37
Boorhoek (bij beitelen, bikken of slopen)
Voor modellen HR2310T, HR2610, HR2610T, HR2611F
en HR2611FT
De boor kan onder de gewenste hoek worden vastgezet.
Om de boorhoek te veranderen, draait u de werkings-
functie-keuzeknop naar het symbool O. Draai de boor
naar de gewenste hoek. (Fig. 14)
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
g. (Fig. 15)
Controleer daarna of de boor stevig op zijn plaats vastzit
door deze iets te verdraaien.
Diepteaanslag
De diepteaanslag is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. (Fig. 16)
Houd de vergrendelknop op de basis van de zijhand-
greep ingedrukt in de richting van de pijl aangegeven in
de afbeelding, en steek tegelijkertijd de diepteaanslag in
het zeskantgat in de zijhandgreep. (Fig. 17)
De diepteaanslag moet zodanig in het zeskantgat wor-
den ingestoken dat de getande zijde van de diepteaan-
slag wijst naar de getande zijde van de
zeskantgatmarkering op de zijhandgreep, zoals aange-
geven in Fig. 18.
Stel de diepteaanslag af op de gewenste diepte door
deze heen en weer te bewegen terwijl u de vergrendel-
knop ingedrukt houdt. Nadat de diepteaanslag is afge-
steld, laat u de vergrendelknop los om de diepteaanslag
te vergrendelen. (Fig. 19)
OPMERKING:
• Als de diepteaanslag in het zeskantgat wordt ingesto-
ken terwijl de getande zijde van de diepteaanslag niet
wijst naar de getande zijde van de zeskantgatmarke-
ring op de zijhandgreep, zoals aangegeven in afbeel-
ding, kan de diepteaanslag niet worden vergrendeld.
Stofvanger (Fig. 20)
Gebruik de stofvanger om te voorkomen dat stof op het
gereedschap en op uzelf terechtkomt wanneer u boven
uw hoofd boort. Bevestig de stofvanger op de boor zoals
aangegeven in Fig. 20. De diameter van de boren waar-
aan de stofvanger kan worden bevestigd is als volgt.
006406
Er is ook een ander type stofvanger (accessoire) verkrijg-
baar dat helpt voorkomen dat stof op het gereedschap en
op uzelf terechtkomt wanneer u boven uw hoofd boort.
De stofvanger aanbrengen en verwijderen
Alvorens de stofvanger aan te brengen, verwijdert u de
boor zo nodig uit het gereedschap. Breng de stofvanger
(accessoire) zodanig op het gereedschap aan dat het
symbool op de stofvanger is uitgelijnd met de groeven
op het gereedschap. (Fig. 21)
Om de stofvanger te verwijderen, houdt u de boorkopmof
getrokken in de richting aangegeven in Fig. 22 en trekt u
tegelijkertijd de boor uit het gereedschap.
Pak vervolgens het voetstuk van de stofvanger vast en
trek het van het gereedschap af. (Fig. 23)
OPMERKING:
• Bij het aanbrengen of verwijderen van de stofvanger
kan de dop losraken. Als dat gebeurt, gaat u als volgt
te werk. Verwijder de balg vanaf het voetstuk en plaats
de dop, vanaf de kant zoals getoond in de afbeelding,
met zijn bolle kant omhoog in het voetstuk, zodanig dat
de groef in de dop past in de binnendiameter van het
voetstuk. Plaats ten slotte de balg terug op het voet-
stuk. (Fig. 24, 25 en 26)
OPMERKING:
• Als u een stofzuiger aansluit op uw boorhamer, kunt u
nog schoner werken. De dop moet uit de stofvanger
worden verwijderd voordat u de stofzuiger aansluit.
(Fig. 27)
BEDIENING
Gebruik altijd de zijhandgreep (hulphandgreep) en houd
het gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan zowel de
zijhandgreep als de hoofdhandgreep
Gebruik als boorhamer (Fig. 28)
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
.
Plaats de punt van de boor op de gewenste plaats waar
het boorgat moet komen en knijp vervolgens de aan/uit-
schakelaar in. Forceer het gereedschap niet. Een lichte
druk geeft de beste resultaten. Houd het gereedschap
stevig vast en zorg dat het niet uitglijdt.
Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat ver-
stopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes. Laat in zo’n
geval het gereedschap langzaam lopen en verwijder de
boor gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer dit verschil-
lende keren wordt herhaald, zal het boorgat schoon wor-
den en kunt u normaal verder boren.
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
.
LET OP:
• Op het moment dat het boorgat doorbreekt, het boor-
gat verstopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes, of
de boorhamer de bewapening in het beton raakt, wordt
een enorme en plotselinge kracht uitgeoefend op het
gereedschap/de boor. Gebruik altijd de zijhandgreep
(hulphandgreep) en houd het gereedschap tijdens
gebruik stevig vast aan zowel de zijhandgreep als de
hoofdhandgreep Als u dit niet doet, kunt u de controle
over het gereedschap verliezen en mogelijk ernstig let-
sel veroorzaken.
OPMERKING:
• Terwijl het gereedschap onbelast wordt gebruikt, kan de
boor excentrisch draaien. Het gereedschap centreert
zichzelf automatisch tijdens het gebruik. Dit heeft geen
nadelige invloed op de nauwkeurigheid van het boren.
Blaasbalgje (los verkrijgbaar) (Fig. 29)
Gebruik na het boren het blaasbalgje om het stof uit het
boorgat te blazen.
Beitelen/bikken/slopen
Voor modellen HR2310T, HR2610, HR2610T, HR2611F
en HR2611FT
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
g. Houd het gereedschap met beide handen stevig vast.
Schakel het gereedschap in en oefen er enige kracht op
uit zodat het gereedschap niet oncontroleerbaar in het
rond springt. Het gereedschap werkt niet efficiënter als u
grote druk op het gereedschap uitoefent. (Fig. 30)
Boordiameter
Stofvanger 5 6 mm – 14,5 mm
Stofvanger 9 12 mm – 16 mm