Nikon Nikkor AF-S 70-200mm f/4G ED VR Objektiv Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

72
Nl_03
Nl
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWINGEN
Niet demonteren.
Het aanraken van de interne onderdelen van de camera of objectief
kan letsel veroorzaken.
In het geval van een defect moet het product alleen door
een gekwalificeerd technicus worden gerepareerd.
Mocht het product openbreken
als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder de camerabatterij en/of
ontkoppel de lichtnetadapter en breng het product naar een Nikon geautoriseerd
servicecenter.
Zet de camera in het geval van een defect onmiddellijk uit.
Bemerkt u dat er rook of een
andere ongebruikelijke geur uit het apparaat komt, haal dan onmiddellijk de
lichtnetadapter uit het stopcontact en verwijder de camerabatterij en zorg dat u
geen brandwonden oploopt.
Het voortzetten van de werking van het apparaat kan
brand of letsel tot gevolg hebben.
Breng na het verwijderen van de batterij het
apparaat voor inspectie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter.
Niet gebruiken in de aanwezigheid van brandbaar gas.
Het bedienen van elektronische
apparatuur in de aanwezigheid van brandbaar gas kan een explosie of brand tot
gevolg hebben.
Kijk niet via het objectief of de camerazoeker naar de zon.
Kijken naar de zon of andere
heldere lichtbron via het objectief of de zoeker kan permanent visueel letsel
veroorzaken.
Houd buiten bereik van kinderen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan letsel tot gevolg hebben.
Neem tijdens het hanteren van het objectief en de camera de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
Zorg dat het object en de camera droog blijven.
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Hanteer het objectief of de camera niet met natte handen.
Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
Houd de zon goed uit het beeld tijdens het opnemen van onderwerpen met
tegenlicht.
Zonlicht dat wordt scherpgesteld in de camera terwijl de zon zich in of
nabij het beeld bevindt kan brand veroorzaken.
Bevestig de achter- en voorlensdop als het objectief voor langere tijd niet wordt
gebruikt en bewaar het objectief niet in direct zonlicht.
Als u het in direct zonlicht
laat liggen, kan het objectief de zonnestralen op brandbare objecten scherpstellen
en brand veroorzaken.
Draag geen statieven met het objectief of de camera eraan bevestigd.
U kunt struikelen of
per ongeluk anderen raken, met letsel als gevolg.
Laat het objectief niet achter waar het wordt blootgesteld aan extreem hoge temperaturen,
zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht.
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan de interne onderdelen van het objectief nadelig
beïnvloeden en brand veroorzaken.
A
-
-
-
-
Nl
73
Nl_03
Nl
Onderdelen van het objectief
w e
!1 !2 !3 !4
@0
r t y u i o !0q
!5
!9!8
!6 !7
Optioneel.
q Bevestigingsmarkering voor
zonnekap...................................................78
w Scherpstelring ..............................................75
e Aanduiding voor scherpstelafstand
r Markering voor scherpstelafstand
t Zoomring ........................................................75
y Schaal brandpuntsafstand ...................75
u Markering brandpuntsafstand
i Objectief montagemarkering
o Rubberen afdichting voor
objectiefbevestiging ..........................80
!0 CPU-contacten ............................................80
!1 Schakelaar voor scherpstelstand ......75
!2 Schakelaar scherpstellimiet .................75
!3 Vibratiereductie
AAN/UIT-schakelaar ............................76
!4 Schakelaar vibratiereductiestand.....76
!5 Zonnekap........................................................78
!6 Uitlijnmarkering op zonnekap ...........78
!7
Vergendelmarkering op zonnekap
...78
!8 Positie-indices (90°) *................................79
!9 Statiefgondel * .............................................79
@0 Bevestigingsknop statiefgondel * ....79
*
74
Nl_03
Nl
Bedankt voor het aanschaffen van een AF‑S NIKKOR 70‑200mm f/4G ED
VR objectief.
Lees voor het gebruik van dit product zowel deze instructies
als de camerahandleiding aandachtig door.
Opmerking: Indien gemonteerd op een digitale reflexcamera in DX-formaat zoals de
D7000 of camera’s in de D300 serie, heeft dit objectief een kijkhoek van 22° 50 8° en
een brandpuntsafstand gelijkwaardig aan 105 300 mm (35 mm formaat).
Compatibiliteit
Vinkjes (““) duiden ondersteunde functies aan, functies met een
streepje (“—”) worden niet ondersteund.
Er zijn een aantal beperkingen
van toepassing: zie de camerahandleiding voor details.
Camera
Belichtingsstand (opname) Functie
P
2
S A M AF
3
VR
4
Nikon digitale reflexcameras in FX-formaat en in DX-formaat, F6,
F5, F100, F80-Serie, F75-Serie, F65-Serie
Pronea 600i, Pronea S
1
F4-Serie, F90X, F90-Serie, F70-Serie
F60-Serie, F55-Serie, F50-S
erie, F-401x, F-401s, F-401
F-801s, F-801, F-601
m
F3AF
, F
-
601, F
-
501, Nikon MF cameras (behalve F-601
m)
Belichtingsmodus M (handmatig) is niet beschikbaar.
