47
3. Houd het elektrisch gereedschap alleen vast bij
het geïsoleerde oppervlak omdat de zaagketting
met verborgen bedrading in aanraking kan
komen. Wanneer de kettingzaag in aanraking komt
met onder spanning staande draden, zullen de niet-
geïsoleerde metalen delen van het gereedschap
onder spanning komen te staan zodat de gebruiker
een elektrische schok kan krijgen.
4. Draag een veiligheidsbril en gehoorbescherming.
Verdere veiligheidsmiddelen voor hoofd, handen,
benen en voeten worden aanbevolen.
Afdoende
beschermende kleding verkleint de kans op per-
soonlijk letsel als gevolg van rondvliegend afval of
het per ongeluk aanraken van de zaagketting.
5. Alvorens met het werk te beginnen, controleert u dat
de kettingzaag zich in goede werkende staat
bevindt, en dat deze voldoet aan de
veiligheidsregels. Controleer met name dat:
• De kettingrem goed werkt;
• De uitlooprem goed werkt;
• Het zaagblad en de afdekking van kettingwiel
goed zijn gemonteerd;
• De ketting is geslepen en gespannen
overeenkomstig de regels;
6. Werk niet met de kettingzaag in een boom. Het
gebruik van de kettingzaag terwijl u in een boom zit,
vergroot de kans op persoonlijk letsel.
7. Zorg altijd voor een stevige stand en bedien de
kettingzaag alleen terwijl u op een vaste, stabiele
en horizontale ondergrond staat. Een gladde of
instabiele ondergrond, zoals een ladder, kan leiden
tot verlies van evenwicht of controle over de ketting-
zaag.
8. Bij het afzagen van een tak die onder spanning
staat, let u goed op eventuele terugslag. Wan-
neer de spanning in de houtvezels vrij komt, kan de
onder spanning staande tak de gebruiker een tik
geven of ertoe leiden dat hij/zij de controle over de
kettingzaag verliest.
9. Wees uiterst voorzichtig bij het zagen van strui-
ken en jonge boompjes. Het dunne materiaal kan
zich vasthaken aan de zaagketting en naar u toe
geslingerd worden of u uit balans brengen.
10. Draag de kettingzaag aan de voorhandgreep ter-
wijl deze uitgeschakeld is en van uw lichaam af
gekeerd is. Bij het transporteren of opbergen
van de zaagketting moet altijd de schede om het
zaagblad worden gedaan. Een juiste behandeling
van de kettingzaag verkleint de kans op het per
ongeluk aanraken van de bewegende zaagketting.
11. Volg de instructies voor het smeren, ketting-
spannen, en verwisselen van accessoires. Een
verkeerd gespannen of gesmeerde ketting kan bre-
ken of verhoogt de kans op terugslag.
12. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie en vetten. Met vet of olie bevuilde handgrepen
zijn glad en leiden tot verlies van controle over de
kettingzaag.
13. Zaag uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag
niet voor doeleinden waarvoor deze niet bedoeld
is. Bijvoorbeeld: gebruik de kettingzaag niet om
kunststof, steen of bouwmaterialen anders dan
hout te zagen. Het gebruik van de kettingzaag bij
andere werkzaamheden dan waarvoor deze
bedoeld is, kan leiden tot gevaarlijke situaties.
14. Oorzaken van terugslag en wat de gebruiker
hieraan kan doen:
Terugslag kan zich voordoen wanneer de neus of
voorrand van het zaagblad een voorwerp raakt of
wanneer het hout zich sluit en de zaagketting in de
zaagsnede vastklemt.
Zagen met alleen de punt van het zaagblad kan een
plotselinge, omgekeerde reactie veroorzaken waar-
door het zaagblad omhoog geworpen wordt in de
richting van de gebruiker.
Het beknellen van de zaagketting langs de boven-
rand van het zaagblad kan het zaagblad snel terug-
werpen in de richting van de gebruiker.
Deze beide reacties kunnen ertoe leiden dat u de
controle over de kettingzaag verliest waardoor ern-
stig persoonlijk letsel kan ontstaan. Wees niet afhan-
kelijk van alleen de veiligheidsvoorzieningen
ingebouwd in uw kettingzaag. Als gebruiker van de
kettingzaag moet u meerdere stappen ondernemen
om ervoor te zorgen dat uw zaagwerkzaamheden
zonder ongelukken of letsel verlopen.
Terugslag is het gevolg van misgebruik van het
gereedschap en/of onjuiste gebruiksprocedures of -
omstandigheden, en kan worden voorkomen door
goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hier-
onder vermeld:
- Houd de kettingzaag stevig vast, met de duimen
en vingers rondom de handgrepen van de ketting-
zaag, met beide handen en positioneer uw
lichaam en armen zodanig dat u een eventuele
terugslag kan opvangen. De kracht van een terug-
slag kan worden opgevangen door de gebruiker
mits de juiste voorzorgsmaatregelen getroffen wor-
den. Laat de kettingzaag nooit los.
-
Reik niet te ver en zaag nooit boven schouder-
hoogte.
Dit helpt te voorkomen dat de punt van het
zaagblad per ongeluk iets raakt en biedt een betere
controle van de kettingzaag in onverwachte situaties.
- Gebruik bij het vervangen van het zaagblad of
de zaagketting uitsluitend onderdelen die zijn
opgegeven door de fabrikant. Vervanging door
een verkeerd zaagblad of zaagketting kan ertoe
leiden dat de zaagketting breekt en/of terugslaat.
- Volg de instructies van de fabrikant over het
slijpen en onderhouden van de zaagketting.
Het verlagen van de hoogte van de dieptevoeler
kan leiden tot toegenomen terugslag.
15. Start de kettingzaag niet terwijl de schede om
het zaagblad is geplaatst. Als de kettingzaag wordt
gestart terwijl de schede om het zaagblad is
geplaatst, kan de schede naar voren worden wegge-
worpen, waardoor in de buurt van de operator per-
soonlijk letsel en materiële schade kan worden
veroorzaakt.