THEBEN RAMSES 850 top3 OT Handleiding

Type
Handleiding
1
RAMSES 850 top3 OT
8509200
309953 00
22 februari 2023
Digitale
klokthermostaat
NL
1. Algemene informatie
Digitale klokthermostaat voor wandmontage of montage
op inbouwdoos
De klokthermostaat voldoet aan EN 60730-2-9 bij de
voorgeschreven montage
Communicatie met de verwarming en voeding via
OpenTherm-bus
OpenTherm-verwarmingsregeling
Externe ingang om een externe temperatuursensor,
vloersensor etc. aan te sluiten
Met de app RAMSES top3 (voor Android, iOS) kunnen op
mobiele apparaten diverse parameters worden ingesteld
Directe Bluetooth-Low-Energy (BLE)-verbinding tussen
app en RAMSES top3-apparaten
Optionele accessoires: vloersensor (9070321),
aanleg-temperatuursensor (9070371), temperatuursen-
sor (9070459), dompelsensor (9070379)
2. Veiligheid
Montage en installatie uitsluitend door een
elektromonteur, een persoon met geschikte
vakkundige opleiding, met kennis en ervaring
zodat hij/zij gevaren kan herkennen en vermijden
die door elektriciteit kunnen ontstaan.
Vóór de montage/demontage moet de
voedingsspanning worden vrijgeschakeld.
Vóór ingebruikname en gebruik van het product
moet de handleiding volledig worden gelezen en
opgevolgd.
3. Bedoeld gebruik
Digitale klokthermostaat voor tijdsafhankelijke bewaking
en regeling van de ruimtetemperatuur (verwarmingsre-
geling) in eengezinswoningen, kantoren etc.
Apparaten alleen in droge binnenruimtes (geen badka-
mers etc.) gebruiken
Geschikt voor modulerende HR-systemen en module-
rende verwarmingssystemen met OpenTherm-interface
4. Montage
U kunt de klokthermostaat aan de wand of op een
inbouwdoos monteren.
Klokthermostaat monteren
!Klokthermostaat tegen vocht, stof, direct zonlicht, warm-
testraling en tocht beschermen.
Klokthermostaat op een binnenwand, ongeveer op oog-
hoogte (ca. 1,50 - 1,60 m) plaatsen.
Montageplaat met behulp van de gaten direct aan de wand
of op een inbouwdoos bevestigen.
Aders toewijzen en aansluiten.
Evt. schroeven vastdraaien.
Klokthermostaat plaatsen.
Klokthermostaat demonteren
!Bij demontage moet het apparaat zoals afgebeeld
worden geopend, omdat het anders onherstelbaar kan
worden beschadigd.
Schroevendraaier in de opening steken en iets omhoog
drukken om het apparaat te openen.
5. Aansluiting
De stroomvoorziening van de klokthermostaat naar de
verwarmingsketel vindt via OpenTherm plaats.
De tweedraadsaansluiting (OpenTherm) is niet gepolari-
seerd, d.w.z. de draden kunnen willekeurig op de verwar-
mingsketel worden aangesloten.
!De thermostaatkabel niet in dezelfde kabelgoot aanleg-
gen als de 230 V-netkabel.
!De thermostaatkabel niet parallel aan de krachtstroom-
kabel aanleggen.
Elektromonteur
2
!De externe ingang is actief; daarom mag geen externe
ingangen worden gebruikt. Het aangesloten contact of
de Theben-sensoren moeten potentiaalvrij zijn.
!Voordat de klokthermostaat wordt aangesloten, moet
de verwarmingsketel van het elektriciteitsnet worden
gescheiden.
!Zonder storende instraling kan de buskabel tot 50 m
worden verlengd.
!Elke verkeerde aansluiting leidt tot onherstelbare
beschadiging van het apparaat.
LOp de externe ingang (ext. input) kunnen externe senso-
ren zoals een vloersensor (9070321), een temperatuur-
sensor (9070459) of potentiaalvrije contacten (bijv. van
aanwezigheidsmelders etc.) worden aangesloten.
OpenTherm
OpenTherm-
Bus
Ext. input
OpenTherm-
bus
6. Instellingen op de klokthermostaat
Symbolen op het display
Hoofdmenu Bedrijfs-
modi
Submenu Instellingen
Submenu
Instellingen vervolg
Weekdagen 1–7
(maandag – zondag)
< >
+/–
∙ Bladeren in het display
∙ Keuze bevestigen (>) of een stap terug (<)
∙ Waarden instellen
Met + selecteren
7. Menu
Hoofdmenu Bedrijfsmodi
Weekprogramma’s P1–P3
Comforttemperatuur
Verlaagde temperatuur (Eco)
Vorstbeveiligingstemperatuur
Datum/tijd instellen
Service/Instellingen
Submenu Instellingen
Weekprogramma’s P1–P3 wijzigen
Tapwaterregeling
Schoorsteenvegerfunctie
Weergave aanpassen
Wandcompensatie (offset) instellen
Raamdetectie selecteren
Regelaar selecteren
Optimalisatiefunctie instellen
Externe ingang
PIN invoeren/wijzigen
Zomer-/wintertijdomschakeling instellen
Pompbeveiliging instellen
Storing
Bluetooth
Verwarmen actief
Vakantieprogramma
Hoe werkt mijn klokthermostaat?
