
kunt u het DVD-menu ook met de joystick op de
afstandsbediening bedienen. (Raadpleeg blad-
zijde 18.)
# U kunt het DVD-menu niet met de joystick op
het hoofdtoestel bedienen.
# De manier waarop het menu wordt weergege-
ven is afhankelijk van de disc.
Naar de vorige of volgende
titel gaan
% Raak a of b aan om naar de vorige of
de volgende titel te gaan.
Als u a aanraakt, gaat u naar het begin van
de volgende titel. Als u b aanraakt, gaat u
naar het begin van de vorige titel.
De titelnummers worden acht seconden weer-
gegeven.
# U kunt ook naar de vorige of volgende titel
gaan door de joystick omhoog of omlaag te
bewegen.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van een DVD stopt door g
aan te raken, wordt de locatie op de DVD opgesla-
gen, zodat het afspelen vanaf dat punt weer be-
gint.
# Als u weer verder wilt met het afspelen van de
disc, raakt u f aan.
DVD-videos afspelen
Nl
39
Hoofdstuk
07
DVD-videos afspelen
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde DVD
video-functies
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaalde weergave
Er zijn twee bereiken voor herhaalde weergave
bij het afspelen van DVDs: TITLE (herhaling
van de titel) en CHAPTER (herhaling van het
hoofdstuk).
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna REPEAT aan.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het herhaalbe-
reik te selecteren.
! TITLE Alleen de huidige titel wordt her-
haald
! CHAPTER Alleen het huidige hoofdstuk
wordt herhaald
! REPEAT OFF De huidige disc wordt her-
haald
Opmerkingen
! Als u een hoofdstuk zoekt of snel vooruit/ach-
teruit wilt gaan, wordt het bereik voor de her-
haalde weergave gewijzigd in REPEAT OFF.
! U kunt de herhaalde weergave niet gebruiken
als DVD DISC AUTO ingeschakeld is (raad-
pleeg Automatisch afspelen van DVDs op
bladzijde 103).
Het afspelen van een DVD
video onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
Het pictogram e wordt weergegeven en het af-
spelen worden onderbroken, zodat u naar een
stilstaand beeld kijkt.
# Als u de disc verder wilt laten gaan op het
punt waarop u gestopt bent, raakt u f op-
nieuw aan.
DVD-videos afspelen
Nl
40
Hoofdstuk
07
Opmerkingen
! U kunt de pauzefunctie in- en uitschakelen
met PAUSE. Raak A.MENU en daarna
FUNCTION aan om PAUSE weer te geven.
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat afspelen
nog niet mogelijk is.
Beeld voor beeld afspelen
U kunt met deze functie een disc beeld voor
beeld laten afspelen.
% Raak r aan tijdens het afspelen.
Telkens als u r aanraakt, gaat u een beeld
vooruit.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
Opmerkingen
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat beeld voor
beeld afspelen niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het beeld voor beeld afspelen.
In slowmotion afspelen
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid vertragen.
1 Blijf r aanraken totdat
tijdens het
afspelen wordt weergegeven.
Het pictogram
wordt weergegeven, het af-
spelen in slowmotion begint.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
2 Raak q of r aan om de afspeelsnel-
heid tijdens de slowmotion af te stellen.
Telkens als u q of r aanraakt, verandert de
snelheid als volgt in vier stappen:
1/161/81/41/2
Opmerkingen
! U hoort geen geluid tijdens het afspelen in
slowmotion.
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat afspelen in
slowmotion niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het afspelen in slowmotion.
! Slowmotion is niet mogelijk bij achteruit
spoelen.
Bepaalde scène zoeken,
afspelen op een bepaald
tijdstip
U kunt met de zoekfunctie een bepaalde
scène zoeken door een titel of hoofdstuk in te
voeren. Met de tijdzoekfunctie kunt u aange-
ven op welk tijdstip een disc moet beginnen.
! Zoeken op hoofdstuk of tijd is niet mogelijk
als het afspelen van de disc is gestopt.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna SEARCH aan.
2 Raak TITLE (titel), CHAP. (hoofdstuk) of
TIME (tijd) aan.
3 Raak 09 aan om het gewenste num-
mer in te voeren.
Op titels en hoofdstukken
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1en 0 in deze volgorde aan om 10 te
selecteren.
! Raak 2 en 3 in deze volgorde aan om 23 te
selecteren.
DVD-videos afspelen
Nl
41
Hoofdstuk
07
DVD-videos afspelen
Op tijd (tijdzoeken)
! Raak 2, 1, 4 en 3 in deze volgorde aan om
21 minuten en 43 seconden te selecteren.
! Als u 1 uur en 11 minuten wilt selecteren,
moet u de tijd omzetten in 71 minuten en
00 seconden: raak dan 7, 1, 0 en 0 in deze
volgorde aan.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# U kunt het gewenste cijfer ook invoeren door
de joystick en 0-9 te gebruiken.
4 Raak ENTER aan terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij de geselecteerde
scène.
Opmerkingen
! Bij discs met een menu kunt u ook MENU of
TOP.M aanraken en daarna uit het menu se-
lecteren.
! Bij sommige discs kan het pictogram
wor-
den weergegeven: titels, hoofdstukken en tijd
kunnen niet worden gespecificeerd.
Titel specificeren
U kunt de functie direct zoeken gebruiken om
een scène op titel te zoeken.
! U kunt voor deze functie alleen de afstands-
bediening gebruiken. Zet de afstandsbedie-
ning op DVD om deze functie te gebruiken.
(Raadpleeg bladzijde 18.)
% Druk op 010 naar gelang het gewen-
ste titelnummer als de disc is gestopt.
Het titelnummer wordt acht seconden lang
weergegeven en de disc begint bij de geselec-
teerde titel.
! Druk op 3 om 3 te selecteren.
! Druk op 10 en 0 in deze volgorde om 10 te
selecteren.
! Druk op 10, 10 en 3 in deze volgorde om 23
te selecteren.
Audiotaal veranderen tijdens
het afspelen (Multi-audio)
DVDs kunnen worden afgespeeld met audio
in verschillende talen en verschillende syste-
men (Dolby Digital, DTS, etc.). Bij DVDs met
opnamen met meerdere audio-opnamen kunt
u tijdens het afspelen kiezen uit verschillende
talen/audiosystemen.
% Raak AUDIO tijdens het afspelen aan.
Telkens als u AUDIO aanraakt, kunt u tussen
verschillende audiosystemen kiezen.
Opmerkingen
! U kunt ook met AUDIO uit talen/audiosyste-
men kiezen.
! Het cijfer in de markering
2
op de verpak-
king van de DVD geeft het aantal opgenomen
talen/audiosystemen aan.
! Bij sommige DVDs kunt u alleen een andere
taal/audiosysteem kiezen als het menu in
beeld staat.
! U kunt ook tussen de verschillende talen/au-
diosystemen kiezen met DVD SETUP. Raad-
pleeg Audiotaal instellen op bladzijde 100 voor
meer informatie.
! Alleen een digitale uitgang van DTS-audio is
mogelijk. Als de optische, digitale uitgangen
van dit toestel niet zijn aangesloten, hoort u
geen DTS-audio. Selecteer dan een andere
audio-instelling dan DTS.
! Displaymeldingen als Dolby D en 5.1ch
geven het audiosysteem dat op de DVD is op-
genomen aan. Afhankelijk van de instelling
kan het afspelen met een ander audiosysteem
dan aangegeven worden uitgevoerd.
! Als u AUDIO aanraakt terwijl u snel vooruit of
achteruit spoelt, of pauze of slowmotion ge-
bruikt, keert het toestel terug naar de normale
weergave.
DVD-videos afspelen
Nl
42
Hoofdstuk
07
Ondertitelingstaal veranderen
tijdens het afspelen (Multi-
ondertiteling)
Bij DVDs met opnamen met meerdere onder-
titelingen kunt u tijdens het afspelen kiezen uit
verschillende ondertitelingstalen.
% Raak SUB.T aan tijdens het afspelen.
Telkens als u SUB.T aanraakt, kunt u tussen
verschillende ondertitelingstalen kiezen.
Opmerkingen
! U kunt ook met SUBTITLE (S.TITLE) op de af-
standsbediening uit de verschillende onderti-
telingstalen kiezen.
! Het cijfer in de markering
2
op de verpakking
van de DVD geeft het aantal opgenomen on-
dertitelingstalen aan.
! Bij sommige DVDs kunt u alleen een andere
ondertitelingstaal kiezen als het menu in
beeld staat.
! U kunt ook tussen de verschillende ondertite-
lingstalen kiezen met DVD SETUP. Raadpleeg
Ondertitelingstaal instellen op bladzijde 99
voor meer informatie.
! Als u SUB.T aanraakt terwijl u snel vooruit of
achteruit spoelt, pauze of slowmotion ge-
bruikt, keert het toestel terug naar de normale
weergave.
Camerahoek tijdens het
afspelen wijzigen (Multihoek)
Bij DVDs met meerdere camerahoeken
(scènes die vanuit verschillende hoeken zijn
opgenomen) kunt u tijdens het afspelen uit
meerdere camerahoeken kiezen.
! Tijdens het afspelen van een scène die van-
uit meerdere hoeken is opgenomen, ver-
schijnt het hoekpictogram
in beeld. U
kunt het weergeven van het hoekpictogram
uitschakelen met DVD SETUP. Raadpleeg
Weergave van het camerahoekpictogram in-
stellen op bladzijde 101 voor meer informa-
tie.
% Raak ANGLE aan tijdens het afspelen
van een scène die vanuit meerdere hoeken
is opgenomen.
Telkens als u ANGLE aanraakt, kunt u tussen
verschillende hoeken kiezen.
Opmerkingen
! U kunt de hoek ook veranderen met ANGLE
op de afstandsbediening.
! De
3
-markering op de verpakking van de
DVD geeft aan dat deze scènes bevat die van-
uit meerdere hoeken zijn opgenomen. Het cij-
fer in de
3
-markering geeft het aantal
hoeken van waaruit de scènes zijn opgeno-
men aan.
! Als u ANGLE aanraakt terwijl u snel vooruit of
achteruit spoelt, pauze of slowmotion ge-
bruikt, keert het toestel terug naar de normale
weergave.
Afspelen hervatten
(Boekenlegger)
Met de functie Boekenlegger kunt u het afspe-
len hervatten vanaf een geselecteerde scène,
de volgende keer dat de disc in het toestel
wordt gestoken.
% Druk tijdens het afspelen op
BOOKMARK (BOOK.M) op het punt waar-
op het afspelen de volgende keer moet
worden hervat.
De geselecteerde scène wordt gemarkeerd,
zodat het afspelen de volgende keer vanaf dat
punt wordt hervat. U kunt voor maximaal vijf
discs boekenleggers aangeven. Daarna wordt
de oudste boekenlegger vervangen door de
nieuwe.
DVD-videos afspelen
Nl
43
Hoofdstuk
07
DVD-videos afspelen
# Als u de boekenlegger op een disc wilt wissen,
houdt u BOOKMARK (BOOK.M) tijdens het af-
spelen ingedrukt.
# U kunt een disc ook markeren door EJECT in-
gedrukt te houden op het punt dat u wilt marke-
ren. Als u de volgende keer de disc in het toestel
plaatst, wordt het afspelen hervat vanaf het ge-
markeerde punt. Let op: u kunt met deze methode
slechts één disc markeren. Als u de boekenlegger
op een disc wilt wissen, drukt u op EJECT.
Audio-uitgangssignaal
selecteren
U kunt tussen stereo en mono kiezen bij het
audio-uitgangssignaal.
! Deze functie is niet mogelijk als het afspe-
len van de disc is onderbroken.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna NEXT aan.
2 Raak L/R SELECT aan.
3 Raak L+R (links en rechts), L (links) en R
(rechts) aan.
Opmerking
Afhankelijk van de disc en het punt waar de disc
is gestopt, kan het pictogram
worden weerge-
geven om aan te geven dat bediening van deze
functie niet mogelijk is.
DVD-videos afspelen
Nl
44
Hoofdstuk
07
Video-CDs bekijken
1
3
4
2
5
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een Video-CD met uw DVD-speler. Vanaf blad-
zijde 47 wordt de meer geavanceerde bedie-
ning voor Video-CDs uitgelegd.
1 Bronpictogram
Deze geeft aan welke signaalbron er is gese-
lecteerd.
2 Video CD-indicator
Deze geeft aan dat er een Video-CD wordt
afgespeeld.
3 Fragmentnummerindicator
Deze toont welk fragment er op het moment
afgespeeld wordt.
4 Weergavetijdindicator
Deze geeft verstreken speeltijd van het spe-
lende fragment aan.
5 Audio-uitgangindicator
Geeft het huidige uitgangskanaal aan.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te se-
lecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel is geladen, kunt
u DVD (DVD-speler) niet selecteren. Steek een
disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 20.)
# Bij een Video-CD met de functie PBC (afspeel-
regeling) verschijnt er een menu.
2 Zet de afstandsbediening op DVD en
druk daarna op 010 om het gewenste me-
nuonderdeel te selecteren.
De disc gaat afspelen vanaf het geselecteerde
menuonderdeel.
# Als het menu uit meer dan één pagina be-
staat, kunt u naar het volgende display gaan door
o of p aan te raken.
# U kunt het menu laten weergeven door tijdens
PBC-weergave op RETURN te drukken. Raad-
pleeg voor meer informatie de instructies die bij
de disc worden geleverd.
# Na bediening van het menu raden we u aan
de afstandsbediening weer op AVH te zetten.
(Raadpleeg bladzijde 18.)
3 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
4 Raak o of p aan om naar het vo-
rige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o één keer
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge fragment. Als u de toets nog een keer aan-
raakt, gaat u naar het vorige fragment.
De fragmentnummers worden acht seconden
weergegeven.
# U kunt ook naar het vorige of volgende frag-
ment gaan door de joystick naar links of rechts te
bewegen.
# Tijdens PBC-weergave kan er een menu ver-
schijnen als u deze handelingen uitvoert.
5 Raak d aan om m en n weer te
geven.
Raak d aan totdat m en n op het display
verschijnen.
Video-CDs afspelen
Nl
45
Hoofdstuk
08
Video-CDs afspelen
6 Blijf m of n aanraken om snel terug
of vooruit te gaan.
Als u m of n vijf seconden blijft aanraken,
wijzigt het pictogram m of n in de omge-
keerde richting. Als dit gebeurt, blijft snel ach-
teruit of snel vooruit doorgaan, zelfs als u m
of n loslaat. Raak f aan om het afspelen
op een bepaald punt verder te laten gaan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
# Snel vooruit/achteruit kan op bepaalde plaat-
sen op sommige discs niet mogelijk zijn. Als dit
gebeurt, wordt het normaal afspelen weer hervat.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van een video-CD stopt (al-
leen tijdens PBC-weergave) door g aan te raken,
wordt de locatie op de Video-CD opgeslagen,
zodat het afspelen vanaf dat punt weer begint.
# Als u weer verder wilt met het afspelen van de
disc, raakt u f aan.
PBC-weergave
Tijdens het afspelen van Video-CDs met PBC
(afspeelregeling) wordt PBC ON weergegeven.
Tijdens het afspelen kunt u de zoek- en tijd-
zoekfuncties niet gebruiken en kunt u geen be-
reik voor herhaalde weergave selecteren.
Opmerking
PBC-weergave van een Video-CD kan niet worden
geannuleerd.
Video-CDs afspelen
Nl
46
Hoofdstuk
08
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde Video-CD-
functies
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaalde weergave
Er zijn twee bereiken voor herhaalde weergave
bij het afspelen van Video-CDs: TRACK (her-
haling van het fragment) en DISC (herhaling
van de disc).
! Tijdens het afspelen van Video-CDs met
PBC (afspeelregeling) kan deze functie niet
worden gebruikt.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna REPEAT aan.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het herhaalbe-
reik te selecteren.
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Opmerking
Als u een fragment zoekt of snel vooruit/achteruit
gaat, wordt het bereik voor de herhaalde weer-
gave gewijzigd in DISC.
Het afspelen van een
Video-CD onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
Het pictogram e wordt weergegeven en het af-
spelen worden onderbroken, zodat u naar een
stilstaand beeld kijkt.
# Als u de disc verder wilt laten gaan op het
punt waarop u gestopt bent, raakt u f op-
nieuw aan.
Opmerkingen
! U kunt de pauzefunctie in- en uitschakelen
met PAUSE. Raak A.MENU en daarna
FUNCTION aan om PAUSE weer te geven.
Video-CDs afspelen
Nl
47
Hoofdstuk
08
Video-CDs afspelen
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat afspelen
nog niet mogelijk is.
Beeld voor beeld afspelen
U kunt met deze functie een disc beeld voor
beeld laten afspelen.
% Raak r aan tijdens het afspelen.
Telkens als u r aanraakt, gaat u een beeld
vooruit.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
Opmerkingen
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat beeld voor
beeld afspelen niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het beeld voor beeld afspelen.
In slowmotion afspelen
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid vertragen.
1 Blijf r aanraken totdat
tijdens het
afspelen wordt weergegeven.
Het pictogram
wordt weergegeven, het af-
spelen in slowmotion begint.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
2 Raak q of r aan om de afspeelsnel-
heid tijdens de slowmotion af te stellen.
Telkens als u q of r aanraakt, verandert de
snelheid als volgt in vier stappen:
1/161/81/41/2
Opmerkingen
! U hoort geen geluid tijdens het afspelen in
slowmotion.
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat afspelen in
slowmotion niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het afspelen in slowmotion.
! Slowmotion is niet mogelijk bij achteruit
spoelen.
Bepaalde scène zoeken,
afspelen op een bepaald
tijdstip
U kunt de zoekfunctie gebruiken om een be-
paalde scène te zoeken door een bepaald frag-
ment te specificeren. Met de tijdzoekfunctie
kunt u aangeven op welk tijdstip een disc
moet beginnen.
! Tijdens het afspelen van Video-CDs met
PBC (afspeelregeling) kan deze functie niet
worden gebruikt.
! Tijdzoeken is niet mogelijk als de disc is on-
derbroken.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna SEARCH aan.
2 Raak TRACK (fragment) of TIME (tijd)
aan.
3 Raak 09 aan om het gewenste num-
mer in te voeren.
Op fragmenten
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1en 0 in deze volgorde aan om 10 te
selecteren.
! Raak 2 en 3 in deze volgorde aan om 23 te
selecteren.
Op tijd (tijdzoeken)
Video-CDs afspelen
Nl
48
Hoofdstuk
08
! Raak 2, 1, 4 en 3 in deze volgorde aan om
21 minuten en 43 seconden te selecteren.
! Als u 1 uur en 11 minuten wilt selecteren,
moet u de tijd omzetten in 71 minuten en
00 seconden: raak dan 7, 1, 0 en 0 in deze
volgorde aan.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# U kunt het gewenste cijfer ook invoeren door
de joystick en 0-9 te gebruiken.
4 Raak ENTER aan terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij de geselecteerde
scène.
Audio-uitgangssignaal
selecteren
U kunt tussen stereo en mono kiezen bij het
audio-uitgangssignaal.
! Deze functie is niet mogelijk als het afspe-
len van de disc is onderbroken.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna NEXT aan.
2 Raak L/R SELECT aan.
3 Raak L+R (links en rechts), L (links) en R
(rechts) aan.
Opmerkingen
! U kunt ook met AUDIO op de afstandsbedie-
ning tussen stereo- en monogeluid kiezen.
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
worden
weergegeven om aan te geven dat bediening
van deze functie niet mogelijk is.
Video-CDs afspelen
Nl
49
Hoofdstuk
08
Video-CDs afspelen
Naar een CD luisteren
1
3
4
2
6
5
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een CD met uw DVD-speler. Vanaf de volgende
bladzijde wordt de meer geavanceerde bedie-
ning voor CDs uitgelegd.
1 Bronpictogram
Deze geeft aan welke signaalbron er is gese-
lecteerd.
2 CD-indicator
Deze toont dat er een CD wordt afgespeeld.
3 Fragmentnummerindicator
Deze toont welk fragment er op het moment
afgespeeld wordt.
4 Weergavetijdindicator
Deze geeft verstreken speeltijd van het spe-
lende fragment aan.
5 Disctitelindicator
Deze toont de titel van de spelende disc.
6 Herhalingsindicator
Deze geeft aan of de herhaalde weergave
voor het huidige fragment is geselecteerd.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te se-
lecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel is geladen, kunt
u DVD (DVD-speler) niet selecteren. Steek een
disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 20.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak o of p aan om naar het vo-
rige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o één keer
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge fragment. Als u de toets nog een keer aan-
raakt, gaat u naar het vorige fragment.
# U kunt ook naar het vorige of volgende frag-
ment gaan door de joystick naar links of rechts te
bewegen.
4 Raak d aan om m en n weer te
geven.
Raak d aan totdat m en n op het display
verschijnen.
5 Blijf m of n aanraken om snel terug
of vooruit te gaan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
Opmerkingen
! Als u discs met MP3/WMA-bestanden en au-
diogegevens (CD-DA) zoals CD-EXTRA en
MIXED-MODE-CDs afspeelt, kunnen beide
typen alleen afspelen door tussen MP3/WMA
en CD-DA over te schakelen door DA-ROM
aan te raken of door op BAND/ESC te druk-
ken. U kunt deze functie alleen gebruiken
wanneer de disc wordt afgespeeld.
CDs afspelen
Nl
50
Hoofdstuk
09
! Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de
toetsen automatisch verborgen.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van een CD stopt door g
aan te raken, wordt de locatie op de CD opgesla-
gen, zodat het afspelen vanaf dat punt weer be-
gint.
# Als u weer verder wilt met het afspelen van de
disc, raakt u f aan.
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde CD-functies
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het weergavedisplay.
CDs afspelen
Nl
51
Hoofdstuk
09
CDs afspelen
Herhaalde weergave
Met herhaalde weergave kunt hetzelfde frag-
ment laten herhalen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna REPEAT aan.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het herhaalbe-
reik te selecteren.
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Opmerkingen
! Als u een fragment op gaat zoeken of snel
vooruit/terug spoelt, zal de herhaalde weer-
gave automatisch worden geannuleerd.
! Als u discs met MP3/WMA-bestanden en au-
diogegevens (CD-DA) afspeelt, valt de herha-
ling binnen het bereik van het huidige
gegevenstype, zelfs als DISC is
geselecteerd.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmen-
ten op de CD in willekeurige volgorde laten af-
spelen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna RANDOM aan.
2 Raak a aan om de willekeurige weer-
gave in te schakelen.
De fragmenten worden in willekeurige volg-
orde afgespeeld.
# Raak b aan als u de willekeurige weergave
wilt uitschakelen.
Fragmenten op een CD
scannen
Met de scanweergave kunt u de eerste 10 se-
conden van elk fragment op de CD van tevoren
afluisteren.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna SCAN aan.
2 Raak a aan om de scanweergave in te
schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment wor-
den afgespeeld.
3 Als u het gewenste fragment heeft ge-
vonden, raakt u b aan om scanweergave
uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer het scannen van de CD is afgelopen, zal
de normale weergave van de fragmenten op-
nieuw beginnen.
Het afspelen van een CD
onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
PAUSE zal op het display verschijnen. Het af-
spelen van het huidige fragment wordt onder-
broken.
# Als u de disc verder wilt laten gaan op het
punt waarop u gestopt bent, raakt u f op-
nieuw aan.
Opmerking
U kunt de pauzefunctie in- en uitschakelen met
PAUSE. Raak A.MENU en daarna FUNCTION
aan om PAUSE weer te geven.
CDs afspelen
Nl
52
Hoofdstuk
09
Gewenst fragment zoeken
U kunt de zoekfunctie gebruiken om een be-
paald fragment te zoeken.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna SEARCH aan.
2 Raak TRACK aan.
3 Raak 09 aan om het gewenste num-
mer in te voeren.
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1en 0 in deze volgorde aan om 10 te
selecteren.
! Raak 2 en 3 in deze volgorde aan om 23 te
selecteren.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# U kunt het gewenste cijfer ook invoeren door
de joystick en 0-9 te gebruiken.
4 Raak ENTER aan terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij het geselecteerde
fragment.
Disctitels invoeren
U kunt CD-titels invoeren en weergeven. Als u
een CD in de speler steekt waarvoor al een
titel is ingevoerd, verschijnt de titel van die CD
op het display.
Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om tot
48 CD-titels in het toestel op te slaan. Elke titel
kan maximaal 10 tekens lang zijn.
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt, kunt u
TITLE EDIT niet inschakelen. De disctitel is
al op een CD TEXT-disc opgenomen.
! Als er geen titel is ingevoerd voor de spe-
lende disc, zal NO TITLE op het display ver-
schijnen.
1 Speel een CD af waarvan u de titel wilt
invoeren.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna NEXT aan.
3 Raak TITLE EDIT aan.
4 Raak ABC aan en selecteer het gewen-
ste tekentype.
Raak herhaaldelijk ABC aan om te schakelen
tussen de volgende tekentypen:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAl-
fabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
# U kunt de cijfers en symbolen invoeren door
123 aan te raken.
5 Raak of aan en selecteer een let-
ter van het alfabet.
