Het voetpedaal bevestigen op het bootdek
LET OP
U hoeft het voetpedaal niet te bevestigen op het dek, maar dit
wordt sterk aanbevolen, vooral als u het van stroom voorziet
met batterijen. Een onbeveiligd voetpedaal kan over het dek
glijden en van de boot vallen.
1
Bepaal de juiste bevestigingsmaterialen voor uw bootdek.
Gebruik roestvrijstalen zelftappende schroeven van 5 mm
(#10). De lengte wordt bepaald door het materiaal van uw
boot.
2
Plaats de meegeleverde montagesjabloon op de
geselecteerde plek.
3
Boor met een boortje van 3 mm (
1
/
8
in.) de voorboorgaten
volgens de sjabloon en verwijder de sjabloon.
4
Selecteer een actie:
• Als u het voetpedaal van stroom voorziet met batterijen,
controleer dan of de beschermkap op de
voedingsconnector onder op het voetpedaal goed vastzit.
• Als u het voetpedaal van stroom voorziet via de
meegeleverde kabel, sluit dan de kabel aan op de
onderkant van het voetpedaal als u dit nog niet hebt
gedaan.
5
Breng watervaste kit aan op de voorboorgaten om te
voorkomen dat er water in het dek komt (optioneel).
6
Bevestig met behulp van de bevestigingsmaterialen het
voetpedaal aan het dek van uw boot.
Het voetpedaal in een voetpedaalbak monteren
Voordat u het voetpedaal in een bak kunt plaatsen, moet u de
bak in het dek van uw boot plaatsen volgens de instructies bij de
bak.
Als u het voetpedaal in de lade wilt bevestigen, moet u de juiste
bevestigingsmaterialen voor het bakmateriaal aanschaffen.
OPMERKING: Gebruik roestvrijstalen zelftappende schroeven
van 5 mm (#10) die lang genoeg zijn voor de gebruikte
vulplaatjes en het materiaal van de bak.
1
Plaats het voetpedaal in de bak en controleer de hoogte van
het pedaal.
2
Plaats zo nodig tijdelijke vulplaatjes onder het pedaal totdat
het op de gewenste hoogte staat.
Nadat u de hoogte hebt bepaald, moet u een permanent
vulplaatje vervaardigen om in de bak met het voetpedaal te
monterenEen permanent vulplaatje vervaardigen,
pagina 2.
3
Selecteer een actie:
• Als u het voetpedaal van stroom voorziet via de
meegeleverde kabel, sluit dan de kabel aan op de
onderkant van het voetpedaal als u dit nog niet hebt
gedaan.
• Als u het voetpedaal van stroom voorziet met batterijen,
controleer dan of de beschermkap op de
voedingsconnector onder op het voetpedaal goed vastzit.
4
Als u een vulplaatje gebruikt om het pedaal te verhogen,
bevestigt u het vulplaatje onder op het voetpedaal
(optioneel).
5
Als u het voetpedaal niet onder op de bak wilt bevestigen,
plaatst u het pedaal in de bak om de installatie te voltooien.
6
Als u het voetpedaal onder op de bak wilt bevestigen, snijd
dan de meegeleverde montagesjabloon bij en plaats deze in
de bak.
7
Gebruik een geschikte boor voor het bakmateriaal en de
bevestigingsmaterialen, boor de voorboorgaten volgens de
sjabloon en verwijder de sjabloon.
8
Breng watervaste kit aan op de voorboorgaten om te
voorkomen dat er water in het dek komt.
9
Bevestig het voetpedaal (en het vulplaatje, zo nodig) op de
lade met behulp van de bevestigingsmaterialen.
Een permanent vulplaatje vervaardigen
Als u het voetpedaal in een bak monteert en het wilt verhogen,
moet u een permanent vulplaatje maken dat u onder het pedaal
kunt aanbrengen.
1
Koop een geschikt materiaal voor vulplaatjes, zoals
waterdichte PVC, met de juiste dikte voor uw installatie.
2
Trek de vorm van de bak over op het materiaal voor het
vulplaatje of op een stuk papier.
3
Snijd het vulplaatje uit het materiaal.
4
Plaats het vulplaatje in de bak om te zien of het past, en snijd
zo nodig de randen bij.
5
Zoek het aftapgat in de bak, markeer de plek van het gat op
het vulplaatje en boor een gat door het vulplaatje, zodat het
water goed kan weglopen.
De spanning afstellen
U kunt de spanning op het voetpedaal aanpassen als het te
gemakkelijk of niet gemakkelijk genoeg beweegt.
1
Zoek de spanstelschroef links op het voetpedaal.
2
Selecteer een actie:
• Draai de schroef rechtsom om de spanning te verhogen.
• Draai de schroef linksom om de spanning te verlagen.
3
Test het voetpedaal en herhaal de vorige stap totdat het
voetpedaal naar wens beweegt.
Specificaties
Afmetingen (L × B × H) 303 × 221 × 110 mm (11
15
/
16
× 8
11
/
16
×
4
5
/
16
in.
Gewicht 1,8 kg (4 lb.)
Bedrijfstemperatuur Van -15 tot 70°C (van 5 tot 158°F)
Waterbestendigheid IEC 60529 IPX7
1
Materiaal Plastic
Ingangsspanning Van 10 tot 45 V gelijkstroom
Gebruikelijke ingangsstroom minder dan 1 mA bij 12 V gelijkstroom
Max. ingangsstroom 10 mA bij 12 V gelijkstroom
Zekering (op het netsnoer) 2 A, plat
Lengte voedingskabel 2 m (6,6 ft.)
Batterijtype Twee AA-batterijen (Alkaline, NiMH of
lithium. Niet inbegrepen.)
Levensduur van batterij Ten minste 1 jaar
Radiofrequentie 2,4 GHz bij 2,5 dBm nominaal
Kompasveilige afstand 60 cm (2 ft.)
© 2019 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
1
*Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten.
Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
2