Mio MIO MIVUE 798 de handleiding

Type
de handleiding
Gebruikershandleiding
MiVue
798 / 798D
1
Revisie: R00
(4/2019)
Verklaring van afstand
De schermopnamen in deze handleiding kunnen verschillen tussen de verschillende
besturingssystemen en softwareversies. Het wordt aanbevolen om de nieuwste
handleiding van uw product te downloaden van de Mio™-website (www.mio.com).
Specicaties en documenten zijn onderhevig aan verandering zonder voorafgaande
kennisgeving. MiTAC kan niet garanderen dat dit document foutloos is. MiTAC
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect is geleden door
fouten, weglatingen of verschillen tussen het apparaat en de documenten.
Opmerking
Niet alle modellen zijn overal leverbaar.
Afhankelijk van het specieke aangeschafte model komen de kleur en het uiterlijk
van uw apparaat mogelijk niet precies overeen met de afbeeldingen in dit document.
MiTAC Europe Ltd.
Spectrum House, Beehive Ring Road,
London Gatwick Airport, RH6 0LG,
UNITED KINGDOM
2
Kennismaken met de dashcam ............................................................................ 4
Uw dashboardcamera in een voertuig gebruiken ................................................. 5
Voorzorgsmaatregelen en mededelingen........................................................ 5
De dashboardcamera monteren...................................................................... 6
MiVue achterruitcamera .................................................................................. 7
Een geheugenkaart plaatsen ............................................................................... 8
Een kaart formatteren...................................................................................... 8
De dashboardcamera inschakelen ....................................................................... 8
Aan-/uittoets .................................................................................................... 9
De dashboardcamera opnieuw opstarten ....................................................... 9
De systeempictogrammen .................................................................................... 9
Functietoetsen .................................................................................................... 10
Schermen wisselen ....................................................................................... 10
De datum en tijd instellen ....................................................................................11
Opnemen in rijmodus ..........................................................................................11
Continu opnemen ...........................................................................................11
Gebeurtenis opnemen ................................................................................... 12
Parkeerstand ...................................................................................................... 12
Cameramodus .................................................................................................... 13
Weergavemodus ................................................................................................ 14
Flits camera waarschuwingen ............................................................................ 15
Veiligheidscamera toevoegen ....................................................................... 16
Gegevens over safety cams bijwerken.......................................................... 16
Inhoudsopgave
3
Een verbinding maken ........................................................................................ 17
MiVue Pro-app .............................................................................................. 17
Instellen van een WIFI verbinding ................................................................. 17
Systeeminstellingen ........................................................................................... 19
MiVue Manager .................................................................................................. 24
MiVue Manager installeren ............................................................................ 24
De opgenomen bestanden afspelen ............................................................. 25
Voor meer informatie .......................................................................................... 27
Uw apparaat verzorgen ................................................................................. 27
Veiligheidsmaatregelen ................................................................................. 28
Over het laden .......................................................................................... 28
Over de lader ........................................................................................... 28
Over de batterij ......................................................................................... 29
Over GPS ...................................................................................................... 29
Regelgevende informatien (CE) .................................................................... 30
Verklaring van conformiteit ....................................................................... 31
WEEE ............................................................................................................ 31
4
Kennismaken met de dashcam
Opmerking: De schermopnamen en andere presentaties die in deze handleiding worden
weergegeven, kunnen verschillen van de werkelijke schermen en presentaties die door het
eigenlijke product zijn gegenereerd.
1
Aan-/uittoets
2
Montagehouder apparaat
3
Mini-USB-aansluiting
4
UItknop
5
LCD-scherm
6
Microfoon
7
Systeemindicator
8
Noodopnameknop
9
Geheugenkaartsleuf
10
Parkeerindicator
11
Luidspreker
12
Cameralens
13
Functietoetsen
1
2
3
5
6
9
4
7
8
10
11
12
13
5
Uw dashboardcamera in een voertuig
gebruiken
Voorzorgsmaatregelen en mededelingen
l
Bedien het apparaat niet tijdens het rijden. Het gebruik van dit apparaat
ontheft de bestuurder niet van de volledige verantwoordelijkheid voor zijn of
haar gedrag. Dit omvat het volgen van alle verkeersregels ter voorkoming van
ongelukken, persoonlijk letsel of schade aan eigendommen.
l
Bij het gebruik van de dashboardcamera in de auto is een venstermontageset
nodig. Zorg ervoor dat u de dashboardcamera op een geschikte plek plaatst
zodat het zicht van de bestuurder of het gebruik van airbags niet wordt
geblokkeerd.
l
Zorg ervoor dat de cameralens niet wordt geblokkeerd en dat zich in de buurt
van de lens geen spiegelend materiaal bevindt. Houd de lens schoon.
l
Als de voorruit van de auto een gekleurde laag bevat, kan dit de kwaliteit van de
opname beïnvloeden.
l
Om opnamen van de hoogste kwaliteit te garanderen, raden wij u aan de
dashboardcamera naast de achteruitkijkspiegel te plaatsen.
l
Selecteer een geschikte locatie in het voertuig om het apparaat te monteren.
Plaats het apparaat nooit zo, dat het gezichtsveld van de bestuurder wordt
geblokkeerd.
l
Als de voorruit van de auto met een reecterende coating is gekleurd,
kan deze athermisch zijn en de GPS-ontvangst beïnvloeden. Monteer de
dashboardcamera in dat geval in een "open gebied" - doorgaans net onder de
achteruitkijkspiegel.
l
Het systeem zal de G-sensor van het apparaat automatisch kalibreren tijdens het
opstarten. Om een storing van de G-sensor te voorkomen, moet u het apparaat
altijd inschakelen NADAT u het correct in het voertuig hebt gemonteerd.
6
De dashboardcamera monteren
Zorg dat uw wagen op een effen bodem is geparkeerd. Volg de instructies om uw
dashboardcamera en achterruitcamera goed in een voertuig te monteren.
1. Voordat u de apparaathouder op de voorruit bevestigt, wordt aanbevolen de
ruit schoon te maken met ontsmettingsalcohol en ervoor te zorgen dat het
installatiegebied vrij is van stof, olie en vet. Bevestig de houder op de voorruit (
1
)
en druk op het lipje (
2
) om de zuignap op zijn plek te bevestigen.
1
2
2. Wanneer u de hoek van de montage afstelt, moet
u ervoor zorgen dat het camerazicht parallel is
met de effen boden en dat de verhouding aarde/
hemel dichtbij 6/4 ligt.
3. Stop de kabels door de bovenkant en de A-zuil
zodat u niet wordt gehinderd tijdens het rijden.
Zorg dat de kabelinstallatie de airbags of andere
veiligheidsfuncties van het voertuig niet hinderen.
7
Opmerking: De installatie illustraties zijn alleen bedoeld als referentie. De plaatsing van de
apparaten en kabels kunnen afhangen van het voertuig model. Als u problemen heeft gedurende
installatie, neem dan contact op met een bekwaam installateur (zoals het onderhoudspersoneel van
het voertuig) voor hulp.
MiVue achterruitcamera
Afhankelijk van het model kan uw apparaat een achterruitcamera ondersteunen
(apart aan te schaffen).
16
1
2
34
1
Montagepad
2
Cameralens
3
Bevestigingsbout
4
Micro-USB aansluiting
Zie de illustratie om de camera achter op de dashcam aan te sluiten.
Y-kabel
Achtercamera kabel
Auto oplader
8
Een geheugenkaart plaatsen
Opmerking:
l
Geen druk uitoefenen op het midden van de geheugenkaart.
l
MiTAC garandeert niet dat het product compatibel is met MicroSD-kaarten van alle fabrikanten.
l
Voordat u begint met opname, moet u de geheugenkaart formatteren om defecten te vermijden die
worden veroorzaakt door bestanden die niet door de dashboardcamera zijn aangemaakt.
l
Wij raden u aan het apparaat uit te schakelen voordat u de geheugenkaart verwijdert.
U moet een geheugenkaart plaatsen (niet meegeleverd) voordat u de opname kunt
starten. We raden aan een geheugenkaart Klasse 10 te gebruiken met een capaciteit
van minstens 8GB - 128GB. U moet afzonderlijke MicroSD-kaarten gebruiken voor
opnamen en voor gewone gegevensopslag.
Houd de kaart (MicroSD) bij de randen vast en stop deze
voorzichtig in de sleuf zoals weergegeven.
Om een kaart te verwijderen, duwt u voorzichtig de bovenrand
van de kaart in om deze vrij te geven en trekt u deze uit de sleuf.
Een kaart formatteren
Als u een geheugenkaart moet formatteren (alle gegevens worden gewist), drukt u
op en selecteert u Formatt..
De dashboardcamera inschakelen
Voer de installatie uit volgens de instructies in het hoofdstuk "Uw dashboardcamera
in een voertuig gebruiken". Nadat de motor is gestart, schakelt de dashboardcamera
automatisch in. De systeemindicator licht groen op wanneer de dashboardcamera
wordt ingeschakeld.
9
Aan-/uittoets
Houd de voedingsknop 2 seconden ingedrukt om de dashboardcamera handmatig
in en uit te schakelen. Indrukken als de dashboardcamera is ingeschakeld om de
LCD-monitor in en uit te schakelen.
De dashboardcamera opnieuw opstarten
In sommige gevallen zult u mogelijk een reset van de hardware moeten uitvoeren
wanneer de dashboardcamera niet meer reageert of “bevroren” of vastgelopen lijkt.
Om de dashboardcamera opnieuw op te starten, houdt u de aan/uit-toets ingedrukt
tot het systeem wordt uitgeschakeld. Druk dan opnieuw op de aan/uit-toets om de
dashboardcamera opnieuw in te schakelen.
Als het systeem niet afsluit door de Power toets
ingedrukt te houden, kan het geforceerd afgesloten
worden door een kleine strookje te steken (zoals
een rechte paperclip) in de Afsluiten toets boven op
het apparaat.
De systeempictogrammen
Diverse systeempictogrammen in de titelbalk boven aan het scherm geven
statusinformatie weer over uw apparaat. De weergegeven pictogrammen verschillen
afhankelijk van uw apparaatmodel en -status.
1
Opname indicator
2
WIFI-status
3
Tijd weergave
4
Microfoonstatus
5
GPS signaal
6
Batterijstatus
7
Huidige GPS-autosnelheid
1 2 3 5 64
7
10
Functietoetsen
Dit apparaat biedt vier functietoetsen om de overeenstemmende pictogrammen
op het LCD scherm te bedienen. De functie van de toets kan verschillen op
verschillende schermen.
Neemt een foto.
Gaat in parkeer modus.
Voegt een standaard veiligheid
(snelheid) camera toe.
Open het Menu scherm.
(Het opnamescherm)
Gaat naar de volgende optie.
Dient als de ENTER toets.
Gaat naar de vorige optie.
Dient als de TERUG toets.
(Menu scherm)
Schermen wisselen
Als u de achterruitcamera heeft aangesloten en begint met opnemen, geeft het
scherm de PIP (beeld-in- beeld) mode weer. U kunt de voor en achterruitcamera
beelden wisselen door te drukken op .
11
De datum en tijd instellen
Om zeker te zijn dat uw opnamen de juiste datum en tijd hebben, moet u de
instellingen voor datum en tijd controleren voordat u met opnemen begint.
1. Druk op om het menu Instellingen te openen.
2. Selecteer Systeem > Datum/tijd.
3. Doe een van de volgende zaken:
l
Selecteer GPS-tijd gebruiken en selecteer dan de tijdzone van uw locatie. Het
systeem stelt de datum en tijd in aan de hand van de GPS-locatie.
l
Selecteer Handmatig en het systeem toont het scherm voor het instellen van
de datum en tijd. Gebruik / om de waarde van het geselecteerde veld
aan te passen, druk op en herhaal de stap tot alle velden zijn gewijzigd.
Druk op wanneer u klaar bent.
Opnemen in rijmodus
Continu opnemen
Standaard start het opnemen direct na het inschakelen van de dashboardcamera. De
systeemindicator knippert afwisselend groen en oranje terwijl de opname bezig is.
Wanneer continu opnemen bezig is, kunt u de opname handmatig stoppen door
op te drukken. Druk op en terugkeert naar het opnamescherm; start het
systeem automatisch met continu opnemen.
De opname kan verdeeld worden over meerdere videoclips; het opnemen stopt niet
tussen de videoclips. Als uw geheugenkaart vol staat met continue opnamen, wordt
dit automatisch geregistreerd via de oudste bestaande bestanden in deze categorie.
De continue opnames staan in de categorie "Normaal" voor het afspelen van
bestanden.
12
Gebeurtenis opnemen
Als een gebeurtenis plaatsvindt, zoals plotselinge schade, hard rijden, een te
sterke bocht of een aanrijding, zorgt de G-sensor er standaard voor dat de
dashboardcamera een "Noodsituatie"-opname start (een gebeurtenis opnemen).
Opmerking: U kunt het gevoeligheidsniveau wijzigen van de G sensor door te tikken op >
Video-opname > G-sensorgevoel..
De gebeurtenisopname zal de duur opslaan vanaf seconden vóór de
gebeurtenis tot seconden na de gebeurtenis. Als uw geheugenkaart vol staat met
gebeurtenisopnamen, wordt dit automatisch geregistreerd via de oudste bestaande
bestanden in deze categorie.
Als u een noodopname handmatig wilt starten terwijl continu opnemen bezig is, drukt
u op het apparaat op de noodopnameknop.
De continue opnames staan in de categorie "Gebeurtenis" voor het afspelen van
bestanden.
Parkeerstand
Uw dashboardcamera ondersteunt de parkeeropnamefunctie. U moet een extra
voeding gebruiken om de video op te nemen tijdens de Parkeermodus, zoals
een onderbrekingsvrije voedingskabel van Mio die afzonderlijk wordt verkocht.
Raadpleeg de meegeleverde documentatie in de verpakking voor meer informatie
over het gebruik van de Mio-voedingskabel.
Parkeerstand is standaard uitgeschakeld. Voordat u de parkeermodus inschakelt,
moet u de geheugenopslagtoewijzing controleren. To Ga naar > Systeem >
Opslagruimte om een geschikte allocatie in te stellen voor parkeer opnamen. Door
het wijzigen van de toewijzing wordt de geheugenkaart gewist. Sla daarom altijd
eerst alle video’s of foto’s op uw computer op.
13
U moet de functie inschakelen via het > Parkeerstand > Detectie > Aan.
(Het pictogram verschijnt op het scherm.) Wanneer de parkeerstanddetectie is
ingeschakeld, gaat het systeem naar de parkeerstand wanneer de auto niet meer
beweegt gedurende 5 minuten.
In de parkeerstand, kunnen parkeeropnamen alleen worden geactiveerd wanneer
bewegingen of trillingen worden gedetecteerd. De parkeeropname zal de duur
opslaan vanaf seconden vóór de gebeurtenis tot seconden na de gebeurtenis. Als uw
geheugenkaart vol staat met parkeeropnamen, wordt dit automatisch geregistreerd
via de oudste bestaande bestanden in deze categorie.
Opmerking:
l
U kunt op drukken om de Parkeermodus handmatig te starten terwijl de continue opname
bezig is.
l
De parkeeropname wordt geactiveerd door de G-sensor en bewegingsdetectie van het
apparaat. U kunt de conguratie wijzigen door > Parkeerstand > Bewegingsdetectie en
G-sensorgevoel. te selecteren.
l
De camera achter (optioneel) ondersteunt bewegingsdetectie niet.
Druk op om de Parkeerstand te stoppen en de continue opname te hervatten.
Zodra de bewegingen zijn gedetecteerd en opgenomen tijdens de Parkeerstand,
wordt u gevraagd de video te bekijken wanneer u de Parkeerstand stopt.
De parkeeropnamen kunt u terugvinden in de categorie “Parkeren” voor
bestandsweergave.
Cameramodus
Met de dashboardcamera kunt u ook fotograferen.
l
Als de opname bezig is, drukt u op om een foto te maken. Deze functie is niet
beschikbaar wanneer de achterruitcamera is aangesloten.
14
l
Druk op > Camera > .
U kunt de foto’s vinden in de categorie “Foto” voor weergave.
Weergavemodus
Een video of foto selecteren voor het afspelen:
1. Druk op > Bestand weergeven.
2. Selecteer het gewenste type: Video, Gebeurtenis, Parkeren en Foto.
3. Gebruik de toets / om het gewenste bestand te selecteren in de lijst en
druk dan op om de weergave te starten.
4. Tijdens het weergeven kunt u:
l
Drukken op om terug te keren naar de lijst.
l
Tijdens het afspelen van video's drukken op / om de vorige/volgende
video weer te geven.
Druk op om het pop-up menu weer te geven voor het selecteren van:
l
Afspelen / Onderbreken: Start of pauzeert de weergave.
l
Video achter aanweergeven: Het "D" icoon dat op de thumbnail
in de speellijst wordt weergegeven, geeft aan dat de video een
overeenstemmende achter video heeft. Tijdens het afspelen van de video
kunt u deze opties gebruiken om te schakelen tussen de video's vooraan en
achteraan.
Opmerking: De videobestanden die zijn opgenomen door de voor- en
achterruitcamera’s, worden apart opgeslagen in de overeenstemmende mappen van de
geheugenkaart. Wanneer u de video aan de voorzijde verplaatst of verwijdert, wordt de
overeenstemmende video aan de achterzijde tegelijkertijd verwerkt.
15
l
Naar gebeurtenis verplaatsen: Verplaatst het bestand naar de
"Gebeurtenis" categorie.
l
Video overzetten / Foto overzetten: Uploadt de geselecteerde video/foto
naar uw smartphone.
l
Wissen: Verwijderdt het bestand.
l
Tijdens het weergeven van foto's drukken op / om de vorige/volgende
foto weer te geven. Druk op om verwijderdt het bestand.
Flits camera waarschuwingen
Opmerking: Omwille van wettelijke redenen is de veiligheidscamera niet beschikbaar in alle
landen.
U kunt waarschuwingen ontvangen voor de
locatie van safety cams zodat u uw snelheid in
de omgeving kunt aanpassen.
Wanneer een its camera verschijnt en in
de detecteerbare richting wordt geplaatst,
ontvangt u waarschuwingen. Het scherm toont
een visuele waarschuwing en u hoort ook
geluidswaarschuwingen.
Als de instelling voor waarschuwingsgeluiden is ingesteld op Piep:
l
Als uw auto in de buurt van een itscamera komt, hoort u een normale
piepwaarschuwing.
l
Als de auto een itscamera nadert aan een snelheid boven de ingestelde
drempel, hoort u een aanhoudende piepwaarschuwing tot de snelheid onder de
drempelwaarde is gedaald.
l
Als de auto een itscamera passeert, hoort u een andere piepwaarschuwing.
16
U kunt de instellingen wijzigen over het ontvangen van de waarschuwingen voor
safety cams. Zie de sectie Systeeminstellingen voor informatie.
Veiligheidscamera toevoegen
Opmerking: U kunt alleen een aangepaste itscamera toevoegen als een GPS-x is vastgelegd.
Met uw dashboardcamera kunt u de database voor itscamera's aanpassen. U kunt
maximaal 100 aangepaste itscamera's toevoegen aan de dashboardcamera.
Volg de stappen om een aangepaste itscamera in te stellen:
1. Tik op op het opnamescherm om een aangepaste itscamera op de huidige
locatie toe te voegen.
2. De volgende keer dat u de locatie passeert, ontvangt u waarschuwingen van de
dashboardcamera.
3. Om de informatie weer te geven over de door de gebruiker toegevoegde
itscamera, tikt u op > Flitser > Aangepaste itser en vervolgens op de
itscamera die u wilt controleren.
4. Tik op om de aangepaste itscamera te verwijderen.
Gegevens over safety cams bijwerken
MiTAC garandeert niet dat gegevens over alle soorten en locaties van safety cams
beschikbaar zijn, omdat camera's verwijderd of verplaatst kunnen worden en nieuwe
camera's worden geïnstalleerd.
MiTAC kan u af en toe updates aanbieden van gegevens over safety cams. Bezoek
de Mio-website voor beschikbare downloads en volg de instructies om het bijwerken
te voltooien.
17
Een verbinding maken
MiVue Pro-app
Met de MiVue Pro-app kunt u video's die via WIFI zijn opgenomen op een MiVue-
dashcam, weergeven, delen en er een back-up van maken. Zoek naar "MiVue
Pro" in Apple App Store of in Google Play Store om van de MiVue Pro-app gratis te
downloaden.
Opmerking:
l
De MiVue Pro-app is compatibel met iOS 9.0 (en hoger)- en Android 5.0 (en hoger). MiTAC biedt
geen garantie op de compatibiliteit van het product met smartphones van alle fabrikanten.
l
Niet alle mogelijkheden zijn beschikbaar op elk model.
Instellen van een WIFI verbinding
Met de functie WIFI kunt u de dashboardcamera met uw smartphone verbinden.
Het De functie WIFI is standaard uitgeschakeld. U kunt WIFI handmatig inschakelen
door > WIFI > Aan te selecteren. Eenmaal ingeschakeld geeft het scherm met
WIFI-instellingen de SSID en het wachtwoord van de dashboardcamera weer.
Volg de stappen op uw smartphone om de WIFI-verbinding tot stand te brengen.
1. Zog dat u de WIFI-functie op de smartphone hebt ingeschakeld.
2. Open de MiVue Pro-app en tik op het pictogram "+".
3. Tik op Selecteer WIFI en selecteer dan de dashboardcamera waarmee u
verbinding wilt maken.
4. Tik op Gereed om de WIFI-verbinding te voltooien.
5. Zodra de apparaten zijn verbonden, toont het scherm de hoofdpagina ( ).
18
Opmerking: De WIFI-verbinding tussen uw Mio en smartphone heeft geen toegang tot internet.
U kunt de status van de WIFI-verbinding controleren met het WIFI-pictogram op de
dashboardcamera.
De dashboardcamera is verbonden met de smartphone en gekoppeld
met de MiVue Pro-app.
De dashboardcamera is niet met de smartphone verbonden.
De dashboardcamera is met de smartphone verbonden maar nog niet
gekoppeld met de MiVue Pro-app.
4. Door de app MiVue Pro te starten op uw smartphone, is de dashboardcamera
klaar om video- en fotobestanden over te zetten door op de knop Gebeurtenis te
drukken.
19
Systeeminstellingen
Druk op om de systeeminstellingen aan te passen.
Opmerking: Sommige instelopties zijn misschien niet beschikbaar, dit hangt af van uw MiVue
model.
l
Bestand weergeven
Geeft video en foto's weer.
l
Camera
Tik om de Cameramodus op te roepen.
l
WIFI
Schakelt WIFI in of uit.
l
Geluidsopname
Stelt in of u de geluiden wilt opnemen tijdens de opnamen.
l
TPMS
TPMS (Tyre Pressure Monitoring System) is een elektronische assistent
geïnstalleerd in de banden van de auto om de luchtdruk te bewaken via de
MiVue-dashboardcamera. U ontvangt waarschuwingen als de banden een te
lage (of te hoge) druk hebben.
Druk op om de TPMS-instellingen te congureren.
l
Eenheden: Stelt de eenheid van druk (psi, Bar, kPa of kg/cm
2
) en temperatuur
(ºC of ºF) in.
l
Voorband sensoren: Stelt de minimum en maximum druk en de
maximumtemperatuur in voor de voorbanden.
l
Achterband sensoren: Stelt de minimum en maximum druk en de
maximumtemperatuur in voor de achterbanden.
20
l
Locatie sensor: Stelt de locatie van de sensor in.
l
Leermodus: Wanneer nieuwe TPMS-sensoren zijn geïnstalleerd, gebruikt u
deze optie zodat de dashboardcamera de nieuwe sensoren kan detecteren.
Opmerking: Zie voor meer informatie over het installeren en gebruiken van TPMS de
documentatie die met het product wordt meegeleverd.
l
Veilig rijden
De dashboardcamera biedt geavanceerde rij veiligheidsfuncties zodat u veiliger
rijdt.
l
Kalibratie: Volg de stappen om het systeem te kalibreren.
1. Rij het voertuig naar het midden van de rijbaan.
2. Vraag aan een passagier om de optie te selecteren en volg dan de instructies
op het scherm op om de calibratie te voltooien.
Pas het toestel aan door de rode
lijn te richten op de horizon en
de groene lijn op het midden van
de rijbaan.
Richt de blauwe lijn op de
motorkap.
Opmerking: U wordt geadviseerd het systeem constant te calibreren om op het juiste
moment gewaarschuwd te worden.
l
LDWS: Selecteer Piep of Spraak om de functie LDWS (Lane Departure
Warning System) te activeren. Eenmaal ingeschakeld, zal het systeem u
waarschuwen als het ontdekt dat de snelheid van de auto hoger is dan 60
km/u en als de auto is afgeweken van de bedoelde rijbaan.
l
Koplamp herinnering: Eenmaal ingeschakeld, zal het systeem u eraan
herinneren de lichten aan te zetten wanneer u rijdt in het donker. De
standaardinstelling is Uit.
21
l
Waarschuwing vermoeidheid bestuurder: Eenmaal ingeschakeld, zal het
systeem u herinneren om even te rusten na het rijden van een lange afstand (2
uren, 3 uren of 4 uren). De standaardinstelling is Uit.
l
Eco-aandrijvingsindicator: Eenmaal ingeschakeld, zal het systeem de Eco
rij indicatie op het scherm weergeven. De kleur van de indicatie zal veranderen
(rood, geel of groen), dit hangt af van uw rij status om u te herinneren meer
efcient te rijden. De standaardinstelling is Uit.
l
FCWS: Selecteer Piep of Spraak om de functie FCWS (Forward Collision
Warning System) te activeren. Het systeem geeft een waarschuwing als de
auto langzaam beweegt en te dicht bij de voor u rijdende auto komt.
l
Stop en ga: Na inschakelen waarschuwt het systeem u als de auto
voor u optrekt na langer dan 10 seconden te hebben stilgestaan. De
standaardinstelling is Uit.
l
Flitser
Stelt in hoe u gewaarschuwd wilt worden voor safety cams. De beschikbare
instellingen omvatten:
l
Alarm: Schakelt het alarmgeluid in (Piep of Spraak) of uit (Geluid dempen).
l
Alarmafstand: Het systeem waarschuwt op een vooraf ingestelde afstand
(Kort, Middel en Lang) als een itscamera gedetecteerd is.
l
Alarm methode
l
Slimme waarschuwing: Stelt de functie Waarschuwingsafstand in
volgens de huidige GPS-autosnelheid.
l
Standaardwaarschuwing: Stelt de functie Waarschuwingsafstand in
volgens de snelheidslimiet.
l
Drempel: De snelheidswaarde voor de dashboardcamera instellen om te
beginnen met meldingen aanbieden.
22
l
Waarsch. Kruissnelheid: Waarschuwing kruissnelheid: met deze optie
kunt u de limiet voor de kruissnelheid instellen. Als u met de cruisecontrol
harder rijdt dan de ingestelde waarde, ontvangt u waarschuwingen van de
dashboardcamera.
l
Aangepaste itser: Deze optie toont alle door de gebruiker toegevoegde
itscamera's, gesorteerd op aanmaaktijd.
l
Parkeerstand
Hiermee kunt u de instellingen van Parkeerstand wijzigen. De beschikbare
instellingen omvatten:
l
Detectie: Indien de dashboardcamera is ingeschakeld, zal deze de opname
automatisch starten bij detectie van bewegingen of als er zich een voorval
voordoet in de Parkeerstand.
l
Detectiemethode: Stelt de parkeerdetectiemethode in op Alleen G-sensor,
Alleen beweging of Beweging & G-sens..
l
Automatische invoer: Stelt de modus in (Laag, Middel, Hoog of
Handmatig) voor het systeem in om de Parkeermodus automatisch op te
roepen.
l
Bewegingsdetectie: Stelt het gevoeligheidsniveau van de bewegingsdetectie
in op Laag, Middel of Hoog.
l
G-sensorgevoel.: Wijzig het gevoeligheidsniveau (3 niveaus, van
Laag tot Hoog) van de G-sensor voor het automatisch activeren van de
parkeeropname als de dashboardcamera in de parkeerstand staat.
l
Led-indicator: Schakelt de parkeerindicator in of uit.
l
Video-opname
Wijzigt de instellingen van de opname, inclusief:
l
Lengte van videoclip: Stelt de lengte voor elke videoclip in voor een
continue opname.
23
l
Videoresolutie: Stelt de resolutie van de video in.
l
Groot dynamisch bereik: Stelt de functie WDR (Wide Dynamic Range, groot
dynamisch bereik) in staat om de beeldkwaliteit van de dashboardcamera te
verbeteren bij sterk contrasterend licht.
l
Belichtingswaarde (EV): Stelt het geschikte belichtingsniveau in om de
helderheid van het beeld aan te passen.
l
Frequentie: Stelt de frequentie in volgens de ikkerfrequentie van de lokale
voeding tijdens de opname.
l
G-sensorgevoel.: Wijzig het gevoeligheidsniveau van de G-sensor voor het
automatisch activeren van de noodopname terwijl continu opnemen actief is.
l
Stempels: Stelt de informatie in (Coördinaten of G-sensor) dat zal worden
weergegeven op de opgenomen video.
l
Snelheidsstempel: Geeft de rijsnelheid weer op de opgenomen video.
l
Tekststempel: Geeft de aangepaste informatie weer op de opgenomen video.
l
Systeem
Hiermee kunt u de systeeminstellingen van het apparaat wijzigen.
l
Satellieten: Toont de status van de GPS/GLONASS-signaalontvangst. U
kunt als dat nodig is op drukken en GPS of GLONASS selecteren voor
een betere signaalontvangst.
l
Datum/tijd: Stelt de systeemdatum en -tijd in. Raadpleeg het hoofdstuk "De
datum en tijd instellen" voor meer informatie.
l
Systeemgeluid: Schakelt de geluiden bij systeemmeldingen in of uit.
l
Welkomstgeluid: Schakelt de meldingsgeluiden bij het opstarten in of uit.
l
Volume: Stelt het volumeniveau in.
l
Lcd-standby
l
Selecteert Altijd aan om de LCD aan te houden.
24
l
Stelt de timer in voor de LCD om automatisch uit te schakelen (10 s, 1
min. of 3 min.) nadat de opname begint.
l
Het selecteren van HUD schakelt de LCD uit (binnen de aangegeven tijd)
maar geeft nog steeds de tijd en snelheidsinformatie weer.
l
Taal: Stelt de taal in.
l
Afstandseenheden: Stelt de voorkeurs-afstandseenheden in.
l
Opslagruimte: Het systeem biedt drie standaard geheugenconguraties
voor het opslaan van de video's (inclusief continue opname, noodopname en
parkeeropname) en foto's. Selecteer de juiste conguratie, gebaseerd op uw
gebruik.
l
Terugzetten: Herstelt de fabrieksinstellingen.
l
Versie: Toont informatie over de softwareversie.
l
Formatt.
Formatteert een geheugenkaart. (Alle gegevens worden gewist.)
MiVue Manager
MiVue Manager™ is een hulpmiddel waarmee u de video's bekijkt die zijn opgenomen
op een MiVue dashboardcamera.
Opmerking: Niet alle mogelijkheden zijn beschikbaar op elk model.
MiVue Manager installeren
Download MiVue Manager van de klantenservicepagina van Mio-website (www.mio.
com/support) en volg de prompts op het scherm om het te installeren. Zorg dat u de
juiste softwareversie (Windows of Mac) downloadt volgens het besturingssysteem
van uw computer.
25
De opgenomen bestanden afspelen
1. Verwijder de geheugenkaart uit de dashboardcamera en gebruik een kaartlezer in
de computer om hem te lezen. Het is aan te bevelen de opgenomen bestanden
naar de computer te kopiëren om een back-up te maken en om ze af te spelen.
2. Start MiVue Manager op de computer.
l
De standaard is dat MiVue Manager de agenda en de bestandenlijst aan de
rechterkant toont.
l
Is er een opgenomen bestand, dat zet u de datum gemarkeerd met “ .” Klik
op die datum om de bestanden te zien die op die dag opgenomen zijn.
l
U knt revoor kiezen dat het bestandstype getoond wordt als: Event / Normaal
/ Parkeren.
l
Om alle bestanden in de huidige map te tonen, klikt u op Alles. Om terug te
gaan naar agendaweergave, klikt u op Agenda.
3. Dubbelklik op het gewenste bestand om het afspelen te starten.
4. De afspeelknoppen zijn de volgende:
1 2 3 4 5 6 7
1
Naar vorige/volgende bestand in de lijst.
2
Start of pauzeert de weergave.
3
Verandert afspeelsnelheid in 1/4x, 1/2x, 1x (default), 1,5x of 2x.
4
Dempt het geluid en maakt het weer hoorbaar.
5
Stelt de geluidssterkte in.
6
Speelt de video op het volledige scherm.
7
Toont de voortgang van het afspelen. U kunt op een punt in de balk klikken
om direct naar een ander afspeelpunt te gaan.
26
5. Tijdens het afspelen, kunt u meer rij informatie controleren via het dashboard
paneel en de G sensor kaart, die onder het video afspeelscherm worden
weergegeven.
l
Klik op het dashboard paneel op om het map scherm weer te geven.
l
De G-sensorkaart toont gegevens in drie assen over de verplaatsing van het
voortuig naar voren en achteren (X), opzij (Y) en omhoog en omlaag (Z).
Opmerking: Het Kaartscherm verschijnt niet als de computer geen internetverbinding heeft of als
uw Mivue-model de gps-functie niet ondersteunt.
6. Met de werkbalk doet u het volgende:
1 2 3 4 5 6 87
1
Selecteert de map die de opgenomen bestanden heeft opgeslagen.
2
Vertoont en druk het huidige videobeeld af.
3
Slaat de geselecteerde bestanden in de aangewezen locatie van uw
computer op.
4
Legt het huidige videobeeld vast en slaat het op in de aangewezen locatie
van uw computer.
5
Opent het instellingenmenu. Het menu Instellingen is als volgt:
l
Taal wijzigen: Stelt de taal in waarmee MiVue Manager zich presenteert.
l
Skin veranderen: Stelt het kleurschema van MiVue Manager in.
l
Op updates controleren: Onderzoekt of er een nieuwe versie is van
MiVue Manager. Om dit te gebruiken hebt u internettoegang nodig.
l
Info: Toont de versie en de auteursrechtgegevens van MiVue Manager.
27
6
Exporteert de GPS informatie van het geselecteerde bestand in KML formaat
naar de aangewezen locatie van uw computer.
7
Uploadt het geselecteerde bestand naar Facebook / YouTube™.
8
In de afspeellijst geven de markeringen "F" en "R" die op de bestandsnaam
worden weergegeven, aan dat de video wordt geleverd met een
overeenkomende video voor (F) of video achter (R). Tijdens het afspelen
van de video, toont het scherm de PIP-modus (picture-in-picture). U kunt
schakelen tussen de video's voor en achter door te klikken op .
Opmerking: Deze functie is uitsluitend voor geselecteerde modellen.
Voor meer informatie
Uw apparaat verzorgen
Een goed onderhoud van uw apparaat garandeert een foutloze werking en
vermindert het risico op schade.
l
Houd het apparaat uit de buurt van overmatig vocht en extreme temperaturen.
l
Vermijd blootstelling van het apparaat aan direct zonlicht of sterk ultraviolet licht
gedurende langere perioden.
l
Plaats niets bovenop het apparaat en laat geen objecten op het apparaat vallen.
l
Laat het apparaat niet vallen en stel het niet bloot aan heftige schokken.
l
Stel het apparaat niet bloot aan plotselinge en extreme
temperatuurveranderingen. Dit kan de vorming van condensatie in de eenheid
veroorzaken, waardoor het apparaat defect kan raken. Bij vochtcondensatie
moet u het apparaat volledig laten drogen voordat u het weer gebruikt.
l
Het schermoppervlak kan gemakkelijk worden gekrast. Raak het niet aan met
scherpe voorwerpen. U kunt algemene niet-klevende schermbeschermingen
gebruiken die speciek werden ontwikkeld voor gebruik op draagbare apparaten
28
met LCD-schermen, zodat het scherm tegen kleine krassen wordt beschermd.
l
Reinig het apparaat nooit wanneer het is ingeschakeld. Gebruik een zachte,
pluisvrije doek om het scherm en de buitenzijde van het apparaat af te vegen.
l
Gebruik geen papieren handdoeken om het scherm te reinigen.
l
Probeer nooit het apparaat te demonteren, te repareren of wijzigingen aan het
apparaat aan te brengen. Het demonteren, aanpassen of op enigerlei manier
repareren, kan schade veroorzaken aan het apparaat en zelfs lichamelijk letsel
of materiële schade veroorzaken en zal de garantie ongeldig maken.
l
Ontvlambare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen niet in dezelfde
ruimte bewaren of vervoeren als het apparaat, de onderdelen of de accessoires.
l
Om diefstal te voorkomen, mag u het apparaat en de toebehoren niet duidelijk
zichtbaar achterlaten in een onbeheerd voertuig.
l
Oververhitting kan het apparaat beschadigen.
Veiligheidsmaatregelen
Over het laden
l
Gebruik alleen de lader die bij uw apparaat is geleverd. Het gebruik van een
andere lader zal leiden tot een defect en/of gevaar.
l
Dit product is bedoeld voor gebruik in combinatie met een IN DE LIJST
OPGENOMEN voeding gemarkeerd met "LPS", "Beperkte voedingsbron" en met
een nominaal uitgangsvermogen van + 5 V dc / 2,0 A.
Over de lader
l
Gebruik de lader niet in een zeer vochtige omgeving. Raak de lader nooit aan
met natte handen of voeten.
l
Zorg voor voldoende ventilatie rond de lader als deze wordt gebruikt voor het
bedienen van het apparaat of het opladen van de batterij. De lader niet afdekken
met papier of andere objecten die de koeling belemmeren. Gebruik de lader niet
als deze zich nog in de draagtas bevindt.
29
l
Sluit de lader aan op een goede stroombron. De spanningsvereisten vindt u op
de behuizing en/of de verpakking van het product.
l
Gebruik de lader niet als de kabel beschadigd is.
l
Probeer het apparaat nooit zelf te onderhouden of te repareren. Het apparaat
bevat geen interne onderdelen die kunnen worden gerepareerd. Vervang de
eenheid als deze is beschadigd of blootgesteld aan overmatige vocht.
Over de batterij
OPGELET: Deze eenheid bevat een niet-vervangbare interne lithium-ionbatterij. De
batterij kan openbarsten of exploderen, waarbij gevaarlijke chemische producten
vrijkomen. Om het risico op brand of brandwonden te voorkomen, mag u de batterij
niet demonteren, samenpersen, doorprikken of in vuur of water gooien.
l
Gebruik een aanbevolen batterij in het apparaat.
l
Belangrijke instructies (alleen voor onderhoudspersoneel)
l
Opgelet: Explosiegevaar als de batterij wordt vervangen door een onjuist
type. Gooi de gebruikte batterijen weg volgens de instructies.
l
Alleen vervangen door hetzelfde of een equivalent type dat is aanbevolen
door de fabrikant.
l
De batterij moet op een juiste wijze worden gerecycled of weggegooid.
l
Gebruik de batterij alleen in het gespeciceerde apparaat.
Over GPS
l
GPS wordt beheerd door de regering van de Verenigde Staten, die alleen
verantwoordelijk is voor de werking van GPS. Elke wijziging aan het GPS-
systeem kan de nauwkeurigheid van alle GPSapparatuur beïnvloeden.
l
GPS-signalen gaan niet door vaste materialen (behalve glas). Wanneer u in
een tunnel of een gebouw bent, is de GPS-positionering niet beschikbaar. De
ontvangst van het signaal kan worden beïnvloed door omstandigheden zoals
slecht weer of obstakels boven uw hoofd (zoals bomen en hoge gebouwen).
30
l
De positiegegevens van de GPS zijn alleen als referentie.
Regelgevende informatien (CE)
Voor regelgevende identicatiedoeleinden: het modelnummer N548 is toegewezen
aan de MiVue 798/798D.
Producten met het CE-keurmerk voldoen aan de richtlijn inzake radio-
apparatuur (RED) (2014/53/EU) - uitgegeven door de Commissie van de
Europese Gemeenschap.
De naleving van deze richtlijnen impliceert conformiteit met de volgende Europese
normen:
EN 55032: 2012 + AC: 2013
EN 55024: 2010 and CISPR 24: 2010
EN 61000-4-2: 2009 en IEC 61000-4-2: 2008
EN 61000-4-3: 2006 + A1: 2008 + A2: 2010 en IEC 61000-4-3: 2006 + A1: 2007 +
A2: 2010
EN 61000-4-4: 2012 en IEC 61000-4-4: 2012
EN 61000-4-5: 2006 en IEC 61000-4-5: 2005
EN 61000-4-6: 2009 en IEC 61000-4-6: 2008
EN 61000-4-8: 2010 en IEC 61000-4-8: 2009
EN 61000-4-11: 2004 en IEC 61000-4-11: 2004
EN 301 489-1 V2.2.1 (2017-02)
EN 301 489-17 V3.1.1 (2017-02)
EN 301 489-3 V2.2.1: (2017-03)
ETSI EN 300 328 V2.1.1
EN 300 440 V2.1.1; 2017
IEC60950-1(ed.2); am1; am2
31
ISO7637-2: 2004
EN 62311: 2008
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor wijzigingen die zijn
aangebracht door de gebruiker, en de gevolgen daarvan die de conformiteit van het
product met de CE-markering wijzigen.
Verklaring van conformiteit
MiTAC verklaart hierbij dat deze N548 voldoet aan de essentiële vereisten en
andere relevante voorwaarden van de Richtlijn 2014/53/EU.
WEEE
Dit product mag niet worden weggegooid als normaal huishoudelijk afval,
in overeenstemming met de EU-richtlijn voor elektrische en elektronische
apparatuur (WEEE – 2012/19/EU). Het moet in plaats daarvan worden
verwijderd door het terug te bezorgen bij het verkooppunt of bij een
inzamelpunt voor recycling in uw gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Mio MIO MIVUE 798 de handleiding

Type
de handleiding