Sony rm vl 1000 t de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

3-245-898-41 (1)
Geïntegreerde
afstandsbediening
Gebruiksaanwijzing
© 2002 Sony Corporation
RM-VL1000T
2
3
Kenmerken
Met de RM-VL1000T
afstandsbediening kunt u alle
audio-/videocomponenten vanuit
één punt bedienen. U hebt dus geen
verschillende
afstandsbedieningseenheden meer
nodig voor de verschillende
componenten. Hieronder vindt u de
belangrijkste kenmerken van de
afstandsbediening.
180 labels van
bedieningstoetsen in het
display aanpassen
Via het LCD-scherm met dot matrix
kunt u labels aanpassen. U kunt
maximaal 180 labels op het LCD-
scherm aanpassen, zoals
componentlabels, macrolabels,
enzovoort. U kunt een label van
maximaal 8 tekens (cijfers, letters of
symbolen) selecteren en weergeven.
Bediening van 12 componenten
Er kunnen maximaal 12
componenten (TV, SAT, VCR, DVD,
CD, AMP, enzovoort) worden
bediend.
U kunt componenten kiezen met 12
toetsen op het LCD-scherm door op
de Label-toetsen te drukken.
Deze afstandsbediening beschikt
over een LCD-scherm waarmee de
weergave van de label wordt
gewijzigd, afhankelijk van de
geselecteerde component.
Maximaal 36 macro-opdrachten
met een maximum van 32
stappen instellen
Er kunnen maximaal 36 macro-
opdrachten worden ingesteld
waarbij maximaal 32 verschillende
stappen onder één toets worden
opgeslagen (12
systeembedieningsmacro’s, 12
componentmacro’s en 12
timermacro’s). De uitvoersnelheid
van macro’s is regelbaar.
De macro-opdrachten voor het in-
en uitschakelen van Sony
componenten zijn standaard
ingesteld onder de SONY OFF label.
Klokweergave en timerfunctie
Vo or elke component kunt u
maximaal 12 timermacro’s,
timersturing voor automatische in-
of uitschakeling en andere
bedieningsfuncties, zoals opnemen,
stoppen, enzovoort, gebruiken.
Centrale bediening van Sony
audio-/videocomponenten met
één afstandsbediening
Deze afstandsbediening is in de
fabriek ingesteld voor de bediening
van Sony componenten, dus u kunt
deze direct na het uitpakken
gebruiken als regelcentrum voor uw
Sony audio-/videocomponenten.
Afstandsbedieningssignalen
voor andere merken zijn ook
vooringesteld
Deze afstandsbediening is
vooringesteld voor componenten
van de meeste grote merken. U kunt
de componenten op afstand
bedienen door de bijbehorende
codenummers in te voeren (pagina
13).
Aanleerfunctie voor het
programmeren van andere
afstandsbedieningssignalen
Deze afstandsbediening heeft een
functie voor het aanleren van
afstandsbedieningssignalen voor
componenten of functies die niet
zijn vooringesteld (pagina 23).
Bovendien kan deze
afstandsbediening ook
afstandsbedieningssignalen (alleen
infrarode signalen) aanleren voor
andere componenten dan audio-/
videocomponenten, zoals
airconditioning, verlichting,
enzovoort. Voor bepaalde apparaten
of functies is dit wellicht niet
mogelijk (pagina 28).
Kanaalmacrofunctie om
programma’s te selecteren met
één toets
U kunt maximaal 4 toetsstappen
onder macrolabels programmeren.
Als u de toetsbedieningen voor het
invoeren van een
programmanummer onder een
macrolabel instelt, kunt u het
programma kiezen door de
betreffende macrolabel te selecteren
(pagina 48).
LCD-scherm met
achtergrondverlichting
De achtergrondverlichting maakt
ook bediening in het donker
mogelijk.
4
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Bedieningselementen ..................................................................................6
De batterijen plaatsen .................................................................................7
De batterijen vervangen .................................................................................... 7
De klok instellen ..........................................................................................8
De klok voor het eerst instellen na het plaatsen van batterijen................... 8
De klok aanpassen nadat deze is ingesteld .................................................. 11
Basisbediening
De code voor vooringestelde audio-/videocomponenten instellen .......... 13
Een componentcode instellen ........................................................................ 13
Het codenummer controleren ........................................................................ 16
Een componentcode zoeken met de zoekfunctie ........................................ 17
De geprogrammeerde inhoud voor een bepaalde componentlabel
wissen ............................................................................................................. 19
De componenten bedienen met de afstandsbediening............................. 21
Het volume regelen ......................................................................................... 23
Overnemen van nieuwe afstandsbedieningssignalen
— Aanleerfunctie .................................................................................... 23
Opmerkingen over het aanleren van de signalen van een
airconditioning .............................................................................................. 28
Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies........................................... 29
De functie van een aangeleerde label of toets wijzigen of wissen ............ 29
Geavanceerde functies
Het volume regelen voor videocomponenten die op een audiosysteem
zijn aangesloten ......................................................................................30
Een reeks opdrachten uitvoeren — System Control-functies ................... 34
Een reeks opdrachten voor de System Macro-labels programmeren ...... 34
Opmerkingen over System Control-bedieningsreeksen ............................ 38
Geprogrammeerde opdrachten voor een bepaalde System
Macro-label .................................................................................................... 39
Een reeks opdrachten voor de componentlabels programmeren ............. 40
Het interval tussen bedieningsstappen wijzigen ........................................ 42
De uitvoeringstijd van componentmacro’s wijzigen .................................. 43
Een extra functie toevoegen aan de componentlabels .............................44
De inschakelopdracht voor een geselecteerde component
programmeren (alleen voor Sony componenten) .................................... 44
Overige componenten toewijzen aan de componentlabels ...................... 46
De instellingen van een componentlabel kopiëren naar een
andere label .................................................................................................... 46
Programma’s selecteren met één label — Channel Macro-functie ........... 48
5
De timer instellen ...................................................................................... 51
Een nieuw timerprogramma instellen .......................................................... 51
Een ingesteld timerprogramma of een ander geselecteerd
timerprogramma wijzigen ........................................................................... 56
De geprogrammeerde timerinstellingen voor een bepaalde
programmanummerlabel wissen................................................................ 60
Overige functies gebruiken
Bedieningselementen vergrendelen — Hold-functie ................................ 62
De automatische uitschakeltijd van de achtergrondverlichting van het
uitleesvenster aanpassen........................................................................ 63
De bedieningspieptoon instellen............................................................... 64
Het contrast van het uitleesvenster aanpassen ........................................65
De namen van de labels op het display wijzigen ...................................... 65
Alle instellingen wissen .............................................................................68
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen...............................................................................70
Onderhoud .................................................................................................70
Technische gegevens ................................................................................. 70
Verhelpen van storingen............................................................................ 71
Appendices
Overzicht van vooringestelde functies ...................................................... 74
TV (TV-toestel).................................................................................................. 74
SAT1, SAT2 (digitale satelliet) ........................................................................ 74
DVD (DVD-speler)........................................................................................... 75
VCR1, VCR2, VCR3 (videorecorders 1, 2, 3) ................................................ 76
CD (compact disc speler) ................................................................................ 77
AMP (versterker).............................................................................................. 77
MD (minidisc recorder) ................................................................................... 78
DAT (digitaal cassettedeck) ............................................................................ 79
TAPE A, TAPE B (cassettedeck A, B) ............................................................. 79
Index ............................................................................................. achterkaft
6
Bedieningselementen
1 LCD-scherm
2 COMPO (component) toets
3 SYSTEM toets
4 TIMER toets
5 SCROLL toets
6 SET toets
7 Bedieningstoetsen voor de
speler
8 1-/
-/-- toets
9 toets
0 toets
qa MENU toets
qs 2 (volume) +/– toetsen
qd % toets
qf Label-toets
qg 1 toets
qh Cijfertoetsen
qj 2-/ENT (enter) toets
qk toets
ql GUIDE toets
w; Joystick en cursors
wa PROGR (programma) +/–
toetsen
ws toets
*Opmerking over de 2 en %
toetsen
Als u een videocomponent selecteert,
regelt of dempt de afstandsbediening
het volume van de TV. Als u een
audiocomponent selecteert, regelt of
dempt de afstandsbediening het volume
van de versterker.
U kunt deze instelling wijzigen (pagina
30).
Voorbereidingen
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
7
De batterijen
plaatsen
Schuif het deksel van de
batterijhouder open en plaats twee
AA (R6) alkalinebatterijen (niet
bijgeleverd). Zorg dat alle
batterijen met de + en – polen in
dezelfde richting liggen als de +
en – in de batterijhouder.
De batterijen vervangen
Batterijen voor
afstandsbediening en
achtergrondverlichting (twee
AA (R6) batterijen)
In normale omstandigheden gaan
de alkalinebatterijen ongeveer 5
maanden mee.
De levensduur van batterijen is
afhankelijk van het gebruik.
Als de afstandsbediening niet
correct werkt, zijn de batterijen
mogelijk leeg en wordt “BATT”
weergegeven op het LCD-scherm.
Als het display dimt, vervangt u
de alkalinebatterijen.
Opmerkingen over de
batterijen
Gebruik geen combinatie van oude
en nieuwe batterijen. Gebruik ook
geen combinatie van verschillende
soorten batterijen.
Als de batterijen lekken, maakt u de
batterijhouder schoon met een doek
en vervangt u de batterijen. Verwijder
de batterijen als u de
afstandsbediening gedurende langere
tijd niet gebruikt om te voorkomen
dat batterijen gaan lekken.
Na het vervangen van de batterijen
moet u de klok instellen (pagina 8).
8
De klok instellen
De klok voor het eerst
instellen na het plaatsen
van batterijen
SET
CLOCK
SUN
12:00 AM
STD TIME
DS TIME
--:--
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
1,7
3
4-6
2
Het display voor
componentbediening verschijnt
als u de batterijen voor het eerst
hebt geplaatst.
TV
PIP SWAP
PIP MOVE
PIP CH+
PIP CH-
--:--
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk op de Label-toets om
“CLOCK” te selecteren.
De afstandsbediening schakelt
over naar de klokinstelstand.
SET
PRESET
LEARN
LABEL
CLOCK
9
4 Duw de joystick naar of
om de dag van de week
te selecteren.
De geselecteerde dag van de
week knippert.
SUN : zondag
MON : maandag
TUE : dinsdag
WED : woensdag
THU : donderdag
FRI : vrijdag
SAT : zaterdag
Duw de joystick naar . De
dag van de week wordt
ingesteld.
“12” en “AM” knipperen.
Opmerking
Als u de joystick naar duwt, wordt
de dag van de week ingesteld. De
instelstand gaat verder naar stap 6.
3 Druk op de Label-toets om
“STD TIME” (standaardtijd)
of “DS TIME” (zomertijd) te
selecteren.
Selecteer “DS TIME” voor een
gebied waar de zomertijd
geldt.
Selecteer “STD TIME” als dit
niet het geval is.
De geselecteerde optie, “STD
TIME” of “DS TIME”, blijft
branden.
Voorbeeld: als “STD TIME” is
geselecteerd
SET
CLOCK
SUN
12:00 AM
STD TIME
DS TIME
--:--
SET
CLOCK
SUN
12:00 AM
STD TIME
DS TIME
--:--
SET
CLOCK
SUN
12:00 AM
STD TIME
--:--
Wordt vervolgd
SUN
MON
TUE
WED
THU
FRI
SAT
SET
CLOCK
MON
12:00 AM
STD TIME
--:--
10
5 Duw de joystick naar of
om het uur (AM of PM)
in te stellen.
Wanneer de joystick naar of
wordt geduwd, wordt het
uur met één gewijzigd.
Het geselecteerde uur (AM of
PM) knippert.
Duw de joystick naar . Het
uur wordt ingesteld. “00”
(minuut) knippert.
Opmerking
Als u de joystick naar duwt,
worden het uur en AM (of PM)
ingesteld. De afstandsbediening keert
terug naar de instelstand in stap 4.
6 Duw de joystick naar of
om de minuut in te
stellen.
Wanneer de joystick naar of
wordt geduwd, wordt de
minuut met één gewijzigd.
De geselecteerde minuut
knippert.
Opmerkingen
Als u de joystick naar duwt,
wordt de minuut ingesteld. De
afstandsbediening keert terug
naar de instelstand in stap 4.
Als u de joystick naar
duwt,
wordt de minuut ingesteld. De
afstandsbediening keert terug
naar de instelstand in stap 5.
Ga naar stap 7 als u de
klokinstelling wilt voltooien.
SET
CLOCK
MON
9:00 PM
STD TIME
--:--
De klok instellen (vervolg)
PM
PM
PM
AM
AM
AM
11
7 Druk op SET.
Met een pieptoon worden de
dag van de week, het uur en de
minuut ingesteld en de klok
start bij 0 seconden.
De afstandsbediening schakelt
over naar de instelstand.
Als u nogmaals op SET drukt
Het display voor componentbediening
verschijnt.
Opmerking
Als u op SET drukt in stap 4-6, wordt
de klokinstelling bevestigd en start bij 0
seconden.
Wordt vervolgd
De klok aanpassen nadat
deze is ingesteld
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
4
1,5
2
3
SET
CLOCK
MON
STD TIME
9:30 PM
SET
PRESET
LEARN
LABEL
CLOCK
12
2 Druk op de Label-toets om
“CLOCK” te selecteren.
De afstandsbediening schakelt
over naar de klokinstelstand.
“CLOCK” en de huidige
tijdsinstelling worden op het
LCD-scherm weergegeven.
De tijdstand (STD TIME of DS
TIME) die nu is ingesteld, blijft
branden en de andere knippert.
3 Als u de tijdstand wilt
wijzigen, drukt u op de
Label-toets om de
knipperende tijdstand (STD
TIME of DS TIME) te
selecteren.
Duw de joystick naar of en
ga naar stap 4 als u de tijdstand
niet wilt wijzigen.
SET
PRESET
LEARN
LABEL
CLOCK
De klok instellen (vervolg)
4 Duw de joystick naar , ,
of om de klok in te
stellen. Volg stap 4-6 op
pagina 9-10.
5 Druk op SET.
SET
CLOCK
WED
10:00 AM
STD TIME
DS TIME
10:00 AM
13
Basisbediening
Een componentcode
instellen
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
2
3
5
4
Componentnaam
op het display
TV
SAT1
SAT2
DVD
VCR1
VCR2
VCR3
CD
AMP
MD/DAT
TAPE A
TAPE B
Fabrieksinstelling
Sony TV
Sony digitale
satelliet
Sony analoge
satelliet
Sony DVD-
speler
Sony VHS
videorecorder
(VTR3)
Sony 8mm
videorecorder
(VTR2)
Sony Betamax
videorecorder
Sony CD-
speler
Sony
versterker
Sony MD deck
Sony
cassettedeck
Sony
cassettedeck
Vooringestelde
component
TV
Digitale
satelliet
Analoge
satelliet
DVD-speler
VCR
VCR
VCR
CD-speler
Versterker
MD deck/
DAT deck
Cassettedeck*
Cassettedeck*
* Analoge audio compact cassettedecks
Zie “Overzicht van vooringestelde
functies” (pagina 74) voor de functies
van toetsen voor elke component.
Wordt vervolgd
Voorbeeld: een Philips TV
instellen
1 Zie de tabellen in de
bijgeleverde lijst
“Componentcodenummers”
om het viercijferige
codenummer voor de
gewenste component te
vinden.
Als er meerdere codenummers
worden vermeld, moet u het
eerste nummer gebruiken.
Gebruik bijvoorbeeld het
codenummer 8056 om de
afstandsbediening in te stellen
voor een Philips TV.
Het eerste cijfer van het
componentcodenummer duidt
de componentcategorie aan
(TV, VCR, enzovoort). Zie de
tabellen in de bijgeleverde lijst
“Componentcodenummers”
voor meer informatie.
