Documenttranscriptie
Veiligheidsinstructies
Nl
WAARSCHUWING
Demonteer het apparaat niet
Als u de interne onderdelen van de camera of het objectief aanraakt, kan dit
letsel veroorzaken. Reparaties mogen alleen door bevoegde technici worden
uitgevoerd. Als de camera of het objectief ten gevolge van een val of een ander
ongeluk openbreekt, brengt u het product voor onderzoek naar een door Nikon
erkende servicedienst nadat u de stekker van het product uit het stopcontact hebt
gehaald en/of de batterij hebt verwijderd.
Schakel het apparaat bij storing onmiddellijk uit
Als er rook of een ongewone geur uit de camera of het objectief komt, dient u de
batterij onmiddellijk te verwijderen. Let hierbij op dat u geen brandwonden
oploopt. Als u het apparaat blijft gebruiken, kan dit tot letsel leiden. Nadat u de
stroombron hebt verwijderd of losgekoppeld, laat u het apparaat nakijken door
een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik de camera of het objectief niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Als de elektronische apparatuur wordt gebruikt in de buurt van ontvlambare
gassen, kan dit leiden tot ontploffing of brand.
Kijk niet door het objectief of de zoeker naar de zon
Als u door het objectief of de zoeker naar de zon of een andere sterke lichtbron
kijkt, loopt u kans op permanent oogletsel.
Houd het apparaat buiten bereik van kinderen
Zorg ervoor dat kleine kinderen geen batterijen of andere kleine onderdelen in
hun mond kunnen stoppen.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u
de camera en het objectief hanteert:
• Stel de camera of het objectief niet bloot aan vocht. Als u dat wel doet, kan dit
leiden tot brand of een elektrische schok.
• Raak het apparaat niet met natte handen aan. Als u dat wel doet, kan dit
leiden tot een elektrische schok.
• Zorg er bij tegenlichtopnamen voor dat de zon zich ver genoeg buiten beeld bevindt.
Het zonlicht kan anders in het objectief vallen en brand veroorzaken. Als het
zonlicht te dicht bij het beeld komt, kan dit eveneens brand veroorzaken.
56
• Als u het objectief langere tijd niet gebruikt, bevestigt u de voorste en achterste
lensdop en bergt u het objectief buiten direct zonlicht op. Als u dat niet doet,
kan dit brand veroorzaken aangezien het zonlicht door het objectief op een
voorwerp kan worden gericht.
Terminologie (referentiepagina):
1
2
3
4
5
6
Zonnekap
Scherpstelring (p. 60)
Afstandsschaal
Afstandsindexlijn
Zoomring (p. 61)
Schaal brandpuntsafstand
7 Indexlijn brandpuntsafstand
8 Bevestigingsindex
9 Rubberen pakking van
objectiefvatting (p. 59)
! CPU-contacten (p. 59)
" Schakelaar voor scherpstelstand (p. 60)
Nl
A
B
• Vanwege de vorm van het objectief kan het oppervlak gemakkelijk beschadigen
als dit in contact komt met andere voorwerpen. Ter bescherming van het
objectief dient u altijd de lensdop te bevestigen wanneer u het objectief niet
gebruikt en terwijl u het objectief op de camera bevestigt of verwijdert.
57
Geschikte camera's en beschikbare functies
Er kunnen beperkingen gelden voor de beschikbare functies. Raadpleeg de
handleiding van de camera voor meer informatie.
Camera’s
Autofocus
Belichtingsstand
P*1 S A M
D3, D2-serie, D1-serie, D300, D200, D100, D80,
D70-serie, D50, D40-serie
F6, F5, F100, F80-serie, F75-serie, F65-serie
Pronea 600i, Pronea S*2
F4-serie, F90X, F90-serie, F70-Serie
F60-serie, F55-serie, F50-serie, F-401x, F-401s, F-401
F-801s, F-801, F-601M
F3AF, F-601, F-501,
Nikon MF-camera's (behalve F-601M)
쑗
쑗 쑗 쑗 쑗
쑗
쑗
쑗
҂
҂
쑗
쑗
쑗
쑗
쑗
҂
҂ ҂ ҂ ҂
쑗
쑗
쑗
쑗
쑗
쑗
쑗
҂
쑗
҂
쑗
쑗
҂
쑗
҂
쑗 : Mogelijk ҂ : Niet mogelijk
*1 P inclusief AUTO (algemeen programma) en onderwerpsstanden (Digital Vari-Program).
