43
Speciale functies
7.7 Energiemeting
Een van de beschikbare energiemeting modi kan hier worden geselecteerd (Uit,
berekende warmte hoeveelheid door de vooraf ingesteld debiet of meer nauwkeurige
warmte meting met de VFS voeler). Extra parameters zoals het type glycol, en VFS
type en de positie kunnen hier ook worden gemaakt.
De instelling “VFS positie” bepaalt de plaats van de twee relevante temperatuurvoe-
lers. Indien de VFS ingesteld is op “Stroming”, wordt aangenomen dat voeler 4 geïn-
stalleerd is in de retour leiding.
Warmtemeting instellingen range: Aan, Uit
VFS-Type-settings bereik: (vaste) Debiet, 12, 20, 40, 100, 200,
400 l / min / Standaard is 20 l / min
Anti vries / Glycol type - instellingen: ethyleen of propyleen / Standaard: Ethyleen
Glycol verhouding - instellingen bereik: 0 ... 60% / Standaard: 40%
VFS-Positie instelling range: retour, debiet / Standaard: retour
Wanneer als energiemeter mode “Debiet” word geselecteerd wordt de energie op-
brengst berekend aan de hand van de geselecteerde basis waarden ingevoerd door
de gebruiker. Deze waarden zijn: het type van de glycol / antivries, debiet en gegevens
van de collector voeler en opslag voeler. Indien nodig kan een correctie waarde voor
ΔT worden ingesteld: Aangezien voor de energiemeting de collector en de opslagtem-
peratuur waarden worden gebruikt, een verschil met de vertrek res-pectievelijk retour
temperatuur kan worden gecompenseerd door dienovereenkomstig veranderingen aan
te brengen in de Offset ΔT voorbeeld:
Weergegeven collector temp. 40 ° C, gemeten vertrek temperatuur 39 ° C, weergege-
ven opslag temperatuur van 30 ° C, gemeten retourtemperatuur 31 ° C resulteert in
een correctie van de waarde
-20% (Weergegeven AT 10K, echte AT 8K = -20% correctie)
Debiet - instellingen bereik: 10 ... 5000 l / h / Default 500 l / h
Offset AT - instellingen bereik: -50% ... +50% / Default 0%
Voorkom schade aan de VFS voeler, installeer deze dan ook ten al-
len tijde in de retour leiding. Indien dit niet mogelijk is kunt U hem in de
aan¬voer leiding installeren, echter alleen als de maximum temperatu-
ren van de voeler niet groter zijn dan! 100 ° C en -25 °C tot 120°C op
korte termijn)
Letop
Letop
De warmte hoeveelheid gemeten in de mode “Flow waarde” is een bere-
kende benadering voor de functie controle van het systeem.