1
Druk op de afstandsbediening op .
De cruise control is ingeschakeld voor de huidige snelheid.
2
Pas de snelheid indien nodig aan met behulp van de
afstandsbediening of het voetpedaal.
3
Pas de koers indien nodig aan met de afstandsbediening of
het voetpedaal.
TIP: U kunt de cruise control gebruiken om de snelheid in te
stellen terwijl u de functie vaste voorliggende koers gebruikt
(Uw voorliggende koers aanhouden, pagina 6) of een route
volgt (Een route navigeren, pagina 7).
Druk op om cruise control en de schroef uit te schakelen.
De schroef bedienen wanneer deze gedeeltelijk in
gebruik is
U kunt de schroef van de trollingmotor bedienen terwijl de motor
slechts gedeeltelijk is geactiveerd in specifieke situaties,
bijvoorbeeld wanneer u over wier of over obstakels onder water
vaart.
1
Trek de trekkabel terwijl de trollingmotor is uitgeklapt omhoog
tot deze niet verder kan om te ontgrendelen en houd de
kabel stevig vast.
2
Til de kabel omhoog en naar achteren om de motor
langzaam op te tillen totdat deze op zijn plaats staat om over
het wier of het obstakel te varen.
De schroef stopt met draaien en de motor draait naar de
zijkant.
3
Gebruik de afstandsbediening of het voetpedaal om de
schroef in te schakelen en stuur de motor indien nodig bij.
OPMERKING: Als u de motor tot voorbij de helft omhoog
brengt, stopt de schroef automatisch als
veiligheidsmaatregel, maar draait de motor niet naar de
zijkant.
4
Wanneer u voorbij het obstakel bent, laat u de motor
langzaam zakken naar de uitgeklapte stand of zet u de motor
in de ingeklapte stand.
Nadat u de motor gedeeltelijk hebt geactiveerd, moet u de motor
mogelijk handmatig naar één kant draaien voordat u de motor in
de opbergstand zet, zodat deze goed op de rails van de steun
rust.
Sturen
De trollingmotor handmatig besturen
De handmatige modus is de standaard bedieningsmodus van de
trollingmotor. In de handmatige modus kunt u de richting en
snelheid van de trollingmotor naar wens aanpassen.
OPMERKING: De trollingmotor staat standaard in de
handmatige modus wanneer u deze inschakelt.
1
Selecteer zo nodig op de afstandsbediening.
2
Selecteer een actie:
• Druk op de afstandsbediening op en om te sturen.
OPMERKING: Met behulp van de afstandsbediening kunt
u de boot ook bedienen met gebaren (Bediening met
gebaren gebruiken om te sturen, pagina 7).
• Druk het voetpedaal met uw tenen en hiel in om te sturen.
Uw voorliggende koers aanhouden
Voordat u de functie vaste voorliggende koers kunt gebruiken,
moet u de trollingmotor kalibreren (De trollingmotor kalibreren,
pagina 2).
De functie vaste voorliggende koers is een stuurautomaatfunctie
die de huidige koers van de boot instelt en aanhoudt. U kunt bij
het instellen van het gedrag van de functie vaste voorliggende
koers rekening houden met drift (De werking van de vaste
voorliggende koers bewerken, pagina 6).
1
Stuur de boot in de gewenste richting.
2
Selecteer op de afstandsbediening of het voetpedaal.
OPMERKING: U kunt de richting van de vaste voorliggende
koers aanpassen door te drukken op en , of door bediening
met gebaren te gebruiken (Gebaren gebruiken om de vaste
voorliggende koers aan te passen, pagina 7).
Als u vaste voorliggende koers wilt uitschakelen en wilt
terugkeren naar de handmatige modus, selecteert u of , of u
drukt op het voetpedaal.
De werking van de vaste voorliggende koers bewerken
U kunt de functie voor de vaste voorliggende koers wijzigen om
de koers van uw boot te handhaven wanneer deze wordt
beïnvloed door de wind of de stroming.
1
Selecteer op de afstandsbediening > Settings > Trolling
Motor > Heading Hold.
2
Selecteer een optie:
• Als u de boot ongeacht de drift in dezelfde richting wilt
laten wijzen, selecteert u Vessel Align.
• Als u de boot in dezelfde richting wilt laten wijzen terwijl u
rekening houdt met drift, selecteert u Go To.
Uw positie vasthouden
Voordat u de ankervergrendeling kunt gebruiken, moet u de
trollingmotor kalibreren (De trollingmotor kalibreren, pagina 2).
De functie ankervergrendeling is een stuurautomaatfunctie die
GPS gebruikt om uw positie met behulp van de trollingmotor in
te stellen en te handhaven. Deze functie werkt alsof u een fysiek
anker hebt uitgeworpen.
1
Vaar indien nodig met de boot naar de positie waar u de
ankervergrendeling wilt inschakelen.
2
Selecteer op de afstandsbediening of het voetpedaal.
OPMERKING: U kunt de positie van de ankervergrendeling
aanpassen met 1,5 m (5 ft.) door op een pijlknop op de
afstandsbediening te drukken, of met behulp van de
bediening met gebaren (Bediening met gebaren gebruiken
om uw positie aan te passen, pagina 7).
Om het virtueel anker uit te schakelen, drukt u opnieuw in, of
stuurt u met het voetpedaal.
Bediening met gebaren
U kunt de afstandsbediening richten of verplaatsen om te
communiceren met de trollingmotor. U moet eerst het kompas in
de trollingmotor (De trollingmotor kalibreren, pagina 2) en het
kompas in de afstandsbediening (De afstandsbediening
kalibreren, pagina 4) kalibreren voordat u gebruik kunt maken
van de bediening met gebaren.
6 Bediening