Omvat AUTO en onderwerpstanden (Digitaal Vari-programma).
Autofocus.
Vibratiereductie.
Scherpstellen
Ondersteunde scherpstelstanden worden in de volgende tabel getoond
(zie de camerahandleiding voor informatie over de scherpstelmodi van de
camera).
Camera
Camerascherp‑
stelstand
Objectiefscherpstelstand
A/M M
Nikon digitale reflexcameras in FX-formaat en in
DX-formaat, F6, F5, F4-Serie, F100, F90X, F90-
Serie, F80-Serie, F75-Serie, F70-Serie, F65-Serie,
Pronea 600i, P
ronea S
AF
Autofocus met
handcorrectie
(AF-prioriteit)
Handmatige
scherpstelling
met elektronische
afstandsmeter
MF Handmatige scherpstelling
(elektronische afstandsmeter
beschikbaar voor alle cameras
behalve F-601m)
F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie, F-801s, F-801,
F-601m, F-401x, F-401s, F-401
AF, MF
1
2
3
4
75
Nl_03
Nl
A/M (Autofocus met handcorrectie/AF-prioriteit)
Om scherp te stellen met behulp van autofocus met handcorrectie (A/M):
z
Schuif de schakelaar voor scherpstelstand van het objectief naar A/M.
x
Scherpstellen.
Indien gewenst kan autofocus worden uitgeschakeld door aan de
scherpstelring van het objectief te draaien terwijl de ontspanknop half
wordt ingedrukt (of, als de camera is voorzien van een AF-ONknop,
terwijl de AF-ON‑knop wordt ingedrukt); merk op dat de ring een korte
afstand moet worden gedraaid voordat autofocus wordt uitgeschakeld.
Druk de ontspanknop half in om opnieuw scherp te stellen met behulp
van autofocus of druk opnieuw op de AF-ON‑knop.
De schakelaar voor de scherpstellimiet
Deze schakelaar bepaalt de limieten voor de scherpstelafstand voor
autofocus.
FULL: Selecteer deze optie voor onderwerpen die zich op
een afstand van minder dan 3 m bevinden.
∞–3 m: Indien uw onderwerp zich altijd op een afstand van
ten minste 3 m bevindt, selecteer deze optie om sneller te
kunnen scherpstellen.
Zoom en scherptediepte
Draai aan de zoomring voordat u scherpstelt om de brandpuntsafstand aan
te passen en de foto te kadreren
.
Als de camera over voorbeeld
scherptediepte beschikt (stop omlaag), kan scherptediepte ook als voorbeeld
in de zoeker worden bekeken (zie pagina 210 voor meer informatie).
Opmerking: Merk op dat de aanduiding voor scherpstelafstand alleen als leidraad is
bedoeld en is mogelijk niet nauwkeurig genoeg om de afstand tot het onderwerp te
tonen en toont mogelijk niet, door scherptediepte of andere factoren, ∞ wanneer de
camera op een ver voorwerp wordt scherpgesteld.
Diafragma
Diafragma wordt met behulp van de camerabesturingen aangepast.
76
Nl
Ingebouwde flitser
Bij het gebruik van de ingebouwde flitser op cameras uitgerust met een
ingebouwde flitser, verwijder de zonnekap om vignettering te
voorkomen (schaduwen aangemaakt waar het uiteinde van het objectief
de ingebouwde flitser verduisterd).
Vibratiereductie (VR)
Vibratiereductie (VR) vermindert onscherpte veroorzaakt door
cameratrilling, waarbij sluitertijden tot maximaal 4,0 stops langer duren
dan anders het geval zou zijn. Dit verhoogt het bereik van de beschikbare
sluitertijden en laat hand-held, statiefvrije fotografie toe in vele
verschillende situaties. De effecten van VR op sluitertijd worden gemeten
overeenkomstig de Camera and Imaging Products Association (CIPA)-
standaarden; FX-formaat objectieven worden gemeten met behulp van
FX-formaat digitale camera’s, DX-formaat objectieven met behulp van
DX-formaat cameras. Zoomobjectieven worden bij maximale zoom
gemeten.
De vibratiereductie AAN/UIT-schakelaar gebruiken
Selecteer ON om vibratiereductie in te schakelen.
Vibratiereductie
wordt geactiveerd wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt, waarbij de effecten van cameratrilling voor
verbeterde kadrering en scherpstelling worden
verminderd.
Selecteer OFF om vibratiereductie uit te schakelen.
De schakelaar vibratiereductiestand gebruiken
De schakelaar vibratiereductiestand wordt gebruikt om de
vibratiereductiestand te selecteren terwijl vibratiereductie is
ingeschakeld.
Selecteer NORMAL om de effecten van trillingen te
verminderen tijdens het fotograferen vanuit een vaste
positie en in andere situaties met relatief weinig
camerabeweging.