De code voor
vooringestelde audio-/
videocomponenten
instellen
De afstandsbediening is in de
fabriek ingesteld voor de
bediening van Sony audio-/
videocomponenten. Zie de
onderstaande tabel. Als u de
afstandsbediening gebruikt met in
de fabriek ingestelde Sony
componenten, kunt u de volgende
procedures overslaan.
U kunt de afstandsbediening ook
gebruiken met andere
vooringestelde audio-/
videocomponenten. Als u de
afstandsbediening wilt gebruiken
met andere audio-/
videocomponeten, moet u de
volgende procedures uitvoeren
om de juiste codes voor elke
component in te stellen.
14
De code voor vooringestelde
audio-/videocomponenten
instellen (vervolg)
2 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
3 Druk op de Label-toets om
“PRESET” te selecteren.
“PRESET” verschijnt op het
LCD-scherm en de
componentnamen worden op
de labels weergegeven.
SET
PRESET
LEARN
LABEL
CLOCK
SET
PRESET
TV
SAT1
VCR1
DVD
4 Druk op de Label-toets om
de gewenste component te
selecteren.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
Wanneer u op SCROLL drukt,
worden de labels als volgt
gewijzigd.
SET
PRESET
TV
SAT1
VCR1
DVD
TV
SAT1
VCR1
DVD
SAT2
VCR2
CD
AMP
MD/DAT
VCR3
TAPE A
TAPE B
15
Wanneer de gewenste
component is geselecteerd,
worden de componentnaam (in
dit geval TV) en het
viercijferige
componentcodenummer dat
voor de component is
vooringesteld, weergegeven.
5 Voer het viercijferige
componentcodenummer in
met de cijfertoetsen en druk
vervolgens op ENT.
Voorbeeld: “8086” invoeren
Voer “8”, “0”, “8”, “6” in en
druk op ENT.
Als de code correct is
ingesteld
Met een pieptoon worden
“OK” en de ingevoerde cijfers
weergegeven.
De cijfers worden geselecteerd
en het display keert terug naar
de stand voor voorinstellen.
Als u op SET drukt
Het display keert terug naar de
instelstand.
Als u nogmaals op SET drukt
Het display voor
componentbediening verschijnt.
COMPO
SET
PRESET
8001
TV
6 Als u een code voor een
andere component wilt
invoeren, herhaalt u stap 4
en 5.
Als u op SET drukt
Het vorige display wordt weergegeven.
Opmerkingen
Als u een componentcodenummer
invoert dat niet in de tabel in de
bijgeleverde lijst
“Componentcodenummers”
voorkomt, hoort u vijf pieptonen en
knippert “NG” als u op ENT hebt
gedrukt. De vorige instelling wordt
weergegeven. Als dit gebeurt, moet u
het componentcodenummer
controleren en probeert u het
opnieuw.
Als u langer dan twee minuten niets
invoert op de afstandsbediening,
wordt de procedure geannuleerd. In
dit geval moet u de code opnieuw
instellen.
Het eerste cijfer van het
componentcodenummer duidt de
componentcategorie aan (TV, VCR,
enzovoort). De component die
overeenkomt met het viercijferige
componentcodenummer, wordt
ingesteld in stap 5. Als u een
component met een andere categorie
instelt dan was vooringesteld, kunt u
desgewenst de componentnamen
wijzigen (zie pagina 65).
Als u een componentcode voorinstelt
nadat u de tekeninhoud van de labels
hebt ingevoerd op het LCD-scherm
(pagina 65), worden deze gewist en
wordt het oorspronkelijke display
weergegeven. Bewerk de tekens
nadat u de component hebt
geselecteerd door het voorinstellen
van een code.
Wordt vervolgd
16
Het codenummer
controleren
1 Druk op COMPO wanneer
het display voor
componentbediening
verschijnt. Als dit niet
wordt weergegeven, drukt
u herhaaldelijk op SET.
“COMPO” verschijnt op het
LCD-scherm en de
componentnamen worden op
de labels weergegeven.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
Wanneer u op SCROLL drukt,
worden de labels als volgt
gewijzigd.
COMPO
TV
SAT1
VCR1
DVD
10:00 AM
TV
SAT1
VCR1
DVD
SAT2
VCR2
CD
AMP
MD/DAT
VCR3
TAPE A
TAPE B
2 Druk op de Label-toets om
de ingestelde component te
selecteren.
3 Schakel de component in
met de aan/uit-schakelaar.
4 Richt de afstandsbediening
op de component en druk
op 1.
COMPO
TV
SAT1
VCR1
DVD
10:00 AM
De code voor vooringestelde
audio-/videocomponenten
instellen (vervolg)
17
Een componentcode
zoeken met de zoekfunctie
U kunt een beschikbaar
codenummer zoeken voor een
component die nog geen code
heeft in de bijgeleverde lijst
“Componentcodenummers”.
Voordat u de zoekfunctie start
Stel de componenten als volgt in
om de zoekfunctie in te schakelen.
TV en AMP: ingeschakeld
CD, MD, TAPE en DAT:
ingeschakeld met een geluidsbron
(disc, cassette tape, enzovoort)
Overige componenten:
uitgeschakeld
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
1
2
3
5
6
4
Wanneer het
afstandsbedieningssignaal is
verzonden, wordt op het
display weergegeven.
De component wordt
uitgeschakeld.
5 Controleer of de andere
functies van de component,
zoals programmakeuze en
volumeregeling, ook goed
functioneren met de
afstandsbediening.
Zie pagina 23 voor meer
informatie.
Als de afstandsbediening niet
functioneert
Probeer deze instellingsprocedures te
herhalen met de andere codes voor de
componenten (zie pagina 13).
Opmerkingen over labels op het
LCD-scherm waarvoor al een
afstandsbedieningssignaal is
“aangeleerd”
Als er voor een bepaalde label al
een signaal is geprogrammeerd
met de aanleerfunctie (pagina 23),
kunt u het componentcodenummer
niet voorinstellen. Als u de label als
vooringestelde componentlabel
wilt gebruiken, moet u eerst het
aangeleerde signaal wissen (pagina
29).
TV
Wordt vervolgd
18
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk op de Label-toets om
“PRESET” te selecteren.
“PRESET” verschijnt op het
LCD-scherm en de
componentnamen worden op
de labels weergegeven.
3 Druk op de Label-toets om
de gewenste component te
selecteren.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
Wanneer u op SCROLL drukt,
worden de labels gewijzigd
zoals in stap 4 op pagina 14.
Wanneer de gewenste
component is geselecteerd,
worden de componentnaam (in
dit geval TV) en het
viercijferige
componentcodenummer dat
voor de component is
vooringesteld, weergegeven.
4
Druk op PROGR + of
PROGR – om te zoeken naar
componentcodenummers in
dezelfde categorie (in dit
geval codenummers die
beginnen met “8”).
Druk op
PROGR
+ om naar het
volgende codenummer te gaan.
Druk op
PROGR
– om naar het
vorige codenummer te gaan.
SET
PRESET
LEARN
LABEL
CLOCK
SET
PRESET
TV
SAT1
VCR1
DVD
SET
PRESET
TV
SAT1
VCR1
DVD
De code voor vooringestelde
audio-/videocomponenten
instellen (vervolg)
COMPO
SET
PRESET
8001
TV
19
De geprogrammeerde
inhoud voor een bepaalde
componentlabel wissen
U kunt alle ingestelde gegevens
wissen, zoals vooringestelde
gegevens, aangeleerde inhoud,
kanaalmacro’s, tekeninhoud van de
labels en geprogrammeerde gegevens
van de systeemmacro’s voor de
componentlabel.
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk twee keer op SCROLL
om “CLEAR” op een van
de labels weer te geven.
Wanneer u op SCROLL drukt,
wordt de label als volgt
gewijzigd.
Opmerking
Als u wilt zoeken naar
componentcodenummers in een
andere categorie, gaat u terug naar
stap 3 of voert u een viercijferig
componentcodenummer voor een
andere categorie in (bijvoorbeeld
een codenummer dat begint met
“3”, “4”, enzovoort) voordat u stap
4 uitvoert.
5 Richt de afstandsbediening
op de component en druk
op 1.
Wanneer het
afstandsbedieningssignaal is
verzonden, wordt op het
display weergegeven.
Als dit werkt (TV en AMP
worden uitgeschakeld, de
weergave begint voor CD, MD,
DAT en TAPE en andere
componenten worden
ingeschakeld), gaat u verder
met stap 6.
Als dit niet werkt, herhaalt u
stap 4 en 5.
6 Druk op ENT.
Met een pieptoon worden
“OK” en de ingevoerde cijfers
weergegeven.
Het componentcodenummer
wordt vastgelegd en het
display keert terug naar de
stand voor voorinstellen.
Als u op SET drukt
Het display keert terug naar de
instelstand.
Als u nogmaals op SET drukt
Het display voor
componentbediening verschijnt.
Opmerking
U kunt het beste het codenummer
opschrijven zodat u dit niet vergeet.
COMPO
SET
PRESET
PRESET
LEARN
LABEL
CLOCK
SYSTEM
TIMER
CH MACRO
VOLUME
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
Wordt vervolgd
20
5 Druk op de Label-toets om
de ingestelde component te
selecteren waarvoor u de
instellingen wilt wissen.
Tijdens het wissen
Als het wissen is voltooid, wordt
“COMPLETE” weergegeven met
een pieptoon.
Als u de instellingen van
andere componenten wilt
wissen
Herhaal stap 5.
Als u op SET drukt
Het vorige display wordt
weergegeven.
3 Druk op de Label-toets om
“CLEAR” te selecteren.
4 Druk op de Label-toets om
“COMPO” te selecteren.
De componentnamen worden
op de labels weergegeven.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
Wanneer u op SCROLL drukt,
worden de labels gewijzigd
zoals in stap 4 op pagina 14.
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
SET
CLEAR
COMPO
SYSTEM
TIMER
ALL
COMPO
SET
CLEAR
TV
SAT1
VCR1
DVD
De code voor vooringestelde
audio-/videocomponenten
instellen (vervolg)
COMPO
SET
CLEAR
COMPLETE
R
R
R
R
R
R
R
R
R
TV
21
De componenten
bedienen met de
afstandsbediening
Als u een component gebruikt die
niet van Sony is, moet u eerst de
componentcode instellen (pagina
13).
Voorbeeld: Weergave met VCR1
1 Druk op COMPO wanneer
het display voor
componentbediening
verschijnt. Als dit niet
wordt weergegeven, drukt
u herhaaldelijk op SET.
“COMPO” verschijnt op het
LCD-scherm en de
componentnamen worden op
de labels weergegeven.
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
1
2
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
Wanneer u op SCROLL drukt,
worden de labels als volgt
gewijzigd.
COMPO
TV
SAT1
VCR1
DVD
10:00 AM
TV
SAT1
VCR1
DVD
SAT2
VCR2
CD
AMP
MD/DAT
VCR3
TAPE A
TAPE B
Wordt vervolgd
22
2 Druk op de Label-toets om
de component (in dit geval
VCR1) te selecteren die u
wilt bedienen.
De labels voor het bedienen
van de geselecteerde
component worden
weergegeven.
COMPO
TV
SAT1
VCR1
DVD
10:00 AM
VCR1
ANT SW
SEARCH
t
SEARCH
T
PLAYx2
10:00 AM
De componenten bedienen met
de afstandsbediening (vervolg)
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
Wanneer u op SCROLL drukt,
worden de labels als volgt
gewijzigd.
3 Druk op de gewenste toets
op de afstandsbediening of
druk op de Label-toets om
de label op het LCD-scherm
te selecteren.
Wanneer het
afstandsbedieningssignaal is
verzonden, wordt op het
display weergegeven.
Zie “Overzicht van
vooringestelde functies”
(pagina 74) voor de functies
van toetsen voor elke
component.
Opmerking
De afstandsbedieningssignalen kunnen
verschillen voor bepaalde
componenten of functies. In dit geval
kunt u het beste de
afstandsbedieningssignalen
programmeren met de aanleerfunctie
(zie pagina 23). Componenten en
functies die geen ondersteuning bieden
voor bediening op afstand via infrarode
signalen, werken niet met deze
afstandsbediening.
ANT SW
PLAYx2
Q.TIMER
COUNTER
COMMERCL
SP/LP
EJECT
********
********
********
SEARCH
t
SEARCH
T
23
Het volume regelen
Druk op 2 +/– om het volume te
regelen en op % om het geluid te
dempen. Als u een
videocomponent selecteert, wordt
het volume van de TV geregeld.
Selecteert u een audiocomponent,
dan wordt het volume van de
versterker geregeld. U kunt deze
instelling ook wijzigen (pagina
30).
Opmerkingen
Als u een signaal hebt
geprogrammeerd voor de 2 of %
toets van een component met de
aanleerfunctie, wordt dat signaal
verzonden en wordt het volume van
de TV of versterker niet geregeld.
Als u een signaal hebt
geprogrammeerd voor de 2 of %
toets van TV of AMP met de
aanleerfunctie, wordt dat signaal ook
verzonden wanneer u een andere
component selecteert. Als u echter
een signaal hebt geprogrammeerd
voor de 2 of % toets van een andere
component, wordt dat signaal alleen
verzonden nadat u die component
hebt geselecteerd.
Als u een andere component aan de
TV of AMP toets hebt toegewezen,
kan het volume van de TV of de
versterker niet worden geregeld, zelfs
niet als u andere componenten
selecteert.
Overnemen van
nieuwe
afstandsbedienings-
signalen
— Aanleerfunctie
Als u componenten of functies die
niet zijn vooringesteld, wilt
bedienen, kunt u de volgende
“aanleerprocedure” gebruiken om
de programmeerbare toetsen op
de afstandsbediening en de labels
op het display de functies van een
andere afstandsbediening te laten
“overnemen”. U kunt de
aanleerfunctie ook gebruiken om
het signaal van afzonderlijke
labels en toetsen te wijzigen na het
instellen van het
componentcodenummer (pagina
13).
Opmerking
Bepaalde afstandsbedieningssignalen
kunnen niet worden aangeleerd.
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
2,8
3
4
Wordt vervolgd
24
Voorbeeld: het N signaal
(weergave) van de component
programmeren onder de VCR1
N toets (weergave) van de
afstandsbediening
1 Plaats de RM-VL1000T
recht tegenover de
afstandsbediening van de
component.
2 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
3 Druk op de Label-toets om
“LEARN” te selecteren.
ongeveer 5 – 10
cm tussenruimte
RM-VL1000T
SET
PRESET
LEARN
LABEL
CLOCK
SET
LEARN
ANT SW
SEARCH
t
SEARCH
T
PLAYx2
VCR1
“LEARN” verschijnt op het
LCD-scherm en de
componentnamen worden op
de labels weergegeven.
4 Druk op de Label-toets om
de gewenste component te
selecteren waarvan de
signalen moeten worden
aangeleerd.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
De programmeerbare labels
knipperen.
COMPO
SET
LEARN
TV
SAT1
VCR1
DVD
COMPO
SET
LEARN
TV
SAT1
VCR1
DVD
Overnemen van nieuwe
afstandsbedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
25
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
Wanneer u op SCROLL drukt,
worden de labels als volgt
gewijzigd.
Opmerking over het
knipperende display
De labels die al zijn vooringesteld
voor de component, knipperen
twee keer. De label die nog niet zijn
ingesteld, knipperen één keer.
De naam van de labels
wijzigen
Volg de procedure op pagina 27.
Als u op SET drukt
Het display keert terug naar de
aanleerstand voor instellingen.
ANT SW
PLAYx2
Q.TIMER
COUNTER
COMMERCL
SP/LP
EJECT
********
********
********
SEARCH
t
SEARCH
T
5 Druk op de Label-toets om
de label op het LCD-scherm
te selecteren of druk op de
toets op de
afstandsbediening
waaronder u een functie
wilt “overnemen”.
“LEARN” knippert tien seconden
en de afstandsbediening schakelt
over naar de ontvangststand.
Labels op het LCD-scherm
programmeren
De geselecteerde label blijft
branden. De overige labels
verdwijnen.
