E552NL_03.DOC Instelwerkzaamheden 7
1. Dragend frame van de machine in de juiste positie draaien.
2. Machine met behulp van de bout (110) in het werkstation
bevestigen (sleutel bevindt zich bij het toebehoren).
3. De beide spanhefbomen (46) losmaken.
4. De plaat (45) waar de machine in wordt vastgehouden laat zich
nu door verdraaien van de stergreep (49) verstellen.
5. Hierdoor wordt de tegenhouder ten opzichte van de randen
(41) en (42) versteld. (tegenhouder = geharde steun waarop
de te bewerken plaatkant tijdens de werkprocedure
langsgeschoven wordt).
6. Afschuiningshoogte en plaatdikte van de beide kartelmoeren
(31) en (34) van de machine instellen.
ca. 0-0.5 mm
41 29 42
29 Tegenhouder
41 Randen
42 Randen
Instelmaat van de tegenhouder van de machine
ten opzichte van de randen van het werkstation
7. Tegenhouder min. 0 en max. 0.5 mm boven de steunvlakken
van de randen (41) (42).
8. Erop letten dat de plaat (45) parallel aan de randen (41) (42)
wordt versteld.
9. Vlak plaatdeel met rechte kant op de randen (41) (42) leggen.
10. Stergreep (49) draaien tot de tegenhouder met de plaatkant in
aanraking komt.
11. Beide stergrepen (49) altijd ca. 1/4 omwenteling verder naar
rechts draaien en met de gekartelde contramoeren (48)
borgen.
12. Plaat (45) met de beide spanhefbomen (46) vastklemmen.
13. Werkstuk wordt op de plaat (45) gelegd.
Opmerking
Werkstuk tijdens de bewerking zodanig vasthouden dat het vlak op
de plaat (45) ligt en de plaatkant op de randen (41) (42).
Fig. 13403