36
De snelwisselkop voor SDS-plus vervangen
Voor modellen HR2310T, HR2610T en HR2611FT
De snelwisselkop voor SDS-plus kan eenvoudig worden
vervangen door de snelwisselboorkop.
De snelwisselkop voor SDS-plus verwijderen (Fig. 4)
LET OP:
• Haal altijd de boor eruit voordat u de snelwisselkop
voor SDS-plus verwijdert.
Pak de wisselmof van de snelwisselkop voor SDS-plus
vast en draai deze in de richting van de pijl totdat de
streep op de wisselmof van het symbool naar het
symbool is verplaatst. Trek krachtig in de richting van
de pijl.
De snelwisselboorkop aanbrengen (Fig. 5)
Controleer of de streep op de snelwisselboorkop bij het
symbool staat. Pak de wisselmof van de snelwissel-
boorkop vast en zet de streep bij het symbool .
Zet de snelwisselboorkop op de as van het gereedschap.
Pak de wisselmof van de snelwisselboorkop en draai de
streep op de wisselmof naar het symbool totdat een
duidelijke klik wordt gehoord.
De werkingsfunctie kiezen (Fig. 6)
Voor modellen HR2300, HR2600 en HR2601
Dit gereedschap is uitgerust met een werkingsfunctie-
keuzeknop. Kies met de werkingsfunctie-keuzeknop één
van de twee beschikbare werkingsfuncties die het meest
geschikt is voor uw klus.
Voor alleen ronddraaien, draait u de werkingsfunctie-keu-
zeknop zodat de pijlpunt op de knop naar het symbool
m
op het gereedschap wijst.
Voor ronddraaien met hameren draait u de werkingsfunc-
tie-keuzeknop zodat de pijlpunt op de knop naar het sym-
bool op het gereedschap wijst.
LET OP:
• Stel de werkingsfunctie-keuzeknop altijd volledig in op
het symbool van de juiste stand van uw keuze. Als u
het gereedschap bedient met de werkingsfunctie-keu-
zeknop ingesteld tussen de twee werkingsfunctiesym-
bolen in, kan het gereedschap beschadigd raken.
• Draai de werkingsfunctie-keuzeknop alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen.
Voor modellen HR2310T, HR2610, HR2610T, HR2611F
en HR2611FT
Ronddraaien met hameren (Fig. 7)
Voor het boren in beton, metselwerk, enz., draait u de
werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool .
Gebruik een boor met een wolfraamcarbide punt.
Alleen ronddraaien (Fig. 8)
Voor het boren in hout, metaal of kunststofmaterialen,
draait u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
m. Gebruik een spiraalboor of houtboor.
Alleen hameren (Fig. 9)
Voor het beitelen, bikken of sloopwerkzaamheden, draait
u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
g.
Gebruik een rond boor, koudbeitel, bikbeitel, enz.
LET OP:
• Draai de werkingsfunctie-keuzeknop niet terwijl het
gereedschap onder belasting draait. Het gereedschap
zal hierdoor worden beschadigd.
• Om snelle slijtage van het omschakelmechanisme te
voorkomen, zorgt u ervoor dat de werkingsfunctie-keu-
zeknop altijd precies in een van de drie standen staat.
• Als u de knop van het symbool
g naar het symbool m
draait, is het mogelijk dat de werkingsfunctie-keuze-
knop niet verder dan het symbool
wilt draaien. In
dat geval schakelt u het gereedschap in of draai de
boorkop met de hand, terwijl de werkingsfunctie-keuze-
knop op het symbool
staat, en draait u vervolgens
de werkingsfunctie-keuzeknop verder. Als u de wer-
kingsfunctie-keuzeknop forceert, kan het gereedschap
worden beschadigd.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor
een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan ontkop-
peld van de uitgaande as. Wanneer dit gebeurt, zal de
boor ophouden met draaien.
LET OP:
• Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de
koppelbegrenzer in werking treedt. Hiermee helpt u
vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen.
• Opzetstukken, zoals gatenzagen, die gemakkelijk
bekneld raken in het boorgat, mogen niet worden
gebruikt met dit gereedschap. Dit is omdat zij de kop-
pelbegrenzer te vaak in werking doen treden.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
enige werk aan het gereedschap uit te voeren.
Zijhandgreep (hulphandgreep) (Fig. 10)
LET OP:
• Gebruik altijd de zijhandgreep om veilig te kunnen wer-
ken.
Plaats de zijhandgreep zodanig over de kop van het
gereedschap dat de uitsteeksels van de zijhandgreep in
de groeven van het gereedschap passen. Draai daarna
de zijhandgreep vast door deze in de gewenste stand
rechtsom te draaien. De zijhandgreep kan 360° rond het
gereedschap gedraaid worden en in iedere gewenste
stand worden vastgezet.
Boorvet
Voordat u de boor aanbrengt, smeert u een beetje boor-
vet (ong. 0,5 tot 1 gram) op de kop van de boorschacht.
Met een ingevette boorkop zal het gereedschap beter
werken en langer meegaan.
Aanbrengen en verwijderen van de boor
Reinig de boorschacht en smeer er boorvet op alvorens
de boor te plaatsen. (Fig. 11)
Steek de boor in het gereedschap. Draai de boor en duw
deze naar binnen tot zij vergrendelt. (Fig. 12)
Controleer na het aanbrengen altijd of de boor stevig in
het gereedschap is bevestigd door te proberen deze eruit
te trekken.
Om de boor te verwijderen, trekt u de boorkopmof hele-
maal omlaag en vervolgens de boor eruit. (Fig. 13)