Telkens als u
aanraakt, verschijnt er een let-
ter van het alfabet in A B C ... X Y Z, cijfers en
symbolen in 1 2 3 ... | } ¯ volgorde. Telkens als
u
aanraakt, verschijnt er een letter in de
omgekeerde volgorde, zoals Z Y X ... C B A.
6 Raak aan om de cursor naar de vol-
gende tekenpositie te verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display ver-
schijnt, moet u
aanraken om de cursor op
de volgende positie te zetten en daarna de vol-
gende letter selecteren. Raak
aan om terug
in het display te bladeren.
7 Raak OK aan om de ingevoerde titel in
het geheugen op te slaan.
CDs afspelen
Nl
53
Hoofdstuk
09
CDs afspelen
8 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerkingen
! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de
disc uit het toestel is verwijderd. Ze worden
opgeroepen als de disc weer in het toestel
wordt gestoken.
! Nadat gegevens voor 48 discs in het geheu-
gen zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een
nieuwe disc de gegevens van de oudste over-
schrijven.
CD TEXT-functies gebruiken
Bij sommige discs is er tijdens de fabricage
bepaalde informatie op de disc gecodeerd.
Deze discs kunnen informatie als de CD-titel,
de fragmenttitel, de naam van de artiest en de
afspeeltijd bevatten en worden CD TEXT-discs
genoemd. Alleen deze speciaal gecodeerde
CD-TEXT-discs ondersteunen de onderstaande
functies.
Titels op CD TEXT-discs weergeven
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
Disc Title (disctitel)Disc Artist (naam artiest
disc)TrackTitle (fragmenttitel)
Track Artist (naam artiest fragment)
# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXT-
disc zijn opgenomen, zal NO XXXX op het dis-
play verschijnen (bijv. NO ARTIST).
Titels over het display laten
schuiven
Dit toestel kan de eerste 30 letters van
Disc Title, Disc Artist, TrackTitle en
Track Artist weergeven. Als de opgenomen in-
formatie langer is dan 30 letters, kunt u de
tekst naar links schuiven zodat u de rest van
de titel kunt zien.
% Houd uw vinger op DISP totdat de titel
naar links begint te schuiven.
De rest van de titel zal op het display verschij-
nen.
Fragmenten uit de
fragmenttitellijst selecteren
Met de fragmenttitellijst ziet u de lijst met frag-
menttitels op een CD TEXT-disc en kunt u één
van deze titels selecteren voor afspelen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna TRACK LIST aan.
2 Raak
of aan om tussen de lijsten
met titels te schakelen.
3 Raak uw favoriete fragmenttitel aan.
Uw keuze zal beginnen te spelen.
CDs afspelen
Nl
54
Hoofdstuk
09
Naar MP3/WMA luisteren
1
4
5
2
7
3
6
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een MP3/WMA met uw ingebouwde DVD-spe-
ler. Vanaf bladzijde 57 wordt de meer geavan-
ceerde bediening voor het afspelen van MP3/
WMA uitgelegd.
1 Bronpictogram
Deze geeft aan welke signaalbron er is gese-
lecteerd.
2 ROM-indicator
Geeft aan dat er een MP3/WMA-bestand
wordt afgespeeld.
Als u discs met MP3/WMA-bestanden en
audiogegevens (CD-DA) zoals CD-EXTRA en
MIXED-MODE CDs afspeelt, wordt
CD/ROM weergegeven.
3 Mapnummerindicator
Deze geeft aan welk mapnummer op het
moment afgespeeld wordt.
4 Fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk fragment (bestand) er
op het moment afgespeeld wordt.
5 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd van
het spelende fragment (bestand) aan.
6 Mapnaamindicator
Deze toont de naam van de map die nu
speelt.
7 Herhalingsindicator
Deze toont het geselecteerde bereik voor
herhaalde weergave.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te se-
lecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel is geladen, kunt
u DVD (DVD-speler) niet selecteren. Steek een
disc in het toestel. (Raadpleeg bladzijde 20.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak o of p aan om naar het vo-
rige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o één keer
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidi-
ge fragment. Als u de toets nog een keer aan-
raakt, gaat u naar het vorige fragment.
# U kunt ook naar het vorige of volgende frag-
ment gaan door de joystick naar links of rechts te
bewegen.
4 Raak d aan om a, b, m en n weer
te geven.
Raak d aan totdat a, b, m en n op het
display verschijnt.
5 Blijf m of n aanraken om snel terug
of vooruit te gaan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
# Bij snel vooruit of achteruit hoort u geen ge-
luid.
MP3/WMA afspelen
Nl
55
Hoofdstuk
10
MP3/WMA afspelen
# Dit is snel vooruit- en achteruitspoelen alleen
voor het afgespeelde bestand. Deze handeling
wordt geannuleerd als het vorige of volgende be-
stand wordt bereikt.
6 Raak a of b aan en selecteer een map.
# U kunt een map ook selecteren door de joys-
tick omhoog en omlaag te bewegen.
# Als u terug wilt naar map 001 (ROOT), houdt
u BAND/ESC ingedrukt. Als map 001 (ROOT)
geen bestanden bevat, begint het afspelen bij
map 002.
# U kunt een map niet selecteren als er geen
MP3/WMA-bestand in staat.
Opmerkingen
! Als u discs met MP3/WMA-bestanden en au-
diogegevens (CD-DA) zoals CD-EXTRA en
MIXED-MODE-CDs afspeelt, kunnen beide
typen alleen afspelen door tussen MP3/WMA
en CD-DA over te schakelen door DA-ROM
aan te raken of door op BAND/ESC te druk-
ken. U kunt deze functie alleen gebruiken
wanneer de disc wordt afgespeeld.
! Als u bent overgeschakeld van MP3/WMA-be-
standen naar audiogegevens-CDs (CD-DA),
begint de CD bij het eerste fragment te spe-
len.
! Deze DVD-speler kan een MP3/WMA-bestand
op CD-ROM afspelen. (Raadpleeg bladzijde
118 voor bestanden die kunnen worden afge-
speeld.)
! Er zit soms een vertraging tussen het starten
van de CD en de weergave van het geluid. Tij-
dens het inlezen wordt FORMAT READ op het
display weergegeven.
! Het afspelen wordt uitgevoerd op bestands-
nummer. Als mappen geen bestanden bevat-
ten, worden ze overgeslagen. (Als map 001
(ROOT) geen bestanden bevat, begint het af-
spelen bij map 002.)
! Dit toestel kan geen WMA-bestanden afspelen
die als VBR (variabele bitsnelheid) zijn opge-
nomen.
! Als u bestanden die als VBR-bestanden (varia-
bele bitsnelheid) zijn opgenomen afspeelt,
wordt de afspeeltijd niet juist weergegeven als
snel vooruit of achteruit wordt gebruikt.
! Als de disc in het toestel geen bestanden
bevat die kunnen worden afgespeeld, wordt
NO AUDIO weergegeven.
! Als de disc in het toestel WMA-bestanden die
worden beschermd door digital rights mana-
gement (DRM) bevat, wordt TRK SKIPPED
weergegeven terwijl het beschermde bestand
wordt overgeslagen.
! Als alle bestanden op de disc in het toestel
met DRM worden beschermd, wordt
PROTECT weergegeven.
! Als een disc zowel WMA-bestanden die door
DRM worden beschermd als audiogegevens
(CD-DA) bevat, kunnen beide typen niet ver-
wisseld worden. In dat geval worden alleen de
audiogegevens afgespeeld.
! Bij snel vooruit of achteruit hoort u geen ge-
luid.
! Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de
toetsen automatisch verborgen.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van MP3/WMA stopt door
g aan te raken, wordt de locatie op de disc opge-
slagen, zodat het afspelen vanaf dat punt weer
begint.
# Als u weer verder wilt met het afspelen van de
disc, raakt u f aan.
MP3/WMA afspelen
Nl
56
Hoofdstuk
10
Inleiding voor de
geavanceerde bediening
van de ingebouwde DVD-
speler (MP3/WMA)
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaalde weergave
Voor het afspelen van MP3/WMA zijn er drie
bereiken voor herhaalde weergave: FOLDER
(herhaling map), TRACK (herhaling fragment)
en DISC (herhaling alle fragmenten).
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna REPEAT aan.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het herhaalbe-
reik te selecteren.
! FOLDER Herhaal de huidige map
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC Herhaal alle fragmenten
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere map kiest, wordt het bereik voor de her-
haalde weergave gewijzigd in DISC.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt tijdens TRACK, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in FOLDER.
! Als FOLDER is geselecteerd, kunt u geen sub-
map van die map afspelen.
! Als u discs met MP3/WMA-bestanden en au-
diogegevens (CD-DA) afspeelt, valt de herha-
ling binnen het bereik van het huidige
gegevenstype, zelfs als DISC is
geselecteerd.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmen-
ten binnen de bereiken voor de herhaalde
weergave, FOLDER en DISC in willekeurige
volgorde laten afspelen.
MP3/WMA afspelen
Nl
57
Hoofdstuk
10
MP3/WMA afspelen
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna RANDOM aan.
3 Raak a aan om de willekeurige weer-
gave in te schakelen.
Fragmenten worden in willekeurige volgorde
afgespeeld binnen de hiervoor geselecteerde
bereiken FOLDER of DISC.
# Raak b aan als u de willekeurige weergave
wilt uitschakelen.
Mappen en fragmenten
scannen
Als u FOLDER gebruikt, worden de eerste 10
seconden van elk fragment in de geselec-
teerde map afgespeeld. Als u DISC gebruikt,
worden de eerste 10 seconden van het eerste
fragment in elke map afgespeeld.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna SCAN aan.
3 Raak a aan om de scanweergave in te
schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment van
de huidige map (of het eerste fragment van
elke map) worden afgespeeld.
4 Als u het gewenste fragment (of map)
heeft gevonden, raakt u b aan om de scan-
weergave uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer het scannen van het fragment of de
map is afgelopen, zal de normale weergave van
de fragmenten opnieuw beginnen.
Afspelen van MP3/WMA
onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
PAUSE zal op het display verschijnen. Het af-
spelen van het huidige fragment wordt onder-
broken.
# Als u de disc verder wilt laten gaan op het
punt waarop u gestopt bent, raakt u f op-
nieuw aan.
Opmerking
U kunt de pauzefunctie in- en uitschakelen met
PAUSE. Raak A.MENU en daarna FUNCTION
aan om PAUSE weer te geven.
Fragment in de huidige
map zoeken
U kunt de zoekfunctie gebruiken om een be-
paald fragment te zoeken.
! U kunt niet op fragment zoeken als de disc
is gestopt.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna SEARCH aan.
2 Raak TRACK aan.
3 Raak 09 aan om het gewenste num-
mer in te voeren.
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
MP3/WMA afspelen
Nl
58
Hoofdstuk
10
! Raak 1en 0 in deze volgorde aan om 10 te
selecteren.
! Raak 2 en 3 in deze volgorde aan om 23 te
selecteren.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# U kunt het gewenste cijfer ook invoeren door
de joystick en 0-9 te gebruiken.
4 Raak ENTER aan terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij het geselecteerde
fragment.
Tekstinformatie op een
MP3/WMA-CD weergeven
Tekstinformatie die op een MP3/WMA-CD is
opgenomen, kan worden weergegeven.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
Folder Name (mapnaam)File Name (be-
standsnaam)Track Title (fragmenttitel)
Artist Name (artiestnaam)Album Title
(albumtitel)Comment (opmerking)
Bit Rate (bitsnelheid)
# Als u WMA-bestanden afspeelt, worden al-
bumtitel en opmerkingen niet weergegeven.
# Als u MP3-bestanden afspeelt die zijn opgeno-
men als VBR (variabele bitsnelheid), wordt de
waarde van de bitsnelheid niet weergegeven, ook
niet als u overschakelt naar bitsnelheid. (VBR
wordt weergegeven.)
# Als bepaalde gegevens niet op een MP3/
WMA-CD zijn opgenomen, zal NO XXXX op het
display verschijnen (bijv. NO NAME).
# Als u BACK/TEXT ingedrukt houdt, verschijnt
TRACK (titel fragment), ARTIST (naam artiest) en
ALBUM (titel disc).
Door tekstinformatie op
het display bladeren
Dit toestel kan alleen de eerste 30 letters van
Folder Name, File Name, Track Title,
Artist Name, Album Title en Comment weer-
geven. Als de opgenomen informatie langer is
dan 30 letters, kunt u de tekst naar links schui-
ven zodat u de rest van de tekstinformatie kunt
zien.
% Houd uw vinger op DISP totdat de
tekstinformatie naar links begint te schui-
ven.
De rest van de tekstinformatie zal op het dis-
play verschijnen.
Fragmenten uit de
bestandsnaamlijst selecteren
Met de bestandsnaamlijst ziet u de lijst met
bestandsnamen (of mapnamen) en kunt u één
van deze namen selecteren voor afspelen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna FOLDER&TRACK LIST aan.
2 Raak
of aan om tussen de lijsten
met namen te schakelen.
3 Raak uw favoriete bestandsnaam (of
mapnaam) aan.
Als u het bestand selecteert, begint dat be-
stand af te spelen.
# Als u een map heeft geselecteerd, dan kunt u
een lijst met de namen van de bestanden (of
mappen) laten weergeven. Herhaal 2 en 3 om de
gewenste bestandsnaam te selecteren.
# Raak
aan om terug te keren naar de vorige
lijst (de map die een niveau hoger staat).
MP3/WMA afspelen
Nl
59
Hoofdstuk
10
MP3/WMA afspelen
Naar een CD luisteren
1
3
4
2
5
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare multi-
CD-speler bedienen.
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een CD met uw multi-CD-speler. Vanaf de vol-
gende bladzijde wordt de meer geavanceerde
bediening voor het afspelen van CDs uitge-
legd.
1 Bronpictogram
Deze geeft aan welke signaalbron er is gese-
lecteerd.
2 Discnummerindicator
Deze geeft aan welke disc er op het moment
afgespeeld wordt.
3 Fragmentnummerindicator
Deze toont welk fragment er op het moment
afgespeeld wordt.
4 Weergavetijdindicator
Deze geeft verstreken speeltijd van het spe-
lende fragment aan.
5 Disclijstweergave
Deze toont de disctitellijst.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna M-CD aan om de multi-CD-speler te
selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak één van de 0106 aan om de disc
waarnaar u wilt luisteren te selecteren.
Als u een disc die op 7 tot en met 12 staat wilt
selecteren, kunt u PREV of NEXT aanraken om
0712 weer te geven.
# Als 0106 en 0712 niet worden weergege-
ven, kunt u ze weergeven door DISP aan te raken.
# U kunt ook de reeks discs één voor één aflo-
pen met a/b.
4 Raak c of d aan om naar het vorige of
volgende fragment te gaan.
Als u d aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u c één keer aan-
raakt, gaat u naar het begin van het huidige
fragment. Als u de toets nog een keer aan-
raakt, gaat u naar het vorige fragment.
# U kunt ook naar het vorige of volgende frag-
ment gaan door de joystick naar links of rechts te
bewegen.
5 Blijf c of d aanraken om snel vooruit
of achteruit te gaan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
Opmerkingen
! Wanneer de multi-CD-speler klaar is met zijn
voorbereidingen, zal READY op het display
verschijnen.
! Als de multi-CD-speler niet naar behoren
functioneert, is het mogelijk dat er een fout-
melding, bijvoorbeeld ERROR-02, op het dis-
Multi-CD-speler
Nl
60
Hoofdstuk
11
play verschijnt. Raadpleeg de gebruikershand-
leiding van de multi-CD-speler.
! Als er geen discs in het magazijn van de
multi-CD-speler zitten, zal NO DISC op het dis-
play verschijnen.
! Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de
toetsen automatisch verborgen.
Multi-CD-speler met 50 discs
Alleen de in deze handleiding beschreven
functies worden ondersteund bij gebruik van
multi-CD-spelers voor 50 discs.
Dit toestel is niet ontworpen voor de bediening
van disctitellijstfuncties met een multi-CD-spe-
ler voor 50 discs.
Inleiding voor
geavanceerde bediening
van de multi-CD-speler
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Multi-CD-speler
Nl
61
Hoofdstuk
11
Multi-CD-speler
Herhaalde weergave
Er zijn drie bereiken voor herhaalde weergave
voor de multi-CD-speler. M-CD (herhaling
multi-CD-speler), TRACK (herhaling fragment)
en DISC (herhaling disc).
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna REPEAT aan.
2 Raak
aan om het gewenste her-
haalbereik te selecteren.
Raak
aan totdat het gewenste herhaalbe-
reik op het display verschijnt.
! M-CD Alle discs in de multi-CD-speler
worden herhaald
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
# U kunt ook het herhaalbereik selecteren door
de joystick naar links of rechts te bewegen.
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in M-CD.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/ach-
teruit spoelt tijdens TRACK, wordt het bereik
voor de herhaalde weergave gewijzigd in
DISC.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmen-
ten binnen de bereiken voor de herhaalde
weergave, M-CD en DISC in willekeurige volg-
orde laten afspelen.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op deze blad-
zijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna RANDOM aan.
3 Raak a aan om de willekeurige weer-
gave in te schakelen.
Fragmenten worden in willekeurige volgorde
afgespeeld binnen de hiervoor geselecteerde
bereiken M-CD of DISC.
# Raak b aan als u de willekeurige weergave
wilt uitschakelen.
CDs en fragmenten scannen
Als u DISC gebruikt, worden de eerste 10 se-
conden van elk fragment op de geselecteerde
disc afgespeeld. Als u M-CD gebruikt, worden
de eerste 10 seconden van het eerste fragment
op elke CD afgespeeld.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op deze blad-
zijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna SCAN aan.
3 Raak a aan om de scanweergave in te
schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment van
de huidige disc (of het eerste fragment van
elke disc) worden afgespeeld.
4 Als u het gewenste fragment (of de ge-
wenste disc) heeft gevonden, raakt u b
aan om de scanweergave uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer het scannen van de fragmenten of de
discs is afgelopen, zullen de fragmenten opnieuw
normaal worden afgespeeld.
Multi-CD-speler
Nl
62
Hoofdstuk
11
Het afspelen van een CD
onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna PAUSE aan.
2 Raak a aan om Pauze in te schakelen.
Het afspelen van het huidige fragment wordt
onderbroken.
# Raak b aan als u Pauze wilt uitschakelen.
ITS-speellijsten gebruiken
Met ITS (instant track selection) kunt u een
speellijst met uw favoriete fragmenten uit het
magazijn van de multi-CD-speler samenstel-
len. Als u uw favoriete fragmenten aan de
speellijst heeft toegevoegd, kunt u ITS-weer-
gave inschakelen en dan alleen die selecties
afspelen.
Speellijst met ITS-
programmering maken
U kunt ITS gebruiken om maximaal 99 frag-
menten per disc, tot 100 discs (met de discti-
tels) in te voeren en af te spelen. (Bij multi-CD-
spelers die vóór de CDX-P1250 en CDX-P650
zijn verkocht, kunnen maximaal 24 fragmen-
ten in de speellijst worden opgeslagen.)
1 Laat een CD spelen die u wilt program-
meren.
Raak a of b aan en selecteer de CD.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna NEXT aan.
3 Raak ITS MEMORY aan.
4 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste fragment.
5 Raak a aan om het huidige fragment in
de speellijst op te slaan.
MEMORYa wordt gemarkeerd en de huidige
selectie wordt aan uw speellijst toegevoegd.
Het display toont daarna weer het fragment-
nummer.
Opmerking
Nadat gegevens voor 100 discs in het geheugen
zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een nieuwe
disc de gegevens van de oudste overschrijven.
ITS-speellijst afspelen
Met ITS-weergave kunt u naar de fragmenten
die u in uw ITS-speellijst heeft ingevoerd luiste-
ren. Als u ITS-weergave inschakelt, beginnen
de fragmenten uit uw ITS-lijst in de multi-CD-
speler af te spelen.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna NEXT aan.
3 Raak ITS PLAY aan.
4 Raak a aan om de ITS-weergave in te
schakelen.
Het afspelen begint met de fragmenten van
uw speellijst binnen de eerder geselecteerde
bereiken M-CD of DISC.
# Als er geen fragmenten in het huidige bereik
voor ITS-weergave zijn geprogrammeerd, ver-
schijnt ITS EMPTY.
# Raak b aan als u de ITS-weergave wilt uit-
schakelen.
Multi-CD-speler
Nl
63
Hoofdstuk
11
Multi-CD-speler
Fragment van de ITS-speellijst
verwijderen
Als u een fragment uit de ITS-speellijst wilt ver-
wijderen, is dit alleen mogelijk als ITS-afspelen
is ingeschakeld.
Als ITS-afspelen al is ingeschakeld, kunt u
naar stap 2.
1 Laat een CD spelen waarvan u een frag-
ment uit de ITS-speellijst wilt verwijderen
en schakel ITS-afspelen in.
Raadpleeg ITS-speellijst afspelen op de vorige
bladzijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna NEXT aan.
3 Raak ITS MEMORY aan.
4 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste fragment.
5 Raak b aan om het fragment van de
ITS-speellijst te verwijderen.
De huidige selectie wordt uit de ITS-speellijst
verwijderd en het volgende fragment van uw
ITS-speellijst begint.
# Als er geen fragmenten uit uw speellijst bin-
nen het huidige bereik vallen, wordt ITS EMPTY
weergegeven en begint de disc normaal af te spe-
len.
CD van de ITS-speellijst
verwijderen
Als u alle fragmenten van een CD uit de ITS-
speellijst wilt verwijderen, is dit alleen mogelijk
als ITS-afspelen is uitgeschakeld.
1 Laat een CD spelen die u wilt verwijde-
ren.
Raak a of b aan en selecteer de CD.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna NEXT aan.
3 Raak ITS MEMORY aan.
4 Raak b aan om alle fragmenten op de
huidige CD uit uw ITS-speellijst te verwij-
deren.
Alle fragmenten op de spelende CD worden
uit de speellijst verwijderd.
Functies voor disctitels
gebruiken
U kunt CD-titels invoeren en weergeven. U
kunt eenvoudig naar een disc zoeken en deze
laten afspelen.
Disctitels invoeren
Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om tot
100 CD-titels (met ITS-speellijst) in de multi-
CD-speler op te slaan. Elke titel kan maximaal
10 tekens lang zijn.
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt op een met
CD TEXT compatibele multi-CD-speler, kunt
u TITLE EDIT niet inschakelen. De disctitel
is al op een CD TEXT-disc opgenomen.
1 Speel een CD af waarvan u de titel wilt
invoeren.
Raak a of b aan en selecteer de CD.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna NEXT aan.
3 Raak TITLE EDIT aan.
4 Raak ABC aan en selecteer het gewen-
ste tekentype.
Raak herhaaldelijk ABC aan om te schakelen
tussen de volgende tekentypen:
Multi-CD-speler
Nl
64
Hoofdstuk
11
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAl-
fabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
# U kunt de cijfers en symbolen invoeren door
123 aan te raken.
5 Raak of aan en selecteer een let-
ter van het alfabet.
Telkens als u
aanraakt, verschijnt er een let-
ter van het alfabet in A B C ... X Y Z, cijfers en
symbolen in 1 2 3 ... | } ¯ volgorde. Telkens als
u
aanraakt, verschijnt er een letter in de
omgekeerde volgorde, zoals Z Y X ... C B A.
6 Raak aan om de cursor naar de vol-
gende tekenpositie te verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display ver-
schijnt, moet u
aanraken om de cursor op
de volgende positie te zetten en daarna de vol-
gende letter selecteren. Raak
aan om terug
in het display te bladeren.
7 Raak OK aan om de ingevoerde titel in
het geheugen op te slaan.
8 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerkingen
! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de
disc uit het magazijn is verwijderd. Ze worden
opgeroepen als de disc weer in het toestel
wordt gestoken.
! Nadat gegevens voor 100 discs in het geheu-
gen zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een
nieuwe disc de gegevens van de oudste over-
schrijven.
Disctitels weergeven
U kunt de titel van elke disc waarvoor u een
disctitel heeft ingevoerd op het display laten
verschijnen.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
DISC LIST (disclijst)Disc Title (disctitel)
Wanneer u Disc Title kiest, zal de titel van de
spelende disc op het display worden getoond.
# Als er geen titel is ingevoerd voor de spelende
disc, zal NO TITLE op het display verschijnen.
CD TEXT-functies gebruiken
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met
een voor CD TEXT geschikte multi-CD-speler.
Bij sommige discs is er tijdens de fabricage
bepaalde informatie op de disc gecodeerd.
Deze discs kunnen informatie als de CD-titel,
de fragmenttitel, de naam van de artiest en de
afspeeltijd bevatten en worden CD TEXT-discs
genoemd. Alleen deze speciaal gecodeerde
CD-TEXT-discs ondersteunen de onderstaande
functies.
Titels op CD TEXT-discs weergeven
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
DISC LIST (disclijst)Disc Title (disctitel)
Disc Artist (artiestnaam disc)TrackTitle
(fragmenttitel)Track Artist (artiestnaam
fragment)
# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXT-
disc zijn opgenomen, zal NO XXXX op het dis-
play verschijnen (bijv. NO ARTIST).
Multi-CD-speler
Nl
65
Hoofdstuk
11
Multi-CD-speler
Titels over het display laten
schuiven
Dit toestel kan de eerste 30 letters van
Disc Title, Disc Artist, TrackTitle en
Track Artist weergeven. Als de opgenomen in-
formatie langer is dan 30 letters, kunt u de
tekst naar links schuiven zodat u de rest van
de titel kunt zien.
% Houd uw vinger op DISP totdat de titel
naar links begint te schuiven.
De rest van de titel zal op het display verschij-
nen.
Fragmenten uit de
fragmenttitellijst selecteren
Met de fragmenttitellijst ziet u de lijst met frag-
menttitels op een CD TEXT-disc en kunt u één
van deze titels selecteren voor afspelen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna TRACK LIST aan.
2 Raak
of aan om tussen de lijsten
met titels te schakelen.
3 Raak uw favoriete fragmenttitel aan.
Uw keuze zal beginnen te spelen.
Compressie en
basversterking gebruiken
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met
een daarvoor geschikte multi-CD-speler.
Met de functies COMP (compressie) en DBE
(Dynamic Bass Emphasis) kunt u de geluids-
kwaliteit van de multi-CD-speler aanpassen.
Elke functie wordt in twee stappen afgesteld.
De COMP-functie balanceert de hardere en
zachtere geluiden bij hoge volumes. DBE re-
gelt de niveaus van de lage tonen zodat het ge-
luid voller klinkt. Luister naar de effecten
terwijl u ze uitprobeert en gebruik het effect
dat de weergave van het fragment of de CD
waarnaar u luistert het beste weergeeft.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna COMPRESSION aan.
# Als uw multi-CD-speler niet geschikt is voor
de COMP/DBE-functies, zal NO COMP op het dis-
play verschijnen wanneer u deze functie selec-
teert.
2 Raak aan en selecteer de gewenste
instelling.
Raak herhaaldelijk
aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
COMP OFFCOMP 1COMP 2
COMP OFFDBE 1DBE 2
# U kunt de gewenste instelling selecteren door
de joystick naar links of rechts te bewegen.
Multi-CD-speler
Nl
66
Hoofdstuk
11
Naar de DAB luisteren
1
3
4
2
a
5
6
7
8
9
c
b
d
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare DAB-
tuner (GEX-P700DAB) bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie-
ning de bedieningshandleiding van de DAB-
tuner. In dit deel geven wij u informatie over de
bediening van de DAB-tuner met dit toestel
die afwijkt van wat er in de handleiding van de
DAB-tuner staat.
! Dit toestel heeft geen taalfilterfunctie.
! Met dit toestel heeft u drie extra functies:
beschikbare servicelijst, beschikbare PTY
zoeken, en opslaan en opvragen van het dy-
namisch label.
1 Bronpictogram
Deze geeft aan welke signaalbron er is gese-
lecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke band de DAB-tuner
is afgestemd.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge-
selecteerd.
4 Servicelabelindicator
Deze geeft de service aan waarop de DAB-
tuner is afgestemd.
5 WEATHER-indicator
Deze geeft aan wanneer er een weerbericht
wordt ontvangen.
6 ANNOUNCE-indicator
Deze geeft aan wanneer er een bericht
wordt ontvangen.
7 NEWS-indicator
Deze geeft aan of er een nieuwsbericht is
ontvangen.
8 TRAFFIC-indicator
Deze geeft aan of er een verkeersbericht is
ontvangen.
9 TEXT-indicator
Deze geeft aan dat de huidige ontvangen
service een dynamisch label heeft.
a Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
b EXTRA-indicator
Deze geeft aan dat de huidige ontvangen
service een Secondary Service Component
heeft.
c NET-indicator
Deze geeft aan of de service opvolgen-
functie aan staat.
d DAB-indicator
Deze geeft aan wanneer DAB-ontvangst mo-
gelijk is.
1 Raak het bronpictogram aan en raakt
daarna DAB aan om de DAB te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
DAB-tuner
Nl
67
Hoofdstuk
12
DAB-tuner
3 Raak BAND aan en selecteer een fre-
quentieband.
Raak BAND aan totdat u de gewenste frequen-
tieband op het display ziet verschijnen; DAB1,
DAB2 of DAB3.
4 Raak c of d kort aan om een service te
selecteren.
# U kunt ook een service selecteren door de
joystick naar links of rechts te bewegen.
5 Om een eenheid te selecteren raakt u c
of d ongeveer een seconde aan.
# U kunt het zoeken naar een eenheid annule-
ren door c of d kort aan te raken.
# U kunt ook zoeken naar een eenheid door de
joystick naar links of rechts te houden.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde functie
van de DAB-tuner
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display auto-
matisch terug naar de frequentieweergave.
DAB-display schakelen
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
DAB-tuner
Nl
68
Hoofdstuk
12
PRESET CH LIST (ingestelde servicelijst)
Service L (servicelabel)Component (ser-
vice-onderdeellabel)DLS (dynamisch label)
PTY (PTY-label)Ensemble (eenheidlabel)
Opmerking
Als een servicecomponent geen servicecompo-
nentlabel, dynamisch label of PTY-label heeft, is
het niet mogelijk Component, DLS en PTY in te
schakelen.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
% Wanneer u heeft afgestemd op een ser-
vice die u in het geheugen wilt opslaan,
blijft u één van de voorkeuzetoetsen
P01P06 aanraken tot het voorkeuzenum-
mer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De geselecteerde ser-
vice is in het geheugen opgeslagen.
Als u hierna dezelfde voorkeuzetoets aanraakt,
zal de opgeslagen service uit het geheugen
worden opgeroepen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
# Als P01P06 niet worden weergegeven, kunt
u ze weergeven door DISP aan te raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 services, zes voor elk
van de drie frequentiebanden, in het geheu-
gen worden opgeslagen.
! U kunt ook a en b gebruiken om services die
op voorkeuzetoetsen P01P06 staan op te
roepen.
! U kunt dezelfde handelingen ook uitvoeren
met P. CH MEMO. Raak A.MENU en daarna
FUNCTION aan om P. CH MEMO weer te ge-
ven.
Onderbreking van de bericht-
ondersteuning instellen
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna AS aan.
2 Raak
of aan om de gewenste be-
richtondersteuning te selecteren.
Raak
aan en selecteer ANNOUNCE (be-
richt). Raak
aan en selecteer WEATHER
(regionaal weerbericht).
3 Raak
aan om de onderbreking van
de geselecteerde berichtondersteuning in
te schakelen.
# Raak aan om de onderbreking van de gese-
lecteerde berichtondersteuning uit te schakelen.
Verkeersflitsen en
transportflitsen ontvangen
1 Druk op TA/NEWS om de verkeersflits
en de transportflits in te schakelen.
dTRAFFIC of T zal op het display verschijnen.
# Druk opnieuw op TA/NEWS om de verkeers-
flits en de transportflits uit te schakelen.
2 Druk op TA/NEWS terwijl de verkeers-
flits en de transportflits worden ontvangen
om de onderbreking door het bericht te an-
nuleren.
Nieuwsflits ontvangen
% Druk op TA/NEWS en houd de toets in-
gedrukt om de nieuwsflits in te schakelen.
Druk op TA/NEWS totdat dNEWS of N op het
display verschijnt.
# Druk op TA/NEWS en houd deze toets weer
ingedrukt om de nieuwsflits uit te schakelen.
DAB-tuner
Nl
69
Hoofdstuk
12
DAB-tuner
Services uit de beschikbare-
servicelijst te selecteren
De beschikbare-servicelijst is een lijst met alle
beschikbare services. U kunt één van deze ser-
vices ontvangen, als de huidige ontvangen
eenheid meerdere services heeft.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna SL LIST aan.
2 Raak NEXT of PREV aan om tussen de
lijsten met beschikbare services te schake-
len.
3 Raak uw favoriete beschikbare service
aan.
Uw keuze zal beginnen met ontvangen.
Service via beschikbare
PTY-informatie zoeken
Met beschikbare PTY zoeken kunt u de lijst
met beschikbare PTYs in de huidige eenheid
oproepen en één van deze selecteren voor ont-
vangst.
! Als er geen beschikbare PTY in de huidige
eenheid is, kunt u niet overschakelen naar
de beschikbare PTY zoekmethode.
! Beschikbare PTY zoeken verschilt van PTY
zoeken. Met dit toestel heeft u enkel de be-
schikking over beschikbare PTY zoeken.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna PTY SEARCH aan.
2 Raak
of aan om tussen de lijsten
met beschikbare PTYs te schakelen.
3 Raak de gewenste beschikbare PTY aan
om PTY-zoeken te starten.
DAB ontvangt de gewenste PTY-service.
Opmerkingen
! De weergegeven PTY-methode is smal. De
brede methode kan niet worden geselecteerd
als DAB de bron is.
! Als er geen service met het geselecteerde pro-
grammatype is, wordt NOT FOUND ongeveer
twee seconden weergegeven. Daarna gaat de
DAB terug naar de vorige service.
Naar primaire of secundaire
servicecomponent schakelen
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna PRIMARY/SECONDARY aan.
2 Raak
of aan om de gewenste ser-
vicecomponent te selecteren.
Naar service opvolgen
overschakelen
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna SERVICE FOLLOW aan.
2 Raak a aan om Service opvolgen in te
schakelen.
# Raak b aan als u Service opvolgen wilt uit-
schakelen.
DAB-tuner
Nl
70
Hoofdstuk
12
Dynamisch label gebruiken
Dynamisch label weergeven
1 Houd BACK/TEXT ingedrukt om het dy-
namische label weer te laten geven.
# U kunt de weergave van het dynamische label
annuleren door ESC aan te raken of op
BAND/ESC te drukken.
# Als er geen dynamisch label wordt ontvangen,
verschijnt NO TEXT op het display.
2 Beweeg de joystick naar links of rechts
om de drie meest recente dynamische la-
bels op te roepen.
Als u de joystick naar links of rechts beweegt,
kunt u schakelen tussen het huidige label en
de weergave van de drie dynamische labels.
# Als er geen dynamische labelgegevens in het
geheugen zijn opgeslagen, zal het display niet
veranderen.
Dynamisch label opslaan en
oproepen
U kunt gegevens van maximaal zes uitzendin-
gen van dynamische labels opslaan onder de
toetsen 16.
1 Laat het dynamisch label dat u in het
geheugen wilt opslaan op het display ver-
schijnen.
Raadpleeg Dynamisch label weergeven op
deze bladzijde.
2 Houd één van de toetsen 16 ingedrukt
om het geselecteerde dynamische label op
te slaan.
Het geheugennummer zal op het display ver-
schijnen en het geselecteerde dynamisch
label zal worden opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u de volgende keer op dezelfde toets
drukt bij de weergave van het dynamische
label, zal de eerder opgeslagen tekst uit het
geheugen worden opgeroepen.
DAB-tuner
Nl
71
Hoofdstuk
12
DAB-tuner
TV-tuner kijken
1
3
4
2
5
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare TV-
tuner bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie-
ning de bedieningshandleiding van de TV-
tuner. In dit deel geven wij u informatie over de
bediening van de TV-tuner met dit toestel die
afwijkt van wat er in de handleiding van de TV-
tuner staat.
1 Bronpictogram
Deze geeft aan welke signaalbron er is gese-
lecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke frequentieband de
TV-tuner is afgestemd.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge-
selecteerd.
4 Zenderindicator
Deze geeft aan op welke zender de TV-tuner
is afgestemd.
5 Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TV aan om de TV te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak BAND aan en selecteer een fre-
quentieband.
Raak BAND aan totdat u de gewenste frequen-
tieband op het display ziet verschijnen; TV1 of
TV2.
4 Raak c of d even aan om handmatig af
te stemmen.
De zenders kunnen stap voor stap verhoogd of
verlaagd worden.
# U kunt ook handmatig afstemmen door de
joystick naar links of rechts te bewegen.
5 Om automatisch afstemmen te gebrui-
ken raakt u c of d ongeveer een seconde
aan.
De tuner zal nu zelf de zenders afzoeken tot er
een uitzending gevonden wordt die sterk ge-
noeg is voor een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door c of d even aan te raken.
# Als u c of d blijft aanraken, kunt u zenders
overslaan. Automatisch afstemmen begint als u
de toetsen loslaat.
# U kunt ook automatisch afstemmen door de
joystick naar links of rechts te houden.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
TV-tuner
Nl
72
Hoofdstuk
13
Inleiding tot de bediening
van de geavanceerde
functies van de TV-tuner
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Druk op ESC om terug te keren naar het TV-
beeld.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display auto-
matisch terug naar het TV-beeld.
Zenders opslaan en oproepen
Als u één van de voorkeuzetoetsen P01P12
aanraakt, kunt u heel eenvoudig maximaal 12
zenders opslaan zodat u deze later weer kunt
oproepen door een toets aan te raken.
% Wanneer u heeft afgestemd op een
zender die u in het geheugen wilt opslaan,
blijft u één van de voorkeuzetoetsen
P01P12 aanraken tot het voorkeuzenum-
mer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De geselecteerde
zender is in het geheugen opgeslagen.
Als u hierna dezelfde voorkeuzetoets aanraakt,
zal de opgeslagen zender uit het geheugen
worden opgeroepen.
# Als u wilt overschakelen tussen P01P06 en
P07P12, raakt u
of aan.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergegeven, kunt u ze weergeven door
het scherm aan te raken.
# Als P01P06 en P07P12 niet worden weer-
gegeven, kunt u ze weergeven door DISP aan te
raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 24 zenders, 12 voor elke
TV-band, in het geheugen worden opgeslagen.
! U kunt ook a en b gebruiken om zenders die
op voorkeuzetoetsen P01P12 staan op te
roepen.
Sterkste zenders op
volgorde opslaan
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna BSSM aan.
TV-tuner
Nl
73
Hoofdstuk
13
TV-tuner
2 Raak a aan om de BSSM-functie in te
schakelen.
BSSM begint te knipperen. Terwijl BSSM knip-
pert, worden de 12 sterkste tv-zenders opgesla-
gen, te beginnen met de laagste zender. Als
dit voltooid is, verdwijnt BSSM.
# Raak b aan om het opslaan te annuleren.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSSM-functie opge-
slagen zenders, eerder door uzelf onder de toet-
sen P01P12 opgeslagen zenders vervangen.
Landengroep selecteren
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna COUNTRY aan.
2 Raak
of aan en selecteer de land-
engroep.
Raak
of aan totdat de gewenste land-
engroep in het display verschijnt.
COUNTRY 1 (CCIR-zender)COUNTRY 2
(Italië-zender)COUNTRY 3 (G.B.-zender)
COUNTRY 4 (OIRT-zender)
TV-tuner
Nl
74
Hoofdstuk
13
Disc afspelen
1
3
5
6
2
4
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare DVD-
speler of multi-DVD-speler bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie-
ning de handleiding van de DVD-speler of de
multi-DVD-speler. In dit deel geven wij u infor-
matie over de bediening van de DVD-speler
met dit toestel die afwijkt van wat er in de
handleiding van de DVD-speler of multi-DVD-
speler staat.
! Zet de afstandsbediening op een geschikte
instelling voor de bediening van DVD-spe-
lers. (Raadpleeg bladzijde 103.)
! Zet de afstandsbediening op DVD om de
DVD-speler met de afstandsbediening te
bedienen. (Raadpleeg bladzijde 18.)
1 Bronpictogram
Deze geeft aan welke signaalbron er is gese-
lecteerd.
2 Disc-type-indicator
Deze geeft het type disc aan dat nu speelt.
3 Discnummerindicator
Deze geeft de disc aan die nu speelt bij een
multi-DVD-speler.
4 Titelnummerindicator
Deze geeft de titel aan die nu speelt bij het
afspelen van een DVD-video.
5 Hoofdstuk-/fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk hoofdstuk/fragment er
op het moment afgespeeld wordt.
6 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken tijd van het spe-
lende hoofdstuk/fragment aan.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna S-DVD aan om de DVD-speler te se-
lecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak c of d kort aan om naar het vo-
rige of volgende hoofdstuk/fragment te
gaan.
# U kunt ook naar het vorige of volgende hoofd-
stuk/fragment gaan door de joystick naar links of
rechts te bewegen.
Als u de joystick op de afstandsbediening ge-
bruikt, kunt u de afstandsbediening op AVH zet-
ten. (Raadpleeg bladzijde 18.)
4 Om snel vooruit- of achteruitspoelen te
gebruiken raakt u c of d ongeveer een se-
conde aan.
# U kunt ook snel achteruit of vooruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
Als u de joystick op de afstandsbediening ge-
bruikt, kunt u de afstandsbediening op AVH zet-
ten. (Raadpleeg bladzijde 18.)
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toet-
sen automatisch verborgen.
DVD-speler
Nl
75
Hoofdstuk
14
DVD-speler
DVD-speler in- of uitschakelen
! U kunt voor deze functie alleen de afstands-
bediening gebruiken. Zet de afstandsbedie-
ning op DVD om deze functie te gebruiken.
(Raadpleeg bladzijde 18.)
% Druk op REAR.S om DVD-speler aan te
zetten.
# Druk opnieuw op REAR.S om de DVD-speler
uit te schakelen.
Disc selecteren
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een multi-DVD-speler op het toestel is aan-
gesloten.
% Raak a of b aan en selecteer een disc.
# U kunt ook naar de vorige of volgende disc
gaan door de joystick naar omhoog of omlaag te
bewegen.
Als u de joystick op de afstandsbediening ge-
bruikt, kunt u de afstandsbediening op AVH zet-
ten. (Raadpleeg bladzijde 18.)
# U kunt een disc ook selecteren door op BACK
of ENTERTAINMENT op de afstandsbediening te
drukken terwijl de afstandsbediening op DVD
staat.
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde functies
van de DVD-speler
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaalde weergave
! Tijdens het afspelen van Video-CDs met
PBC (afspeelregeling) kan deze functie niet
worden gebruikt.
DVD-speler
Nl
76
Hoofdstuk
14
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna REPEAT aan.
2 Raak
aan om het gewenste her-
haalbereik te selecteren.
Tijdens het afspelen van een DVD-video
! TITLE Alleen de huidige titel wordt her-
haald
! CHAPTER Alleen het huidige hoofdstuk
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Tijdens het afspelen van een Video-CD of
CD
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in DISC.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/ach-
teruit spoelt tijdens TRACK, wordt het bereik
voor de herhaalde weergave gewijzigd in
DISC.
Het afspelen van een disc
onderbreken
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna PAUSE aan.
2 Raak a aan om Pauze in te schakelen.
# Raak b aan als u Pauze wilt uitschakelen.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
! U kunt deze functie alleen gebruiken bij het
afspelen van een CD.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna RANDOM aan.
2 Raak a aan om de willekeurige weer-
gave in te schakelen.
De fragmenten worden in willekeurige volg-
orde afgespeeld.
# Raak b aan als u de willekeurige weergave
wilt uitschakelen.
Fragmenten op een CD
scannen
! U kunt deze functie alleen gebruiken bij het
afspelen van een CD.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
raak daarna SCAN aan.
2 Raak a aan om de scanweergave in te
schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment wor-
den afgespeeld.
3 Als u het gewenste fragment heeft ge-
vonden, raakt u b aan om scanweergave
uit te schakelen.
ITS-speellijsten gebruiken
! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een multi-DVD-speler op het toestel is
aangesloten.
! Deze functie verschilt weinig van de ITS-
weergave met een multi-CD-speler. Bij
multi-DVD-speler is ITS-weergave alleen
van toepassing op het afspelen van CDs.
Raadpleeg ITS-speellijsten gebruiken op
bladzijde 63 voor meer informatie.
DVD-speler
Nl
77
Hoofdstuk
14
DVD-speler
Functies voor disctitels
gebruiken
U kunt CD-titels invoeren en weergeven. U
kunt eenvoudig naar een disc zoeken en deze
laten afspelen.
Disctitels invoeren
Met de invoer van disctitels kunt u CD-titels
van maximaal 10 letters in de multi-DVD-spe-
ler invoeren. Raadpleeg Functies voor disctitels
gebruiken op bladzijde 64 voor meer informatie
betreffende de bediening.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een multi-DVD-speler op het toestel is aan-
gesloten.
DVD-speler
Nl
78
Hoofdstuk
14
Inleiding audio-instellingen
1
1 Audiodisplay
Deze toont de audiofunctienamen.
Belangrijk
Als de multikanaalverwerker (DEQ-P6600) op dit
toestel is aangesloten, verandert de audiofunctie
in het audiomenu van de multikanaalverwerker.
Raadpleeg Inleiding DSP-aanpassingen op blad-
zijde 86 voor meer informatie.
% Raak A.MENU en daarna AUDIO aan
om de audiofunctienamen weer te geven.
De audiofunctienamen worden weergegeven
en de functienamen die u kunt selecteren zijn
gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Als de EQ-EX-functie is geselecteerd en alleen
als EQ-EX aan staat en CUSTOM is geselecteerd
als equalizercurve, kunt u overschakelen naar
BASS en TREBLE.
# Alleen als de instelling van de subwooferrege-
ling FULL is, wordt NON FADING in plaats van
SUB WOOFER weergegeven. (Raadpleeg Achter-
uitgang en de subwooferregeling instellen op blad-
zijde 105.)
# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron ge-
bruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het bij de signaalbron be-
horende display.
Balansinstelling gebruiken
U kunt de fader/balans instellen voor een opti-
male geluidsweergave voor alle plaatsen in het
voertuig.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna FADER/BALANCE aan.
# Alleen als de instelling van de achteruitgang
SUB. W is, wordt BALANCE in plaats van
FADER/BALANCE weergegeven. Raadpleeg Ach-
teruitgang en de subwooferregeling instellen op
bladzijde 105.
2 Raak a of b aan om de balans tussen
de voor-/achterluidsprekers in te stellen.
Telkens als u a of b aanraakt, zal de balans
tussen de voor- en achterluidsprekers naar
voren of achteren verplaatst worden.
FRONT:15 REAR:15 wordt weergegeven als
de balans van de voor- en achterluidsprekers
van voren naar achteren wordt verplaatst.
# FR:00 is de juiste instelling wanneer u slechts
twee luidsprekers gebruikt.
Audio-instellingen
Nl
79
Hoofdstuk
15
Audio-instellingen
# Wanneer de instelling voor de achteruitgang
SUB. W is, kunt u de balans tussen de voor- en
achterluidsprekers niet instellen. Raadpleeg Ach-
teruitgang en de subwooferregeling instellen op
bladzijde 105.
3 Raak c of d aan om de balans tussen
de luidsprekers links en rechts in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, zal de balans
tussen de luidsprekers links en rechts naar
links of rechts verplaatst worden.
LEFT:09 RIGHT:09 wordt weergegeven als de
balans tussen de linker- en rechterluidspre-
kers van links naar rechts schuift.
Equalizer gebruiken
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
naar wens aanpassen aan de akoestische ei-
genschappen van het interieur van uw auto.
Equalizercurven oproepen
Er zijn zes opgeslagen equalizercurven die u
op elk moment kunt opvragen. Hier volgt een
lijst met de equalizercurven:
Display Equalizercurve
SUPER BASS Superbass
POWERFUL Krachtig
NATURAL Natuurlijk
VOCAL Vocaal
CUSTOM Aangepast
FLAT Vlak
! CUSTOM is een aangepaste equalizercurve
die u zelf maakt.
! Voor elke bron kan een aparte CUSTOM-
curve worden gemaakt. Als u aanpassin-
gen aanbrengt, worden de instellingen van
de equalizercurve opgeslagen in CUSTOM.
! Als FLAT is geselecteerd, wordt er geen
aanvulling of correctie op het geluid uitge-
voerd. Het is handig het effect van de equa-
lizercurven te controleren door te
schakelen tussen FLAT en een ingestelde
equalizercurve.
% Druk op EQ om de equalizer te kiezen.
Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de vol-
gende equalizers om te schakelen:
SUPER BASSPOWERFULNATURAL
VOCALCUSTOMFLAT
Equalizercurven aanpassen
U kunt de momenteel geselecteerde equalizer-
curve naar wens instellen. De aangepaste in-
stellingen van de equalizercurve worden
opgeslagen in CUSTOM.
! U kunt de middenfrequentie en de Q-factor
(curvenkenmerken) van elke geselecteerde
curveband aanpassen (LOW/MID/HIGH).
Niveau (dB)
Middenfrequentie
Q=2N
Q=2W
Frequentie (Hz)
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna EQ MENU aan.
2 Raak
of aan om de gewenste
functie aan te passen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
BAND (frequentiebanden)LEVEL (equalizer-
niveau)FREQUENCY (middenfrequentie)
Q. FACTOR (Q-factor)
Audio-instellingen
Nl
80
Hoofdstuk
15
3 Raak of aan en selecteer de fre-
quentieband van de equalizer die u wilt
aanpassen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een frequentieband van de equalizer ge-
selecteerd:
LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)
4 Raak
en daarna of aan om het
niveau van de frequentieband van de
equalizer aan te passen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt het ni-
veau van de frequentieband van de equalizer
hoger of lager.
Waarden tussen +6 6 zullen op het display
verschijnen terwijl het niveau wordt verhoogd
of verlaagd.
5 Raak
en daarna of aan en se-
lecteer de gewenste frequentie.
