Sorel TC 3Kw de handleiding

Type
de handleiding
ThermostaatcontrollerTC
Installatie- en gebruiksinstructies
Lees dit zorgvuldig door voordat u de temperatuurverschilregelaar installeert, in bedrijf stelt en
bedient
Inhoudsopgave
Veiligheidsinstructies 3
EU-conformiteit 3
Algemene instructies 3
Verklaring van symbolen 3
Wijzigingen aan de eenheid 4
Garantie en aansprakelijkheid 4
Verwijdering en verontreinigende stoffen 4
Beschrijving TC 5
Over de regelaar 5
Specificaties 5
Leveromvang 5
Hydraulische varianten 6
Installatie 6
Elektrische terminals 6
Elektrische aansluiting 7
Wandmontage 7
De temperatuursensors installeren 8
Temperatuurweerstandstabel voor Pt1000-sensors 8
Bediening 8
Scherm en invoer 8
Inbedrijfstellingshulp 9
1. Meetwaarden 9
2. Statistieken 9
Bedrijfsuren 10
Hoeveelheid warmte 10
Grafisch overzicht 10
Foutmeldingen 10
Resetten / Wissen 10
3. Bedrijfsmodus 10
Automatisch 10
Handmatig 10
Uit 10
4. Instellingen 11
Tset aan/uit 11
PV contact 11
Zet PV uit 11
Bedrijfsuren 11
5. Beschermingsfuncties 12
Antiblokkeerbeveiliging 12
Antilegionella 12
6. Speciale functies 13
Programmaselectie 13
Datum en tijd 13
Sensorcalibratie 13
Inbedrijfstelling 13
Fabrieksinstellingen 13
Zomertijd 13
Schermspaarmodus 13
7. Menuvergrendeling 14
8. Onderhoudswaarden 14
9. Taal 14
Storingen/Onderhoud 15
Veiligheidsinstructies
EU-conformiteit
De fabrikant verklaart door de CE-markering op de TC eenheid te plakken dat de voldoet aan de volgende relevante vei-
ligheidsvoorschriften:
lEU laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU
lEU richtlijn elektromagnetische compatibiliteit2014/30/EU
. De conformiteit is geverifieerd en de bijbehorende documentatie en de EU conformiteitsverklaring zijn bij de fabrikant gear-
chiveerd.
Algemene instructies
Lees dit zorgvuldig door!
Deze installatie- en bedrijfsinstructies bevatten basisinstructies en belangrijke informatie over veiligheid, installatie, inbe-
drijfstelling, onderhoud en optimaal gebruik van het apparaat. Daarom moeten deze instructies voorafgaand aan de installatie,
inbedrijfstelling en bediening van de eenheid volledig worden gelezen en begrepen door de installatietechnicus/-specialist.
Deze unit is een automatische, elektrische Thermostaatcontroller. Installeer het apparaat uitsluitend in droge ruimtes en onder
omgevingsomstandigheden zoals beschreven onder "Technische gegevens".
De geldige ongevallenpreventieregels, VDE-regels, de regels van het plaatselijke energiebedrijf, de toepasselijke DIN-EN-stan-
daarden en de installatie- en bedieningsinstructies van de extra systeemcomponenten moeten ook in acht worden genomen.
De eenheid vervangt onder geen enkele omstandigheid eventuele veiligheidsapparaten die door de klant moeten worden gele-
verd!
Installatie, elektrische aansluiting, inbedrijfstelling en onderhoud van de eenheid mogen uitsluitend worden uitgevoerd door spe-
cialisten die over de juiste training beschikken. Gebruikers: zorg dat de specialist u gedetailleerde informatie geeft over de wer-
king en bediening van de eenheid. Bewaar deze instructies altijd in de buurt van de eenheid.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door incorrect gebruik of niet-naleving van deze handleiding!
Verklaring van symbolen
Gevaar
Niet nakomen van deze instructies kan leiden tot elektrocutie.
Gevaar
Niet nakomen van deze instructies kan leiden tot ernstige gezondheidsschade zoals brandwonden of levens-
bedreigende verwondingen.
