Gewone geleiding
36
6
3. Met de toets op de klokthermostaat (Beeld 6.1
p.28
)
stelt u de functie in op: Automatisch ( ) (in deze modus
wordt de werking van het toestel geregeld volgens de door
u ingestelde proelen).
4. Door het luchtdebiet in te stellen op 0 (met de en
toetsen) wordt, gebaseerd op een intern algoritme en het
temperatuurverschil tussen de ingestelde temperatuur en
de gemeten temperatuur in de ruimte, het thermisch ver-
mogen en de ventilatie constant gemoduleerd.
6.4.1.3 Modulerende handmatig standaardwerking
1. Druk op de toets op de klokthermostaat (Beeld
6.1
p.28
). De Winter mode wordt bevestigd door het ver-
schijnen van het radiator symbool in de linker bovenhoek
van het display.
2. Met de toets op de klokthermostaat (Beeld 6.1
p.28
)
stelt u de functie in op: Manueel ( ), (in deze modus wordt
de werking van het toestel manueel geregeld).
3. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de gewens-
te temperatuur in te stellen. Indien u de ingestelde tempe-
raturen van Economy of Comfort (Paragraaf 6.3.3
p. 29
)
wenst te gebruiken kan u deze selecteren met de toets.
4. Door het luchtdebiet in te stellen op 0 (met de en
toetsen) wordt, gebaseerd op een intern algoritme en het
temperatuurverschil tussen de ingestelde temperatuur en
de gemeten temperatuur in de ruimte, het thermisch ver-
mogen en de ventilatie constant gemoduleerd.
6.4.1.4 Standaard automatisch vast bedrijf
1. Druk op de toets op de klokthermostaat (Beeld
6.1
p.28
). De Winter mode wordt bevestigd door het ver-
schijnen van het radiator symbool in de linker bovenhoek
van het display.
2. Stel de datum, tijd, temperaturen, week- en dagproelen in
op de klokthermostaat, zoals beschreven in de voorgaande
paragrafen.
3. Met de toets op de klokthermostaat (Beeld 6.1
p.28
)
stelt u de functie in op: Automatisch ( ) (in deze modus
wordt de werking van het toestel geregeld volgens de door
u ingestelde proelen).
4. Door het luchtdebiet in te stellen op 1, 2 of 3 (met de en
toetsen) wordt de luchtverhitter ingesteld op een vast
vermogen (1 = low, 2 = medium, 3 = maximum). De lucht-
verhitter zal werken zonder modulatie tot de gewenste tem-
peratuur wordt bereikt.
Vaste ventilatie (ventilatoren constant aan maximale snelheid)
1. Door het luchtdebiet in te stellen op 4 (met de en
toetsen) wordt, gebaseerd op een intern algoritme en op
het temperatuurverschil tussen de ingestelde (gevraagde)
temperatuur en de gemeten temperatuur in de ruimte, het
thermisch vermogen constant gemoduleerd, terwijl de ven-
tilatoren op maximum snelheid blijven draaien.
6.4.1.5 Standaard handmatig vast bedrijf
1. Druk op de toets op de klokthermostaat (Beeld
6.1
p.28
). De Winter mode wordt bevestigd door het ver-
schijnen van het radiator symbool in de linker bovenhoek
van het display.
2. Met de toets op de klokthermostaat (Beeld 6.1
p.28
)
stelt u de functie in op: Manueel ( ), (in deze modus wordt
de werking van het toestel manueel geregeld).
3. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de gewens-
te temperatuur in te stellen. Indien u de ingestelde tempe-
raturen van Economy of Comfort (Paragraaf 6.3.3
p. 29
)
wenst te gebruiken kan u deze selecteren met de toets.
4. Door het luchtdebiet in te stellen op 1, 2 of 3 (met de en
toetsen) wordt de luchtverhitter ingesteld op een vast
vermogen (1 = low, 2 = medium, 3 = maximum). De lucht-
verhitter zal werken zonder modulatie tot de gewenste tem-
peratuur wordt bereikt.
Vaste ventilatie (ventilatoren constant aan maximale snelheid)
1. Door het luchtdebiet in te stellen op 4 (met de en
toetsen) wordt, gebaseerd op een intern algoritme en op
het temperatuurverschil tussen de ingestelde (gevraagde)
temperatuur en de gemeten temperatuur in de ruimte, het
thermisch vermogen constant gemoduleerd, terwijl de ven-
tilatoren op maximum snelheid blijven draaien.
6.4.1.6 Het toestel uitschakelen
1. Om de generator uit te schakelen selecteert u de uit-bedie-
ning met behulp van de FUNCT-toets : het pictogram
verschijnt op het scherm . Op deze manier staat de ge-
nerator in stand-by: alleen de antivriesfunctie blijft actief in-
dien niet gedeactiveerd vanuit het INFO-menu (zie het "NO
FRX" -item van de tabel 6.3
p.33
).
Omdat het schadelijk is voor het apparaat, is het abso-
luut noodzakelijk om te voorkomen dat het apparaat
wordt uitgeschakeld door de stroomtoevoer af te sluiten,
omdat dit ervoor zorgt dat de ventilatoren onmiddellijk
stoppen en de limietthermostaat handmatig wordt ge-
activeerd.
6.4.1.7 Zomer mode (enkel ventilatie)
In deze mode gaat de luchtverhitter enkel ventileren, en kan
u kiezen tussen manuele ventilatie of automatische ventilatie
(Beeld 6.10
p.38
).
1. Sluit de gasleiding af en controleer dat het toestel onder
spanning staat.
2. Druk op de toets op de klokthermostaat. Het radiator
symbool verschijnt op het display.
3. Stel de ventilator snelheid in met de en toetsen (1
minimum ventilatie, 2 medium ventilatie, 3 maximum venti-
latie). Wanneer u 0 instelt stoppen de ventilatoren.
4. In de Zomer mode is de brander uitgeschakeld, en werken
de ventilatoren enkel om als luchtcirculatie.
Tijdens de Zomer mode kan u, door de FUNCT ( ) toets
in te drukken, kiezen tussen twee ventilatie functies (Beeld
6.10
p.38
):
▶
Manuele ventilatie (MAN ): continu ventilatie aan de
door u ingestelde ventilatiesnelheid, zonder tijdsbeperking;
▶
Fixed Auto Ventilation (AUTO ): Geplande tijdsloten wor-
den gebruikt om de ventilatie te starten op het gekozen