Raak
of aan totdat de gewenste frequen-
tie in het display verschijnt.
Laag: 40Hz80Hz100Hz160Hz
Midden: 200Hz500Hz1kHz2kHz
Hoog: 3,15kHz8kHz10kHz12,5kHz
6 Raak
en daarna of aan en se-
lecteer de gewenste Q-factor.
Raak
of aan totdat de gewenste Q-factor
in het display verschijnt.
2W1W1N2N
Opmerking
Als u instellingen aanpast, wordt de CUSTOM-
curve overeenkomstig aangepast.
Lage en hoge tonen aanpassen
U kunt de instellingen voor de lage tonen en
hoge tonen aanpassen.
! Als de EQ-EX-functie is geselecteerd en al-
leen als EQ-EX aan staat en CUSTOM is ge-
selecteerd als equalizercurve, kunt u
overschakelen naar de aanpassingen van
de instellingen voor lage en hoge tonen.
(Raadpleeg Equalizercurven compenseren
(EQ-EX) op bladzijde 84.)
Lage tonen aanpassen
U kunt de drempelfrequentie en het niveau
van de lage tonen aanpassen.
! Als SFEQ is ingesteld op FRONT1,isde
aanpassing van de lage tonen alleen van
toepassing op de achteruitgang: de vooruit-
gang kan niet worden afgesteld. (Raad-
pleeg SFEQ instellen (geluidsfocusequalizer)
op bladzijde 84.)
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna BASS aan.
2 Raak
of aan en selecteer de ge-
wenste frequentie.
Raak
of aan totdat de gewenste frequen-
tie in het display verschijnt.
40Hz63Hz100Hz160Hz
3 Raak
of aan om het niveau van
de lage tonen aan te passen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt het ni-
veau van het basgeluid hoger of lager. Waar-
den tussen +6 6 zullen op het display
verschijnen terwijl het niveau wordt verhoogd
of verlaagd.
Hoge tonen aanpassen
U kunt de drempelfrequentie en het niveau
van de hoge tonen aanpassen.
! Als SFEQ is ingesteld op FRONT1 of
FRONT2, is de aanpassing van de hoge
tonen alleen van toepassing op de vooruit-
gang: de achteruitgang kan niet worden af-
gesteld. (Raadpleeg SFEQ instellen
(geluidsfocusequalizer) op bladzijde 84.)
Audio-instellingen
Nl
81
Hoofdstuk
15
Audio-instellingen
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna TREBLE aan.
2 Raak
of aan en selecteer de ge-
wenste frequentie.
Raak
of aan totdat de gewenste frequen-
tie in het display verschijnt.
2,5kHz4kHz6,3kHz10kHz
3 Raak
of aan om het niveau van
de hoge tonen aan te passen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt het ni-
veau van het hogetonengeluid hoger of lager.
Waarden tussen +6 6 zullen op het display
verschijnen terwijl het niveau wordt verhoogd
of verlaagd.
Geluidssterktefunctie
aanpassen
De geluidssterktefunctie compenseert tekort-
komingen in de weergave van de hoge en de
lage tonen bij lage volume-instellingen.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna LOUDNESS aan.
2 Raak
aan om de geluidssterkte-func-
tie in te schakelen.
# Raak aan om de geluidssterkte-functie uit
te schakelen.
3 Raak of aan en selecteer het ge-
wenste niveau.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een niveau geselecteerd:
LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)
Uitgangssignaal van de
subwoofer gebruiken
Dit toestel is voorzien van een uitgangssignaal
voor de subwoofer, dat u kunt in- of uitschake-
len.
! Wanneer het uitgangssignaal voor de sub-
woofer is ingeschakeld, kunt u ook de af-
snijfrequentie en het uitgangsniveau van
de subwoofer instellen.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna SUB WOOFER aan.
# Als de instelling voor de subwooferregeling al-
leen FULL is, kunt u niet overschakelen naar
SUB WOOFER.
2 Raak aan om het uitgangssignaal
voor de subwoofer in te schakelen.
# Raak aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
3 Raak en daarna of aan en se-
lecteer de fase van het uitgangssignaal van
de subwoofer.
Raak
aan om de normale fase te selecteren
en NORMAL verschijnt op het display. Raak
aan om de omgekeerde fase te selecteren
en REVERSE verschijnt op het display.
4 Raak
en daarna of aan om het
niveau van het uitgangssignaal van de sub-
woofer aan te passen.
Telkens als u
of aanraakt, neemt het ni-
veau van de subwoofer toe of af. Waarden tus-
sen +6 6 zullen op het display verschijnen
terwijl het niveau wordt verhoogd of verlaagd.
5 Raak
en daarna of aan en se-
lecteer de drempelfrequentie.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een drempelfrequentie geselecteerd:
50Hz80Hz125Hz
Audio-instellingen
Nl
82
Hoofdstuk
15
Alleen frequenties beneden het geselecteerde
bereik zullen door de subwoofer worden
weergegeven.
Nonfading uitgangssignaal
gebruiken
Als de instelling voor het nonfading uitgangs-
signaal is ingeschakeld, wordt het audiosig-
naal niet door het low-passfilter (voor de
subwoofer) van dit toestel verwerkt, maar
wordt het via het RCA-uitgangssignaal uitge-
zonden.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna NON FADING aan.
# Als de instelling voor de subwooferregeling al-
leen FULL is, kunt u NON FADING selecteren.
(Raadpleeg bladzijde 105.)
2 Raak aan om het non-fadinguit-
gangssignaal in te schakelen.
# Raak aan om het non-fadinguitgangssig-
naal uit te schakelen.
3 Raak of aan om het uitgangsni-
veau van de non-fading in te stellen.
Telkens als u
of aanraakt, neemt het ni-
veau van de nonfading toe of af. Waarden tus-
sen +6 6 zullen op het display verschijnen
terwijl het niveau wordt verhoogd of ver-
laagd.
High-passfilter gebruiken
Als u wilt dat er geen lage tonen uit het fre-
quentiebereik van het uitgangssignaal van de
subwoofer uit de voor- of achterluidsprekers
komen, kunt u het HPF (high-passfilter) aan-
zetten. Alleen frequenties boven het geselec-
teerde bereik worden weergegeven via de voor-
of achterluidsprekers.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak HPF aan.
3 Raak
aan om het high-passfilter in te
schakelen.
# Raak aan om het high-passfilter uit te
schakelen.
4 Raak of aan om de drempelfre-
quentie te selecteren.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een drempelfrequentie geselecteerd:
50Hz80Hz125Hz
Opmerking
Als u naar de SFEQ-instelling overschakelt, wordt
de HPF-functie automatisch uitgeschakeld. Als u
de HPF-functie heeft ingeschakeld nadat u de
SFEQ-instelling heeft geselecteerd, kunt u de
HPF-functie combineren met de SFEQ-functie.
Niveau van de signaalbron
aanpassen
Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het
volumeniveau van de diverse signaalbronnen
apart instellen om te voorkomen dat het vol-
ume plotseling verandert wanneer u naar een
andere signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het vol-
umeniveau van de FM-tuner, dat dus onver-
anderd zal blijven.
1 Vergelijk het volumeniveau van de FM-
tuner met dat van de signaalbron die u
wilt aanpassen.
Audio-instellingen
Nl
83
Hoofdstuk
15
Audio-instellingen
2 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna NEXT aan.
3 Raak SLA aan.
4 Raak a of b aan om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt het ni-
veau van het bronvolume hoger of lager.
+4 4 verschijnt op het display terwijl het vol-
ume van de signaalbron wordt verhoogd of
verlaagd.
Opmerkingen
! Het volumeniveau van de MW/LW-tuner als
signaalbron kan echter wel worden aange-
past.
! Video CD, CD en MP3 staan automatisch in-
gesteld op hetzelfde aanpassingsvolume voor
het niveau van de signaalbron.
! DVDs en de optionele DVD-speler staan auto-
matisch ingesteld op hetzelfde aanpassings-
volume voor het niveau van de signaalbron.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 zullen auto-
matisch op dezelfde instelling voor het vol-
umeniveau worden ingesteld.
! AUX (externe aansluiting) en AV (video) staan
automatisch ingesteld op hetzelfde aanpas-
singsvolume voor het niveau van de
signaalbron.
Equalizercurven
compenseren (EQ-EX)
De functie EQ-EX compenseert de effecten
van elke equalizercurve. Daarnaast kunt u de
lage en hoge tonen voor elke signaalbron aan-
passen als de CUSTOM-curve is geselecteerd.
! U kunt de EQ-EX-functie en de SFEQ-func-
tie niet tegelijkertijd gebruiken.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak SFEQ/EQ-EX en daarna EQ-EX aan.
3 Raak a aan om de EQ-EX-functie in te
schakelen.
# Raak b aan als u de EQ-EX-functie wilt uit-
schakelen.
SFEQ instellen (geluidsfo-
cusequalizer)
Als u het geluidsbeeld van de stemmen en in-
strumenten helderder maakt, krijgt u een na-
tuurlijke, aangename geluidsomgeving. Het
luisterplezier wordt verder vergroot als de zit-
posities met zorg worden gekozen. FRONT1
versterkt de hoge tonen op de voorste uitgang
en de lage tonen op de achterste uitgang.
FRONT2 versterkt de hoge en lage tonen op
de voorste uitgang en de lage tonen op de ach-
terste uitgang. (De basversterking is hetzelfde
voor vóór en achter.) Voor zowel FRONT1 als
FRONT2, geven de instellingen van H een ge-
nuanceerder effect dan de instelling L.
! U kunt de EQ-EX-functie en de SFEQ-func-
tie niet tegelijkertijd gebruiken.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak SFEQ/EQ-EX en daarna SFEQ aan.
3 Raak
of aan om de gewenste
SFEQ-instelling te selecteren.
Raak
of herhaaldelijk aan om te schake-
len tussen de volgende instellingen:
OFF (uit)FRONT1-H (voor 1-hoog)
FRONT1-L (voor 1-laag)FRONT2-H (voor
2-hoog)FRONT2-L (voor 2-laag)CUSTOM
(aangepast)
Audio-instellingen
Nl
84
Hoofdstuk
15
4 Raak of aan en selecteer de ge-
wenste positie.
Raak
of aan totdat de gewenste positie
in het display verschijnt.
LEFT (links)CENTER (midden)RIGHT
(rechts)
Opmerkingen
! Als u de lage of hoge tonen aanpast, slaat
CUSTOM een SFEQ-instelling op waarin de
lage en hoge tonen naar persoonlijke voorkeur
zijn ingesteld.
! Als u naar de SFEQ-instelling overschakelt,
wordt de HPF-functie automatisch uitgescha-
keld. Als u de HPF-functie heeft ingeschakeld
nadat u de SFEQ-instelling heeft geselecteerd,
kunt u de HPF-functie combineren met de
SFEQ-functie.
Audio-instellingen
Nl
85
Hoofdstuk
15
Audio-instellingen
Inleiding DSP-aanpassingen
1
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare multi-
kanaalverwerker (bijvoorbeeld DEQ-P6600) be-
dienen.
! Sommige functies kunnen afwijken, afhan-
kelijk van de multikanaalverwerker die op dit
toestel is aangesloten.
Als u de volgende instellingen/aanpassingen
op volgorde uitvoert, krijgt u heel eenvoudig
een genuanceerd geluidsbereik.
1 Luidsprekerinstelling instellen
2 Positiekeuze gebruiken
3 Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer)
4 Tijduitlijning aanpassen
5 Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen
6 Drempelfrequentie selecteren
7 Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
aanpassen
8 Parametrische equalizer met 3 frequentieban-
den instellen
1 DSP-display
Deze toont de DSP-functienamen.
% Raak A.MENU en daarna DSP aan om
de DSP-functienamen weer te geven.
De DSP-functienamen worden weergegeven
en de functienamen die u kunt selecteren zijn
gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Als u discs afspeelt die zijn opgenomen met
een bemonsteringsfrequentie van meer dan 96
kHz, kunt u de audiofuncties niet gebruiken. Ook
worden de instelling van de equalizercurve,
POSITION, AUTO EQ en AUTO TA geannuleerd.
# Als u discs afspeelt die met een bemonste-
ringsfrequentie van meer dan 96 kHz zijn opgeno-
men, komt er alleen geluid uit de voorste
luidspreker.
# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron ge-
bruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
# Als u een andere disc dan een DVD afspeelt,
kunt u D.R.C niet inschakelen.
# Als FRONT-L of FRONT-R niet in POSITION
zijn geselecteerd, kunt u TIME ALIGNMENT niet
gebruiken.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
DSP-functiehandeling uitvoert, zal er automatisch
worden teruggekeerd naar het bij de signaalbron
behorende display.
Geluidsbereikregeling
(SFC) gebruiken
De SFC-functie geeft het gevoel van een live
optreden.
! De akoestiek van de verschillende omgevin-
gen bij optredens is nooit hetzelfde en is af-
hankelijk van de hoeveelheid en contour
van de ruimte waardoor de geluidsgolven
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
86
Hoofdstuk
16
zich bewegen en van hoe het geluid van
het podium, muren, vloeren en grond weer-
kaatst. Bij een live optreden hoort u de mu-
ziek in drie fasen: direct geluid, vroege
weerkaatsingen en late weerkaatsingen.
Deze factoren zijn in de SFC geprogram-
meerd om zo de akoestiek van verschil-
lende optredens te recreëren.
1 Druk op EQ en houd de toets ingedrukt
om de SFC-functie in te schakelen.
Druk op EQ en houd de toets ingedrukt totdat
SFC op het display verschijnt.
# Druk op EQ en houd deze ingedrukt om de
equalizerfunctie in te schakelen.
2 Druk op EQ en selecteer de gewenste
SFC-instelling.
Druk herhaaldelijk op EQ om te schakelen tus-
sen de volgende functies:
MUSICAL (musical)DRAMA (drama)
ACTION (actie)JAZZ (jazz)HALL (zaal)
CLUB (club)OFF (uit)
Opmerking
Als de bron LPCM-audio met twee kanalen of
Dolby Digital-audio met twee kanalen is en u se-
lecteert SFC-effecten die het best van toepassing
zijn voor audio voor 5.1 kanalen (dus MUSICAL,
DRAMA of ACTION), dan raden wij u aan Dolby
Pro Logic aan te zetten. Als u daarentegen SFC-
effecten selecteert die zijn bedoeld voor 2-kanale-
naudio (dus JAZZ, HALL of CLUB), dan raden wij
u aan Dolby Pro Logic uit te schakelen.
Positiekeuze gebruiken
U krijgt een natuurlijker geluid als het stereo-
beeld juist geplaatst is, waarbij u precies in
het midden van het geluidsveld zit. Met de
functie positiekeuze kunt u automatisch de
uitgangsniveaus van de luidsprekers afstellen
waarbij er een vertragingstijd wordt ingevoerd
die overeenkomt met het aantal en de positie
van zitplaatsen met passagiers. Als deze func-
tie samen met de SFC wordt gebruikt, wordt
het geluid natuurlijker en krijgt u een panora-
misch geluid dat u van alle kanten hoort.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na POSITION aan.
2 Raak c/d/a/b aan en selecteer een
luisterpositie.
Raak c/d/a/b aan en selecteer een luisterpo-
sitie uit de tabel.
Toets Display Positie
c FRONT-L Voorstoel links
d FRONT-R Voorstoel rechts
a FRONT Voorstoelen
b ALL Alle stoelen
# Raak dezelfde toets nog eens aan om de gese-
lecteerde luisterpositie te annuleren.
Opmerking
Als u aanpassingen aanbrengt aan de luisterposi-
tie, worden de luidsprekers automatisch inge-
steld op de juiste uitgangsniveaus. U kunt ze
aanpassen zoals werd uitgelegd onder het kopje
van Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen of Uitgangssignaalni-
veaus van de luidsprekers aanpassen.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
87
Hoofdstuk
16
Digitale signalenverwerker (DSP)
Balansinstelling gebruiken
U kunt de fader/balans instellen voor een opti-
male geluidsweergave voor alle plaatsen in het
voertuig.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na FADER/BALANCE aan.
2 Raak a of b aan om de balans tussen
de voor-/achterluidsprekers in te stellen.
Telkens als u a of b aanraakt, zal de balans
tussen de voor- en achterluidsprekers naar
voren of achteren verplaatst worden.
FRONT:25 REAR:25 wordt weergegeven als
de balans van de voor- en achterluidsprekers
van voren naar achteren wordt verplaatst.
# FR:00 is de juiste instelling wanneer u slechts
twee luidsprekers gebruikt.
3 Raak c of d aan om de balans tussen
de luidsprekers links en rechts in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, zal de balans
tussen de luidsprekers links en rechts naar
links of rechts verplaatst worden.
LEFT:25 RIGHT:25 wordt weergegeven als de
balans tussen de linker- en rechterluidspre-
kers van links naar rechts schuift.
Niveau van de signaalbron
aanpassen
Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het
volumeniveau van de diverse signaalbronnen
apart instellen om te voorkomen dat het vol-
ume plotseling verandert wanneer u naar een
andere signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het vol-
umeniveau van de FM-tuner, dat dus onver-
anderd zal blijven.
1 Vergelijk het volumeniveau van de FM-
tuner met dat van de signaalbron die u
wilt aanpassen.
2 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na SLA aan.
3 Raak a of b aan om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt het ni-
veau van het bronvolume hoger of lager.
+4 4 verschijnt op het display terwijl het vol-
ume van de signaalbron wordt verhoogd of
verlaagd.
Opmerkingen
! Het volumeniveau van de MW/LW-tuner als
signaalbron kan echter wel worden aange-
past.
! Video CD, CD en MP3/WMA staan automa-
tisch ingesteld op hetzelfde aanpassingsvo-
lume voor het niveau van de signaalbron.
! DVDs en de optionele DVD-speler staan auto-
matisch ingesteld op hetzelfde aanpassings-
volume voor het niveau van de signaalbron.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 zullen auto-
matisch op dezelfde instelling voor het vol-
umeniveau worden ingesteld.
! AUX (externe aansluiting) en AV (video) staan
automatisch ingesteld op hetzelfde aanpas-
singsvolume voor het niveau van de
signaalbron.
Dynamisch-bereikregeling
gebruiken
Het dynamisch bereik verwijst naar het ver-
schil tussen de hardste en zachtste geluiden.
De regeling van het dynamisch bereik verkleint
dit verschil zodat u geluiden ook als het vol-
ume laag staat hoort.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
88
Hoofdstuk
16
! De regeling van het dynamisch bereik is al-
leen bij Dolby Digital-geluid effectief.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na D.R.C aan.
# Als u een andere disc dan een DVD afspeelt,
kunt u deze functie niet inschakelen.
2 Raak a aan om de regeling van het dy-
namisch bereik in te schakelen.
# Raak b aan als u de regeling van het dyna-
misch bereik wilt uitschakelen.
Functie down-mix gebruiken
Alleen als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie gebruiken.
Met de functie down-mix kunt u meerkanale-
naudio in 2 kanalen afspelen.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na DOWN MIX aan.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de gewenste in-
stelling te selecteren.
! Lt/Rt Down mix, zodat de surround-com-
ponenten kunnen worden hersteld (gedeco-
deerd).
! Lo/Ro Stereo mix van de originele audio
zonder kanalenfuncties zoals surround-
componenten.
Direct Control gebruiken
U kunt de audio-instellingen annuleren om de
effectiviteit van uw audio-instellingen te con-
troleren.
! Alle audiofuncties worden vergrendeld als
directe regeling is ingeschakeld, behalve
VOLUME.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na DIGITAL DIRECT aan.
2 Raak a aan om de directe regeling in te
schakelen.
# Raak b aan om de directe regeling uit te
schakelen.
Dolby Pro Logic B gebruiken
Alleen als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie gebruiken.
Dolby Pro Logic B creëert vijf uitgangskanalen
met volledige bandbreedte van tweekanaals-
bronnen om zo een pure matrixomgeving te
bereiken.
! Dolby Pro Logic B ondersteunt stereobron-
nen met een bemonsteringssnelheid van
maximaal 48kHz en heeft geen effect op
andere typen signaalbronnen.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na NEXT aan.
2 Raak DOLBY PRO LOGIC B aan.
3 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de gewenste
stand te selecteren.
! MOVIE De stand Movie is geschikt voor
het afspelen van films
! MUSIC De stand Music is geschikt voor
het afspelen van muziek
! MATRIX De stand Matrix voor als de ont-
vangst van FM-radio zwak is
! OFF Dolby Pro Logic B uitschakelen
! MUSIC ADJUST De stand Music aanpas-
sen
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
89
Hoofdstuk
16
Digitale signalenverwerker (DSP)
# U kunt MUSIC ADJUST alleen bedienen als
MUSIC is geselecteerd.
Stand Music aanpassen
U kunt de stand Music met de volgende drie
regelingen aanpassen.
! Panorama (PANORAMA) verlengt het voor-
ste stereobeeld zodat de surround-luidspre-
kers het gevoel geven dat men midden in
het geluid staat.
! Dimension (DIMENSION) zorgt dat u het
geluidsveld stapsgewijs naar voren of ach-
teren kunt aanpassen.
! Center Width (CENTER WIDTH) zorgt dat
het geluid uit het middelste kanaal tussen
de middelste luidspreker en de linker- en
rechterluidsprekers wordt ingesteld. De
presentatie van links-midden-rechts verbe-
tert zo voor zowel de bestuurder als de pas-
sagier voorin.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na NEXT aan.
2 Raak DOLBY PRO LOGIC B aan.
3 Raak MUSIC en daarna MUSIC ADJUST
aan.
# U kunt MUSIC ADJUST alleen bedienen als
MUSIC is geselecteerd.
4 Raak of aan en selecteer
PANORAMA (panorama).
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
PANORAMA (panorama)DIMENSION (di-
mension)CENTER WIDTH (center width)
5 Raak
aan om de Panorama-stand in
te schakelen.
# Raak aan om de Panorama-stand uit te
schakelen.
6 Raak en daarna of aan om de
balans tussen de voorste en surround-luid-
spreker aan te passen.
Telkens als u
of aanraakt, gaat het ge-
luid naar de voorste of surround-luidspreker.
+3 3 wordt weergegeven als de balans van
de voorste/surround-luidspreker van voor naar
de surround gaat.
7 Raak
en daarna of aan en stel
het middelste geluidsbeeld af.
Telkens als u
of aanraakt, gaat het ge-
luid van het middelste kanaal stapsgewijs
naar de voorste luidsprekers links en rechts
met een bereik van 07.
3 is de standaardwaarde en wordt voor de
meeste opnamen aangeraden. 0 plaatst alle
middelste geluiden in de middelste luidspre-
ker. 7 plaatst alle middelste geluiden in de
luidsprekers links en rechts.
Luidsprekerinstelling instellen
U moet aanpassingen voor met/zonder (of ja/
nee) en grootte (capaciteit van de lage tonen)
selecteren/instellen, afhankelijk van de ge-
monteerde luidsprekers. De grootte moet wor-
den ingesteld op LARGE (groot) als de
luidspreker geluiden van ongeveer 100 Hz of
minder kan reproduceren. Selecteer anders
SMALL (klein).
! Het lage-frequentiebereik is niet hoorbaar
als de subwoofer is ingesteld op OFF en de
luidsprekers voor en achter zijn ingesteld
op SMALL of OFF.
! Het is van groot belang dat niet-geïnstal-
leerde luidsprekers worden ingesteld op
OFF.
! Stel de luidspreker voor of achter in op
LARGE als de luidspreker lage tonen kan
reproduceren of als er geen subwoofer is
geïnstalleerd.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
90
Hoofdstuk
16
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na NEXT aan.
2 Raak SPEAKER SETTING aan.
3 Raak
of aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)REAR (achterluidsprekers)
SUB WOOFER (subwoofer)PHASE (instel-
ling subwoofer)
# U kunt alleen overschakelen naar PHASE als
de subwoofer is ingesteld op ON.
4 Raak of aan en selecteer de juiste
grootte voor de geselecteerde luidspreker.
Telkens als u
of aanraakt, wordt de
grootte als volgt geselecteerd:
OFF (uit)SMALL (klein)LARGE (groot)
# U kunt niet OFF selecteren, als FRONT (voor-
luidsprekers) zijn ingesteld.
# U kunt ON of OFF selecteren, als
SUB WOOFER (subwoofer) is geselecteerd.
# U kunt REVERSE (tegengestelde fase) of
NORMAL (normale fase) inschakelen, als PHASE
(instelling subwoofer) is geselecteerd.
Fase van de subwoofer corrigeren
Als u de lagetonenuitgang van de subwoofer
probeert te versterken, maar het effect is zo
klein of de lage tonen worden juist doffer, dan
kan dit betekenen dat het uitgangssignaal van
de subwoofer en de lage tonen die u via de an-
dere luidsprekers hoort elkaar opheffen. Pro-
beer de fase-instelling voor de subwoofer te
wijzigen om dit probleem op te lossen.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na NEXT aan.
2 Raak SPEAKER SETTING aan.
3 Raak
of aan en selecteer
SUB WOOFER (subwoofer).
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)REAR (achterluidsprekers)
SUB WOOFER (subwoofer)PHASE (instel-
ling subwoofer)
4 Raak
aan om het uitgangssignaal
voor de subwoofer in te schakelen.
