KERN TSXC 60K-3-A Installatie gids

Type
Installatie gids
KERN & Sohn GmbH
www.kern-sohn.com
Ziegelei 1
72336 Balingen-Frommern
Germany
+0049-[0]7433-9933-0
+0049-[0]7433-9933-149
Handleiding en bedrijfsvoorschriften
Afleesinrichtingen
KERN KXC-TM
Type TKXC-TM-A
Versie 1.0
2023-08
NL
NL
KERN KXC-TM
Versie 1.0 2023-08
Handleiding en bedrijfsvoorschriften
Afleesinrichtingen
KERN
KXC-TM
Artikelnummer / type
TKXC-TM-A
Display
LCD, 6- cijfers, cijferhoogte 48 mm, verlichte achtergrond
Resolutie
(weegsystemen met ijking)
met één bereik (Max) 3000 e
meerdere bereiken/meerdere verdelingen (Max)
2 × 3000 e
Resolutie
(weegsystemen zonder ijking)
30 000 d
IJkklasse
III
Weegbereiken
2
Digitale schaal
1, 2, 5, 10 n
Tensometrisch weegcellen
871100
(minimale/maximale weerstand)
Toepassingen
wegen, aantal stuks bepalen, controlewegen
Weegeenheden
g, kg, lb, pcs, %, FFA
Toegestane
omgevingstemperatuur
10°C ... +40°C
Bereik bedrijfstemperatuur met
accu
0°C … +40°C
Luchtvochtigheid
max. 80% relatief (geen condensatie)
Elektrische voeding
ingangsspanning 100~240 V; 50/60 Hz; 0,4 A
overspanningscategorie II
schommelingen in netspanning ±10%
optionele accu TYKR-01-A (RC193650); 3,7 V; 3700 mAh
Bedrijf met accuvoeding (optie)
bedrijfstijd 48 h (verlichte achtergrond uit)
bedrijfstijd 20 h (verlichte achtergrond aan)
oplaadtijd ca. 8 h
Afmetingen van de display
232 × 80 × 150 (B × D × H) [mm]
Netto gewicht (kg)
2,5
Interfaces
RS-232, USB-Device, WLAN, analoog (010 V, 420 mA),
Ethernet, Bluetooth via KUP (fabrieksoptie)
Installatiehoogte boven
zeeniveau
tot 2000 m
IP bescherming
IP 68
Vervuilingsgraad
2
www.kern-sohn.com/ce
Pos.
Naam
1
Display
2
Toetsenbord
Toets
Naam
Functie in bedrijfsmodus
Functie in de menu
ON/OFF
toets
Aan-/uitzetten
(toets indrukken en ingedrukt houden)
Achtergrondverlichting van het scherm
aan-/uitzetten
(toets indrukken)
Toets F1
Functietoets, zie hoofdstuk 9.5
Toets F2
Functietoets, zie hoofdstuk 9.5
Navigatietoets
Terug naar het vorige
menuniveau
Het menu verlaten / terug naar
de weegmodus
Toets
Toets voor omschakelen, zie hoofdstuk 9.5
Navigatietoets
Menupunt activeren
De keuze bevestigen
De toets
PRINT
Overdracht van de weeggegevens via
intereface
Display met verhoogde resolutie
(indrukken en ingedrukt houden, enkel
voor geijkte weegschalen)
Navigatietoets
Keuze van de menupunt
De toets
ZERO
Op nul zetten
Navigatietoets
Keuze van de menupunt
TARE toets
Tarreren
Menu opvragen
(op de toets drukken en
ingedrukt houden)
Toets
Naam
Functie
Navigatietoets
Cijferkeuze
De ingevoerde gegevens bevestigen. Meerdere malen op
de toets voor elke positie drukken. Wachten tot het
invoervenster met numerieke waarden verschijnt.
Navigatietoets
De waarde van het blinkende cijfer verminderen (09)
Navigatietoets
De waarde van het knipperende cijfer vergroten (09)
Positie
Aanduiding
Beschrijving
1
Stabilisatieaanduiding
2
>0<
Nulaanduiding
3
Aanduiding van de negatieve waarde
4
Tolerantie-markeringen voor weging met
een tolerantiebereik
5
Indicator laadstatus batterij
6
Indicator eenheden / Pcs /
%
Keuzemogelijkheid: g, kg, lb, gn, oz
of
Toepassingspictogram [Pcs] bij het
bepalen van aantal stuks
of [%] bij het bepalen van percentwaarde
7
Gegevensoverdracht in uitvoering
8
WIFI-pictogram
9
AP
Functie “Autoprint” actief
10
De weeggegevens zijn in het
optelgeheugen
11
G
Indicator bruto - gewichtswaarde
12
NET
Indicator netto - gewichtswaarde
13
HOLD
Functie “Hold” / functie dieren wegen
14
PTARE
Functie “Pre-Tare”
15
W1W2
Aanduiding van het geselecteerde
weegbereik
LO
OK
HI
Lees deze gebruiksaanwijzing vóór de installatie en inbedrijfstelling
zorgvuldig door, ook als u al ervaring heeft met KERN-weegschalen.
Bewaar alle onderdelen van de originele verpakking voor eventueel
retourvervoer.
Gebruik alleen de originele verpakking voor het retourvervoer.
Ontkoppel alle aangesloten kabels en losse/verplaatsbare onderdelen
vóór verzending.
Maak eventuele transportsloten weer vast, indien beschikbaar.
Alle delen, bv. het windscherm, het weegschaalplateau, de
netadapter, e.d. dienen tegen wegglijden en beschadiging te worden
beveiligd.
Display
Gebruiksaanwijzing
De weegschaal kan aan het voedingsnetwerk enkel dan worden
aangesloten indien de gegevens op het toestel (sticker) en de lokale
voedingspanning identiek zijn.
Belangrijk:
Vóór het starten de netkabel op beschadigingen controleren.
De netadapter mag geen contact met vloeistoffen hebben.
De stekker moet altijd bereikbaar zijn.
LET OP
De accu en de lader zijn compatibel.
Bereik bedrijfstemperatuur met accu: 0°C … +40°C.
Vervang de accu enkel door een accu van hetzelfde type of van
het door de fabrikant aanbevolen type.
De accu is niet beschermd tegen alle omgevingsinvloeden.
Blootstelling van de accu aan bepaalde
omgevingsomstandigheden kan tot brand of explosie leiden.
Het kan leiden tot ernstig letsel aan personen of schade aan
eigendommen.
Bescherm de accu tegen vuur en hitte.
Laat de accu niet in contact met vloeistoffen, chemicaliën of
zouten.
Stel de accu niet bloot aan hoge druk of magnetronstraling.
Breng in geen geval wijzigingen aan en bewerk niet met de
accu en de lader.
Gebruik geen defecte, beschadigde of vervormde accu.
Verbind of kortsluit de elektrische contacten van de accu niet
met metalen voorwerpen.
Elektrolyt kan uit een beschadigde accu lekken. Contact van de
elektrolyt met de huid of de ogen kan tot irritatie leiden.
Let bij het plaatsen of vervangen van accu`s op de juiste
polariteit.
Door de netadapter aan te sluiten wordt de accu uitgeschakeld.
Indien wordt geconstateerd dat de accu een geur afgeeft, verhit,
verkleurd of vervormd is, moet ze onmiddellijk van de
stroomvoorziening worden losgekoppeld en indien mogelijk, van
de weegschaal.
Vereist justeergewicht voorbereiden, zie hoofdstuk 1.
Het gewicht van het justeergewicht is van het weegbereik van de weegschaal
afhankelijk. Zo mogelijk dient het justeren te worden doorgevoerd met een
justeergewicht met een gewicht gelijk aan de maximale last. Gegevens over
de controlegewichten zijn te vinden op: http://www.kern-sohn.com
Zorg voor stabiele omgevingsomstandigheden. Voor de stabilisatie is de
opwarmingstijd vereist (zie hoofdstuk 1).
Zorg ervoor dat zich op het weegplateau geen voorwerpen bevinden.
Trillingen en tocht vermijden.
Het justeren enkel bij opgelegd standaard weegschaalplateau uitvoeren.
Bij weegschalen met typeonderzoek is het justeren geblokkeerd.
Om de toegangsblokkering op te heffen moet het zegelmerk worden vernietigd
en de instelschakelaar worden bediend. De plaatsing van de justeertoets, zie
hoofdstuk 8.
Let op:
Nadat de zegel wordt verbroken en voordat de weegschaal opnieuw wordt
gebruikt in toepassingen die de ijking vereisen, dient de weegschaal opnieuw
te worden geijkt door een bevoegde genotificeerde instelling en betreffend te
worden gemarkeerd met een nieuwe zegel.
Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en
ON/OFF drukken en ingedrukt houden.
Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt
weergegeven.
Met bevestigen, de aanduiding < CalExt >
verschijnt.
Druk de toets , wordt het eerste instelbare
justeergewicht weergegeven.
Met de navigatietoetsen het justeergewicht kiezen, zie
hofdstuk 1 „Justeerpunten” of „Aanbevolen justeergewicht”.
Vereist justeergewicht voorbereiden.
De keuze met de toets bevestigen. De volgende
aanduidingen < Zero > en < Pt ld > worden
weergegeven en vervolgens verschijnt de waarde van het
justeersgewicht dat op de weegschaal moet worden
geplaatst.
Plaats het justeergewicht en bevestig door op te
drukken, er worden < wait > en
< reMvld >weergegeven.
Nadat < reMvld > is weergegeven het justeergewicht
verwijderen.
Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch
terug naar de weegmodus gezet.
Bij fout van het justeren (bv. wanneer zich op de
weegschaal voorwerpen bevinden) verschijnt op de
afleeseenheid een foutmelding < wrong >. De
weegschaal uitzetten en het justeerproces herhalen.
Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en
ON/OFF drukken en ingedrukt houden.
Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt
weergegeven.
Met bevestigen, de aanduiding < CalExt >
verschijnt.
Met de navigatietoetsen  het menupunt
< caleud > kiezen.
Met de toets bevestigen. Het wordt een
invoervenster met numerieke waarden weergegeven,
waarin de waarde van het justeersgewicht kan worden
ingevoerd. De actieve positie knippert.
Bereid het justeergewicht voor.
Voer de gewichtswaarde in, voor numeriek invoeren zie
hoofdstuk 3.2.2.
De keuze met de toets bevestigen. < Zero >,
De volgende aanduidingen < Zero > en < Put ld >
worden weergegeven en vervolgens verschijnt de waarde
van het justeersgewicht dat op de weegschaal moet
worden geplaatst.
Plaats het justeergewicht en bevestig door op te
drukken, er worden < wait > en
< reMvld >weergegeven.
Nadat < reMvld > is weergegeven het justeergewicht
verwijderen.
Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch
terug naar de weegmodus gezet.
Bij fout van het justeren (bv. wanneer zich op de
weegschaal voorwerpen bevinden) verschijnt op de
afleeseenheid een foutmelding < wrong >. De
weegschaal uitzetten en het justeerproces herhalen.
Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en
ON/OFF drukken en ingedrukt houden.
Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt
weergegeven.
Met bevestigen, de aanduiding < CalExt >
verschijnt.
Met de navigatietoetsen  het menupunt
< graadj > kiezen.
Met de toets bevestigen, de actuele instelling wordt
weergegeven. De actieve positie knippert.
Voer de gewichtswaarde in en bevestig met de toets ,
het invoeren van de numerieke waarden zie
hoofdstuk 3.2.2.
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu
omgeschakeld.
Om het menu te verlaten op meermaals drukken.
Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en
ON/OFF drukken en ingedrukt houden.
Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt
weergegeven.
Met bevestigen, de aanduiding < CalExt >
verschijnt.
Met de navigatietoetsen  het menupunt
< grause > kiezen.
Met de toets bevestigen, de actuele instelling wordt
weergegeven. De actieve positie knippert.
Voer de gewichtswaarde in en bevestig met de toets ,
het invoeren van de numerieke waarden zie
hoofdstuk 3.2.2.
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu
omgeschakeld.
Om het menu te verlaten op meermaals drukken.
De ijking van de weegschaal is ongeldig zonder de zegelmerken.
Bij weegschalen met typetoelating informeren de daarop geplaatste zegels
dat de weegschaal geopend en onderhouden mag worden enkel door
geschoold en bevoegd vakpersoneel. Het vernielen van de zegels betekent
dat de ijking niet meer geldig is. De landelijke wetten en voorschriften
opvolgen. In Duitsland is een nieuwe ijking vereist.
Locaties van de
zegels
De toets ON/OFF drukken.
Nadat de display wordt aangezet, wordt de autotest van
de weegschaal doorgevoerd.
Afwachten tot de gewichtaanduiding verschijnt.
De weegschaal is paraat met de laatste actieve
toepassing.
De toets ON/OFF drukken en ingedrukt houden tot de
display verdwijnt.
De weergave van de nulaanduiding [>0<] controleren,
indien nodig op nul zetten door op ZERO te drukken.
Het te wegen materiaal opleggen.
Afwachten tot de stabilisatieaanduiding ( ) wordt
weergegeven.
Het weegresultaat aflezen.
Waarschuwing voor overbelasting
Overbelasting van de weegschaal boven aangegeven maximale last (Max)
met bestaande tarravooraftrek, absoluut vermijden.
Het kan tot de beschadiging van het apparaat leiden.
Het overschrijden van de maximale last wordt met de aanduiding
gesignaleerd. De weegschaal ontlasten of de initiële belasting verminderen.
Ontlast de weegschaal.
Druk op ZERO om de weegschaal op nul zetten.
Plaats de voor het wegen gebruikte container op het
weegschaalplateau.
Afwachten tot de stabilisatieaanduiding ( ) verschijnt
en vervolgens de toets TARE drukken. Het
containergewicht wordt in het weegschaalgeheugen
opgeslagen. Er verschijnen: de nulaanduiding en de
<NET> aanduiding.
De aanduiding < NET > geeft aan dat alle afgelezen
gewichtswaarden de netto-waarden zijn.
Wanneer de weegschaal wordt ontladen, wordt de opgeslagen tarrawaarde
met een negatief teken weergegeven.
Om de opgeslagen tarrawaarde te wissen, dient de weegschaal te worden
ontlast en de toets TARE of de toets ZERO gedrukt.
De procedure kan een willekeurig aantal keren worden herhaald, bij
voorbeeld bij het wegen van verschillende ingrediënten van een mengsel
(bijwegen). De grens wordt bereikt wanneer het volledige tarreerbereik
wordt gebruikt.
Tarra numeriek invoeren (functie PRE-TARE)
De toets drukken
De toets drukken en ingedrukt
houden
Weih
Voor het eerst indrukken: De
weegeenheid instellen
Tussen weegeenheden
omschakelen
Brutto waarde van de massa
aflezen
count
Voor het eerst indrukken:
Aantal referentiestuks instellen
Tussen weegeenheden
omschakelen
Nadat de weegschaal wordt
getarreerd en de toets ingedrukt,
wordt de gewichtseenheid
weergegeven, door de toets
ingedrukt te houden kan het
display tussen bruto, netto en tarra
schakelen.
check
Voor het eerst indrukken: De
weegeenheid instellen
Tussen weegeenheden
omschakelen
Nadat de weegschaal wordt
getarreerd en de toets ingedrukt,
wordt de gewichtseenheid
weergegeven, door de toets
ingedrukt te houden kan het
display tussen bruto, netto en tarra
schakelen.
De toets drukken
De toets drukken en ingedrukt
houden
Weih
Instellingen van PRE-Tare
functie openen
Data-Hold functie uitvoeren
count
Aantal referentiestuks instellen
Geen toegewezen functie
check
De instellingen voor
controlewegen openen
De instelling voor doelwegen
openen
De toets drukken
De toets drukken en ingedrukt
houden
Weih
Toepassing selecteren
Geen toegewezen functie
count
check
Overige instellingen zijn beschikbaar in het configuratiemenu in het
submenu < button >, zie hoofdstuk 14.3.1.
Bij de eerste keer indrukken van de toets kan de
eenheid voor de snelkeuze worden ingesteld.
Op de toets drukken en afwachten tot de
aanduiding knippert.
Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen
en met de toets bevestigen.
Met de toets kan tussen de actieve eenheid 1
en eenheid 2 worden omgeschakeld.
De menu instelling < unit > kiezen en met de
toets bevestigen.
Afwachten totdat de nulaanduiding blinkt.
Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen
en met de toets bevestigen.
Vereiste instellingen bij de keuze van een app (FFA, %) vermeld in het
hoofdstuk 11.4.2 en 11.4.3.
De toets ingedrukt houden tot de aanduiding
van de brutowaarde van de massa wordt
afgelezen.
Na het loslaten van de toets blijft de waarde van
het brutomassa nog enige tijd op het display
afgelezen.

De toets TARE drukken en zo lang ingedrukt houden
tot de aanduiding < apcmen >> verschijnt.
Het display verandert eerst in < wghmode > en dan
in <Ptare>.
Door op TARE te drukken de menuinstelling
< mode > kiezen en met bevestigen.
Op het display verschijnt de laatste actieve toepassing,
bv. < weih >.
Door op TARE te drukken de gewenste toepassing
kiezen, keuzemogelijkheid:
wei h
Weging
count
Aantal stuks tellen
check
Controlewegen
De keuze met de toets bevestigen.
Informatie over de toepassingsspecifieke instellingen is te vinden in de
beschrijving van de desbetreffende toepassing.
Alle basisinstellingen en parameters die van invloed op de werking van
de weegschaal zijn, zijn in configuratiemenu verzameld (zie
hoofdstuk 14.3.1).
Deze instellingen gelden voor alle toepassingen.
Het aantal beschikbare toepassingen is van het model afhankelijk.
Indien de toepassing <Wegen> nog niet actief is, de menuinstelling
<mode> <weih> kiezen, zie hoofdstuk 10.
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Omschrijving / hoofdstuk
Ptare
PRETARE
actuAl
Geplaatste massa als PRE-TARE overnemen, zie
hoofdstuk 11.2.1
manuAl
Tarra numeriek invoeren, zie hoofdstuk 11.2.2
CLEAR
PRE-TARE waarde wissen
hold
-
Functie Hold activeren, zie hoofdstuk 11.3
Unit
Eenheden
beschikbare
weegeenheden,
hoofdstuk 1
Deze functie bepaalt in welke weegeenheid het resultaat
wordt weergegeven, zie hoofdstuk 11.4.1.
pcs
Toepassingseenheid “Tellen”
FFA
Vermenigvuldigingsfactor, zie hoofdstuk 11.4.2
%
Toepassingseenheid “Percentagewaarde bepalen”, zie
hoofdstuk 11.4.3
mode
Toepassingen
wei h
Weging
zie hoofdstuk 10
count
Aantal stuks tellen
check
Controlewegen
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Omschrijving / hoofdstuk
Ptare
PRETARE
actuAl
Geplaatste massa als PRE-TARE overnemen, zie
hoofdstuk 11.2.1
manuAl
Tarra numeriek invoeren, zie hoofdstuk 11.2.2
CLEAR
PRE-TARE waarde wissen
hold
-
Functie Hold activeren, zie hoofdstuk 11.3
Unit
Eenheden
g
Deze functie bepaalt in welke weegeenheid het resultaat
wordt weergegeven, zie hoofdstuk 11.4.1.
kg
mode
Toepassingen
wei h
Weging
zie hoofdstuk 10
count
Aantal stuks tellen
check
Controlewegen
Plaats het weegresevoir.
