Shimano DH-2R30-E Service Instructions

Type
Service Instructions
Aansluitpunt van naafdynamo
Voorvork
Mandhouder
Spatbordsteun
Getande astussenring
Dopmoer (M9)
Tussenring
Als de kabel die met de massa-aansluiting wordt
verbonden niet goed geaard is, controleren of de
getande astussenring door de laklaag van de
voorvork heen drukt. Als de getande astussenring
niet door de laklaag heen gedrukt is, zal de lamp
niet goed functioneren. Schuur dus een klein
stukje van de laklaag van de voorvork af.
Het wordt aanbevolen de twee draden aan te
sluiten en ervoor te zorgen dat deze goed contact
maken.
Opmerking:
Let er op bij het aantrekken van de dopmoeren
deze beurtelings aan beide zijden aan te trekken
en de dopmoer niet enkel aan één kant van het
wiel volledig aan te trekken of los te draaien,
aangezien dan de kans bestaat dat de naafas
draait waardoor de borgmoeren te strak
aangedraaid worden of te los komen te zitten.
Opmerking:
Monteer het wiel zodanig dat de zijde met het aansluitpunt van de naafdynamo zich aan de
rechterzijde bevindt wanneer u naar de voorzijde van de fiets kijkt en zo dat het aansluitpunt van
de naafdynamo uitgelijnd is met de voorvork of met de mandhouder. Monteer vervolgens aan de
hand van de procedure aangegeven in onderstaande afbeelding zodanig dat het aansluitpunt
van de naafdynamo boven komt te staan. Het aansluitpunt van de naafdynamo na het
vastdraaien van de dopmoer niet door forceren proberen te draaien.
Monteren van het voorwiel
Spatbordsteun
Mandhouder
Aansluitpunt van
naafdynamo
Voorvork
Compatibele fietsen zijn die met 26 – 28" wielen (voor de DH-2R30-E naafdynamo) of 16 – 20" wielen
(voor de DH-2R30-ES naafdynamo).
Als de naafdynamo wordt gebruikt met wielen die kleiner zijn dan 26" (voor de DH-2R30-E) of 16"
(voor de DH-2R30-ES), is het mogelijk dat de remkracht te groot is, waardoor de wielen kunnen
blokkeren en de fiets uit balans kan raken en kan komen te vallen.
De naaf van de DH-2R30-E/DH-2R30-ES heeft een ingebouwde remkrachtmodulator welke de remkracht
regelt om te voorkomen dat deze te groot wordt. Wanneer de remkracht een bepaald niveau bereikt,
treedt de remkrachtmodulator in werking om te voorkomen dat de remkracht voorbij dit niveau komt.
Het aanbevolen werkingsbereik voor de remkrachtmodulator is voor fietsen met een bruto
totaalgewicht (fiets + berijder + bagage) van 65 – 120 kg.
Als het bruto totaalgewicht van de fiets zwaarder is dan het aanbevolen gewichtsbereik, bestaat de
kans dat de remkracht onvoldoende is en als dit lichter is dan het aanbevolen gewichtsbereik, bestaat
de kans dat de remkracht te groot wordt, waardoor de wielen kunnen blokkeren en de fiets kan komen
te vallen. Het is daarom van groot belang dat u een goed inzicht heeft in de werking van de
remkrachtmodulator en deze alvorens in gebruik te nemen eerst test.
De remkrachtmodulator is niet uitgerust met een functie die blokkering van het wiel voorkomt.
Zorg ervoor dat u de montage-instructies ter beschikking heeft en lees deze nauwkeurig
alvorens de onderdelen te monteren. Loszittende, versleten of beschadigde onderdelen kunnen de
berijder ernstig letsel toebrengen.
Het wordt ten sterkste aanbevolen uitsluitend originele Shimano vervangingsonderdelen te gebruiken.
Controleer of de wielen stevig bevestigd zijn alvorens met de fiets te gaan rijden. Als de wielen op een
of andere manier loszitten, kunnen deze van de fiets losraken, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
Controleer bij het fietsen in het donker of de lamp normaal brandt.
Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een veilige plaats voor
toekomstige referentie.
Deze naafdynamo is bestemd voor gebruik voor 6 V/ 2,4 W specificaties. Deze kan niet worden gebruikt
voor 6 V/ 3 W specificaties.
Lees de montage-instructies voor het Inter-M voorremsysteem voor trommelremmen samen met deze
montage-instructies zorgvuldig door.
Controleer de mate van evenwijdigheid van de voorvork. Als de voorvork in hoge mate niet evenwijdig is,
bestaat de kans dat door de vervorming van de naafas de naafdynamo gaat aanlopen en bijgeluiden gaat
voortbrengen.
Monteer de naafdynamo zodanig aan de voorvork dat de zijde met de aansluitpunt van de naafdynamo
zich aan de rechterzijde bevindt wanneer u naar de voorzijde van de fiets kijkt. Als het aansluitpunt van
de naafdynamo zich aan de linkerzijde bevindt, bestaat de kans dat de naafdynamo tijdens het rijden niet
goed draait.
Controleer of het aansluitpunt van de naafdynamo stevig aangesloten is alvorens de naafdynamo te
gebruiken.
Gebruik een 6 V/ 2,4 W gloeilamp voor de voorlamp.
Als de lamp tijdens het rijden met hoge snelheden veelvuldig wordt ingeschakeld, zal de gebruiksduur van
de gloeilampen verkort worden.
Het interne mechanisme van de naaf niet demonteren.
Breng geen smeermiddel aan op de binnenzijde van de naaf, anders zal het vet naar buiten komen,
hetgeen problemen met de geleidbaarheid kan veroorzaken.
Na het monteren van de naafdynamo zal het draaien van het wiel enigszins zwaarder verlopen als gevolg
van de magneet binnen in de naaf.
Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering dat het gevolg is van normaal
gebruik.
Door de naafdynamo wordt een buitengewoon hoge spanning opgewekt.
Het aansluitpunt van de naafdynamo nooit tijdens het fietsen of tijdens het draaien van het wiel
rechtstreeks aanraken. Aanraken van de dynamo-aansluiting kan een elektrische schok tot gevolg hebben.
LET OP
OPMERKING:
WAARSCHUWING
Algemene veiligheidsinformatie
– Ter voorkoming van ernstig letsel:
– Ter voorkoming van ernstig letsel:
Aantrekkoppel:
20 – 25 N·m
{200 – 250 kgf·cm}
Technische montage-instructies
Kabel
Voorvork
Draai het voorwiel en controleer of de lamp brandt.
Controleren van de verlichting
Aansluiting van de kabels
Opmerking:
Schuur bij het aansluiten van de kabels de lak af van het
lamp-aansluitpunt aan het frame en van het aansluitpunt
aan de lamp.
Ongeveer 16 mm
Ongeveer
16 mm
Aansluitpunt
aan lamp
Draad
Aansluitpunt aan lamp
Lampkabel
Stekkerkapje (grijs)
Stekkerafdekking (zwart)
Aansluitpunt aan frame
Aansluitpunt aan frame
Framekabel
Gleuf
Buigen
Insteken
Aansluiten
Verwijderen
Stekkerafdekking
Stekkerafdekking
De framekabel en de lampkabel niet per ongeluk met
elkaar verwisselen. Als de kabels verkeerd worden
aangesloten, zal de lamp niet branden.
De draden alvorens aan te sluiten in elkaar vlechten,
zodat deze bij elkaar blijven zitten.
Aanbevolen draadspecificaties
Opmerking:
Buig de draden leid deze langs de
gleuven.
Type
Gevlochten
Diameter 1,8 – 2 mm
Maat (AWG) 22
Diameter ongeveer 0,8 mm
Draad
Isolatie
Opmerking:
Zo instellen dat deze
in de juiste richting
wijst.
Opmerking:
Maak de kabel aan de voorvork of aan de mandhouder vast om
te voorkomen dat deze tijdens het fietsen tussen de spaken of
overige onderdelen beklemd raakt.
Als de kans bestaat dat de stand van de naafdynamo ten
opzichte van de lamp tijdens het rijden verandert, bijvoorbeeld
bij het gebruik van een voorvork met vering, ervoor zorgen dat
de kabel zodanig wordt aangesloten dat deze op geen enkel
punt binnen het bereik van de beweging te los of te strak komt
te zitten.
Sluit zodanig aan dat de stroom van de naafdynamo door de
kabel vloeit vanaf het aansluitpunt voor de lamp van de
naafdynamo naar het aansluitpunt aan het frame.
Om de lamp van de naafdynamo los te maken, de
stekkerafdekking verwijderen.
Wanneer de stekkerafdekking verwijderd is, niet met de fiets rijden, aangezien de kabel
dan in het fietswiel verward kan raken.
Bij het verwijderen van het fietswiel, eerst de stekkerafdekking verwijderen. Als er te
hard aan de kabels getrokken wordt, kunnen de draden breken of kan dit slecht contact
veroorzaken. Tenslotte bij het monteren van het wiel, eerst het wiel aan de voorvork
bevestigen en vervolgens de stekkerafdekking aansluiten.
Opmerking:
Indrukken totdat u
een klik hoort.
Zorg ervoor dat de draden elkaar
niet raken.
Sluit de kabels aan zoals aangegeven in onderstaande afbeelding.
Isolatie
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
Aansluitpunt van naafdynamo
SI-20M0E-002
DH-2R30-E
DH-2R30-ES
Naafdynamo
  • Page 1 1

Shimano DH-2R30-E Service Instructions

Type
Service Instructions