Voorzichtig
Niet nakomen van deze instructies kan leiden tot destructie van de eenheid of het systeem of tot milieuschade.
Voorzichtig
Informatie die met name belangrijk is voor de werking en het optimale gebruik van de eenheid en het systeem.
3
Wijzigingen aan de eenheid
lWijzigingen of toevoegingen aan of conversie van de eenheid zijn niet toegestaan zonder schriftelijke toe-
stemming van de fabrikant.
lHet is ook verboden extra componenten te installeren die niet samen met de eenheid zijn getest.
lAls duidelijk wordt dat veilig bedrijf van de eenheid niet langer mogelijk is, bijvoorbeeld vanwege beschadiging
van de behuizing, dient u de eenheid onmiddellijk uit te schakelen.
lAlle onderdelen van de eenheid of accessoires die niet in perfecte conditie zijn, moeten onmiddellijk worden ver-
vangen.
lGebruik uitsluitend originele onderdelen en accessoires van de fabrikant.
lMarkeringen die in de fabriek op de eenheid zijn gemaakt, mogen niet worden gewijzigd, verwijderd of onlees-
baar worden gemaakt.
lUitsluitend de instellingen die in deze instructies worden beschreven mogen worden ingesteld om de eenheid
te gebruiken.
Wijzigingen aan de eenheid kunnen de veiligheid ervan of van het gehele systeem in gevaar brengen.
Garantie en aansprakelijkheid
De eenheid is gemaakt en getest met het oog op hoge kwaliteit en veiligheidseisen. De garantie en aansprakelijkheid omvatten
echter niet verwondingen bij personen of materiaalschade die het gevolg zijn/is van een of meer van de volgende oorzaken:
lHet niet naleven van deze installatie- en bedieningsinstructies.
lOnjuiste installatie, inbedrijfstelling, onderhoud en bedrijf.
lIncorrect uitgevoerde reparaties.
lOngeautoriseerde structurele wijzigingen aan de eenheid.
lGebruik van het apparaat voor ander dan het bedoelde gebruik.
lBedrijf boven of onder de grenswaarden die worden genoemd in het gedeelte 'Specificaties'.
lOvermacht.
Verwijdering en verontreinigende stoffen
De eenheid voldoet aan de Europese RoHS 2011/65/EU voor de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in
elektrische en elektronische apparatuur.
Het apparaat mag onder geen enkele voorwaarde worden weggegooid met normaal huishoudelijk afval. Gooi de een-
heid uitsluitend bij geschikte inzamelpunten weg of stuur het terug naar de verkoper of de fabrikant.
4
Beschrijving TC
Over de regelaar
De Thermostaatcontroller TC maakt efficiënt gebruik en besturing van de functies van uw solar- of verwarmingssysteem mogelijk
terwijl de bediening ervan intuïtief is. Bij elke invoerstap worden de geschikte functies afgestemd met de toetsen en verklaard in
een tekst erboven. In het menu "Metingwaarden en instellingen" staan hulpteksten en sleutelwoorden.
De TC kan gebruikt worden voor de verschillende systeemvarianten.
Belangrijke kenmerken van de TC zijn:
lWeergave van afbeeldingen en teksten op een verlicht scherm.
lEenvoudige weergave van de huidige meetwaarden.
lControle van statistieken en systeem door middel van statistische afbeeldingen.
lUitgebreide instelmenu's met toelichtingen.
lMenublokkering kan worden geactiveerd om onbedoelde wijziging van de instellingen te voorkomen.
lTerugstellen naar eerder geselecteerde waarden of fabrieksinstellingen.
