Garmin Force Trolling Motor Freshwater 50 Installatie gids

Type
Installatie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

FORCE
®
TROLLINGMOTOR
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Aan de slag
WAARSCHUWING
Laat de motor niet draaien wanneer de schroef uit het water is.
Contact met de draaiende schroef kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Gebruik de motor niet in gebieden waar u of andere mensen in
het water in contact kunnen komen met de draaiende schroef.
Koppel de motor altijd los van de accu voordat u de schroef
reinigt of er onderhoud aan uitvoert, om letsel te voorkomen.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren om mogelijk
persoonlijk letsel te voorkomen.
Houd bij het opbergen of aanbrengen van de motor rekening
met het risico van beknelling door of contact met bewegende
delen, wat letsel tot gevolg kan hebben.
Let bij het opbergen of aanbrengen van de motor op gladde
oppervlakken rond de motor. Uitglijden bij het opbergen of
aanbrengen van de motor kan letsel tot gevolg hebben.
LET OP
Om schade aan uw boot te voorkomen, moet dit toestel worden
gemonteerd door een gekwalificeerde nautische installateur.
Voor een juiste installatie is speciale kennis van nautische
elektronische systemen vereist.
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt om schade aan het
vaartuig te voorkomen.
U dient de veiligheidsband vast te maken wanneer u de
elektrische motor opbergt. Als de elektrische motor niet met de
veiligheidsband in de opbergstand wordt vastgemaakt, kan dit
leiden tot onverwachte activering, beschadiging van de boot en
de elektrische motor.
Na gebruik van de motor in zout water of brak water, moet u de
hele motor met schoon water afspoelen en een siliconenspray
op waterbasis aanbrengen met een zachte doek. Spuit geen
waterstralen op de bovenkant van de asdop wanneer u de motor
schoonspoelt.
Benodigd gereedschap en accessoires
Boormachine en
5
/
16
inch (8 mm) boor
Nr. 1 en nr. 2 kruiskopschroevendraaiers
Inbussleutels van 3 mm en 4 mm (twee sleutels van 4 mm
aanbevolen)
9
/
16
inch (14 mm) dopsleutel
Momentsleutel
Stroomonderbreker geschikt voor 60 A continu
Stekker en aansluiting voor trollingmotor geschikt voor 60 A
of hoger (optioneel)
Draad met een dikte van 6, 4 of 2 AWG (16, 25 of 35 mm
2
)
voor verlengen van de stroomkabel
Soldeermiddel en krimpkousen voor het verlengen van de
stroomkabel
1
/
4
-20 (M6x1) bolkopbouten van roestvrij staal (als de
meegeleverde bouten niet lang genoeg zijn om de motor aan
het dek te bevestigen)
De installatie voorbereiden
Overzicht van het toestel
Asdop
Stroom- en transducerconnectors
Stuurinrichting
Steun
Ring voor diepteaanpassing
As
Schroefmotor
Aandachtspunten bij de montage
Neem deze aandachtspunten in acht bij het kiezen van een
montagelocatie.
U moet de motor op de boeg van uw boot monteren.
Het wordt aanbevolen om de motor aan de bakboordzijde
van de boeg te monteren, maar als het nodig is, kunt u de
motor ook aan de stuurboordzijde monteren.
U moet de steun zo monteren dat de uitgeklapte motor zich
zo dicht mogelijk bij het midden van de boot bevindt.
U moet de steun zo monteren dat de beschermrand over
het dolboord van de boot hangt.
GUID-6360FBE3-F330-46AA-85ED-65D27799C5BC v5Oktober 2020
De motor is met bouten aan het dek van de boot bevestigd,
dus u moet voldoende ruimte hebben om de steun vanaf de
onderkant vast te zetten met onderlegringen en moeren.
De motor moet voldoende ruimte hebben om in- en uitgeklapt
te kunnen worden, dus er mag niets in de weg zitten op de
plek waarop de motor wordt gemonteerd.
Zakken met onderdelen
De bevestigingsmaterialen voor de elektrische motor worden
meegeleverd in gelabelde zakken. Gedurende het
montageproces begint iedere procedure met een verwijzing naar
de onderdelenzak die u op dat moment nodig heeft. Aan de
hand van deze tabel kunt u controleren welke zakken u nodig
heeft voor de montageprocedures.