Selecteer ACTIVE om de effecten van trillingen te verminderen
bij het fotograferen van een bewegend voertuig, tijdens
het lopen en in andere situaties met actieve
camerabeweging.
77
Nl_03
Nl
Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen
Schuif de vibratiereductieschakelaar naar OFF als de camera geen
vibratiereductie ondersteunt (pag. 74).
Het ingeschakeld laten van de
vibratiereductie kan de batterij snel doen leeglopen, voornamelijk in
het geval van Pronea 600i camera’s.
Druk bij het gebruik van vibratiereductie de ontspanknop half in en
wacht totdat de afbeelding in de zoeker is gestabiliseerd, voordat de
ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt.
Wanneer vibratiereductie actief is, kan de afbeelding in de zoeker
onscherp worden nadat de sluiter wordt vrijgegeven.
Dit duidt niet op
een defect.
Schuif de keuzeschakelaar van de vibratiereductie naar NORMAL voor
het pannen van opnamen.
Wanneer de camera wordt gepand, wordt
vibratiereductie alleen toegepast op bewegingen die geen deel van het
pannen uitmaken (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt
gepand, wordt vibratiereductie alleen op verticale trillingen toegepast),
waardoor het veel eenvoudiger is de camera in een brede boog soepel
te pannen.
Zet de camera niet uit of verwijder het objectief niet wanneer
vibratiereductie in werking is.
Indien de voeding naar het objectief
wordt afgekoppeld wanneer vibratiereductie actief is, kan het objectief
rammelen wanneer deze schudt.
Dit duidt niet op een defect en kan
met behulp van het herbevestigen van het objectief en het inschakelen
van de camera worden verholpen.
Als de camera is voorzien van een ingebouwde flitser, wordt
vibratiereductie uitgeschakeld wanneer de flitser laadt.
Schakel vibratiereductie uit wanneer de camera stevig op een statief
wordt gemonteerd, maar laat de camera ingeschakeld wanneer de
statiefknop niet vastzit of wanneer een monopod wordt gebruikt.
78
Nl_03
Nl
De zonnekap
De zonnekap beschermt het objectief en blokkeert dwaallicht dat anders
lichtvlekken of beeldschaduwen veroorzaakt.
Lijn de vergrendelmarkering op de zonnekap (—)
uit met bevestigingsmarkering voor de zonnekap ()
op het objectief (e).
Houd, bij het bevestigen of verwijderen van de kap, deze vlakbij het
symbool op de bijbehorende basis om te stevig vastpakken te vermijden.
Vignettering kan zich voordoen als de kap niet juist is bevestigd.
Wanneer niet in gebruik, kan de kap worden omgedraaid en gemonteerd
op het objectief.
Als de kap wordt omgedraaid, kan het door middel van
draaien worden bevestigd en verwijderd terwijl het vlakbij de
vergrendelingsmarkering wordt gehouden (—).
Scherpstelschermen
De volgende cameras ondersteunen een verscheidenheid aan
scherpstelschermen voor gebruik in verschillende situaties.
Scherm
Camera A B C E
EC‑B
EC‑E G1 G2 G3 G4 J L M U
F6
F5+DP-30
(+0,5)
F5+DA-30
(+1,0)
(+0,5)
(+0,5)
(–1,0)
(+0,5)
(+1,0)
: Aanbevolen.
: Vignettering zichtbaar in zoeker (fotos worden niet beïnvloedt).
—: Niet compatibel met camera.
( ): Cijfers tussen haakjes geven de belichtingscompensatie voor centrumgerichte
lichtmeting.
Selecteer “Other screen (Ander matglas)” voor Persoonlijke instelling
b6 (“Screen comp. (Compensatie voor matglas)”) tijdens het aanpassen van de
belichtingscompensatie voor de F6; merk op dat bij schermen anders dan B of E
“Other screen (Ander matglas)” moet worden geselecteerd, zelfs wanneer de
waarde voor belichtingscompensatie 0 is.
Belichtingscompensatie voor de F5 kan
met behulp van Persoonlijke instelling 18 worden aangepast; zie de
camerahandleiding voor details.
Lege cel: Niet geschikt voor gebruik met deze objectief.
Merk op dat type M schermen
niettemin kunnen worden gebruikt voor fotomicrografie en macrofotografie bij
vergrotingen van 1 : 1 of hoger.
Opmerking: De F5 ondersteunt alleen matrixmeting met A, B, E, EC-B/EC-E, J en L
scherpstelschermen.
79
Nl_03
Nl
De optionele RT-1 statiefgondel
Draai de bevestigingsring van de statiefgondel los om de camera naar de
gewenste positie te draaien en richt het beeld horizontaal of verticaal.
Merk
op dat uw hand in aanraking kan komen met het statief als u de camera draait
terwijl de handgreep wordt vastgehouden.
Afhankelijk van de manier waarop
de camera of het statief is bevestigd, kan cameratrilling worden verminderd
door het statief op de statiefbevestiging van de camera te plaatsen.