Specificaties
Model TC Thermostaatcontroller
Temperatuurcontrollerklasse I
Energie-efficiëntie 1%
Standbyverlies 0,5 W
Type verwarmer aanvragen On/Off
Elektrische specificaties:
Voeding 100 - 240 VAC, 50 - 60 Hz
Energieverbruik/stand-by 0,5W - 2,5W/ 0,5 W
Totale overgeschakelde stroom 3000W
Interne zekering 1 1
Beschermingsklasse IP40
Beschermingsklasse/overspanningscategorie II / II
Ingangen/Uitgangen
Sensoringangen 3 3 -40°C ... 30C
Uitgangen mechanische relais 1
potentieel vrij relais R1 3000VA voor AC1 / 3000W voor AC3
Max. kabellengte
Pt1000 sensor <10m
mechanisch relais <10m
Toegelaten omgevingscondities
voor bediening van de regelaar 0°C - 40°C, max. 85% rel. vochtigheid bij 25°C
voor transport/buffertank C - 60°C, geen vochtcondensatie toegestaan
Andere specificaties en afmetingen
Ontwerp behuizing 2-delig, ABS plastic
Installatiemethodes Wandmontage, optioneel paneelmontage
Totale afmetingen 115 mm x 86 mm x 45 mm
Installatieafmetingen opening 108 mm x 82 mm x 25,2 mm
Scherm Volledig grafisch scherm, 128 x 64 dots
Realtime klok (RTC) RTC met reservevoeding voor 24 uur
Bediening 4 toegangssleutels
Leveromvang
lThermostaatcontroller
l3 schroeven 3,5 x 35 mm en 3 pluggen 6 mm voor wandmontage.
l4 drukontlasterklemmen met 8 schroeven, reservezekering 2TA
lTC Installatie- en bedieningsinstructies
5
Hydraulische varianten
De volgende illustraties moeten uitsluitend worden gezien als een schematische weergave van de betreffende
hydraulische systemen en hoeven derhalve niet compleet te zijn. De regelaar mag onder geen enkele omstan-
digheid een veiligheidsapparaat vervangen. Afhankelijk van de specifieke toepassing kunnen extra systeem- en vei-
ligheidscomponenten nodig zijn, zoals controlekleppen, terugslagkleppen, veiligheidstemperatuurbegrenzers, enz.
Programma 1 Temperatuursweergave Programma 2 Temperatuursweergave
Sensor voor in- / uitschakeling.
Programma 3 Temperatuursweergave
Inschakelen sensor S1.
Uitschakelen sensor S2.
Programma 4 Temperatuursweergave
Inschakelen sensor S1.
Inschakelen sensor S3.
Programma 5 Thermosyphon
Installatie
Elektrische terminals
Hoofdspanningen
230 VAC 50 - 60 Hz
Lage spanningen
max. 12 VAC / DC
Klem: Aansluiting voor:
L Buitenste geleider netwerk L
N Netwerk neutraal conductor N
RI Relais (NO maakcontact) NO
R Relais (C gemeenschappelijk) C
Klem: Aansluiting voor:
S1 Temperatuursensor 1
S1 Temperatuursensor 1 (GND)
S2 Temperatuursensor 2
S2 Temperatuursensor 2 (GND)
S3 Temperatuursensor 3
S3 Temperatuursensor 3 (GND)
V1 0-10V / PWM output voor op snelheid
gecontroleerde HE-pompen
- GND
Vi PWM retour signaal (bijvoorbeeld pomp -
niet gebruikt)
De beschermende PE-geleider moet worden aangesloten op
de metalen PE-klemmenstrip!
De bijpassend terminaltoewijzing van uw systeem of hydraulische diagram, zie de beschrijvingen in de respectieve
hydraulische diagrams, zie " Hydraulische varianten " op pagina 6.
6
Elektrische aansluiting
Schakel de voeding uit en borg hem tegen onbedoeld inschakelen voordat u aan de eenheid gaat werken! Controleer
dat er geen spanning op staat! Elektrische aansluitingen mogen uitsluitend worden gemaakt door een specialist en in
naleving van de toepasselijke regelgeving. De eenheid mag niet worden ingeschakeld als er schade aan de behui-
zing zichtbaar is, bijvoorbeeld scheuren.
De eenheid is mogelijk niet vanaf de achterkant toegankelijk.
Laagspanningskabels zoals temperatuursensorkabels moeten apart van de netspanningskabels worden gelegd. Leid
temperatuursensorkabels alleen naar de linkerkant van de eenheid en netspanningskabels alleen naar de rech-
terkant.
De klant moet voorzien in een alpolige afscheiding, d.w.z. een noodschakelaar voor de verwarming.
De kabels die worden aangesloten op de eenheid mogen niet verder dan 55 mm worden gestript en de kabelmantel
moet net aan de andere kant van de trekontlasting in de behuizing komen.
Wandmontage
1. Draai de afdekkapschroef helemaal uit.
2. Verwijder het bovenste gedeelte van de behuizing voorzichtig van
het onderste gedeelte.
3. Zet het bovenste gedeelte van de behuizing weg. Raak de elek-
tronica niet aan.
4. Houd het onderste gedeelte van de behuizing tegen de gese-
lecteerde positie en markeer de 2 montagegaten. Zorg dat het wand-
oppervlak zo glad mogelijk is, zodat de behuizing niet vervormd
raakt als u deze vastschroeft.
5. Gebruik een boorbitje maat 6 om drie gaten te boren op de punten
die op de wand zijn gemonteerd en druk de pluggen erin. De behui-
zing kan optioneel gemonteerd worden met 4 montagegaten.
6. Schroef de bovenste schroef gedeeltelijk vast.
7. Bevestig het bovenste gedeelte van de behuizing en draai de
andere twee schroeven gedeeltelijk in.
8. Richt de behuizing en draai de drie schroeven vast.
7
De temperatuursensors installeren
De regelaar werkt met Pt1000-temperatuursensors met een nauwkeurigheid van 1°C, waardoor optimale regeling van de sys-
teemfuncties mogelijk is.
Indien gewenst kunnen de sensorkabels maximaal 30 m lang zijn als een kabel wordt gebruikt met een diameter
van ten minste 0,75 mm². Zorg dat er geen contactweerstand is! Plaats de sensor precies in het gebied dat moet wor-
den gemeten! Gebruik uitsluitend dompel-, op een buis gemonteerde of vlak gemonteerde sensors die geschikt zijn
voor het bij benadering gemeten toegestane temperatuurbereik.
Laagspanningskabels zoals temperatuursensorkabels moeten apart van de netspanningskabels worden gelegd. Leid
temperatuursensorkabels alleen naar de linkerkant van de eenheid en netspanningskabels alleen naar de rech-
terkant.
Temperatuurweerstandstabel voor Pt1000-sensors
°C -20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Ω 922 961 1000 1039 1077 1116 1155 1194 1232 1270 1308 1347 1385
Bediening
Scherm en invoer
Waarschuwing/Foutmelding
Nieuwe informatie beschikbaar
De schermen (1), uitgebreide tekst- en grafische modus
maken eenvoudige, bijna voor zichzelf sprekende bediening
van de regelaar mogelijk.
Het invoeren wordt gedaan met 4 toetsen (2+3), waaraan
contextuele functies zijn toegewezen. De toets "Esc" (3)
wordt gebruikt om een invoer te annuleren of een menu te
verlaten. Indien van toepassing verschijnt een verzoek om
bevestiging om gemaakte wijzigingen op te slaan.
De functie van de overige 3 toetsen (4) wordt in het scherm
recht boven de toetsen weergegeven. De rechtertoets heeft
overal de functie van bevestiging en selectie.
De grafische modus wordt weergegeven als gedurende 2
minuten geen toets is ingedrukt of nadat het hoofdmenu is
verlaten met "Esc".
Als u op de toets "Esc" drukt in de grafische modus, gaat u
rechtstreeks naar het hoofdmenu.
Voorbeelden van toetsinstellingen:
+/- Waarden verhogen/verlagen
▼/▲ Omhoog/omlaag bladeren in een menu
Ja/Nee bevestigen/afwijzen
Over meer informatie
Terug naar het vorige scherm
OK Selectie bevestigen
Bevestigen Instelling bevestigen
8
Inbedrijfstellingshulp
1. Taal en tijd instellen
2. Inbedrijfstellingshulp/Inbedrijfstellingswizard
a) selecteren, of
b) sla over.
De installatiewizard leidt u in de juiste volgorde langs de noodzakelijke
basisinstellingen. Elke parameter wordt uitgelegd in het
bedieningspaneel. Door op de toets "Esc" te drukken, keert u terug naar
de voorgaande instelling.
b) Bij gratis inbedrijfstelling moeten de instellingen in de volgorde worden gedaan:
lmenu 10. Taal
lmenu 3. Tijd, Datum en Werkingstijden.
lmenu 5. Verwarmingscircuitinstellingen, alle waarden.
lmenu 6. Beschermingsfuncties (indien aanpassingen nodig zijn).
lmenu 7. Speciale Functies (indien aanpassingen nodig zijn).
De installatiewizard is toegankelijk via menu 7.2. op elk moment.
Overweeg de verklaringen voor de afzonderlijke parameters op de volgende pagina's en controleer of voor uw toe-
passing nog verdere instellingen nodig zijn.
3. In het menu bedrijfsmodus "Handmatig", moeten de schakelaaruitgangen worden getest met aangesloten verbruikers en
moeten de sensorwaarden worden gecontroleerd op plausibiliteit. Stel dan in op automatische modus..zie " Handmatig " op
pagina 10
1. Meetwaarden
Dienen om de actueel gemeten temperaturen weer te geven.
Als "fout" wordt weergegeven op het scherm in plaats van de
meetwaarde, kan er een defecte of onjuiste temperatuursensor
zijn.
Als de kabels te lang zijn of als de sensors niet goed zijn
geplaatst, kunnen kleine afwijkingen in de meting optreden. In dit
geval kunnen de weergegeven waarden worden gecom-
penseerd door aanpassingen in de regelaar, zie "Sens-
orkalibratie". Het gekozen programma, de aangesloten sensors
en het specifieke modelontwerp bepalen welke meetwaarden
worden weergegeven.
2. Statistieken
Dient voor functiecontrole en langetermijnmonitoring van het systeem.
Voor statistische gegevens over het systeem is het belangrijk
dat de tijd nauwkeurig wordt ingesteld op de regelaar. Bij onder-
breking van de voeding blijft de klok nog ongeveer 24 uur
lopen. Na de onderbreking moet de klok worden teruggesteld.
Onjuiste bediening of een onjuiste tijd kunnen leiden tot het wis-
sen van gegevens, onjuiste registratie of overschrijven van
gegevens. De fabrikant accepteert geen verantwoordelijkheid
voor de geregistreerde gegevens!
9
Bedrijfsuren
Weergave van de bedrijfsuren van het relais dat is aangesloten op de regelaar, waarbij verschillende periodes (dagen-jaren)
beschikbaar zijn!
Hoeveelheid warmte
Weergave van de verbruikte warmtehoeveelheid uit het systeem in kWh.
Grafisch overzicht
Dit resulteert in een heldere illustratie van de gegevens in een staafdiagram. Er zijn verschillende periodes beschikbaar voor ver-
gelijking. U kunt hier doorheen bladeren met de twee linker toetsen.
Foutmeldingen
Weergave van de laatste 15 fouten in het systeem met vermelding van datum en tijd.
Resetten / Wissen
De geselecteerde statistieken resetten en wissen. Als u "alle statistieken" selecteert, wordt alles behalve het foutenlog gewist.
3. Bedrijfsmodus
De bedrijfsmodi voor het verwarmingscircuit definiëren. Na een span-
ningsonderbreking keert de regelaar automatisch terug naar de laatst gese-
lecteerde bedrijfsmodus.
Alleen in de automatische modus gebruikt de regelaar de inge-
stelde bedrijfstijden en de bijbehorende ingestelde doel-
stroomtemperaturen!
Automatisch
De automatische modus is de normale modus van de regelaar. Een goede regelaarfuncite waarbij rekening is gehouden met de
huidige temperaturen en de ingestelde parameters is uitsluitend in de automatische modus aanwezig! Na een span-
ningsonderbreking keert de regelaar automatisch terug naar de laatst geselecteerde bedrijfsmodus.
Handmatig
In de "Handmatige" modus kunnen de individuele relaisuitgangen en de aangesloten verbruikers worden gecontroleerd op juiste
werking en correcte toewijzing.
De bedrijfsmodus "Handmatig" mag uitsluitend worden gebruikt door specialisten voor korte functietesten, bij-
voorbeeld tijdens de inbedrijfstelling! Werking in handmatige modus: de relais en dus de aangesloten gebruikers wor-
den in- en uitgeschakeld door een toets in te drukken, onafhankelijk van de actuele temperaturen en ingestelde
parameters. Tegelijkertijd worden de actuele meetwaarden van de temperatuursensors ook weergegeven op het
scherm om de werking te kunnen controleren.
Uit
Als de bedrijfsmodus "Off" is ingeschakeld, zijn alle regelfuncties uitgeschakeld. De gemeten temperaturen worden
weergegeven voor het overzicht.
10
4. Instellingen
De basisinstellingen voor de controlefunctie van het hittecircuit zijn toe-
gepast.
Basisinstellingen toegepast.
De regelaar vervangt in geen geval de beveiligingsinrichting op
locatie!
Tset aan/uit
Zet temperatuur aan / uit
Temperatuur voor in- / uitschakelen van thermostaat is hier ingesteld.
Programma 1
In dit programma worden enkel temperature getoond in de weergave zonder thermostaatomschakeling.
Programm 2
Thermostaat is ingeschakeld als de temperatuur op sensor S1 onder “Tset aan” is en wordt terug uitgeschakeld wanneer “Tset
uit” bereikt wordt op sensor S1.
Programma 3
Thermostaat is ingeschakeld als de temperatuur op sensor S1 onder “Tset aan” is en wordt terug uitgeschakeld wanneer “Tset
uit” bereikt wordt op sensor S2.
Programma 4
Thermostaat is ingeschakeld als de temperatuur op sensor S1 onder “Tset aan” is en wordt terug uitgeschakeld wanneer “Tset
uit” bereikt wordt op sensor S3.
Temperatuurwaarden die te hoog zijn ingesteld, kunnen leiden tot brandwonden of schade aan het systeem. De klant
dient te voorzien in bescherming tegen brandwonden!
PV contact
Deze sensorinput kan gebruikt worden als een PV-contact van Fotovoltaïsch Systeem.
Deze sensor wordt geobserveerd naar "kort circuit" (PV-Contact gesloten).
Als het PV contact gesloten is, worden programmas 2 – 4 “Zet PV uit” beschouwd als de uitschakeltemperatuur.
Afhankelijk van de vereisten en het programma kan de opslagtank tot een hogere temperatuur verwarmd worden via PV stroom.
Informatie over de werking en de verbinding van PV-contact, bekijk de technische beschrijving van uw PV systeem.
Zet PV uit
De hier ingestelde temperatuur is de uitschakeltemperatuur in programma’s 2 – 4 wanneer het PV contact gesloten is
beschouwd.
Bedrijfsuren
Hier worden de gewenste periodes ingesteld dat de werking van de thermostaat is goedgekeurd. Voor elke dag van de week
kunnen drie periodes worden gedefinieerd. Bovendien kunt u een individuele dag naar andere dagen kopiëren. De ther-
mostaatfunctie wordt buiten de ingestelde perioden uitgeschakeld.
11
5. Beschermingsfuncties
De 'Beschermingsfuncties‘ kunnen worden gebruikt door specialisten om
verschillende beschermingsfuncties te activeren en in te stellen.
De regelaar vervangt in geen geval de beveiligingsinrichting op
locatie!
Antiblokkeerbeveiliging
Als de antiblokkeerbeveiliging is geactiveerd, schakelt de regelaar de warmtepomp en de mixer 5 seconden in/uit om 12:00 uur
's middags om vastlopen van de pomp/klep na lange inactieve periodes te voorkomen.
Antilegionella
Met behulp van de antilegionellafunctie (hierna "AL" genoemd), kan het systeem op geselecteerde momenten worden opge-
warmd om het vrij te houden van legionella.
Bij uitlevering van het systeem is de antilegionellafunctie uitgeschakeld.
Zodra hij opgewarmd is en "AL" is ingeschakeld, wordt informatie met de datum weergegeven op het scherm.
Deze antilegionellafunctie biedt geen veilige bescherming tegen legionella, omdat de regelaar een adequate hoe-
veelheid energie nodig heeft en de temperaturen niet kunnen worden gemonitord in het gehele buffergebied en het
aansluitende leidingensysteem. Voor veilige bescherming tegen legionella moeten een opwarming tot de vereiste tem-
peratuur en een gelijktijdige circulatie van water in het opslag- en pijpsysteem gegarandeerd worden door ener-
giebronnen en extern controleapparaten..
Tijdens het bedrijf van de antilegionellafunctie, indien van toepassing, wordt de buffertank verwarmd tot boven de inge-
stelde waarde "Tmax", wat kan leiden tot brandwonden en schade aan het systeem.
12
6. Speciale functies
Wordt gebruikt voor het instellen van basisitems en uitgebreide functies.
De instellingen in dit menu mogen uitsluitend worden gewijzigd
door een specialist.
Programmaselectie
Hier wordt de hydraulische variatie die past bij de betreffende toepassing geselecteerd en ingesteld.
Programmaselectie vindt normaal gesproken slechts eenmaal plaats tijdens het voor de eerste keer opstarten van
onderhoud door een specialist. Een onjuiste programmaselectie kan leiden tot onvoorspelbare fouten.
Datum en tijd
Dient voor het instellen van huidige datum en tijd
Voor statistische gegevens over het systeem is het belangrijk dat de tijd nauwkeurig wordt ingesteld op de regelaar.
Bij onderbreking van de voeding blijft de klok nog ongeveer 24 uur lopen. Na de onderbreking moet de klok worden
teruggesteld. Onjuiste bediening of een onjuiste tijd kunnen leiden tot het wissen van gegevens, onjuiste registratie
of overschrijven van gegevens. De fabrikant accepteert geen verantwoordelijkheid voor de geregistreerde gegevens!
Sensorcalibratie
Afwijkingen in de weergegeven temperatuurwaarden, bijvoorbeeld als gevolg van te lange kabels of sensors die niet optimaal
zijn geplaatst, kunnen hier handmatig worden gecompenseerd. De instellingen kunnen voor elke afzonderlijke sensor worden
gemaakt in stappen van 0,5°C.
De instellingen zijn alleen nodig in speciale gevallen op het moment van de eerste inbedrijfstelling door de specialist.
Onjuiste meetwaarden kunnen leiden tot onvoorspelbare fouten.
Inbedrijfstelling
Opstarten met de opstartassistent leidt u in de juiste volgorde door de voor de inbedrijfstelling noodzakelijke basisinstellingen,
waarbij de betreffende parameters op het scherm kort verklaard worden. Door op de toets "esc" te drukken, keert u terug naar de
voorgaande waarde zodat u de geselecteerde instelling nogmaals kunt bekijken of eventueel aanpassen. Door meerdere keren
op "esc" te drukken, keert u terug naar de keuzemodus en annuleert u de opstartassistent zie " Inbedrijfstellingshulp " op pagina
9
Mag uitsluitend worden gestart door een specialist tijdens de inbedrijfstelling! Bekijk de verklaringen voor de afzon-
derlijke parameters in deze instructies en controleer of voor uw toepassing nog verdere instellingen nodig zijn.
Fabrieksinstellingen
Alle instellingen kunnen worden gereset, waardoor de regelaar terugkeert naar zijn aanvangspositie.
Alle instellingen, statistieken, enz. van de regelaar worden onherroepelijk gewist. De regelaar moet dan opnieuw in
bedrijf worden gesteld.
Zomertijd
Als deze functie is geactiveerd, schakelt de regelaar automatisch naar wintertijd of zomertijd (DST, Daylight Savings Time).
Schermspaarmodus
In de schermspaarmodus schakelt de achtergrondverlichting van het scherm uit als gedurende 2 minuten geen toetsen worden
ingedrukt.
13
Als er een melding is, schakelt de achtergrondverlichting niet uit totdat de melding door de gebruiker is gescand.
7. Menuvergrendeling
Beveilig de controller tegen onbedoelde wijzigen en compromis van basis-
functies.
De onderstaande menu's blijven volledig toegankelijk, ook als de menu-
vergrendeling is ingeschakeld, en kunnen worden gebruikt om eventuele
noodzakelijke afstellingen te doen:
1. Meetwaarden
2. Statistieken
3. Tijden
8. Menuvergrendeling
9. Onderhoudswaarden
8. Onderhoudswaarden
Dient voor het op afstand diagnosticeren door een specialist of de fabrikant
in geval van fouten, enz.
Voer de waarden in de tabel in als een fout optreedt.
9. Taal
Om de menutaal te kiezen. Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnt de vraag
automatisch op het scherm.
14
Storingen/Onderhoud
De zekering vervangen
Reparaties en onderhoud mogen uitsluitend door een specialist worden uitgevoerd. Schakel de voeding uit en borg
hem tegen onbedoeld inschakelen voordat u aan de eenheid gaat werken! Controleer dat er geen spanning op staat!
Gebruik uitsluitend de meegeleverde reservezekering of een zekering van hetzelfde ontwerp met de volgende spe-
cificaties: 2 AT/250 VSOREL- Artikelnummer: 2125
Als de hoofdspanning is ingeschakeld en de computer
nog steeds niet werkt of niets weergeeft op het scherm,
kan de interne apparaatzekering defect zijn. In dat geval
moet u het apparaat zo openen als beschreven staat in
gedeelte C, de oude zekering verwijderen en con-
troleren.
Vervang de defecte zekering door een nieuwe, bepaal
de plaats van de externe foutbron (bijvoorbeeld de
pomp) en vervang deze. Neem dan eerst de regelaar in
bedrijf en controleer de werking van de scha-
keluitgangen in de handmatige modus zoals beschre-
ven in hoofdstuk 3.2.
Onderhoud
Tijdens het jaarlijkse algemeen onderhoud aan uw verwarmingssysteem moeten ook de functies van de regelaar wor-
den gecontroleerd door een specialist en moeten de instellingen, indien nodig, worden geoptimaliseerd.
Onderhoud uitvoeren:
lControleer datum en tijd ()
lBekijk/beoordeel de plausibiliteit van de statistieken (zie Hoofdstuk 2)zie " Dient voor functiecontrole en lan-
getermijnmonitoring van het systeem. " op pagina 9
lControleer het foutengeheugen zie " Foutmeldingen " op pagina 10
lVerifieer/controleer de plausibiliteit van de huidige meetwaarden zie " Meetwaarden " op pagina 9
lControleer de schakelaaruitgangen/verbruikers in de handmatige modus zie " Handmatig " op pagina 10
lOptimaliseer de parameterinstellingen indien mogelijk.
Mogelijke foutmeldingen
Mogelijke foutmeldingen Opmerkingen voor de specialist
Controleer tijd Betekent dat de zonnepomp in operatie is/was tussen 23:00 en 4:00. Normaal gesproken
gebeurt wanneer de klok is onjuist ingesteld, maar ook een storing voorstellen kan, terwijl het
zonne-circulatiepomp werd in operatie buiten openingstijden met zon.
Datum en tijd Dit display verschijnt automatisch na een langere stroomstoring, omdat de datum en tijd
gecontroleerd moeten worden en indien aangepast.
Voeler x defect Betekent dat ofwel de sensor, sensorinput op de controller of de verbindingslijn defect is / of
was
(zie " Temperatuurweerstandstabel voor Pt1000-sensors " op pagina 8)
AL mislukt Wordt weergegeven als AL ref -5°C niet gemeten is gedurende de ingestelde AL-verblijftijd
op de AL-sensor.
15
Eindverklaring
Hoewel deze instructies samengesteld werden met de grootste mogelijke zorg, kan de mogelijkheid van incorrecte of incomplete
informatie niet uitgesloten worden. In principe onderhevig aan fouten en technische wijzigingen.
Installatiedatum en -tijdstip
Naam van installerend bedrijf:
Ruimte voor aantekeningen:
Uw gespecialiseerde dealer: Fabrikant:
SOREL GmbH Mikroelektronik
Reme-Str. 12
D - 58300 Wetter (Ruhr)
+49 (0)2335 682 77 0
+49 (0)2335 682 77 10
info@sorel.de
www.sorel.de
Versie: 03.07.2017
16
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Sorel TC 3Kw de handleiding

Type
de handleiding