# Raak aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
5 Raak en daarna of aan en se-
lecteer de fase van het uitgangssignaal van
de subwoofer.
Raak
aan om de normale fase te selecteren
en NORMAL verschijnt op het display. Raak
aan om de omgekeerde fase te selecteren
en REVERSE verschijnt op het display.
Opmerking
Als u een monosignaalbron met twee kanalen
met Pro Logic aan afspeelt, kan het volgende zich
voordoen:
! Er is geen geluid als de instelling van de mid-
denluidsprekers SMALL of LARGE is en er
geen middenluidspreker is geïnstalleerd.
! U hoort alleen geluid via de middenluidspre-
ker (indien gemonteerd) en de instelling voor
de middenluidspreker is SMALL of LARGE.
Drempelfrequentie selecteren
U kunt een frequentie selecteren waaronder
geluid via de subwoofer wordt gereprodu-
ceerd. Als de grootte van één van de gemon-
teerde luidsprekers is ingesteld op SMALL,
kunt u een frequentie selecteren waaronder
geluiden worden gereproduceerd via een
LARGE-luidspreker of subwoofer.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
91
Hoofdstuk
16
Digitale signalenverwerker (DSP)
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na NEXT aan.
2 Raak CROSS OVER aan.
3 Raak
of aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)REAR (achterluidspreker)
SUB WOOFER (subwoofer)
4 Raak
of aan om de drempelfre-
quentie te selecteren.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een drempelfrequentie geselecteerd:
6380100125160200 (Hz)
Opmerking
Als u een drempelfrequentie selecteert, wordt er
een drempelfrequentie van de LPF (Low-passfil-
ter) van de subwoofer en die van de HPF (high-
passfilter) van de SMALL-luidspreker ingesteld.
De instelling van de drempelfrequentie heeft
geen effect als de subwoofer is ingesteld op OFF
en andere luidsprekers zijn ingesteld op LARGEof
OFF.
Uitgangssignaalniveaus van
de luidsprekers aanpassen
U kunt de uitgangssignaalniveaus van de luid-
sprekers opnieuw afstellen aan de hand van
een testtoon terwijl u naar muziek luistert.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na NEXT aan.
2 Raak SPEAKER LEVEL aan.
3 Raak
of aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT-L (voorluidspreker links)CENTER
(middenluidspreker)FRONT-R (voorluidspre-
ker rechts)REAR-R (achterluidspreker
rechts)REAR-L (achterluidspreker links)
SUB WOOFER (subwoofer)
# U kunt geen luidsprekers selecteren waarvan
de grootte is ingesteld op OFF.
4 Raak of aan om het uitgangssig-
naalniveau van de luidspreker aan te pas-
sen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt het uit-
gangsniveau van de luidspreker hoger of lager.
Waarden tussen +10 10 zullen op het dis-
play verschijnen terwijl het niveau wordt ver-
hoogd of verlaagd.
Opmerking
Het aanpassen van de uitgangssignaalniveaus
van de luidspreker in deze stand gaat hetzelfde
als het aanpassen van de uitgangssignaalniveaus
van de luidspreker bij TEST TONE. Dat levert het-
zelfde resultaat op.
Uitgangssignaalniveaus
van de luidsprekers met
een testtoon aanpassen
Met de handige testtoon krijgt u gemakkelijk
een algehele balans van de luidsprekers.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na NEXT aan.
2 Raak TEST TONE aan.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
92
Hoofdstuk
16
3 Raak START aan om het uitgangssig-
naal van de testtoon te starten.
De testtoon is hoorbaar. Hij gaat als volgt van
luidspreker tot luidspreker met intervallen van
ongeveer twee seconden. De huidige instellin-
gen voor de luidspreker waardoor u de test-
toon hoort, worden in het display
weergegeven.
FRONT-L (voorluidspreker links)CENTER
(middenluidspreker)FRONT-R (voorluidspre-
ker rechts)REAR-R (achterluidspreker
rechts)REAR-L (achterluidspreker links)
SUB WOOFER (subwoofer)
Controleer het uitgangsniveau van elke luid-
spreker. Als er niets hoeft te worden aange-
past, voert u stap 5 uit om de testtoon te
stoppen.
# U kunt de testtoon ook starten door de joystick
omhoog te bewegen.
# De instellingen verschijnen niet voor luidspre-
kers met grootte OFF.
4 Raak of aan om het uitgangssig-
naalniveau van de luidspreker aan te pas-
sen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt het uit-
gangsniveau van de luidspreker hoger of lager.
Waarden tussen +10 10 zullen op het dis-
play verschijnen terwijl het niveau wordt ver-
hoogd of verlaagd.
# De testtoon gaat na ongeveer twee seconden
na de laatste handeling naar de volgende luid-
spreker.
5 Raak STOP aan om het uitgangssignaal
van de testtoon te stoppen.
# U kunt de testtoon ook stoppen door de joys-
tick omlaag te bewegen.
Opmerkingen
! Selecteer indien nodig de luidsprekers en pas
hun absolute uitgangssignaalniveaus aan.
(Raadpleeg Uitgangssignaalniveaus van de
luidsprekers aanpassen op de vorige blad-
zijde.)
! Het aanpassen van de uitgangssignaalni-
veaus van de luidspreker in deze stand gaat
hetzelfde als het aanpassen van de uitgangs-
signaalniveaus van de luidspreker bij
SPEAKER LEVEL. Dat levert hetzelfde resultaat
op.
Tijduitlijning gebruiken
Alleen als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie gebruiken.
Met tijduitlijning kunt u de afstand tussen elke
luidspreker en de luisterpositie afstellen.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na NEXT aan.
2 Raak TIME ALIGNMENT aan.
3 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de tijduitlijning
te selecteren.
! INITIAL Oorspronkelijke tijduitlijning (fa-
brieksinstelling)
! AUTO TA Tijduitlijning die door auto TA
en EQ wordt ingesteld. (Raadpleeg Auto TA
en EQ (automatische tijduitlijning en instel-
ling van de equalizer) op bladzijde 96.)
! CUSTOM Aangepaste tijduitlijning die u
zelf kunt creëren
! OFF Tijduitlijning uitzetten
! ADJUSTMENT Tijduitlijning naar wens in-
stellen
# U kunt AUTO TA niet selecteren als auto TA
en EQ niet zijn uitgevoerd.
# U kunt ADJUSTMENT niet selecteren als
FRONT-L of FRONT-R niet is geselecteerd in
POSITION.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
93
Hoofdstuk
16
Digitale signalenverwerker (DSP)
Tijduitlijning aanpassen
U kunt de afstand tussen elke luidspreker en
de geselecteerde positie instellen.
! Een ingestelde tijduitlijning wordt opgesla-
gen in CUSTOM.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na NEXT aan.
2 Raak TIME ALIGNMENT en daarna
ADJUSTMENT aan.
# U kunt ADJUSTMENT niet selecteren als
FRONT-L of FRONT-R niet is geselecteerd in
POSITION.
3 Raak de luidspreker aan die u wilt aan-
passen.
# U kunt geen luidsprekers selecteren waarvan
de grootte is ingesteld op OFF.
4 Raak a of b aan om de afstand tussen
de geselecteerde luidspreker en de luister-
positie aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, neemt de af-
stand toe of af. 0.0 500.0 [cm] verschijnt op
het display terwijl de afstand groter of kleiner
wordt.
5 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Equalizer gebruiken
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
naar wens aanpassen aan de akoestische ei-
genschappen van het interieur van uw auto.
Equalizercurven oproepen
Er zijn zeven opgeslagen equalizercurven die
op elk moment kunt opvragen. Hier volgt een
lijst met de equalizercurven:
Display Equalizercurve
SUPER BASS Superbass
POWERFUL Krachtig
NATURAL Natuurlijk
VOCAL Vocaal
FLAT Vlak
CUSTOM1 Aangepast 1
CUSTOM2 Aangepast 2
! CUSTOM1 en CUSTOM2 zijn aangepaste
equalizercurven.
! Als FLAT is geselecteerd, wordt er geen
aanvulling of correctie op het geluid uitge-
voerd. Het is handig het effect van de equa-
lizercurven te controleren door te
schakelen tussen FLAT en een ingestelde
equalizercurve.
1 Druk op EQ en houd de toets ingedrukt
om de equalizerfunctie in te schakelen.
Houd EQ ingedrukt tot de naam van de equali-
zercurve op het display verschijnt.
# Druk op EQ en houd deze weer ingedrukt om
de SFC-functie in te schakelen.
2 Druk op EQ om de equalizer te kiezen.
Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de vol-
gende equalizers om te schakelen:
SUPER BASSPOWERFULNATURAL
VOCALFLATCUSTOM1CUSTOM2
Parametrische equalizer met 3
frequentiebanden instellen
Voor de equalizercurven CUSTOM1 en
CUSTOM2 kunt u de voorste, achterste en
middelste equalizercurven apart aanpassen
door een middelste frequentie, een equalizer-
niveau en een Q-factor voor elke frequentie-
band in te stellen.
! Voor elke bron kan een aparte CUSTOM1-
curve worden gemaakt.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
94
Hoofdstuk
16
! Een CUSTOM2-curve kan algemeen voor
alle signaalbronnen worden ingesteld.
! De middelste luidspreker bepaalt groten-
deels het geluid en de juiste balans krijgen
is niet eenvoudig. We raden u aan tweeka-
naalsaudio (bijvoorbeeld een CD) te gebrui-
ken en de balans juist over alle
luidsprekers behalve de middelste te ver-
spreiden en daarna 5.1-kanaalsaudio
(Dolby Digital of DTS) af te spelen en het
uitgangssignaal van de middelste luidspre-
ker in te stellen op de balans die u voor de
andere luidsprekers heeft ingesteld.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na twee keer NEXT aan.
2 Raak PARAMETRIC EQ aan.
3 Raak
of aan om de gewenste
functie aan te passen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
SP-SEL (luidsprekers)BAND (frequentieban-
den)FREQUENCY (middenfrequentie)
LEVEL (equalizerniveau)Q. FACTOR (Q-
factor)
4 Raak
of aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Raak
of aan totdat de gewenste luid-
spreker in het display verschijnt.
REAR (achterluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)FRONT (voorluidsprekers)
# U kunt geen luidsprekers selecteren waarvan
de grootte is ingesteld op OFF.
5 Raak en daarna of aan en se-
lecteer de frequentieband van de equalizer
die moet worden aangepast.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een frequentieband van de equalizer ge-
selecteerd:
LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)
6 Raak
en daarna of aan en se-
lecteer de middenfrequentie van de gese-
lecteerde frequentieband.
Raak
of aan totdat de gewenste frequen-
tie in het display verschijnt.
40Hz50Hz63Hz80Hz100Hz125Hz
160Hz200Hz250Hz315Hz400Hz
500Hz630Hz800Hz1kHz1,25kHz
1,6kHz2kHz2,5kHz3,15kHz4kHz
5kHz6,3kHz8kHz10kHz12,5kHz
7 Raak
en daarna of aan en se-
lecteer het equalizerniveau.
Telkens als u
of aanraakt, wordt het
equalizerniveau hoger of lager. Waarden tus-
sen +06 06 zullen op het display verschij-
nen terwijl het niveau wordt verhoogd of
verlaagd.
8 Raak
en daarna of aan en se-
lecteer de gewenste Q-factor.
Telkens als u
of aanraakt, schakelt u tus-
sen de volgende Q-factoren:
WIDE (breed)NARROW (smal)
# U kunt de parameters voor elke frequentie-
band van de andere luidsprekers op dezelfde ma-
nier instellen.
Opmerking
U kunt een middelste frequentie voor elke fre-
quentieband selecteren. U kunt de middenfre-
quentie in stappen van 1/3 octaaf wijzigen, maar
u kunt geen frequenties selecteren met een inter-
val kleiner dan 1 octaaf van de middenfrequenties
van de drie frequentiebanden.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
95
Hoofdstuk
16
Digitale signalenverwerker (DSP)
Auto-equalizer gebruiken
De auto-equalizer is de equalizercurve die
wordt gemaakt door auto TA en EQ (raadpleeg
Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer) op deze bladzijde).
U kunt de auto-equalizer in- of uitschakelen.
1 Raak A.MENU en DSP aan en raak daar-
na twee keer NEXT aan.
2 Raak AUTO EQ aan.
# U kunt deze functie niet gebruiken als auto TA
en EQ niet zijn uitgevoerd.
3 Raak a aan om de auto-equalizer in te
schakelen.
# Raak b aan om de auto-equalizer uit te
schakelen.
Auto TA en EQ (automatische
tijduitlijning en instelling
van de equalizer)
Alleen als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie gebruiken.
De automatische tijduitlijning wordt automa-
tisch afgesteld voor de afstand tussen elke
luidspreker en de luisterpositie.
De auto-equalizer meet automatisch de akoes-
tische kenmerken in de auto en maakt dan
een curve voor de auto-equalizer aan op basis
van die informatie.
WAARSCHUWING
Voer een auto TA en EQ nooit uit tijden het rijden
om ongelukken te voorkomen. Als deze functie de
akoestische eigenschappen van het interieur
meet om automatisch een equalizercurve te
maken, kunt u een luide meettoon (geluid) uit de
luidsprekers horen.
WAARSCHUWING
! Als u een automatische TA en EQ onder de
volgende omstandigheden uitvoert, kunnen
de luidsprekers beschadigd raken. Controleer
de omstandigheden zorgvuldig voordat u auto
TA en EQ uitvoert.
Als de luidsprekers onjuist zijn aangeslo-
ten. (als een achterluidspreker bijvoorbeeld
op een subwooferuitgang is aangesloten.)
Als een luidspreker is aangesloten op een
versterker met een hoger uitgangssignaal
dan de maximaal toegestane ingangscapa-
citeit van de luidspreker.
! Als de microfoon in een ongeschikte positie is
geplaatst, kan de meettoon luid worden en
kan het meten lang duren, waardoor de accu
leeg kan lopen. Zorg dat de microfoon in de
aangewezen locatie is geplaatst.
Voordat u de functie auto TA en
EQ gebruikt
! Voer de auto TA en EQ op een zo rustig mo-
gelijke plaats uit, met de motor en aircondi-
tioning uitgeschakeld. Onderbreek ook de
voeding naar autotelefoons en mobiele te-
lefoons in de auto of verwijder ze uit de
auto voordat u een automatische TA en EQ
uitvoert. Andere geluiden dan de meettoon
(geluid uit de omgeving, motorgeluid, bel-
lende telefoons, etc.) kunnen een juiste me-
ting van de akoestische eigenschappen van
de auto voorkomen.
! Zorg dat u de automatische TA en EQ uit-
voert met de meegeleverde microfoon. Als
u een andere microfoon gebruikt, kan een
meting misschien niet lukken of krijgt u
een onjuiste meting van de akoestische ei-
genschappen van het interieur van de auto.
! Als de voorste luidspreker niet is aangeslo-
ten, kan de auto TA en EQ niet worden uit-
gevoerd.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
96
Hoofdstuk
16
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met niveauregeling van de ingangs-
signalen, kan de automatische TA en EQ
misschien niet mogelijk zijn als u het in-
gangsniveau van de versterker verlaagt.
Stel het ingangsniveau van de versterker in
op de standaardstand.
! Als dit toestel is aangesloten op een ver-
sterker met een LPF, zet dan de LPF op de
versterker uit voordat u een automatische
TA en EQ uitvoert. Daarnaast moet de
drempelfrequentie voor een ingebouwd
LPF van een actieve subwoofer worden in-
gesteld op de hoogste frequentie.
! De waarde van de tijduitlijning die door de
automatische TA en EQ is berekend, kan in
de volgende omstandigheden afwijken van
de werkelijke afstand. De afstand die door
de computer is berekend is de optimale ver-
traging voor nauwkeurige resultaten naar
de omstandigheden, dus blijf deze waarde
gebruiken.
Als het weerkaatste geluid binnen een
voertuig sterk is en er zich een vertra-
ging voordoet.
Als er zich vertragingen voor lage gelui-
den voordoen door de invloed van het
LPF op actieve subwoofers of externe
versterkers.
! Auto TA en EQ wijzigt de audio-instellingen
als volgt:
De instellingen van de fader/balans
gaan opnieuw in de middelste stand.
(Raadpleeg bladzijde 88.)
De curve van de equalizer gaat naar
FLAT. (Raadpleeg bladzijde 94.)
Deze wordt automatisch ingesteld op de
instelling voor het high-passfilter voor
de voorste, middelste en achterste luid-
spreker.
! Als u auto TA en EQ uitvoert terwijl er al
een eerdere instelling voor is ingesteld,
wordt deze instelling vervangen.
Auto TA en EQ uitvoeren
1 Zet de auto stil op een zo rustig moge-
lijke plek, sluit alle portieren, ramen en het
schuifdak en zet daarna de motor uit.
Als de motor blijft draaien, kan het geluid van
de motor een correcte auto TA en EQ verhinde-
ren.
2 Bevestig de meegeleverde microfoon in
het midden van de hoofdsteun van de be-
stuurdersstoel met de band (apart lever-
baar) en zorg dat deze omlaag wijst.
De automatische TA en EQ is afhankelijk van
de plaats van de microfoon. Indien gewenst
kunt u de microfoon op de voorste passagiers-
stoel zetten voor de automatische TA en EQ.
3 Zet de contactschakelaar op ON of ACC.
Zet de airconditioning of verwarming uit als
deze zijn ingeschakeld. Geluid van de ventila-
tor in de airconditioning of verwarming kan
een juiste automatische TA en EQ voorkomen.
# Druk op SOURCE om de signaalbron uit te
schakelen als het toestel is uitgeschakeld.
4 Selecteer de positie voor de stoel waar-
op de microfoon wordt bevestigd.
Raadpleeg Positiekeuze gebruiken op bladzijde
87.
# Als er geen positie wordt geselecteerd voordat
u auto TA en EQ start, wordt FRONT-L automa-
tisch geselecteerd.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
97
Hoofdstuk
16
Digitale signalenverwerker (DSP)
5 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
6 Druk op EQ en houd deze toets inge-
drukt om de meetstand voor de auto TA en
EQ in te voeren.
7 Doe de microfoon in de microfoonstek-
ker op de multikanaalsverwerker.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedie-
ning de bedieningshandleiding van de multi-
kanaalsverwerker.
8 Raak START aan om de auto TA en EQ
te starten.
9 Verlaat de auto en sluit het portier bin-
nen 10 seconden nadat het aftellen vanaf
10 is begonnen.
De meettoon (geluid) klinkt door de luidspre-
kers en de automatische TA en EQ begint.
# Als alle luidsprekers zijn aangesloten, wordt
de auto TA en EQ in ongeveer negen minuten uit-
gevoerd.
# Raak STOP aan om de auto TA en EQ te stop-
pen.
# Als u auto TA en EQ halverwege wilt onderbre-
ken, raakt u BACK of ESC aan.
10 Als auto TA en EQ is voltooid, wordt
Complete weergegeven.
Als een correcte meting van de akoestische
kenmerken in de auto niet mogelijk is, ver-
schijnt er een foutmelding. (Raadpleeg Fout-
meldingen in auto TA en EQ begrijpen op
bladzijde 116.)
11 Raak ESC aan om de stand auto TA en
EQ te annuleren.
12 Berg de microfoon voorzichtig op in
het handschoenenkastje.
Berg de microfoon zorgvuldig op in het hand-
schoenenkastje of een andere veilige plek. Als
de microfoon langere tijd wordt blootgesteld
aan direct zonlicht, kunnen de hoge tempera-
turen vervorming, verkleuring of storingen ver-
oorzaken.
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Nl
98
Hoofdstuk
16
Inleiding DVD-instellingen
1
U kunt dit menu gebruiken om audio, onderti-
teling, kinderbeveiliging en andere DVD-instel-
lingen te veranderen.
! Als u een DVD of Video-CD alleen op het
display achter bekijkt, kunt u dit menu niet
gebruiken.
1 Menuweergave voor de DVD-instellin-
gen
Deze toont de menunamen van de DVD-in-
stellingen.
1 Raak g aan.
SETUP wordt weergegeven in plaats van
MENU.
2 Raak SETUP aan als de disc is gestopt.
Het DVD-instellingenmenu wordt weergege-
ven.
# Als SETUP niet wordt weergegeven, kunt u het
weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt DVD SETUP ook weergeven door op
MENU op de afstandsbediening te drukken als
de disc is gestopt.
3 Raak LANGUAGE, VISUAL of OTHERS
aan om de functienamen van de DVD-in-
stellingen weer te geven.
De functienamen van de DVD-instellingen in
het geselecteerde menu worden weergegeven.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functie van de DVD-instellingen uitvoert, zal er
automatisch worden teruggekeerd naar het
weergavedisplay.
Ondertitelingstaal instellen
U kunt een ondertitelingstaal naar wens instel-
len. Als de geselecteerde ondertitelingstaal op
de DVD is opgenomen, worden de ondertitels
in die taal weergegeven.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en raak
daarna SUB TITLE LANGUAGE aan.
Er verschijnt een ondertitelingstaalmenu en
de huidige ingestelde taal wordt gemarkeerd.
# Als u naar het menu voor een tweede taal wilt,
raakt u NEXT aan.
# Als u terug wilt keren naar het menu voor de
eerste taal, raakt u PREV aan.
2 Raak de gewenste taal aan.
Er is een ondertitelingstaal ingesteld.
# Als u OTHERS heeft ingesteld, raadpleeg dan
Als u OTHERS selecteert op de volgende bladzijde.
Opmerkingen
! Als de geselecteerde taal niet op de disc is op-
genomen, wordt de taal die op de disc wordt
gespecificeerd weergegeven.
DVD-speler instellen
Nl
99
Hoofdstuk
17
DVD-speler instellen
! U kunt de ondertiteling inschakelen door
SUB.T aan te raken tijdens het afspelen.
(Raadpleeg Ondertitelingstaal veranderen tij-
dens het afspelen (Multi-ondertiteling) op blad-
zijde 43.)
! Als u SUB.T gebruikt om naar de ondertiteling
te gaan, heeft dit geen effect op de instellin-
gen hier.
Als u OTHERS selecteert
Als u OTHERS selecteert, wordt er een andere
taalcode-invoer getoond. Raadpleeg Taalcode-
kaart voor DVD op bladzijde 122 om de viercijfe-
rige code van de gewenste taal in te voeren.
1 Raak 09 aan om de taalcode in te
voeren.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# U kunt het gewenste cijfer ook invoeren door
de joystick en 0-9 te gebruiken.
2 Raak ENTER aan terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
Audiotaal instellen
U kunt een audiotaal naar keuze instellen.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en raak
daarna AUDIO LANGUAGE aan.
Er verschijnt een audiotaalmenu en de huidige
ingestelde taal wordt gemarkeerd.
# Als u naar het menu voor een tweede taal wilt,
raakt u NEXT aan.
# Als u terug wilt keren naar het menu voor de
eerste taal, raakt u PREV aan.
2 Raak de gewenste taal aan.
De audiotaal is ingesteld.
# Als u OTHERS heeft ingesteld, raadpleeg dan
Als u OTHERS selecteert op deze bladzijde.
Opmerkingen
! Als de geselecteerde taal niet op de disc is op-
genomen, wordt de taal die op de disc wordt
gespecificeerd uitgezonden.
! U kunt de audiotaal inschakelen door AUDIO
aan te raken tijdens het afspelen. (Raadpleeg
Audiotaal veranderen tijdens het afspelen
(Multi-audio) op bladzijde 42.)
! Als u AUDIO gebruikt om naar de audiotaal te
gaan, heeft dit geen effect op de instellingen
hier.
Menutaal instellen
U kunt de gewenste taal waarin de menusop
een disc moeten worden weergegeven instel-
len.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en raak
daarna MENU LANGUAGE aan.
Er verschijnt een menutaalmenu en de huidi-
ge ingestelde taal wordt gemarkeerd.
# Als u naar het menu voor een tweede taal wilt,
raakt u NEXT aan.
# Als u terug wilt keren naar het menu voor de
eerste taal, raakt u PREV aan.
2 Raak de gewenste taal aan.
De menutaal is ingesteld.
# Als u OTHERS heeft ingesteld, raadpleeg dan
Als u OTHERS selecteert op deze bladzijde.
Opmerking
Als de geselecteerde taal niet op de disc is opge-
nomen, wordt de taal die op de disc wordt gespe-
cificeerd weergegeven.
DVD-speler instellen
Nl
100
Hoofdstuk
17
Extra ondertiteling in- of
uitschakelen
Extra ondertiteling biedt uitleg voor doven of
slechthorenden. Deze wordt echter alleen
weergegeven als het op de DVD is opgeno-
men.
U kunt de extra ondertiteling naar wens in- of
uitschakelen.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak ASSIST SUB TITLE aan.
3 Raak a aan om de extra ondertiteling
in te schakelen.
# Raak b aan om de extra ondertiteling uit te
schakelen.
Weergave van het
camerahoekpictogram
instellen
U kunt het camerahoekpictogram laten ver-
schijnen bij scènes waarbij meerdere camera-
hoeken mogelijk zijn.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en raak
daarna MULTI ANGLE aan.
2 Raak a aan om de weergave van het
camerahoekpictogram in te schakelen.
# Raak b aan om de weergave van het camera-
hoekpictogram uit te schakelen.
Beeldformaat instellen
Er zijn twee typen weergaven. Een breedbeeld
heeft een verhouding breedte-hoogte (TV-as-
pect) van 16:9, terwijl een normale weergave
een beeldformaat van 4:3 heeft. Selecteer het
juiste beeldformaat voor de weergave die bij
REAR MONITOR OUT hoort.
! Als u de normale weergave gebruikt, selec-
teert u LETTER BOX of PANSCAN. Als u
16 : 9 selecteert, krijgt u een onnatuurlijk
beeld.
! Als u het beeldformaat selecteert, krijgt het
display van dit toestel dezelfde instelling.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en raak
daarna TV ASPECT aan.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het beeldfor-
maat te selecteren.
! 16 : 9 Breedbeeld (16:9) wordt weergege-
ven zoals het is (begininstelling)
! LETTER BOX Het beeld heeft de vorm van
een brievenbus met zwarte strepen boven
en onder in het scherm
! PANSCAN Het beeld is links en rechts
van het scherm ingekort
Opmerkingen
! Bij het afspelen van discs die geen PANSCAN
specificeren, is de weergave met LETTER BOX
zelfs als u de instelling PANSCAN selecteert.
Bevestig of de verpakking van de disc de mar-
kering
16 : 9 LB
heeft. (Raadpleeg bladzijde 11.)
! Bij sommige discs kan de beeldverhouding
niet veranderd worden. Raadpleeg voor meer
informatie de instructies bij de disc.
Kinderbeveiliging instellen
Bij sommige DVDs kunt u een kinderbeveili-
ging instellen zodat kinderen de gewelddadige
en seksueel getinte beelden niet te zien krij-
gen. U kunt de kinderbeveiliging naar wens in
stappen instellen.
DVD-speler instellen
Nl
101
Hoofdstuk
17
DVD-speler instellen
! Als u een niveau voor de kinderbeveiliging
instelt en daarna een disc met kinderbevei-
liging afspeelt, kunnen indicaties voor het
invoeren van het codenummer worden
weergegeven. In dat geval begint het afspe-
len als het juiste codenummer wordt inge-
voerd.
Codenummer en niveau instellen
Als u deze functie voor het eerst gebruikt,
moet u uw codenummer registreren. Als u
geen codenummer registreert, werkt de kin-
derbeveiliging niet.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en raak
daarna PARENTAL aan.
2 Raak 09 aan om een viercijferig code-
nummer in te voeren.
3 Raak ENTER aan terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
Het codenummer is ingesteld en u kunt nu
het niveau instellen.
4 Raak één van de toetsen 18 aan en
selecteer het gewenste niveau.
Het niveau van de kinderbeveiliging is inge-
steld.
! LEVEL 8 Het afspelen van de hele disc is
mogelijk (begininstelling)
! LEVEL 7LEVEL 2 Het afspelen van discs
voor kinderen en discs met een niet-speci-
fiek volwassen inhoud is mogelijk
! LEVEL 1 Het afspelen van discs voor al-
leen kinderen is mogelijk
Opmerkingen
! We raden u aan uw codenummer te bewaren
mocht u hem vergeten.
! Het niveau van de kinderbeveiliging is op de
disc opgenomen. U kunt dit controleren door
op de verpakking van de disc, het boekje bij de
disc of op de disc zelf te kijken. Bij discs zon-
der opgenomen kinderbeveiliging kunt u de
kinderbeveiliging niet gebruiken.
! Bij sommige discs slaat de kinderbeveiliging
alleen bepaalde scènes over, waarna het nor-
maal afspelen wordt hervat. Raadpleeg voor
meer informatie de instructies bij de disc.
Niveau wijzigen
U kunt het ingestelde niveau van de kinderbe-
veiliging wijzigen.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en raak
daarna PARENTAL aan.
2 Raak 09 aan en voer het geregi-
streerde codenummer in.
3 Raak ENTER aan.
Hiermee wordt het codenummer ingevoerd. U
kunt nu het niveau wijzigen.
# Als u een onjuist codenummer invoert, ver-
schijnt het pictogram . Raak C aan en voer het
juiste codenummer in.
# Raadpleeg Als u uw codenummer bent verge-
ten op deze bladzijde als u uw codenummer ver-
geten bent.
4 Raak één van de toetsen 18 aan en
selecteer het gewenste niveau.
Het nieuwe niveau van de kinderbeveiliging is
ingesteld.
Als u uw codenummer bent
vergeten
Raadpleeg Niveau wijzigen op deze bladzijde
en raak C 10 keer aan. Het geregistreerde co-
denummer wordt geannuleerd, waardoor u
een nieuw nummer kunt registreren.
DVD-speler instellen
Nl
102
Hoofdstuk
17
Automatisch afspelen van
DVDs
Als er een DVD met DVD-menu in het toestel
is gestoken, zal het toestel het DVD-menu au-
tomatisch annuleren en het eerste hoofdstuk
van de eerste titel afspelen.
! Sommige DVDs kunnen niet goed werken.
Als deze functie niet volledig wordt ge-
bruikt, moet u deze functie uitschakelen en
het afspelen starten.
1 Raak SETUP en OTHERS aan en raak
daarna DVD AUTO PLAY aan.
2 Raak a aan om automatisch afspelen in
te schakelen.
# Raak b aan om automatisch afspelen uit te
schakelen.
# Als automatisch afspelen is ingeschakeld,
kunt u de herhaalde weergave van de DVD niet
gebruiken (raadpleeg Herhaalde weergave op
bladzijde 40).
Codetype voor de
afstandsbediening instellen
Als de afstandsbediening is ingesteld op
stand DVD, kunt u door het codetype van de
afstandsbediening te wijzigen de DVD-speler
van Pioneer gebruiken met de meegeleverde
afstandsbediening. Er zijn drie codes voor de
afstandsbediening, codetype A, codetype B en
codetype AVH. Als u een multi-DVD-speler
(b.v. XDV-P9II) gebruikt, selecteert u code A.
Als u een DVD-navigatie-eenheid gebruikt, se-
lecteert u code B. Als u dit toestel gebruikt, se-
lecteert u code AVH.
1 Stel de keuzeschakelaar van de af-
standsbediening links op de afstandsbedie-
ning in op de juiste positie met de punt
van een pen of een ander scherp voor-
werp.
! Als u de stand AVH selecteert, hoeft u de
volgende procedure niet uit te voeren.
! Als u A/B selecteert, moet u de volgende
procedure volgen en het codetype instellen
op het juiste type.
2 Druk tegelijkertijd op 7 en 0 op de af-
standsbediening om het codetype te ver-
anderen.
Het codetype is aanvankelijk ingesteld op A.
Telkens als u tegelijkertijd op 7 en 0 op de af-
standsbediening drukt, schakelt het codetype
tussen A en B.
DVD-speler instellen
Nl
103
Hoofdstuk
17
DVD-speler instellen
Begininstellingen aanpassen
1
Via de begininstellingen kunt u diverse eigen-
schappen van dit toestel van tevoren aanpas-
sen.
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Raak het signaalbronpictogram aan en
raak daarna OFF aan om het toestel uit te
schakelen.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak A.MENU aan en daarna INITIAL
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-P6600)
is aangesloten op dit toestel, kunt u DIGITAL ATT
in plaats van REAR SPEAKER bedienen.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
FM-afstemstap instellen
Normaal gesproken wordt er een FM-afstem-
stap van 50 kHz gebruikt bij het automatisch
afstemmen. Als AF of TA is ingeschakeld, wij-
zigt de afstemstap automatisch naar 100 kHz.
Het kan beter zijn de afstemstap in te stellen
op 50 kHz als AF is ingeschakeld.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna FM STEP aan.
2 Raak c of d aan en selecteert de FM-af-
stemstap.
Als u c of d aanraakt, schakelt de FM-afstem-
stap tussen 50 kHz en 100 kHz terwijl AF of TA
ingeschakeld. De geselecteerde FM-afstem-
stap verschijnt op het display.
Opmerking
Bij handmatig afstemmen zal de afstemstap op
50 kHz blijven staan.
Aan/uit zetten van de
automatische PI-zoekfunctie
Het toestel kan automatisch zoeken naar een
andere zender met hetzelfde programma, zelfs
wanneer er is afgestemd op een voorkeuzezen-
der.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna AUTO PI aan.
2 Raak a aan om de automatische PI-
zoekfunctie in te schakelen.
# Raak b aan om de automatische PI-zoekfunc-
tie uit te schakelen.
Waarschuwingstoon in-/
uitschakelen
Als het voorpaneel niet binnen vijf seconden
na het uitschakelen van het contact van het
hoofdtoestel is verwijderd, zal er een waar-
Begininstellingen
Nl
104
Hoofdstuk
18
schuwingstoon klinken. U kunt deze waar-
schuwingstoon uitschakelen.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna DETACH WARNING aan.
2 Raak a aan om de waarschuwingstoon
in te schakelen.
# Raak b aan om de waarschuwingstoon uit te
schakelen.
Externe aansluiting in-/
uitschakelen
U kunt externe apparatuur met dit toestel ge-
bruiken. Activeer de externe aansluiting als u
externe apparatuur die op dit toestel is aange-
sloten gebruikt.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna AUX aan.
2 Raak a aan om de extra instelling in te
schakelen.
# Raak b aan om de extra instelling uit te
schakelen.
Kleur van de verlichting
selecteren
Dit toestel is uitgerust met twee verlichtings-
kleuren, groen en rood. U kunt de gewenste
kleur van de verlichting selecteren.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna ILLUMINATION aan.
2 Raak a of b aan en selecteer de ge-
wenste verlichtingskleur.
Raak a aan en selecteer GREEN (groen). Raak
b aan en selecteer RED (rood).
Achteruitgang en de
subwooferregeling instellen
De achteruitgang van dit toestel (kabels voor
de uitgang van de achterluidspreker en de
achteruitgang van de RCA) kan worden ge-
bruikt voor het aansluiten van luidsprekers
met het volle bereik (FULL) of een subwoofer
(SUB. W). Als u de instelling van de achteruit-
gang op SUB. W zet, kunt u de kabel van de
achterluidspreker direct aansluiten op een
subwoofer zonder een hulpversterker te ge-
bruiken.
Dit toestel is standaard ingesteld voor de aan-
sluiting van achterste luidsprekers met het
volle bereik (FULL). Als de achteruitgang is
aangesloten op luidsprekers met het volle be-
reik (als FULL is geselecteerd), kunt u de uit-
gang van de RCA-subwoofer op een
subwoofer aansluiten. In dit geval kunt u se-
lecteren of u de ingebouwde SUB.W van de
subwooferregelaar (low-passfilter, fase) of de
extra FULL wilt gebruiken.
! Als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie niet gebruiken.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna REAR SPEAKER aan.
2 Raak
of aan om de gewenste in-
stelling voor de achteruitgang in te schake-
len.
Raak
aan om de luidspreker met vol bereik
te selecteren en FULL verschijnt op het dis-
play. Raak
aan om de subwoofer te selecte-
ren en SUB. W verschijnt op het display.
# Als er geen subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, selecteert u FULL.
# Als er een subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, stelt u SUB. W in voor de subwoo-
fer.
# Als de instelling voor de achteruitgang
SUB. W is, kunt u de subwooferregeling niet wijzi-
gen.
Begininstellingen
Nl
105
Hoofdstuk
18
Begininstellingen
3 Raak of aan om het uitgangssig-
naal voor de subwoofer of het uitgangssig-
naal van de non-fading in te schakelen.
Raak
aan om de subwooferuitgang te se-
lecteren en SUB.W verschijnt op het display.
Raak
aan om de non-fadinguitgang te se-
lecteren en FULL verschijnt op het display.
Opmerkingen
! Zelfs als u deze instelling wijzigt, is er geen
uitgangssignaal, tenzij u het uitgangssignaal
van de non-fading (raadpleeg Nonfading uit-
gangssignaal gebruiken op bladzijde 83) of het
uitgangssignaal voor de subwoofer (raadpleeg
Uitgangssignaal van de subwoofer gebruiken
op bladzijde 82) in het audiomenu inschakelt.
! Als u de subwooferregeling wijzigt, worden
het uitgangssignaal voor de subwoofer en het
uitgangssignaal van de non-fading in het au-
diomenu opnieuw ingesteld op de fabrieksin-
stellingen.
! Beide uitgangsaansluitingen voor de achter-
luidsprekers en de RCA-achteruitgang worden
tegelijkertijd ingeschakeld in deze in-
stelling.
Verstoord geluid corrigeren
U kunt storingen die door de instellingen van
de equalizercurve worden veroorzaakt minima-
liseren.
Als u het niveau van de equalizer hoog instelt,
kan dit vervorming veroorzaken. Als hoge
tonen verstoord of vervormd zijn, kunt u LOW
proberen. Laat normaal gesproken de instel-
ling op HIGH staan voor een goede geluids-
kwaliteit.
! Alleen als de multikanaalverwerker (bijv.
DEQ-P6600) is aangesloten op dit toestel,
kunt u deze functie gebruiken.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak DIGITAL ATT aan.
3 Raak
of aan om de instelling voor
digitale demping op te roepen.
Raak
aan om de lage instelling te selecte-
ren en LOW verschijnt op het display. Raak
aan om de hoge instelling te selecteren en
HIGH verschijnt op het display.
Tijdelijke uitschakeling/
demping van het geluid
inschakelen
Het geluid van dit systeem wordt in de vol-
gende gevallen automatisch uitgeschakeld,
gedempt of gemengd:
! Er wordt gebeld met een mobiele telefoon
die op dit toestel is aangesloten.
! Er is een navigatie-eenheid met spraakbe-
geleiding van Pioneer op dit toestel aange-
sloten.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak TEL/GUIDE aan.
3 Raak
of en selecteer uitschake-
ling, demping of een combinatie.
Raak
of aan totdat de gewenste instel-
ling op het display verschijnt.
! MUTE Uitschakeling
! ATT 20dB Demping (ATT 20dB heeft
meer effect dan ATT 10dB)
! ATT 10dB Demping
Opmerkingen
! Het geluid wordt uitgeschakeld en MUTE of
ATT verschijnt op het display, het geluid kan
niet worden aangepast.
! De bediening keert weer terug naar normaal
als het telefoongesprek of de spraakbegelei-
ding is afgelopen.
Begininstellingen
Nl
106
Hoofdstuk
18
Automatisch afspelen van
de disc in- of uitschakelen
U kunt het automatisch afspelen van de disc
in- of uitschakelen als er een disc in de laad-
sleuf wordt gestoken. Als deze functie is inge-
schakeld, wordt de disc automatisch
afgespeeld nadat de disc in de laadsleuf is ge-
stoken.
De begininstelling van deze functie is aan.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak DVD DISC AUTO aan.
3 Raak a aan om automatisch afspelen
van de disc in te schakelen.
# Raak b aan om automatisch afspelen van de
disc uit te schakelen.
Dimmerinstelling voor
subdisplay in- of uitschakelen
Om te voorkomen dat het subdisplays nachts
te licht is, zal het subdisplay automatisch wor-
den gedimd wanneer u de koplampen van de
auto aan zet. U kunt de dimmer in- of uitscha-
kelen.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak SUB DISPLAY DIMMER aan.
3 Raak a aan om de dimmer in te schake-
len.
# Raak b aan om de dimmer uit te
schakelen.
Navigatiestem/
waarschuwingspiepen en
audiogeluid mengen
Bij navigatiebegeleiding kunt u de begelei-
dingsstem/piepgeluid van een navigatie-een-
heid van Pioneer mengen met het geluid van
dit systeem. U kunt het mengen van de bege-
leidingsstem en de piepgeluiden of alleen de
begeleidingsstem selecteren.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een navigatie-eenheid van Pioneer is aan-
gesloten op het toestel.
! Als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P6600) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie niet gebruiken.
! We raden u aan GUIDE te selecteren voor
een goede geluidskwaliteit.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak NAVI MIXING aan.
3 Raak a of b aan om het mengen van
de navigatiestem/waarschuwingspiepen in
te schakelen.
Raak a en selecteer ALL (zowel begeleidings-
stem als piepen mengen). Raak b en selecteer
GUIDE (alleen begeleidingsstem).
Audiofuncties resetten
U kunt alle audiofuncties resetten, behalve het
volume.
! Alleen als de multikanaalverwerker (bijv.
DEQ-P6600) is aangesloten op dit toestel,
kunt u deze functie gebruiken.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en raak
daarna NEXT aan.
2 Raak AUDIO RESET aan.
3 Raak RESET aan.
4 Raak RESET opnieuw aan om de audio-
functies te resetten.
# Als u het resetten van de audiofuncties wilt
annuleren, raakt u CANCEL aan.
Begininstellingen
Nl
107
Hoofdstuk
18
Begininstellingen
Inleiding instellingen
aanpassen
1
1 Weergave instellingenmenu
Deze toont de functienamen voor de instel-
lingen.
% Raak A.MENU aan en daarna SETUP om
de functienamen voor de instellingen weer
te geven.
De functienamen voor de instellingen worden
weergegeven en de functienamen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een in-
stellingsfunctie gebruikt, zal er automatisch wor-
den teruggekeerd naar het bij de signaalbron
behorende display.
Video-ingangssignaal
instellen
U kunt de instelling aan de hand van het aan-
gesloten onderdeel in- of uitschakelen.
! Selecteer VIDEO om een video van een
aangesloten onderdeel als AV signaalbron
te bekijken.
! Selecteer M-DVD om een video van een
aangesloten DVD-speler als S-DVD signaal-
bron te bekijken.
1 Raak A.MENU en SETUP aan en raak
daarna AV INPUT aan.
2 Raak
of aan om de instelling van
het video-ingangssignaal te selecteren.
Raak
of aan totdat de gewenste instel-
ling op het display verschijnt.
! OFF Er is geen video-onderdeel aangeslo-
ten
! VIDEO Extern video-onderdeel
! M-DVD Er is een DVD-speler met RCA-
kabel aangesloten
# Als er een DVD-speler met een AV-BUS-kabel
is aangesloten, mag u niet M-DVD selecteren
omdat er u anders geen beeld heeft, zelfs niet als
u S-DVD heeft geselecteerd.
Instelling voor
achteruitrijcamera
WAARSCHUWING
Pioneer raadt aan een camera te gebruiken
die de beelden in spiegelbeeld weergeeft,
omdat het beeld op het scherm er anders ver-
keerd om uit kan zien.
Dit toestel heeft een functie die automatisch
overschakelt naar de video van de achteruitrij-
camera (stekker BACK UP CAMERA IN)alser
een achteruitrijcamera op uw auto is gemon-
teerd. Als de versnellingshendel in de stand
ACHTERUIT (R) staat, schakelt de video auto-
matisch over naar de video van de achteruitrij-
camera. (Raadpleeg voor meer informatie uw
dealer.)
! Controleer onmiddellijk of het display over-
schakelt naar de achteruitrijcamera als de
Overige functies
Nl
108
Hoofdstuk
19
versnellingspook in ACHTERUIT (R) wordt
gezet.
! Als het display naar het beeld van de ach-
teruitrijcamera gaat tijdens normaal rijden,
kunt u beter een andere instelling gebrui-
ken.
! Druk op V.ADJ om terug te keren naar het
signaalbrondisplay.
1 Raak A.MENU en SETUP aan en raak
daarna BACK UP CAMERA aan.
2 Raak
aan om de instelling voor de
achteruitrijcamera in te schakelen.
# Raak aan om de instelling voor de achter-
uitrijcamera uit te schakelen.
3 Raak of en selecteer de juiste po-
lariteitsinstelling.
Telkens als u
of aanraakt, schakelt u tus-
sen de volgende polariteitsinstellingen:
! BATTERY Als de polariteit van de aange-
sloten kabel positief is als de versnellings-
pook in de stand ACHTERUIT (R) staat
! GND Als de polariteit van de aangesloten
kabel negatief is als de versnellingspook in
de stand ACHTERUIT (R) staat
Video van het
achterdisplay selecteren
Als de navigatiebeelden op het voorste display
worden weergegeven, kunt u ervoor kiezen de
navigatiebeelden op het achterste display of
op het beeld van een geselecteerde signaal-
bron af te spelen.
! U kunt alleen overschakelen naar de video
van het display achter als er een navigatie-
eenheid van Pioneer is aangesloten op het
toestel.
! Als u SOURCE in REAR DISPLAY selecteert
terwijl de geselecteerde signaalbron een
audiosignaalbron is, verschijnt er niets op
het display achter.
1 Raak A.MENU en SETUP aan en raak
daarna REAR DISPLAY aan.
2 Raak
of aan en selecteer de video
op het display achter.
Raak
of aan totdat de gewenste video-in-
stelling op het display verschijnt.
! SOURCE Weergave van de video van de
geselecteerde signaalbron op het display
achter
! NAVI Weergave van de navigatiebeelden
op het achterste display
Functie automatisch
openen instellen
Om te voorkomen dat het display de versnel-
lingspook van een voertuig met automatische
versnellingsbak raakt wanneer deze in P (par-
keerstand) staat of als u niet wilt dat het dis-
play automatisch opent en sluit, kunt u de
functie automatisch openen op handmatig
zetten.
U kunt daarnaast het achteruitplaatsen in- of
uitschakelen om de schuifpositie van het LCD-
paneel aan te passen.
1 Raak A.MENU en SETUP aan en raak
daarna FLAP SETTING aan.
2 Raak
aan en het LCD-paneel schuift
naar achteren.
# Raak aan en het LCD-paneel schuift naar
voren.
3 Raak of aan en selecteer het dis-
play voor automatisch of handmatig ope-
nen/sluiten.
Raak
aan en selecteer MANUAL. Druk
daarna op OPEN/CLOSE om het display te
openen/sluiten. Raak
aan en selecteer
AUTO. Het display opent/sluit automatisch als
de voeding van dit toestel wordt inge-
schakeld.
Overige functies
Nl
109
Hoofdstuk
19
Overige functies
Klok instellen
Gebruik deze instructies om de klok in te stel-
len.
1 Raak A.MENU en SETUP aan en raak
daarna CLOCK ADJUST aan.
2 Raak OFF aan om de klokweergave in
te schakelen.
ON verschijnt in het display in plaats van OFF.
De klokweergave staat nu aan.
# U kunt ook op FLIP DOWN/CLOCK drukken
om de weergave van de klok in of uit te schakelen
als het LCD-paneel gesloten is.
# Raak ON aan als u de klokweergave wilt uit-
schakelen.
3 Raak of aan en selecteer het seg-
ment van de klokweergave dat u wilt in-
stellen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er een
segment van de klokweergave geselecteerd:
UurMinuut
Als u segmenten van de klokweergave selec-
teert, wordt het geselecteerde segment gemar-
keerd.
4 Raak of aan om de klok in te stel-
len.
Telkens als u
aanraakt, gaat het geselec-
teerde uur of minuut omhoog. Telkens als u
aanraakt, gaat het geselecteerde uur of mi-
nuut omlaag.
Opmerkingen
! U kunt de klok een tijdsignaal geven door
JUST aan te raken.
Als de minuut op 0029 staat, wordt dit
naar beneden afgerond. (bijv., 10:18 wordt
10:00.)
Als de minuut op 3059 staat, wordt dit
naar boven afgerond. (bijv., 10:36 wordt
11:00.)
! Zelfs als de signaalbronnen uit staan, ver-
schijnt de klok op het display.
Uiterlijk van het display
instellen
De kleur van het aanraaktoetsenpaneel, het
achtergrondbeeld en de bewegende tekst kun-
nen worden veranderd.
1 Raak A.MENU en SETUP aan en raak
daarna APPEARANCE aan.
2 Raak
of aan om de gewenste
functie aan te passen.
Telkens als u
of aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
TOUCH KEY COLOR (kleur van het aanraak-
toetsenpaneel)BACKGROUND PICTURE
(achtergrondbeeld)MOTION TEXT (instel-
ling bewegende tekst)
3 Raak
of aan en selecteer de kleur
voor het aanraaktoetsenpaneel.
Raak
aan en selecteer de kleur blauw voor
het aanraaktoetsenpaneel en BLUE verschijnt
in het display. Raak
aan en selecteer de
kleur zilver voor het aanraaktoetsenpaneel en
SILVER verschijnt in het display.
# Als u de kleur van de toetsen van het aanraak-
paneel verandert, wordt het uiterlijk veranderd in
SPEANA1 (spectrumanalyzer 1) en
LEVEL METER2 (spectrumanalyzer 2). (Raad-
pleeg Achtergronddisplay in- of uitschakelen op de
volgende bladzijde.)
4 Raak aan en raak daarna of
aan en selecteer het achtergrondbeeld.
Raak
aan en selecteer achtergrondbeeld 1,
BGP1 verschijnt op het display. Raak
aan
Overige functies
Nl
110
Hoofdstuk
19
en selecteer achtergrondbeeld 2, BGP2 ver-
schijnt op het display.
5 Raak
aan en raak daarna of
aan en selecteer de instelling voor de tekst.
Raak
aan en selecteer tekst uit en OFF ver-
schijnt op het display. Raak
aan en selec-
teer tekst aan en ON verschijnt op het display.
# Als de handrem van het voertuig niet wordt
waargenomen, wordt de bewegende tekst niet ge-
activeerd.
AUX-signaalbron gebruiken
Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de CD-
RB20/CD-RB10 (los verkrijgbaar) kunt u dit
toestel aansluiten op externe apparatuur met
RCA-uitgang. Zie voor meer informatie de ge-
bruikershandleiding van de IP-BUS-RCA-adap-
ter.
AUX als signaalbron selecteren
% Raak het bronpictogram aan en raak
daarna AUX aan om AUX als signaalbron
te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als de externe aansluiting niet is ingescha-
keld, kan AUX niet worden geselecteerd. Raad-
pleeg Externe aansluiting in-/uitschakelen op
bladzijde 105 voor meer informatie.
AUX-titel instellen
De naam die op het display verschijnt voor de
AUX signaalbron kan worden veranderd.
1 Nadat u AUX als signaalbron heeft ge-
selecteerd, raakt u A.MENU en FUNCTION
aan. Raak vervolgens NAME EDIT aan.
2 Raak ABC aan en selecteer het gewen-
ste tekentype.
Raak herhaaldelijk ABC aan om te schakelen
tussen de volgende tekentypen:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAl-
fabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
# U kunt de cijfers en symbolen invoeren door
123 aan te raken.
3 Raak of aan en selecteer een let-
ter van het alfabet.
Telkens als u
aanraakt, verschijnt er een let-
ter van het alfabet in A B C ... X Y Z, cijfers en
symbolen in 1 2 3 ... | } ¯ volgorde. Telkens als
u
aanraakt, verschijnt er een letter in de
omgekeerde volgorde, zoals Z Y X ... C B A.
4 Raak aan om de cursor naar de vol-
gende tekenpositie te verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display ver-
schijnt, moet u
aanraken om de cursor op
de volgende positie te zetten en daarna de vol-
gende letter selecteren. Raak
aan om terug
in het display te bladeren.
5 Raak OK aan om de ingevoerde titel in
het geheugen op te slaan.
6 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Achtergronddisplay in- of
uitschakelen
U kunt de achtergronddisplays in- of uitscha-
kelen terwijl u naar elke signaalbron luistert.
Overige functies
Nl
111
Hoofdstuk
19
Overige functies
% Druk op ENTERTAINMENT.
Telkens als u ENTERTAINMENT indrukt, veran-
dert het display als volgt:
Audiosignaalbron
Stilstaand achtergrondbeeldSPEANA1
(spectrumanalyzer 1)SPEANA2 (spectruma-
nalyzer 2)LEVEL METER1 (niveaumeter 1)
LEVEL METER2 (niveaumeter 2)VISUAL1
(beeld 1 achtergrond)VISUAL2 (beeld 2 ach-
tergrond)VISUAL3 (beeld 3 achtergrond)
CLOCK (amusementsklok)NAVI (achter-
grond navigatie-eenheid)
Videosignaalbron
Beeld van momenteel geselecteerde signaal-
bronStilstaand achtergrondbeeld
SPEANA1 (spectrumanalyzer 1)SPEANA2
(spectrumanalyzer 2)LEVEL METER1 (ni-
veaumeter 1)LEVEL METER2 (niveaumeter
2)VISUAL1 (beeld 1 achtergrond)
VISUAL2 (beeld 2 achtergrond)VISUAL3
(beeld 3 achtergrond)CLOCK (amusements-
klok)NAVI (achtergrond navigatie-eenheid)
Opmerking
In de volgende gevallen zal de achtergrondweer-
gave niet veranderen:
! Als de AV (video-ingang) niet is ingesteld op
VIDEO (raadpleeg bladzijde 108).
! Als het afspelen van de DVD/Video-CD niet is
ingeschakeld voor het display achter (raad-
pleeg bladzijde 21).
! Als er geen navigatie-eenheid van Pioneer op
dit toestel is aangesloten.
PGM-knop gebruiken
U kunt de vooraf geprogrammeerde functies
voor elke signaalbron bedienen met BOOK.M.
% Druk op BOOK.M om pauze in te scha-
kelen als u de volgende signaalbronnen se-
lecteert:
! DVD Ingebouwde DVD-speler
! S-DVD DVD-speler/multi-DVD-speler
! M-CD Multi-CD-speler
# Druk opnieuw op BOOK.M als u pauze wilt
uitschakelen.
% Druk op BOOK.M en houd de toets in-
gedrukt om BSM in te schakelen als u
TUNER als signaalbron selecteert.
Houd BOOK.M ingedrukt tot de BSM aan
gaat.
# Druk opnieuw op BOOK.M om het opslaan te
annuleren.
% Druk op BOOK.M en houd de toets in-
gedrukt om BSSM in te schakelen als u TV
als signaalbron selecteert.
Houd BOOK.M ingedrukt tot de BSSM aan
gaat.
# Druk opnieuw op BOOK.M om het opslaan te
annuleren.
Overige functies
Nl
112
Hoofdstuk
19
Storingen
Algemeen
Symptoom Oorzaak Maatregel (Zie)
Geen voeding.
Het toestel werkt niet.
Kabels en stekkers zijn verkeerd
aangesloten.
Controleer of alle aansluitingen goed zitten.
De zekering is gesprongen. Verhelp de reden dat de zekering sprong en
vervang dan de zekering. Zorg dat u de juiste
zekering met dezelfde waarde gebruikt.
Door geluid en andere factoren
werkt de ingebouwde microproces-
sor niet goed.
Druk op RESET. (Bladzijde 12)
Bediening met de afstandsbe-
diening is niet mogelijk.
Het toestel werkt niet goed, zelfs
niet als de juiste knoppen op de
afstandsbediening worden inge-
drukt.
De stand van de afstandsbediening
is niet juist.
Zet de afstandsbediening in de juiste stand.
(Bladzijde 18)
De code van de afstandsbediening
is niet juist.
Controleer of de instelling van de keuzescha-
kelaar van de afstandsbediening en die van
het codetype hetzelfde zijn. (Bladzijde 103)
De batterij is bijna leeg. Doe er een nieuwe batterij in. (Bladzijde 12)
Bij bepaalde discs zijn sommige
handelingen niet mogelijk.
Controleer dit door een andere disc te gebrui-
ken.
Het afspelen is niet mogelijk. De disc is vuil. Maak de disc schoon. (Bladzijde 117)
De disc is van een type dat dit toe-
stel niet kan afspelen.
Controleer het type van de disc.
Er is een niet-compatibele videosys-
teemdisc in het toestel gestoken.
Gebruik een disc die compatibel is met uw vi-
deosysteem.
Er is geen geluid.
Het volume kan niet hoger.
De kabels zijn niet goed aangeslo-
ten.
Sluit de kabels op de juiste manier aan.
Het toestel geeft stilstaand beeld,
speelt in slowmotion of beeld voor
beeld af.
Er is geen geluid bij stilstaand beeld, afspelen
in slowmotion of beeld voor beeld afspelen.
Er is geen beeld. De kabel van de handrem is niet
aangesloten.
Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
De handrem is niet ingeschakeld. Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
Het pictogram
wordt weerge-
geven. Bediening is niet moge-
lijk.
Deze handeling is verboden voor
deze disc.
Deze handeling is niet mogelijk.
Deze handeling is niet compatibel
met de organisatie van de disc.
Deze handeling is niet mogelijk.
Het beeld stopt (wordt onderbro-
ken) en het toestel kan niet wor-
den bediend.
Gegevens kunnen tijdens het afspe-
len niet worden afgelezen.
Druk één maal op g en probeer opnieuw af te
spelen.
Er is geen geluid.
Het volume staat laag.
Het volume staat laag. Stel het volume af.
De demping staat aan. Zet de demping aan.
Er worden delen van het geluid
en beeld overgeslagen.
Het toestel is niet stevig bevestigd. Zet het toestel stevig vast.
Aanvullende informatie
Nl
113
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Symptoom Oorzaak Maatregel (Zie)
Het beeld is uitgerekt, het beeld-
formaat is onjuist.
De beeldinstelling is niet juist voor
de weergave.
Selecteer de juiste instelling voor uw display.
(Bladzijde 101)
Als u de contactschakelaar op
ON zet (of ACC), hoort u de
motor.
Het toestel controleert of er een disc
in het toestel zit.
Dit is normaal.
Er wordt niets weergegeven.
De toetsen van het aanraakpa-
neel kunnen niet worden ge-
bruikt.
De achteruitrijcamera is niet aange-
sloten.
BACK UP CAMERA is een onjuiste
instelling.
Sluit een achteruitrijcamera aan.
Druk op V.ADJ om terug te gaan naar het dis-
play van de signaalbron en selecteer daarna
de juiste instelling voor BACK UP CAMERA.
(Bladzijde 108)
Problemen bij het afspelen van een DVD
Symptoom Oorzaak Maatregel (Zie)
Het afspelen is niet mogelijk. De disc heeft een andere regionum-
mer dan het toestel.
Vervang de disc door een disc met hetzelfde
regionummer als dit toestel. (Bladzijde 8,
Bladzijde 125)
Er verschijnt een bericht van de
kinderbeveiliging en afspelen is
niet mogelijk.
De kinderbeveiliging staat aan. Zet de kinderbeveiliging uit of verander het ni-
veau. (Bladzijde 101)
De kinderbeveiliging kan niet
worden geannuleerd.
Het codenummer is niet juist. Voer het juiste codenummer in. (Bladzijde
101)
U bent uw codenummer vergeten. Druk 10 keer op CLEAR om het codenummer
te annuleren. (Bladzijde 102)
Gesproken taal (en ondertiteling-
staal) kan niet worden gewij-
zigd.
De DVD bevat geen opnamen met
meerdere talen.
U kunt niet uit verschillende talen kiezen als
ze niet op de disc staan.
U kunt alleen functies selecteren
die in het menu van de disc staan.
Schakel over met het discmenu.
Er verschijnt geen ondertiteling. De DVD heeft geen ondertitelings-
mogelijkheden.
De ondertiteling wordt niet weergegeven als
deze niet op de disc staat.
U kunt alleen functies selecteren
die in het menu van de disc staan.
Schakel over met het discmenu.
Afspelen is niet mogelijk met de
instellingen voor audiotaal en
ondertitelingstaal die in DVD
SETUP zijn geselecteerd.
De DVD-speler heeft geen gespro-
ken taal of ondertiteling in de taal
die in DVD SETUP is geselecteerd.
Overschakelen naar een geselecteerde taal is
niet mogelijk als die taal in DVD SETUP niet
op de disc is opgenomen.
Overschakelen naar een andere
camerahoek is niet mogelijk.
De DVD heeft geen scènes die van-
uit meerdere hoeken zijn opgeno-
men.
U kunt niet overschakelen tussen meerdere
camerahoeken als de DVD geen scènes heeft
die vanuit meerdere hoeken zijn opgenomen.
U probeert over te schakelen naar
een andere camerahoek van een
scène die niet vanuit meerdere hoe-
ken is opgenomen.
Overschakelen tussen meerdere camerahoe-
ken terwijl u scènes bekijkt die vanuit meer-
dere hoeken zijn opgenomen.
Aanvullende informatie
Nl
114
Aanhangsel
Symptoom Oorzaak Maatregel (Zie)
Het beeld is erg onscherp of ver-
vormd en donker tijdens het af-
spelen.
Deze disc is voorzien van een sig-
naal dat kopiëren verbiedt. (Som-
mige discs hebben dit.)
Omdat deze disc niet compatibel is met het
systemen dat kopiëren niet toestaat, kan het
beeld bij het afspelen van een signaal dat ko-
piëren niet toestaat horizontale strepen of an-
dere problemen vertonen in sommige
weergaven. Dit betekent niet dat het toestel
niet goed werkt.
Problemen bij het afspelen van een Video-CD
Symptoom Oorzaak Maatregel (Zie)
Het PBC-menu (afspeelregeling)
kan niet worden opgeroepen.
De Video-CD heeft geen PBC. Deze handeling is niet mogelijk met Video-
CDs zonder PBC.
Herhaalde weergave en frag-
ment-/tijdzoeken zijn niet moge-
lijk.
De huidige Video-CD heeft PBC. Deze handeling is niet mogelijk bij Video-
CDs met PBC.
Foutmeldingen
Als er zich problemen voordoen bij het afspelen van de disc, verschijnt er een foutmelding op het
display. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te identificeren en neem daarna de
voorgestelde maatregel. Als de storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met uw
dealer of het dichtstbijzijnde Service Center van Pioneer.
Melding Oorzaak Maatregel (Zie)
ERROR-02 Vuile disc Maak de disc schoon.
Bekraste disc Vervang de disc.
ERROR-05 Elektrisch of mechanisch probleem Druk op RESET.
DIFFERENT REGION DISC (RE-
GION ERR)
De disc heeft een ander regionum-
mer dan het toestel
Vervang de DVD door een met het juiste re-
gionummer.
NON PLAYABLE DISC (NON-
PLAY)
Dit type disc kan niet op dit toestel
worden afgespeeld
Vervang de disc door een die wel op dit toe-
stel kan worden afgespeeld.
De disc zit er ondersteboven in Controleer of de disc er op de juiste manier in
zit.
THERMAL PROTECTION IN
MOTION (TEMP)
De temperatuur van het toestel valt
buiten het normale bedrijfsbereik
Wacht totdat de temperatuur van het toestel
binnen de normale grenzen valt.
PROTECT Alle bestanden op de ingestoken
disc zijn beveiligd met digital rights
management (digitaal rechtenbe-
beer (DRM)).
Vervang de disc.
Aanvullende informatie
Nl
115
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Melding Oorzaak Maatregel (Zie)
TRK SKIPPED De ingestoken disc bevat WMA-be-
standen die door digital rights ma-
nagement (digitaal rechtenbeheer,
DRM) zijn beschermd.
Vervang de disc.
Foutmeldingen in auto TA en EQ begrijpen
Als een juiste meting van de akoestische eigenschappen van de auto niet mogelijk is met automa-
tische TA en EQ, kan er een foutmelding op het display verschijnen. Als er een foutmelding op het
display verschijnt, raadpleeg dan de onderstaande tabel om het probleem en de voorgestelde her-
stelmaatregel te achterhalen. Probeer het na de controle nog een keer.
Melding Oorzaak Maatregel
Error check MIC De microfoon is niet aangesloten. Steek de meegeleverde microfoon goed in de
stekker.
Error check front SP, Error
check FL SP, Error check FR SP,
Error check center SP, Error
check RL SP, Error check RR SP,
Error check subwoofer
De microfoon kan de meettoon van
een luidspreker niet waarnemen.
! Controleer of de luidsprekers juist zijn aan-
gesloten.
! Corrigeer de instelling van het ingangsni-
veau van de versterker die op de luidsprekers
is aangesloten.
! Plaats de microfoon op de juiste manier.
Error check noise Het geluid uit de omgeving is te
hard.
! Zet de auto stil op een zo rustig mogelijke
plaats en zet de motor, airconditioning of ver-
warming uit.
! Plaats de microfoon op de juiste manier.
Aanvullende informatie
Nl
116
Aanhangsel
Zorgen voor uw DVD-speler
! Gebruik alleen normale, ronde discs. Ab-
normale, niet-ronde discs kunnen vast
komen te zitten in de DVD-speler of niet
naar behoren worden afgespeeld.
! Controleer alle discs op barsten, krassen of
vervormingen voordat u ze afspeelt. Discs
met barsten, krassen of vervormingen, kun-
nen niet goed afspelen. Gebruik deze discs
daarom niet.
! Probeer het opname-oppervlak (waar niets
op gedrukt is) niet aan te raken wanneer u
de disc vasthoudt.
! Bewaar discs in hun eigen doosje wanneer
u ze niet gebruikt.
! Houd discs uit direct zonlicht en stel ze
niet bloot aan hoge temperaturen.
! Plak geen labels op discs, schrijf er niet op
en behandel het oppervlak niet met chemi-
sche middelen.
! Om een disc te reinigen veegt u de disc
met een zachte doek schoon vanaf de bui-
tenste rand naar het midden.
! Als de verwarming bij lage temperaturen
wordt gebruikt, kan er vocht op de onderde-
len in de DVD-speler ontstaan. Door con-
densatie kan de werking van de DVD-speler
niet naar behoren zijn. Als u denkt dat u
last van condensvorming heeft, zet u de
DVD-speler ongeveer een uur uit zodat hij
kan drogen. Veeg eventueel vochtige CDs
af met een zachte doek om het vocht te ver-
wijderen.
! Schokken tijdens het rijden van de auto
kunnen de disc laten overslaan.
DVD-discs
! Bij sommige DVD-videodiscs zijn bepaalde
functies niet te gebruiken.
! Sommige DVD-videodiscs kunnen niet wor-
den afgespeeld.
! DVD-R-/DVD-RW-discs kunnen alleen wor-
den afgespeeld als ze voltooid zijn.
! Als er DVD-R-/DVD-RW-discs worden ge-
bruikt, kunnen ze alleen afspelen als ze
met het Video-formaat (videostand) zijn op-
genomen. Het is niet mogelijk DVD-RW-
discs af te spelen die in het formaat Video
Recording (VR-stand) zijn opgenomen.
! Mogelijk kunt u geen DVD-R-/DVD-RW-
discs afspelen die zijn opgenomen met de
Video-formaat (videostand) vanwege eigen-
schappen van de disc, krassen of vuil op de
disc of vuil, condens enzovoort op de lens
van het toestel.
! Dit toestel kan geen DVD-ROM-/DVD-RAM-
discs afspelen.
! Het afspelen van discs die op een compu-
ter zijn opgenomen, kan soms niet mogelijk
zijn. Dit is afhankelijk van de instellingen
en de omgeving van de toepassing. Neem
op in het juiste formaat. (Neem voor meer
informatie contact op met de fabrikant van
de toepassing.)
CD-R/CD-RW-discs
! CD-R/CD-RW-discs kunnen alleen worden
afgespeeld als ze voltooid zijn.
Aanvullende informatie
Nl
117
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! Mogelijk kunt u geen CD-R/CD-RW-discs
afspelen die zijn opgenomen op een CD-re-
corder voor muziek of een pc vanwege CD-
karakteristieken, krassen of vuil op de disc
of vuil, condens enzovoort op de lens van
het toestel.
! Het afspelen van discs die op een compu-
ter zijn opgenomen, kan soms niet mogelijk
zijn. Dit is afhankelijk van de instellingen
en de omgeving van de toepassing. Neem
op in het juiste formaat. (Neem voor meer
informatie contact op met de fabrikant van
de toepassing.)
! Mogelijk kunt u geen CD-R/CD-RW-discs
afspelen, omdat deze zijn blootgesteld aan
direct zonlicht of hoge temperaturen, of
vanwege de omstandigheden waaronder
de discs in de auto zijn bewaard.
! Titels en andere tekstinformatie die zijn
vastgelegd op een CD-R/CD-RW-disc wor-
den mogelijk niet door dit toestel weergege-
ven (in het geval van audiogegevens (CD-
DA)).
! Dit toestel is geschikt voor de functie voor
het overslaan van fragmenten op CD-R/CD-
RW-discs. De fragmenten waarop deze
functie betrekking heeft, worden automa-
tisch overgeslagen (in het geval van audio-
gegevens (CD-DA)).
! Als u een CD-RW-disc in dit toestel doet,
zal het langer duren voor de weergave be-
gint dan bij een conventionele CD of CD-R.
! Lees de voor de gebruikte CD-R/CD-RW-
discs geldende voorzorgen voor u ze gaat
gebruiken.
MP3- en WMA-bestanden
! MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3 en ver-
wijst naar een standaard voor audiocom-
pressietechnologie.
! WMA staat voor Windows Media" Audio
en verwijst naar een audiocompressietech-
nologie die door Microsoft Corporation is
ontwikkeld. WMA-gegevens kunnen met de
Windows Media Player versie 7 of nieuwer
worden gecodeerd.
! Bij sommige toepassingen die worden ge-
bruikt om WMA-bestanden te coderen kan
dit toestel minder goed werken.
! Bij sommige toepassingen die worden ge-
bruikt om WMA-bestanden te coderen, wor-
den CD-titels en andere tekstinformatie
soms niet goed weergegeven.
! Met dit toestel kunt u MP3/WMA-bestan-
den op CD-ROM, CD-R en CD-RW afspelen.
Discopnamen die compatibel zijn met ni-
veau 1 en niveau 2 van ISO9660 met het be-
standssysteem Romeo and Joliet kunnen
worden afgespeeld.
! U kunt discs afspelen waarop meerdere
sessies kunnen worden opgenomen.
! MP3/WMA-bestanden zijn niet compatibel
met packet write data transfer.
! Er kunnen maximaal 64 tekens, inclusief de
extensie (.mp3 of .wma), voor een bestands-
naam vanaf het eerste teken worden weer-
gegeven.
! Van een mapnaam kunnen er maximaal 64
tekens worden weergegeven.
! Bij bestanden die met het bestandssysteem
Romeo zijn opgenomen, worden alleen de
eerste 64 tekens weergegeven.
! Als u CDs met MP3/WMA-bestanden en
audiogegevens (CD-DA) zoals CD-EXTRA
en MIXED-MODE-CDs afspeelt, kunnen
beide types alleen afspelen door tussen
MP3/WMA en CD-DA over te schakelen.
! De volgorde voor selectie van de mappen
voor het afspelen en andere handelingen is
de schrijfvolgorde die door de schrijfsoft-
ware wordt gebruikt. Daarom kan de ver-
wachte volgorde bij het afspelen afwijken
van de werkelijke afspeelvolgorde. Er be-
staat echter ook schrijfsoftware waarmee
de afspeelvolgorde wel kan worden inge-
steld.
Aanvullende informatie
Nl
118
Aanhangsel
! Sommige audio-cds bevatten fragmenten
die zonder pauze in elkaar overlopen. Als
deze discs worden omgezet in MP3-/WMA-
bestanden en op een CD-R/CD-RW/CD-
ROM worden gebrand, worden de bestan-
den op deze speler afgespeeld, ongeacht
de lengte van de pauze tussen de fragmen-
ten op de originele audio-cd.
Belangrijk
! Als u een MP3- of WMA-bestand een naam
geeft, moet u de bijbehorende extensie (.mp3
of .wma) toevoegen.
! Dit toestel speelt bestanden met de extensie
van de bestandsnaam (.mp3, .wma) af als een
MP3/WMA-bestand. Om ruis en storingen te
voorkomen kunt u deze extensies beter niet
gebruiken voor andere bestanden dan MP3 of
WMA.
Extra informatie over MP3
! De bestanden zijn compatibel met ID3 Tag
Ver. 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en 2.4 voor de weergave
van het album (disctitel), fragment (frag-
menttitel), artiest (artiest fragment) en op-
merkingen. Ver. 2.x of ID3 Tag heeft
prioriteit als zowel Ver. 1.x en Ver. 2.x be-
staan.
! De versterker werkt alleen als er MP3-be-
standen met frequenties van 32, 44,1 en 48
kHz worden afgespeeld. (Bemonsterings-
frequenties van 16, 22,05, 24, 32, 44,1, 48
kHz kunnen worden afgespeeld.)
! Er is geen compatibiliteit met m3u-speel-
lijsten.
! Er is geen compatibiliteit met de formaten
MP3i (MP3 interactive) of mp3 PRO.
! De geluidskwaliteit van MP3-bestanden
wordt meestal beter bij een hogere bitsnel-
heid. Dit toestel kan opnamen met een bit-
snelheid van 8 kbps tot 320 kbps afspelen,
maar voor een goede geluidskwaliteit,
raden wij u aan alleen CDs die met een bit-
snelheid van tenminste 128 kbps zijn opge-
nomen te gebruiken.
Extra informatie over WMA
! Dit toestel speelt WMA-bestanden af die
met de Windows Media Player versie 7 en 8
zijn gecodeerd.
! U kunt alleen WMA-bestanden met fre-
quenties van 32, 44,1 en 48 kHz afspelen.
! De geluidskwaliteit van WMA-bestanden
wordt meestal beter bij een hogere bitsnel-
heid. Dit toestel kan opnamen met een bit-
snelheid van 48 kbps tot 192 kbps afspelen,
maar voor een goede geluidskwaliteit
raden wij u aan alleen CDs met een hogere
bitsnelheid te gebruiken.
! Dit toestel kan geen WMA-bestanden af-
spelen die als VBR (variabele bitsnelheid)
zijn opgenomen.
Over mappen en MP3/WMA-
bestanden
! U ziet hieronder een overzicht van een CD-
ROM met MP3/WMA-bestanden. De sub-
mappen worden als mappen in de geselec-
teerde map weergegeven.
Aanvullende informatie
Nl
119
Aanhangsel
Aanvullende informatie
3
1
2
1 Eerste niveau
2 Tweede niveau
3 Derde niveau
Opmerkingen
! Dit toestel wijst mapnamen toe. De gebruiker
kan geen mapnummers toewijzen.
! U kunt geen mappen zonder MP3/WMA-be-
standen openen. (Deze mappen worden over-
geslagen zonder het mapnummer weer te
geven.)
! MP3/WMA-bestanden in maximaal 8 lagen
mappen kunnen worden weergegeven. Er zit
echter een vertraging in het begin van het af-
spelen van discs met talloze lagen. Daarom
raden wij u aan geen discs met meer dan 2
lagen te maken.
! U kunt maximaal 253 items uit de mappen op
een disc afspelen.
Display correct gebruiken
WAARSCHUWING
! Als er vloeibare of vreemde materialen in het
toestel komen, moet u onmiddellijk de voe-
ding naar het toestel onderbreken en uw dea-
ler of het dichtstbijzijnde Servicestation van
PIONEER raadplegen. Gebruik het toestel niet
langer, omdat er dan brand, elektrische schok-
ken of andere storingen kunnen optreden.
! Als u rook, een vreemde geur of andere abnor-
male tekenen van het display krijgt, moet u de
voeding onmiddellijk onderbreken en uw dea-
ler of het dichtstbijzijnde Servicestation van
PIONEER raadplegen. Als u het toestel zo blijft
gebruiken, kan het systeem permanent be-
schadigd raken.
! Demonteer het toestel niet en breng geen aan-
passingen aan, omdat er hoogspanningson-
derdelen in zitten die een elektrische schok
kunnen veroorzaken. Raadpleeg uw dealer of
het dichtstbijzijnde bevoegde Servicestation
van PIONEER voor een controle van de bin-
nenkant, aanpassingen of reparaties.
Met het display omgaan
! Als het display langere tijd wordt blootge-
steld aan direct zonlicht, wordt het bijzon-
der heet, wat schade aan het LCD-scherm
kan veroorzaken. Als u het toestel niet ge-
bruikt, kunt u het display het beste sluiten
zodat het niet wordt blootgesteld aan direct
zonlicht.
! Het display moet worden gebruikt binnen
de onderstaande temperatuurbereiken.
Bereik bedrijfstemperatuur: 10 tot +50 °C
Bedrijfstemperatuur bij opslag: 20 tot +80
°C
Aanvullende informatie
Nl
120
Aanhangsel
Als de temperatuur hoger of lager is dan de
bedrijfstemperatuur, kan het display min-
der goed functioneren.
! Het LCD-scherm van dit toestel is blootge-
steld zodat de zichtbaarheid in de auto
beter wordt. Druk er niet te hard op, omdat
dit het scherm kan beschadigen.
! Plaats geen voorwerpen op het display als
het is geopend. Probeer de hoek niet met
de hand aan te passen of het display met
de hand te openen/sluiten. Als u drukt uit-
oefent op het display, kan het beschadigd
raken.
! Druk niet te hard tegen het LCD-scherm,
omdat er dan krassen op kunnen komen.
! Zorg dat er niets tussen het display en het
toestel staat als het display opent of sluit.
Als een voorwerp tussen het display en het
toestel komt, kan het display stoppen met
werken.
! Wees voorzichtig met vingers, lang haar en
loshangende kleding die tussen het display
en het toestel kunnen komen en zo ernstig
letsel kunnen veroorzaken.
LCD-scherm (Liquid Crystal
Display)
! Als het display zich vlak bij de blaasmond
van een airconditioning bevindt als het ge-
opend is, mag de lucht van de airconditio-
ning er niet tegenaan blazen. De warmte
uit de verwarming kan het LCD-scherm be-
schadigen en de koele lucht uit de koeler
kan ervoor zorgen dat er vocht in het dis-
play komt, waardoor schade kan ontstaan.
Als het display bovendien wordt afgekoeld
door de koeling, kan het scherm donker
worden of de levensduur van de kleine TL-
buis in het display kan korter worden.
! Er kunnen kleine zwarte of witte (heldere)
stippen op het LCD-scherm ontstaan. Dit
komt door de eigenschappen van het LCD-
scherm en geeft geen probleem met het
display aan.
! Bij lage temperaturen kan het LCD-scherm
even donker blijven nadat het is ingescha-
keld.
! Het LCD-scherm is onduidelijker als het
wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
! Als u een draadloze telefoon heeft, houd de
antenne van de draadloze telefoon dan uit
de buurt van het display om te voorkomen
dat de video wordt verstoord door vlekken,
gekleurde strepen, etc.
Display in goede staat houden
! Als u stof van het scherm veegt of het dis-
play reinigt, moet u eerst de voeding van
het systeem halen. Gebruik daarna de bij-
geleverde doek.
! Als u het scherm afveegt, zorg dan dat u
het oppervlak niet bekrast. Gebruik geen
agressieve chemische reinigingsmiddelen.
Kleine TL-buis
! Er zit een kleine TL-buis in het display dat
het LCD-scherm verlicht.
De TL-buis moet ongeveer 10.000 uur
meegaan, afhankelijk van de omstandig-
heden waarin hij wordt gebruikt. (Als
het display bij lage temperaturen wordt
gebruikt, wordt de levensduur van de TL-
buis korter.)
Als de TL-buis het einde van de levens-
duur bereikt, wordt het scherm donker
en heeft u niet langer beeld. Als dit ge-
beurt, kunt u het beste contact opne-
men met uw dealer of het
dichtstbijzijnde bevoegde servicestation
van PIONEER.
Aanvullende informatie
Nl
121
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Taalcodekaart voor DVD
Taal (code), invoercode Taal (code), invoercode Taal (code), invoercode
Japans (ja), 1001 Guarani (gn), 0714 Pashtoe (Zuid-Afghaans) (ps), 1619
Engels (en), 0514 Gujarati (gu), 0721 Quechua (qu), 1721
Frans (fr), 0618 Haussa (ha), 0801 Retro-Romaans (rm), 1813
Spaans (es), 0519 Hindi (hi), 0809 Kirundi (rn), 1814
Duits (de), 0405 Kroatisch (hr), 0818 Roemeens (ro), 1815
Italiaans (it), 0920 Hongaars (hu), 0821 Kinyarwanda (rw), 1823
Chinees (zh), 2608 Armeens (hy), 0825 Sanskriet (sa), 1901
Nederlands (nl), 1412 Interlingua (ia), 0901 Sindhi (sd), 1904
Portugees (pt), 1620 Interlingue (ie), 0905 Sangho (sg), 1907
Zweeds (sv), 1922 Inupiak (ik), 0911 Servisch Kroatisch (sh), 1908
Russisch (ru), 1821 Indonesisch (in), 0914 Singalees (si), 1909
Koreaans (ko), 1115 IJslands (is), 0919 Slowaaks (sk), 1911
Grieks (el), 0512 Hebreeuws (iw), 0923 Sloveens (sl), 1912
Afar (aa), 0101 Jiddisch (ji), 1009 Samoaans (sm), 1913
Abkhaziaans (ab), 0102 Javaans (jw), 1023 Shona (sn), 1914
Afrikaans (af), 0106 Georgisch (ka), 1101 Somalisch (so), 1915
Amharisch (am), 0113 Kazaks (kk), 1111 Albanees (sq), 1917
Arabisch (ar), 0118 Groenlands (kl), 1112 Servisch (sr), 1918
Assamitisch (as), 0119 Cambodjaans (km), 1113 Siswati (ss), 1919
Aymara (ay), 0125 Kanarees (kn), 1114 Sesotho (st), 1920
Azerbeidzjaans (az), 0126 Kashmiri (ks), 1119 Soendanees (su), 1921
Bashkir (ba), 0201 Koerdisch (ku), 1121 Swahili (sw), 1923
Wit-Russisch (be), 0205 Kirgizisch (ky), 1125 Tamil (ta), 2001
Bulgaars (bg), 0207 Latijns (la), 1201 Telugu (te), 2005
Bihari (bh), 0208 Lingala (ln), 1214 Tadzieks (tg), 2007
Bislama (bi), 0209 Laotiaans (lo), 1215 Thais (th), 2008
Bengaals (bn), 0214 Litouws (lt), 1220 Tigrinya (ti), 2009
Tibetaans (bo), 0215 Lets (lv), 1222 Turkmeens (tk), 2011
Bretons (br), 0218 Malagasi (mg), 1307 Tagalog (tl), 2012
Catalaans (ca), 0301 Maori (mi), 1309 Setswana (tn), 2014
Corsicaans (co), 0315 Macedonisch (mk), 1311 Tongaans (to), 2015
Tsjechisch (cs), 0319 Malayalam (ml), 1312 Turks (tr), 2018
Wels (cy), 0325 Mongools (mn), 1314 Tsonga (ts), 2019
Deens (da), 0401 Moldavisch (mo), 1315 Tataars (tt), 2020
Bhutaans (dz), 0426 Marathi (mr), 1318 Twi (tw), 2023
Esperanto (eo), 0515 Maleis (ms), 1319 Oekraïens (uk), 2111
Estlands (et), 0520 Maltees (mt), 1320 Urdu (ur), 2118
Baskisch (eu), 0521 Birmaans (my), 1325 Oezbeeks (uz), 2126
Perzisch (fa), 0601 Nauruaans (na), 1401 Vietnamees (vi), 2209
Fins (fi), 0609 Nepalees (ne), 1405 Volapük (vo), 2215
Fiji (fj), 0610 Noors (no), 1415 Wolof (wo), 2315
Farøers (fo), 0615 Occitan (oc), 1503 Xosa (xh), 2408
Fries (fy), 0625 Oromo (om), 1513 Yoruba (yo), 2515
Iers (ga), 0701 Orija (or), 1518 Zoeloe (zu), 2621
Schots-Keltisch (gd), 0704 Panjabi (pa), 1601
Galicisch (gl), 0712 Pools (pl), 1612
Aanvullende informatie
Nl
122
Aanhangsel
Begrippen
Afspeelregeling (PBC)
Dit is een afspeelregelingssignaal dat op
Video-CDs is opgenomen (Versie 2.0). Via de
menus op Video-CDs met PBC kunt u een-
voudige, interactieve software en software met
zoekfuncties afspelen. U kunt ook stilstaande
beelden met een hoge of standaardresolutie
bekijken. U kunt ook stilstaande beelden met
een hoge of standaardresolutie bekijken.
Beeldformaat
Dit de verhouding breedte tot hoogte van een
televisiescherm. Een normaal beeld heeft een
formaat van 4:3. Een breedbeeldscherm heeft
een formaat van 16:9, een groter beeld met
een uitzonderlijke weergave en sfeer.
Bitsnelheid
Dit staat voor datavolume per seconde of bps-
eenheden (bits per seconde). Hoe hoger het
getal, hoe meer informatie er is voor het repro-
duceren van het geluid. Bij dezelfde codeer-
methode (zoals MP3) geldt: Hoe hoger het
getal, hoe beter het geluid.
Dolby Digital
Dolby Digital geeft multikanaalsaudio tot
maximaal 5,1 individuele kanalen. Dit is het-
zelfde systeem als de Dolby Digital-geluidssys-
temen in bioscopen.
DTS
Dit staat voor Digital Theater Systems. DTS is
een geluidssysteem met multikanaalsaudio
van maximaal 6 aparte kanalen.
Hoofdstuk
DVDs zijn verdeeld in hoofdstukken die op de-
zelfde manier zijn genummerd als de hoofd-
stukken van een boek. Bij DVDs met
hoofdstukken kunt u via de hoofdstuknum-
mers snel een bepaalde scène zoeken.
ID3-tag
Dit is een methode voor het opslaan van infor-
matie over het fragment in een MP3-bestand.
Deze opgeslagen informatie kan bijvoorbeeld
de fragmenttitel, de naam van de artiest, de al-
bumtitel, het muziekgenre, het productiejaar,
opmerkingen en andere gegevens zijn. De in-
houd kan worden bewerkt met software met
bewerkingsfuncties voor ID3 Tag. Hoewel de
tags beperkt worden tot het aantal tekens, kan
de informatie worden bekeken als het frag-
ment wordt afgespeeld.
ISO9660-formaat
Dit is de internationale standaard voor de for-
maatlogica van CD-ROM-mappen en -bestan-
den. Voor het ISO9660-formaat zijn er
bepalingen voor de volgende twee niveaus.
Niveau 1:
De bestandsnaam is in 8.3-formaat (de naam
bestaat uit maximaal 8 tekens, hoofdletters en
cijfers van half-bytes en het _ teken, met een
bestandsextensie van drie tekens.)
Niveau 2:
De bestandsnaam kan maximaal 31 tekens
hebben (inclusief het scheidingsteken . en
de bestandsextensie). Elke map bevat minder
dan 8 hiërarchieën.
Uitgebreide formaten
Joliet:
Bestandsnamen mogen maximaal 64 tekens
bevatten.
Romeo:
Bestandsnamen mogen maximaal 128 tekens
bevatten.
Aanvullende informatie
Nl
123
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Kinderbeveiliging
Sommige DVDs met gewelddadige of seksu-
eel getinte scènes hebben een kinderbeveili-
ging die voorkomt dat kinderen dergelijke
scènes te zien krijgen. Bij dit type disc wordt
bij het instellen van het niveau van de kinder-
beveiliging de weergave van scènes die niet
geschikt zijn voor kinderen uitgeschakeld of
worden deze scènes overgeslagen.
Lineaire PCM (LPCM)/
Pulscodemodulatie
Dit staat voor lineaire pulscodemodulatie, het
signaalopnamesysteem dat voor muziek-CDs
en DVDs wordt gebruikt. Meestal worden
DVDs opgenomen met een hogere bemonste-
ringsfrequentie en bitsnelheid dan CDs. Daar-
om hebben DVDs een betere geluidskwaliteit.
m3u
Speellijsten die met WINAMP-software zijn
gemaakt, hebben een bestandsextensie voor
speellijsten (.m3u).
Meerdere camerahoeken
Bij normale TV-programmas worden meer-
dere camerahoeken gebruikt om tegelijkertijd
scènes mee op te nemen, maar er worden
slechts beelden van één camera naar uw TV
gestuurd. Sommige DVDs bevatten scènes
die vanuit meerdere camerahoeken zijn opge-
nomen, zodat u zelf de camerahoek kunt kie-
zen.
Meerdere ondertitelingstalen
Op een DVD kunnen ondertitels in maximaal
32 talen worden opgenomen, waaruit u kunt
kiezen.
MP3
MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3. Het is
een audiocompressiestandaard die is inge-
steld door een werkgroep (MPEG) van de ISO
(International Standards Organization). MP3
kan audiogegevens tot een tiende van het ni-
veau van een normale disc comprimeren.
MPEG
Dit staat voor Moving Pictures Experts Group,
een internationale compressiestandaard voor
videobeelden. Sommige DVDs bevatten digi-
tale audio die met dit systeem is gecompri-
meerd en opgenomen.
Multiaudio (Meerdere gesproken
talen)
Bij sommige DVDs zijn de dialogen in meer-
dere talen opgenomen. Op een DVD kunnen
maximaal 8 talen worden opgenomen, waaruit
u kunt kiezen.
Multisessie
Multisessie is een opnamemethode waarbij
gegevens later nog op de disc kunnen worden
opgenomen. Als u gegevens op een CD-ROM,
CD-R of CD-RW, etc. opneemt, worden alle ge-
gevens van begin tot eind als een enkele een-
heid of sessie beschouwd. Multisessie is een
methode waarbij meer dan 2 sessies op een
disc worden opgenomen.
Optische digitale uitgangs-/
ingangssignalen
Audiosignalen die in een digitaal signaalfor-
maat worden verstuurd en ontvangen, zorgen
dat de kans dat de sonische kwaliteit tijdens
de uitzending verslechtert kleiner is. Een op-
tisch digitaal uitgangs-/ingangssignaal is ont-
worpen om digitale signalen optisch te
versturen en te ontvangen.
Packet write
Dit is een algemene aanduiding voor de
brandmethode op CD-R, etc, die nodig is voor
een bestand, net als bij het opslaan van be-
standen op diskettes of harde schijven.
Aanvullende informatie
Nl
124
Aanhangsel
Regionummer
DVD-spelers en DVDs hebben regionummers
die aangeven in welke regio ze zijn gekocht.
De weergave van een DVD is niet mogelijk als
het regionummer niet hetzelfde is als van de
DVD-speler. Het regionummer van dit toestel
wordt op de onderzijde van het toestel weerge-
geven.
Titel
DVD-video-discs hebben een hoge gegevens-
capaciteit, waardoor er meerdere films op een
disc kunnen worden opgenomen. Als een disc
bijvoorbeeld drie films bevat, zijn ze onderver-
deeld in titel 1, titel 2 en titel 3. Zo kunt u op de
DVD op titel zoeken en andere functies gebrui-
ken.
VBR
VBR staat voor variable bit rate (variabele bit-
snelheid). Meestal wordt CBR (constant bit
rate; constante bitsnelheid) gebruikt. Maar om
de bitsnelheid flexibel aan de behoeften van
de audiocompressie aan te passen, kunt u ge-
luidskwaliteit met compressieprioriteiten krij-
gen.
WMA
WMA staat voor Windows Media" Audio en
verwijst naar een audiocompressietechnologie
die door Microsoft Corporation is ontwikkeld.
WMA-gegevens kunnen met de Windows
Media Player versie 7 of nieuwer worden geco-
deerd.
Microsoft, Windows Media en het Windows-
logo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Aanvullende informatie
Nl
125
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Algemeen
Nominale vermogensbron
..................................................... 14,4 V gelijkstroom
(toegelaten spanningsbe-
reik: 12,0 14,4 V gelijk-
stroom)
Aarding ......................................... Negatief
Hoofdtoestel:
Max. stroomverbruik .... 10,0 A
Afmetingen (B × H × D):
DIN
Chassis ..................... 178 × 50 × 160 mm
Voorpaneel .............. 188 × 58 × 36 mm
D
Chassis ..................... 178 × 50 × 165 mm
Voorpaneel .............. 170 × 46 × 31 mm
Gewicht .............................. 2,3 kg
Weggeborgen eenheid:
Max. stroomverbruik .... 1,0 A
Afmetingen (W × H × D)
........................................... 150 × 28 × 100 mm
Gewicht .............................. 0,4 kg
Display
Schermgrootte/beeldformaat
..................................................... 6,5 inch breed/16:9
(effectief beeld: 144 × 77
mm)
Pixels ............................................. 336.960 (1.440 × 234)
Type ................................................ TFT actieve matrix, transmis-
sietype
Kleursysteem ............................. NTSC/PAL-compatibel
Bereik bedieningstemperatuur
..................................................... 10 +50 °C
Bereik opslagtemperatuur
..................................................... 20 +80 °C
Camerahoekafstelling ........... 50 110°
(begininstellingen: 110°)
Audio
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 50 W × 4
50 W × 2/4 W +70W×1/2
W (voor de subwoofer)
Doorlopend uitgangsvermogen
..................................................... 27 W × 4 (DIN 45324, +B =
14,4 V)
Belastingsimpedantie ........... 4 W (4 8 W [2 W voor 1 ka-
naal] toelaatbaar)
Preout maximaal uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
..................................................... 4,0 V/100 W
Equalizer (3-bands parametrische equalizer):
Laag
Frequentie ............... 40/80/100/160 Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
wanneer versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Midden
Frequentie ............... 200/500/1k/2k Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
wanneer versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Hoog
Frequentie ............... 3,15k/8k/10k/12,5k Hz
Q-factor .................... 0,35/0,59/0,95/1,15 (+6 dB
wanneer versterkt)
Gain ............................ ±12 dB
Geluidssterkte contouren
Laag ..................................... +3,5 dB (100 Hz), +3 dB (10
kHz)
Midden ............................... +10 dB (100 Hz), +6,5 dB
(10 kHz)
Hoog .................................... +11 dB (100 Hz), +11 dB
(10 kHz)
(volume: 30 dB)
Toonregeling:
Lage tonen
Frequentie ............... 40/63/100/160 Hz
Gain ............................ ±12 dB
Hoge tonen
Frequentie ............... 2,5k/4k/6,3k/10k Hz
Gain ............................ ±12 dB
HPF:
Frequentie ......................... 50/80/125 Hz
Afval ..................................... 12 dB/oct
Subwoofer:
Frequentie ......................... 50/80/125 Hz
Afval ..................................... 18 dB/oct
Gain ...................................... ±12 dB
Fase ...................................... Normaal/tegengesteld
DVD-speler
Systeem ....................................... DVD-video, Video-CD, Sys-
teem Compact Disc Audio
Bruikbare discs ........................ DVD-video, Video-CD, Com-
pact disc
Regionummer ........................... 2
Signaalformaat:
Bemonsteringsfrequentie
........................................... 44,1/48/96 kHz
Aanvullende informatie
Nl
126
Aanhangsel
Aantal kwantisatiebits
........................................... 16/20/24; lineair
Frequentierespons .................. 5 44.000 Hz (met DVD, bij
bemonsteringsfrequentie 96
kHz)
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 97 dB (1 kHz) (IEC-A-net-
werk)
(CD: 96 dB (1 kHz) (IEC-A-
netwerk))
Dynamisch bereik ................... 95 dB (1 kHz)
(CD: 94 dB (1 kHz))
Vervorming ................................. 0,008 % (1 kHz)
Niveau uitgangssignaal:
Video .................................... 1,0 Vp-p/75 W (±0,2 V)
Audio ................................... 1,0 V (1 kHz, 0 dB)
Aantal kanalen .......................... 2 (stereo)
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3
WMA-decoderingsformaat
..................................................... Ver. 7 & 8
FM-tuner
Frequentiebereik ...................... 87,5 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 8 dBf (0,7 µV/75 W, mono,
S/N: 30 dB)
Gevoeligheid bij 50 dB demping
..................................................... 10 dBf (0,9 µV/75 W, mono)
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 75 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming ................................. 0,3 % (bij 65 dBf, 1 kHz, ste-
reo)
0,1 % (bij 65 dBf, 1 kHz,
mono)
Frequentierespons .................. 30 15.000 Hz (±3 dB)
Stereoscheiding ....................... 45 dB (bij 65 dBf, 1 kHz)
Selectiviteit ................................. 80 dB (±200 kHz)
MW-tuner
Frequentiebereik ...................... 531 1.602 kHz (9 kHz)
Bruikbare gevoeligheid ......... 18 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 65 dB (IEC-A netwerk)
LW-tuner
Frequentiebereik ...................... 153 281 kHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 30 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 65 dB (IEC-A netwerk)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp zijn ter product-
verbetering zonder voorafgaande kennisgeving
wijzigbaar.
Aanvullende informatie
Nl
127
Aanhangsel
Aanvullende informatie
A
Afspeelregeling (PBC) ..................................123
Audiotaal ..................................................42,.100
B
Beeldformaat .........................................101,.123
Boekenlegger ...................................................43
Breedbeeldstand .............................................25
C
Camerahoekpictogram .................................101
Codenummer .................................................102
Contrast ............................................................25
D
Direct zoeken ...................................................42
Dolby Digital ............................................10,.123
DTS ...........................................................10,.123
H
Helderheid .......................................................25
Hoekpictogram ................................................43
Hoofdstuk .......................................................123
K
Kinderbeveiliging ..................................101,.124
Kleur .................................................................25
L
Lineaire PCM (LPCM) ...................................124
M
Meerdere camerahoeken .............................124
Meerdere ondertitelingstalen ......................124
Menutaal ........................................................100
MPEG ..............................................................124
Multiaudio ......................................................124
Multi-audio .......................................................42
Multihoek .........................................................43
Multi-ondertiteling ...........................................43
O
Ondertitelingstaal ......................................43,.99
Optische digitale uitgangs-/ingangssigna-
len ...................................................................124
P
PBC (afspeelregeling) .....................................45
R
Regionummer ............................................8,.125
T
Taalcodekaart .................................................122
Tint ....................................................................25
Titel .................................................................125
TV-aspect ........................................................101
V
Video-CD ............................................................8
Inhoudsopgave
Nl
128
PIONEER CORPORATION
4-1, MEGURO 1-CHOME, MEGURO-KU, TOKYO 153-8654, JAPAN
PIONEER ELECTRONICS (USA) INC.
P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A.
TEL: (800) 421-1404
PIONEER EUROPE NV
Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium
TEL: (0) 3/570.05.11
PIONEER ELECTRONICS ASIACENTRE PTE. LTD.
253 Alexandra Road, #04-01, Singapore 159936
TEL: 65-6472-1111
PIONEER ELECTRONICS AUSTRALIA PTY. LTD.
178-184 Boundary Road, Braeside, Victoria 3195, Australia
TEL: (03) 9586-6300
PIONEER ELECTRONICS OF CANADA, INC.
300 Allstate Parkway, Markham, Ontario L3R OP2, Canada
TEL: (905) 479-4411
PIONEER ELECTRONICS DE MEXICO, S.A. de C.V.
Blvd.Manuel Avila Camacho 138 10 piso
Col.Lomas de Chapultepec, Mexico, D.F. 11000
TEL: 55-9178-4270
HÒ¡ýPlø
=lø : ð-qïµ44_13
ûq : (02) 2521-3588
HÒûP/Plø
/]w/ÎLFm-Ã
9901-6¤
ûq : (0852) 2848-6488
Uitgegeven door Pioneer Corporation.
Copyright © 2004 by Pioneer Corporation.
Alle rechten voorbehouden.
Gedrukt in Japan
<CRB1926-A> EW
<KSNZX> <04B00000>
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129

Pioneer AVH-P6600DVD Handleiding

Categorie
CD spelers
Type
Handleiding