WAARSCHUWING
Draai de bevestigingsknop van de statiefgondel volledig vast bij het bevestigen
van de statiefgondel. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
het losraken van het objectief tot gevolg hebben, wat letsel kan veroorzaken.
A
De statiefgondel bevestigen
4
5
6
7
z
Draai de bevestigingsknop van de statiefgondel
(q) los.
x
Open de ring.
Trek de bevestigingsknop naar u toe (w) en open
de ring (e).
c
Plaats het objectief in de ring (r).
v
Sluit de ring.
Trek de bevestigingsknop naar u toe (t) en sluit de
ring (y).
Gebruik niet teveel kracht.
Uw hand kan
bekneld raken in de ring.
b
Draai de bevestigingsknop vast (u).
De camera positioneren
Draai de bevestigingsknop (q) los, stel de positie‑
indices af op de gewenste verticale of horizontale
richting (w) en draai vervolgens de bevestigingsknop
(e) vast.
De statiefgondel verwijderen
4
z
Draai de bevestigingsknop (q) los.
x
Verwijder de ring.
Trek de bevestigingsknop naar u toe (w) en open
(e) en verwijder het objectief (r).
80
Nl_03
Nl
Onderhoud objectief
Pak of houd het objectief of de camera niet alleen met behulp van de
zonnekap vast.
Houd de CPU‑contacten schoon.
M
ocht de rubberen afdichting voor objectiefbevestiging beschadigt
zijn, staak onmiddellijk het gebruik en breng het objectief voor
reparatie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter.
Gebruik een blaasbalgje om stof en pluizen van de
objectiefoppervlakken te verwijderen.
Voor het verwijderen van
vlekken en vingerafdrukken moet u een kleine hoeveelheid ethanol of
objectiefreiniger op een zachte, schone katoenen doek of objectief
reinigingsdoekje aanbrengen en reinig met een draaiende beweging
vanuit het midden naar buiten toe.
Zorg dat er geen vegen
achterblijven en raak het glas niet met uw vingers aan.
Gebruik voor het reinigen van het objectief nooit organische
oplosmiddelen zoals verfthinner of benzeen.
De zonnekap of NC filters kunnen worden gebruikt ter bescherming van
het voorste objectiefelement.
Bevestig de voor‑ en achterlensdoppen voordat u het objectief in het
flexibele tasje plaatst.
Als het objectief voor langere tijd niet wordt gebruikt, moet u het op
een koele en droge plaats bewaren.
Zo voorkomt u schimmel en roest.
Bewaar niet in direct zonlicht of in combinatie met mottenballen van
nafta of kamfer.
Zorg dat het objectief droog blijft.
Het roesten van het interne
mechanisme kan onherstelbare schade veroorzaken.
Het objectief achterlaten op extreem hete locaties kan schade veroorzaken
of onderdelen gemaakt van versterkt plastic kunnen kromtrekken.
Meegeleverde accessoires
67 mm makkelijk te bevestigen voorste objectiefdop LC‑67
Achterste objectiefdop LF‑4
Bajonetkap HB‑60
Flexibel objectiefetui CL‑1225
Compatibele accessoires
67 mm vastschroefbare filters
Statiefgondel RT‑1
AF‑I/AF‑S teleconv
erters TC‑14E/TC‑14E II/TC‑17E II */TC‑20E */
TC‑20E II */T
C‑20E III *
Autofocus is alleen beschikbaar voor camera's die ondersteuning voor f/8 bieden.
*
81
Nl_03
Nl
Specificaties
Type Type G AF-S objectief met ingebouwde CPU- en F-vatting
Brandpuntsafstand 70 200 mm
Maximale diafragma f/4
Objectiefconstructie 20 elementen in 14 groepen (inclusief 3 ED-objectiefelementen en
objectiefelementen met Nano-Crystal-coatings)
Weergavehoek
Nikon film SLR en D‑SLR camera’
s in FX‑formaat: 34° 20 12° 20
Nikon D‑SLR camera’s in DX‑formaat: 22° 50
IX240 systeemcamera’s: 27° 40 9° 50
Schaal brandpuntsafstand Gegradeerd in millimeters (70, 85, 105, 135, 200)
Afstandsinformatie Uitvoer naar camera
Zoom Handmatige zoom met behulp van zoomring
Scherpstellen Nikon Internal Focusing (IF) System met autofocus
aangestuurd door Silent Wave Motor en afzonderlijke
scherpstelring voor handmatige scherpstelling
Vibratiereductie Lens-shift met behulp van voice coil motors (VCMs)
Aanduiding voor
scherpstelafstand
1 m tot oneindig (∞)
Kortst
e scherpstelafstand 1 m van filmvlak bij alle zoomposities
D
iafragmabladen 9 (ronde diafragmaopeningen)
Diafragma Volledig automatisch
Diafragmabereik f/4 tot f/32
Lichtmeting Volledig diafragma
Schakelaar scherpstellimiet Twee standen: FULL (∞ 1
m) en ∞ 3 m
Maat voor filters/
voorzetlenzen
67 mm (P =
0,75 mm)
Afmetingen Ca. 78 mm maximum diameter × 178,5 mm (afstand vanaf
objectiefbevestigingsvlak van de camera)
Gewicht Ca. 850 g
Nikon behoudt zich het recht de specificaties van de hardware, zoals beschreven in deze
handleiding, te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.