Uw klokthermostaat zorgt ervoor dat de temperatuur in uw
ruimte op de ingestelde tijdstippen de gewenste waarde
heeft. U kunt 3 weekprogramma’s instellen (P1 – P3). Boven-
dien kunt u de temperaturen van de bedrijfsmodi (Comfort,
Verlaagde temperatuur en vorstbeveiliging) bepalen en
activeren:
Comforttemperatuur: deze wordt meestal overdag
gebruikt, d.w.z. wanneer u aanwezig bent.
Verlaagde temperatuur (Eco of energiespaartempera-
tuur) voor ‘s nachts.
Vorstbeveiligingstemperatuur: deze wordt gebruikt
wanneer u langere tijd afwezig bent (bijv. vakantie). De
temperatuur is nog net zo hoog dat de verwarmingsin-
stallatie tegen vorst blijft beveiligd.
TIP
De klokthermostaat kan het eenvou-
digst en snelst met de app RAMSES
top3 worden bediend!
3
8. Eerste inbedrijfstelling
LVooraf ingesteld is de zomer-/wintertijdomschakeling
voor Midden-Europa.
Nadat de RAMSES 850 top3 OT is gemonteerd en aangeslo-
ten, moet de datum/tijd en – indien gewenst – een andere
zomer-/wintertijdomschakeling worden ingevoerd.
Datum en tijd invoeren
LDe instelling van datum en tijd kan worden overgeslagen
wanneer men met de app verbinding maakt. De klokther-
mostaat kiest dan de tijd en datum van het mobiele
apparaat.
Met +/– de gewenste uren invoeren.
Met > bevestigen.
Met +/– de gewenste minuten invoeren.
Met > bevestigen. Nu verschijnt het jaar.
Het jaar met > bevestigen. De beide cijfers voor de maand
aan de rechterkant knipperen.
De maand met +/– invoeren.
Met > bevestigen.
De dag met +/– invoeren.
Met > bevestigen.
Het apparaat is nu gebruiksklaar. Op het display verschij-
nen het weekprogramma P1, de werkelijke temperatuur,
de gewenste temperatuur linksonder en de huidige tijd
rechtsonder.
LDatum en tijd kunnen ook in het hoofdmenu worden
gewijzigd.
Andere zomer-/wintertijdomschakeling invoeren
De zomer-/wintertijdomschakeling kunt u onder Instellingen
wijzigen (zie Pagina 6).
Gewenste temperatuur kortdurend wijzigen
LDe gewijzigde gewenste temperatuur wordt niet in het
programma opgeslagen en door de volgende geprogram-
meerde schakeltijd vervangen. Dit geldt ook wanneer de
programma’s P1 – P3 actief zijn.
Is de comfort-, verlaagd of vorstbeveiligingstemperatuur
actief, dan geldt de gewijzigde gewenste temperatuur perma-
nent.
Met > naar het hoofdmenu gaan.
Hier op + drukken. De gewenste temperatuur knippert.
Met +/– de gewenste temperatuur invoeren.
Met > bevestigen.
1. Hoofdmenu: Bedrijfsmodi instellen/wijzigen
Met > door het hoofdmenu bladeren (of terug met <).
Met + de gewenste functie selecteren.
Met + of – de waarde wijzigen.
Met > bevestigen.
Programma’s P1 – P3
U hebt 3 vooraf ingestelde weekprogramma’s ter beschikking:
12:00 (21 °C)
20:00 (17 °C)
07:00 (21 °C)
22:00 (17 °C)
Ma Di Wo Do Vr Za Zo
12:00 (21 °C)
20:00 (17 °C)
07:00 (21 °C)
22:00 (17 °C)
12:00 (21 °C)
20:00 (17 °C)
07:00 (21 °C)
22:00 (17 °C)
Met > het gewenste programma selecteren.
Met + bevestigen.
Als u het programma (schakeltijden) wilt wijzigen, gaat
u naar Instellingen .
Comfort-, verlaagde en vorstbeveiligingstemperatuur
Deze 3 bedrijfsmodi kunt u selecteren en evt. wijzigen.
Met > het gewenste vooraf ingestelde programma
selecteren.
Met + bevestigen.
Met + of – de gewenste waarde instellen.
Met > bevestigen.
2. Submenu: Instellingen
In het submenu Instellingen kunnen programma's, weer-
gave, wandcompensatie, PIN, regelaar, pompbeveiliging etc.
worden ingesteld.
2 x op > drukken en met > naar Instellingen gaan.