*2 Handmatig (M) is niet beschikbaar.
Nl
1. Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van dit AF-S NIKKOR 14-24 mm f/2,8G EDobjectief. Dit is een hoogwaardig objectief met interne scherpstelling (IF) die een
Silent Wave Motor gebruikt om het scherpstelmechanisme aan te sturen, vandaar
de aanduiding 'S'. Daardoor werkt de automatische scherpstelling vloeiend, stil
en vrijwel direct.
■Belangrijkste functies
• De standen autofocus (A) en handmatig (M) kunnen gemakkelijk worden
geselecteerd met de schakelaar voor de scherpstelstand.
• Automatische scherpstelling met handmatige aanpassing is mogelijk, zodat u
direct kunt overschakelen van automatische naar handmatige scherpstelling.
58
• Een nauwkeuriger belichtingsregeling is mogelijk als het objectief is bevestigd op
een Nikon-camera met 3D-matrixmeting, aangezien informatie over de afstand
tot het onderwerp door het objectief wordt doorgegeven aan de camera.
• Het gebruik van drie asferische en twee ED-lenselementen (Extra-lage Dispersie)
zorgt voor scherpe beelden, vrijwel zonder kleurranden. Dankzij een diafragma
van negen lamellen dat een bijna ronde opening oplevert, worden onscherpe
delen voor of achter het onderwerp mooi wazig weergegeven.
• De Nano Crystal Coat op één lenselement zorgt voor scherpe beelden onder
verschillende opnameomstandigheden, van zonnige buitenopnamen tot
binnenopnamen met spotlicht.
• De kortste scherpstelafstand is 0,28 m op 18 mm – 24 mm of 0,3 m op minder
dan 18 mm.
■Belangrijk
Til het objectief niet op aan de zonnekap, ook niet als het objectief niet op de
camera is bevestigd. De zonnekap kan losschieten, waardoor het objectief of
de camera kan vallen.
• Let erop dat de CPU-contacten ! niet vuil worden of beschadigen.
• Bij bevestiging op een Nikon digitale SLR-camera (Nikon DX-formaat), zoals de
D2-serie en de D50, wordt de beeldhoek 90°–61° en bedraagt de
brandpuntsafstand in kleinbeeldequivalent circa 21 – 36 mm.
• Als de rubberen pakking van de objectiefvatting 9 is beschadigd, dient u het
objectief voor reparatie naar een door Nikon erkende leverancier of
servicedienst te brengen.
59
Nl
2. Scherpstelling
Stel de selectieknop voor de scherpstelstand op de camera in aan de hand van de
onderstaande tabel.
Camera’s
D3, D2-serie, D1-serie, D300, D200,
D100, D80, D70-serie, D50,
D40-serie, F6, F5, F4-serie, F100,
F90X, F90-seri, F80-serie,
F75-serie, F70-serie, F65-serie,
Pronea 600i, Pronea S
F60-serie, F55-serie, F50-serie,
F-801s, F-801, F-601M, F-401x,
F-401s, F-401
Nl
Scherpstelstand
van camera
AF
(C/S)
MF
AF
(C/S)
MF
Scherpstelstand van objectief
M/A
M
Handmatige
Autofocus met
scherpstelling
handmatige
(hulpverlichting is
voorkeuze
beschikbaar)
Handmatige scherpstelling
(hulpverlichting is beschikbaar)
Handmatige scherpstelling
(hulpverlichting is beschikbaar,
behalve bij de F-601M)
■Autofocus met handmatige aanpassing (stand M/A)
1 Zet de schakelaar voor de scherpstelstand " op [M/A].
Opmerking: Zorg ervoor dat u de schakelaar zo instelt dat
de aanduiding precies samenvalt met [M/A].
2 Autofocus is mogelijk, maar u kunt de scherpstelling
handmatig wijzigen door aan de scherpstelring 2 te
draaien terwijl u de ontspanknop of de AF-startknop
(AF-ON) op de camera licht indrukt.
3 U annuleert de handmatige aanpassing door de
ontspanknop of de AF-startknop op de camera nogmaals
licht in te drukken. De camera schakelt terug naar de
autofocusstand.
■Voor een goed resultaat bij gebruik van autofocus
Zie “Opmerkingen over het gebruik van groothoek of supergroothoek AF
Nikkor objectieven” (blz. 110).
60
3. Scherpstellen, zoomen en scherptediepte (p.104)
Draai voordat u scherpstelt aan de zoomring 5 totdat de
gewenste compositie in de zoeker wordt weergegeven. Als
de camera een knop of hendel voor scherptedieptecontrole
heeft, kunt u de scherptediepte controleren terwijl u door
de zoeker van de camera kijkt.
4. Het diafragma instellen
Stel het diafragma in op de camera.
5. Flitsfoto's maken met camera's met ingebouwde
flitser
Bij gebruik van deze camera’s treedt vignettering op omdat het licht van de flitser
gehinderd wordt door het objectief.
6. Aanbevolen matglazen
Er zijn diverse verwisselbare matglazen beschikbaar voor bepaalde Nikonreflexcamera's die geschikt zijn voor allerlei soorten opnamen. De aanbevolen
matglazen voor dit objectief zijn:
Matglas
Camera
F6
F5+DP-30
F5+DA-30
F4+DP-20
F4+DA-20
A B
C
EC-B
E EC-E F G1 G2 G3 G4 J
K
Nl
L M P U
◎ ◎ ― ◎
―
― ― ― ― ― ◎ ― ◎
―
◎ ◎
◎ ◎
◎
◎
◎
◎
―
―
◎
◎ ― ◎
◎ ― ◎
―
―
― ◎
― ◎
◎
◎
―
―
○
○
◎ ◎ ―
◎ ◎ ―
◎
◎
: Uitstekende scherpstelling
: Acceptabele scherpstelling
Geringe vignettering of moirépatronen verschijnen in de zoeker, maar niet op
de film.
—: Niet beschikbaar
61
Een leeg vakje betekent 'niet van toepassing'. Aangezien een type M-matglas kan
worden gebruikt voor macrofotografie met een vergrotingsfactor van 1:1 en voor
microfotografie, heeft dit matglas andere toepassingen dan de andere matglazen.
• Bij gebruik van B- en E-matglazen in andere camera's dan de hierboven
vermelde raadpleegt u de kolommen voor de B- en E-matglazen.
7. Objectiefonderhoud
Nl
• Reinig het objectiefoppervlak met een blaasborsteltje. Gebruik voor het
verwijderen van vuil en vlekken een zachte, schone katoenen doek of een
lenstissue die is bevochtigd met ethanol (alcohol) of lensreiniger. Wrijf in ronde
bewegingen vanuit het midden naar de buitenrand, waarbij u erop let dat u
geen vlekken achterlaat of andere delen van het objectief aanraakt.
• Gebruik nooit thinner of benzeen om het objectief te reinigen aangezien het
objectief hierdoor kan beschadigen en dit kan leiden tot brand of
gezondheidsproblemen.
• Wanneer het objectief niet in gebruik is, bevestigt u de lensdop om het voorste
lenselement te beschermen.
• Wanneer u het objectief opbergt in de objectieftas, bevestigt u zowel de
voorste als de achterste lensdop.
• Als het objectief gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bergt u dit op een
koele, droge plaats op om schimmelvorming te voorkomen. Berg het objectief
ook op uit de buurt van direct zonlicht of chemicaliën zoals kamfer of nafta.
• Zorg dat er geen water op het objectief terechtkomt en laat het objectief niet in
water vallen aangezien dit leidt tot roestvorming en defecten.
• Sommige onderdelen van het objectief zijn gemaakt van hard plastic. Om
beschadiging te voorkomen mag u het objectief nooit op een zeer warme plaats
laten liggen.
62
8. Standaardaccessoires
• Voorste opsteeklensdop • Achterste lensdop LF-1 • Zachte tas CL-M3
9. Incompatibele accessoires
• Teleconverters (alle modellen) • Automatische ring BR-2A/BR-4 en alle
modellen automatische tussenringen (PK), K-ringen, balgapparaten en filters
• Bevestigingsring SX-1
Andere accessoires zijn mogelijk niet geschikt voor gebruik met dit objectief.
Raadpleeg de handleiding van het accessoire voor meer informatie.
10. Specificaties
Type objectief:
G-type AF-S DX Zoom-Nikkor-objectief met
ingebouwde CPU en Nikon-bajonetvatting
Brandpuntsafstand:
14–24mm
Maximaal diafragma:
f/2,8
Objectiefconstructie:
14 elementen in 11 groepen (2 ED-glas, 3 asferisch
en 1 Nano Crystal Coat)
Beeldhoek:
114° – 84° [90° – 61° met Nikon digitale
spiegelreflexcamera's (Nikon DX-formaat); 102° –
71° met IX240-camera's]
Schaal brandpuntsafstand: 14, 15, 16, 18, 20, 24mm
Afstandsinformatie:
Doorgegeven aan camerabody
Zoomen:
Handmatig via aparte zoomring
Scherpstelling:
Nikon IF-systeem (Internal Focusing) met interne
Silent Wave Motor; handmatig via aparte
scherpstelring
Schaal opnameafstand:
In meters en feet van 0,28 m – tot oneindig (∞)
Kortste scherpstelafstand: 0,28 m op 18 mm – 24 mm, 0,3 m op minder dan
18 mm
Aantal diafragmalamellen: 9 (afgerond)
63
Nl
Diafragma:
Diafragmabereik:
Belichtingsmeting:
Afmetingen:
Gewicht:
Volledig automatisch
f/2,8 – 22
Via volledig diafragma
Circa 98 mm (diameter) x 131,5 mm (afstand vanaf
de bajonetvatting op de camera)
Circa 1.000 gram
Specificaties en ontwerp kunnen zonder aankondiging of verplichting van de zijde
van de fabrikant worden gewijzigd.
Nl
64
Opmerkingen over het gebruik van groothoek of supergroothoek
AF Nikkor objectieven
In de volgende gevallen is het mogelijk dat autofocus niet juist werkt wanneer u foto’s
maakt met breedbeeld of superbreedbeeld AF Nikkor objectieven.
1. Wanneer het hoofdonderwerp in het scherpstelkader tamelijk klein is.
Wanneer een persoon die voor een verafgelegen achtergrond staat in het
scherpstelkader wordt gebracht, zoals getoond in Afb. A (blz. 110), kan de
achtergrond scherp zijn terwijl het onderwerp niet scherp is.
2. Wanneer het hoofdonderwerp een uit kleine patronen bestaand onderwerp of scène is.
Wanneer het onderwerp kleine patronen heeft of weinig contrast, bijv. een veld
bedekt met bloemen, zoals getoond in Afb. B (blz. 111), kan het moeilijk zijn om
met autofocus een goede scherpstelling te verkrijgen.
U kunt in deze gevallen het volgende doen:
(1) Stel scherp op een ander onderwerp dat op ongeveer dezelfde afstand van de
camera is, gebruik vervolgens de scherpstelvergrendeling, richt de camera weer
op het oorspronkelijke onderwerp en maak de foto.
(2) Of zet de schakelaar voor de scherpstelstand op M (handmatig) en stel handmatig scherp.
• Zie tevens “Voor een goed resultaat bij gebruik van autofocus” in de handleiding van
uw camera.
Note sull’utilizzo degli obiettivi Nikkor AF grandangolo e supergrandangolo
Nelle seguenti situazioni, durante la ripresa di immagini con obiettivo Nikkor AF
grandangolo e supergrandangolo, la messa a fuoco automatica potrebbe non
funzionare in modo adeguato.
1. Il soggetto principale nella cornice di messa a fuoco è di dimensioni abbastanza
ridotte.
Come mostrato nella figura A (p. 110), in caso di soggetto di fronte ad uno sfondo
a distanza differente, entrambi all’interno della cornice di messa a fuoco, è
probabile che solamente lo sfondo sia messo a fuoco.
2. Il soggetto principale è un soggetto o una scena di dimensioni ridotte e con sfondo
decorato.
Come mostrato nella figura B (p. 111), se il soggetto è molto decorato o a basso
contrasto, tipo un campo ricoperto di fiori, potrebbe essere difficile ottenere la
messa a fuoco automatica.
In tali situazioni:
(1) mettere a fuoco un altro soggetto collocato alla stessa distanza dalla fotocamera,
quindi utilizzare il blocco della messa a fuoco, ricomporre e scattare;
(2) oppure impostare il selettore della modalità di messa a fuoco della fotocamera su
M (manuale) e mettere a fuoco il soggetto manualmente.
• Inoltre, fare riferimento al paragrafo “Come Ottenere i Migliori Risultati con
l’Autofocus” del manuale d’istruzioni della fotocamera.
115