Documenttranscriptie

Voor uw veiligheid A WAARSCHUWINGEN Nl 72 • Niet demonteren. Het aanraken van de interne onderdelen van de camera of objectief kan letsel veroorzaken. In het geval van een defect moet het product alleen door een gekwalificeerd technicus worden gerepareerd. Mocht het product openbreken als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder de camerabatterij en/of ontkoppel de lichtnetadapter en breng het product naar een Nikon geautoriseerd servicecenter. • Zet de camera in het geval van een defect onmiddellijk uit. Bemerkt u dat er rook of een andere ongebruikelijke geur uit het apparaat komt, haal dan onmiddellijk de lichtnetadapter uit het stopcontact en verwijder de camerabatterij en zorg dat u geen brandwonden oploopt. Het voortzetten van de werking van het apparaat kan brand of letsel tot gevolg hebben. Breng na het verwijderen van de batterij het apparaat voor inspectie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter. • Niet gebruiken in de aanwezigheid van brandbaar gas. Het bedienen van elektronische apparatuur in de aanwezigheid van brandbaar gas kan een explosie of brand tot gevolg hebben. • Kijk niet via het objectief of de camerazoeker naar de zon. Kijken naar de zon of andere heldere lichtbron via het objectief of de zoeker kan permanent visueel letsel veroorzaken. • Houd buiten bereik van kinderen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel tot gevolg hebben. • Neem tijdens het hanteren van het objectief en de camera de volgende voorzorgsmaatregelen in acht: - Zorg dat het object en de camera droog blijven. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. - Hanteer het objectief of de camera niet met natte handen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot gevolg hebben. - Houd de zon goed uit het beeld tijdens het opnemen van onderwerpen met tegenlicht. Zonlicht dat wordt scherpgesteld in de camera terwijl de zon zich in of nabij het beeld bevindt kan brand veroorzaken. - Bevestig de achter- en voorlensdop als het objectief voor langere tijd niet wordt gebruikt en bewaar het objectief niet in direct zonlicht. Als u het in direct zonlicht laat liggen, kan het objectief de zonnestralen op brandbare objecten scherpstellen en brand veroorzaken. • Draag geen statieven met het objectief of de camera eraan bevestigd. U kunt struikelen of per ongeluk anderen raken, met letsel als gevolg. • Laat het objectief niet achter waar het wordt blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de interne onderdelen van het objectief nadelig beïnvloeden en brand veroorzaken. ■ Onderdelen van het objectief q w !1 !5 !6 e r t !2 !3 !4 y u !8 i o !0 !9 Nl !7 @0 * Optioneel. q Bevestigingsmarkering voor zonnekap...................................................78 w Scherpstelring...............................................75 e Aanduiding voor scherpstelafstand r Markering voor scherpstelafstand t Zoomring.........................................................75 y Schaal brandpuntsafstand....................75 u Markering brandpuntsafstand i Objectief montagemarkering o Rubberen afdichting voor objectiefbevestiging...........................80 !0 CPU-contacten.............................................80 !1 Schakelaar voor scherpstelstand.......75 !2 Schakelaar scherpstellimiet..................75 !3 Vibratiereductie AAN/UIT-schakelaar.............................76 !4 Schakelaar vibratiereductiestand.....76 !5 Zonnekap........................................................78 !6 Uitlijnmarkering op zonnekap............78 !7 Vergendelmarkering op zonnekap....78 !8 Positie-indices (90°) *................................79 !9 Statiefgondel *..............................................79 @0 Bevestigingsknop statiefgondel *.....79 73 Bedankt voor het aanschaffen van een AF‑S NIKKOR 70-200mm f/4G ED VR objectief. Lees voor het gebruik van dit product zowel deze instructies als de camerahandleiding aandachtig door. Opmerking: Indien gemonteerd op een digitale reflexcamera in DX-formaat zoals de D7000 of camera’s in de D300 serie, heeft dit objectief een kijkhoek van 22° 50′ – 8° en een brandpuntsafstand gelijkwaardig aan 105 – 300 mm (35 mm formaat). ■ Compatibiliteit Vinkjes (“✔“) duiden ondersteunde functies aan, functies met een streepje (“—”) worden niet ondersteund. Er zijn een aantal beperkingen van toepassing: zie de camerahandleiding voor details. Nl Camera Nikon digitale reflexcamera’s in FX-formaat en in DX-formaat, F6, F5, F100, F80-Serie, F75-Serie, F65-Serie Pronea 600i, Pronea S 1 F4-Serie, F90X, F90-Serie, F70-Serie F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie, F‑401x, F‑401s, F‑401 F‑801s, F‑801, F‑601m F3AF, F‑601, F‑501, Nikon MF camera’s (behalve F‑601m) 1 2 3 4 Belichtingsstand (opname) P2 S A M Functie AF 3 VR 4 ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ — ✔ — ✔ — ✔ — ✔ ✔ — — — — — — — Belichtingsmodus M (handmatig) is niet beschikbaar. Omvat AUTO en onderwerpstanden (Digitaal Vari-programma). Autofocus. Vibratiereductie. ■ Scherpstellen Ondersteunde scherpstelstanden worden in de volgende tabel getoond (zie de camerahandleiding voor informatie over de scherpstelmodi van de camera). Camera Nikon digitale reflexcamera’s in FX-formaat en in DX-formaat, F6, F5, F4-Serie, F100, F90X, F90Serie, F80-Serie, F75-Serie, F70-Serie, F65-Serie, Pronea 600i, Pronea S F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie, F‑801s, F‑801, F‑601m, F‑401x, F‑401s, F‑401 74 Camerascherp‑ stelstand AF MF AF, MF Objectiefscherpstelstand A/M M Handmatige Autofocus met scherpstelling handcorrectie met elektronische (AF-prioriteit) afstandsmeter Handmatige scherpstelling (elektronische afstandsmeter beschikbaar voor alle camera’s behalve F‑601m) A/M (Autofocus met handcorrectie/AF-prioriteit) Om scherp te stellen met behulp van autofocus met handcorrectie (A/M): z Schuif de schakelaar voor scherpstelstand van het objectief naar A/M. x Scherpstellen. Indien gewenst kan autofocus worden uitgeschakeld door aan de scherpstelring van het objectief te draaien terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt (of, als de camera is voorzien van een AF‑ON-knop, terwijl de AF‑ON-knop wordt ingedrukt); merk op dat de ring een korte afstand moet worden gedraaid voordat autofocus wordt uitgeschakeld. Druk de ontspanknop half in om opnieuw scherp te stellen met behulp van autofocus of druk opnieuw op de AF‑ON-knop. De schakelaar voor de scherpstellimiet Deze schakelaar bepaalt de limieten voor de scherpstelafstand voor autofocus. Nl FULL: Selecteer deze optie voor onderwerpen die zich op een afstand van minder dan 3 m bevinden. ∞–3 m: Indien uw onderwerp zich altijd op een afstand van ten minste 3 m bevindt, selecteer deze optie om sneller te kunnen scherpstellen. ■ Zoom en scherptediepte Draai aan de zoomring voordat u scherpstelt om de brandpuntsafstand aan te passen en de foto te kadreren. Als de camera over voorbeeld scherptediepte beschikt (stop omlaag), kan scherptediepte ook als voorbeeld in de zoeker worden bekeken (zie pagina 210 voor meer informatie). Opmerking: Merk op dat de aanduiding voor scherpstelafstand alleen als leidraad is bedoeld en is mogelijk niet nauwkeurig genoeg om de afstand tot het onderwerp te tonen en toont mogelijk niet, door scherptediepte of andere factoren, ∞ wanneer de camera op een ver voorwerp wordt scherpgesteld. ■ Diafragma Diafragma wordt met behulp van de camerabesturingen aangepast. 75 ■ Ingebouwde flitser Bij het gebruik van de ingebouwde flitser op camera’s uitgerust met een ingebouwde flitser, verwijder de zonnekap om vignettering te voorkomen (schaduwen aangemaakt waar het uiteinde van het objectief de ingebouwde flitser verduisterd). ■ Vibratiereductie (VR) Nl Vibratiereductie (VR) vermindert onscherpte veroorzaakt door cameratrilling, waarbij sluitertijden tot maximaal 4,0 stops langer duren dan anders het geval zou zijn. Dit verhoogt het bereik van de beschikbare sluitertijden en laat hand-held, statiefvrije fotografie toe in vele verschillende situaties. De effecten van VR op sluitertijd worden gemeten overeenkomstig de Camera and Imaging Products Association (CIPA)standaarden; FX-formaat objectieven worden gemeten met behulp van FX-formaat digitale camera’s, DX-formaat objectieven met behulp van DX-formaat camera’s. Zoomobjectieven worden bij maximale zoom gemeten. De vibratiereductie AAN/UIT-schakelaar gebruiken Selecteer ON om vibratiereductie in te schakelen. Vibratiereductie wordt geactiveerd wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, waarbij de effecten van cameratrilling voor verbeterde kadrering en scherpstelling worden verminderd. Selecteer OFF om vibratiereductie uit te schakelen. De schakelaar vibratiereductiestand gebruiken De schakelaar vibratiereductiestand wordt gebruikt om de vibratiereductiestand te selecteren terwijl vibratiereductie is ingeschakeld. Selecteer NORMAL om de effecten van trillingen te verminderen tijdens het fotograferen vanuit een vaste positie en in andere situaties met relatief weinig camerabeweging. Selecteer ACTIVE om de effecten van trillingen te verminderen bij het fotograferen van een bewegend voertuig, tijdens het lopen en in andere situaties met actieve camerabeweging. 76 Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen • Schuif de vibratiereductieschakelaar naar OFF als de camera geen vibratiereductie ondersteunt (pag. 74). Het ingeschakeld laten van de vibratiereductie kan de batterij snel doen leeglopen, voornamelijk in het geval van Pronea 600i camera’s. • Druk bij het gebruik van vibratiereductie de ontspanknop half in en wacht totdat de afbeelding in de zoeker is gestabiliseerd, voordat de ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt. • Wanneer vibratiereductie actief is, kan de afbeelding in de zoeker onscherp worden nadat de sluiter wordt vrijgegeven. Dit duidt niet op een defect. • Schuif de keuzeschakelaar van de vibratiereductie naar NORMAL voor het pannen van opnamen. Wanneer de camera wordt gepand, wordt vibratiereductie alleen toegepast op bewegingen die geen deel van het pannen uitmaken (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt gepand, wordt vibratiereductie alleen op verticale trillingen toegepast), waardoor het veel eenvoudiger is de camera in een brede boog soepel te pannen. • Zet de camera niet uit of verwijder het objectief niet wanneer vibratiereductie in werking is. Indien de voeding naar het objectief wordt afgekoppeld wanneer vibratiereductie actief is, kan het objectief rammelen wanneer deze schudt. Dit duidt niet op een defect en kan met behulp van het herbevestigen van het objectief en het inschakelen van de camera worden verholpen. • Als de camera is voorzien van een ingebouwde flitser, wordt vibratiereductie uitgeschakeld wanneer de flitser laadt. • Schakel vibratiereductie uit wanneer de camera stevig op een statief wordt gemonteerd, maar laat de camera ingeschakeld wanneer de statiefknop niet vastzit of wanneer een monopod wordt gebruikt. Nl 77 ■ De zonnekap De zonnekap beschermt het objectief en blokkeert dwaallicht dat anders lichtvlekken of beeldschaduwen veroorzaakt. Lijn de vergrendelmarkering op de zonnekap (—¡) uit met bevestigingsmarkering voor de zonnekap (●) op het objectief (e). Houd, bij het bevestigen of verwijderen van de kap, deze vlakbij het symbool op de bijbehorende basis om te stevig vastpakken te vermijden. Vignettering kan zich voordoen als de kap niet juist is bevestigd. Nl Wanneer niet in gebruik, kan de kap worden omgedraaid en gemonteerd op het objectief. Als de kap wordt omgedraaid, kan het door middel van draaien worden bevestigd en verwijderd terwijl het vlakbij de vergrendelingsmarkering wordt gehouden (—¡). ■ Scherpstelschermen De volgende camera’s ondersteunen een verscheidenheid aan scherpstelschermen voor gebruik in verschillende situaties. Scherm Camera F6 A  B  C — E  F5+DP-30   ¡  F5+DA-30 EC‑B EC‑E G1 G2 — — —     (+1,0) (+0,5) ¡ (+0,5)  G3 G4 J L M U — —        (+0,5) ¡    (–1,0) (+0,5) (+1,0) : ¡: —: ( ): Aanbevolen. Vignettering zichtbaar in zoeker (foto’s worden niet beïnvloedt). Niet compatibel met camera. Cijfers tussen haakjes geven de belichtingscompensatie voor centrumgerichte lichtmeting. Selecteer “Other screen (Ander matglas)” voor Persoonlijke instelling b6 (“Screen comp. (Compensatie voor matglas)”) tijdens het aanpassen van de belichtingscompensatie voor de F6; merk op dat bij schermen anders dan B of E “Other screen (Ander matglas)” moet worden geselecteerd, zelfs wanneer de waarde voor belichtingscompensatie 0 is. Belichtingscompensatie voor de F5 kan met behulp van Persoonlijke instelling 18 worden aangepast; zie de camerahandleiding voor details. Lege cel: Niet geschikt voor gebruik met deze objectief. Merk op dat type M schermen niettemin kunnen worden gebruikt voor fotomicrografie en macrofotografie bij vergrotingen van 1 : 1 of hoger. 78 Opmerking: De F5 ondersteunt alleen matrixmeting met A, B, E, EC‑B/EC‑E, J en L scherpstelschermen. ■ De optionele RT‑1 statiefgondel Draai de bevestigingsring van de statiefgondel los om de camera naar de gewenste positie te draaien en richt het beeld horizontaal of verticaal. Merk op dat uw hand in aanraking kan komen met het statief als u de camera draait terwijl de handgreep wordt vastgehouden. Afhankelijk van de manier waarop de camera of het statief is bevestigd, kan cameratrilling worden verminderd door het statief op de statiefbevestiging van de camera te plaatsen. A WAARSCHUWING Draai de bevestigingsknop van de statiefgondel volledig vast bij het bevestigen van de statiefgondel. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan het losraken van het objectief tot gevolg hebben, wat letsel kan veroorzaken. De statiefgondel bevestigen z Draai de bevestigingsknop van de statiefgondel (q) los. Nl x Open de ring. Trek de bevestigingsknop naar u toe (w) en open de ring (e). c Plaats het objectief in de ring (r). v Sluit de ring. 6 Trek de bevestigingsknop naar u toe (t) en sluit de ring (y). Gebruik niet teveel kracht. Uw hand kan bekneld raken in de ring. 4 7 5 b Draai de bevestigingsknop vast (u). De camera positioneren Draai de bevestigingsknop (q) los, stel de positieindices af op de gewenste verticale of horizontale richting (w) en draai vervolgens de bevestigingsknop (e) vast. De statiefgondel verwijderen z Draai de bevestigingsknop (q) los. 4 x Verwijder de ring. Trek de bevestigingsknop naar u toe (w) en open (e) en verwijder het objectief (r). 79 ■ Onderhoud objectief Nl • Pak of houd het objectief of de camera niet alleen met behulp van de zonnekap vast. • Houd de CPU-contacten schoon. • Mocht de rubberen afdichting voor objectiefbevestiging beschadigt zijn, staak onmiddellijk het gebruik en breng het objectief voor reparatie naar een Nikon geautoriseerd servicecenter. • Gebruik een blaasbalgje om stof en pluizen van de objectiefoppervlakken te verwijderen. Voor het verwijderen van vlekken en vingerafdrukken moet u een kleine hoeveelheid ethanol of objectiefreiniger op een zachte, schone katoenen doek of objectief reinigingsdoekje aanbrengen en reinig met een draaiende beweging vanuit het midden naar buiten toe. Zorg dat er geen vegen achterblijven en raak het glas niet met uw vingers aan. • Gebruik voor het reinigen van het objectief nooit organische oplosmiddelen zoals verfthinner of benzeen. • De zonnekap of NC filters kunnen worden gebruikt ter bescherming van het voorste objectiefelement. • Bevestig de voor- en achterlensdoppen voordat u het objectief in het flexibele tasje plaatst. • Als het objectief voor langere tijd niet wordt gebruikt, moet u het op een koele en droge plaats bewaren. Zo voorkomt u schimmel en roest. Bewaar niet in direct zonlicht of in combinatie met mottenballen van nafta of kamfer. • Zorg dat het objectief droog blijft. Het roesten van het interne mechanisme kan onherstelbare schade veroorzaken. • Het objectief achterlaten op extreem hete locaties kan schade veroorzaken of onderdelen gemaakt van versterkt plastic kunnen kromtrekken. ■ Meegeleverde accessoires • • • • 67 mm makkelijk te bevestigen voorste objectiefdop LC‑67 Achterste objectiefdop LF‑4 Bajonetkap HB‑60 Flexibel objectiefetui CL‑1225 ■ Compatibele accessoires • 67 mm vastschroefbare filters • Statiefgondel RT‑1 • AF-I/AF‑S teleconverters TC-14E/TC-14E II/TC-1E II */TC-20E */ TC-20E II */TC-20E III * * Autofocus is alleen beschikbaar voor camera's die ondersteuning voor f/8 bieden. 80 ■ Specificaties Type Brandpuntsafstand Maximale diafragma Objectiefconstructie Type G AF‑S objectief met ingebouwde CPU- en F-vatting 70 – 200 mm f/4 20 elementen in 14 groepen (inclusief 3 ED-objectiefelementen en objectiefelementen met Nano-Crystal-coatings) Weergavehoek • Nikon film SLR en D-SLR camera’s in FX-formaat: 34° 20′ – 12° 20′ • Nikon D-SLR camera’s in DX-formaat: 22° 50′ – 8° • IX240 systeemcamera’s: 27° 40′ – 9° 50′ Schaal brandpuntsafstand Gegradeerd in millimeters (70, 85, 105, 135, 200) Afstandsinformatie Uitvoer naar camera Zoom Handmatige zoom met behulp van zoomring Scherpstellen Nikon Internal Focusing (IF) System met autofocus aangestuurd door Silent Wave Motor en afzonderlijke scherpstelring voor handmatige scherpstelling Vibratiereductie Lens-shift met behulp van voice coil motors (VCMs) Aanduiding voor 1 m tot oneindig (∞) scherpstelafstand Kortste scherpstelafstand 1 m van filmvlak bij alle zoomposities Diafragmabladen 9 (ronde diafragmaopeningen) Diafragma Volledig automatisch Diafragmabereik f/4 tot f/32 Lichtmeting Volledig diafragma Schakelaar scherpstellimiet Twee standen: FULL (∞ – 1 m) en ∞ – 3 m Maat voor filters/ 67 mm (P = 0,75 mm) voorzetlenzen Afmetingen Ca. 78 mm maximum diameter × 178,5 mm (afstand vanaf objectiefbevestigingsvlak van de camera) Gewicht Ca. 850 g Nl Nikon behoudt zich het recht de specificaties van de hardware, zoals beschreven in deze handleiding, te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. 81
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220

Nikon Nikkor AF-S 70-200mm f/4G ED VR Objektiv Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor