Pioneer GM-D7400M, gm-d7400 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Pioneer GM-D7400M Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
1
Alvorens gebruik ........................................ 1
Bezoek onze website ........................................ 2
Bij problemen .................................................... 2
Over dit product ................................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
Instellen van dit toestel ............................ 3
Versterkingsregelaar .......................................... 3
Regelaar voor LPF (lage-doorlaatfilter)
drempelfrequentie ...................................... 4
Spanningsindicator (Blauw) .............................. 4
Schakelaar voor de regeling van de
slagfrequentie (BFC) .................................. 4
Ingangsschakelaar ............................................ 4
Bass Boost regelaar .......................................... 4
Correct instellen van de Gain
(extra versterking) ...................................... 5
Aansluiten van het toestel ...................... 6
Aansluitschema ................................................ 7
Aansluitingen zonder solderen .......................... 8
Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 8
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen .............. 9
Gebruik van de luidspreker-ingang .................. 9
Aansluiten van de luidsprekerdraden ................ 9
Installatie .................................................. 10
Voorbeeld van installatie op de vloermat of
op het chassis ............................................ 11
Technische gegevens ............................ 12
Dank U zeer voor de aanschaf van dit
PIONEER-product. Lees deze gebruiks-
aanwijzing goed door, voordat het toestel
in gebruik genomen wordt.
In de lidstaten van de EU, Zwitserland en
Noorwegen kunnen particulieren hun
gebruikte elektronische producten gratis
bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen
of een verkooppunt (indien u aldaar een
gelijkwaardig nieuw product koopt)
inleveren.
Indien u zich in een ander dan
bovengenoemd land bevindt kunt u contact
opnemen met de plaatselijke overheid voor
informatie over de juiste verwijdering van
het product.
Zodoende zorgt u ervoor dat het
verwijderde product op de juiste wijze
wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt
gemaakt, t gerecycleerd en het niet
schadelijk is voor de gezondheid en het
milieu.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
Registreer uw product. Wij bewaren de
gegevens van het product dat u heeft
aangeschaft zodat u deze eenvoudig
kunt opvragen als u die nodig mocht
hebben voor de verzekering na
bijvoorbeeld verlies of diefstal.
Op onze website vindt u de laatste
informatie over Pioneer Corporation.
Deponeer dit product niet bij
het gewone huishoudelijk
afval wanneer u het wilt
verwijderen. Er bestaat een
speciaal wettelijk
voorgeschreven
verzamelsysteem voor de
juiste behandeling, het
opnieuw bruikbaar maken en
de recycling van gebruikte
elektronische producten.
Inhoudsopgave Alvorens gebruik
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
2
Bij problemen
Neem contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde PIONEER service-
centrum, wanneer de eenheid niet juist
functioneert.
Over dit product
Dit product is een klasse D versterker voor
de subwoofer. Als zowel de L (linker) als
R (rechter) kanalen zijn aangesloten op de
RCA (tulp) ingangsaansluitingen van dit
product, zal de geluidsweergave gemengd
zijn omdat dit product een mono-
versterker is.
WAARSCHUWING
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
Gebruikt de meegeleverde inbussleutel om de
schroeven of bouten vast te draaien wanneer u de
draden aan de aansluitingen bevestigt. Gebruik van
een los verkrijgbare, lange inbussleutel kan ertoe
leiden dat er teveel kracht wordt gezet, hetgeen de
aansluitingen en de bedrading zou kunnen
beschadigen.
WAARSCHUWING
We raden u aan de speciale, los verkrijgbare, rode
accudraad en aardedraad [RD-228] te gebruiken.
Verbind het accudraad direct met de positieve
pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met
het chassis van de auto.
Raak de versterker niet met natte handen aan. U
zou anders een elektrische schok kunnen krijgen.
Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze
nat is.
Voor de verkeersveiligheid dient u het volume
zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en
ander verkeer nog goed kunt horen.
Controleer de verbindingen van de spannings-
toevoer en de subwoofer indien de zekering van
de los verkrijgbare accudraad of de zekering van
de versterker regelmatig doorbrandt. Zoek de
oorzaak en los het probleem op. Plaats vervolgens
een nieuwe zekering van hetzelfde formaat en
ampèrage.
Om een onjuiste werking van de versterker en de
subwoofer te voorkomen, schakelt het
beschermingscircuit van de versterker de
spanning naar de versterker uit indien de
omstandigheden niet normaal zijn. Schakel in dit
geval de spanning van het systeem uit (OFF),
controleer de verbinding met de spanningsbron en
de subwoofer. Zoek de oorzaak en los het
probleem op.
Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de
oorzaak niet kunt vinden.
Om een elektrische schok of kortluiting te
voorkomen tijdens het aansluiten en installeren,
moet de negative (–) pool van de accu worden
ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals
brandstofleidingen, remleidingen en de
elektrische bedrading beveiligd zijn en niet
kunnen worden beschadigd.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan
leiden tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
3
Instellen van dit toestel
Versterkingsregelaar
Draai de versterkingsregelaar naar rechts indien de weergave te zacht klinkt,
zelf wanneer het volume is verhoogd met de auto-stereo die u met deze
eindversterker gebruikt. Draai de versterkingsregelaar naar links indien het
geluid vervormt wanneer het volume wordt verhoogd.
Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV),
dient u de NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer auto-stereo met RCA
gebruikt, met een maximale uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan
te passen aan het uitgangsniveau van de auto-stereo.
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
4
Schakelaar voor de regeling van de slagfrequentie (BFC)
Als u een slag of dreun hoort bij het luisteren naar een MW/LW (MG/LG)-uitzending op uw
autostereo, kunt u de stand van de BFC-schakelaar wijzigen met een kleine schroevedraaier
met platte kop.
Regelaar voor LPF (lage-doorlaatfilter) drempelfrequentie
U kunt een drempelfrequentie van 40 Hz t/m 240 Hz kiezen.
Bass Boost regelaar
U kunt de lage tonen extra versterken (Bass Boost) met 0 dB, 6 dB of 12 dB.
Spanningsindicator (Blauw)
De spanningsindicator licht op wanneer de spanning wordt ingeschakeld.
Ingangsschakelaar
Het is mogelijk signalen te ontvangen van de externe uitgang van een autostereo of de luidspreker-
uitgang van een autostereo. Verzet de ingangsschakelaar voor u de stroom inschakelt. Omdat er
een zeer hard geluid geproduceerd kan worden via de luidsprekers wanneer u de ingangsschakelaar
omzet terwijl de stroom is ingeschakeld, zal de stroom worden uitgeschakeld door een ingebouwde
beveiliging. Bij gebruik van een externe uitgang dient u deze schakelaar naar rechts (RCA) te
zetten. Voor instructies betreffende de aansluitingen verwijzen we u naar het “Aansluitschema”.
Bij gebruik van een luidspreker-uitgang dient u de schakelaar naar links (SP) te zetten. In dit geval
is het nodig het meegeleverde luidspreker-ingangssnoer met RCA (tulp) stekkers te gebruiken. Zie
voor details de paragraaf “Gebruik van de luidspreker-ingang”.
5
Instellen van dit toestel
Correct instellen van de Gain
(extra versterking)
Dit toestel is uitgerust met een beveiliging die
bedoeld is om storingen aan het toestel zelf en aan
de luidsprekers veroorzaakt door een te hoog
uitgangsvermogen, onjuist gebruik of onjuiste
aansluitingen te voorkomen.
Wanneer er geluid wordt gereproduceerd bij een
te hoog volume enz. zal deze functie de
geluidsweergave binnen een paar seconden
onderbreken. Dit duidt echter niet op een storing.
Wanneer u het volume van het hoofdtoestel lager
zet, zal de geluidsweergave worden hersteld.
Als de geluidsweergave wordt onderbroken, is het
mogelijk dat de ‘gain’ (extra versterking) van dit
toestel incorrect is ingesteld. Om er zeker van te
kunnen zijn dat de geluidsweergave niet zal
worden onderbroken wanneer het hoofdtoestel
met een hoog volume weergeeft, dient u de ‘gain’
instelling van de versterker op een geschikte stand
te zetten in overeenstemming met het maximale
pre-out uitgangsniveau van het hoofdtoestel.
‘Gain’ instelling van dit toestel
Op de afbeelding hierboven is de GAIN ingesteld
op NORMAL.
Zo is het niet nodig het volume van het
hoofdtoestel te verlagen en wordt een te hoog
uitgangsniveau voorkomen.
Verhouding tussen de ‘gain’ van de
versterker en het uitgangsvermogen van
het hoofdtoestel
Als u de ‘gain’ (extra versterking) van de
versterker op een ongeschikt niveau instelt, zal
alleen de vervorming toenemen en zal het
vermogen slechts marginaal toenemen.
Golfvorm signaal bij weergave met hoog
volume via de ‘gain’ instelling van de
versterker
Bij een hoog uitgangsvermogen wordt de
golfvorm van het signaal vervormd, terwijl het
vermogen slechts marginaal zal veranderen als u
de ‘gain’ van de versterker hoger instelt.
Als u het volume van het hoofdtoestel hoger zet
en de ‘gain’ (extra versterking) van de versterker
op de juiste stand, maar merkt dat het geluid nog
steeds zo nu en dan onderbroken wordt, dan dient
u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
erkende PIONEER service-centrum.
Gelijk vermogen
‘Gain’ versterker
(normaal)
‘Gain’ versterker
(maximaal)
Golfvorm
signaal
Golfvorm
signaal
Normale ‘gain’
Maximale ‘gain’
‘Gain’ versterker
(normaal)
‘Gain’ versterker
(maximaal)
Volumestappen hoofdtoestel
Vermogen
Normale ‘gain’
Vermogen
Volumestappen hoofdtoestel
Maximale ‘gain’
Gelijk vermogen
Pre-out niveau: 2 V
(Standaard: 500 mV)
Pre-out niveau: 4 V
Pre-out niveau: 6,5 V
Aansluiten van het toestel
6
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
WAARSCHUWING
Voorkom kortsluiting en beschadiging van de
eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool
van het voertuig.
Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleer-
of plakband vast. Bescherm de bedrading door de
gedeelten in de buurt van metalen delen met
isoleerband af ze dekken.
Leid de draden niet langs plaatsen die heet
worden, bijvoorbeeld in de buurt van de
verwarmingselementen. Indien de isolatie van
draden heet wordt, zullen de draden worden
beschadigd met kortsluiting tot gevolg.
Zorg dat de bedrading de werking van bewegende
of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de
versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen
van het de auto niet hindert.
Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit
werkt anders namelijk niet wanneer het voor de
veiligheid zou moeten functioneren.
Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af
voor gebruik van andere apparaten. Het
vermogen van het draad zou dan namelijk worden
overschreden, met oververhitting tot gevolg.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING:
Om beschadiging en/of letsel te
voorkomen
Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en
sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor
verschillende luidsprekers.
Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu
van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg
eerst de accuspanning na voor u het toestel
installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen
of bus.
De accu raakt mogelijk uitgeput indien de auto-
stereo langdurig is ingeschakeld maar de motor
stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de auto-
stereo uit wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de
versterker is aangesloten op de
spanningsaansluiting via de contactschakelaar
(12 V gelijkstroom), is de versterker altijd
ingeschakeld wanneer het contact aanstaat,
ongeacht of de auto-stereo wel of niet door u is
aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk
uitgeput wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
Sluit GEEN subwoofer aan met een lagere
impedantie dan opgegeven onder “Aansluiten van
de luidsprekerdraden”. Dit kan namelijk leiden
tot schade aan de versterker, rookontwikkeling en
oververhitting. Ook kan het oppervlak van de
versterker heet aanvoelen, hetgeen zelfs kan
leiden tot lichte brandwonden.
•U kunt twee soorten subwoofers aansluiten op de
versterker; 1: een subwoofer met een nominaal
ingangsvermogen van 250 W of meer en een
impedantie van 4 , of 2: een subwoofer met een
nominaal ingangsvermogen van 420 W of meer
en een impedantie van 2 . Als het nominale
ingangsvermogen en de impedantie buiten de
genoemde waarden ligt, kan de subwoofer vlam
vatten, rook uitstoten of kapot gaan.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo
ver als mogelijk uit de buurt van de
luidsprekerdraden. Plaats en leid het los
verkrijgbare accudraad en aardedraad,
luidsprekerdraden en de versterker zo ver als
mogelijk uit de buurt van de antenne,
antennekabel en tuner.
7
Aansluiten van het toestel
Aansluitschema
Dit schema laat de verbindingen zien bij gebruik van een externe uitgang (subwoofer uitgang). Schuif de
ingangsschakelaar naar rechts (RCA).
Doorvoerbuisje
Speciaal rood accusnoer [RD-228] (los verkrijgbaar)
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn
gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de versterker aan
op het positieve aansluitpunt (+) van de accu.
Aardingssnoer (zwart) [RD-228] (los verkrijgbaar)
Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis.
Zekering (25 A) × 2
Autostereo met
RCA-uitgangspen-
aansluitingen
Externe uitgang
(subwoofer uitgang)
Aansluitsnoer met
RCA-penstekkers (los verkrijgbaar).
RCA-ingangspenaansluiting
Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar)
Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting
voor de systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM
REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden
aangesloten op het relais-besturingsaansluitpunt van de automatische
antenne. Als de autostereo niet beschikt over een systeem-afstandsbe-
dieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke aansluitpunt aan op het
spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar.
Luidspreker-aansluitpunt
Raadpleeg het hoofdstuk “Aansluiten van
de luidsprekerdraden” voor richtlijnen
i.v.m. het aansluiten van luidsprekers.
Zekering (40 A) × 2
Achterkant
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
8
Aansluitingen zonder solderen
Sluit geen bedrading met blootliggende
geleiderkern aan op de stroomaansluitingen van
deze versterker (spanningsaansluitpunt, GND
aardeaansluiting, aansluiting voor
systeemafstandsbediening). Als de blootliggende
geleiderkern van een dergelijke draad los raakt of
breekt, zou dit kunnen leiden tot kortsluiting of
brand.
Omdat de draad na verloop van tijd los zal komen
te zitten, moet u deze regelmatig controleren en
indien nodig opnieuw vastzetten.
Zet de uiteinden van de draadjes niet vast door ze
te solderen of af te binden.
Let er bij het vastdraaien op dat u de draad niet
met de isolatie vastklemt.
Gebruik de meegeleverde inbussleutel om de
schroef van de versterkeraansluiting vast of los te
draaien. Zet de draad goed vast met de schroef
van de aansluiting. Omdat echter te vast
aandraaien van de aansluitingsschroef voor de
systeemafstandsbediening het risico met zich
meebrengt dat de draad beschadigd raakt, moet u
de draad bij het vastdraaien goed in de gaten
houden en voorzichtig zijn dat u de schroef niet te
vast aandraait.
Aansluiten van het
spanningsaansluitpunt
We raden u aan de speciale, los verkrijgbare, rode
accudraad en aardedraad [RD-228] te gebruiken.
Verbind het accudraad direct met de positieve
pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met
het chassis van de auto.
De aanbevolen maten voor de draden (AWG:
American Wire Gauge) zijn als volgt. De
accudraad en de aarddraad moeten allemaal
dezelfde maat hebben.
Gebruik draad van 10 AWG tot 20 AWG voor de
draad voor de systeemafstandsbediening.
Maat voor de accudraad en de aarddraad
Draadlengte minder dan minder dan minder dan
5,7 m 9,0 m 14,4 m
Draadmaat 8 AWG 6 AWG 4 AWG
1. Trek het accudraad van het
motorgedeelte naar de cabine van
de auto.
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de
versterker zijn gemaakt, het accusnoer-
aansluitpunt van de versterker aan op het
positieve aansluitpunt (+) van de accu.
2. Sluit de draden aan.
Zet de draden stevig met de schroeven van de
aansluitingen vast.
WAARSCHUWING
Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het
aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het
aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot
schade en letsel, met inbegrip van lichte
brandwonden.
Motor-
compartiment
Interieur van
het voertuig
Boor een gat
van 13 mm in
de carrosserie
van de auto.
Steek het rubberen O-vormige
doorvoerbuisje in de carrosserie
van de auto.
Positieve
aansluiting (+)
Zekering (40 A) × 2
GND aarde-
aansluiting
Spannings-
aansluitpunt
(POWER)
Accudraad
Aansluiting voor
systeemafstandsbediening
Draad voor
systeemafstands-
bediening
Aardingssnoer
Aansluitpuntschroeven
9
Aansluiten van het toestel
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen
•Gebruik draad van 10 AWG tot 16 AWG voor
luidsprekerdraad.
1. Strip ongeveer 10 mm tot 12 mm
van de isolatie van het uiteinde van
de luidsprekerdraden met een
striptang of mes.
2. Verbind de luidsprekerdraden met
de luidsprekeruitgangsaansluiting.
Zet de luidsprekerdraden goed met de
schroeven van de aansluiting vast.
Gebruik van de luidspreker-ingang
Sluit de uitgangsdraden van de autostereo
aan op de versterker via de meegeleverde
luidspreker-ingangsdraad met RCA (tulp)
stekkers.
Schuif de ingangsschakelaar naar links (SP).
7 Verbindingen bij gebruik van de
luidspreker-ingang
Aansluiten van de
luidsprekerdraden
Sluit de luidsprekersnoeren aan zoals
aangegeven in de onderstaande
afbeeldingen.
10 mm tot 12 mm
Subwoofer
Aansluitpuntschroeven
Luidspreker-
uitgangsaansluiting
Luidsprekerdraad
Luidspreker-ingang
Luidspreker-
ingangsdraad met
RCA (tulp) stakkers
Naar de RCA-ingangsaansluiting
van dit toestel.
Autostereo
Wit: Zwart: Zwart: Rood:
Links + Links Rechts Rechts +
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
10
WAARSCHUWING
Niet installeren op:
Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers
zou kunnen verwonden wanner de auto
plotseling stopt.
Plaasten waar de bestuurder door de eenheid
tijdens het rijden zou kunnen worden
gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer
voor de bestuurdersstoel.
Kontroleer dat draden niet in de weg van de
stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk
kortsluiting kunnen veroorzaken.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals
brandstofleidingen, remleidingen en de
elektrische bedrading beveiligd zijn en niet
kunnen worden beschadigd.
Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de
schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is
belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen
van het voertuig door worden gesneden met
brand tot gevolg.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan
leiden tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier
die is beschreven om de installatie uit te voeren
zoals het hoort. Als andere onderdelen dan
diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is
het mogelijk dat inwendige onderdelen van de
versterker schade oplopen of loskomen, zodat de
versterker niet meer werkt.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING:
Om slechte werking en/of letsel te
voorkomen
Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt
gehinderd, en let derhalve op de volgende punten
tijdens het installeren.
Zorg dat er voor een goede vrije ruimte
boven de versterker is.
Bedek de versterker niet met een vloermat of
kleed.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan
leiden tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Installeer de versterker niet op onstabiele
plaatsen, zoals op de reservebandhouder.
De beste installatieplaats is verschillend
afhankelijk van het automerk en model en uw
wensen. Plaats de versterker echter beslist stevig
op een stabiele plaats.
Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of
de versterker en het systeem naar behoren
werken.
Na het installeren van de versterker, moet u
controleren dat het reservewiel, de krik en het
gereedschap nog gemakkelijk kunnen worden
verwij-derd.
Installatie
11
Installatie
Voorbeeld van installatie op de
vloermat of op het chassis
1. Zet de versterker op de plaats waar
hij moet worden geïnstalleerd. Steek
de bijgeleverde tapschroeven
(4 mm × 18 mm) in de schroefgaten.
Druk met een schroevendraaier op
de schroeven zodat ze een inkeping
maken op de plaats waar de gaten
voor de installatie moeten komen.
2. Boor gaten met een diameter van
2,5 mm op de plaatsen die zijn
gemerkt en installeer de versterker,
ofwel op de vloermat ofwel
rechtstreeks op het chassis.
Boor een gat met een diameter
van 2,5 mm
Tapschroef
(4 mm × 30 mm)
Vloermat
of chassis
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
12
Spanningsbron .................................................................................. 14,4 V gelijkstroom (10,8 V t/m 15,1 V toelaatbaar)
Aarding ...................................................................................................................................... Negatieve klem aan massa
Stroomverbruik .......................................................................................................... 17,0 A (met continu spanning, 4 )
Gemiddeld stroomverbruik* .................................................................................................. 5,0 A (4 voor een kanaal)
10,0 A (2 voor een kanaal)
Zekering .................................................................................................................................................................. 25 A × 2
Afmetingen ........................................................................................................ 225 mm (B) × 56 mm (H) × 200 mm (D)
(Exclusief aansluitingen)
Gewicht ........................................................................................................................................ 2,6 kg (Excl. bedrading)
Maximale spanningsuitvoer ........................................................................................ 400 W × 1 (4 ) / 800 W × 1 (2 )
Continu vermogen (14,4 V) ............................................................… 4 , 20 Hz t/m 240 Hz, 1,0 % THV, 200 W × 1
2 , 50 Hz, 1,0 % THV, 400 W × 1
Aansluitimpedantie .............................................................................................................. 4 (2 t/m 8 toelaatbaar)
Frequentieweergave ...................................................................................................... 10 Hz t/m 240 Hz (+0 dB, –3 dB)
Signaal/ruisverhouding .................................................................................................................. 80 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming ........................................................................................................................................ 0,3% (10 W, 100 Hz)
Laag-doorlaatfilter ...................................................................................................... Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 240 Hz
Afsnijsteilheid: –12 dB/oct
Extra versterking lage tonen .................................................................................................................... Frequentie: 50 Hz
Helling: 0 dB / 6 dB / 12 dB
Versterkingsregelaar .................................................................................................................... RCA: 200 mV t/m 6,5 V
Luidspreker: 0,8 V t/m 26 V
Maximale ingangsniveau / -impedantie .............................................................................................. RCA: 6,5 V / 22 k
Luidspreker: 26 V / 90 k
Opmerking:
Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigbaar.
*Gemiddeld stroomverbruik
Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomver-
bruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij
het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers.
Technische gegevens
1/86