Bevat de veiligheidsriem en de bevestigingsmate-
rialen die nodig zijn om de onderkant van de steun
aan het dek te monteren.
Bevat de pin die nodig is om de stuurinrichting aan
de onderste helft van de steun te bevestigen.
Bevat de bevestigingsmaterialen die nodig zijn om
de bovenste en onderste gasveren te bevestigen.
Bevat de pin die nodig is om de stuurinrichting aan
de bovenste helft van de steun te bevestigen.
Bevat de bevestigingsmaterialen voor de handgreep
van de trekkabel.
Bevat de bevestigingsmaterialen die nodig zijn om
de kabels aan de steun te bevestigen.
Aandachtspunten bij de aansluiting
Neem bij het aansluiten van de bedrading de volgende dingen in
acht.
U moet de trollingmotor aansluiten op een 24 of 36 V
gelijkstroom accubank die 60 A continu kan leveren.
U moet de voeding aansluiten via een stroomonderbreker die
geschikt is voor 60 A continu (niet meegeleverd).
Zo nodig kunt u de stroomkabel verlengen met een kabel van
de juiste dikte en lengte. Kijk hiervoor naar de lengte van de
verlenging (Stroomkabel verlengen, pagina 6).
Voor het gemak kunt u een 60 A trollingmotorstekker en
aansluiting (niet meegeleverd) op de scheidingswand
plaatsen om het loskoppelen van de motor van de
voedingsbron te vergemakkelijken.
Installatieprocedures
LET OP
Bij het monteren van de motor moet u handgereedschappen
gebruiken om alle onderdelen te monteren, volgens het
gespecificeerde draaimoment. Wanneer u elektrisch
gereedschap gebruikt om de motor te monteren, kunnen de
onderdelen beschadigen en kan de garantie vervallen.
De steun op het dek monteren
Label om de benodigde onderdelen voor deze procedure te
identificeren:
OPMERKING: Als de meegeleverde bouten niet lang genoeg
zijn voor het oppervlak waarop de steun gemonteerd moet
worden, moet u
1
/
4
-20 (M6x1) bolkopbouten van roestvrij staal
met de juiste lengte voor het oppervlak gebruiken.
1
Selecteer een locatie op de boeg van uw boot waar u de
steun wilt monteren. Neem hierbij de richtlijnen voor montage
in acht.
2
Draai de bovenste delen van de steun naar boven en naar
achteren zodat u bij de montagegaten op de onderkant van
de steun kunt.
3
Plaats de meegeleverde montagesjabloon op de
montageplaats met de beschermrand van de steun op de
sjabloon die over het dolboord of de rand van het dek van
de boot hangt.
4
Markeer de locaties voor de montagegaten op het dek van de
boot.
5
Gebruik een boor van
5
/
16
in. (8 mm) om de montagegaten te
boren.
6
Plaats de veiligheidsriem onder de onderkant van de
steun, ongeveer in het midden, met de haak- en
lusbevestigingen naar beneden gericht.
OPMERKING: U moet de veiligheidsriem onder de steun
plaatsen voordat u de steun aan het oppervlak bevestigt. Als
u op dit moment de veiligheidsriem niet bevestigt, moet u de
motor later nog gedeeltelijk demonteren om de
veiligheidsriem alsnog correct te bevestigen.
7
Plaats de onderkant van de steun bovenop de
veiligheidsriem op het dek van de boot. Lijn de gaten op de
steun uit met de bevestigingsgaten.
8
Bevestig de steun op het dek met de meegeleverde bouten
, onderlegringen en borgmoeren .
9
Draai de moeren aan met een aandraaimoment van 10,85
N m (8 lbf-ft.).
De servostuurinrichting op de onderste koppeling van
de steun monteren
Label om de benodigde onderdelen voor deze procedure te
identificeren:
2
1
Draai de onderste koppeling van de steun naar voren tot
deze vastzit op de voet van de steun.
2
Duw de twee veiligheidsstangen zo ver mogelijk in de
onderste koppeling.