De menuinstelling < Ptare > opvragen en met de
toets bevestigen.
Om de massa van geplaatst gewicht als de PRE-TARE
over te nemen met de navigatietoetsen de optie
< actuAl > kiezen.
Met de toets bevestigen. Het wordt < wait >
weergegeven.
Het gewicht van het gewichtsreservoir wordt als
tarragewicht opgeslagen. Er verschijnen: de
nulaanduiding en <PTARE> en <NET>.
Verwijder weegcontainer, het tarragewicht wordt met een
negatief teken weergegeven.
Plaats de weegcontainer op het weegschaalplateau.
Afwachten tot de stabilisatieaanduiding ( ) wordt
weergegeven.
Het netto gewicht aflezen.
De ingevoerde tarra is geldig tot de nieuwe tarra wordt ingevoerd. Om het te
wissen de toets TARE drukken of de menuinstelling < clear >
bevestigen door op te drukken.
De menuinstelling < Ptare > opvragen en met de toets
bevestigen.
Met de navigatietoetsen de instelling
< manuAl > kiezen en met bevestigen.
De bekende tarra invoeren, het invoeren van numerieke
waarden zie hoofdstuk 3.2.2, de actieve positie blinkt.
Het ingevoerde gewicht wordt als tarragewicht
opgeslagen, de aanduidingen <PTARE> en <NET>en het
tarragewicht verschijnen met een negatief teken.
Plaats het weegcontainer op het weegschaalplateau.
Afwachten tot de stabilisatieaanduiding ( ) wordt
weergegeven.
Het netto gewicht aflezen.
De ingevoerde tarra is geldig tot de nieuwe tarra wordt ingevoerd. Om het te
wissen de nul waarde invoeren of de menuinstelling < clear >
bevestigen door op te drukken.
De menuinstelling < hold > kiezen.
Het te wegen materiaal opleggen.
Met de toets bevestigen.
De eerste stabiele gewichtswaarde wordt in de bovenste
rand van het display door [HOLD] opgeslagen. Nadat de
lading is verwijderd, blijft de waarde nog 10 seconden op
het display staan.
De menuinstelling < unit > kiezen en met de
toets bevestigen.
Afwachten totdat de nulaanduiding blinkt.
Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen
en met de toets bevestigen.
Vereiste instellingen bij de keuze van een app (FFA, %) vermeld in het
hoofdstuk 11.4.2 en 11.4.3.
Met de toets (standaard instelling) is het mogelijk tussen de actieve
eenheid 1en eenheid 2 te schakelen (Standaard instelling van de
toetsen, zie hoofdstuk 9.5. Overige instellingen, zie hoofdstuk 14.3.1).
De menuinstelling < unit > kiezen en met de toets
bevestigen.
Met de navigatietoetsen de instelling <FFA> kiezen en
met de toets bevestigen.
Vermenigvuldigingsfactor invoeren, het invoeren van
numerieke waarden zie hoofdstuk3.2.2, de actieve positie
knippert.
De menuinstelling < unit > kiezen.
Het referentiegewicht plaatsen dat met 100%
overeenkomt.
hoogte van de
bovenrand van de
display.
hoogte van de
bovenrand van de
display.
Met de toets bevestigen.
Met de navigatietoetsen de instelling < % > kiezen en
met de toets bevestigen.
De waarde met de toets bevestigen.
Vanaf dat moment wordt het gewicht van het monster in
procenten ten opzichte van de referentiemassa
weergegeven.
Indien de toepassing <Aantal stuks tellen> nog niet actief is, kies dan de
menuinstelling mode > < count >, zie hoofdstuk 10.
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Omschrijving / hoofdstuk
Ref.
Het aantal
referentiestuks
5
Het aantal referentiestuks 5
10
Het aantal referentiestuks 10
20
Het aantal referentiestuks 20
50
Het aantal referentiestuks 50
free
Vrij gekozen, numeriek invoeren, zie hoofdstuk 3.2.2
input
De massa van een afzonderlijk onderdeel als een numerieke
waarde invoeren zie hoofdstuk 3.2.2
Ptare
PRETARE
actuAl
Geplaatste massa als PRE-TARE overnemen, zie
hoofdstuk 11.2.1
manuAl
Tarra numeriek invoeren, zie hoofdstuk 11.2.2
CLEAR
PRE-TARE waarde wissen
target
Doeltellen
value
Telmodus
zie hoofdstuk 12.
2.2
errupp
Bovenste tolerantie
errlow
Onderste tolerantie
CLEAR
Instellingen wissen
mode
Toepassingen
count
Aantal stuks tellen
zie hoofdstuk 10
check
Controlewegen
wei h
Weging
Hoe groter het aantal referentiestuks, hoe hoger de nauwkeurigheid van het
tellen van het aantal stuks.
Bij kleine en zeer verschillende elementen moet de referentiewaarde
respectievelijk groot zijn.
Minimale massa van getelde onderdelen, zie tabel “Technische gegevens”
Indien nodig een weegcontainer plaatsen en de
weegschaal tarreren.
Aantal gewenste referentiestuks opleggen.
De menuinstelling < ref > opvragen en met de toets
bevestigen.
Met de navigatietoetsen , het aantal referentiestuks (5,
10, 20, 50) kiezen volgens de toegepaste referentie en met
de toets bevestigen.
De weegschaal bepaalt het gemiddelde stukgewicht en
toont vervolgens het aantal stuks.
De referentiebelasting verwijderen. De weegschaal staat
nu in de modus voor het tellen van stuks en telt alle
stukken die op de weegplaat liggen.
Indien nodig een weegcontainer plaatsen en de
weegschaal tarreren.
Aantal gewenste referentiestuks opleggen.
De menuinstelling < ref > opvragen en met de toets
bevestigen.
Met de navigatietoetsen de instelling < free > kiezen
en met de toets bevestigen.
Het verschijnt een venster voor numerieke invoer.
Aantal referentiestuks invoeren en bevestigen, de waarde
numeriek invoeren zie 3.2.2.
De weegschaal bepaalt het gemiddelde stukgewicht en
toont vervolgens het aantal stuks.
De referentiebelasting verwijderen. De weegschaal staat
nu in de modus voor het tellen van stuks en telt alle
stukken die op de weegplaat liggen.
De menuinstelling < ref > opvragen en met de toets
bevestigen.
Met de navigatietoetsen de instelling < input >
selecteren met de toets bevestigen.
Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met
de toets bevestigen.
Met de navigatietoetsen de positie van de komma
selecteren en met bevestigen.
Vermenigvuldigingsfactor invoeren, het invoeren van
numerieke waarden zie hoofdstuk3.2.2, de actieve positie
knippert.
Met de toets bevestigen.
De weegschaal staat nu in de modus voor het tellen van
stuks en telt alle stukken die op het weegplateau liggen.
Indien nodig een weegcontainer plaatsen en de
weegschaal tarreren.
De container met de te tellen onderdelen vullen. Het aantal
stuks verschijnt direct op het display.
Met de toets is het mogelijk tussen de aanduiding van het aantal stuks
en de gewichtsaanduiding om te schakelen (standaardinstelling, zie
hoofdstuk 9.5).
Streefaantal stuks boven opgegeven tolerantie
Streefaantal stuks binnen opgegeven tolerantie
Streefaantal stuks onder opgegeven tolerantie
Zorg ervoor dat de weegschaal in de modus van het
bepalen van het aantal stuks en het gemiddelde gewicht
van een enkel stuk is gedefinieerd (zie hoofdstuk 12.2.1).
Zo nodig met de toets omschakelen.
Met de navigatietoetsen de instelling < target >
kiezen en met de toets bevestigen.
Er wordt de aanduiding < value > weergegeven.
Met de toets bevestigen, het wordt een venster voor
numerieke invoer weergegeven. De actieve positie
knippert.
Voer het doelaantal stuks (invoeren van numerieke
waarden zie hoofdstuk 3.2.2) en bevestig met
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu < value >
omgeschakeld.
Met de navigatietoetsen de instelling < Errupp >
selecteren met de toets bevestigen.
Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met
de toets bevestigen.
Het verschijnt een venster voor numerieke invoer. De
actieve positie knippert.
Voer de bovenste tolerantie in (invoeren van numerieke
waarden zie hoofdstuk 3.2.2) en bevestig met
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu
< Errupp > omgeschakeld.
Met de navigatietoetsen de instelling < errlow >
selecteren met de toets bevestigen.
Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met
de toets bevestigen.
Het verschijnt een venster voor numerieke invoer. De
actieve positie knippert.
Voer de onderste tolerantie in (invoeren van numerieke
waarden zie hoofdstuk 3.2.2) en bevestigen.
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu
< Errlow > omgeschakeld.
Om het menu te verlaten op meermaals drukken.
Na het instelwerk is de weegschaal klaar voor het doeltellen.
Het te wegen materiaal
onder de aangegeven
tolerantie
Het te wegen materiaal
binnen de aangegeven
tolerantie
Het te wegen materiaal
boven de aangegeven
tolerantie
De ingevoerde waarden zijn geldig tot het moment dat de nieuwe waarden
worden ingevoerd.
Om de waarden te wissen de menuinstelling < target > < clear >
kiezen en met bevestigen.
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Omschrijving / hoofdstuk
target
Doelweging,
zie hoofdstuk 13.2.1
value
Doelmassa, waarde numeriek invoeren, zie hoofdstuk 3.2.2
errupp
Bovenste tolerantie, waarde numeriek invoeren, zie
hoofdstuk 3.2.2.
errlow
Onderste tolerantie, waarde numeriek invoeren, zie
hoofdstuk 3.2.2.
CLEAR
Instellingen wissen
limits
Controlewegen,
zie hoofdstuk. 13.2.2
limupp
Bovenste grenswaarde, waarde numeriek invoeren zie
hoofdstuk 3.2.2
limloW
De onderste grenswaarde, waarde numeriek invoeren zie
hoofdstuk 3.2.2
CLEAR
Instellingen wissen
Ptare
PRETARE
actuAl
Geplaatste massa als PRE-TARE overnemen, zie
hoofdstuk 11.2.1
manuAl
Tarra numeriek invoeren, zie hoofdstuk 11.2.2
CLEAR
PRE-TARE waarde wissen
mode
Toepassingen
weih
Weging
zie hoofdstuk 10
count
Aantal stuks tellen
check
Controlewegen
Indien de toepassing <Controlewegen> nog niet actief is, de menuinstelling
<mode check> kiezen, zie hoofdstuk 10.
Bovengrens
Doelgewicht
Ondergrens
Met de navigatietoetsen de instelling < target >
kiezen en met de toets bevestigen.
Er wordt de aanduiding < value > weergegeven.
Met de toets bevestigen, het wordt een venster voor
numerieke invoer weergegeven. De actieve positie
knippert.
Voer het doelgewicht in (invoeren van numerieke waarden
zie hoofdstuk 3.2.2) en bevestigen
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu < value >
omgeschakeld.
Met de navigatietoetsen de instelling < Errupp >
selecteren met de toets bevestigen.
Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met
de toets bevestigen.
Het verschijnt een venster voor numerieke invoer. De
actieve positie knippert.
Voer de bovenste grens van de massaafwijking in
(invoeren van numerieke waarden zie hoofdstuk 3.2.2) en
bevestigen.
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu
< Errupp > omgeschakeld.
Met de navigatietoetsen de instelling < errlow >
selecteren met de toets bevestigen.
Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met
de toets bevestigen.
Het verschijnt een venster voor numerieke invoer. De
actieve positie knippert.
Voer de onderste grens van de massaafwijking in (invoeren
van numerieke waarden zie hoofdstuk 3.2.2) en bevestig.
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu
< Errlow > omgeschakeld.
Om het menu te verlaten op meermaals drukken.
Na het instelwerk is de weegschaal klaar voor het
controlewegen.
Het te wegen materiaal
onder de aangegeven
tolerantie
Het te wegen materiaal
binnen de aangegeven
tolerantie
Het te wegen materiaal
boven de aangegeven
tolerantie
De ingevoerde waarden zijn geldig tot het moment dat de nieuwe waarden
worden ingevoerd.
Om de waarden te wissen de menuinstelling < target > < clear >
kiezen en met bevestigen.
Inwegen boven aangegeven tolerantie
Inwegen binnen aangegeven tolerantie
Inwegen onder aangegeven tolerantie
Met de navigatietoetsen de instelling < limits >
kiezen en met de toets bevestigen.
Het verschijnt < limupp >.
Met de toets bevestigen, het verschijnt het venster voor
het invoeren van de numerieke waarde voor het invoeren
van de bovenste grenswaarde.
De actieve positie knippert.
Voer de bovenste grenswaarde in (invoeren van numerieke
waarden zie hoofdstuk 3.2.2) en bevestig met
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu
< limupp > omgeschakeld.
De instelling met de navigatietoetsen kiezen, de
instelling < limlow > kiezen.
Met de toets bevestigen, het verschijnt het venster voor
het invoeren van de numerieke waarde voor het invoeren
van de onderste grenswaarde. De actieve positie knippert.
Voer de onderste grenswaarde in (invoeren van numerieke
waarden zie hoofdstuk 3.2.2) en bevestig met
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu
< limlow > omgeschakeld.
Om het menu te verlaten op meermaals drukken.
Na het instelwerk is de weegschaal klaar voor het
controlewegen.
Het te wegen materiaal
onder de aangegeven
tolerantie
Het te wegen materiaal
binnen de aangegeven
tolerantie
Het te wegen materiaal
boven de aangegeven
tolerantie
De ingevoerde waarden zijn geldig tot het moment dat de nieuwe waarden
worden ingevoerd.
Om de waarden te wissen de menuinstelling < limits > < clear >
kiezen en met bevestigen.
Toepassingsmenu
Configuratiemenu
De toets TARE drukken en ingedrukt
houden tot het eerste menupunt
verschijnt.
Tegelijk op TARE en ON/OFF drukken
en ingedrukt houden tot het eerste
menupunt verschijnt.
Op één niveau scrollen
Gebruik de navigatietoetsen om bepaalde
menublokken achter elkaar te selecteren.
Blader vooruit met de navigatietoets .
Blader achteruit met de navigatietoets .
Menupunt activeren /
De keuze bevestigen
Navigatietoets drukken.
Terug naar het vorige
menuniveau / terug naar de
weegmodus
Navigatietoets drukken.
Overzicht van de toepassingsspecifieke instellingen is in de beschrijving van
elke toepassing vervat.
Niveau 1
Niveau 2
Overige niveaus / beschrijving
Beschrijving
Cal
Justeren
calext
Extern justeren, zie hoofdstuk 7.7.1
caleud
Extern justeren door de gebruiker gedefinieerd, zie
hoofdstuk 7.7.2
graadj
Constante van de zwaartekracht op het justeerpunt zie
hoofdstuk 7.7.3
grause
Constante van de zwaartekracht op het justeerpunt zie
hoofdstuk 7.7.4
Com
Communicatie
Rs232
Usb-d
baud
600
1200
2400
4800
9600
14400
19200
38400
57600
115200
128000
256000
data
7dbits
8dbits
parity
None
Odd
even
stop
1sbit
2sbits
handsh
none
protoc
kcp
Print
Gegevensuit
voer
intfce
Rs232
Interface RS232*
USB-d
Interface USB*
wlan
Interface WLAN*
* enkel met KUP aansluiting
sum
on
Optelmodus inschakelen/uitschakelen,
zie hoofdstuk 15.3.1
off
prmode
trig
manual
On, off
Gegevensoverdracht nadat de knop
PRINT wordt gedrukt. zie
hoofdstuk15.3.2
autopr
On, off
Automatische gegevensoverdracht bij
stabiele en positieve weegwaarde, zie
hoofdstuk 15.3.3. Opnieuw uitvoeren
nadat nulaanduiding en stabilisatie
worden afgelezen, afhankelijk van
instellingen < zRange >
keuzemogelijkheid: (off, 1, 2, 3, 4, 5).
< zRange > bepaalt de factor voor d.
De factor vermenigvuldigd met d bepaalt
de drempel waarboven de waarde niet
langer als stabiel geldt.
cont
off
Continue gegevensuitvoer
on
Speed
Cyclus voor
gegevensuitvoer instellen:
zie hoofdstuk 15.3.4
Zero
On, off
0 (onbelast) ook continu
uitvoeren
stable
On, off
Alleen stabiele waarden
uitvoeren
weight
SGLPrt
On, off
Weergegeven
gewichtswaarde uitvoeren
GNTPrt
Gross
On, off
net
On, off
tare
On, off
format
Long (uitgebreid
meetprotocol)
Short (standaard
meetprotocol)
LAYOUT
none
On, off
Standaard layout
user
Model
On, off
De modelnaam van de
weegschaal uitvoeren
Serial
On, off
Het serienummer van de
weegschaal uitvoeren
ALid
Alibi geheugen-
identificatie uitvoeren
date
Gegevensuitvoer
Time
Tijd uitvoeren
glp
On, off
Overdracht van wegingsprotocol
volgens DPL
reset
no
Instellingen worden niet gewist
yes
Instellingen wissen
BEEPER
Geluidsignaal
keys
off
Aan-/uitzetten akoestisch signaal nadat de
toets is ingedrukt
on
Check
ch-ok
off
Akoestisch signaal uit
Slow
Langzaam
Std
Standaard
Fast
Snel
Cont.
Continu
ch-lo
off
Akoestisch signaal uit
Slow
Langzaam
Std
Standaard
Fast
Snel
Cont.
Continu
ch-hi
off
Akoestisch signaal uit
Slow
Langzaam
Std
Standaard
Fast
Snel
Cont.
Continu
Autoff
Automatisch
uitschakelen bij bedrijf
met accuvoeding
mode
off
Functie van automatisch uitschakelen uit
Auto
Automatische uitschakeling van de
weegschaal na de in het menu ingestelde
tijd < Time > zonder wijziging van de
belasting of bij gebrek aan bediening
Only0
Automatisch uitschakelen alleen bij
nulaanduiding
Time
30 s
Automatische uitschakeling van de
weegschaal na ingestelde tijd zonder
wijziging van de belasting of bij het niet
bedienen van het apparaat
1 min
2 min
5 min
30 min
60 min
button
Toetsenvaststelling
f1-key
f2-key
change
spush
lpush
defaul
Standaard instellingen, zie
hoofdstuk9.5
off
Toets gedeactiveerd
unit
Instelling weegeenheid, zie
hoofdstuk11.4.1
mode
Toepassing kiezen, zie
hoofdstuk 10
hold
HOLD functie uitvoeren, zie
hoofdstuk11.3
* enkel voor de toepassing
<Weging>
ptare
Instellingen van PRE-Tare
functie openen, zie
hoofdstuk 11.2
* enkel voor toepassing
<Weging>,
<Controlewegen>
ref
Instelling aantal
referentiestuks, zie
hoofdstuk 12.2.1
* enkel voor toepassing
<Aantal stuks tellen>
limits
Instellingen controletellen
openen, zie
hoofdstuk 13.2.2
* enkel voor toepassing
<Controlewegen>
target
Instellingen doeltellen
openen, zie
hoofdstuk 13.2.1
* enkel voor toepassing
<Controlewegen>
Blight
Verlichte achtergrond
mode
always
Verlichte achtergrond van de display
permanent aan
timer
Automatische uitschakeling van de
achtergrondverlichting na de in het menu
ingestelde tijd < Time > zonder wijziging
van de belasting of bij het niet bedienen
van het apparaat
No bl
Verlichte achtergrond van de display
permanent uit
Time
5 s
Bepaal na hoeveel tijd de
achtergrondverlichting automatisch wordt
uitgeschakeld als de belasting niet wordt
gewijzigd of niet bediend
10 s
30 s
1 min
2 min
5 min
30 min
tarerg
Tarreerbereik
100%
10%
Definitie van het maximale tarrabereik, mogelijk om 10% -
100% te selecteren. De waarde numeriek invoeren, zie
hoofdstuk 3.2.2.
ztrack
Nul aanhouden
on
Automatisch nul aanhouden [< 3d]
off
Indien de hoeveelheid gewogen materiaal enigszins
verminderd of vergroot wordt, kan het in de
weegschaal geplaatste “compensatie- en
stabilisatiemechanisme” foutieve weegresultaten
laten aflezen! (bv. de vloeistof vloeit langzaam van
de container uit die op de weegschaal is geplaatst,
damprocessen.)
Tijdens doseren met kleine
gewichtsschommelingen is het aanbevolen om
deze functie uit te zetten.
datime
Datum en tijd
set
-2022-
Jaar invoeren
daform
12-31
Maand en dag invoeren
tiform
23.59.59
Tijd invoeren (uur, minuut, seconde)
units
Eenheden
beschikbare
weegeenheden /
toepassingseen
heden,
hoofdstuk 1
on, off
Met deze functie wordt bepaald welke gewichtseenheden
beschikbaar moeten zijn in het menu van bepaalde
toepassing < unit >. In het menu van bepaalde
toepassing zijn de eenheden beschikbaar waarvoor de
instelling < on > is gekozen.
modes
Toepassingen
weih
Weging
count
Aantal stuks tellen
check
Controlewegen
lock
setlck
On, off
Met deze functie kan de toegang tot het configuratiemenu
worden geblokkeerd. Nadat instellingen worden gekozen
< on > is een wachtwoord van 6 cijfers vereist
reset
De weegschaal naar de fabrieksinstellingen terugzetten
Niveau 1
Niveau 2
Overige niveaus / beschrijving
Beschrijving
Com
Communicatie
Rs232
Usb-d
baud
600
1200
2400
4800
9600
14400
19200
38400
57600
115200
128000
256000
data
7dbits
8dbits
parity
None
Odd
even
stop
1sbit
2sbits
handsh
none
protoc
kcp
Print
Gegevensuit
voer
intfce
Rs232
Interface RS232*
USB-d
Interface USB*
wlan
Interface WLAN*
* enkel met KUP aansluiting
sum
on
Optelmodus inschakelen/uitschakelen,
zie hoofdstuk 15.3.1
off
prmode
trig
manual
On, off
Gegevensoverdracht nadat de knop
PRINT wordt gedrukt. zie
hoofdstuk15.3.2
autopr
On, off
Automatische gegevensoverdracht bij
stabiele en positieve weegwaarde, zie
hoofdstuk 15.3.3. Opnieuw uitvoeren
nadat nulaanduiding en stabilisatie
worden afgelezen, afhankelijk van
instellingen < zRange >
keuzemogelijkheid: (off, 1, 2, 3, 4, 5).
< zRange > bepaalt de factor voor d.
De factor vermenigvuldigd met d bepaalt
de drempel waarboven de waarde niet
langer als stabiel geldt.
cont
off
Continue gegevensuitvoer
on
Speed
Cyclus voor
gegevensuitvoer instellen:
zie hoofdstuk 15.3.4
Zero
On, off
0 (onbelast) ook continu
uitvoeren
weight
SGLPrt
On, off
Weergegeven
gewichtswaarde uitvoeren
GNTPrt
Gross
On, off
net
On, off
tare
On, off
format
Long (uitgebreid
meetprotocol)
Short (standaard
meetprotocol)
LAYOUT
none
On, off
Standaard layout
user
Model
On, off
De modelnaam van de
weegschaal uitvoeren
Serial
On, off
Het serienummer van de
weegschaal uitvoeren
ALid
Alibi geheugen-
identificatie uitvoeren
date
Gegevensuitvoer
Time
Tijd uitvoeren
glp
On, off
Overdracht van wegingsprotocol
volgens DPL
reset
no
Instellingen worden niet gewist
yes
Instellingen wissen
BEEPER
Geluidsignaal
keys
off
Aan-/uitzetten akoestisch signaal nadat de
toets is ingedrukt
on
Check
ch-ok
off
Akoestisch signaal uit
Slow
Langzaam
Std
Standaard
Fast
Snel
Cont.
Continu
ch-lo
off
Akoestisch signaal uit
Slow
Langzaam
Std
Standaard
Fast
Snel
Cont.
Continu
ch-hi
off
Akoestisch signaal uit
Slow
Langzaam
Std
Standaard
Fast
Snel
Cont.
Continu
Autoff
Automatisch
uitschakelen bij bedrijf
met accuvoeding
mode
off
Functie van automatisch uitschakelen uit
Auto
Automatische uitschakeling van de
weegschaal na de in het menu ingestelde
tijd < Time > zonder wijziging van de
belasting of bij gebrek aan bediening
Only0
Automatisch uitschakelen alleen bij
nulaanduiding
Time
30 s
Automatische uitschakeling van de
weegschaal na ingestelde tijd zonder
wijziging van de belasting of bij het niet
bedienen van het apparaat
1 min
2 min
5 min
30 min
60 min
button
Toetsenvaststelling
f1-key
f2-key
change
spush
lpush
defaul
Standaard instellingen, zie
hoofdstuk9.5
off
Toets gedeactiveerd
unit
Instelling weegeenheid, zie
hoofdstuk11.4.1
mode
Toepassing kiezen, zie
hoofdstuk 10
hold
HOLD functie uitvoeren, zie
hoofdstuk11.3
* enkel voor de toepassing
<Weging>
ptare
Instellingen van PRE-Tare
functie openen, zie
hoofdstuk 11.2
* enkel voor toepassing
<Weging>,
<Controlewegen>
ref
Instelling aantal
referentiestuks, zie
hoofdstuk 12.2.1
* enkel voor toepassing
<Aantal stuks tellen>
limits
Instellingen controletellen
openen, zie
hoofdstuk 13.2.2
* enkel voor toepassing
<Controlewegen>
target
Instellingen doeltellen
openen, zie
hoofdstuk 13.2.1
* enkel voor toepassing
<Controlewegen>
Blight
Verlichte achtergrond
mode
always
Verlichte achtergrond van de display
permanent aan
timer
Automatische uitschakeling van de
achtergrondverlichting na de in het menu
ingestelde tijd < Time > zonder wijziging
van de belasting of bij het niet bedienen
van het apparaat
No bl
Verlichte achtergrond van de display
permanent uit
Time
5 s
Bepaal na hoeveel tijd de
achtergrondverlichting automatisch wordt
uitgeschakeld als de belasting niet wordt
gewijzigd of niet bediend
10 s
30 s
1 min
2 min
5 min
30 min
datime
Datum en tijd
set
-2022-
Jaar invoeren
daform
12-31
Maand en dag invoeren
tiform
23.59.59
Tijd invoeren (uur, minuut, seconde)
units
Eenheden
beschikbare
weegeenheden /
toepassingseen
heden,
hoofdstuk 1
on, off
Met deze functie wordt bepaald welke gewichtseenheden
beschikbaar moeten zijn in het menu van bepaalde
toepassing < unit >. In het menu van bepaalde
toepassing zijn de eenheden beschikbaar waarvoor de
instelling < on > is gekozen.
modes
Toepassingen
weih
Weging
count
Aantal stuks tellen
check
Controlewegen
lock
setlck
On, off
Met deze functie kan de toegang tot het configuratiemenu
worden geblokkeerd. Nadat instellingen worden gekozen
< on > is een wachtwoord van 6 cijfers vereist
reset
De weegschaal naar de fabrieksinstellingen terugzetten
I0
Toon alle geïmplementeerde KCP protocol commando's
S
Stuur stabiele waarde
SI
Huidige waarde (ook onstabiel) verzenden
SIR
Huidige waarde (ook onstabiel) verzenden en herhalen
T
Tarreren
Z
Op nul zetten
Opdracht
S
Mogelijke
antwoorden
S˽S˽˽˽˽˽100.00˽g
S˽I
S˽+ or S˽-
Commando geaccepteerd, uitvoering van het commando is
begonnen
Een ander commando wordt momenteel uitgevoerd, time-
out bereikt.
Overbelasting of onderbelasting
Bescherming van wettelijk relevante opgeslagen gegevens:
- Nadat een record is opgeslagen, wordt het onmiddellijk afgelezen en
per byte gecontroleerd. Als er een fout wordt ontdekt, wordt de record
als ongeldig gemarkeerd. Als er geen fout wordt ontdekt, kan het
record indien nodig worden afgedrukt.
- Bij elke record wordt een controlesom gevoegd.
- Alle informatie op de afdruk worden afgelezen uit het geheugen met
de verificatie van de controlesom in plaats van rechtstreeks uit de
buffer.
Maatregelen om gegevensverlies te voorkomen:
- Bij het aanzetten is het geheugen beschermd tegen opslaan.
- Vooraleer een record in het geheugen wordt opgeslagen, wordt
procedure voor toestemming tot opslaan uitgevoerd.
- Nadat een record is opgeslagen, wordt een procedure voor de
bescherming tegen opslaan uitgevoerd (vóór verificatie).
- De opslagtijd van de gegevens in het geheugen is meer dan 20 jaar.
Voorwaarde: menu-instelling
< prmode > < trig > < manual > < on >
Protocolsjabloon (KERN YKB-01N):
Menuinstelling < prmode > < format > < short >
Eerste weging
Tweede weging
Derde weging
Aantal wegingen/
totaal
Protocolsjabloon (KERN YKB-01N):
Instelling van het menu
< prmode > < weight > < sglprt > < on >
Eerste weging
Tweede weging
Derde weging
Vierde weging
Aantal wegingen/
totaal
Protocolsjabloon (KERN YKB-01N):
Protocolsjabloon (KERN YKB-01N):
format short
format long
Ontkoppel het apparaat van de bedrijfsspanning voordat met
onderhoud, reiniging of reparatiewerkzaamheden wordt gestart.
Storing
Mogelijke oorzaak
Gewichtsaanduiding licht
niet op.
De weegschaal is niet ingeschakeld.
De verbinding met het net is onderbroken
(netkabel niet aangesloten/defect).
Gebrek aan netwerkspanning.
Gewichtsaanduiding
verandert continu.
Tocht / luchtbewegingen.
Trillingen van de tafel / vloer.
Het weegschaalplateau is in contact met vreemde
lichamen.
Elektromagnetische velden/ statische ladingen
(andere opstellingsplaats kiezen - indien mogelijk
de toestellen die storingen veroorzaken, uitzetten).
Weegresultaat is duidelijk
verkeerd
De weegschaal staat niet op nul.
Onjuist justeren.
De schaal is niet waterpas.
Er zijn sterke temperatuurschommelingen.
De opwarmingstijd is niet in acht genomen.
Elektromagnetische velden/ statische ladingen
(andere opstellingsplaats kiezen - indien mogelijk
de toestellen die storingen veroorzaken, uitzetten).
Foutmelding
Verklaring
zlimit
Het nulbereik overschreden (naar boven)
UnderZ
Het nulbereik overschreden (naar beneden)
instab
Onstabiele belasting
wrong
Justeerfout
Onderbelasting
Overbelasting
Lo Bat
Uitgeputte batterij-/accucapaciteit
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71

KERN TSXC 60K-3-A Installatie gids

Type
Installatie gids