Met + bevestigen. Nu verschijnt het knipperende
Bluetooth-symbool.
4
Bluetooth
Als het Bluetooth-symbool knippert, kan de klokthermo-
staat verbinding maken met de app RAMSES top3 op uw
smartphone of tablet (zie hiervoor Pagina 7).
LWordt het Bluetooth-symbool permanent op het display
weergegeven, dan is het apparaat met de app verbonden.
LWordt de toets – 8 s ingedrukt, dan worden alle verbin-
dingsgegevens gewist.
U kunt ook Bluetooth overslaan en
op > drukken. Nu kunt u de 4-cijferige PIN (default:
0000) met + of – invoeren.
Bevestig elk cijfer met >. Daarna bevindt u zich in het sub-
menu Instellingen.
LAls u de juiste PIN bent vergeten, drukt u 30 s op + (reset).
De PIN wordt dan 5 min op 0000 gezet en u kunt uw
wachtwoord invoeren. Als u in deze tijd het wachtwoord
niet invoert, is het oude wachtwoord weer actief.
Pas dan kunt u in het submenu Instellingen de volgende
functies wijzigen:
1. Weekprogramma’s P1 – P3 (P4) wijzigen/opvragen/
wissen
De vooraf ingestelde programma’s kunnen worden gewijzigd
en gewist.
LU kunt 42 schakeltijden wijzigen.
LIs de functie Tapwaterregeling geactiveerd, dan verschijnt
het programma P4.
Als u het programma of de schakeltijden wilt wijzigen, gaat u
naar Instellingen .
Met > naar Instellingen gaan. Het menu knippert.
Met + het programma P1, P2 of P3 kiezen.
Met > bevestigen. Nu verschijnt bijv. P1.
Schakeltijden opvragen/wijzigen van P1
Wanneer u op > drukt, kunt u de ingevoerde schakeltijden
opvragen.
Met + of – de waarden wijzigen en met > bevestigen.
2 x op + resp. drukken en de schakeltijd selecteren
en met + of – de gewenste waarde invoeren en met >
bevestigen.
Met < > de tijd, de dag van de week of de temperatuur
wijzigen.
Voor de programma's P2, P3 de bovenstaande stappen
uitvoeren.
Met < het menu P1 sluiten.
Schakeltijden wissen
De te wissen schakeltijd selecteren en met + of – naar
--:-- gaan (ligt tussen 23.xx en 00.xx uur).
Met > bevestigen. De schakeltijd is gewist.
Om andere schakeltijden te wissen, moeten de bovenge-
noemde stappen worden uitgevoerd.
2. Schoorsteenvegerfunctie
Deze functie (onder Instellingen ) dient voor het
uitvoeren van de wettelijke voorgeschreven emissiemetingen.
Voor de overdracht naar de OpenTherm-bus zijn er twee
activeringsniveaus, die met opdrachten kunnen worden
geschakeld (volllast 100%, deellast 50%, Uit) (default off).
Met +/– de functie max. 30 min in-/uitschakelen (On, Off).
Na 30 min wordt automatisch uitgeschakeld.
Met > bevestigen.
3. Tapwaterregeling (bedrijfswaterregeling)
U kunt de tapwaterregeling vrijschakelen onder Instellingen
. (default: off)
Met +/– de functie in- of uitschakelen (On, Off).
Met > bevestigen.
Hebt u Aan gekozen, dan verschijnt onder weekpro-
gramma’s P4.
4. Weergave aanpassen
U kunt de weergaven van uw display (in de bedrijfsmodus)
onder Instellingen aanpassen.
Met + of – kan tussen werkelijke temperatuur, gewenste
temperatuur en tijd worden gewisseld om de gewenste
displayweergave te krijgen.
LU kunt ook de displayhelderheid met + of – aanpassen
(van - tot ---- ) en de duur van de achtergrondverlichting
instellen (bijv. 0:30 min:sec).
5. Wandcompensatie instellen
Wanneer de montageplaats ongunstig ligt, kunnen tempe-
ratuurafwijkingen tussen de gedetecteerde en de daadwer-
kelijke ruimtetemperatuur optreden (bijv. bij een te koude
buitenwand of een te warme binnenwand). Dit verschil kan
door de wandcompensatie worden gecorrigeerd.
Onder Instellingen met + of – de gemeten tempe-
ratuur van – 3 °C tot + 3 °C aanpassen.
Met > bevestigen.
6. Raamdetectie selecteren
Is deze functie actief, dan detecteert de klokthermostaat de
temperatuurverlaging wanneer het raam bij een lage buiten-
temperatuur wordt geopend. De verwarming wordt dan 15
min. gestopt om energie te besparen (de temperatuur wordt
op de vorstbeveiligingstemperatuur geregeld).
Onder Instellingen met + of – de functie in- of
uitschakelen (On, Off).
Met > bevestigen.
7. Regelaar selecteren
Met deze functie kunt u (afhankelijk van de ingestelde ver-
warming) 2 verschillende regelaars selecteren:
1 → Ruimtemperatuurregelaar (PI-regelaar) (met ruimteaf-
hankelijke
regeling)
2 → Buitentemperatuuregelaar (met weersafhankelijke
regeling)
Onder Instellingen met + of – het regelaartype 1
of 2 selecteren (default: PI-regelaar).
5
Ruimtetemperatuurregelaar
Uit het verschil tussen de gewenste en de werkelijke ruim-
tetemperatuur wordt de warmtebehoefte berekend. Deze
bestaat uit een P- en een I-deel. Bij de ruimtetempera-
tuurregelaar wordt voor de regeling direct de ingestelde
gewenste ruimtetemperatuur gebruikt, dw.z. afhankelijk van
de ruimtetemperatuur.
P-band: bereik voor de gewenste/werkelijke temperatuur,
verschil,
waarin het CSP (control setpoint) naar rato wordt berekend.
I-deel: tijd in minuten waarmee de opgevraagde aanvoer-
temperatuur binnen het modulatiebereik met 1 °C
wordt verhoogd of verlaagd.
Voorbeeld (P-band, bijv. 1,6 K)
Ruimtetemperatuur
0 °C
10 °C
20 °C
21,8 °C
0,4 °C
23,4 °C
1,6 K
30 °C
}
Verwarmen tot 100%
Modulatiebereik 0–100%
Werkelijke ruimtetemperatuur
23 °C
Gewenste ruimtetemperatuur 23,4 °C
Verwarmen uit
t/min
Instelbereiken:
P-band (0,5 K–2,5 K) Regelbereik (default: 1,6 K)
I-deel (1–10) Integraaldeel in minuten (default: 10):
Integraaldeel klein → snel uitregelen van de
regelafwijking
Integraaldeel groot → langzaam uitregelen van de
regelafwijking
Buitentemperatuurregelaar
De instelling van het voet- en eindpunt heeft altijd betrekking
op een gewenste ruimtetemperatuur van 21°C. Met de ver-
schuiving wordt bij een andere gewenste ruimtetemperatuur
een desbetreffende offset naar het CSP berekend.
Instelbereiken:
Voetpunt: 10–40 °C
Eindpunt: 25–90 °C
Verschuiving: 2–20 K/°C
Verwarming uit bij 10–25 °C
Ruimte-invloed: 0–20 K/°C
Bij de buitentemperatuurregelaar wordt de temperatuur door
een vooraf ingestelde stooklijn bepaald. Voetpunt en eindpunt
van deze kromme kunnen worden ingesteld.
Bij het temperatuurniveau Verlaagde temperatuur wordt
de stooklijn met een eveneens instelbare waarde parallel
verschoven.
10
20
30
40
50
60
70
80
90
°C 0+10+20 -10 -20
Buitentemperatuur
Aanvoertemperatuur
Voetpunt
Eindpunt
Stooklijn instellen
Bij de weersafhankelijke regeling worden voetpunt en eind-
punt van de stooklijn ingesteld. Voor een tijdelijke tempera-
tuurwijziging kunnen de waarden op het voet- en eindpunt
worden gewijzigd (zie afbeelding).
Instelbereik Fabrieksinstellingen
Voetpunt 10–40 ˚C + 25 ˚C
Eindpunt 25–90 ˚C + 60 ˚C
P-verschuiving
verlaging 5–35 K 25 K
Vorstgrens + 3 °C
Parameters voor het verwarmingssysteem bepalen
Verwarmingstype Aanvoer-/retour-
temperatuur
Radiatorverwarming Hoge temperatuur 90/70
Radiatorverwarming Gemiddelde
temperatuur
70/50
Vloerverwarming Laagste temperatuur 40/30
Verwar-
mings-
type
Stooklijn
voetpunt
Stooklijn
eindpunt
P-ver-
schuiving/
verl. temp.
Vorst-
grens
90/70-sys-
teem 30 ˚C 85 ˚C 15 ˚C 3 ˚C
70/50-sys-
teem 25 ˚C 75 ˚C 15 ˚C 3 ˚C
40/30-sys-
teem 25 ˚C 45 ˚C 15 ˚C 3 ˚C
Stooklijn tijdelijk wijzigen/verschuiven
Door de verschuiving wordt bij een andere gekozen gewenste
ruimtetemperatuur een overeenkomstige offset voor de
gewenste aanvoertemperatuur berekend. Met de ingestelde
verschuiving wordt bepaald met welke waarde de gewenste
aanvoertemperatuur zich per graad verschil ten opzichte van
de gewenste ruimtetemperatuur van 21 °C verschuift.
Voorbeeld
Met de instellingen voet- en eindpunt wordt bij een buiten-
temperatuur van – 5 °C een gewenste aanvoertemperatuur
van bijv. 50 °C berekend om de gewenste ruimtetemperatuur
(referentietemperatuur) van 21 °C te bereiken. Is de gekozen
gewenste ruimtetemperatuur echter 19 °C , dan wordt met
een ingestelde verschuiving van 10 K/°C een
6
gewenste aanvoertemperatuur van 50 °C – (21 °C–19 °C)
x 10 K/°C =
50 °C – 20 K = 30 °C
berekend.
Verwarming uitschakelen (verwarming uit bij ...)
Bij de buitentemperatuurafhankelijke regeling kunt u de rege-
laar zo programmeren dat de verwarming bij een ingestelde
buitentemperatuur wordt uitgeschakeld.
Ruimte-invloed instellen
Bij een grote afwijking van de ruimtetemperatuur ten opzichte
van de gewenste temperatuur kan de aanvoertemperatuur
worden aangepast.
Offset aanvoertemperatuur = ∆ Tv
ingestelde ruimte-invloed = PI
Gewenste ruimtetemperatuur = TR gewenst
Werkelijke ruimtetemperatuur = TR werkelijk
Tv = PI (TR gewenst – TR werkelijk)
Vb: TR gewenst = 20 °C TR werkelijk = 18 °C PI = 3
Tv = 3 x ( 20 °C – 18 °C) = 6 K
De aanvoertemperatuur wordt met 6 K verhoogd.
LHoe hoger de gekozen ruimte-invloed, des te meer invloed
de ruimtetemperatuur op de aanvoertemperatuur heeft.
8. Optimalisatiefunctie instellen
Met de optimalisatiefunctie kunt u op een gewenst schakel-
tijdstip een bepaalde ruimtetemperatuur bereiken. Daarbij
wordt aangegeven hoeveel minuten eerder met verwarmen
wordt begonnen. Deze tijd geldt per K temperatuurver-
schil tussen de werkelijke temperatuur en de gewenste
temperatuur.
Voorbeeld
's Morgens om 06.00 uur is in de badkamer de omschake-
ling van verlaagde (17 °C) naar comforttemperatuur (23 °C)
geprogrammeerd.
Zonder optimalisatiefunctie schakelt de ruimtethermostaat de
warmtevraag voor de badkamer om 06.00 uur vrij. Afhankelijk
van de afmeting van de ruimte en geïnstalleerde verwar-
mingsinstallatie bereikt de badkamer bijv. om 6.30 uur de
gewenste 23 °C.
Met ingestelde optimalisering van 5 min/K geeft de thermo-
staat de warmtevraag eerder vrij, namelijk:
Gewenste temperatuur om 06.00 uur 23 °C
Werkelijke temperatuur 17 °C
d.w.z. delta T = 6 K
6 K * 5 min/K = 30 min
De regelaar geeft dus 30 min eerder het startsignaal voor het
verwarmen en bereikt de gewenste temperatuur om 06.00
uur.
LDe in te stellen optimalisatiewaarde is afhankelijk van de
ruimte- en verwarmingsomstandigheden.
Onder Instellingen met + of – de optimalisatie-
functie selecteren.
Met + of – de tijd van 1 min tot 60 min of Off instellen en
met > bevestigen.
9. Externe ingang
De externe ingang kan voor diverse externe sensoren
worden gecongureerd.
!De externe ingang is actief; daarom mag geen externe
ingangen worden gebruikt. Het aangesloten contact
moet potentiaalvrij zijn.
Onder Instellingen met + of – de externe ingang
selecteren.
Met + of – een van de 6 opties instellen en met >
bevestigen.
De volgende opties zijn bij de afzonderlijke sensoren/
contacten beschikbaar:
0 → niet actief
1 → vloer
2 → externe temperatuursensor
3 → aanwezigheidsmelder
4 → raamcontact
5 → telefooncontact
Vloer Temperatuur-
grens
Vloertemperatuurbegrenzing, vloertem-
peratuurkeuze tussen 20 °C en 50 °C
instelbaar; vloersensor (9070321)
LGeen veiligheidstemperatuurbegren-
zer, maar apparaattype 1 B volgens
EN 60730-1.
Externe
temperatuur-
sensor
Geen opties De interne temperatuursensor wordt
uitgeschakeld; externe temperatuur-
sensor (IP 65) (9070459).
Aanwezig-
heidsmelder
Temperatuur-
keuze
Op deze temperatuur wordt geregeld
als de HVAC-uitgang van de aanwezig-
heidsmelder ingeschakeld is. Zonder
aanwezigheid wordt volgens het inge-
stelde programma geregeld.
Raamcontact Geen opties Zolang het raamcontact open
is, regelt de thermostaat op
vorstbeveiligingstemperatuur.
Telefooncontact Temperatuur-
keuze
Temperatuur selecteren waarop de
regelaar moet regelen als het telefoon-
contact wordt ingeschakeld.
10. PIN
Met deze functie kunt u een nieuwe PIN afgeven.
LDe PIN is af fabriek op 0000 ingesteld.
Onder Instellingen met + of – PIN selecteren.
Met + of – de 4-cijferige PIN invoeren.
Bevestig elk cijfer met >.
11. Zomer-/wintertijdomschakeling wijzigen
Hier kunt u een andere zomer-/wintertijdomschakeling
instellen.
LVooraf ingesteld is de zomer-/wintertijdomschakeling
voor Midden-Europa.
Onder Instellingen met + of – de zomer-/winter-
tijdomschakeling van 0–3 selecteren.
U kunt kiezen tussen
0 → niet actief (geen zomer-/wintertijdomschakeling)
7
1 → Midden-Europa (default):
De omschakeling van wintertijd op zomertijd vindt
plaats op de laatste zondag in maart om 2 uur (om 2
uur wordt de klok een uur later op 3 uur ingesteld)
De omschakeling van zomertijd op wintertijd vindt
plaats op de laatste zondag in oktober om 3 uur (om 3
uur wordt de klok een uur eerder op 2 uur ingesteld)
2 → West-Europa:
De omschakeling van wintertijd op zomertijd vindt
plaats op de laatste zondag in maart om 1 uur (om 1
uur wordt de klok een uur later op 2 uur ingesteld)
De omschakeling van zomertijd op wintertijd vindt
plaats op de laatste zondag in oktober om 2 uur (om 2
uur wordt de klok een uur eerder op 1 uur ingesteld)
3 → Oost-Europa:
De omschakeling van wintertijd op zomertijd vindt
plaats op de laatste zondag in maart om 3 uur (om 3
uur wordt de klok een uur later op 4 uur ingesteld)
De omschakeling van zomertijd op wintertijd vindt
plaats op de laatste zondag in oktober om 4 uur (om 4
uur wordt de klok een uur eerder op 3 uur ingesteld)
12. Pompbeveiliging instellen
De pompbeveiliging is een functie die 1 x per week wordt
ingeschakeld om de pomp tegen vastlopen te beschermen.
LIs de pompbeveiliging geactiveerd, dan wordt de verwar-
mingscircuitpomp elke woensdag om 11.30 uur gedu-
rende een minuut ingeschakeld.
Onder Instellingen met + of – On of Off (default)
selecteren.
13. Vakantieprogramma
Het vakantieprogramma kan alleen met de app RAMSES top3
worden ingesteld. Is het vakantieprogramma ingesteld, dan
verschijnt op het display van de klokthermostaat het symbool
.
Storing
Bij een storing of een fout knippert de foutcode op het
display. Ook het gevarendriehoek knippert. Alle andere
displaysymbolen worden gewist.
Fout 0 t/m 255 zijn ketelspecifieke foutmeldingen van de
ketel via de OT-bus. De andere foutcodes zijn:
Foutcode Uitleg
301 Ketel meldt via OT-bus alg. sensorbreuk
302 Ketel meldt via OT-bus sensorbreuk van de
buitentemperatuursensor
303 Ketel meldt via OT-bus “Low water pressure” (lage
waterdruk)
304 Ketel meldt via OT-bus ‘Gas-/ame fault” (gas-/
vlamstoring)
305 Ketel meldt via OT-bus “Air pressure fault”
(luchtdrukstoring)
306 Ketel meldt via OT-bus “Water over temperature” (te
hoge watertemperatuur)
307 Ketel meldt via OT-bus “Lockout” (vergrendeling)
308 Ketel meldt via OT-bus een busfout
401 Fout externe temperatuursensor, sensorbreuk
402 Fout externe temperatuursensor, sensorkortsluiting
403 Fout ruimtetemperatuursensor, sensorbreuk
404 Fout ruimtetemperatuursensor, sensorkortsluiting
405 Fout interne temperatuursensor, sensorbreuk
406 Fout interne temperatuursensor, sensorkortsluiting
Druk op de toets > om de fout te wissen. Dan verschijnt het
hoofdmenu en de fout wordt gewist.
Of druk op de toetsen +/– en de fout wordt ook gewist.
LIs de fout niet verholpen, dan verschijnt deze opnieuw in
het Automenu.
Weergave symbool ‘Verwarmen actief’
Het symbool verschijnt wanneer RAMSES top3 info over
verwarmen naar de warmtegenerator zendt.
Weergave symbool ‘Vlam’
Dit symbool verschijnt wanneer het brander-bit is geacti-
veerd (de verwarming moet worden ingeschakeld).
Reset
30 s op + drukken. De klokthermostaat slaat de laatst
ingevoerde gegevens van P1–P3, comfort-, verlaagde en
vorstbeveiligingstemperatuur en de apparaatnaam op.
9. Instellingen met de app RAMSES top3
Klokthermostaat met een mobiel apparaat en de
app RAMSES top3 verbinden
De klokthermostaat kan via Bluetooth met de app worden
bediend. Via de geïntegreerde Bluetooth-module wordt de
smartphone of tablet met de klokthermostaat verbonden.
App RAMSES top3 uit de App Store of Google Play Store
downloaden.
Met > naar het submenu Instellingen op de klokthermo-
staat gaan. Nu verschijnt het knipperende Bluetooth-sym-
bool .
De app RAMSES top3 openen.
De app zoekt de aanwezige apparaten, waarna de lijst met
beschikbare apparaten verschijnt.
Het gewenste apparaat selecteren en met OK bevestigen.
8
De app RAMSES top3
Gewenste temperatuur, te wijzigen
in stappen van 0,2 °C (2 °C – 30 °C)
Apparatenlijst
Snelle keuze
Instellingen, apparaatbeheer
App-info, gebruiksaanwijzing
Info: apparaattype, externe ingang,
serienummer etc.
Snelle keuze
Bij de snelle keuze kunt u tussen comforttemperatuur en
verlaagde temperatuur (Eco) kiezen.
Programme-
ring van de
schakeltijden
Bedrijfsmodi:
Programma’s P1 – P3
Comfort-, verlaagde, vorst-
beveiligingstemperatuur
Snelle keuze
Comfortmodus* – Eco-modus*
* tot aan de volgende schakeltijd
Programma's P1–P3 (P4) opvragen, wijzigen,
wissen
Onder Programma kunt u
de voorgeprogrammeerde weekprogramma’s P1 – P3
en P4 (tapwater) opvragen, wijzigen of wissen.
U kunt een nieuw programma maken of
een programma als favoriet opslaan, dit importeren of
ook een vakantieprogramma maken.
LPer programma kunnen max. 24 schakeltijden geprogram-
meerd worden, in totaal dus 42.
LBij de programmering worden de geselecteerde dagen
altijd zo weergegeven en de niet-geselecteerde dagen
.
De gemaakte programma's worden automatisch naar de
klokthermostaat gezonden.
Vakantieprogramma maken
Om een vakantieprogramma te maken en dit te activeren,
moet de regelaar naar ‘Activeren’ worden geschoven.
9
Nadat met de app een vakantieprogramma werd gemaakt,
krijgt de klokthermostaat de volgende informatie:
actief/niet-actief
startdatum en einddatum met tijd
gewenste ruimtetemperatuur tijdens de vakantietijd
LWeekprogramma's kunnen in de app RAMSES top3
worden opgeslagen en weer worden opgeroepen.
Tapwaterprogramma P4
Onder Programma kunt u ook het programma Tapwater
vinden en wijzigen. U kunt kiezen tussen
tapwater gewenst(e temperatuur)
schakeltijd en
tapwater gedeactiveerd, geactiveerd en
de weekdagen selecteren
Instellingen
Op Instellingen drukken.
Het venster wordt geopend.
LDe functies in dit submenu moeten door een elektromon-
teur worden ingesteld.
In de instellingen kunnen de taal, temperatuur (Comfort, Eco
(verlaagd temperatuur), Vorstbeveiliging), wandcompensatie,
optimalisatie etc. worden ingesteld.
1. Wandcompensatie instellen
Zie daarvoor Pagina 4 eerder.
2. Tapwater (bedrijfswater)
U kunt de tapwaterregeling in- of uitschakelen (default: Uit).
LHebt u Aan gekozen, dan verschijnt het weekprogramma
voor tapwater als P4 in het menu .
3. Regelaar instellen
U kunt daarvoor kiezen tussen 2 regelaartypen (bij aanslui-
ting van een modulerende verwarming):
1 – Ruimtetemperatuurregelaar (PI-regelaar), zie Pagina 4
2 – Buitentemperatuurregelaar, zie Pagina 4
10
4. Externe ingang
De externe ingang kan voor diverse externe sensoren worden
gecongureerd, zie daarvoor Pagina 6.
Foutweergave op de RAMSES top3
LIs de externe ingang op 'vloer' of 'ruimtetemperatuur'
ingesteld, dan moet een overeenkomstige temperatuur-
sensor zijn aangesloten. Ontbreekt deze sensor, dan
knippert een foutmelding op het apparaat. Dezelfde fout-
melding verschijnt ook in het startmenu in de app.
5. Optimalisatie instellen
Met de optimalisatiefunctie kunt u op een gewenst schakel-
tijdstip een bepaalde ruimtetemperatuur bereiken,
zie Pagina 6.
6. Schoorsteenvegerfunctie
Deze functie dient voor het uitvoeren van de wettelijke
voorgeschreven emissiemetingen. Voor de overdracht naar de
OpenTherm-bus kunt u kiezen tussen volllast
100%, deellast 50% of Uit) (default off).
7. Zomer-/wintertijdomschakeling instellen
LVooraf ingesteld is de zomer-/wintertijdomschakeling
voor Midden-Europa (zie ook pagina Pagina 7).
U kunt kiezen tussen
0 → Off (geen zomer-/wintertijdomschakeling)
1 → Midden-Europa (default)
2 → West-Europa
3 → Oost-Europa
8. Raamdetectie instellen
Hier kunt u tussen Aan en Uit kiezen; voor nadere info zie
Pagina 4.
11
9. Pompbeveiliging instellen
U kunt de pompbeveiliging in- of uitschakelen, zie daarvoor
Pagina 7.
10. TSP-parameters (Transparent Slave parameters)
instellen
Afhankelijk van de aangesloten OpenTherm-verwarming
kunnen diverse TSP-parameters worden ingesteld (zie Hand-
leiding voor de OpenTherm-verwarming).
11. PIN
Met deze functie kunt u een nieuwe viercijferige PIN afgeven
resp. wijzigen.
12. Fabrieksinstelling
Hier kunt u alle functies weer op de fabrieksinstelling instel-
len (reset).
13. Weergave instellen
U kunt de weergave van uw display aanpassen, zie ook
Pagina 4.
Apparaatbeheer
Naam bewerken
Apparatenlijst
Wissen
Zoeken naar nieuwe apparaten
...
12
In het menu Apparaatbeheer kunt u de naam wijzigen,
wissen etc.
Met + kunt u naar andere RAMSES top3-apparaten zoeken.
Info
In het menu Info vindt u alle informatie over uw apparaat
RAMSES top3 (apparaattype, serienummer etc.).
10. Verhelpen van storingen
Storing Oplossing
Viercijferige PIN
(wachtwoord) vergeten
U kunt een reset van het apparaat afdwingen
(druk ca. 30 s op +). Daarna is de apparaat-PIN
5 min op 0000 ingesteld. In die tijd kunt u het
wachtwoord wijzigen. Na deze 5 min. is het oude
wachtwoord of het nieuw ingevoerde wachtwoord
actief.
Geen Bluetooth-ver-
binding met het
apparaat
Zorg dat het apparaat in de verbindingsmodus
staat (alleen bij de eerste keer dat u verbinding
maakt, zie Pagina 7), binnen bereik is en dat
op uw mobiele apparaat Bluetooth geactiveerd is.
Als het probleem blijft bestaan, schakelt u
Bluetooth op uw mobiele apparaat uit en weer in.
Zijn de problemen dan nog niet opgelost, dan
moet u uw mobiele apparaat opnieuw starten.
De verwarming wordt
niet op de gewenste
tijd ingeschakeld.
Controleer welk programma actief is (P1, P2 of P3)
(datum en tijd van het apparaat, in- en uitschakel-
tijden correct ingevoerd, zie Pagina 8).
Controleer de instelling van uw regelaar (ruimte-
temperatuurregelaar, buitentemperatuurregelaar,
zie Pagina 9). Of controleer de optimalisatie-
functie (zie Pagina 6).
Logregistratie werkt
niet.
Als u een iPad
gebruikt, kan de log-
registratie door vegen
naar links niet meer
worden weergegeven.
Deactiveer in de instellingen de functie ‘Stage
Manager’. De logregistratie wordt bij vegen weer
weergegeven.
11. Technische specicaties
Voedingsspanning OT-bus (ca. 18 V)
Stand-by-vermogen ca. 50 mW
Regelaartype modulerende regelaar, werkt volgens het
OpenTherm-protocol (OpenTherm V4.0 met
SmartPower)
Gangreserve 4 uur
Werkwijze Type 1 volgens EN 60730-1
Bedrijfstemperatuur + 0 °C ... + 50 °C
Temperatuurinstelbereik + 2 °C ... + 30 °C in stappen van 0,2 °C
Geheugenplaatsen 42
Beschermingsgraad IP 40 volgens EN 60529
Beschermingsklasse III volgens EN 60730-1
Ontwerpstootspanning 0,8 kV
Vervuilingsgraad 2
Softwareklasse A
Radiofrequentie/
zendvermogen
BLE 2,4 ... 2,48 GHz; max. 2 dBm
Bereik in het vrije veld: ca. 40 m
Hierbij verklaart Theben AG dat dit type radiograsche installatie aan
de richtlijn 2014/53/EU voldoet. De volledige tekst van de EU-Con-
formiteitsverklaring is beschikbaar op de volgende website:
www.theben.de/red-konformitaet
Reiniging en onderhoud
Reinig het oppervlak van het apparaat met een droge,
zachte doek.
Gebruik geen reinigings- en oplosmiddelen.
Afvoer
Voer het apparaat apart van het huis-
houdelijk afval af en breng het naar
een ofcieel inzamelpunt.
12. Maattekeningen
107 27,5
13. Contact
Theben AG
Hohenbergstr. 32
72401 Haigerloch
DUITSLAND
Tel. +49 7474 692-0
Fax +49 7474 692-150
Hotline
Tel. +49 7474 692-369
Adressen, telefoonnummers etc.
www.theben.de
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

THEBEN RAMSES 850 top3 OT Handleiding

Type
Handleiding