3
Zorg ervoor dat de bussen worden aangebracht in de
onderste gaten in het servohuis van de stuurinrichting.
Als de bussen zijn verwijderd, kunt u ze opnieuw van binnen
naar buiten aanbrengen.
4
Houd de trekkabel omhoog en plaats de behuizing van de
servostuurinrichting op de onderste koppeling van de steun.
Lijn de onderste gaten van de behuizing uit met de gaten op
de koppeling.
5
Terwijl u de behuizing van de servostuurinrichting omhoog
houdt, duwt u de scharnierpen door de behuizing en de
koppeling om deze op hun plek te houden.
LET OP
Sla niet met een hamer of ander voorwerp op de pen. Boor of
modificeer de gaten niet. De gaten zijn smal, maar de pen
past er volledig in wanneer deze met de hand wordt
aangedrukt. Schade veroorzaakt door het gebruik van een
hamer of op een andere manier modificeren van de gaten,
valt niet onder de garantie.
6
Leid de trekkabel omhoog door de bovenkant van de
behuizing van de servostuurinrichting .
Bovenste gasveer vastzetten
Label om de benodigde onderdelen voor deze procedure te
identificeren:
1
Duw de veiligheidsstang zo ver mogelijk in de richting van
de behuizing van de servostuurinrichting om de onderste
scharnierpen op zijn plaats te vergrendelen.
2
Draai indien nodig de bovenste gasveer richting de
onderste koppeling van de steun zodat de onderkant van de
gasveer is uitgelijnd met de veiligheidsstang en de
montagegaten.
OPMERKING: Als u de gasveer moet draaien zodat de
onderkant is uitgelijnd met de steun, draai de veer dan alleen
met de klok mee. Als u de veer tegen de klok in draait,
kunnen de fittingen losraken.
3
Lijn het enkele gat aan de onderkant van de gasveer uit
met de veiligheidsstang en druk omlaag.
De schroefgaten in de onderkant moeten zijn uitgelijnd
met de gaten in de onderkant van de steun.
4
Gebruik een nr. 2 kruiskopschroevendraaier om met de
meegeleverde schroeven de onderste koppeling van de
gasveer aan de onderkant van de steun te bevestigen.
Bewaar de resterende schroeven in de onderdelenzak. U moet
deze gebruiken bij het vastzetten van de andere gasveer in een
latere procedure.
3
De bovenste koppeling van de steun verbinden met
de behuizing van de servostuurinrichting
Label om de benodigde onderdelen voor deze procedure te
identificeren:
1
Verwijder de tape waarmee de gegevenskabel aan de
behuizing van de servostuurinrichting bevestigd is.
2
Zorg ervoor dat de bussen worden aangebracht in de
bovenste gaten in het servohuis van de stuurinrichting.
Als de bussen zijn verwijderd, kunt u ze opnieuw van buiten
naar binnen aanbrengen.
3
Draai de bovenste koppeling van de steun naar voren.
4
Kantel de bovenkant van de behuizing van de
servostuurinrichting naar binnen, zodat de gaten op de
bovenste koppeling van de steun en de behuizing op één lijn
liggen.
5
Duw de pen door de gaten op de bovenste koppeling van
de steun en de behuizing van de servostuurinrichting.
6
Gebruik een inbussleutel van 4 mm om de pen met de
schroeven en onderlegringen aan beide zijden vast te
zetten.
OPMERKING: Om de pen goed vast te zetten, moet u twee
inbussleutels gebruiken zodat de pen niet draait wanneer u
de schroeven vastmaakt.
De motor aansluiten op het scherm
LET OP
U moet de kabel van de servostuurinrichting met het scherm
verbinden voordat u verdergaat met de installatie. Als u deze
verbinding nu niet tot stand brengt, kan de losse kabel het
scherm beschadigen als u de steun verplaatst.
1
Leid de kabel van de behuizing van de
servostuurinrichting naar het scherm op de bovenste
koppeling van de steun.
2
Druk de connector op de poort van het scherm en draai de
borgring met de klok mee om deze vast te zetten.
OPMERKING: De connector is ontworpen om slechts op één
manier in de poort te passen. Dit zal gemakkelijk gaan als de
connector op de juiste manier in de poort wordt gestoken.
Forceer connector niet in de poort.
De handgreep aan de trekkabel monteren
Label om de benodigde onderdelen voor deze procedure te
identificeren:
1
Steek de trekkabel door de onderste helft van de
handgreep .
4
2
Steek de trekkabel door de onderlegring .
3
Druk de R-pen door het gat aan het uiteinde van de
trekkabel.
4
Trek de kabel naar beneden zodat de onderlegring en de R-
pen in de onderste helft van de handgreep rusten.
OPMERKING: De R-pen past slechts op één manier in de
onderste helft van de handgreep.
5
Gebruik een nr. 1 kruiskopschroevendraaier om met de
bijgeleverde schroeven de bovenkant van de handgreep
aan de onderkant te bevestigen.
De stroom- en transducerkabels door de steun leiden
Label om de benodigde onderdelen voor deze procedure te
identificeren:
LET OP
Om te voorkomen dat u de stroom- en transducerkabels
beschadigt terwijl u de trollingmotor in- en uitklapt en om te
voorkomen dat het signaal van de GPS en koerssensor in de
motor verstoord wordt, moet u de kabels door de rechterzijde
(stuurboord) van de steun leiden en vastzetten met de
bijgeleverde bevestigingsmaterialen. U mag de stroomkabel niet
door de linkerkant (bakboord) van de steun leiden en het is niet
mogelijk om de meegeleverde beugels aan de linkerkant
(bakboord) te bevestigen. De linkerkant (bakboord) is
gereserveerd voor extra accessoires of transducerkabels die u
in de toekomst misschien wilt installeren.
1
Meet ongeveer 40 cm (16 inch) op de voedingskabel vanaf
het punt waar deze is aangesloten op de behuizing van de
servostuurinrichting en zoek de markering op de kabel die in
de fabriek is aangebracht.
2
Als u geen markering op de kabel ziet of als de markering
niet ongeveer 40 cm (16 inch) van de aansluiting is
verwijderd, brengt u een markering aan met een markeerstift
of tape.
3
Terwijl de motor uitgeklapt is, leidt u de transducerkabel door
het kanaal aan de rechterkant (stuurboord) van de steun .
TIP: Om te bepalen wat de rechterzijde (stuurboord) van de
steun is, gaat u op een plaats staan waar u de informatie op
het scherm kunt zien.
4
Leid de voedingskabel door het kanaal boven de
transducerkabel.
5
Zet de motor met behulp van de trekkabel voorzichtig vanuit
de uitgeklapte stand in de ingeklapte stand.
VOORZICHTIG
Omdat slechts een van de gasveren voor hefondersteuning
op dit punt van de montage is vastgezet, moet u voorzichtig
zijn als u de motor inklapt. Door het gewicht van de motor
kan de steun snel bewegen en kunnen uw handen of vingers
er tussen komen en bekneld raken of zelfs breken.
LET OP
Bevestig de kabels aan de steun met de motor in de
opbergstand. Als u deze procedure voltooit terwijl de motor in
de uitgeklapte stand staat, zijn de kabels niet volledig
uitgeschoven en kan de extra spanning de kabels tijdens het
gebruik beschadigen.
6
Laat een afgeronde bocht in de kabels en houd ze tegen
de zijkant van de steun waar ze het kanaal binnenkomen.
7
Plaats waar u de voedingskabel hebt gemarkeerd een van de
beugels met twee schroefgaten over de kabels en tegen
de steun. Lijn daarbij de gaten op de beugel uit met de gaten
op de steun.
8
Bevestig de beugel met twee schroeven aan de steun.
Gebruik daarvoor een inbussleutel van 3 mm.
9
Houd de kabels tegen de onderkant van de steun, waar ze
het kanaal verlaten.
10
Plaats de andere beugel met twee schroefgaten over de
kabels en tegen de steun. Lijn daarbij de gaten op de beugel
uit met de gaten op de steun.
11
Bevestig de beugel met twee schroeven aan de steun.
Gebruik daarvoor een inbussleutel van 3 mm.
12
Houd de kabels tegen het kunststof gedeelte van de
onderkant van de steun, dicht bij het dek van de boot.
13
Schuif het onderste lipje op de andere beugel in een sleuf
onder de kabels , en draai de beugel in de richting van de
onderkant van de steun om de kabels op hun plaats te
houden.
5
14
Gebruik een nr. 1 kruiskopschroevendraaier om met één
schroef het bovenste lipje van de beugel aan de onderkant
van de steun te bevestigen.
15
Breng twee extra kunststof kabelklemmen aan om de
transducerkabel waar nodig aan de stroomkabel te
bevestigen (optioneel).
In de onderdelenzak zijn twee kunststof kabelklemmen
meegeleverd.
De onderste gasveer vastzetten
Label om de benodigde onderdelen voor deze procedure te
identificeren:
OPMERKING: Voor deze procedure heeft u de rest van de
bevestigingsmaterialen nodig die u gebruikt hebt toen u de
bovenste gasveer bevestigde.
1
Zet indien nodig de trollingmotor van de uitgeklapte naar de
opbergstand.
Als de gasveer na het opbergen van de motor aan de andere
kant van de steun is geplaatst, moet u de steun mogelijk
optillen en de gasveer kantelen zodat u deze aan de steun
kunt bevestigen.
2
Lijn het enkele gat aan de onderkant van de onderste
gasveer uit met de veiligheidsstang en druk omlaag.
OPMERKING: Als u de gasveer moet draaien zodat de
onderkant is uitgelijnd met de steun, draai de veer dan alleen
met de klok mee. Als u de veer tegen de klok in draait,
kunnen de fittingen losraken.
3
Gebruik een nr. 2 kruiskopschroevendraaier om met de
meegeleverde schroeven de onderkant van de onderste
gasveer aan de onderkant van de steun te bevestigen.
De schroef installeren
De onderdelenzak met de benodigde onderdelen voor deze
procedure zit in de doos met de schroef en heeft geen label.
1
Druk de pen door de as van de schroefmotor.
2
Draai de as van de motor indien nodig zodat de pin
horizontaal geörienteerd is en er minder makkelijk uit kan
vallen tijdens de montage.
3
Lijn het kanaal aan de binnenkant van de schroef uit met
de pen en schuif de schroef op de as van de motor.
4
Plaats de anode , onderlegring , sluitring en moer
op het uiteinde van de as.
5
Draai de borgmoer met een
9
/
16
in. (14 mm) dopsleutel vast
tot aan 6 lbf-ft (8,13 N-m) om de schroef te bevestigen.
Aansluiten op de voeding
1
Leid de stroomkabel naar de stroomonderbreker of de plek
waar u de stroomonderbreker wilt monteren.
2
Zo nodig kunt u de stroomkabel verlengen met een kabel van
de juiste dikte en lengte. Kijk hiervoor naar de lengte van de
verlenging (Stroomkabel verlengen, pagina 6) en gebruik
soldeermiddel en krimpkousen.
3
Monteer een 60 A trollingmotorstekker en aansluiting waar de
stroomkabel een scheidingswand binnengaat (optioneel).
4
Verbind de stroomkabel aan een stroomonderbreker voor
60 A (continu).
WAARSCHUWING
De stroomonderbreker moet in de uitgeschakelde stand
staan voordat u de stroomkabels vanaf de trollingmotor
aansluit.
5
Verbind, indien nodig, de stroomonderbreker aan een 60 A,
24 of 36 V gelijkstroom voedingsbron.
Stroomkabel verlengen
Zo nodig kunt u de stroomkabel verlengen met een kabel van de
juiste dikte en lengte. Kijk hiervoor naar de lengte van de
verlenging.
LET OP
Stroomkabelverlengingen moeten gebruikmaken van
enkeladerige draad met een isolatie voor minimaal 75 °C (167
°F), die niet is gebundeld en niet door een mantel of leiding is
omhuld. Als u draad gebruikt met isolatie voor 105 °C (221 °F)
of beter, kunt u maximaal drie geleiders in een mantel of leiding
buiten de motorruimte bundelen.
Bij het installeren van stroomkabelverlenging dient u zich te
houden aan de industrienormen en best practices.
Lengte verlenging Minimale
draaddikte
Optimale
draaddikte
0 tot 3 m (0 tot 10 ft.) 6 AWG (16 mm
2
) 6 AWG (16 mm
2
)
3 tot 4,6 m (10 tot 20 ft.) 6 AWG (16 mm
2
) 4 AWG (25 mm
2
)
4,6 tot 9,1 m (20 tot 30 ft.) 6 AWG (16 mm
2
) 2 AWG (35 mm
2
)
De transducer met een kaartplotter verbinden
De ingebouwde 12-pin transducer is compatibel met een
selectGarmin
®
aantal kaartplottermodellen. Ga naar garmin.com
of neem contact op met uwGarmin dealer voor meer informatie.
1
Leid de transducerkabel naar de geïnstalleerde kaartplotter.
6
2
Bevestig de borgring aan het uiteinde van de
transducerkabel.
3
Sluit de transducerkabel aan op de transducerpoort aan de
achterkant van de kaartplotter.
U kunt de instructies bij uw kaartplotter raadplegen om de
transducerpoort te identificeren.
Montage van de stabilisator
De stabilisator is een optioneel accessoire dat de trollingmotor
stabiliseert en extra ondersteuning biedt wanneer de motor de
opgeborgen stand staat.
De montage-instructies voor de stabilisator zijn opgenomen in
de doos van de stabilisator.
Installatie van het voetpedaal
Het voetpedaal verbindt draadloos met de trollingmotor en is in
de fabriek reeds gekoppeld.
Gedetailleerde instructies over het bevestigen en aanzetten van
het voetpedaal vindt u in de Force trollingmotorvoetpedaal
installatie-instructies in de doos van het voetpedaal.Force
Instructies voor het gebruik van het voetpedaal vindt u in de
Force trollingmotorQuick Start Manual.
Installatie van de afstandsbediening
De afstandsbediening verbindt draadloos met de trollingmotor
en is in de fabriek reeds gekoppeld.
Instructies voor het gebruik van de afstandsbediening vindt u in
de Force trollingmotor Quick Start Manual.
Onderhoudsbehoeften en -schema
LET OP
Na gebruik van de motor in zout water of brak water, moet u de
hele motor met schoon water afspoelen en een siliconenspray
op waterbasis aanbrengen met een zachte doek. Spuit geen
waterstralen op de bovenkant van de asdop wanneer u de motor
schoonspoelt.
Om uw garantie te behouden, moet u routinematig een aantal
onderhoudstaken uitvoeren terwijl u de motor voorbereidt op het
seizoen. Als u de motor in droge, stoffige omgevingen gebruikt
of vervoert (bijvoorbeeld bij het vervoeren over grindwegen),
moet u deze taken vaker uitvoeren tijdens het seizoen.
Voor gedetailleerde procedures en informatie over service en
vervangende onderdelen, download de Force trollingmotor
Maintenance Manual van garmin.com/manuals/force_trolling
_motor.
Controleer de stroomkabel op slijtage en repareer of vervang
deze als dit nodig is .
Controleer en reinig de voedingsklemmen en draai de
moeren indien nodig aan .
Smeer de hengsels en scharnieren .
Maak de mechanismen voor het in- en uitklappen schoon en
smeer deze .
Controleer de rails van de steun en vervang deze als dit
nodig is .
Controleer de beschermrand van de steun en vervang deze
als dit nodig is .
Maak de anodes in de schroefmotor schoon of vervang deze
.
Informatie over de motor
Ingeklapte afmetingen
Onderdeel 50 inch model 57 inch model
1,558 m (61
5
/
16
in.) min.
1,811 m (71
5
/
16
in.) max.
1,712 m (67
3
/
8
in.) min.
2,066 m (81
5
/
16
in.) max.
300 mm (11
13
/
16
in.) 340 mm (13
3
/
8
in.)
Gebruikte afmetingen
Onderdeel 50 inch model 57 inch model
461 mm (18
1
/
8
in.) min.
721 mm (28
3
/
8
in.) max.
488 mm (19
3
/
16
in.) min.
817 mm (32
1
/
8
in.) max.
708 mm (27
7
/
8
in.) 799 mm (31
7
/
16
in.)
648 mm (25
1
/
2
in.) min.
889 mm (35 in.) max.
737 mm (29 in.) min.
1,07 m (42 in.) max.
839 mm (33
1
/
16
in.) min.
1,1 m (43
5
/
16
in.) max.
920 mm (36
3
/
16
in.) min.
1,18 m (46
1
/
2
in.) max.
Onderdeel 50 inch model 57 inch model
931 mm (36
11
/
16
in.) 1,022 m (40
1
/
4
in.)
402 mm (15
13
/
16
in.) 402 mm (15
13
/
16
in.)
203 mm (8 in.) 203 mm (8 in.)
Contact opnemen met Garmin Support
Ga naar support.garmin.com voor hulp en informatie, zoals
producthandleidingen, veelgestelde vragen video's en
klantondersteuning.
Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020.
Bel in het VK met 0808 238 0000.
Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241.
7
Specificaties
Elektrische motor
Gewicht (motor,
steun en kabels)
50 inch-model: 30 kg (66 lb.)
57-inch model: 31,75 kg (70 lb.)
Gewicht (stabili-
sator)
0,54 kg (1,2 lb.)
Bedrijfstempera-
tuur
Van -5° tot 40°C (van 32° tot 104°F)
Opslagtempera-
tuur
Van -40° tot 85°C (van -40° tot 185°F)
Materiaal Steun en motorbehuizing: Aluminium
Asdop, scherm en zijpanelen: Kunststof
Motoras: Glasvezel
Waterbestendig-
heid
Asdop: IEC 60529 IPX5
1
Stuurmotorbehuizing: IEC 60529 IPX7
2
Behuizing van scherm: IEC 60529 IPX7
Behuizing van de schroefmotor: IEC 60529 IPX8
3
Kompasveilige
afstand
91 cm (3 ft.)
Lengte stroom-
kabel
50-inch model: 1,2 m (4 ft.)
57-inch model: 1,1 m (3,5 ft.)
Ingangsspanning Van 20 tot 45 V gelijkstroom
Ingangsstroom
sterkte
60 A continu
Stroomonder-
breker (niet
meegeleverd)
42 V gelijkstroom of hoger, geschikt voor60 A
continu
OPMERKING: U kunt het systeem beschermen
door een zwaardere stroomonderbreker te
gebruiken, niet hoger dan 90 A, als u werkt bij
hoge temperaturen of als het stroomcircuit wordt
gedeeld met andere toestellen. U moet controleren
of de bekabeling van uw boot voldoet aan de
maritieme bedradingsnormen met behulp van een
zwaardere stroomonderbreker voordat u deze
vervangt.
Stroomverbruik bij
36 V gelijkstroom,
60 A
Uit: 72 mW
Vol vermogen: 2160 W
Radiofrequentie 2,4 GHz bij 28 dBm nominaal
Specificaties van de
Afmetingen (B×H×D) 152 x 52 x 32 mm (6 x 2 x 1
1
/
4
in.)
Gewicht 109 g (3,8 oz.) zonder batterijen
Materiaal Met glas gevuld nylon
Schermtype In zonlicht afleesbaar, transflectief memory-
in-pixel (MIP)
Schermresolutie R240 x 240 pixels
Schermgrootte (diameter) 30,2 mm (1
3
/
16
in.)
Bedrijfstemperatuur Van -15° tot 55°C (van 5° tot 131°F)
Opslagtemperatuur Van -40° tot 85°C (van -40° tot 185°F)
Batterijtype 2 AA (niet inbegrepen)
Levensduur van batterij 240 uur, bij normaal gebruik
Radiofrequentie 2,4 GHz bij 10,0 dBm nominaal
Waterbestendigheid IEC 60529 IPX7
Kompasveilige afstand 15 cm (6 in.)
1
Het onderdeel is bestand tegen blootstelling aan water vanuit elke richting (zoals
regen).
2
Het onderdeel is bestand tegen incidentele onderdompeling in water tot 1 meter
diep gedurende maximaal 30 minuten.
3
Het onderdeel is bestand tegen constante onderdompeling in water tot 3 meter
diep.
© 2019 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
support.garmin.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Garmin Force Trolling Motor Freshwater 50 Installatie gids

Type
Installatie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor