de openlucht en niet worden gebruikt bij een hoge
vochtigheidsgraad.
•
Haal de stekker onmiddellijk uit het stopcontact
wanneer de netkabel is doorgesneden!
•
Beschadigde netkabels dienen onmiddellijk te
worden vervangen. Zie hiervoor ook de opmerkingen
in de gebruiksaanwijzing van de handcirkelzaag.
+
Montage kettingzaag-voorzetstuk KSV 200:
Let op! Onderbreek de stroomvoorziening van het
apparaat voordat u met montage- of service-
werkzaamheden begint! Trek de stekker uit het
stopcontact of verwijder de netkabel met Patent-
Quick-sluiting van de aandrijfmotor!
Stel de zaagtafel in op minimale zaagdiepte en zet de
spanhefboom vast. Blokkeer de drijfspil van de
handcirkelzaag type 6066 door de vergrendelknop (19) in
te drukken en draai de spanschroef (23) eruit met de
inbussleutel (13). Verwijder spanring (21) en ring (22).
Zwenk de pendelbeschermer (15) terug en houd hem daar
vast. Verwijder het zaagblad en trek de flens (20) eruit.
Verwijder splijtwig (12), splijtwigadapter (17) en onder-
legplaatje na het losdraaien van de inbusbout (16).
Gebruik handschoenen voor de overige werk-
zaamheden!
Haal de kettingbescherming van het kettingzaag-
voorzetstuk. Zwenk de pendelbeschermer (15) terug tot de
aanslag en houd hem daar vast. Steek het kettingzaag-
voorzetstuk van bovenaf (zie afb.) in de zaagtafel.
Draai de kettingtandkrans (24) met behulp van de
zaagketting (3) zolang tot de meeneemvlakken van de
kettingtandkrans (x) en de drijfspil (y) overeenstemmen.
Dan kan het kettingzaag-voorzetstuk met de ketting-
tandkrans zonder problemen op de drijfspil worden
geschoven. Draai de spanschroef (23) met de ring (21)
erin, druk de asvergrendeling in en draai de spanschroef
vast.
Zwenk de zaagtafel tot de aanslag terug en klem de
spanhefboom goed vast.
Het kettingzaag-voorzetstuk wordt in omgekeerde
volgorde gedemonteerd. Het verwijderen van de
kettingtandkrans kan eventueel enige krachtinspanning
vereisen.
Let er bij het opnieuw monteren van het kettingzaagblad
op dat flens (20), spanring (21) en ring (22) in de juiste
volgorde op de drijfspil worden aangebracht. Let op de
draairichting van het kettingzaagblad. Draai de span-
schroef goed vast.
Zaagketting spannen:
Draai de klemschroef (7) los, trek het zwaard van de
kettingtandkrans (24) weg tot de zaagketting rondom
tegen het zwaard ligt en draai de klemschroef weer vast.
Trek de ketting ter controle aan een kant in het midden
van het zwaard uit de geleidingsgroef (zonder veel
krachtinspanning). De afstand van de ketting tot het
zwaard moet dan ongeveer 3 mm bedragen (zie afb.).
Controleer de kettingspanning regelmatig met korte
intervallen! Span nooit na wanneer de ketting heet is!
Laat de ketting afkoelen!
Inlooptijd:
U kunt de standtijd van de zaagketting aanzienlijk
verlengen wanneer u hem goed laat inlopen.
– Laat de ketting nooit zonder olie lopen!
– Stel de kettingspanning in (trek van tevoren de stekker
eruit).
– Laat het apparaat ca. 5 min stationair lopen.
– Trek de stekker eruit. Controleer de kettingspanning en
span de ketting indien nodig na.
– Dan 30 min. lang alleen licht zagen.
Zorg ervoor dat er voldoende olietoevoer is: Druk voor
iedere tweede zaagsnede de knop van de oliepomp in,
zodat er extra olie in de geleidingsgroef wordt gepompt.
– Controleer de kettingspanning tijdens dit halfuur a.u.b.
regelmatig. Schakel de machine hiervoor telkens uit en
trek de stekker uit het stopcontact!
– Pas na afloop van deze 30 minuten mag u de machine
voor zwaarder zagen en grote zaagdiepten gebruiken.
– De kettingtandkrans wordt bijzonder zwaar belast.
– Zijn op de tanden sterke inloopsporen te zien (ca.
0,5 mm), dan moet de kettingtandkrans worden
vervangen. Een ingelopen kettingtandkrans vermindert
de levensduur van de zaagketting.
Smeerolie ketting:
Voldoende kettingsmering is belangrijk voor de levensduur
van de zaagketting.
Gebruik nooit oude olie – de verontreiniging in de olie zet
zich af in de smeerkanalen en leidt tot verstopping.
Wij adviseren het gebruik van kettingsmeerolie met
een consistentie die speciaal bedoeld is voor de
toepassing in kettingzagen.
– Zaag niet verder wanneer het oliepeil in het reservoir
tot onder het minimumniveau (26) is gedaald.
– Reinig de olievulpijp grondig voor iedere nieuwe vulling.
Hierdoor voorkomt u dat er zaagspaanders in het
reservoir terechtkomen die tot verstoppingen in de
olietoevoer leiden.
– Vul niet meer olie in het reservoir dan tot het maximum-
niveau.
– Druk voor het vullen van het reservoir de draaiknop (2)
van de oliepomp in en draai deze naar rechts tot de
pijlen op de draaiknop en het reservoir overeenstemmen.
De draaiknop blijft zo ingedrukt en blokkeert de olietoe-
voer.
– Open de olietoevoer voor ingebruikneming! Draai de
draaiknop (2) naar links tot de pijlen op het reservoir en
de draaiknop overeenstemmen en de draaiknop los-
springt.
In deze stand loopt voortdurend olie in de ketting-
geleiding, ook bij stilstand. Voordeel van de permanente
smering is dat de aanloopwrijving van de kettingzaag
kleiner is en de levensduur van de zaagketting wordt
verlengd.
Sluit de tank wanneer de machine stilstaat (milieu-
bescherming)! Let erop dat er geen olie in de grond loopt.
Olie kan aanzienlijke vervuiling en kwaliteitsvermindering
van het grondwater veroorzaken!
– Vergeet niet om het reservoir te openen voordat u met
het zagen begint! ZAAG NOOIT ZONDER OLIE!
– Wanneer u de draaiknop van de oliepomp indrukt bij
geopende olietoevoer en vervolgens weer loslaat, wordt
extra olie in de geleidingsgroef van het zaagzwaard
gepompt.
Maak gebruik van deze extra smering:
1. bij grote zaagsneden.
2. wanneer de olietoevoer verstopt is en het oliereservoir niet
leeg wordt.
3. voor iedere derde snede bij het zagen in brandhout.
Het oliereservoir van de kettingzaag dient na ca. 30 minuten
ononderbroken zagen het MINIMUM-niveau te hebben
bereikt.
Is dit niet geval dan is de olie-aftapopening in de geleiding
verstopt met zaagspaanders. Normaal gesproken kan de
verstopping met enkele krachtige pompstoten worden
verholpen.
Wanneer dit niet helpt moet u het zwaard demonteren en
geleidingsgroef en smeerboring reinigen (gebruik hiervoor
32