Toetsen op de
afstandsbediening
programmeren
De labels verdwijnen.
6 Druk op de toets op de
andere afstandsbediening
en houd deze ingedrukt
totdat u een pieptoon hoort.
Als u de toets eerder loslaat,
wordt het signaal mogelijk niet
correct aangeleerd.
SET LEARN
LEARN
PLAYx2
VCR1
Wordt vervolgd
26
Als u het REC signaal (opnemen)
aanleert
Als u tegelijkertijd op twee toetsen
moet drukken (bijvoorbeeld z en
N) om de opname op het
cassettedeck of de videorecorder
te starten, kunt u het REC signaal
als volgt aanleren.
Druk alleen op REC in stap 5
(pagina 25). Druk vervolgens op
de twee toetsen op de
afstandsbediening van de
component in stap 6.
U kunt het REC signaal niet
aanleren aan de twee toetsen die
tegelijkertijd moeten worden
ingedrukt (bijvoorbeeld z en N)
op de afstandsbediening.
Programmeer het REC signaal
onder één toets.
Als u de 2 +/ – of % toets
signalen aanleert
Als u een signaal hebt
geprogrammeerd voor de
2 +/– of % toets voor andere
componenten dan TV en AMP
met de aanleerfunctie, wordt dat
signaal alleen verzonden
wanneer u die component
selecteert.
Als u een signaal hebt
geprogrammeerd voor de 2 of
% toets van TV of AMP met de
aanleerfunctie, wordt dat signaal
ook verzonden wanneer u een
andere component selecteert.
Als u echter een signaal hebt
geprogrammeerd voor de
2 +/– of % toets van een
andere component, wordt dat
signaal alleen verzonden nadat u
die component hebt
geselecteerd.
Als u de signalen van een
airconditioning aanleert
Zie “Opmerkingen over het
aanleren van de signalen van een
airconditioning” op pagina 28.
Als de opdracht is
aangeleerd
De aangeleerde labels blijven
branden en de overige
programmeerbare labels knipperen.
Als “NG” knippert op het
display
Het aanleren is mislukt. Voer stap 5
en 6 opnieuw uit.
7 Herhaal stap 5 en 6 om
andere functies aan te leren
onder andere labels of
toetsen.
Afstandsbedieningssignalen
van een andere component
aanleren
Selecteer de component in stap 4 en
volg stap 5 en 6 om het signaal aan
te leren.
8 Druk op SET.
Het display keert terug naar de
aanleerstand voor instellingen.
Als u nogmaals op SET drukt
Het display keert terug naar de
instelstand.
Als u nogmaals op SET drukt
Het display voor
componentbediening verschijnt.
Opmerkingen
De aanleerstand wordt beëindigd als
u niet binnen twee minuten stappen
voor aanleren uitvoert.
Als u stap 6 niet binnen 10 seconden
na stap 5 uitvoert, keert het display
terug naar stap 4. De
programmeerbare labels knipperen.
In dit geval voert u stap 5 opnieuw
uit terwijl het display knippert.
Als de afstandsbediening niet
functioneert
Wanneer de aangeleerde label of toets
niet goed werkt, leert u het signaal
nogmaals aan. Als het volume
bijvoorbeeld zeer luid wordt wanneer u
één keer op 2 + drukt, is het aanleren
wellicht verstoord door ruis.
Als u een componentcode wilt
instellen voor een label na het
aanleren van een signaal
U kunt het componentcodenummer
niet voorinstellen voor een label met
een “aangeleerd signaal”. Als u de label
als vooringestelde componentlabel wilt
gebruiken, moet u eerst het
aangeleerde signaal wissen (pagina 29).
Overnemen van nieuwe
afstandsbedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
27
SET
LEARN
VCR1
PLAYx2
De afstandsbediening schakelt
over naar de Label-
invoerstand.
3 Duw de joystick naar , ,
en om tekens op de
label in te voeren.
De cursor knippert aan het
linkerzijde van de label.
Voer cijfers of tekens in vanaf
de linkerzijde. Duw de joystick
herhaaldelijk naar of
totdat u het gewenste teken
krijgt.
Wanneer de joystick naar
wordt geduwd, wordt het
teken als volgt gewijzigd.
Wanneer de joystick naar
wordt geduwd, wordt het
teken in omgekeerde volgorde
gewijzigd.
Als u de joystick naar of
geduwd houdt, wordt het
teken doorlopend gewijzigd.
A t B t C t D t E t F t
G t H t I t J t K t L t
M t N t O t P t Q t R
t S t T t U t V t W t
X t Y t Z t a t b t c t
d t e t f t g t h t i t j
t k t l t m t n t o t p
tq t r t s t t t u t v t
w t x t y t z t 0 t 1 t
2 t 3 t 4 t 5 t 6 t 7 t 8
t 9 t
spatie t ! tt # t $ t &
t ( t ) t t + t , tt
. t / t : t ? t ~ t t
t t t t t t
t t
De functienaam van de labels
op het display wijzigen
U kunt de weergave van de labels
op het display wijzigen in een
geschikte naam. Hiervoor kunt u
maximaal 8 tekens gebruiken.
1 Druk in stap 4 (pagina 24)
op de Label-toets om de
componentlabel te
selecteren (bijvoorbeeld
VCR1).
2 Houd de Label-toets langer
dan twee seconden
ingedrukt om de
functienaam te selecteren
die u wilt wijzigen.
COMPO
SET
LEARN
TV
SAT1
VCR1
DVD
SET
LEARN
ANT SW
SEARCH
t
SEARCH
T
PLAYx2
VCR1
Wordt vervolgd
28
Opmerkingen over het
aanleren van de signalen
van een airconditioning
Seizoensinstellingen
Als u de instellingen van de
airconditioning aanpast aan het
seizoen, moet u de
afstandsbedieningssignalen voor
de nieuwe instellingen op de
afstandsbediening programmeren.
Als het in- en uitschakelen niet
goed functioneert
De airconditioning is wellicht niet
goed in- of uitgeschakeld met de
toets van deze afstandsbediening,
waarvoor u het signaal voor in- en
uitschakelen hebt
geprogrammeerd.
Als u het “ON” signaal met één
toets of label van de geïntegreerde
afstandsbediening verzendt en het
“OFF” signaal met een andere
toets of label, terwijl het “ON/
OFF” signaal met één toets of label
op de afstandsbediening van de
airconditioning wordt verzonden,
kunt u het signaal als volgt onder
twee toetsen of labels op de
geïntegreerde afstandsbediening
programmeren.
1 Wis het aangeleerde signaal
voor in- en uitschakelen van de
toets of label (pagina 29).
2 Programmeer het signaal, dat
via de toets voor in- en
uitschakelen op de
afstandsbediening van de
airconditioning wordt
verzonden, nogmaals voor de
toets of label.
3 Programmeer hetzelfde signaal
voor een andere toets of label.
De twee toetsen of labels van de
geïntegreerde afstandsbediening
zijn respectievelijk
geprogrammeerd voor het
inschakelen en uitschakelen van
de airconditioning, zodat u de
airconditioning kunt bedienen met
deze afstandsbediening.
Als u een fout maakt, drukt u
op of om de cursor te
verplaatsen naar het teken dat
u wilt corrigeren, en voert u het
teken opnieuw in.
4 Duw de joystick naar om
het teken vast te leggen dat
u wilt invoeren.
De cursor wordt naar rechts
verplaatst.
Als de joystick naar wordt
geduwd, wordt de cursor naar
links verplaatst. U kunt een
teken invoeren op de plaats
waar de cursor knippert.
5 Herhaal stap 3 en 4 totdat u
een geschikte naam voor de
label hebt ingevoerd.
Als de cursor de rechterzijde
bereikt en de joystick naar
wordt geduwd, keert de cursor
terug naar de linkerzijde.
6 Druk op SET.
De wachtstand voor aanleren
voor de afstandsbediening
wordt geactiveerd.
Overnemen van nieuwe
afstandsbedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
29
De functie van een
aangeleerde label of toets
wijzigen of wissen
Als u de aangeleerde functie wilt
wijzigen, moet u deze eerst wissen
en vervolgens opnieuw
overnemen.
De aangeleerde functie van een
label of toets wissen
Na stap 4 (pagina 24) drukt u op
SCROLL terwijl u op de toets of de
labelselectietoets drukt die hoort
bij de label die u wilt wissen.
“CLEAR OK” wordt weergegeven
en de aangeleerde functie wordt
gewist met een pieptoon.
De gewiste label knippert samen
met de overige programmeerbare
labels.
Als de tekeninhoud van de
label is gewijzigd
Als u de tekeninhoud van de label wilt
wissen, voert u de procedure die
hierboven wordt beschreven, nogmaals
uit. De opgegeven inhoud wordt
gewist en het display van de label keert
terug naar de oorspronkelijke
instelling.
Voor zorgvuldig aanleren
van nieuwe functies
•Verplaats de twee
afstandsbedieningseenheden niet
tijdens de aanleerprocedure.
Houd de toets van de andere
afstandsbediening ingedrukt
totdat u de pieptoon hoort.
Gebruik nieuwe batterijen in beide
afstandsbedieningseenheden .
•Vermijd aanleren in direct
zonlicht of sterk fluorescerend
licht.
De locatie van de
afstandsbedieningssensor kan
verschillen voor elke
afstandsbediening. Als het
aanleren niet lukt, wijzigt u de
positie van beide
afstandsbedieningseenheden .
•Wanneer u de geïntegreerde
afstandsbediening signalen van
een afstandsbediening voor een
interactief
signaaluitwisselingssysteem
(bijgeleverd bij bepaalde receivers
en versterkers van Sony) aanleert,
kan het reactiesignaal van de
hoofdeenheid het aanleren van
de geïntegreerde
afstandsbediening verstoren. In
dit geval moet u naar een plaats
gaan waar de signalen de
hoofdeenheid niet kunnen
bereiken (zoals andere kamers,
enzovoort).
BELANGRIJK
Houd de afstandsbediening
buiten bereik van kleine
kinderen en huisdieren.
Gebruik bovendien de Hold-
functie om alle toetsen op de
afstandsbediening te
vergrendelen (pagina 62) als u
de afstandsbediening niet
gebruikt. Componenten, zoals
airconditionings,
verwarmingsapparaten,
elektrische apparaten en
elektrisch bediende rolluiken of
gordijnen, die een infrarood
signaal ontvangen, kunnen
gevaarlijk zijn bij verkeerd
gebruik.
30
Als de videocomponenten echter
op een audiosysteem zijn
aangesloten, hoort u
waarschijnlijk het geluid van de
TV of videorecorder via de
luidsprekers van de versterker en
niet via de luidsprekers van de TV.
In dit geval moet u de
fabrieksinstellingen wijzigen
zodat u het volume van de
videocomponenten kunt regelen
zonder eerst de afstandsbediening
over te schakelen naar de
versterker.
De fabrieksinstellingen voor de
volumeregeling wijzigen
Het volume regelen
voor
videocomponenten
die op een
audiosysteem zijn
aangesloten
De afstandsbediening is in de
fabriek ingesteld volgens het
principe dat u het geluid van de
videocomponenten beluistert via
de luidsprekers van de TV en het
geluid van de audiocomponenten
via de luidsprekers die op de
versterker zijn aangesloten.
Met deze functie kunt u het
volume van de TV of de versterker
regelen zonder dat u hiervoor
eerst TV of AMP moet selecteren.
Als u bijvoorbeeld het volume wilt
regelen tijdens het gebruik van
een videorecorder, hoeft u niet op
de TV toets te drukken om het
volume van de TV te regelen.
U kunt het volume voor de
videocomponenten tegelijkertijd
overschakelen naar de versterker.
In de volgende tabel worden de
fabrieksinstellingen weergegeven
voor de volumeregeling van de
verschillende componenten.
Geavanceerde functies
Componentnaam
op het display
TV
VCR1
VCR2
VCR3
SAT1
SAT2
DVD
CD
AMP
MD/DAT
TAPE A
TAPE B
Het volume
regelen van
TV
TV
TV
TV
TV
TV
TV
versterker
versterker
versterker
versterker
versterker
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
1,8
2
5,7
4
3,6
31
SET
VOLUME
VISUAL
TV
AUDIO
AMP
COMPO
SET
VOLUME
TV
SAT1
VCR1
DVD
VISUAL
SET
SYSTEM
TIMER
CH MACRO
VOLUME
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk één keer op SCROLL
om “VOLUME” op een van
de labels weer te geven.
3 Druk op de Label-toets om
“VOLUME” te selecteren.
4 Als u de instelling voor de
volumeregeling voor
videocomponenten (TV,
SAT1, SAT2, DVD, VCR1,
VCR2 en VCR3) wilt
wijzigen, drukt u op de
Label-toets om de
videocomponent te
selecteren (in dit geval TV).
De componentnamen worden
op de labels weergegeven.
Druk op SCROLL om de labels
te wijzigen. Wanneer u op
SCROLL drukt, worden de
labels gewijzigd zoals in stap 4
op pagina 14.
De componenten met een
vooringesteld codenummer dat
met “8” (TV) of “4” (versterker)
begint, knipperen.
Wordt vervolgd
32
Het volume regelen voor
videocomponenten die op een
audiosysteem zijn aangesloten
(vervolg)
COMPO
SET
VOLUME
SAT2
VCR2
CD
AMP
AUDIO
5 Druk op de Label-toets om
de component te selecteren
waarvoor u de volume-
instellingen wilt wijzigen
(in dit geval AMP). Druk
op SCROLL om de labels te
wijzigen.
Met een pieptoon wordt de
instelling voor de
volumeregeling voor
videocomponenten
overgeschakeld naar de
versterker.
Als u de volume-instelling
voor andere componenten wilt
wijzigen, herhaalt u stap 4-5.
6 Als u de instellingen voor
de volumeregeling voor
audiocomponenten (AMP,
CD, MD/DAT, TAPE A en
TAPE B) wilt wijzigen,
drukt u op de Label-toets
om de audiocomponent te
selecteren (in dit geval
AMP).
SET
VOLUME
VISUAL
AMP
AUDIO
AMP
De componentnamen worden
op de labels weergegeven.
Druk op SCROLL om de labels
te wijzigen.
De componenten met een
vooringesteld codenummer dat
met “4” (versterker) begint,
knipperen.
7 Druk op de Label-toets om
de component te selecteren
waarvoor u de volume-
instellingen wilt wijzigen,
in dit geval AMP. Druk op
SCROLL om de labels te
wijzigen.
Met een pieptoon wordt de
instelling voor de
volumeregeling voor
audiocomponenten
overgeschakeld naar de
versterker.
COMPO
SET
VOLUME
AMP
R
R
R
VISUAL
33
COMPO
SET
VOLUME
AMP
R
R
R
AUDIO
Als u de volume-instelling
voor andere componenten wilt
wijzigen, herhaalt u stap 6 en 7.
8 Druk op SET.
Het vorige display wordt
weergegeven.
Opmerkingen
Als u een TV of versterker waarmee u
het volume wilt regelen,
programmeert onder de
standaardlabel TV of AMP, wordt het
signaal van de vooringestelde
component verzonden. Als u via de
“aanleerfunctie” een signaal
programmeert voor de 2 of % toets
van elke component, wordt het
aangeleerde signaal voor elke
component verzonden.
•Wanneer de vooringestelde gegevens
van de TV of versterker die voor de
instelling van de volumeregeling is
geprogrammeerd onder de
standaardlabel TV of AMP, niet
worden gewist, wordt het signaal van
de vooringestelde component
standaard verzonden, zelfs als u een
andere TV of versterker voorinstelt
voor een componentlabel.
Als u echter een andere TV of
versterker programmeert voor de
instelling van de volumeregeling,
wordt het bijbehorende signaal
verzonden. In dit geval wordt het
aangeleerde signaal verzonden als u
een signaal voor de 2 of % toets
programmeert.
Als een TV of versterker die is
ingesteld voor het regelen van het
volume, geen vooringestelde
gegevens heeft voor de 2 of % toets,
kan het signaal niet worden
verzonden.
Als u een component van een andere
categorie dan een TV of een
versterker instelt voor de
componentlabel waarvoor de
instelling voor volumeregeling is
geprogrammeerd, kan het signaal van
de 2 of % toets niet worden
verzonden.
Als u een component zonder
volumegegevens bedient en u via de
“aanleerfunctie” een signaal voor de
2 of % toets van elke component
hebt geprogrammeerd, wordt het
aangeleerde signaal dat is
geprogrammeerd voor de
component, verzonden, zelfs als u het
volume probeert te regelen met de
functie voor volumeregeling.
Het signaal van de 2 of % toets of
het aangeleerde signaal van de 2 of
% toets voor de versterker wordt
verzonden wanneer u het volume
van de audiocomponenten regelt.
Als een TV is geprogrammeerd voor
de instelling van de volumeregeling,
wordt het signaal van de 2 of %
toets of het aangeleerde signaal van
de 2 of % toets voor de TV
verzonden wanneer u het volume
van de videocomponenten regelt.
Als een versterker is
geprogrammeerd voor de instelling
van de volumeregeling, wordt het
signaal van de 2 of % toets voor de
versterker verzonden voor de TV
wanneer u het volume van de
videocomponenten regelt. Als u
echter een signaal programmeert
voor de 2 of % toets van de TV,
wordt het aangeleerde signaal
verzonden voor de TV.
34
Een reeks opdrachten
uitvoeren
— System Control-functies
Met de System Control-functie
kunt u als volgt een reeks
bedieningsopdrachten
programmeren en eenvoudig
uitvoeren.
1 Druk op SYSTEM wanneer het
display voor
componentbediening verschijnt.
Als dit niet wordt weergegeven,
drukt u herhaaldelijk op SET.
2 Druk op de Label-toets om de
System Macro-label te
selecteren.
Als u bijvoorbeeld een video wilt
bekijken, is een bedieningsreeks
nodig zoals hieronder wordt
beschreven.
Voorbeeld:
1 De TV inschakelen.
2 De videorecorder (VCR1)
inschakelen.
3 De versterker inschakelen.
4 De ingangskeuzeschakelaar van
de versterker instellen op
VIDEO 1.
5 Het ingangssignaal van de TV
instellen op VIDEO.
6 De weergave van de video
starten.
U kunt maximaal 32
opeenvolgende bedieningsstappen
programmeren voor elke System
Macro-label (SONY OFF,
SYSTEM2-12).
De SONY OFF label is in de
fabriek ingesteld met een reeks
opdrachten voor het uitschakelen
van Sony componenten. U kunt
deze label overschrijven met een
systeemmacro.
Als u de System Control-functie
hebt ingesteld voor een
componentlabel (pagina 40),
worden de geprogrammeerde
opdrachten uitgevoerd als u
langer dan 2 seconden op de
Label-toets drukt die bij de label
hoort.
U kunt de instelling wijzigen om
de uitvoeringstijd voor de
componentmacro te wijzigen
(pagina 43).
Tijdens het uitvoeren van de
geprogrammeerde opdrachten
wordt de bijbehorende label
weergegeven wanneer de
afstandsbedieningssignalen
worden verzonden.
Een reeks opdrachten voor
de System Macro-labels
programmeren
Voorbeeld: de bovenstaande
procedure programmeren voor
de SYSTEM2 label
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
1,9
2
5,6
3,4
35
SYSTEM
SET
SYSTEM
SONY OFF
SYSTEM2
SYSTEM3
SYSTEM4
Wordt vervolgd
SYSTEM
SET
SYSTEM
COMPO
SET
SYSTEM
TIMER
CH MACRO
VOLUME
De macro’s worden op de
labels weergegeven. Als u de
label (SONY OFF, SYSTEM2-
12) wilt wijzigen, drukt u
herhaaldelijk op SCROLL.
De macro’s waarvoor de
systeemmacro is
geprogrammeerd, blijven
branden. De overige macro’s
knipperen.
5 Druk op de Label-toets om
de macro te selecteren.
De geselecteerde macro
verschijnt en de
componentnamen worden op
de labels weergegeven.
Als een reeks opdrachten al
is geprogrammeerd voor die
label
Als u een nieuwe bedieningsreeks
wilt programmeren, moet u eerst
het programma wissen (zie pagina
39).
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk één keer op SCROLL
om “SYSTEM” op een van
de labels weer te geven.
3 Druk op de Label-toets om
“SYSTEM” te selecteren.
“SYSTEM” en “COMPO”
knipperen.
4 Druk op de Label-toets om
“SYSTEM” te selecteren.
36
7 Druk op de Label-toetsen of
andere toetsen op de
afstandsbediening voor de
gewenste handeling.
Druk op 1 als u de TV wilt
inschakelen.
8 Herhaal stap 6 en 7 en
programmeer de toetsen
voor de bedieningsreeks.
In dit voorbeeld moet u op de
volgende toetsen drukken.
9 Druk op SET wanneer u
alle toetsen hebt
geprogrammeerd.
Met een pieptoon wordt een
reeks bedieningsopdrachten
geregistreerd.
Het display keert terug naar
stap 5.
Als u op SET drukt
Het vorige display wordt weergegeven.
Een reeks opdrachten uitvoeren
— System Control-functies
(vervolg)
SYSTEM
SET
SYSTEM2
PIP SWAP
PIP MOVE
PIP CH+
PIP CH-
TV
6 Druk op de Label-toets om
de component (in dit geval
TV) te selecteren die u wilt
bedienen.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
De geselecteerde
componentnaam verschijnt
onder aan het LCD-scherm en
de labels voor de bediening
van de component worden
weergegeven. Druk
herhaaldelijk op SCROLL om
de labels te wijzigen.
Druk op COMPO om een andere
component te selecteren.
SYSTEM
SET
SYSTEM2
TV
SAT1
VCR1
DVD
VCR1
AMP
TV
VCR1
37
Opmerkingen
Als u de procedure langer dan twee
minuten onderbreekt, wordt deze
geannuleerd. In dit geval moet u het
volledige programma vanaf het begin
instellen.
Als u een componentcodenummer
wijzigt (pagina 13) of een nieuw
signaal programmeert met de
aanleerfunctie (pagina 23) op een
label waaraan eerder een reeks
opdrachten van de System Control-
functie is toegewezen, wordt het
nieuwe signaal verzonden wanneer u
op de Label-toets drukt die bij de
systeemmacrolabel hoort.
•Wanneer u een reeks
bedieningsopdrachten
programmeert, kunt u geen
geprogrammeerde bedieningsstappen
wissen. Als u zich vergist bij het
programmeren, moet u opnieuw
beginnen vanaf stap 1.
Als u meer dan 32 stappen probeert
te programmeren, wordt de System
Control-instelling beëindigd en
worden de 32 stappen geregistreerd.
Als u opnieuw wilt programmeren,
moet u het programma wissen
(pagina 39) en opnieuw beginnen
vanaf stap 1.
SCROLL wordt niet geteld als stap.
•Wanneer u bij het programmeren van
een inschakelopdracht voor de
System Control-functie de
componentlabel selecteert waarvoor
u de inschakelinstelling hebt
geprogrammeerd (pagina 44), is de
inschakelinstelling ook beschikbaar.
De geselecteerde component wordt
dus uitgeschakeld als de POWER
toets van de component is
geprogrammeerd.
In dit geval moet u de
inschakelinstelling wissen of de
POWER toets van de component niet
programmeren.
Het interval tussen
bedieningsstappen
•U kunt het interval tussen
bedieningsstappen wijzigen (pagina
42).
Als de signalen tijdens
opeenvolgende bedieningsstappen
niet worden ontvangen, moet u een
interval van 250 ms programmeren
tussen de stappen. Hiervoor drukt u
op TIMER tussen de
bedieningsstappen in stap 8 op
pagina 36. Het programmeren van
een interval wordt ook als stap
geteld.
SYSTEM
SET
SYSTEM
SYSTEM4
De volgorde van
bedieningsstappen
Bepaalde componenten reageren
wellicht niet op opeenvolgende
signalen van de afstandsbediening. Een
TV reageert gewoonlijk bijvoorbeeld
niet direct na het inschakelen op het
volgende signaal. Het is dus mogelijk
dat een reeks opdrachten, zoals het
inschakelen van de TV en het selecteren
van het ingangssignaal, niet goed
functioneert. In dit geval moet u andere
signalen invoegen, zoals in het
voorbeeld hieronder:
TV inschakelen t Videorecorder
inschakelen t Weergave van video
starten t Ingangssignaal voor TV
selecteren
De naam van een System
Macro-label op het display
wijzigen
U kunt de weergave van de labels
op het display wijzigen in de
meest geschikte naam. Hiervoor
kunt u maximaal 8 tekens
gebruiken.
1 In stap 5 (pagina 35) drukt u
langer dan 2 seconden op de
Label-toets om de System
Macro-label te selecteren
waarvoor u de naam wilt
wijzigen (bijvoorbeeld
SYSTEM4).
De afstandsbediening schakelt
over naar de Label-invoerstand.
2 Geef de naam van de label op.
Volg stap 3-5 op pagina 27-28.
3 Druk op SET.
De afstandsbediening gaat naar
stap 6 op pagina 36.
Wordt vervolgd
38
Een reeks opdrachten uitvoeren
— System Control-functies
(vervolg)
De System Macro van een label
wissen
In stap 5 (pagina 35) drukt u op
SCROLL terwijl u op de Label-
toets drukt die hoort bij de label
die u wilt wissen. De labels
waarvoor de System Macro is
geprogrammeerd, blijven branden.
“CLEAR OK” verschijnt en de
System Macro wordt gewist met
een pieptoon.
De gewiste label knippert samen
met de overige labels die geen
System Macro-gegevens hebben.
Als de tekeninhoud van de
label is gewijzigd
Als u de tekeninhoud van de label wilt
wissen, voert u de procedure die
hierboven wordt beschreven, nogmaals
uit. De opgegeven inhoud wordt
gewist en het display van de label keert
terug naar de oorspronkelijke
instelling.
Als u de System Macro wist
waarmee u de SONY OFF label
hebt overschreven
De System Macro waarmee u de label
hebt overschreven, wordt gewist met
bovenstaande procedure en de
fabrieksinstellingen van de SONY OFF
label worden hersteld.
Als de tekeninhoud van de SONY OFF
label is gewijzigd, wordt de
tekeninhoud gewist als u bovenstaande
procedure nogmaals uitvoert. De
opgegeven inhoud wordt gewist en de
weergave van de label keert terug naar
“SONY OFF”.
Opmerking
Als u de label selecteert waarvoor de
System Macro is geprogrammeerd,
hoort u het ‘NG’ geluid. Als u de Label-
toets vervolgens loslaat, worden de
gegevens niet gewist en wordt het
System Macro-signaal verzonden.
Opmerkingen over System
Control-bedieningsreeksen
Als de
afstandsbedieningssensors van
de componenten te ver uit elkaar
liggen of als deze worden
geblokkeerd, werken bepaalde
componenten wellicht niet
opeenvolgend, zelfs niet als u de
System Macro-label selecteert.
Als bepaalde componenten niet
correct functioneren wegens de
bovenstaande of een andere
reden, moet u altijd de
instellingen van de componenten
herstellen voordat u de System
Macro-label selecteert.
Als u dit niet doet, kan dit een
onjuiste werking tot gevolg
hebben wanneer u de System
Macro-label opnieuw selecteert.
Bepaalde componenten worden
wellicht niet altijd ingeschakeld
door de System Control-functie.
Dit komt omdat de component
afwisselend wordt in- en
uitgeschakeld wanneer het
signaal voor in- en uitschakelen
wordt ontvangen. Controleer in
dit geval of de component is in-
of uitgeschakeld voordat u de
functie voor systeembediening
gebruikt.
39
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
Geprogrammeerde
opdrachten voor een
bepaalde System Macro-
label
U kunt de System Macro en de
tekeninhoud die u voor een label
hebt geprogrammeerd, wissen.
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk twee keer op SCROLL
om “CLEAR” op een van
de labels weer te geven.
3 Druk op de Label-toets om
“CLEAR” te selecteren.
4 Druk op de Label-toets om
“SYSTEM” te selecteren.
“SYSTEM” verschijnt op het
LCD-scherm en de
systeemmacro’s worden op de
labels weergegeven. Als u de
label (SONY OFF, SYSTEM2-
12) wilt wijzigen, drukt u
herhaaldelijk op SCROLL.
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
SET
CLEAR
COMPO
SYSTEM
TIMER
ALL
Wordt vervolgd
40
Een reeks opdrachten voor
de componentlabels
programmeren
U kunt ook een reeks
bedieningsopdrachten
(componentmacro) programmeren
voor de componentlabels
(maximaal 32 stappen).
Als u een reeks
bedieningsopdrachten voor een
componentlabel wilt uitvoeren,
voert u de volgende procedure uit.
1 Druk op COMPO wanneer het
display voor
componentbediening verschijnt.
Als dit niet wordt weergegeven,
drukt u herhaaldelijk op SET.
2 Druk langer dan één seconde op
de Label-toets om de gewenste
componentlabel te selecteren.
Opmerkingen
• De geprogrammeerde opdrachten
worden uitgevoerd wanneer u langer
dan één seconde op de Label-toets
drukt om een componentlabel te
selecteren.
Als u de toets korter dan één seconde
indrukt, werkt de geselecteerde label
als een gewone componentlabel en
worden de bijbehorende functielabels
weergegeven.
• U kunt de instelling wijzigen om de
uitvoeringstijd voor de
componentmacro te wijzigen (pagina
43).
• Zie ook “Het interval tussen
bedieningsstappen” op pagina 37 en
“Opmerkingen over System Control-
bedieningsreeksen”
op pagina 38 voor meer informatie.
Een reeks opdrachten uitvoeren
— System Control-functies
(vervolg)
5 Druk op de Label-toets om
de macro te selecteren
waarvoor u de System
Control-functie wilt wissen.
Tijdens het wissen
Als het wissen is voltooid,
wordt “COMPLETE”
weergegeven met een
pieptoon.
Als u de instellingen van
andere macro’s wilt wissen
Herhaal stap 5.
6 Druk op SET.
Het vorige display wordt
weergegeven.
SYSTEM
SET
CLEAR
SONY OFF
SYSTEM2
SYSTEM3
SYSTEM4
SYSTEM
SET
CLEAR
COMPLETE
RRR
RRR
RRR
SYSTEM2
R
41
1 Druk op de Label-toets in
stap 4 (pagina 35) om
“COMPO” te selecteren.
De componentnamen worden
weergegeven. De labels
waarvoor een reeks opdrachten
is geprogrammeerd, blijven
branden. De overige labels
knipperen.
2 Druk op de Label-toets om
de component
(bijvoorbeeld DVD) te
selecteren waarvoor u een
reeks opdrachten wilt
programmeren.
3 Volg dezelfde procedure als
in stap 6-8 op pagina 36 om
een reeks opdrachten te
programmeren voor de
componentlabel.
SYSTEM COMPO
SET
SYSTEM
TV
SAT1
VCR1
DVD
SYSTEM
SET
SYSTEM
COMPO
4 Druk op SET.
Met een pieptoon wordt een
reeks bedieningsopdrachten
geregistreerd.
Het display keert terug naar
stap 2.
De componentmacro van een
label wissen
In stap 2 (pagina 41) drukt u op
SCROLL terwijl u op de Label-
toets drukt die hoort bij de label
die u wilt wissen. De labels
waarvoor een reeks opdrachten is
geprogrammeerd, blijven branden.
“CLEAR OK” verschijnt en de
componentmacro wordt gewist
met een pieptoon.
De gewiste label knippert samen
met de overige labels waarvoor
geen reeks opdrachten is
geprogrammeerd.
Opmerking
Als u de label selecteert waarvoor een
reeks opdrachten is geprogrammeerd,
hoort u het ‘NG’ geluid. Als u de Label-
toets vervolgens loslaat, worden de
gegevens niet gewist en wordt het
signaal van de componentmacro
verzonden.
Wordt vervolgd
42
Het interval tussen
bedieningsstappen
wijzigen
U kunt het interval instellen van
150-900 ms.
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
2 Druk twee keer op SCROLL
om “SYSDELAY” op een
van de labels weer te geven.
3 Druk op de Label-toets om
“SYSDELAY” te selecteren.
4 Druk op de Label-toets om
“INTERVAL” te selecteren.
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
SET
SYSDELAY
TIME
INTERVAL
SET
SYSDELAY
150ms
400ms
650ms
900ms
INTERVAL
SET
SYSDELAY
150ms
400ms
650ms
900ms
INTERVAL
Een reeks opdrachten uitvoeren
— System Control-functies
(vervolg)
Het huidige interval blijft
branden. De fabrieksinstelling
is 150 ms (ms: 1/1000 seconde).
5 Druk op de Label-toets om
het interval te selecteren.
Met een pieptoon wordt de
instelling gewijzigd.
6 Druk op SET.
Het display keert terug naar
stap 4.
43
SET
SYSDELAY
TIME
INTERVAL
COMPO
SET
SYSDELAY
0sec
1sec
2sec
TIME
COMPO
SET
SYSDELAY
0sec
1sec
2sec
TIME
4 Druk op SET.
Het display keert terug naar
stap 2.
De uitvoeringstijd van
componentmacro’s wijzigen
1 Volg de procedure in stap 1-
3 op pagina 42.
2 Druk op de Label-toets om
“TIME” te selecteren.
De uitvoeringstijd van de
huidige componentmacro blijft
branden. De fabrieksinstelling
is 1 seconde.
3 Druk op de Label-toets om
de uitvoeringstijd van de
componentmacro te
selecteren.
Met een pieptoon wordt de
instelling gewijzigd.
44
Een extra functie
toevoegen aan de
componentlabels
De inschakelopdracht voor
een geselecteerde
component programmeren
(alleen voor Sony
componenten)
Wanneer u Sony componenten
gebruikt, kunt u het signaal voor
inschakelen voor elke component
programmeren op een
componentlabel. U kunt de
gewenste component selecteren en
deze inschakelen door die label te
selecteren nadat u op COMPO
hebt gedrukt.
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
1,5
2
4
3
Voorbeeld: de TV label
programmeren
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk twee keer op SCROLL
om “POWER ON” op een
van de labels weer te geven.
3 Druk op de Label-toets om
“POWER ON” te
selecteren.
“POWER ON” verschijnt op
het LCD-scherm en de
componentnamen worden op
de labels weergegeven.
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
45
5 Druk op SET.
Het vorige display wordt
weergegeven.
De inschakelopdracht wissen
Volg dezelfde procedure als in
stap 1-5 op pagina 44- 45.
De geselecteerde componentnaam
wordt onder aan het LCD-scherm
weergegeven. U hoort een
pieptoon en “OFF” gaat branden.
Opmerking
Als de componentcode van een product
dat niet van Sony is, is ingesteld voor
een componentlabel, kunt u de
inschakelfunctie hiervoor niet
programmeren.
Het display van de
componentnamen
(vooringesteld door Sony)
waarvoor u het signaal voor
inschakelen kunt
programmeren, knippert. Het
display van de overige
componenten blijft branden.
4 Druk op de Label-toets om
de gewenste component te
selecteren.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
De geselecteerde
componentnaam wordt onder
aan het LCD-scherm
weergegeven.
U hoort een pieptoon en “ON”
gaat branden.
Het display keert terug naar
stap 4.
Als u een component
selecteert waarvoor het
signaal voor inschakelen
niet kan worden
geprogrammeerd
“NG” wordt weergegeven en u
hoort het ‘NG’ geluid twee keer.
Het display keert terug naar stap 4.
SET
POWER ON
TV
SAT1
VCR1
DVD
SET
POWER ON
ON
DVD
SET
POWER ON
OFF
DVD
46
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
1,6
2
4,5
3
Overige
componenten
toewijzen aan de
componentlabels
De instellingen van een
componentlabel kopiëren
naar een andere label
U kunt de volledige instellingen
van een componentlabel kopiëren.
De instellingen van de
componentcode (pagina 13), de
kanaalmacrofunctie (pagina 48),
de aangeleerde functies (pagina
23), componentmacrofunctie
(pagina 40), de inschakelopdracht
(pagina 44) en de tekeninhoud
worden gekopieerd naar een
nieuwe label.
Opmerkingen
•U kunt de instellingen niet kopiëren
naar een componentlabel waarvoor
een aangeleerde functie,
kanaalmacrofunctie of
componentmacrofunctie is
geprogrammeerd. “NG” verschijnt.
De tekeninhoud wordt over de
nieuwe label geschreven.
Voorbeeld: de instellingen van
de DVD label kopiëren naar de
VCR1 label
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk twee keer op SCROLL
om “COPY” op een van de
labels weer te geven.
47
3 Druk op de Label-toets om
“COPY” te selecteren.
“COPY” verschijnt op het
LCD-scherm en de
componentnamen worden op
de labels weergegeven.
4 Druk op de Label-toets om
de component te selecteren
waarvan u de inhoud wilt
verplaatsen.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labeltoetsen te wijzigen.
De geselecteerde
componentnaam wordt onder
aan het LCD-scherm
weergegeven.
5 Druk op de Label-toets om
de component te selecteren
waarnaar u de inhoud wilt
verplaatsen.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
De geselecteerde
componentnaam wordt op de
eerste label van het LCD-
scherm weergegeven.
Het kopiëren start.
Met een pieptoon wordt het
kopiëren voltooid.
Als u een componentlabel
selecteert waarvoor een
kanaalmacrofunctie,
aangeleerde functie of
componentmacrofunctie is
geprogrammeerd
“NG” wordt weergegeven en u
hoort het ‘NG’ geluid twee
keer. Het display keert terug
naar stap 5.
6 Druk op SET.
Het vorige display wordt
weergegeven.
De oorspronkelijke instellingen
herstellen
Volg de stappen in “De
geprogrammeerde inhoud voor
een bepaalde componentlabel
wissen” op pagina 19.
SET
COPY
TV
SAT1
VCR1
DVD
SET
COPY
VCR1
R
R
R
DVD
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
SET
COPY
TV
SAT1
VCR1
DVD
DVD
48
Programma’s
selecteren met één
label
— Channel Macro-functie
U kunt de Channel Macro-functie
instellen voor componenten
waarvan het viercijferige
componentcodenummer begint
met 3 (SAT1 en SAT2) of 8 (TV).
U kunt de Channel Macro-functie
opnieuw instellen voor de
macrolabels van een component
om gegevens te verzenden.
Als u het invoeren van 1, 2, 3 en
ENT programmeert voor een
macrolabel, kunt u deze label
selecteren als u programma 123
wilt selecteren.
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
1,7
2
4,5
3
6
Voorbeeld: het TV programma
123 instellen voor de PIP CH+
toets
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk één keer op SCROLL
om “CH MACRO” op een
van de labels weer te geven.
3 Druk op de Label-toets om
“CH MACRO” te
selecteren.
“CH MACRO” verschijnt op
het LCD-scherm en de
componentnamen worden op
de labels weergegeven.
SET
SYSTEM
TIMER
CH MACRO
VOLUME
SET
SYSTEM
TIMER
CH MACRO
VOLUME
49
De componentnamen op de
labels waarvoor een Channel
Macro-functie kan worden
ingesteld, knipperen. De
overige componentnamen
blijven branden. Druk
herhaaldelijk op SCROLL om
de labels te wijzigen.
4 Druk op de Label-toets om
de component te selecteren.
De geselecteerde
componentnaam verschijnt. De
macrolabels knipperen. Druk
herhaaldelijk op SCROLL om
de labels te wijzigen.
Als u de componentnaam
selecteert waarvoor de
Channel Macro-functie niet
kan worden ingesteld
U hoort het ‘NG’ geluid.
Wordt vervolgd
SET
CH MACRO
TV
SAT1
VCR1
DVD
SET
CH MACRO
PIP SWAP
PIP MOVE
PIP CH+
PIP CH-
TV
5 Druk op de Label-toets om
de macrolabel te selecteren.
De geselecteerde label blijft
branden. De overige labels
verdwijnen.
Als u de label selecteert
waarvoor de Channel Macro-
functie niet kan worden
ingesteld
U hoort het ‘NG’ geluid.
6 Druk in de juiste volgorde
op de cijfertoetsen en op
ENT (1 t 2 t 3 t ENT).
“1”, “2”, “3” en “ENTER”
verschijnen twee keer. De
cijfers worden vastgelegd.
Opmerkingen
Als u drie of minder cijfers
invoert, drukt u in de juiste
volgorde op de cijfertoetsen en op
SET. De cijfers voor de macrolabel
worden vastgelegd.
•Wanneer u vier cijfers invoert,
worden de vier cijfers voor de
macrolabel vastgelegd.
SET
CH MACRO
PIP SWAP
PIP MOVE
PIP CH+
PIP CH-
TV
50
Programma’s selecteren met één
label — Channel Macro-functie
(vervolg)
7 Druk op SET.
Het vorige display wordt
weergegeven.
Opmerking
U kunt de Channel Macro-functie niet
instellen voor een macrolabel met een
“aangeleerd” signaal. Probeer het
opnieuw met een andere macrolabel of
wis het “aangeleerde” signaal (pagina
29) en programmeer de Channel
Macro-functie onder deze label.
De naam van de Channel Macro-
labels op het display wijzigen
U kunt de weergave van de labels
op het display wijzigen in de
meest geschikte naam. Hiervoor
kunt u maximaal 8 tekens
gebruiken.
1 In stap 5 (pagina 49) drukt u
langer dan 2 seconden op de
Label-toets om de Channel
Macro-label te selecteren
waarvoor u de naam wilt
wijzigen (bijvoorbeeld PIP
CH+).
De afstandsbediening schakelt
over naar de Label-invoerstand.
2 Geef de naam van de label op.
Volg stap 3-5 op pagina 27-28.
3 Druk op SET.
De afstandsbediening gaat naar
stap 6 op pagina 49.
SET
CH MACRO
TV
PIP CH+
De Channel Macro van een label
wissen
In stap 5 (pagina 49) drukt u op
SCROLL terwijl u op de Label-
toets drukt die hoort bij de label
die u wilt wissen. De labels
waarvoor de Channel Macro is
geprogrammeerd, blijven branden.
“CLEAR OK” verschijnt en de
Channel Macro wordt gewist met
een pieptoon.
De gewiste label knippert samen
met de overige labels die geen
Channel Macro-gegevens hebben.
Het display keert terug naar de
stand voor het selecteren van de
Channel Macro-label.
Als de tekeninhoud van de label
is gewijzigd
Als u de tekeninhoud van de label
wilt wissen, voert u de procedure
die hierboven wordt beschreven,
nogmaals uit. De opgegeven
inhoud wordt gewist en het
display van de label keert terug
naar de oorspronkelijke instelling.
Opmerking
Als u de label selecteert waarvoor de
Channel Macro is geprogrammeerd,
hoort u het ‘NG’ geluid. Als u de Label-
toets vervolgens loslaat, worden de
gegevens niet gewist en wordt het
System Macro-signaal verzonden.
51
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
10,11
6
3,7
5
9
1,13
4,10,11
8
2
De timer instellen
Met deze afstandsbediening kunnen
maximaal 12 timerprogramma’s
worden ingesteld. U kunt de
timerinstelling voor de dag van de
week, het uur, de minuut en de
inhoud van het programma
wekelijks of dagelijks programmeren
(Timer Macro). U kunt instellen welk
timerprogramma moet worden
uitgevoerd.
De timer kan op twee manieren
worden ingesteld, zoals hieronder
wordt beschreven.
- Een nieuw timerprogramma
instellen
- Een ingesteld timerprogramma
of een ander geselecteerd
timerprogramma wijzigen
(pagina 56)
Een nieuw
timerprogramma instellen
SET
TIMER
PROG1
PROG2
PROG3
PROG4
Voorbeeld: het timerprogramma
voor 7:30 AM op zaterdag
instellen onder de PROG4 label
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk één keer op SCROLL
om “TIMER” op een van de
labels weer te geven.
3 Druk op de Label-toets om
“TIMER” te selecteren.
“TIMER” verschijnt op het
LCD-scherm en de nummers
van de timerprogramma’s
worden op de labels
weergegeven. Druk
herhaaldelijk op SCROLL om
de labels (PROG1-12) te
wijzigen.
SET
SYSTEM
TIMER
CH MACRO
VOLUME
Wordt vervolgd
52
De programmanummers met
timerprogramma’s die moeten
worden uitgevoerd
(wachtstand), blijven branden.
De programmanummers met
timerprogramma’s die niet
moeten worden uitgevoerd,
knipperen.
De programmanummers
zonder timerprogramma’s
knipperen.
4 Druk op de Label-toets om
het programmanummer te
selecteren waarvoor u de
timer wilt instellen.
Het geselecteerde
programmanummer verschijnt.
Als u tekens hebt ingevoerd
voor de geselecteerde label,
wordt de tekeninhoud
weergegeven.
“ON/OFF”, “TEST”, “SETUP”
en “COPY” worden op de
labels weergegeven.
Als het timerprogramma van
het geselecteerde nummer is
ingesteld om te worden
uitgevoerd (wachtstand),
knipperen “ON/OFF” en
“TEST”.
Is het timerprogramma van het
geselecteerde nummer ingesteld
om niet te worden uitgevoerd,
dan knipperen “ON/OFF”,
“TEST”, “SETUP” en “COPY”.
Als het geselecteerde nummer
geen timerprogramma heeft,
knipperen “SETUP” en
“COPY”.
De timer instellen (vervolg)
5 Druk op de Label-toets om
“SETUP” te selecteren.
“SUN”, “12:00 AM” en
“MACRO” worden
weergegeven.
Als de dag van de week en de
tijd voor het timerprogramma
in deze instelstand zijn
ingesteld of als u een ingesteld
programma wilt wijzigen
(pagina 56), wordt de
ingestelde inhoud
weergegeven.
6 Druk op de Label-toets om
de eerste label (de dag van
de week) te selecteren. Duw
de joystick naar
of om
de dag(en) van de week
voor de timer op te geven.
SET
PROG4
ON/OFF
TEST
SETUP
COPY
SET
TIMER
PROG1
PROG2
PROG3
PROG4
SET
PROG4
SUN
12:00 AM
MACRO
53
SUN : zondag
MON : maandag
TUE : dinsdag
WED : woensdag
THU : donderdag
FRI : vrijdag
SAT : zaterdag
MON-SAT: van maandag tot
en met zaterdag
MON-FRI: van maandag tot
en met vrijdag
SUN SAT: zondag en
zaterdag
EVERYDAY:dagelijkse timer
Duw de joystick naar beneden
om de dag(en) vast te leggen.
Wanneer de joystick naar of
wordt geduwd, wordt de
weergave van de dag(en) van
de week als volgt gewijzigd.
Wordt vervolgd
EVERYDAY
MON-SAT
MON-FRI
SUN SAT
SUN
MON
TUE
WED
THU
FRI
SAT
7 Druk op de Label-toets om
de tweede label (tijd) te
selecteren.
8 Druk op of om het uur
in te stellen (pagina 10).
Duw de joystick naar
zodat de minuut knippert.
U kunt de joystick naar
of
duwen om te schakelen
tussen het instellen van het
uur en de minuut.
Duw de joystick naar
of
om de minuut in te
stellen (pagina 10).
Duw de joystick naar
beneden.
De tijd van de timer wordt
vastgelegd.
SET
PROG4
SAT
12:00 AM
MACRO
54
9 Druk op de Label-toets om
“MACRO” te selecteren.
De afstandsbediening schakelt
over naar de Timer Macro-
instelstand.
10
Programmeer de informatie
van de bijbehorende labels
als een procedure die de
timer moet uitvoeren.
Als u de componentfunctie
voor de timer wilt
programmeren
Selecteer de componentnaam. De
functies voor de component
worden op de labels weergegeven.
Druk herhaaldelijk op SCROLL om
de labels te wijzigen. Ga naar stap
11.
Als u de System Macro-
gegevens voor de timer wilt
programmeren
Druk op SYSTEM.
De systeemmacro’s worden op de
labels weergegeven. Selecteer de
systeemlabel waarvan u de
informatie wilt programmeren voor
de timer. Ga naar stap 12.
11
Druk op de Label-toets of
op een andere toets op de
afstandsbediening waarvan
u de functie als stap wilt
programmeren. Druk
herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
Als u de functie van een
andere component wilt
programmeren
Druk op COMPO en ga terug naar
stap 10.
COMPO
SET
PROG4
TV
SAT1
VCR1
DVD
SYSTEM
SET
PROG4
SONY OFF
SYSTEM2
SYSTEM3
SYSTEM4
COMPO
SET
PROG4
PIP SWAP
PIP MOVE
PIP CH+
PIP CH-
TV
De timer instellen (vervolg)
PROG4
SAT
7:30 AM
MACRO
SET
55
Opmerkingen
•Wanneer u de timerinstelling op deze
afstandsbediening gebruikt, kan er
slechts één instelling aan elk
programma worden toegewezen. Als
u wilt instellen dat de timer op een
bepaalde tijd wordt ingeschakeld en
op een bepaalde tijd wordt
uitgeschakeld, moet u deze twee
instellingen afzonderlijk
programmeren.
Als bepaalde programma’s op
hetzelfde tijdstip moeten worden
uitgevoerd, starten deze vanaf het
laagste programmanummer.
Het volgende programma
functioneert wellicht niet correct,
afhankelijk van de status van de
component die door het
timerprogramma wordt bediend.
Houd bij het instellen van een
timerprogramma rekening met de
instellingen van andere programma’s.
Bepaalde programma’s kunnen niet
worden uitgevoerd op het ingestelde
tijdstip doordat de uitvoeringstijd
van de afstandsbediening verschilt,
afhankelijk van het timerprogramma.
Of wanneer de uitvoeringstijd
aanbreekt terwijl het vorige
timerprogramma nog wordt
uitgevoerd, start het timerprogramma
nadat het vorige is uitgevoerd. Het
programma kan dan niet op het
ingestelde tijdstip worden
uitgevoerd. Houd bij het instellen van
de timer rekening met de inhoud en
duur van het programma.
12
Herhaal stap 10 en 11.
Als er 32 stappen zijn
ingevoerd, wordt het
programmeren van de
macrostap beëindigd met een
pieptoon.
Het display keert terug naar
stap 6.
Opmerkingen
•U kunt maximaal 32 stappen
invoeren voor een
timerprogramma.
•U kunt een System Macro
invoeren als stap.
•U kunt het interval tussen
bedieningsstappen wijzigen
(pagina 42).
De stap van de TIMER toets heeft
een interval van 250 ms. Het
programmeren van een interval
wordt ook als stap geteld.
SCROLL wordt niet geteld als
stap.
13
Druk op SET wanneer u
een Timer Macro-
instelreeks hebt
geprogrammeerd.
Met een pieptoon wordt een
Timer Macro-instelreeks
geregistreerd.
Het display keert terug naar
stap 6.
Wanneer u op SET drukt,
wordt het vorige display
weergegeven.
Als u het uitvoeren van de
timerinstelling wilt
controleren of het
timerprogramma in de
wachtstand wilt zetten
Zie pagina 58.
Wordt vervolgd
56
Een ingesteld
timerprogramma of een
ander geselecteerd
timerprogramma wijzigen
1 Volg stap 1-4 op pagina 51-
52.
2 Druk op de Label-toets om
“COPY” te selecteren.
Als u het ingestelde
programma wilt wijzigen, gaat
u naar stap 5 zonder op COPY
te drukken.
De programmanummers
verschijnen. De
programmanummers met
timerinstellingen knipperen.
De overige blijven branden.
3 Druk herhaaldelijk op
SCROLL totdat het
programmanummer wordt
weergegeven (PROG1-12)
waarvan u de inhoud wilt
wijzigen.
PROG4
ON/OFF
TEST
SETUP
COPY
SET
De timer instellen (vervolg)
De naam van de Timer Macro-
labels op het display wijzigen
U kunt de weergave van de labels
op het display wijzigen in de
meest geschikte naam. Hiervoor
kunt u maximaal 8 tekens
gebruiken.
1 In stap 4 (pagina 52) drukt u
langer dan 2 seconden op de
Label-toets om de Timer Macro-
label te selecteren waarvoor u
de naam wilt wijzigen
(bijvoorbeeld PROG4).
De afstandsbediening schakelt
over naar de Label-invoerstand.
2 Geef de naam van de label op.
Volg stap 3-5 op pagina 27-28.
3 Druk op SET.
Het display gaat naar stap 5 op
pagina 52.
SET
TIMER
PROG4
57
PROG4
EVERYDAY
11:30 AM
OK?
NG?
MacroCLR
SET
PROG4
ON/OFF
TEST
SETUP
COPY
SET
6 Druk op de Label-toets
voor de label waarvan u de
inhoud wilt wijzigen.
Day: zie stap 6 op pagina 52.
Time: zie stap 7 op pagina 53.
MACRO: het display wordt als
volgt weergegeven.
7 Druk op de Label-toets om
“OK?” te selecteren.
Met een pieptoon wordt Timer
Macro-instelling gewist en
schakelt de afstandsbediening
over naar de Timer Macro-
instelstand (stap 10 op pagina
54).
Als u “NG?” selecteert
Het display keert terug naar de
instelstand.
Opmerking
U kunt de Timer Macro-instelling
niet gedeeltelijk wijzigen. Als u het
programma wilt wijzigen zonder de
vaakgebruikte procedure te wissen,
kunt u de System Control-functie
gebruiken (pagina 34). Als
bijvoorbeeld stap A tot en met D
vaak worden gebruikt om stap A, B,
C, D en E te programmeren, kunt u
stap A tot en met D programmeren
met de systeemmacro. Vervolgens
programmeert u stap E in de Timer
Macro en combineert u deze met de
System Macro.
SET
PROG4
SUN
12:00 AM
MACRO
4 Druk op de Label-toets
voor het
programmanummer
waarvan u de inhoud wilt
wijzigen.
Met een pieptoon wordt de
inhoud van het geselecteerde
programma (in dit geval
PROG1) gekopieerd naar het
programmanummer dat boven
aan het display wordt
weergegeven (in dit geval
PROG4).
5 Druk op de Label-toets om
“SETUP” te selecteren.
Het display keert terug naar de
instelstand van de timer.
PROG4
PROG1
PROG2
PROG3
PROG4
COPY
SET
Wordt vervolgd
58
De timer instellen (vervolg)
De uitvoering van het
timerprogramma controleren
1 Volg stap 1-4 op pagina 51-
52.
2 Druk op de Label-toets om
“TEST” te selecteren.
U kunt de instelling van het
timerprogramma controleren
door de Timer Macro-signalen
te verzenden.
3 Druk op SET.
Het vorige display wordt
weergegeven.
PROG4
ON/OFF
TEST
SETUP
COPY
SET
De wachtstand van de timer in-
of uitschakelen
1 In stap 4 (pagina 52) drukt
u op de Label-toets om het
programmanummer met
een timerprogramma te
selecteren.
2 Druk op de Label-toets om
“ON/OFF” te selecteren.
De wachtstand van de timer
wordt als volgt gewijzigd.
Als de wachtstand van het
geselecteerde
programmanummer is
ingeschakeld
De wachtstand van de timer
wordt uitgeschakeld.
PROG4
ON/OFF
TEST
SETUP
COPY
SET TIMER
PROG4
ON/OFF
TEST
SETUP
COPY
SET
59
De wachtstand van de timer
snel in- of uitschakelen met de
TIMER toets
1 Druk op TIMER als het
display voor
componentbediening
verschijnt. Als dit niet
wordt weergegeven, drukt
u herhaaldelijk op SET.
“TIMER” en de
programmanummers worden
weergegeven.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
Het programmanummer
waarvoor de wachtstand is
ingeschakeld, blijft branden.
Het programmanummer
waarvoor de wachtstand is
uitgeschakeld, knippert.
Het nummer zonder
timerprogramma knippert.
2 Druk op de Label-toets om
het programmanummer
selecteren waarvoor u de
wachtstand wilt wijzigen.
Wanneer u op de Label-toets
drukt, wordt de wachtstand
steeds in- of uitgeschakeld.
TIMER
PROG1
PROG2
PROG3
PROG4
10:00 AM
SET
Als de wachtstand van het
geselecteerde
programmanummer is
uitgeschakeld
De wachtstand van de timer
wordt ingeschakeld.
3 Druk op SET.
Het vorige display wordt
weergegeven.
PROG4
ON/OFF
TEST
SETUP
COPY
SET
PROG4
ON/OFF
TEST
SETUP
COPY
SET TIMER
Wordt vervolgd
60
De timer instellen (vervolg)
De geprogrammeerde
timerinstellingen voor een
bepaalde
programmanummerlabel
wissen
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk twee keer op SCROLL
om “CLEAR” op een van
de labels weer te geven.
3 Druk op de Label-toets om
“CLEAR” te selecteren.
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
Als u een
programmanummer zonder
timerprogramma selecteert
U hoort het ‘NG’ geluid.
3 Druk op een andere toets
dan de SCROLL toets of de
Label-toets als u de
wachtstand voor de timer
hebt opgegeven.
Het display keert terug naar de
bedieningsstand voor
componenten.
“TIMER” blijft branden op het
display. Dit betekent dat de
wachtstand voor de timer is
ingesteld voor een of meer
timerprogramma’s.
Opmerkingen
Als de TEST of ON/OFF label wordt
geselecteerd en het timerprogramma
niet is ingesteld, hoort u het ‘NG’
geluid twee keer.
Het timerprogramma dat u hebt
ingesteld met deze
afstandsbediening, wordt dagelijks of
wekelijks herhaald totdat u de
wachtstand van de timer uitschakelt.
Als u het timerprogramma één keer
wilt uitvoeren, schakelt u de
wachtstand van de timer uit nadat
het timerprogramma is uitgevoerd.
BELANGRIJK
De timerfunctie van deze
afstandsbediening is ontworpen
voor het bedienen van audio-/
videocomponenten. Gebruik de
timerfunctie niet om een
airconditioning of elektrische
apparaten te bedienen. Dit kan
brand of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
TIMER
PROG1
PROG2
PROG3
PROG4
10:00 AM
SET
61
4 Druk op de Label-toets om
“TIMER” te selecteren.
De timerprogramma’s worden
weergegeven op de labels.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels (PROG1-12) te
wijzigen.
5 Druk op de Label-toets om
het programmanummer te
selecteren waarvoor u de
timerinhoud wilt wissen.
Tijdens het wissen
CLEAR
PROG1
PROG2
PROG3
PROG4
SET TIMER
SET
CLEAR
COMPO
SYSTEM
TIMER
ALL
SET
Als het wissen is voltooid,
wordt “COMPLETE”
weergegeven met een
pieptoon.
Als u de instellingen van
andere timerprogramma’s
wilt wissen
Herhaal stap 5.
6 Druk op SET.
Het vorige display wordt
weergegeven.
CLEAR
COMPLETE
RRR
RRR
RRR
PROG1
SET TIMER
62
Overige functies gebruiken
Bedieningselementen
vergrendelen
— Hold-functie
U kunt de toetsen vergrendelen
met de Hold-functie om te
voorkomen dat ongewenste
handelingen worden uitgevoerd.
De timer functioneert echter wel
als de bedieningselementen zijn
vergrendeld.
Druk op SCROLL terwijl u op
1 drukt.
“LOCK” verschijnt met een
pieptoon. De elementen
verdwijnen uit het LCD-scherm,
behalve de klok en “LOCK”.
TIMER
LOCK
10:00 AM
Als de bedieningselementen zijn
vergrendeld
De afstandsbediening werkt niet
als u op een toets drukt, behalve
als 1 en SCROLL tegelijkertijd
worden ingedrukt. Als de timer is
ingesteld om te worden
uitgevoerd, blijft “TIMER”
branden.
De bedieningselementen
ontgrendelen
Druk op SCROLL terwijl u op 1
drukt.
Met een bedienings pieptoon keert
het display terug naar de
laatstgebruikte status.
63
0sec
5sec
10sec
20sec
30sec
40sec
50sec
60sec
De automatische
uitschakeltijd van de
achtergrondverlichting
van het
uitleesvenster
aanpassen
De achtergrondverlichting van de
afstandsbediening is in de fabriek
ingesteld en wordt automatisch
uitgeschakeld als u de
afstandsbediening meer dan 5
seconden niet gebruikt. Als u deze
instelling wilt wijzigen, voert u de
volgende procedure uit.
U kunt de automatische
uitschakeltijd van de
achtergrondverlichting wijzigen
van 0-60 seconden.
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
1
2
1 Druk op GUIDE terwijl u
op 1 drukt.
“LIGHT” verschijnt op het
LCD-scherm en de lijst met de
automatische uitschakeltijd
van de achtergrondverlichting
wordt op de labels
weergegeven.
De automatische uitschakeltijd
die is geselecteerd, blijft
branden. De overige tijden
knipperen.
Druk herhaaldelijk op SCROLL
om de labels te wijzigen.
Wanneer u op SCROLL drukt,
worden de labels als volgt
gewijzigd.
LIGHT
0sec
5sec
10sec
20sec
Wordt vervolgd
64
De
bedieningspieptoon
instellen
De bedieningspieptoon voor de
afstandsbediening is in de fabriek
ingesteld. U kunt deze pieptoon,
die weerklinkt bij het indrukken
van een toets, in- of uitschakelen.
1 Terwijl u 1 ingedrukt
houdt, drukt u op 2 + om
de bedieningspieptoon in te
schakelen.
2 Terwijl u 1 ingedrukt
houdt, drukt u op 2 – om
de bedieningspieptoon uit
te schakelen.
LIGHT
50sec
LIGHT
30sec
40sec
50sec
60sec
De automatische uitschakeltijd
van de achtergrondverlichting
van het uitleesvenster
aanpassen (vervolg)
2 Druk op de Label-toets om
de gewenste uitschakeltijd
voor de
achtergrondverlichting te
selecteren.
De ingestelde automatische
uitschakeltijd van de
achtergrondverlichting
verschijnt.
Met een pieptoon wordt de
automatische uitschakeltijd
van de achtergrondverlichting
vastgelegd en wordt de
instelling voltooid.
65
De namen van de
labels op het display
wijzigen
U kunt de weergave van de
componentnamen, de
functieweergave van
componenten, de systeemmacro’s
(SONY OFF, SYSTEM2-12) en de
timerprogramma’s (PROG1-12) op
de labels wijzigen in de meest
geschikte naam. Hiervoor kunt u
maximaal 8 tekens gebruiken.
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
1,5
2
4
3
Het contrast van het
uitleesvenster
aanpassen
U kunt het contrast van het
uitleesvenster aanpassen.
1 Terwijl u 1 ingedrukt
houdt, drukt u op PROGR
+ om het contrast van het
uitleesvenster te vergroten.
2 Terwijl u 1 ingedrukt
houdt, drukt u op PROGR –
om het contrast van het
uitleesvenster te verkleinen.
Wordt vervolgd
66
De namen van de labels op het
display wijzigen (vervolg)
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
2 Druk op de Label-toets om
“LABEL” te selecteren.
De afstandsbediening schakelt
over naar de Label-
invoerstand.
SET
PRESET
LEARN
LABEL
CLOCK
SET
LABEL
COMPO
SYSTEM
TIMER
3 Druk op de Label-toets om
de gewenste label
(COMPO, SYSTEM of
TIMER) te selecteren.
COMPO:
De componentnamen worden
weergegeven.
Druk op SCROLL om de labels
te wijzigen.
Druk op de Label-toets om de
componentnaam te selecteren
die u wilt wijzigen
(bijvoorbeeld TV).
De afstandsbediening schakelt
over naar de Label-invoerstand
voor de componentnaam. Ga
naar stap 4.
COMPO
SET
LABEL
TV
SAT1
VCR1
DVD
COMPO
SET
LABEL
PIP SWAP
PIP MOVE
PIP CH+
PIP CH-
TV
67
SYSTEM
SET
LABEL
SONY OFF
SYSTEM2
SYSTEM3
SYSTEM4
De afstandsbediening schakelt
over naar de Label-invoerstand
voor de naam van de
systeemmacro. Ga naar stap 4.
TIMER:
De timerprogramma’s worden
weergegeven.
Druk op SCROLL om de labels
(PROG1-12) te wijzigen.
Druk op de Label-toets om het
timerprogramma te selecteren
waarvoor u de naam wilt
wijzigen (bijvoorbeeld
PROG4).
COMPO
SET
LABEL
PIP CH+
TV
SYSTEM
SET
LABEL
SYSTEM4
SET TIMER
LABEL
PROG1
PROG2
PROG3
PROG4
Als u de naam van de
functielabel voor elke
component wilt wijzigen
Als u de component hebt
geselecteerd (bijvoorbeeld TV),
drukt u op de Label-toets om de
componentfunctie te selecteren
waarvoor u de naam wilt wijzigen
(bijvoorbeeld PIP CH+). Druk op
SCROLL om de labels te wijzigen.
De afstandsbediening schakelt
over naar de Label-invoerstand
voor de naam van de
componentfunctie. Ga naar
stap 4.
SYSTEM:
De systeemmacro’s worden
weergegeven.
Als u de labels (SONY OFF,
SYSTEM2-12) wilt wijzigen,
drukt u op SCROLL.
Druk op de Label-toets om de
systeemmacro te selecteren
waarvoor u de naam wilt
wijzigen (bijvoorbeeld
SYSTEM4).
COMPO
SET
LABEL
PIP SWAP
PIP MOVE
PIP CH+
PIP CH-
TV
Wordt vervolgd
68
Alle instellingen
wissen
U kunt alle instellingen wissen om
de fabrieksinstellingen van de
afstandsbediening te herstellen.
COMPO
SYSTEM
TIMER
SCROLL
SET
REC
VIDEO1 VIDEO2 AUX
TUNER CD TAPE
MD
TV
DVD
MENU
PROGR
GUIDE
PHONO
1-
2-
2
5
3
4
1,6
1 Houd SET langer dan één
seconde ingedrukt.
“SET” wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
De afstandsbediening schakelt
over naar de Label-invoerstand
voor de naam van het
timerprogramma. Ga naar stap
4.
4 Duw de joystick naar , ,
of om de naam voor de
label in te voeren.
Volg stap 3-5 op pagina 27-28.
5 Druk op SET.
De naam voor de label wordt
vastgelegd en het vorige
display wordt weergegeven.
SET TIMER
LABEL
PROG4
De namen van de labels op het
display wijzigen (vervolgd)
69
5 Druk op de Label-toets om
“YES?” te selecteren.
Tijdens het wissen
Als het wissen is voltooid, wordt
“COMPLETE” weergegeven met
een pieptoon.
De fabrieksinstellingen van de
afstandsbediening worden hersteld.
Het display keert terug naar stap 4.
Als u “NO?” selecteert
Het display keert terug naar stap 4.
6 Druk op SET.
Het vorige display wordt
weergegeven.
2 Druk twee keer op SCROLL
om “CLEAR” op een van
de labels weer te geven.
3 Druk op de Label-toets om
“CLEAR” te selecteren.
4 Druk op de Label-toets om
“ALL” te selecteren.
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
SET
POWER ON
COPY
CLEAR
SYSDELAY
SET
CLEAR
COMPO
SYSTEM
TIMER
ALL
SET
CLEAR
YES?
NO?
ALL
SET
CLEAR
COMPLETE
RRR
RRR
RRR
ALL
70
Technische gegevens
Bedieningsbereik
Ongeveer 10 meter (afhankelijk van
de merken van de verschillende
componenten)
Stroomvereisten
Afstandsbediening en
achtergrondverlichting: twee AA-
batterijen (R6)
Levensduur batterijen
Ongeveer 5 maanden (afhankelijk
van het gebruik)
Afmetingen
Ongeveer
69 × 217 × 30 mm
(b × h × d)
Gewicht
154 g (exclusief batterijen)
Programmeerbare signalen*
Capaciteit per signaal: maximaal 300
bit
Signaalfrequentiebereik: maximaal
156 kHz
Signaalinterval: maximaal 1 seconde
* Bepaalde signalen kunnen niet door
de afstandsbediening worden
aangeleerd, hoewel deze aan de
specificaties voldoen.
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.
Het CE-merkteken op
het toestel geldt alleen
voor producten die in de
Europese Unie worden
verkocht.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Laat de afstandsbediening niet
vallen en voorkom schokken. Dit
kan een storing veroorzaken.
Plaats de afstandsbediening niet
in de buurt van warmtebronnen
of in direct zonlicht. Stel de
afstandsbediening ook niet bloot
aan veel stof of zand, vocht,
regen of mechanische schokken.
Steek geen voorwerpen in de
afstandsbediening. Als een
voorwerp of een vloeistof in de
afstandsbediening terechtkomt,
moet u deze laten controleren
door bevoegde servicetechnici
voordat u het apparaat verder
gebruikt.
Stel de
afstandsbedieningssensoren van
de componenten niet bloot aan
direct zonlicht of andere sterke
lichtbronnen. Overmatig licht
kan de werking van de
afstandsbediening verstoren.
Houd de afstandsbediening
buiten bereik van kleine
kinderen en huisdieren.
Componenten, zoals
airconditionings,
verwarmingsapparaten,
elektrische apparaten en
elektrisch bediende rolluiken of
gordijnen, die een infrarood
signaal ontvangen, kunnen
gevaarlijk zijn bij verkeerd
gebruik.
Onderhoud
Reinig het oppervlak met een
zachte doek die licht is bevochtigd
met water of een mild
schoonmaakmiddel. Gebruik geen
oplosmiddelen, zoals alcohol,
benzine of thinner. Deze middelen
kunnen het oppervlak
beschadigen.
71
Verhelpen van storingen
Als u problemen ondervindt bij het instellen of gebruiken van de
afstandsbediening, controleert u eerst de batterijen (pagina 7). Daarna
controleert u het volgende.
Oplossing
• Ga dichter naar de component toe. Het maximale bereik is
ongeveer 10 m.
Richt de afstandsbediening rechtsreeks op de component en
zorg ervoor dat er zich geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de component bevinden.
Schakel de componenten eerst in, indien nodig.
Controleer of de component geschikt is voor een bediening
met infrarode signalen. Als de component bijvoorbeeld niet
met een afstandsbediening is geleverd, kan deze
waarschijnlijk niet worden bediend met een
afstandsbediening.
•U hebt wellicht een andere component aan de
componentlabel toegewezen. U kunt een component
toewijzen door een componentcodenummer in te stellen.
Daardoor kan de naam van de ingestelde component
verschillen van de naam op de componentlabel. In dit geval
kunt u het beste opnieuw instellen (pagina 13) en de
componentnaam op de label wijzigen (pagina 27, 65).
Stel de juiste componentcode in. Als de eerste code niet werkt
voor de component, probeert u alle codes voor de component
in de volgorde waarin deze worden weergegeven in de
bijgeleverde lijst “Componentcodenummers”.
Bepaalde functies kunnen niet worden vooringesteld. Als
bepaalde of alle toetsen niet correct werken, zelfs niet als u de
componentcodes hebt ingesteld, gebruikt u de aanleerfunctie
om de afstandsbedieningssignalen voor de component te
programmeren (pagina 23).
Als de videocomponenten zijn aangesloten op een
audiosysteem, controleert u of u de afstandsbediening hebt
ingesteld zoals wordt beschreven in “Het volume regelen
voor videocomponenten die op een audiosysteem zijn
aangesloten” (pagina 30).
•U hebt een andere component toegewezen aan de TV of AMP
label (pagina 46). In dit geval kunt u het volume niet regelen
als u een andere component dan TV of AMP selecteert.
Wanneer u de geïntegreerde afstandsbediening signalen van
een afstandsbediening voor een interactief
signaaluitwisselingssysteem (bijgeleverd bij bepaalde
receivers en versterkers van Sony) aanleert, kan het
reactiesignaal van de hoofdeenheid het aanleren van de
geïntegreerde afstandsbediening verstoren. In dit geval moet
u naar een plaats gaan waar de signalen de hoofdeenheid niet
kunnen bereiken (zoals andere kamers, enzovoort).
Controleer of de afstandsbediening de juiste signalen heeft
aangeleerd. Zie “Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe
functies” (pagina 29) als dit niet het geval is en voer het
aanleren opnieuw uit (pagina 23).
Het aanleren is mislukt. Als u het volgende hebt
gecontroleerd, voert u de procedure voor aanleren opnieuw
uit (pagina 23).
- Wijzig de afstand tussen de afstandsbedieningseenheden.
- Zie “Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies”
(pagina 29).
De componentcodes kunnen niet worden ingesteld.
Raadpleeg de bijgeleverde lijst “Componentcodenummers”
en stel de componentcodes nogmaals in (pagina 13).
Probleem
De componenten kunnen
niet worden bediend.
De componenten kunnen
niet worden bediend,
zelfs niet als de
componentcodenummers
zijn ingesteld.
Het volume kan niet
worden geregeld.
De geïntegreerde
afstandsbediening kan
de signalen van andere
afstandsbedieningseenheden
niet aanleren.
Een component kan niet
worden bediend, zelfs
niet als u de
afstandsbedieningssignalen
hebt geprogrammeerd
met de “aanleerfunctie”.
“NG” knippert vijf keer.
Wordt vervolgd
72
Verhelpen van storingen (vervolg)
Probleem
“NG” knippert twee
keer.
U hoort het ‘NG’ geluid
twee keer.
“NG” verschijnt tijdens
het aanleren.
“NG” verschijnt als u de
instellingen van de
componentlabel naar een
andere componentlabel
wilt kopiëren.
Een programma voor
systeembediening
functioneert niet goed.
Oplossing
• Aangeleerde signalen of de Channel Macro-functie zijn
geprogrammeerd voor de componentlabel waarnaar u de
instellingen van een andere componentlabel wilt kopiëren
met de kopieerfunctie (pagina 46). Wis de inhoud (pagina 19,
29) en voer de kopieerprocedure nogmaals uit.
• Wellicht probeert u de inschakelfunctie te programmeren
(pagina 44) voor een componentlabel waarvoor de
componentcode van een product dat niet van Sony is, is
ingesteld. Deze functie is alleen voor Sony componenten.
• Aangeleerde signalen zijn geprogrammeerd voor de label
waarvoor u de aangeleerde functie, Channel Macro-functie of
componentmacrofunctie wilt instellen. Wis de aangeleerde
signalen (pagina 19, 29) en geef de instellingen nogmaals op.
• Wellicht hebt u een componentnaam geselecteerd waarvoor
de Channel Macro-functie niet kan worden ingesteld. U kunt
de Channel Macro-functie programmeren voor componenten
waarvan het viercijferige componentcodenummer begint met
3, 8 of 9 (pagina 48).
• Wellicht hebt u de label van een componentfunctie
geselecteerd waarvoor de Channel Macro-functie niet kan
worden geprogrammeerd. Het aangeleerde signaal of de
Channel Macro-functie is geprogrammeerd voor die label.
Wis het aangeleerde signaal (pagina 29) of de Channel Macro-
functie (pagina 50).
• De programma-inhoud die u wilt wijzigen, is ingesteld om
door te timer te worden uitgevoerd. Schakel de
timerinstelling van het programma uit (pagina 58) en bewerk
de programma-inhoud.
• Wellicht wilt u een vooringestelde functie gebruiken (pagina
13) nadat u de aanleerfunctie hebt gebruikt (pagina 23). U
kunt de vooringestelde functie niet gebruiken na het
uitvoeren van de aanleerfunctie. U kunt een functie
voorinstellen nadat u aangeleerde signalen hebt gewist
(pagina 29) of een andere componentlabeltoets instellen die
niet wordt gebruikt.
Het geheugen is vol. Wis de labels die u zelden gebruikt
(pagina 29) en voer vervolgens aanleerbewerkingen uit.
Voor bepaalde functielabels van de component zijn
aangeleerde signalen geprogrammeerd. Kopieer de
instellingen naar een andere componentlabel of wis de
aangeleerde signalen (pagina 29).
• Controleer of u de opdrachten in de juiste volgorde hebt
geprogrammeerd (pagina 34).
• Richt de afstandsbediening op een ander punt. Als dit niet
helpt, plaatst u de componenten zo dicht mogelijk bij elkaar.
• Controleer de status van de componenten en zorg dat u deze
correct hebt ingesteld voor het ontvangen van opdrachten
(pagina 38).
• De componentcodes zijn gewijzigd of nieuwe signalen zijn
aangeleerd voor een label die is geprogrammeerd met een
reeks opdrachten. In dit geval worden de nieuwe signalen
verzonden als de reeks opdrachten wordt uitgevoerd.
• Wellicht is het interval te kort. Zie “Het interval tussen
bedieningsstappen wijzigen” (pagina 42) en stel een langer
interval in of pas de reeks opdrachten aan door de volgorde
van de toetsen en labels te wijzigen. Bij het programmeren
van de functie voor systeembediening kunt u een interval
instellen door op TIMER te drukken.
73
Probleem
De component die door
de timer van de
afstandsbediening moet
worden bediend,
functioneert niet zoals
verwacht.
Het timerprogramma
wordt een week of een
dag later uitgevoerd,
hoewel dat programma
al is uitgevoerd.
“BATT” wordt een
seconde weergegeven als
u de afstandsbediening
gebruikt.
De klok wordt
weergegeven als “--:--”.
“LOCK” wordt op het
LCD-scherm
weergegeven en het
display voor
componentbediening
verschijnt niet als u op
een toets drukt.
Oplossing
• De component heeft geen signaal van de afstandsbediening
ontvangen. Controleer het volgende als u de timer gebruikt.
- Controleer of het timermacroprogramma goed functioneert
door op de toets TEST te drukken na het programmeren
van de timer (pagina 58).
- Controleer de locatie van de afstandsbediening.
De status van de componenten is niet geschikt voor gebruik.
U programmeert bijvoorbeeld de inschakelfunctie waarbij u
aanneemt dat de component is uitgeschakeld als de timer
wordt ingeschakeld. Als de component echter is ingeschakeld
als deze het timersignaal van de afstandsbediening ontvangt,
wordt de component uitgeschakeld.
De inhoud van het timerprogramma dat u op deze
afstandsbediening hebt ingesteld, wordt wekelijks of
dagelijks herhaald. Als u het timerprogramma één keer wilt
uitvoeren, schakelt u de wachtstand van de timer uit nadat
het timerprogramma is uitgevoerd (pagina 58).
• Wellicht zijn de batterijen bijna leeg. Vervang de batterijen zo
snel mogelijk (pagina 7).
• Wellicht zijn de batterijen vervangen. Vervang de batterijen
door nieuwe batterijen (pagina 7). De ingestelde inhoud blijft
behouden als de batterijen worden vervangen. Als u dus de
eerder ingestelde inhoud van de afstandsbediening wilt
gebruiken, hoeft u alleen de klok opnieuw in te stellen
(pagina 8).
De Hold-functie is ingeschakeld. Schakel de Hold-functie uit
(pagina 62).
74
Appendices
Overzicht van
vooringestelde
functies
Opmerking
Wellicht kunnen bepaalde
componenten of functies niet met deze
afstandsbediening worden uitgevoerd.
SCHERMAANDUIDING
1
1 – 9, 0
MENU
1- (-/-
-)
2-
RED (m),
GREEN (N),
YELLOW (M),
BLUE (x)
OK (Joystick)
GUIDE
PIP
PROGR +/–
2 +/–
TV (TV-toestel)
FUNCTIE
In- of uitschakelen
Het programma
wijzigen
Inschakelen
Het ingangssignaal
wijzigen
Naar teletekst gaan
Inschakelen
Terugkeren van teletekst
naar TV
MENU openen
Getallen met twee cijfers
selecteren
Werkt op dezelfde
manier als de
afstandsbediening van
het TV-toestel
Een getal tussen 20 en 29
selecteren
Fastext toetsen
De cursor omhoog
verplaatsen
De cursor omlaag
verplaatsen
De cursor naar rechts
verplaatsen
De cursor naar links
verplaatsen
De selectie voor MENU
opgeven
Het instelmenu afsluiten
Het “inzetbeeld” in- of
uitschakelen
Programma met een
hoger nummer: +
Programma met een
lager nummer: –
JUMP, FLASHBACK of
CHANNEL RETURN
functie van de TV
bedienen, afhankelijk
van de
fabrieksinstellingen
Volume hoger: +
Volume lager: –
SCHERMAANDUIDING
%
PIP SWAP
PIP MOVE
PIP CH +
PIP CH –
PIP TEXT
PIPSTILL
PIP OFF
ZOOM
ZOOM+
CENTER
ZOOM–
FUNCTIE
Het volume van de TV
dempen. Druk nogmaals
om dempen uit te
schakelen.
Schakelen tussen het
hoofdbeeld en het
“inzetbeeld”
Het “inzetbeeld”
verplaatsen
Een programma met een
hoger nummer in het
“inzetbeeld” selecteren
Een programma met een
lager nummer in het
“inzetbeeld” selecteren
Naar teletekst schakelen
in het “inzetbeeld”
Het “inzetbeeld”
stilzetten
Het in “inzetbeeld”
uitschakelen
Een beeld vergroten
Omhoog schuiven in een
vergroot beeld
Een vergroot beeld
centreren
Omlaag schuiven in een
vergroot beeld
SCHERMAANDUIDING
1
1 – 9, 0
GUIDE
1- (-/-
-)
SAT1, SAT2 (digitale
satelliet)
FUNCTIE
In- of uitschakelen
Programma’s wijzigen
De uitgang van de
satellietontvanger
omschakelen naar de
TV. Wanneer u een TV
kabel of antenne op de
ontvanger aansluit,
schakelt de uitgang
tussen een TV en een
SAT programma.
Naar teletekst gaan
Programmaoverzicht
weergeven
Getallen met twee cijfers
selecteren
Werkt op dezelfde
manier als de
afstandsbediening van
de satellietontvanger.
75
SCHERMAANDUIDING
RED (m),
GREEN (N),
YELLOW (M),
BLUE (x)
MENU
OK (Joystick)
PROGR +/–
EXIT
FAVORITE
INFO
EPG
SERVICE
PILOT
PERSONAL
FUNCTIE
Fastext toetsen
MENU openen
De cursor omhoog
verplaatsen
De cursor omlaag
verplaatsen
De cursor naar rechts
verplaatsen
De cursor naar links
verplaatsen
Het
programmaoverzicht
weergeven als geen
programmagids wordt
weergegeven
Het gemarkeerde
programma selecteren
Programma met een
hoger nummer: +
Programma met een
lager nummer: –
De mode verlaten
Omhoog en omlaag
schakelen tussen uw
favoriete programma’s
Gedetailleerde
informatie over de EPG
mode van de GUI
(Graphic User Interface)
in- of uitschakelen
De taalkeuzefunctie voor
een normale uitzending
in- of uitschakelen
JUMP, FLASHBACK of
CHANNEL RETURN
functie van de
satellietontvanger
bedienen, afhankelijk
van de
fabrieksinstellingen
De EPG weergave
weergeven of verbergen
“PLAYER VIEW” of de
functie voor
“programma's
downloaden” gebruiken.
De EPG weergave in- of
uitschakelen
De instelstanden
weergeven
DVD (DVD-speler)
SCHERMAANDUIDING
1
1 – 9, 0
1- (-/-
-)
ENT
MENU
OK (Joystick)
m
N
M
x
X
PROGR +
PROGR –
TITLE
SUB TITLE
AUDIO
CLEAR
FUNCTIE
In- of uitschakelen
Cijfertoetsen: items
instellen die op het
scherm zijn geselecteerd
Het getal 10 en hoger
selecteren
Een instelling opgeven
of items instellen die op
het scherm zijn
geselecteerd
De huidige
weergavestatus op het
scherm weergeven
Terugkeren naar het
vorige scherm
Het DVD menu
weergeven
De cursor omhoog
verplaatsen
De cursor omlaag
verplaatsen
De cursor naar rechts
verplaatsen
De cursor naar links
verplaatsen
Items uitvoeren die op
het scherm zijn
geselecteerd
Terugspoelen
Afspelen
Snel vooruitspoelen
Stoppen
Pauzeren
Doorgaan naar de
volgende positie
Terugkeren naar de
vorige positie
Het titelmenu
weergeven
De ondertiteling
wijzigen
Het geluid wijzigen
De geselecteerde tekens
op het scherm wissen
Wordt vervolgd
76
1
De REC toets kan niet afzonderlijk
worden gebruikt om te voorkomen
dat u per ongeluk iets opneemt. U
kunt het opnemen toewijzen aan één
toets met de aanleerfunctie (pagina
23).
SCHERMAANDUIDING
REC
x
X
EJECT
PROGR +/–
ANT SW
SEARCHt
SEARCHT
PLAY × 2
COUNTER
Q.TIMER
COMMERCL
SP/LP
FUNCTIE
Als u wilt opnemen,
drukt u tegelijkertijd op
N en REC.*
1
Laat eerst
N los en vervolgens
REC.
Stoppen
Pauzeren
Een videocassette
Uitwerpen
Programma met een
hoger nummer: +
Programma met een
lager nummer: –
De antenne wijzigen
CUE vergrendeld
beeldzoeken
REVIEW vergrendeld
beeldzoeken
Afspelen met dubbele
snelheid
Tellerweergave wijzigen
De opnametijd instellen
in stappen van 30
minuten en beginnen
met opnemen
Reclame overslaan
De bandsnelheid
wijzigen
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
SCHERMAANDUIDING
SEARCHt
SEARCHT
FWD SLOW
REV SLOW
EJECT
ANGLE
TIME
PLAYMODE
FUNCTIE
Vooruit zoeken
Achteruit zoeken
Vertraagde voorwaartse
weergave
Vertraagde
achterwaartse weergave
De lade openen of
sluiten
De hoek wijzigen
De tijdweergave
wijzigen
De weergavestand
wijzigen
VCR1, VCR2, VCR3
(videorecorders 1, 2, 3)
SCHERMAANDUIDING
1
1 – 9, 0
MENU
OK (Joystick)
GUIDE
m
N
M
1- (-/-
-)
2-
FUNCTIE
In- of uitschakelen
Programma’s wijzigen
Inschakelen
Het ingangssignaal
wijzigen
Het display weergeven
MENU openen
De cursor omhoog
verplaatsen
De cursor omlaag
verplaatsen
De cursor naar rechts
verplaatsen
De cursor naar links
verplaatsen
De selectie voor MENU
opgeven
Het instelmenu afsluiten
Terugspoelen
Afspelen
Band snel
vooruitspoelen
Getallen met twee cijfers
selecteren
Werkt op dezelfde
manier als de
afstandsbediening van
de videorecorder.
Een getal tussen 20 en 29
selecteren
77
SCHERMAANDUIDING
1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
MENU
GUIDE
AMP (versterker)
FUNCTIE
In- of uitschakelen
De invoerbron
selecteren: VIDEO 1
De invoerbron
selecteren: VIDEO 2
De invoerbron
selecteren: AUX
De invoerbron
selecteren: TUNER
De invoerbron
selecteren: CD
De invoerbron
selecteren: TAPE
De invoerbron
selecteren: MD
De invoerbron
selecteren: TV
De invoerbron
selecteren: PHONO
De invoerbron
selecteren: DVD
Multikanaalsweergave
5.1ch en hoger selecteren
MENU weergeven of
terugkeren naar de
vorige weergave van
MENU
Schakelen tussen
afstemband en
voorkeurzendergroep
FM of AM selecteren
Terugkeren naar de
basisweergave van
MENU
CD (compact disc speler)
SCHERMAANDUIDING
1
1 – 9, 0
1- (-/-
-)
ENT
m
N
M
x
X
PROGR +
PROGR –
CONTINUE
SHUFFLE
PROGRAM
REPEAT
DISC
TRACK
GROUP
EDIT
EJECT
DSP MODE
DSP OFF
FADER
FUNCTIE
In- of uitschakelen
Het muziekstuknummer
selecteren (met 0 wordt
muziekstuk 10
geselecteerd).
Zie de onderstaande
beschrijving van de PIP
toets als u
muziekstuknummers
boven 10 wilt selecteren
Het getal 10 en hoger
selecteren
De instelling opgeven
De volgende disc
selecteren
Het display van de CD-
speler in- of uitschakelen
De instelling wissen
Terugspoelen
Afspelen
Snel vooruitspoelen
Stoppen
Pauzeren
Doorgaan naar het
volgende muziekstuk
Terugkeren naar het
vorige muziekstuk
De continu-
weergavestand
selecteren
Afspelen in willekeurige
volgorde
Voor geprogrammeerde
weergave
De herhaalstand
selecteren
Cijfertoetsbediening
bepalen
Cijfertoetsbediening
bepalen
Cijfertoetsbediening
bepalen
Overschakelen naar de
instelstand voor
automatische
programma- en
tijdfading
Openen/sluiten
DSP-stand van de CD
selecteren
DSP uitschakelen
Schakelen tussen in- en
uitvloeien
Wordt vervolgd
78
SCHERMAANDUIDING
PROGR +/–
2 +/–
%
S.FIELD
GENRE
MODE
T.TONE
CENTER+
CENTER–
REAR+
REAR–
SUB+
SUB–
D.INPUTt
D.INPUTT
FUNCTIE
Voorkeuzenummer of
afstemfrequentie hoger:
+
Voorkeuzenummer of
afstemfrequentie lager: –
Volume hoger: +
Volume lager: –
Het geluid van de
versterker dempen
Druk nogmaals om
dempen uit te schakelen.
Het geluidsveld in- of
uitschakelen
Een geluidsveld-genre
selecteren
Een geluidsveld-stand
selecteren
Een testtoon laten horen
Het volume van de
middenluidspreker
aanpassen: +
Het volume van de
middenluidspreker
aanpassen: –
Het volume van de
achter luidspreker
aanpassen: +
Het volume van de
achter luidspreker
aanpassen: –
Het volume van de
subwoofer aanpassen: +
Het volume van de
subwoofer aanpassen: –
De digitale ingang
omschakelen: t
De digitale ingang
omschakelen: T
Overzicht van vooringestelde
functies (vervolg)
SCHERMAANDUIDING
1
1 – 9, 0
1- (-/-
-)
ENT
m
N
M
REC
x
X
PROGR +
PROGR –
CONTINUE
SHUFFLE
PROGRAM
REPEAT
DECK A
DECK B
REC MODE
CD SYNC
EJECT
FADER
SCROLL
MD (minidisc recorder)
FUNCTIE
In- of uitschakelen
Het muziekstuknummer
selecteren (met 0 wordt
muziekstuk 10
geselecteerd)
Zie de onderstaande
beschrijving van de PIP
toets als u
muziekstuknummers
boven 10 wilt selecteren.
Het getal 10 en hoger
selecteren
De instelling opgeven
De volgende disc
selecteren
Het display wijzigen of
het display in- of
uitschakelen
De instelling wissen
Terugspoelen
Afspelen
Snel vooruitspoelen
Als u wilt opnemen,
drukt u tegelijkertijd op
N en REC
Laat eerst N los en
vervolgens REC.
Stoppen
Pauzeren
Doorgaan naar het
volgende muziekstuk
Terugkeren naar het
vorige muziekstuk
De continu-
weergavestand
selecteren
Afspelen in willekeurige
volgorde
Voor geprogrammeerde
weergave
De herhaalstand voor
één of alle
muziekstukken
Een deck selecteren bij
een dubbel MD deck: A
Een deck selecteren bij
een dubbel MD deck: B
De opnamestand
wijzigen
Synchronisatie met de
CD starten
Openen/sluiten
In- of uitvloeien
selecteren
Bladeren door disc- of
muziekstuknamen
79
TAPE A, TAPE B
(cassettedeck A, B)
SCHERMAANDUIDING0
1
m
N
M
REC
x
X
PROGR +
PROGR –
DOLBY NR
REC LEV+
REC LEV–
REC MUTE
CD SYNC
FADER
C.RESET
FUNCTIE
In- of uitschakelen
Band terugspoelen
Band afspelen
Band snel
vooruitspoelen
Als u wilt opnemen,
drukt u tegelijkertijd op
N en REC.
Laat eerst N los en
vervolgens REC.
Stoppen
Pauzeren
Achteruit
Het display wijzigen
Een cassettedeck
selecteren: deck A of B
(alleen bij een dubbel
cassettedeck)
Voorwaarts zoeken naar
het begin van een
muziekstuk
Achterwaarts zoeken
naar het begin van een
muziekstuk
Dolby Noise Reduction
omschakelen
Opnameniveau hoger
Opnameniveau lager
Opname dempen
Synchronisatie met de
CD starten
Stoppen na uitvloeien en
invloeien na starten
Bandteller terugzetten
SCHERMAANDUIDING
1
1 – 9, 0
m
N
M
REC
x
X
EJECT
PROGR +
PROGR –
HIGH REV
HIGH CUE
FADER
REC MUTE
DAT (digitaal cassettedeck)
FUNCTIE
In- of uitschakelen
Het muziekstuknummer
selecteren (met 0 wordt
muziekstuk 10
geselecteerd)
Het display wijzigen of
het display in- of
uitschakelen
Terugspoelen
Afspelen
Snel vooruitspoelen
Als u wilt opnemen,
drukt u tegelijkertijd op
N en REC.
Laat eerst N los en
vervolgens REC.
Stoppen
Pauzeren
Openen/sluiten
Doorgaan naar het
volgende muziekstuk
Terugkeren naar het
vorige muziekstuk
Snel achteruit met geluid
Snel vooruit met geluid
In- of uitvloeien
selecteren
Opname dempen
Sony Corporation Printed in China
Index
A
Aanleerfunctie 23
Achtergrondverlichting
automatisch uitschakelen 63
Automatisch uitschakelen
van achtergrondverlichting 63
B
Batterijen 7
Bedieningspieptoon 64
C
Channel Macro-functie 48
Codenummer 13
Componentselectielabel
andere componenten toewijzen
46
instellingen kopiëren 46
een reeks opdrachten
programmeren 40
inschakelfunctie instellen 44
D
Display 6
achtergrondverlichting 63
DS TIME 9, 12
F, G
Fabrieksinstelling 13, 30, 34, 42, 43,
63, 64
% toets 6, 23, 26
H, I
Hold-functie 62
Inschakelfunctie instellen 44
Inschakelfunctie voor het systeem
SONY OFF label 34
K
Klokinstelling 8
Kopiëren
instellingen van een
componentlabel 46
P
PROGR (programma) +/– toets 6
S
SONY OFF label 34
STD TIME 9, 12
System Control-functie 34
een reeks opdrachten
programmeren 34
interval van de System Control-
functie 42
T
Timerinstelling 51
V, W
Vergrendelen 62
2 (volume) +/– toetsen 6, 26
Verhelpen van storingen 71
Volumeregeling 23, 30
Vooringestelde componenten 13
Wijzigen
naam van de label 27, 37, 50, 56,
67
wijzigen van het interval 42
Wissen
alle instellingen 68
Wissen/Wijzigen
geprogrammeerde inhoud voor
de componentlabel 19
Channel Macro-functie 50
aangeleerd signaal 29
inschakelopdracht 45
System Control-functie 37, 39
componentmacro 41
timerinstelling 60
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Sony rm vl 1000 t de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor