Dolmar AS3731 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding
GB Cordless Chain Saw Instruction Manual
F Tronçonneuse sans Fil Manuel d’instructions
D Akku-Kettensäge Betriebsanleitung
I Motosega a batteria Istruzioni per l’uso
NL Accu-kettingzaag Gebruiksaanwijzing
E Electrosierra Inalámbrica Manual de instrucciones
P Motosserra a Bateria Manual de instruções
DK Akku-kædesav Brugsanvisning
GR Αλυσοπρίονο μπαταρίας Οδηγίες χρήσεως
TR Akülü Ağaç Kesme Kullanma kılavuzu
AS-3726
AS-3731
3
DEUTSCH
ITALIANO
NEDERLANDS
ESPAÑOL
1 Hebel
2 Vorderer Handschutz
3 Obergriff
4 Akku
5 Karabiner (Seilbefestigungspunkt)
6Schwert
7 Sägekette
8 Kettenraddeckel
9Stellrad
10 Kettenfänger
11 Schwertschutzhülle
12 Einschaltarretierung
13 Schalter
14 Frontgriff
15 Krallenanschlag
16 Einstellschraube für Ölpumpe (an Unterseite)
1 Leva
2 Protezione mano anteriore
3 Manico superiore
4 Cartuccia batteria
5 Gancio (punto di attacco fune)
6 Barra guida
7 Catena sega
8 Coperchio rocchetto
9 Ghiera di regolazione
10 Fermacatena
11 Coperchio barra di guida
12 Bottone di sblocco
13 Interruttore a grilletto
14 Manico anteriore
15 Crampone
16 Vite di regolazione per pompa olio (sul fondo)
1 Hendel
2 Beschermkap van voorhandgreep
3 Bovenhandgreep
4 Accu
5 Karabijnhaak (bevestigingsoog voor touw)
6 Zaagblad
7 Zaagketting
8 Afdekking van kettingwiel
9Stelknop
10 Kettingvanger
11 Zaagbladschede
12 Ontgrendelknop
13 Trekschakelaar
14 Voorhandgreep
15 Blokkeerbeugel
16 Stelschroef voor oliepomp (aan de onderzijde)
1 Palanca
2 Protector de la mano delantera
3 Empuñadura principal
4 Cartucho de batería
5 Mosquetón (punto de sujeción de la cuerda)
6 Placa de guía
7 Cadena de sierra
8 Cubierta del piñón
9 Dial de ajuste
10 Protector de la cadena
11 Cubierta de la placa de guía
12 Botón de seguro
13 Gatillo interruptor
14 Empuñadura delantera
15 Parachoques de espica
16
Ajuste del tornillo para la bomba de aceite (en la
parte inferior)
58
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van algemene gegevens
1 Rode indicator
2 Knop
3Accu
4 Stermarkering
5 Accuverklikkerlampje
6 Ontgrendelknop
7 Trekschakelaar
8 Beschermkap van
voorhandgreep
9 Vergrendelen
10 Ontgrendelen
11 Stelschroef
12 Afdekking van kettingwiel
13 Hendel
14 Stelknop
15 Kettingwiel
16 Stelpen
17 Gat
18 Zaagblad
19 Losdraaien
20 Vastdraaien
21 Zaagketting
22 Dop van olietank
23 Oliepeilglas (voor bijvullen van
olie in de tank)
24 Oliepeilglas
25 Blokkeerbeugel
26 Omzagen
27 Valrichting
28 Gevarenzone
29 Vluchtroute
30 Zaagbladschede
31 Deksel van de accu
32 Snijlengte
33 Afstand tussen de zaagsnijrand
en de dieptevoeler
34 Minimaal 3 mm
35 Zijplaathoek
36 Platte schroevendraaier
37 Borgring
38 Limietmarkering
39 Dop van koolborstelhouder
40 Schroevendraaier
TECHNISCHE GEGEVENS
In verband met ononderbroken research en
ontwikkeling behouden wij ons het recht voor
bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving.
De technische gegevens de accu kunnen van land tot
land verschillen.
*1 Gewicht met grootste accu, zonder zaagblad of
ketting, met leeg oliereservoir, volgens EN ISO 11681-
2.
*2 Gewicht met accu, zaagblad en ketting, met gevuld
oliereservoir, volgens EPTA-procedure 01/2003.
WAARSCHUWING: Gebruik de juiste combinatie van
zaagblad en zaagketting. Anders loopt u de kans op
lichamelijk letsel.
END313-1
Symbolen
Voor dit gereedschap worden de volgende symbolen
gebruikt. Zorg ervoor dat u de betekenis van deze
symbolen begrijpt alvorens het gereedschap te
gebruiken.
Model AS-3726 AS-3731
Standaardzaagblad
Lengte zaagblad 250 mm 300 mm
Zaaglengte 23 cm 24 cm 28 cm
Type Tandwielzaagblad Precisieblad Tandwielzaagblad
Standaardzaagketting
Type 492 (91PX) 25 (25AP) 291 (90PX)
Steek 9,5 mm (3/8") 6,35 mm (1/4") 9,5 mm (3/8")
Maat 1,3 mm (0,05") 1,3 mm (0,05") 1,1 mm (0,043")
Aantal
kettingschakels
40 60 46
Zaagtanden
Aantal zaagtanden 6 9 6
Steek 9,5 mm (3/8") 6,35 mm (1/4") 9,5 mm (3/8")
Totale lengte (zonder zaagblad) 316 mm
Netto gewicht
*1 4,1 kg
*2 4,6 kg 4,7 kg
Kettingsnelheid per minuut 8,3 m/s (500 m/min)
Volume kettingoliereservoir 85 cm
3
Nominale spanning D.C. 36 V D.C. 36 V
Lees de gebruiksaanwijzing.
Draag oogbescherming.
Draag gehoorbescherming.
59
ENE090-1
Doeleinden van gebruik
Dit gereedschap is bestemd voor het afzagen van
takken / bijtrimmen van bomen. Het is ook geschikt voor
de verzorging van bomen.
GEA010-1
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig
letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de
toekomst te kunnen raadplegen.
GEB118-1
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor
een accu-kettingzaag:
1. Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de
zaagketting terwijl de kettingzaag in bedrijf is.
Alvorens de kettingzaag te starten, controleert u
dat de zaagketting niet raakt. In slechts een kort
moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van
de kettingzaag kan uw kleding of lichaam in
aanraking komen met de zaagketting.
2. Wanneer u de kettingzaag met beide handen
vastpakt, houdt u het apparaat altijd vast met uw
rechterhand aan de achterhandgreep en uw
linkerhand aan de voorhandgreep. Houd de
kettingzaag nooit vast met uw handen verwisseld,
omdat dan de kans op persoonlijk letsel groter is.
3. Houd het elektrisch gereedschap alleen vast bij
het geïsoleerde oppervlak omdat de zaagketting
met verborgen bedrading in aanraking kan
komen. Wanneer de kettingzaag in aanraking komt
met onder spanning staande draden, zullen de niet-
geïsoleerde metalen delen van het gereedschap
onder spanning komen te staan zodat de gebruiker
een elektrische schok kan krijgen.
4. Draag een veiligheidsbril en
gehoorbescherming. Verdere
veiligheidsmiddelen voor hoofd, handen, benen
en voeten worden aanbevolen. Afdoende
beschermende kleding verkleint de kans op
persoonlijk letsel als gevolg van rondvliegend afval
of het per ongeluk aanraken van de zaagketting.
5. Zorg altijd dat u stevig staat. Op een glibberige of
onstabiele ondergrond kunt u uw evenwicht of de
beheersing over de kettingzaag verliezen.
6. Bij het afzagen van een tak die onder spanning
staat, let u goed op eventuele terugslag.
Wanneer de spanning in de houtvezels vrij komt,
kan de onder spanning staande tak de gebruiker
een terugslag geven en/of de controle over de
kettingzaag doen verliezen.
7. Wees uiterst voorzichtig bij het zagen van
struiken en jonge boompjes. Het dunne materiaal
kan zich vasthaken aan de zaagketting en naar u
toe geslingerd worden of u uit balans brengen.
8. Draag de kettingzaag aan de voorhandgreep
terwijl deze uitgeschakeld is en van uw lichaam
af gekeerd is. Bij het transporteren of opbergen
van de zaagketting moet altijd de schede om het
zaagblad worden gedaan. Een juiste behandeling
van de kettingzaag verkleint de kans op het per
ongeluk aanraken van de bewegende zaagketting.
9. Volg de instructies voor het smeren,
kettingspannen, en verwisselen van
accessoires. Een verkeerd gespannen of
gesmeerde ketting kan breken of verhoogt de kans
op terugslag.
10. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie en vetten. Met vet of olie bevuilde handgrepen
zijn glad en leiden tot verlies van controle over de
kettingzaag.
Draag een veiligheidshelm,
veiligheidsbril en oorbescherming.
Gebruik afdoende
beschermingsmiddelen voor voet/been
en hand/arm.
Deze kettingzaag mag alleen worden
gebruikt door goed opgeleide personen.
Stel het gereedschap niet bloot aan
regen.
Maximaal toegestane zaaglengte
Draairichting van de ketting
Afstelling voor zaagkettingolie
Alleen voor EU-landen
Geef elektrische apparatuur of accu’s
niet met het huishoudelijk afval mee!
Met inachtneming van de Europese
Richtlijnen betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur,
batterijen en accu’s inclusief
opgebruikte batterijen en accu’s, en de
implementatie van deze richtlijnen in
overeenstemming met nationale
wetgeving, moeten elektrische
apparaten, batterijen en accu’s die het
einde van hun levensduur bereikt
hebben, gescheiden worden
ingezameld en worden ingeleverd bij
een recyclingbedrijf dat aan de
milieurichtlijnen voldoet.
Cd
Ni-MH
Li-ion
60
11. Zaag uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag
niet voor doeleinden waarvoor deze niet bedoeld
is. Bijvoorbeeld: gebruik de kettingzaag niet om
kunststof, steen of bouwmaterialen anders dan
hout te zagen. Het gebruik van de kettingzaag bij
andere werkzaamheden dan waarvoor deze
bedoeld is, kan leiden tot gevaarlijke situaties.
12. Oorzaken van terugslag en wat de gebruiker
hieraan kan doen:
Terugslag kan zich voordoen wanneer de neus of
voorrand van het zaagblad een voorwerp raakt of
wanneer het hout zich sluit en de zaagketting in de
zaagsnede vastklemt.
Zagen met alleen de punt van het zaagblad kan een
plotselinge, omgekeerde reactie veroorzaken
waardoor het zaagblad omhoog geworpen wordt in
de richting van de gebruiker.
Het beknellen van de zaagketting langs de
bovenrand van het zaagblad kan het zaagblad snel
terugwerpen in de richting van de gebruiker.
Deze beide reacties kunnen ertoe leiden dat u de
controle over de kettingzaag verliest waardoor
ernstig persoonlijk letsel kan ontstaan. Wees niet
afhankelijk van alleen de veiligheidsvoorzieningen
ingebouwd in uw kettingzaag. Als gebruiker van de
kettingzaag moet u meerdere stappen ondernemen
om ervoor te zorgen dat uw zaagwerkzaamheden
zonder ongelukken of letsel verlopen.
Terugslag is het gevolg van misgebruik van het
gereedschap en/of onjuiste gebruiksprocedures of -
omstandigheden, en kan worden voorkomen door
goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals
hieronder vermeld:
Houd de kettingzaag stevig vast, met de
duimen en vingers rondom de handgrepen
van de kettingzaag, met beide handen en
positioneer uw lichaam en armen zodanig dat
u een eventuele terugslag kan opvangen. De
kracht van een terugslag kan worden
opgevangen door de gebruiker mits de juiste
voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Laat de
kettingzaag nooit los.
014673
Reik niet te ver en zaag nooit boven
schouderhoogte. Dit helpt te voorkomen dat de
punt van het zaagblad per ongeluk iets raakt en
biedt een betere controle van de kettingzaag in
onverwachte situaties.
Gebruik bij het vervangen van het zaagblad
of de zaagketting uitsluitend onderdelen die
zijn opgegeven door de fabrikant. Vervanging
door een verkeerd zaagblad of zaagketting kan
ertoe leiden dat de zaagketting breekt en/of
terugslaat.
Volg de instructies van de fabrikant over het
slijpen en onderhouden van de zaagketting.
Het verlagen van de hoogte van de dieptevoeler
kan leiden tot toegenomen terugslag.
13. Alvorens met het werk te beginnen, controleert u dat
de kettingzaag zich in goede werkende staat
bevindt, en dat deze voldoet aan de
veiligheidsregels. Controleer met name dat:
De kettingrem goed werkt;
De uitlooprem goed werkt;
Het zaagblad en de afdekking van kettingwiel
goed zijn gemonteerd;
• De ketting is geslepen en gespannen
overeenkomstig de regels;
14. Start de kettingzaag niet terwijl de schede om
het zaagblad is geplaatst. Als de kettingzaag wordt
gestart terwijl de schede om het zaagblad is
geplaatst, kan de schede naar voren worden
weggeworpen, waardoor in de buurt van de operator
persoonlijk letsel en materiële schade kan worden
veroorzaakt.
Specifieke veiligheidsvoorschriften voor de
kettingzaag met bovenhandgreep
1. Deze kettingzaag is specifiek ontworpen voor de
verzorging van bomen en boomchirurgie. De
kettingzaag is alleen bestemd voor gebruik door
hiervoor opgeleide personen. Neem alle
voorschriften, aanwijzingen en aanbevelingen van
de relevante professionele organisatie in acht.
Anders bestaat de kans op ongelukken met fatale
afloop. Het is aanbevolen om altijd een hefplatform
(lift of hoogwerker) te gebruiken voor zaagwerk
boven in een boom. In de boom klimmen met een
touw kan erg gevaarlijk zijn en speciale training
vereisen. De gebruiker moet getraind zijn in het
gebruik van veiligheidsvoorzieningen en
klimtechnieken. Gebruik bij het werken in een boom
altijd de juiste gordels, touwen en musketons.
Beveilig uzelf en de zaag terdege met de nodige
veiligheidsgordels.
2. Verricht het reinigen en onderhoud vóór opslag strikt
volgens de gebruiksaanwijzing.
3. Plaats de kettingzaag bij vervoer in een auto
zorgvuldig rechtop op een veilige plek om lekkage
van brandstof en olie te vermijden en schade aan
het gereedschap en lichamelijk letsel te voorkomen.
4. Controleer regelmatig de werking van de kettingrem.
5. Verricht het bijvullen van kettingolie niet bij open
vuur. Zorg dat er bij het bijvullen van kettingolie niet
gerookt wordt.
6. Nationale voorschriften kunnen soms het gebruik
van de kettingzaag verbieden.
7. Als het gereedschap valt of een zware klap krijgt,
dient u de toestand ervan grondig te controleren
voordat u ermee verder werkt. Controleer de
bedieningsknoppen en veiligheidsvoorzieningen op
defecten. Als u enige schade bespeurt of twijfelt,
verzoekt u dan onze erkende onderhoudsdienst om
inspectie en reparatie.
8. Trek altijd dat de kettingrem aan voordat u de
kettingzaag start.
9. Houd de zaag stevig op zijn plaats om wegglijden
(zijwaartse beweging) of stuiteren van de zaag bij de
eerste insnede te voorkomen.
61
10. Zorg bij het laatste volledig doorzagen dat u goed
uw evenwicht bewaart, om niet door het “vallen” van
de zaag verrast te worden.
11. Houd rekening met de windrichting en de kracht van
windvlagen. Kom niet in een wolk van zaagsel en
kettingoliedamp te staan.
Veiligheidsvoorzieningen
1. Ter voorkoming van hoofd-, oog-, hand- of
voetverwondingen en om uw gehoor te
beschermen moet u tijdens het gebruik van de
kettingzaag de volgende
veiligheidsvoorzieningen dragen:
Draag geschikte werkkleding, m.a.w. goed
nauwsluitend maar niet zo strak dat het u in uw
bewegingen belemmert. Draag geen sieraden of
losse kleding die aan takken of gebladerte kan
blijven haken. Als u lang haar hebt, draagt u dan
altijd een haarnet!
Het dragen van een veiligheidshelm is een must
bij het werken met de kettingzaag. De
veiligheidshelm moet regelmatig op schade
worden gecontroleerd en moet uiterlijk na 5 jaar
worden vervangen. Gebruik alleen officieel
goedgekeurde veiligheidshelmen.
–Het vizier van een veiligheidshelm (of een
veiligheidsbril) biedt bescherming tegen zaagsel
en houtspaanders. Tijdens het werken met de
kettingzaag dient u altijd een veiligheidsbril of
het vizier van de helm te dragen om oogletsel te
voorkomen.
Draag afdoende oorbescherming (oorkleppen,
oordopjes, enz.)
–Een veiligheidsjas is gemaakt van 22 lagen
nylon, die de drager tegen snijwonden
beschermen. U dient altijd een dergelijke jas te
dragen bij het werken op een hefplatform (lift of
hoogwerker), een plankier op ladders of bij het
klimmen met behulp van touwen.
–Een veiligheidsoverall of verstevigde
tuinbroek is gemaakt van 22 lagen nylon en
beschermt de drager tegen snijwonden. Wij
raden u sterk het gebruik hiervan aan.
Beschermende handschoenen van dik leer
maken deel uit van de voorgeschreven
veiligheidsvoorzieningen; draag tijdens het
werken met de kettingzaag altijd een paar.
Draag bij het werken met de kettingzaag altijd
een paar veiligheidsschoenen of
veiligheidslaarzen met antislipzolen, stalen
neuzen en scheenbeschermers. Verstevigd
veiligheidsschoeisel zorgt dat u stevig staat en
biedt bescherming tegen snijwonden. Voor het
werken boven in bomen moet het
veiligheidsschoeisel bovendien geschikt zijn
voor klimtechnieken.
Trillingen
1. Personen met een zwakke bloedsomloop kunnen bij
blootstelling aan heftige trillingen last krijgen van
schade aan bloedvaten of het centraal zenuwstelsel.
Trillingen kunnen de volgende symptomen
veroorzaken in uw vingers, handen of polsen:
“Slapende” (gevoelloze) vingers, tintelen, pijn,
scherpe steken, verandering van huidgevoeligheid
of huidtint.
Ondervindt u een of meer van deze symptomen,
raadpleeg dan een arts!
Om het risico van “witte-vingerziekte” te
verminderen, dient u tijdens gebruik te zorgen dat
uw handen warm blijven en verder ook uw
gereedschap en accessoires in goede staat te
houden.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende
gereedschap altijd strikt in acht. VERKEERD
GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstige verwondingen.
ENC007-8
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR ACCU
1. Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, aandachtig
door alvorens de acculader in gebruik te nemen.
2. Neem de accu niet uit elkaar.
3. Als de gebruikstijd van een opgeladen accu
aanzienlijk korter is geworden, moet u het
gebruik ervan onmiddellijk stopzetten.
Voortgezet gebruik kan oververhitting,
brandwonden en zelfs een ontploffing
veroorzaken.
4. Als er elektrolyt in uw ogen is terechtgekomen,
spoel dan uw ogen met schoon water en roep
onmiddellijk de hulp van een dokter in. Elektrolyt
in de ogen kan blindheid veroorzaken.
5. Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spijkers,
munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting,
brandwonden, en zelfs defecten.
6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
7. Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wanneer
hij zwaar beschadigd of volledig versleten is. De
accu kan namelijk ontploffen in het vuur.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet blootstelt aan schokken of stoten.
9. Gebruik een accu niet meer nadat deze is
gevallen of gestoten.
10. Volg bij het wegwerpen van de accu de
plaatselijk geldende voorschriften.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
62
Tips voor een maximale levensduur van de accu
1. Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het gereedschap is afgenomen.
2. Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op. Als u de accu te veel oplaadt, zal hij minder
lang meegaan.
3. Laad de accu op bij een kamertemperatuur
tussen 10°C en 40°C. Laat een warme accu
afkoelen alvorens hem op te laden.
4. Laad de accu zeker elk half jaar een keer op, ook
als u deze geruime tijd lang niet gebruikt.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap af te stellen of te controleren.
Installeren of verwijderen van de accu (Fig. 1)
LET OP:
• Schakel altijd het gereedschap uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
Houd het gereedschap en de accu stevig vast
wanneer u de accu aanbrengt of verwijdert.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig
vasthoudt, zou er iets uit uw handen kunnen glippen,
met mogelijke schade aan het gereedschap of de accu
en kans op lichamelijk letsel.
Om de accu te verwijderen, schuift u deze uit het
gereedschap los terwijl u de knop voorop de accu
ingedrukt houdt.
Voor het aanbrengen van de accu plaatst u de tong van
de accu in de groef van de behuizing en schuift u de
accu op zijn plaats. Schuif de accu er altijd volledig in
totdat die op zijn plaats vast klikt. Wanneer de rode
indicator op de bovenkant van de knop nog zichtbaar is,
zit de accu niet volledig erin.
LET OP:
Schuif de accu volledig erin totdat de rode indicator niet
meer zichtbaar is. Als u dit nalaat, zou de accu uit het
gereedschap kunnen vallen en uzelf of anderen
kunnen verwonden.
Druk de accu er niet met kracht in. Als de accu er niet
soepel in gaat, houdt u die waarschijnlijk in de
verkeerde stand.
OPMERKING:
Het gereedschap werkt niet op een enkele accu.
Gereedschap/accu-beveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap/accu-
beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch
de stroom naar de motor uit om de levensduur van het
gereedschap en de accu te sparen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch
stoppen wanneer het gereedschap en/of de accu aan
één van de volgende omstandigheden wordt
blootgesteld. Onder bepaalde omstandigheden lichten
de verklikkerlampjes op.
Overbelastingsbeveiliging
Als het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
een abnormaal hoge stroomsterkte vergt, zal het
gereedschap automatisch zonder enige waarschuwing
stoppen. In dat geval schakelt u het gereedschap uit en
verhelpt u de oorzaak van de overbelasting. Vervolgens
schakelt u het gereedschap weer in om door te werken.
Oververhittingsbeveiliging voor de accu/het
gereedschap
Wanneer de accu/het gereedschap oververhit raakt,
stopt het gereedschap automatisch zonder enige
waarschuwing. Dan start het gereedschap niet, ook als u
de trekkerschakelaar indrukt. In dat geval laat u de accu/
het gereedschap even afkoelen, voordat u het
gereedschap opnieuw inschakelt.
OPMERKING:
De oververhittingsbeveiliging voor de accu werkt alleen
voor accu’s met een stermarkering. (Fig. 2)
Overontladingsbeveiliging (Fig. 3)
Wanneer de accu nog maar weinig stroom kan leveren,
gaat het accuverklikkerlampje knipperen aan de kant van
de betreffende accu. Als u dan doorgaat met werken,
stopt het gereedschap en blijft het accuverklikkerlampje
ongeveer 10 seconden lang branden. In dat geval laadt u
de accu opnieuw op.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 4)
LET OP:
Alvorens de accu in het gereedschap te installeren,
controleert u eerst of de trekkerschakelaar goed werkt
en na loslaten terugkeert naar de uit-stand.
Deze machine is voorzien van een ontgrendelknop, om
te voorkomen dat de trekschakelaar per ongeluk wordt
ingedrukt.
Om de machine te starten, drukt u de ontgrendelknop in
en daarna drukt u de trekschakelaar in. Om de machine
te stoppen, laat u de trekschakelaar los.
De werking van de kettingrem controleren (Fig. 5)
OPMERKING:
Als de kettingzaag niet kan worden gestart, moet u de
kettingrem loszetten. Trek de beschermkap van de
voorhandgreep naar achteren tot u voelt dat deze
aangrijpt.
Houd de kettingzaag met beide handen vast bij het
inschakelen.
Houd de bovenhandgreep met uw rechterhand vast en
de voorhandgreep met uw linkerhand. Het zaagblad en
de ketting mogen geen enkel voorwerp aanraken.
Druk eerst de ontgrendelknop in en knijp daarna de
trekschakelaar in.
De zaagketting begint onmiddellijk te draaien.
Duw de beschermkap van de voorhandgreep naar voren
met de rug van uw hand. De zaagketting moet
onmiddellijk tot stilstand komen.
LET OP:
• Als de zaagketting niet onmiddellijk tot stilstand komt
wanneer deze controle wordt uitgevoerd, mag de
kettingzaag onder geen beding worden gebruikt. Neem
contact op met een in DOLMAR gespecialiseerde
reparatiedienst.
63
De uitlooprem controleren
Schakel de kettingzaag in.
Laat de trekschakelaar helemaal los. De zaagketting
moet binnen een seconde tot stilstand komen.
LET OP:
Als de zaagketting niet binnen een seconde tot
stilstand komt wanneer deze controle wordt uitgevoerd,
mag de kettingzaag niet worden gebruikt. Neem
contact op met een in DOLMAR gespecialiseerde
reparatiedienst.
De kettingsmering instellen (Fig. 6)
U kunt de toevoersnelheid van de oliepomp instellen met
behulp van de stelschroef. De hoeveelheid olie kan
worden ingesteld met behulp van een moersleutel.
Karabijnhaak (bevestigingsoog voor touw)
(Fig. 7)
De karabijnhaak (bevestigingsoog voor touw) wordt
gebruikt om het gereedschap op te hangen. Als u de
karabijnhaak wilt gebruiken, trekt u deze naar buiten en
bindt u er een touw aan vast.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan
het gereedschap uit te voeren.
Aanbrengen of verwijderen van de zaagketting
(Fig. 8, 9, 10, 11, 12 en 13)
LET OP:
Draag altijd handschoenen wanneer u de zaagketting
aanbrengt of verwijdert.
De zaagketting en het zaagblad zullen kort na gebruik
nog heet zijn. Laat ze eerst afkoelen, voordat u enig
werk aan het gereedschap gaat verrichten.
Om de zaagketting te verwijderen, gaat u als volgt te
werk:
1. Druk de hendel helemaal open totdat die stopt.
2. Draai de stelknop naar de “–” kant om de spanning
in de zaagketting los te zetten.
3. Draai de hendel naar links om het kettingwieldeksel
los te maken tot het er vanaf komt.
4. Verwijder het kettingwieldeksel.
5. Verwijder de zaagketting en het zaagblad van de
kettingzaag.
Om de zaagketting weer te plaatsen, gaat u als volgt te
werk:
6. Let op de juiste richting van de ketting. Het pijlteken
op de ketting geeft de juiste richting aan.
7. Leg de ene kant van de zaagketting over het
uiteinde van het zaagblad en de andere kant rond
het kettingwiel.
8. Leg het zaagblad op zijn plaats op de kettingzaag.
9. Draai de stelknop naar de “–” kant om de stelpen in
de richting van de pijl te schuiven.
10. Plaats het kettingwieldeksel op de kettingzaag zo
dat de stelpen in het kleine gat in het zaagblad valt.
11. Draai de hendel helemaal naar rechts en dan een
kwart slag terug om wat speling te houden voor het
afstellen van de kettingspanning.
12. Draai de stelknop om de kettingspanning te regelen.
13. Draai de hendel naar rechts om het
kettingwieldeksel vast te zetten.
14. Druk de hendel in en zet die terug in de
oorspronkelijke stand.
De kettingspanning instellen (Fig. 8 en 14)
De zaagketting kan na vele gebruiksuren los gaan zitten.
Controleer regelmatig de kettingspanning vóór gebruik.
1. Druk de hendel in en open die helemaal totdat hij
klikt. Draai een beetje naar links om het
kettingwieldeksel ietwat los te zetten.
2. Til het uiteinde van het zaagblad een ietsje omhoog.
3. Draai aan de stelknop om de spanning van de
zaagketting te regelen. Trek de zaagketting strakker
totdat de onderkant van de zaagketting in de
zaagbladrail past (zie de cirkel in de afbeelding).
4. Houd het zaagblad licht vast en zet het
kettingwieldeksel vast nadat de spanning van de
zaagketting is ingesteld. Zorg dat de zaagketting
onderaan niet los komt te hangen.
5. Druk de hendel in en zet die terug in de
oorspronkelijke stand.
Controleer of de zaagketting onderaan stevig tegen de
onderkant van het zaagblad past.
LET OP:
• Trek de zaagketting niet al te strak. Bij een te hoge
spanning kan de zaagketting breken, het zaagblad
slijten en de stelknop defect raken.
Een ketting die te los zit kan van het zaagblad af
springen en gevaar voor ongelukken veroorzaken.
Verricht het installeren of verwijderen van de
zaagketting in een schone omgeving, vrij van zaagsel
en dergelijke.
Blokkeerbeugel (optioneel accessoire) (Fig. 15)
Voor het installeren van de blokkeerbeugel verricht u de
volgende stappen:
1. Verwijder het tandwieldeksel, de zaagketting en het
zaagblad zoals beschreven in deze
gebruiksaanwijzing.
2. Plaats de gaten van de blokkeerbeugel over de
schroefgaten in de kettingzaag.
3. Zet de blokkeerbeugel stevig met schroeven vast.
BEDIENING
LET OP:
Zorg dat de ventilatiesleuven niet geblokkeerd worden,
want dat kan oververhitting en defecten aan het
gereedschap veroorzaken.
Smeren (Fig. 16 en 17)
De zaagketting wordt automatisch gesmeerd tijdens het
gebruik van de kettingzaag.
Controleer hoeveel olie er nog in de olietank zit door naar
het oliepeilglas te kijken.
Om de olietank bij te vullen, draait u de dop van de
olievulopening van de olietank af.
Draai na het bijvullen van de olietank altijd de dop van de
olietank van de kettingzaag.
64
LET OP:
Wanneer u de kettingzaag voor het eerst vult met
kettingolie, of de olietank bijvult nadat deze geheel leeg
is geraakt, vult u olie bij tot aan de onderrand van de
vulnek. Anders kan de olietoevoer gehinderd worden.
Als kettingolie gebruikt u een olie exclusief voor
Dolmar-kettingzagen of een in de winkel verkrijgbare
kettingolie.
Gebruik nooit olie verontreinigd met vuil- en
stofdeeltjes of vluchtige olie.
Gebruik botanische olie voor het snoeien van bomen.
Minerale olie kan de bomen beschadigen.
Dwing de kettingzaag nooit tijdens het snoeien van
bomen.
Voordat u de kettingzaag uitzet, controleert u of de
bijgeleverde dop van de olietank is gedraaid.
Houd de kettingzaag uit de buurt van de boom. Start de
kettingzaag en wacht tot de zaagketting voldoende
gesmeerd is.
Plaats de blokkeerbeugel tegen de af te zagen tak
voordat u de zaag start. Anders kan het zaagblad gaan
wiebelen en de gebruiker verwonden.
Ga vervolgens het hout zagen door enkel omlaag te
bewegen.
WERKEN MET DE KETTINGZAAG
LET OP:
Als minimale voorbereiding dient een beginnende
gebruiker eerst te oefenen door stammen te zagen op
een schraag of bok.
Bij het zagen van losse stukken hout dient u een veilige
steun te gebruiken (een schraag of zaagbok). Zet niet
uw voet op het werkstuk om dat tegen te houden en
vraag ook nooit iemand anders om het vast te houden.
• Zet ronde stukken zo vast dat ze niet kunnen gaan
draaien.
Snoeien van bomen (Fig. 18, 19, 20 en 21)
LET OP:
• Houd alle delen van uw lichaam uit de buurt van de
zaagketting wanneer de motor draait.
Houd de kettingzaag stevig vast met beide handen
wanneer de motor draait.
Reik niet te ver. Zorg ervoor dat u altijd stevige steun
voor de voeten hebt en uw evenwicht behoudt.
Plaats de blokkeerbeugel tegen de af te zagen tak
voordat u de zaag start. Zagen zonder dat de
blokkeerbeugel de tak raakt kan het zaagblad doen
wiebelen en de gebruiker verwonden.
Voor het zagen van dikke takken moet u eerst een
ondiepe ondersnede maken en dan de rest van de snede
van boven af zagen.
Wanneer u dikke takken vanaf de onderkant van de tak
probeert af te zagen, kan de tak zich sluiten zodat de
zaagketting in de zaagsnede vastgeklemd raakt.
Wanneer u dikke takken vanaf de bovenkant probeert af
te zagen zonder een ondiepe snede van onderen te
maken, kan de tak splinteren.
Indien u niet in één keer recht door het hout kunt zagen:
Oefen lichte druk uit op het handvat en ga door met
zagen en trek de kettingzaag een beetje terug; breng de
spijkers een beetje lager aan en zaag de rest van de
snede door het handvat omhoog te brengen.
Afzagen (Fig. 22, 23 en 24)
Voor het afzagen laat u zoals in de afbeelding de
blokkeerbeugel rusten op het door te zagen hout.
Zaag met draaiende zaagketting in het hout en til de
bovenhandgreep op terwijl u met de voorhandgreep het
zagen geleidt.
Gebruik de blokkeerbeugel als scharnierpunt.
Vervolg de zaagsnede door licht op de voorhandgreep te
drukken en de kettingzaag iets terug te trekken. Plaats
de blokkeerbeugel lager tegen het hout en til de
voorhandgreep weer op.
Als u meerdere zaagsneden maakt, schakelt u de
kettingzaag uit tussen de zaagsneden.
LET OP:
Als de zaagketting langs de bovenrand van het
zaagblad wordt gebruikt om te zagen, kan de
kettingzaag in uw richting worden bewogen als de
ketting klem komt te zitten. Om deze reden moet u met
de onderrand van het zaagblad zagen zodat de
kettingzaag van uw lichaam af wordt bewogen.
Als hout onder spanning staat, zaagt u eerst de kant met
de trekkracht (A).
Maak de eindsnede aan de kant met de duwkracht (B).
Hiermee voorkomt u dat het zaagblad bekneld raakt.
Takken afzagen
LET OP:
Takken afzagen mag uitsluitend worden uitgevoerd
door ervaren personen. Door het risico van terugslag
kan een gevaarlijke situatie ontstaan.
Ondersteun bij het afzagen van takken zo mogelijk de
kettingzaag op de boomstam. Zaag niet met de punt van
het zaagblad omdat hierdoor de kans op terugslag
ontstaat.
Let met name goed op bij takken die onder spanning
staan. Zaag geen takken vanaf de onderkant als deze
niet worden ondersteund.
Ga bij het afzagen van takken niet bovenop de
omgezaagde boomstam staan.
Inzagen en in de richting van de houtnerf zagen
(Fig. 25)
LET OP:
Inzagen en in de richting van de houtnerf zagen mag
uitsluitend worden uitgevoerd door personen met
speciale training. Het risico van terugslag vormt een
kans op letsel.
Bij zagen in de richting van de houtnerf maakt u de hoek
van de zaagsnede zo ondiep mogelijk. Voer het zagen
zo voorzichtig mogelijk uit, want de blokkeerbeugel kan
niet worden gebruikt.
Omzagen (Fig. 26, 27, 28 en 29)
LET OP:
Omzagen mag uitsluitend worden uitgevoerd door
getrainde personen. Het werk is gevaarlijk.
Houd u aan de plaatselijke regelgeving als u een boom
wilt omzagen.
Voordat u met het omzagen begint, controleert u de
volgende punten:
(1) Uitsluitend de personen die betrokken zijn bij het
omzagen mogen zich in de buurt bevinden;
65
(2) Iedere betrokken persoon moet een
ongehinderde vluchtroute hebben door een
gebied van ongeveer 45° aan weerskanten van
de vallijn. Let op het risico van struikelen over
elektrische snoeren;
(3) De voet van de stam met vrij zijn van vreemde
voorwerpen, wortels en takken;
(4) Binnen een afstand van 2 1/2 keer de lengte van
de boom mogen zich geen personen of
voorwerpen bevinden in de richting waarin de
boom zal vallen.
Let met betrekking tot ieder boom op de volgende
punten:
De richting waarin de boom overhelt;
Losse of droge takken;
Hoogte van de boom;
Natuurlijke overhang;
Of de boom verrot is of niet.
Let op de windsnelheid en -richting. Zaag geen
bomen om als er sterke rukwinden zijn.
Afkorten van worteluitwassen: Begin met de
grootste uitwassen. Maak eerst de verticale
zaagsnede en daarna de horizontale zaagsnede.
Zaag een inkeping: De inkeping bepaalt de richting
waarin de boom valt en geleidt de val. De inkeping
wordt gemaakt aan de kant waarheen de boom
moet vallen. Maak de inkeping zo dicht mogelijk bij
de grond. Maak eerst de horizontale zaagsnede tot
een diepte van 1/5 tot 1/3 van de stamdiameter.
Maak de inkeping niet te groot. Maak vervolgens de
diagonale zaagsnede.
Maak eventuele correcties aan de inkeping over de
gehele breedte ervan.
Maak de zaagsnede aan de achterkant iets hoger
dan de horizontale zaagsnede van de inkeping. De
zaagsnede aan de achterkant moet precies
horizontaal zijn. Laat ongeveer 1/10 van de
stamdiameter over tussen de zaagsnede aan de
achterkant en de inkeping.
De houtvezels in het niet-doorgezaagde deel van de
stam werken als een scharnier. Zaag niet de
volledige diameter van de stam door omdat dan de
boom ongecontroleerd zal vallen. Plaats bijtijds
wiggen in de
achterkant
.
Alleen kunststof- of aluminiumwiggen mogen
worden gebruikt om de
achterkant
open te houden.
IJzeren wiggen mogen niet worden gebruikt.
Ga aan de zijkant van de vallende boom staan.
Houd aan de achterkant van de vallende boom een
gebied vrij met een hoek van 45° aan weerskanten
van de vallijn (zie bij “Omzagen”). Let goed op
vallende takken.
U dient een vluchtroute te plannen en eventueel vrij
te maken voordat u met het zagen begint. De
vluchtroute moet diagonaal naar achteren lopen
weg van de valrichting, zoals aangegeven in de
afbeelding.
Dragen van de machine (Fig. 30)
Verwijder altijd de accu uit het gereedschap en dek het
zaagblad af met de zaagbladschede voordat u het
gereedschap gaat meedragen. Plaats ook het
accudeksel op de accu.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens te beginnen met
onderhoud of inspectie.
• Draag voor inspectie- of onderhoudswerkzaamheden
altijd handschoenen.
Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor kan het verkleuring, vervormingen
en barsten worden veroorzaakt.
De zaagketting slijpen (Fig. 31)
LET OP:
Haal altijd de accu van het gereedschap af en draag
altijd veiligheidshandschoenen wanneer u
werkzaamheden uitvoert aan de zaagketting.
Slijp de zaagketting als:
Poederachtig zaagsel wordt geproduceerd tijdens
het zagen van vochtig hout;
De zaagketting moeizaam in het hout binnendringt,
zelfs wanneer hoge druk wordt uitgeoefend;
De zaagsnede duidelijk beschadigd is;
De kettingzaag naar links of rechts trekt in het hout.
De reden hiervan is een ongelijkmatige scherpte van
de zaagketting, of een beschadiging aan slechts een
kant.
Slijp de zaagketting veelvuldig, maar slijp iedere keer
slechts een weinig materiaal weg.
Twee of drie bewegingen met een vijl zijn doorgaans
voldoende voor regelmatig bijslijpen. Als de zaagketting
meerdere malen is bijgeslepen, laat u deze een keer
slijpen door een in DOLMAR gespecialiseerde
reparatiedienst.
Criteria bij het slijpen: (Fig. 32 en 33)
Alle messen moeten gelijk van lengte zijn. Als er
messen van verschillende lengte zijn, kan de ketting
niet gelijkmatig lopen en kan deze breken.
Slijp de ketting niet verder als de minimale
meslengte van 3 mm bereikt is. Daarna moet er een
nieuwe ketting aangebracht worden.
De dikte van spaanders wordt bepaald door de
afstand tussen de dieptevoeler (ronde neus) en de
zaagsnijrand.
De beste zaagresultaten verkrijgt u met de volgende
afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoeler.
Kettingblad 291 (90PX): 0,5 mm
Kettingblad 492 (91PX): 0,65 mm
Kettingblad 25 (25AP): 0,65 mm
WAARSCHUWING:
Een te grote afstand verhoogt het risico van terugslag.
De slijphoek van 30° moet voor alle messen gelijk
zijn. Bij verschillen in slijphoek kan de ketting
haperend of ongelijkmatig gaan lopen, kan de
slijtage toenemen en kan de ketting breken.
De zijplaathoek van de messen wordt bepaald door
de indringdiepte van de ronde vijl. Als u de
voorgeschreven vijl naar behoren gebruikt, wordt
automatisch de juiste zijplaathoek bereikt.
De zijplaathoek voor elke zaagketting is als volgt:
Kettingblad 291 (90PX): 75°
Kettingblad 492 (91PX): 80°
Kettingblad 25 (25AP): 85°
66
Vijl en vijlbeweging (Fig. 34, 35 en 36)
Gebruik een speciale ronde zaagkettingvijl
(optioneel accessoire) voor het aanscherpen van de
ketting. Een gewone ronde vijl is niet geschikt.
De doorsnede van de ronde vijl voor elke
zaagketting is als volgt:
Kettingblad 291 (90PX): 4,5 mm
Kettingblad 492 (91PX): 4,0 mm
Kettingblad 25 (25AP): 4,0 mm
De vijl moet het mes alleen in voorwaartse richting
raken. Haal de vijl van het mes voor de terugwaartse
beweging.
Slijp eerst het kortste mes. De lengte van dit mes
wordt dan de maatstaf voor alle andere messen op
de zaagketting.
Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding.
De vijl kan gemakkelijker worden bewogen als een
vijlhouder (optioneel accessoire) wordt gebruikt. Op
de vijlhouder staan merktekens voor de juiste
slijphoek van 30° (lijn de merktekens parallel uit met
de zaagketting) en beperkt de diepte waartoe de vijl
doordringt (tot 4/5 van de vijldiameter).
Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u de
hoogte van de dieptemeter met behulp van het
kettingmeetgereedschap (optioneel accessoire).
Verwijder eventueel uitstekend materiaal, ongeacht
hoe klein, met een speciale platte vijl (optioneel
accessoire).
Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond.
Reinigen van het zaagblad (Fig. 37)
Schilfertjes en zaagsel zullen in de groef van het
zaagblad blijven zitten, zodat de groef verstopt raakt en
de oliestroom wordt belemmerd. Verwijder altijd
schilfertjes en zaagsel uit de groef wanneer u de
zaagketting aanscherpt of vervangt.
De olie-uitstroomopening schoonmaken (Fig. 38)
Kleine vuil- of stofdeeltjes kunnen zich tijdens gebruik
ophopen in de olie-uitstroomopening.
Kleine vuil- of stofdeeltjes die zich in de olie-
uitstroomopening hebben verzameld kunnen het
uitstromen van de olie belemmeren waardoor de hele
kettingzaag onvoldoende wordt gesmeerd.
Wanneer onvoldoende toevoer van kettingolie optreedt
aan het uiteinde van het zaagblad, maakt u de olie-
uitstroomopening als volgt schoon.
Verwijder de accu van het gereedschap.
Verwijder de afdekking van kettingwiel en de zaagketting
van het gereedschap. (Raadpleeg het gedeelte getiteld
“Aanbrengen of verwijderen van de zaagketting”.)
Verwijder fijn stof of zaagsel met een platte
schroevendraaier met een dunne schacht of iets
dergelijks.
Steek de accu in het gereedschap.
Knijp de aan/uit-schakelaar in om opgehoopte vuil- en
stofdeeltjes uit de olie-uitstroomopening te persen door
kettingolie te doen stromen.
Verwijder de accu van het gereedschap.
Monteer de afdekking van kettingwiel en de zaagketting
weer op het gereedschap.
Het kettingwiel vervangen (Fig. 39 en 40)
Controleer de conditie van het kettingwiel voordat u een
nieuwe zaagketting monteert.
LET OP:
Een versleten kettingwiel beschadigt de nieuw
zaagketting. Vervang in dat geval eerst het kettingwiel.
Het kettingwiel moet worden gemonteerd in de richting
aangegeven in de afbeelding.
Monteer bij het vervangen van het kettingwiel altijd een
nieuwe borgring.
Vervangen van de koolborstels (Fig. 41 en 42)
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels.
Vervang de koolborstels wanneer ze tot aan de
limietmarkering versleten zijn. Houd de koolborstels
schoon zodat ze goed in de houders glijden. Beide
koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Gebruik uitsluitend identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de doppen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten
borstels eruit, steek de nieuwe erin, en zet de doppen
weer goed vast.
Het gereedschap bewaren
Reinig het gereedschap voordat u het opbergt. Haal de
afdekking van kettingwiel eraf en verwijder zaagsel en
houtsnippers vanaf het gereedschap. Laat na het
schoonmaken het gereedschap onbelast draaien om de
zaagketting en het zaagblad te smeren.
Dek het zaagblad af met de zaagbladschede.
Verwijder de olie uit de olietank zodat deze leeg is en leg
de kettingzaag weg.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend DOLMAR servicecentrum, en dit uitsluitend met
gebruikmaking van originele DOLMAR
vervangingsonderdelen.
67
Instructies voor periodiek onderhoud
Voor een lange schadevrije gebruiksduur en een doeltreffende werking van de veiligheidsvoorzieningen moet u
regelmatig het volgende onderhoud verrichten.
Schadeclaims onder garantie kunnen alleen worden erkend als dit onderhoudswerk regelmatig en correct wordt
uitgevoerd. Als dit voorgeschreven onderhoud achterwege blijft, kan dat ongelukken veroorzaken!
De gebruiker van de kettingzaag mag echter geen onderhoud verrichten dat niet staat beschreven in de
gebruiksaanwijzing. Zulke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsdienst.
014804
Werkingsduur
Onderdeel
Vóór het
gebruik
Elke dag
Elke
week
Elke 3
maan-
den
Jaarlijks
Vóór
opslag
Kettingzaag
Inspecteren
Reinigen
Laten controleren bij een
erkende onderhoudsdienst.
Zaagketting
Inspecteren
Bijslijpen indien nodig.
Zaagblad
Inspecteren
Verwijderen van de
kettingzaag.
Kettingrem
Controleer de functie.
Regelmatig laten
inspecteren bij een erkende
onderhoudsdienst.
Kettingsmering
Controleer de
olietoevoersnelheid.
Trekkerschakelaar Inspecteren
Ontgrendelknop Inspecteren
Dop van
oliereservoir
Controleer op vastzitten.
Kettingvanger Inspecteren
Schroeven en
moeren
Inspecteren
68
STORINGEN VERHELPEN
Voordat u om reparatie verzoekt, kunt u eerst uw eigen inspectie uitvoeren. Als u een probleem aantreft dat niet staat
beschreven in de gebruiksaanwijzing, probeer dan niet het apparaat te demonteren. Verzoek in dat geval een erkend
Dolmar servicecentrum om reparatie, altijd met gebruik van originele Dolmar vervangingsonderdelen.
014805
OPTIONELE ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Dolmar gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van
andere accessoires of hulpstukken bestaat er gevaar
voor persoonlijke verwonding. Gebruik de accessoires
of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemde doel.
Raadpleeg het dichtstbijzijnde Dolmar Servicecentrum
voor verder advies of bijzonderheden omtrent deze
accessoires.
Originele Dolmar accu en accu-oplader
Zaagketting
Zaagblad
Zaagbladschede
•Vijl
Gereedschapetui
OPMERKING:
Sommige van de onderdelen in deze lijst kunnen
bijgeleverd zijn als standaard-accessoires. Deze
accessoires kunnen per land verschillend zijn.
ENG905-1
Geluidsniveau
De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld
volgens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 84,4 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 95,4 dB (A)
Onnauwkeurigheid (K): 2,5 dB (A)
Draag oorbeschermers
ENG900-1
Trilling
De totaalwaarde van de trillingen (triaxiale vectorsom)
vastgesteld volgens EN60745:
Model AS-3726
Gebruikstoepassing: zagen in hout
Trillingsemissie (a
h
): 4,7 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model AS-3731
Gebruikstoepassing: zagen in hout
Trillingsemissie (a
h
): 6,3 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Symptoom of storing Oorzaak Ingreep
De kettingzaag start niet.
Er zijn nog niet twee accu’s
geplaatst.
Installeer volledig opgeladen accu’s.
Probleem met de accu (onvoldoende
spanning).
Laad de accu op. Als het opladen
geen verbetering brengt, vervangt u
de accu door een nieuwe.
De ketting beweegt niet. De kettingrem is aangetrokken. Zet de kettingrem los.
De motor slaat al na korte tijd af. De accu is bijna helemaal ontladen.
Laad de accu op. Als het opladen
geen verbetering brengt, vervangt u
de accu door een nieuwe.
Geen olie op de ketting.
Het oliereservoir is leeg. Vul het oliereservoir.
De oliegeleidegroef is vuil. Maak de groef schoon.
De olietoevoer is niet juist afgesteld. Regel de hoeveelheid olietoevoer bij.
Het maximumtoerental wordt niet
bereikt.
De accu is niet naar behoren
aangebracht.
Installeer de accu zoals beschreven
in deze gebruiksaanwijzing.
De accuspanning wordt minder.
Laad de accu op. Als het opladen
geen verbetering brengt, vervangt u
de accu door een nieuwe.
Het aandrijfsysteem werkt niet goed.
Verzoek uw plaatselijke erkende
onderhoudsdienst om reparatie.
De ketting stopt niet wanneer de
kettingrem wordt aangetrokken:
Stop het apparaat onmiddellijk!
De remband is versleten.
Verzoek uw plaatselijke erkende
onderhoudsdienst om reparatie.
Abnormale trillingen:
Stop het apparaat onmiddellijk!
Losgeraakt zaagblad of zaagketting.
Verstel het zaagblad en de spanning
van de zaagketting.
Defect werktuig.
Verzoek uw plaatselijke erkende
onderhoudsdienst om reparatie.
69
ENG901-1
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens de standaardtestmethode en kan worden
gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere
gereedschappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de
blootstelling.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden
getroffen ter bescherming van de operator die zijn
gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
ENH031-4
Alleen voor Europese landen
EU-Verklaring van Conformiteit
Ondergetekende, Rainer Bergfeld, als erkende
vertegenwoordiger van Dolmar GmbH, verklaart dat
de DOLMAR-machine(s):
Aanduiding van de machine:
Accu-kettingzaag
Modelnr./Type: AS-3726, AS-3731
Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE
GEGEVENS”.
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2000/14/EU, 2006/42/EU
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de
volgende normen of genormaliseerde documenten:
EN ISO 11682-2
Verklaringsnr. van EU-typeonderzoek 4812068.13006
Het EU-typeonderzoek volgens 2006/42/EU werd
uitgevoerd door:
DEKRA Testing and Certification GmbH
Enderstraße 92b
01277 Dresden
Germany
Identificatienr. 2140
De technische documentatie wordt bewaard door:
Dolmar GmbH,
Jenfelder Straße 38, Abteilung FZ,
D-22045 Hamburg
De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door
Richtlijn 2000/14/EU was in Overeenstemming met
annex V.
Gemeten geluidsvermogenniveau: 95,4 dB (A)
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 98 dB (A)
20.12.2013
Rainer Bergfeld
Hoofddirecteur

Documenttranscriptie

GB Cordless Chain Saw Instruction Manual F Tronçonneuse sans Fil Manuel d’instructions D Akku-Kettensäge Betriebsanleitung I Motosega a batteria Istruzioni per l’uso NL Accu-kettingzaag Gebruiksaanwijzing E Electrosierra Inalámbrica Manual de instrucciones P Motosserra a Bateria Manual de instruções DK Akku-kædesav Brugsanvisning GR Αλυσοπρίονο μπαταρίας Οδηγίες χρήσεως TR Akülü Ağaç Kesme Kullanma kılavuzu AS-3726 AS-3731 DEUTSCH NEDERLANDS 1 Hebel 1 Hendel 2 Vorderer Handschutz 2 Beschermkap van voorhandgreep 3 Obergriff 3 Bovenhandgreep 4 Akku 4 Accu 5 Karabiner (Seilbefestigungspunkt) 5 Karabijnhaak (bevestigingsoog voor touw) 6 Schwert 6 Zaagblad 7 Sägekette 7 Zaagketting 8 Kettenraddeckel 8 Afdekking van kettingwiel 9 Stellrad 9 Stelknop 10 Kettenfänger 10 Kettingvanger 11 Schwertschutzhülle 11 Zaagbladschede 12 Einschaltarretierung 12 Ontgrendelknop 13 Schalter 13 Trekschakelaar 14 Frontgriff 14 Voorhandgreep 15 Krallenanschlag 15 Blokkeerbeugel 16 Einstellschraube für Ölpumpe (an Unterseite) 16 Stelschroef voor oliepomp (aan de onderzijde) ITALIANO ESPAÑOL 1 Leva 1 Palanca 2 Protezione mano anteriore 2 Protector de la mano delantera 3 Manico superiore 3 Empuñadura principal 4 Cartuccia batteria 4 Cartucho de batería 5 Gancio (punto di attacco fune) 5 Mosquetón (punto de sujeción de la cuerda) 6 Barra guida 6 Placa de guía 7 Catena sega 7 Cadena de sierra 8 Coperchio rocchetto 8 Cubierta del piñón 9 Ghiera di regolazione 9 Dial de ajuste 10 Fermacatena 10 Protector de la cadena 11 Coperchio barra di guida 11 Cubierta de la placa de guía 12 Bottone di sblocco 12 Botón de seguro 13 Interruttore a grilletto 13 Gatillo interruptor 14 Manico anteriore 14 Empuñadura delantera 15 Crampone 15 Parachoques de espica 16 Vite di regolazione per pompa olio (sul fondo) 16 Ajuste del tornillo para la bomba de aceite (en la parte inferior) 3 NEDERLANDS (Originele instructies) Verklaring van algemene gegevens 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Rode indicator Knop Accu Stermarkering Accuverklikkerlampje Ontgrendelknop Trekschakelaar Beschermkap van voorhandgreep Vergrendelen Ontgrendelen Stelschroef Afdekking van kettingwiel Hendel Stelknop 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 Kettingwiel Stelpen Gat Zaagblad Losdraaien Vastdraaien Zaagketting Dop van olietank Oliepeilglas (voor bijvullen van olie in de tank) Oliepeilglas Blokkeerbeugel Omzagen Valrichting Gevarenzone 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 Vluchtroute Zaagbladschede Deksel van de accu Snijlengte Afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoeler Minimaal 3 mm Zijplaathoek Platte schroevendraaier Borgring Limietmarkering Dop van koolborstelhouder Schroevendraaier TECHNISCHE GEGEVENS Model Lengte zaagblad Standaardzaagblad AS-3731 250 mm 300 mm Zaaglengte 23 cm 24 cm 28 cm Type Tandwielzaagblad Precisieblad Tandwielzaagblad Type 492 (91PX) 25 (25AP) 291 (90PX) Steek 9,5 mm (3/8") 6,35 mm (1/4") 9,5 mm (3/8") Maat 1,3 mm (0,05") 1,3 mm (0,05") 1,1 mm (0,043") Aantal kettingschakels 40 60 46 Standaardzaagketting Zaagtanden AS-3726 Aantal zaagtanden 6 9 6 Steek 9,5 mm (3/8") 6,35 mm (1/4") 9,5 mm (3/8") Totale lengte (zonder zaagblad) Netto gewicht 316 mm *1 *2 4,1 kg 4,6 kg Kettingsnelheid per minuut 4,7 kg 8,3 m/s (500 m/min) 85 cm3 Volume kettingoliereservoir Nominale spanning • In verband met ononderbroken research en ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. • De technische gegevens de accu kunnen van land tot land verschillen. *1 Gewicht met grootste accu, zonder zaagblad of ketting, met leeg oliereservoir, volgens EN ISO 116812. *2 Gewicht met accu, zaagblad en ketting, met gevuld oliereservoir, volgens EPTA-procedure 01/2003. WAARSCHUWING: Gebruik de juiste combinatie van zaagblad en zaagketting. Anders loopt u de kans op lichamelijk letsel. D.C. 36 V D.C. 36 V END313-1 Symbolen Voor dit gereedschap worden de volgende symbolen gebruikt. Zorg ervoor dat u de betekenis van deze symbolen begrijpt alvorens het gereedschap te gebruiken. • Lees de gebruiksaanwijzing. • Draag oogbescherming. • Draag gehoorbescherming. 58 • Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril en oorbescherming. • Gebruik afdoende beschermingsmiddelen voor voet/been en hand/arm. • Deze kettingzaag mag alleen worden gebruikt door goed opgeleide personen. • Stel het gereedschap niet bloot aan regen. • Maximaal toegestane zaaglengte • Draairichting van de ketting • Afstelling voor zaagkettingolie Cd Ni-MH Li-ion • Alleen voor EU-landen Geef elektrische apparatuur of accu’s niet met het huishoudelijk afval mee! Met inachtneming van de Europese Richtlijnen betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, batterijen en accu’s inclusief opgebruikte batterijen en accu’s, en de implementatie van deze richtlijnen in overeenstemming met nationale wetgeving, moeten elektrische apparaten, batterijen en accu’s die het einde van hun levensduur bereikt hebben, gescheiden worden ingezameld en worden ingeleverd bij een recyclingbedrijf dat aan de milieurichtlijnen voldoet. ENE090-1 Doeleinden van gebruik Dit gereedschap is bestemd voor het afzagen van takken / bijtrimmen van bomen. Het is ook geschikt voor de verzorging van bomen. GEA010-1 Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. GEB118-1 Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor een accu-kettingzaag: 1. Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de zaagketting terwijl de kettingzaag in bedrijf is. Alvorens de kettingzaag te starten, controleert u dat de zaagketting niet raakt. In slechts een kort moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van de kettingzaag kan uw kleding of lichaam in aanraking komen met de zaagketting. 2. Wanneer u de kettingzaag met beide handen vastpakt, houdt u het apparaat altijd vast met uw rechterhand aan de achterhandgreep en uw linkerhand aan de voorhandgreep. Houd de kettingzaag nooit vast met uw handen verwisseld, omdat dan de kans op persoonlijk letsel groter is. 3. Houd het elektrisch gereedschap alleen vast bij het geïsoleerde oppervlak omdat de zaagketting met verborgen bedrading in aanraking kan komen. Wanneer de kettingzaag in aanraking komt met onder spanning staande draden, zullen de nietgeïsoleerde metalen delen van het gereedschap onder spanning komen te staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen. 4. Draag een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Verdere veiligheidsmiddelen voor hoofd, handen, benen en voeten worden aanbevolen. Afdoende beschermende kleding verkleint de kans op persoonlijk letsel als gevolg van rondvliegend afval of het per ongeluk aanraken van de zaagketting. 5. Zorg altijd dat u stevig staat. Op een glibberige of onstabiele ondergrond kunt u uw evenwicht of de beheersing over de kettingzaag verliezen. 6. Bij het afzagen van een tak die onder spanning staat, let u goed op eventuele terugslag. Wanneer de spanning in de houtvezels vrij komt, kan de onder spanning staande tak de gebruiker een terugslag geven en/of de controle over de kettingzaag doen verliezen. 7. Wees uiterst voorzichtig bij het zagen van struiken en jonge boompjes. Het dunne materiaal kan zich vasthaken aan de zaagketting en naar u toe geslingerd worden of u uit balans brengen. 8. Draag de kettingzaag aan de voorhandgreep terwijl deze uitgeschakeld is en van uw lichaam af gekeerd is. Bij het transporteren of opbergen van de zaagketting moet altijd de schede om het zaagblad worden gedaan. Een juiste behandeling van de kettingzaag verkleint de kans op het per ongeluk aanraken van de bewegende zaagketting. 9. Volg de instructies voor het smeren, kettingspannen, en verwisselen van accessoires. Een verkeerd gespannen of gesmeerde ketting kan breken of verhoogt de kans op terugslag. 10. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vetten. Met vet of olie bevuilde handgrepen zijn glad en leiden tot verlies van controle over de kettingzaag. 59 11. Zaag uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag niet voor doeleinden waarvoor deze niet bedoeld is. Bijvoorbeeld: gebruik de kettingzaag niet om kunststof, steen of bouwmaterialen anders dan hout te zagen. Het gebruik van de kettingzaag bij andere werkzaamheden dan waarvoor deze bedoeld is, kan leiden tot gevaarlijke situaties. 12. Oorzaken van terugslag en wat de gebruiker hieraan kan doen: Terugslag kan zich voordoen wanneer de neus of voorrand van het zaagblad een voorwerp raakt of wanneer het hout zich sluit en de zaagketting in de zaagsnede vastklemt. Zagen met alleen de punt van het zaagblad kan een plotselinge, omgekeerde reactie veroorzaken waardoor het zaagblad omhoog geworpen wordt in de richting van de gebruiker. Het beknellen van de zaagketting langs de bovenrand van het zaagblad kan het zaagblad snel terugwerpen in de richting van de gebruiker. Deze beide reacties kunnen ertoe leiden dat u de controle over de kettingzaag verliest waardoor ernstig persoonlijk letsel kan ontstaan. Wees niet afhankelijk van alleen de veiligheidsvoorzieningen ingebouwd in uw kettingzaag. Als gebruiker van de kettingzaag moet u meerdere stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat uw zaagwerkzaamheden zonder ongelukken of letsel verlopen. Terugslag is het gevolg van misgebruik van het gereedschap en/of onjuiste gebruiksprocedures of omstandigheden, en kan worden voorkomen door goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder vermeld: – Houd de kettingzaag stevig vast, met de duimen en vingers rondom de handgrepen van de kettingzaag, met beide handen en positioneer uw lichaam en armen zodanig dat u een eventuele terugslag kan opvangen. De kracht van een terugslag kan worden opgevangen door de gebruiker mits de juiste voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Laat de kettingzaag nooit los. – Volg de instructies van de fabrikant over het slijpen en onderhouden van de zaagketting. Het verlagen van de hoogte van de dieptevoeler kan leiden tot toegenomen terugslag. 13. Alvorens met het werk te beginnen, controleert u dat de kettingzaag zich in goede werkende staat bevindt, en dat deze voldoet aan de veiligheidsregels. Controleer met name dat: • De kettingrem goed werkt; • De uitlooprem goed werkt; • Het zaagblad en de afdekking van kettingwiel goed zijn gemonteerd; • De ketting is geslepen en gespannen overeenkomstig de regels; 14. Start de kettingzaag niet terwijl de schede om het zaagblad is geplaatst. Als de kettingzaag wordt gestart terwijl de schede om het zaagblad is geplaatst, kan de schede naar voren worden weggeworpen, waardoor in de buurt van de operator persoonlijk letsel en materiële schade kan worden veroorzaakt. Specifieke veiligheidsvoorschriften voor de kettingzaag met bovenhandgreep 1. 2. 3. 4. 5. 6. 014673 – – 60 Reik niet te ver en zaag nooit boven schouderhoogte. Dit helpt te voorkomen dat de punt van het zaagblad per ongeluk iets raakt en biedt een betere controle van de kettingzaag in onverwachte situaties. Gebruik bij het vervangen van het zaagblad of de zaagketting uitsluitend onderdelen die zijn opgegeven door de fabrikant. Vervanging door een verkeerd zaagblad of zaagketting kan ertoe leiden dat de zaagketting breekt en/of terugslaat. 7. 8. 9. Deze kettingzaag is specifiek ontworpen voor de verzorging van bomen en boomchirurgie. De kettingzaag is alleen bestemd voor gebruik door hiervoor opgeleide personen. Neem alle voorschriften, aanwijzingen en aanbevelingen van de relevante professionele organisatie in acht. Anders bestaat de kans op ongelukken met fatale afloop. Het is aanbevolen om altijd een hefplatform (lift of hoogwerker) te gebruiken voor zaagwerk boven in een boom. In de boom klimmen met een touw kan erg gevaarlijk zijn en speciale training vereisen. De gebruiker moet getraind zijn in het gebruik van veiligheidsvoorzieningen en klimtechnieken. Gebruik bij het werken in een boom altijd de juiste gordels, touwen en musketons. Beveilig uzelf en de zaag terdege met de nodige veiligheidsgordels. Verricht het reinigen en onderhoud vóór opslag strikt volgens de gebruiksaanwijzing. Plaats de kettingzaag bij vervoer in een auto zorgvuldig rechtop op een veilige plek om lekkage van brandstof en olie te vermijden en schade aan het gereedschap en lichamelijk letsel te voorkomen. Controleer regelmatig de werking van de kettingrem. Verricht het bijvullen van kettingolie niet bij open vuur. Zorg dat er bij het bijvullen van kettingolie niet gerookt wordt. Nationale voorschriften kunnen soms het gebruik van de kettingzaag verbieden. Als het gereedschap valt of een zware klap krijgt, dient u de toestand ervan grondig te controleren voordat u ermee verder werkt. Controleer de bedieningsknoppen en veiligheidsvoorzieningen op defecten. Als u enige schade bespeurt of twijfelt, verzoekt u dan onze erkende onderhoudsdienst om inspectie en reparatie. Trek altijd dat de kettingrem aan voordat u de kettingzaag start. Houd de zaag stevig op zijn plaats om wegglijden (zijwaartse beweging) of stuiteren van de zaag bij de eerste insnede te voorkomen. 10. Zorg bij het laatste volledig doorzagen dat u goed uw evenwicht bewaart, om niet door het “vallen” van de zaag verrast te worden. 11. Houd rekening met de windrichting en de kracht van windvlagen. Kom niet in een wolk van zaagsel en kettingoliedamp te staan. Veiligheidsvoorzieningen 1. Ter voorkoming van hoofd-, oog-, hand- of voetverwondingen en om uw gehoor te beschermen moet u tijdens het gebruik van de kettingzaag de volgende veiligheidsvoorzieningen dragen: – Draag geschikte werkkleding, m.a.w. goed nauwsluitend maar niet zo strak dat het u in uw bewegingen belemmert. Draag geen sieraden of losse kleding die aan takken of gebladerte kan blijven haken. Als u lang haar hebt, draagt u dan altijd een haarnet! – Het dragen van een veiligheidshelm is een must bij het werken met de kettingzaag. De veiligheidshelm moet regelmatig op schade worden gecontroleerd en moet uiterlijk na 5 jaar worden vervangen. Gebruik alleen officieel goedgekeurde veiligheidshelmen. – Het vizier van een veiligheidshelm (of een veiligheidsbril) biedt bescherming tegen zaagsel en houtspaanders. Tijdens het werken met de kettingzaag dient u altijd een veiligheidsbril of het vizier van de helm te dragen om oogletsel te voorkomen. – Draag afdoende oorbescherming (oorkleppen, oordopjes, enz.) – Een veiligheidsjas is gemaakt van 22 lagen nylon, die de drager tegen snijwonden beschermen. U dient altijd een dergelijke jas te dragen bij het werken op een hefplatform (lift of hoogwerker), een plankier op ladders of bij het klimmen met behulp van touwen. – Een veiligheidsoverall of verstevigde tuinbroek is gemaakt van 22 lagen nylon en beschermt de drager tegen snijwonden. Wij raden u sterk het gebruik hiervan aan. – Beschermende handschoenen van dik leer maken deel uit van de voorgeschreven veiligheidsvoorzieningen; draag tijdens het werken met de kettingzaag altijd een paar. – Draag bij het werken met de kettingzaag altijd een paar veiligheidsschoenen of veiligheidslaarzen met antislipzolen, stalen neuzen en scheenbeschermers. Verstevigd veiligheidsschoeisel zorgt dat u stevig staat en biedt bescherming tegen snijwonden. Voor het werken boven in bomen moet het veiligheidsschoeisel bovendien geschikt zijn voor klimtechnieken. Trillingen 1. Personen met een zwakke bloedsomloop kunnen bij blootstelling aan heftige trillingen last krijgen van schade aan bloedvaten of het centraal zenuwstelsel. Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in uw vingers, handen of polsen: “Slapende” (gevoelloze) vingers, tintelen, pijn, scherpe steken, verandering van huidgevoeligheid of huidtint. Ondervindt u een of meer van deze symptomen, raadpleeg dan een arts! Om het risico van “witte-vingerziekte” te verminderen, dient u tijdens gebruik te zorgen dat uw handen warm blijven en verder ook uw gereedschap en accessoires in goede staat te houden. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende gereedschap altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstige verwondingen. ENC007-8 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR ACCU 1. Lees alle voorschriften en waarschuwingen op (1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product waarvoor de accu wordt gebruikt, aandachtig door alvorens de acculader in gebruik te nemen. 2. Neem de accu niet uit elkaar. 3. Als de gebruikstijd van een opgeladen accu aanzienlijk korter is geworden, moet u het gebruik ervan onmiddellijk stopzetten. Voortgezet gebruik kan oververhitting, brandwonden en zelfs een ontploffing veroorzaken. 4. Als er elektrolyt in uw ogen is terechtgekomen, spoel dan uw ogen met schoon water en roep onmiddellijk de hulp van een dokter in. Elektrolyt in de ogen kan blindheid veroorzaken. 5. Voorkom kortsluiting van de accu: (1) Raak de accuklemmen nooit aan met een geleidend materiaal. (2) Bewaar de accu niet in een bak waarin andere metalen voorwerpen zoals spijkers, munten e.d. worden bewaard. (3) Stel de accu niet bloot aan water of regen. Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van een grote stroomafgifte, oververhitting, brandwonden, en zelfs defecten. 6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot 50°C of hoger. 7. Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wanneer hij zwaar beschadigd of volledig versleten is. De accu kan namelijk ontploffen in het vuur. 8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen en hem niet blootstelt aan schokken of stoten. 9. Gebruik een accu niet meer nadat deze is gevallen of gestoten. 10. Volg bij het wegwerpen van de accu de plaatselijk geldende voorschriften. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. 61 Tips voor een maximale levensduur van de accu 1. 2. 3. 4. Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is. Stop het gebruik van het gereedschap en laad de accu op telkens wanneer u vaststelt dat het vermogen van het gereedschap is afgenomen. Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw op. Als u de accu te veel oplaadt, zal hij minder lang meegaan. Laad de accu op bij een kamertemperatuur tussen 10°C en 40°C. Laat een warme accu afkoelen alvorens hem op te laden. Laad de accu zeker elk half jaar een keer op, ook als u deze geruime tijd lang niet gebruikt. BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES LET OP: • Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens de functies op het gereedschap af te stellen of te controleren. Installeren of verwijderen van de accu (Fig. 1) LET OP: • Schakel altijd het gereedschap uit voordat u de accu aanbrengt of verwijdert. • Houd het gereedschap en de accu stevig vast wanneer u de accu aanbrengt of verwijdert. Als u het gereedschap en de accu niet stevig vasthoudt, zou er iets uit uw handen kunnen glippen, met mogelijke schade aan het gereedschap of de accu en kans op lichamelijk letsel. Om de accu te verwijderen, schuift u deze uit het gereedschap los terwijl u de knop voorop de accu ingedrukt houdt. Voor het aanbrengen van de accu plaatst u de tong van de accu in de groef van de behuizing en schuift u de accu op zijn plaats. Schuif de accu er altijd volledig in totdat die op zijn plaats vast klikt. Wanneer de rode indicator op de bovenkant van de knop nog zichtbaar is, zit de accu niet volledig erin. LET OP: • Schuif de accu volledig erin totdat de rode indicator niet meer zichtbaar is. Als u dit nalaat, zou de accu uit het gereedschap kunnen vallen en uzelf of anderen kunnen verwonden. • Druk de accu er niet met kracht in. Als de accu er niet soepel in gaat, houdt u die waarschijnlijk in de verkeerde stand. OPMERKING: • Het gereedschap werkt niet op een enkele accu. Gereedschap/accu-beveiligingssysteem Het gereedschap is voorzien van een gereedschap/accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch de stroom naar de motor uit om de levensduur van het gereedschap en de accu te sparen. Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen wanneer het gereedschap en/of de accu aan één van de volgende omstandigheden wordt blootgesteld. Onder bepaalde omstandigheden lichten de verklikkerlampjes op. 62 Overbelastingsbeveiliging Als het gereedschap wordt gebruikt op een manier die een abnormaal hoge stroomsterkte vergt, zal het gereedschap automatisch zonder enige waarschuwing stoppen. In dat geval schakelt u het gereedschap uit en verhelpt u de oorzaak van de overbelasting. Vervolgens schakelt u het gereedschap weer in om door te werken. Oververhittingsbeveiliging voor de accu/het gereedschap Wanneer de accu/het gereedschap oververhit raakt, stopt het gereedschap automatisch zonder enige waarschuwing. Dan start het gereedschap niet, ook als u de trekkerschakelaar indrukt. In dat geval laat u de accu/ het gereedschap even afkoelen, voordat u het gereedschap opnieuw inschakelt. OPMERKING: • De oververhittingsbeveiliging voor de accu werkt alleen voor accu’s met een stermarkering. (Fig. 2) Overontladingsbeveiliging (Fig. 3) Wanneer de accu nog maar weinig stroom kan leveren, gaat het accuverklikkerlampje knipperen aan de kant van de betreffende accu. Als u dan doorgaat met werken, stopt het gereedschap en blijft het accuverklikkerlampje ongeveer 10 seconden lang branden. In dat geval laadt u de accu opnieuw op. Werking van de trekschakelaar (Fig. 4) LET OP: • Alvorens de accu in het gereedschap te installeren, controleert u eerst of de trekkerschakelaar goed werkt en na loslaten terugkeert naar de uit-stand. Deze machine is voorzien van een ontgrendelknop, om te voorkomen dat de trekschakelaar per ongeluk wordt ingedrukt. Om de machine te starten, drukt u de ontgrendelknop in en daarna drukt u de trekschakelaar in. Om de machine te stoppen, laat u de trekschakelaar los. De werking van de kettingrem controleren (Fig. 5) OPMERKING: • Als de kettingzaag niet kan worden gestart, moet u de kettingrem loszetten. Trek de beschermkap van de voorhandgreep naar achteren tot u voelt dat deze aangrijpt. Houd de kettingzaag met beide handen vast bij het inschakelen. Houd de bovenhandgreep met uw rechterhand vast en de voorhandgreep met uw linkerhand. Het zaagblad en de ketting mogen geen enkel voorwerp aanraken. Druk eerst de ontgrendelknop in en knijp daarna de trekschakelaar in. De zaagketting begint onmiddellijk te draaien. Duw de beschermkap van de voorhandgreep naar voren met de rug van uw hand. De zaagketting moet onmiddellijk tot stilstand komen. LET OP: • Als de zaagketting niet onmiddellijk tot stilstand komt wanneer deze controle wordt uitgevoerd, mag de kettingzaag onder geen beding worden gebruikt. Neem contact op met een in DOLMAR gespecialiseerde reparatiedienst. De uitlooprem controleren Schakel de kettingzaag in. Laat de trekschakelaar helemaal los. De zaagketting moet binnen een seconde tot stilstand komen. LET OP: • Als de zaagketting niet binnen een seconde tot stilstand komt wanneer deze controle wordt uitgevoerd, mag de kettingzaag niet worden gebruikt. Neem contact op met een in DOLMAR gespecialiseerde reparatiedienst. De kettingsmering instellen (Fig. 6) U kunt de toevoersnelheid van de oliepomp instellen met behulp van de stelschroef. De hoeveelheid olie kan worden ingesteld met behulp van een moersleutel. Karabijnhaak (bevestigingsoog voor touw) (Fig. 7) De karabijnhaak (bevestigingsoog voor touw) wordt gebruikt om het gereedschap op te hangen. Als u de karabijnhaak wilt gebruiken, trekt u deze naar buiten en bindt u er een touw aan vast. INEENZETTEN LET OP: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens enig werk aan het gereedschap uit te voeren. Aanbrengen of verwijderen van de zaagketting (Fig. 8, 9, 10, 11, 12 en 13) LET OP: • Draag altijd handschoenen wanneer u de zaagketting aanbrengt of verwijdert. • De zaagketting en het zaagblad zullen kort na gebruik nog heet zijn. Laat ze eerst afkoelen, voordat u enig werk aan het gereedschap gaat verrichten. Om de zaagketting te verwijderen, gaat u als volgt te werk: 1. Druk de hendel helemaal open totdat die stopt. 2. Draai de stelknop naar de “–” kant om de spanning in de zaagketting los te zetten. 3. Draai de hendel naar links om het kettingwieldeksel los te maken tot het er vanaf komt. 4. Verwijder het kettingwieldeksel. 5. Verwijder de zaagketting en het zaagblad van de kettingzaag. Om de zaagketting weer te plaatsen, gaat u als volgt te werk: 6. Let op de juiste richting van de ketting. Het pijlteken op de ketting geeft de juiste richting aan. 7. Leg de ene kant van de zaagketting over het uiteinde van het zaagblad en de andere kant rond het kettingwiel. 8. Leg het zaagblad op zijn plaats op de kettingzaag. 9. Draai de stelknop naar de “–” kant om de stelpen in de richting van de pijl te schuiven. 10. Plaats het kettingwieldeksel op de kettingzaag zo dat de stelpen in het kleine gat in het zaagblad valt. 11. Draai de hendel helemaal naar rechts en dan een kwart slag terug om wat speling te houden voor het afstellen van de kettingspanning. 12. Draai de stelknop om de kettingspanning te regelen. 13. Draai de hendel naar rechts om het kettingwieldeksel vast te zetten. 14. Druk de hendel in en zet die terug in de oorspronkelijke stand. De kettingspanning instellen (Fig. 8 en 14) De zaagketting kan na vele gebruiksuren los gaan zitten. Controleer regelmatig de kettingspanning vóór gebruik. 1. Druk de hendel in en open die helemaal totdat hij klikt. Draai een beetje naar links om het kettingwieldeksel ietwat los te zetten. 2. Til het uiteinde van het zaagblad een ietsje omhoog. 3. Draai aan de stelknop om de spanning van de zaagketting te regelen. Trek de zaagketting strakker totdat de onderkant van de zaagketting in de zaagbladrail past (zie de cirkel in de afbeelding). 4. Houd het zaagblad licht vast en zet het kettingwieldeksel vast nadat de spanning van de zaagketting is ingesteld. Zorg dat de zaagketting onderaan niet los komt te hangen. 5. Druk de hendel in en zet die terug in de oorspronkelijke stand. Controleer of de zaagketting onderaan stevig tegen de onderkant van het zaagblad past. LET OP: • Trek de zaagketting niet al te strak. Bij een te hoge spanning kan de zaagketting breken, het zaagblad slijten en de stelknop defect raken. • Een ketting die te los zit kan van het zaagblad af springen en gevaar voor ongelukken veroorzaken. • Verricht het installeren of verwijderen van de zaagketting in een schone omgeving, vrij van zaagsel en dergelijke. Blokkeerbeugel (optioneel accessoire) (Fig. 15) Voor het installeren van de blokkeerbeugel verricht u de volgende stappen: 1. Verwijder het tandwieldeksel, de zaagketting en het zaagblad zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing. 2. Plaats de gaten van de blokkeerbeugel over de schroefgaten in de kettingzaag. 3. Zet de blokkeerbeugel stevig met schroeven vast. BEDIENING LET OP: • Zorg dat de ventilatiesleuven niet geblokkeerd worden, want dat kan oververhitting en defecten aan het gereedschap veroorzaken. Smeren (Fig. 16 en 17) De zaagketting wordt automatisch gesmeerd tijdens het gebruik van de kettingzaag. Controleer hoeveel olie er nog in de olietank zit door naar het oliepeilglas te kijken. Om de olietank bij te vullen, draait u de dop van de olievulopening van de olietank af. Draai na het bijvullen van de olietank altijd de dop van de olietank van de kettingzaag. 63 LET OP: • Wanneer u de kettingzaag voor het eerst vult met kettingolie, of de olietank bijvult nadat deze geheel leeg is geraakt, vult u olie bij tot aan de onderrand van de vulnek. Anders kan de olietoevoer gehinderd worden. • Als kettingolie gebruikt u een olie exclusief voor Dolmar-kettingzagen of een in de winkel verkrijgbare kettingolie. • Gebruik nooit olie verontreinigd met vuil- en stofdeeltjes of vluchtige olie. • Gebruik botanische olie voor het snoeien van bomen. Minerale olie kan de bomen beschadigen. • Dwing de kettingzaag nooit tijdens het snoeien van bomen. • Voordat u de kettingzaag uitzet, controleert u of de bijgeleverde dop van de olietank is gedraaid. Afzagen (Fig. 22, 23 en 24) Voor het afzagen laat u zoals in de afbeelding de blokkeerbeugel rusten op het door te zagen hout. Zaag met draaiende zaagketting in het hout en til de bovenhandgreep op terwijl u met de voorhandgreep het zagen geleidt. Gebruik de blokkeerbeugel als scharnierpunt. Vervolg de zaagsnede door licht op de voorhandgreep te drukken en de kettingzaag iets terug te trekken. Plaats de blokkeerbeugel lager tegen het hout en til de voorhandgreep weer op. Als u meerdere zaagsneden maakt, schakelt u de kettingzaag uit tussen de zaagsneden. LET OP: • Als de zaagketting langs de bovenrand van het zaagblad wordt gebruikt om te zagen, kan de kettingzaag in uw richting worden bewogen als de ketting klem komt te zitten. Om deze reden moet u met de onderrand van het zaagblad zagen zodat de kettingzaag van uw lichaam af wordt bewogen. Houd de kettingzaag uit de buurt van de boom. Start de kettingzaag en wacht tot de zaagketting voldoende gesmeerd is. Plaats de blokkeerbeugel tegen de af te zagen tak voordat u de zaag start. Anders kan het zaagblad gaan wiebelen en de gebruiker verwonden. Ga vervolgens het hout zagen door enkel omlaag te bewegen. Als hout onder spanning staat, zaagt u eerst de kant met de trekkracht (A). Maak de eindsnede aan de kant met de duwkracht (B). Hiermee voorkomt u dat het zaagblad bekneld raakt. WERKEN MET DE KETTINGZAAG Takken afzagen LET OP: • Als minimale voorbereiding dient een beginnende gebruiker eerst te oefenen door stammen te zagen op een schraag of bok. • Bij het zagen van losse stukken hout dient u een veilige steun te gebruiken (een schraag of zaagbok). Zet niet uw voet op het werkstuk om dat tegen te houden en vraag ook nooit iemand anders om het vast te houden. • Zet ronde stukken zo vast dat ze niet kunnen gaan draaien. Snoeien van bomen (Fig. 18, 19, 20 en 21) LET OP: • Houd alle delen van uw lichaam uit de buurt van de zaagketting wanneer de motor draait. • Houd de kettingzaag stevig vast met beide handen wanneer de motor draait. • Reik niet te ver. Zorg ervoor dat u altijd stevige steun voor de voeten hebt en uw evenwicht behoudt. Plaats de blokkeerbeugel tegen de af te zagen tak voordat u de zaag start. Zagen zonder dat de blokkeerbeugel de tak raakt kan het zaagblad doen wiebelen en de gebruiker verwonden. Voor het zagen van dikke takken moet u eerst een ondiepe ondersnede maken en dan de rest van de snede van boven af zagen. Wanneer u dikke takken vanaf de onderkant van de tak probeert af te zagen, kan de tak zich sluiten zodat de zaagketting in de zaagsnede vastgeklemd raakt. Wanneer u dikke takken vanaf de bovenkant probeert af te zagen zonder een ondiepe snede van onderen te maken, kan de tak splinteren. Indien u niet in één keer recht door het hout kunt zagen: Oefen lichte druk uit op het handvat en ga door met zagen en trek de kettingzaag een beetje terug; breng de spijkers een beetje lager aan en zaag de rest van de snede door het handvat omhoog te brengen. 64 LET OP: • Takken afzagen mag uitsluitend worden uitgevoerd door ervaren personen. Door het risico van terugslag kan een gevaarlijke situatie ontstaan. Ondersteun bij het afzagen van takken zo mogelijk de kettingzaag op de boomstam. Zaag niet met de punt van het zaagblad omdat hierdoor de kans op terugslag ontstaat. Let met name goed op bij takken die onder spanning staan. Zaag geen takken vanaf de onderkant als deze niet worden ondersteund. Ga bij het afzagen van takken niet bovenop de omgezaagde boomstam staan. Inzagen en in de richting van de houtnerf zagen (Fig. 25) LET OP: • Inzagen en in de richting van de houtnerf zagen mag uitsluitend worden uitgevoerd door personen met speciale training. Het risico van terugslag vormt een kans op letsel. Bij zagen in de richting van de houtnerf maakt u de hoek van de zaagsnede zo ondiep mogelijk. Voer het zagen zo voorzichtig mogelijk uit, want de blokkeerbeugel kan niet worden gebruikt. Omzagen (Fig. 26, 27, 28 en 29) LET OP: • Omzagen mag uitsluitend worden uitgevoerd door getrainde personen. Het werk is gevaarlijk. Houd u aan de plaatselijke regelgeving als u een boom wilt omzagen. – Voordat u met het omzagen begint, controleert u de volgende punten: (1) Uitsluitend de personen die betrokken zijn bij het omzagen mogen zich in de buurt bevinden; – – – – – – – – – (2) Iedere betrokken persoon moet een ongehinderde vluchtroute hebben door een gebied van ongeveer 45° aan weerskanten van de vallijn. Let op het risico van struikelen over elektrische snoeren; (3) De voet van de stam met vrij zijn van vreemde voorwerpen, wortels en takken; (4) Binnen een afstand van 2 1/2 keer de lengte van de boom mogen zich geen personen of voorwerpen bevinden in de richting waarin de boom zal vallen. Let met betrekking tot ieder boom op de volgende punten: • De richting waarin de boom overhelt; • Losse of droge takken; • Hoogte van de boom; • Natuurlijke overhang; • Of de boom verrot is of niet. Let op de windsnelheid en -richting. Zaag geen bomen om als er sterke rukwinden zijn. Afkorten van worteluitwassen: Begin met de grootste uitwassen. Maak eerst de verticale zaagsnede en daarna de horizontale zaagsnede. Zaag een inkeping: De inkeping bepaalt de richting waarin de boom valt en geleidt de val. De inkeping wordt gemaakt aan de kant waarheen de boom moet vallen. Maak de inkeping zo dicht mogelijk bij de grond. Maak eerst de horizontale zaagsnede tot een diepte van 1/5 tot 1/3 van de stamdiameter. Maak de inkeping niet te groot. Maak vervolgens de diagonale zaagsnede. Maak eventuele correcties aan de inkeping over de gehele breedte ervan. Maak de zaagsnede aan de achterkant iets hoger dan de horizontale zaagsnede van de inkeping. De zaagsnede aan de achterkant moet precies horizontaal zijn. Laat ongeveer 1/10 van de stamdiameter over tussen de zaagsnede aan de achterkant en de inkeping. De houtvezels in het niet-doorgezaagde deel van de stam werken als een scharnier. Zaag niet de volledige diameter van de stam door omdat dan de boom ongecontroleerd zal vallen. Plaats bijtijds wiggen in de achterkant. Alleen kunststof- of aluminiumwiggen mogen worden gebruikt om de achterkant open te houden. IJzeren wiggen mogen niet worden gebruikt. Ga aan de zijkant van de vallende boom staan. Houd aan de achterkant van de vallende boom een gebied vrij met een hoek van 45° aan weerskanten van de vallijn (zie bij “Omzagen”). Let goed op vallende takken. U dient een vluchtroute te plannen en eventueel vrij te maken voordat u met het zagen begint. De vluchtroute moet diagonaal naar achteren lopen weg van de valrichting, zoals aangegeven in de afbeelding. Dragen van de machine (Fig. 30) Verwijder altijd de accu uit het gereedschap en dek het zaagblad af met de zaagbladschede voordat u het gereedschap gaat meedragen. Plaats ook het accudeksel op de accu. ONDERHOUD LET OP: • Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens te beginnen met onderhoud of inspectie. • Draag voor inspectie- of onderhoudswerkzaamheden altijd handschoenen. • Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor kan het verkleuring, vervormingen en barsten worden veroorzaakt. De zaagketting slijpen (Fig. 31) LET OP: • Haal altijd de accu van het gereedschap af en draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer u werkzaamheden uitvoert aan de zaagketting. Slijp de zaagketting als: – Poederachtig zaagsel wordt geproduceerd tijdens het zagen van vochtig hout; – De zaagketting moeizaam in het hout binnendringt, zelfs wanneer hoge druk wordt uitgeoefend; – De zaagsnede duidelijk beschadigd is; – De kettingzaag naar links of rechts trekt in het hout. De reden hiervan is een ongelijkmatige scherpte van de zaagketting, of een beschadiging aan slechts een kant. Slijp de zaagketting veelvuldig, maar slijp iedere keer slechts een weinig materiaal weg. Twee of drie bewegingen met een vijl zijn doorgaans voldoende voor regelmatig bijslijpen. Als de zaagketting meerdere malen is bijgeslepen, laat u deze een keer slijpen door een in DOLMAR gespecialiseerde reparatiedienst. Criteria bij het slijpen: (Fig. 32 en 33) – Alle messen moeten gelijk van lengte zijn. Als er messen van verschillende lengte zijn, kan de ketting niet gelijkmatig lopen en kan deze breken. – Slijp de ketting niet verder als de minimale meslengte van 3 mm bereikt is. Daarna moet er een nieuwe ketting aangebracht worden. – De dikte van spaanders wordt bepaald door de afstand tussen de dieptevoeler (ronde neus) en de zaagsnijrand. – De beste zaagresultaten verkrijgt u met de volgende afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoeler. Kettingblad 291 (90PX): 0,5 mm Kettingblad 492 (91PX): 0,65 mm Kettingblad 25 (25AP): 0,65 mm WAARSCHUWING: • Een te grote afstand verhoogt het risico van terugslag. – De slijphoek van 30° moet voor alle messen gelijk zijn. Bij verschillen in slijphoek kan de ketting haperend of ongelijkmatig gaan lopen, kan de slijtage toenemen en kan de ketting breken. – De zijplaathoek van de messen wordt bepaald door de indringdiepte van de ronde vijl. Als u de voorgeschreven vijl naar behoren gebruikt, wordt automatisch de juiste zijplaathoek bereikt. – De zijplaathoek voor elke zaagketting is als volgt: Kettingblad 291 (90PX): 75° Kettingblad 492 (91PX): 80° Kettingblad 25 (25AP): 85° 65 Vijl en vijlbeweging (Fig. 34, 35 en 36) – Gebruik een speciale ronde zaagkettingvijl (optioneel accessoire) voor het aanscherpen van de ketting. Een gewone ronde vijl is niet geschikt. – De doorsnede van de ronde vijl voor elke zaagketting is als volgt: Kettingblad 291 (90PX): 4,5 mm Kettingblad 492 (91PX): 4,0 mm Kettingblad 25 (25AP): 4,0 mm – De vijl moet het mes alleen in voorwaartse richting raken. Haal de vijl van het mes voor de terugwaartse beweging. – Slijp eerst het kortste mes. De lengte van dit mes wordt dan de maatstaf voor alle andere messen op de zaagketting. – Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding. – De vijl kan gemakkelijker worden bewogen als een vijlhouder (optioneel accessoire) wordt gebruikt. Op de vijlhouder staan merktekens voor de juiste slijphoek van 30° (lijn de merktekens parallel uit met de zaagketting) en beperkt de diepte waartoe de vijl doordringt (tot 4/5 van de vijldiameter). – – – Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u de hoogte van de dieptemeter met behulp van het kettingmeetgereedschap (optioneel accessoire). Verwijder eventueel uitstekend materiaal, ongeacht hoe klein, met een speciale platte vijl (optioneel accessoire). Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond. Reinigen van het zaagblad (Fig. 37) Schilfertjes en zaagsel zullen in de groef van het zaagblad blijven zitten, zodat de groef verstopt raakt en de oliestroom wordt belemmerd. Verwijder altijd schilfertjes en zaagsel uit de groef wanneer u de zaagketting aanscherpt of vervangt. De olie-uitstroomopening schoonmaken (Fig. 38) Kleine vuil- of stofdeeltjes kunnen zich tijdens gebruik ophopen in de olie-uitstroomopening. Kleine vuil- of stofdeeltjes die zich in de olieuitstroomopening hebben verzameld kunnen het uitstromen van de olie belemmeren waardoor de hele kettingzaag onvoldoende wordt gesmeerd. Wanneer onvoldoende toevoer van kettingolie optreedt aan het uiteinde van het zaagblad, maakt u de olieuitstroomopening als volgt schoon. Verwijder de accu van het gereedschap. Verwijder de afdekking van kettingwiel en de zaagketting van het gereedschap. (Raadpleeg het gedeelte getiteld “Aanbrengen of verwijderen van de zaagketting”.) Verwijder fijn stof of zaagsel met een platte schroevendraaier met een dunne schacht of iets dergelijks. Steek de accu in het gereedschap. Knijp de aan/uit-schakelaar in om opgehoopte vuil- en stofdeeltjes uit de olie-uitstroomopening te persen door kettingolie te doen stromen. Verwijder de accu van het gereedschap. Monteer de afdekking van kettingwiel en de zaagketting weer op het gereedschap. 66 Het kettingwiel vervangen (Fig. 39 en 40) Controleer de conditie van het kettingwiel voordat u een nieuwe zaagketting monteert. LET OP: • Een versleten kettingwiel beschadigt de nieuw zaagketting. Vervang in dat geval eerst het kettingwiel. Het kettingwiel moet worden gemonteerd in de richting aangegeven in de afbeelding. Monteer bij het vervangen van het kettingwiel altijd een nieuwe borgring. Vervangen van de koolborstels (Fig. 41 en 42) Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Vervang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarkering versleten zijn. Houd de koolborstels schoon zodat ze goed in de houders glijden. Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen. Gebruik uitsluitend identieke koolborstels. Gebruik een schroevendraaier om de doppen van de koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten borstels eruit, steek de nieuwe erin, en zet de doppen weer goed vast. Het gereedschap bewaren Reinig het gereedschap voordat u het opbergt. Haal de afdekking van kettingwiel eraf en verwijder zaagsel en houtsnippers vanaf het gereedschap. Laat na het schoonmaken het gereedschap onbelast draaien om de zaagketting en het zaagblad te smeren. Dek het zaagblad af met de zaagbladschede. Verwijder de olie uit de olietank zodat deze leeg is en leg de kettingzaag weg. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend DOLMAR servicecentrum, en dit uitsluitend met gebruikmaking van originele DOLMAR vervangingsonderdelen. Instructies voor periodiek onderhoud Voor een lange schadevrije gebruiksduur en een doeltreffende werking van de veiligheidsvoorzieningen moet u regelmatig het volgende onderhoud verrichten. Schadeclaims onder garantie kunnen alleen worden erkend als dit onderhoudswerk regelmatig en correct wordt uitgevoerd. Als dit voorgeschreven onderhoud achterwege blijft, kan dat ongelukken veroorzaken! De gebruiker van de kettingzaag mag echter geen onderhoud verrichten dat niet staat beschreven in de gebruiksaanwijzing. Zulke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsdienst. Werkingsduur Vóór het gebruik Onderdeel Elke dag Elke week Elke 3 maanden Jaarlijks Vóór opslag Inspecteren Kettingzaag Reinigen Laten controleren bij een erkende onderhoudsdienst. Zaagketting Inspecteren Bijslijpen indien nodig. Inspecteren Zaagblad Verwijderen van de kettingzaag. Controleer de functie. Kettingrem Kettingsmering Regelmatig laten inspecteren bij een erkende onderhoudsdienst. Controleer de olietoevoersnelheid. Trekkerschakelaar Inspecteren Ontgrendelknop Dop van oliereservoir Inspecteren Controleer op vastzitten. Kettingvanger Inspecteren Schroeven en moeren Inspecteren 014804 67 STORINGEN VERHELPEN Voordat u om reparatie verzoekt, kunt u eerst uw eigen inspectie uitvoeren. Als u een probleem aantreft dat niet staat beschreven in de gebruiksaanwijzing, probeer dan niet het apparaat te demonteren. Verzoek in dat geval een erkend Dolmar servicecentrum om reparatie, altijd met gebruik van originele Dolmar vervangingsonderdelen. Symptoom of storing De kettingzaag start niet. De ketting beweegt niet. De motor slaat al na korte tijd af. Geen olie op de ketting. Het maximumtoerental wordt niet bereikt. De ketting stopt niet wanneer de kettingrem wordt aangetrokken: Stop het apparaat onmiddellijk! Abnormale trillingen: Stop het apparaat onmiddellijk! Oorzaak Ingreep Er zijn nog niet twee accu’s geplaatst. Installeer volledig opgeladen accu’s. Probleem met de accu (onvoldoende spanning). Laad de accu op. Als het opladen geen verbetering brengt, vervangt u de accu door een nieuwe. De kettingrem is aangetrokken. Zet de kettingrem los. De accu is bijna helemaal ontladen. Laad de accu op. Als het opladen geen verbetering brengt, vervangt u de accu door een nieuwe. Het oliereservoir is leeg. Vul het oliereservoir. De oliegeleidegroef is vuil. Maak de groef schoon. De olietoevoer is niet juist afgesteld. Regel de hoeveelheid olietoevoer bij. De accu is niet naar behoren aangebracht. Installeer de accu zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing. De accuspanning wordt minder. Laad de accu op. Als het opladen geen verbetering brengt, vervangt u de accu door een nieuwe. Het aandrijfsysteem werkt niet goed. Verzoek uw plaatselijke erkende onderhoudsdienst om reparatie. De remband is versleten. Verzoek uw plaatselijke erkende onderhoudsdienst om reparatie. Losgeraakt zaagblad of zaagketting. Verstel het zaagblad en de spanning van de zaagketting. Defect werktuig. Verzoek uw plaatselijke erkende onderhoudsdienst om reparatie. 014805 OPTIONELE ACCESSOIRES LET OP: • Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Dolmar gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van andere accessoires of hulpstukken bestaat er gevaar voor persoonlijke verwonding. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemde doel. Raadpleeg het dichtstbijzijnde Dolmar Servicecentrum voor verder advies of bijzonderheden omtrent deze accessoires. • • • • • • Originele Dolmar accu en accu-oplader Zaagketting Zaagblad Zaagbladschede Vijl Gereedschapetui OPMERKING: • Sommige van de onderdelen in deze lijst kunnen bijgeleverd zijn als standaard-accessoires. Deze accessoires kunnen per land verschillend zijn. 68 ENG905-1 Geluidsniveau De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld volgens EN60745: Geluidsdrukniveau (LpA): 84,4 dB (A) Geluidsvermogenniveau (LWA): 95,4 dB (A) Onnauwkeurigheid (K): 2,5 dB (A) Draag oorbeschermers ENG900-1 Trilling De totaalwaarde van de trillingen (triaxiale vectorsom) vastgesteld volgens EN60745: Model AS-3726 Gebruikstoepassing: zagen in hout Trillingsemissie (ah): 4,7 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model AS-3731 Gebruikstoepassing: zagen in hout Trillingsemissie (ah): 6,3 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 ENG901-1 • De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. • De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. WAARSCHUWING: • De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. • Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). ENH031-4 Alleen voor Europese landen EU-Verklaring van Conformiteit Ondergetekende, Rainer Bergfeld, als erkende vertegenwoordiger van Dolmar GmbH, verklaart dat de DOLMAR-machine(s): Aanduiding van de machine: Accu-kettingzaag Modelnr./Type: AS-3726, AS-3731 Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE GEGEVENS”. in serie zijn geproduceerd en Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2000/14/EU, 2006/42/EU En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN ISO 11682-2 Verklaringsnr. van EU-typeonderzoek 4812068.13006 Het EU-typeonderzoek volgens 2006/42/EU werd uitgevoerd door: DEKRA Testing and Certification GmbH Enderstraße 92b 01277 Dresden Germany Identificatienr. 2140 De technische documentatie wordt bewaard door: Dolmar GmbH, Jenfelder Straße 38, Abteilung FZ, D-22045 Hamburg De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn 2000/14/EU was in Overeenstemming met annex V. Gemeten geluidsvermogenniveau: 95,4 dB (A) Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 98 dB (A) 20.12.2013 Rainer Bergfeld Hoofddirecteur 69
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128

Dolmar AS3731 de handleiding

Categorie
Elektrische kettingzagen
Type
de handleiding