Makita HR2300 Handleiding

Categorie
Boorhamers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

34
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van algemene gegevens
1 Aan/uit-schakelaar
2 Vergrendelknop
3 Lampje
4 Omkeerschakelaar
5 Snelwisselkop voor SDS-plus
6 Streep op wisselmof
7 Wisselmof
8As
9 Snelwisselboorkop
10 Ronddraaien met hameren
11 Alleen ronddraaien
12 Werkingsfunctie-keuzeknop
13 Alleen hameren
14 Uitsteeksels
15 Groeven
16 Boorschacht
17 Boorvet
18 Boor
19 Boorkopmof
20 Basis van de zijhandgreep
21 Diepteaanslag
22 Getande kant van de zeskant-
gatmarkering op de basis van
de zijhandgreep
23 Getande zijde van de diepte-
aanslag
24 Stofvanger
25 Symbool
26 Voetstuk van de stofvanger
27 Balg
28 Voetstuk
29 Bolle kant
30 Dop
31 Groef
32 Binnenomtrek
33 Blaasbalgje
34 Boorkopadapter
35 Sleutelloze boorkop
36 Mof
37 Ring
TECHNISCHE GEGEVENS
In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
De technische gegevens kunnen van land tot land ver-
schillen.
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003
ENE042-1
Gebruiksdoeleinden
Het gereedschap is bedoeld voor hamerboren en boren
in baksteen, beton en steen.
Het is ook geschikt voor boren zonder slagwerking in
hout, metaal, keramisch materiaal en kunststof.
ENF002-1
Voeding
Het gereedschap mag uitsluitend worden aangesloten op
een voeding met dezelfde spanning als aangegeven op
het typeplaatje en werkt alleen op enkele-fase wissel-
stroom. Het gereedschap is dubbel geïsoleerd volgens
de Europese norm en mag derhalve ook op een niet-
geaard stopcontact worden aangesloten.
GEA010-1
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elek-
trisch gereedschap
WAARSCHUWING Lees alle veiligheidswaarschu-
wingen en alle instructies. Het niet volgen van de
waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische
schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de
toekomst te kunnen raadplegen.
GEB007-7
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN SPECIFIEK
VOOR EEN BOORHAMER
1. Draag gehoorbescherming. Blootstelling aan
harde geluiden kan leiden tot gehoorbeschadiging.
2. Gebruik de hulphandgrepen, als deze bij het
gereedschap werden geleverd. Als u de controle
over het gereedschap verliest, kan dit leiden tot ern-
stig persoonlijk letsel.
Model
HR2300 HR2310T HR2600 HR2601 HR2610 HR2610T HR2611F HR2611FT
Maximale
dikten
Beton
23 mm 26 mm
Kroonboor
68 mm 68 mm 68 mm
Diamantkroon-
boor (droog
type)
70 mm 80 mm 80 mm
Staal
13 mm 13 mm 13 mm
Hout
32 mm 32 mm 32 mm
Nullasttoerental (min
-1
)
0 - 1 200
Aantal slagen/minuut
0 - 4 600
Totale lengte
356 mm 380 mm 361 mm 385 mm 361 mm 385 mm
Nettogewicht
2,7 kg 2,9 kg 2,8 kg 2,9 kg 2,8 kg 2,9 kg 2,9 kg 3,0 kg
Veiligheidsklasse
/II
35
3. Houd elektrisch gereedschap vast aan het geïso-
leerde oppervlak van de handgrepen wanneer u
werkt op plaatsen waar het booraccessoire met
verborgen bedrading of zijn eigen snoer in aan-
raking kan komen. Wanneer het booraccessoire in
aanraking komen met onder spanning staande dra-
den, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van
het gereedschap onder spanning komt te staan
zodat de gebruiker een elektrische schok kan krij-
gen.
4. Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril en/of
spatscherm. Een gewone bril of een zonnebril is
GEEN veiligheidsbril. Het wordt tevens sterk
aanbevolen een stofmasker en dik gevoerde
handschoenen te dragen.
5. Controleer of de boor stevig op zijn plaats zit
voordat u het gereedschap gebruikt.
6. Bij normale bediening behoort het gereedschap
te trillen. De schroeven kunnen gemakkelijk los-
raken, waardoor een defect of ongeval kan ont-
staan. Controleer of de schroeven goed zijn
aangedraaid, alvorens het gereedschap te
gebruiken.
7. In koude weersomstandigheden of wanneer het
gereedschap gedurende een lange tijd niet is
gebruikt, laat u het gereedschap eerst opwarmen
door het onbelast te laten werken. Hierdoor zal
de smering worden verbeterd. Zonder degelijk
opwarmen, zal de hamerwerking moeilijk zijn.
8. Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Zorg ervoor dat er niemand zich onder u bevindt
wanneer u het gereedschap op een hoge plaats
gebruikt.
9. Houd het gereedschap met beide handen stevig
vast.
10. Houd uw handen uit de buurt van bewegende
delen.
11. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen.
Bedien het gereedschap alleen wanneer u het
vasthoudt.
12. Richt het gereedschap niet op iemand in de
buurt terwijl het is ingeschakeld. De boor zou
eruit kunnen vliegen en iemand ernstig verwon-
den.
13. Raak de boor en onderdelen in de buurt van de
boor niet onmiddellijk na gebruik aan. Zij kunnen
bijzonder heet zijn en brandwonden op uw huid
veroorzaken.
14. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaatrege-
len tegen het inademen van stof en contact met
de huid. Volg de veiligheidsinstructies van de
leverancier van het materiaal op.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van com-
fort en bekendheid met het gereedschap (na veelvul-
dig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften
van het betreffende product altijd strikt in acht. VER-
KEERD GEBRUIK of het niet volgen van de veilig-
heidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de functies van het gereedschap te controleren of af te
stellen.
Aan- en uit-knoppen (Fig. 1)
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stekker in het stopcon-
tact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
aan/uit-schakelaar in. De draaisnelheid van het gereed-
schap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent op de
aan/uit-schakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar los om het
gereedschap te stoppen. Om het gereedschap continu te
laten werken, knijpt u eerst de aan/uit-schakelaar in,
drukt u daarna de vergrendelknop in, en laat u tenslotte
de aan/uit-schakelaar los. Om vanuit de vergrendelde
werking het gereedschap te stoppen, knijpt u de aan/uit-
schakelaar helemaal in en laat u deze vervolgens weer
los.
De lamp inschakelen (Fig. 2)
Voor modellen HR2611F en HR2611FT
LET OP:
Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van de
lamp.
Trek aan de aan/uit-schakelaar om de lamp in te schake-
len. Laat de aan/uit-schakelaar los om de lamp uit te
schakelen.
OPMERKING:
Gebruik een droge doek om het vuil van de lens van de
lamp te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp
niet te bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen.
Maak de lens van de lamp niet schoon met verdunner
of benzine. Dergelijke oplosmiddelen kunnen de lens
van de lamp beschadigen.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 3)
LET OP:
Controleer altijd de draairichting alvorens het gereed-
schap te gebruiken.
Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het gereed-
schap volledig tot stilstand is gekomen. Als u de draai-
richting verandert voordat het gereedschap volledig
stilstaat, kan het gereedschap worden beschadigd.
Als de aan/uit-schakelaar niet kan worden ingeknepen,
controleert u dat de omkeerschakelaar helemaal naar
de stand (kant A) of naar de stand (kant B) is
gezet.
Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar
waarmee u de draairichting kunt omkeren. Duw de
omkeerschakelaar naar stand (kant A) voor de draai-
richting rechtsom, of naar stand (kant B) voor de
draairichting linksom.
36
De snelwisselkop voor SDS-plus vervangen
Voor modellen HR2310T, HR2610T en HR2611FT
De snelwisselkop voor SDS-plus kan eenvoudig worden
vervangen door de snelwisselboorkop.
De snelwisselkop voor SDS-plus verwijderen (Fig. 4)
LET OP:
Haal altijd de boor eruit voordat u de snelwisselkop
voor SDS-plus verwijdert.
Pak de wisselmof van de snelwisselkop voor SDS-plus
vast en draai deze in de richting van de pijl totdat de
streep op de wisselmof van het symbool naar het
symbool is verplaatst. Trek krachtig in de richting van
de pijl.
De snelwisselboorkop aanbrengen (Fig. 5)
Controleer of de streep op de snelwisselboorkop bij het
symbool staat. Pak de wisselmof van de snelwissel-
boorkop vast en zet de streep bij het symbool .
Zet de snelwisselboorkop op de as van het gereedschap.
Pak de wisselmof van de snelwisselboorkop en draai de
streep op de wisselmof naar het symbool totdat een
duidelijke klik wordt gehoord.
De werkingsfunctie kiezen (Fig. 6)
Voor modellen HR2300, HR2600 en HR2601
Dit gereedschap is uitgerust met een werkingsfunctie-
keuzeknop. Kies met de werkingsfunctie-keuzeknop één
van de twee beschikbare werkingsfuncties die het meest
geschikt is voor uw klus.
Voor alleen ronddraaien, draait u de werkingsfunctie-keu-
zeknop zodat de pijlpunt op de knop naar het symbool
m
op het gereedschap wijst.
Voor ronddraaien met hameren draait u de werkingsfunc-
tie-keuzeknop zodat de pijlpunt op de knop naar het sym-
bool op het gereedschap wijst.
LET OP:
Stel de werkingsfunctie-keuzeknop altijd volledig in op
het symbool van de juiste stand van uw keuze. Als u
het gereedschap bedient met de werkingsfunctie-keu-
zeknop ingesteld tussen de twee werkingsfunctiesym-
bolen in, kan het gereedschap beschadigd raken.
• Draai de werkingsfunctie-keuzeknop alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen.
Voor modellen HR2310T, HR2610, HR2610T, HR2611F
en HR2611FT
Ronddraaien met hameren (Fig. 7)
Voor het boren in beton, metselwerk, enz., draait u de
werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool .
Gebruik een boor met een wolfraamcarbide punt.
Alleen ronddraaien (Fig. 8)
Voor het boren in hout, metaal of kunststofmaterialen,
draait u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
m. Gebruik een spiraalboor of houtboor.
Alleen hameren (Fig. 9)
Voor het beitelen, bikken of sloopwerkzaamheden, draait
u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
g.
Gebruik een rond boor, koudbeitel, bikbeitel, enz.
LET OP:
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop niet terwijl het
gereedschap onder belasting draait. Het gereedschap
zal hierdoor worden beschadigd.
• Om snelle slijtage van het omschakelmechanisme te
voorkomen, zorgt u ervoor dat de werkingsfunctie-keu-
zeknop altijd precies in een van de drie standen staat.
Als u de knop van het symbool
g naar het symbool m
draait, is het mogelijk dat de werkingsfunctie-keuze-
knop niet verder dan het symbool
wilt draaien. In
dat geval schakelt u het gereedschap in of draai de
boorkop met de hand, terwijl de werkingsfunctie-keuze-
knop op het symbool
staat, en draait u vervolgens
de werkingsfunctie-keuzeknop verder. Als u de wer-
kingsfunctie-keuzeknop forceert, kan het gereedschap
worden beschadigd.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor
een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan ontkop-
peld van de uitgaande as. Wanneer dit gebeurt, zal de
boor ophouden met draaien.
LET OP:
Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de
koppelbegrenzer in werking treedt. Hiermee helpt u
vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen.
Opzetstukken, zoals gatenzagen, die gemakkelijk
bekneld raken in het boorgat, mogen niet worden
gebruikt met dit gereedschap. Dit is omdat zij de kop-
pelbegrenzer te vaak in werking doen treden.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
enige werk aan het gereedschap uit te voeren.
Zijhandgreep (hulphandgreep) (Fig. 10)
LET OP:
Gebruik altijd de zijhandgreep om veilig te kunnen wer-
ken.
Plaats de zijhandgreep zodanig over de kop van het
gereedschap dat de uitsteeksels van de zijhandgreep in
de groeven van het gereedschap passen. Draai daarna
de zijhandgreep vast door deze in de gewenste stand
rechtsom te draaien. De zijhandgreep kan 360° rond het
gereedschap gedraaid worden en in iedere gewenste
stand worden vastgezet.
Boorvet
Voordat u de boor aanbrengt, smeert u een beetje boor-
vet (ong. 0,5 tot 1 gram) op de kop van de boorschacht.
Met een ingevette boorkop zal het gereedschap beter
werken en langer meegaan.
Aanbrengen en verwijderen van de boor
Reinig de boorschacht en smeer er boorvet op alvorens
de boor te plaatsen. (Fig. 11)
Steek de boor in het gereedschap. Draai de boor en duw
deze naar binnen tot zij vergrendelt. (Fig. 12)
Controleer na het aanbrengen altijd of de boor stevig in
het gereedschap is bevestigd door te proberen deze eruit
te trekken.
Om de boor te verwijderen, trekt u de boorkopmof hele-
maal omlaag en vervolgens de boor eruit. (Fig. 13)
37
Boorhoek (bij beitelen, bikken of slopen)
Voor modellen HR2310T, HR2610, HR2610T, HR2611F
en HR2611FT
De boor kan onder de gewenste hoek worden vastgezet.
Om de boorhoek te veranderen, draait u de werkings-
functie-keuzeknop naar het symbool O. Draai de boor
naar de gewenste hoek. (Fig. 14)
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
g. (Fig. 15)
Controleer daarna of de boor stevig op zijn plaats vastzit
door deze iets te verdraaien.
Diepteaanslag
De diepteaanslag is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. (Fig. 16)
Houd de vergrendelknop op de basis van de zijhand-
greep ingedrukt in de richting van de pijl aangegeven in
de afbeelding, en steek tegelijkertijd de diepteaanslag in
het zeskantgat in de zijhandgreep. (Fig. 17)
De diepteaanslag moet zodanig in het zeskantgat wor-
den ingestoken dat de getande zijde van de diepteaan-
slag wijst naar de getande zijde van de
zeskantgatmarkering op de zijhandgreep, zoals aange-
geven in Fig. 18.
Stel de diepteaanslag af op de gewenste diepte door
deze heen en weer te bewegen terwijl u de vergrendel-
knop ingedrukt houdt. Nadat de diepteaanslag is afge-
steld, laat u de vergrendelknop los om de diepteaanslag
te vergrendelen. (Fig. 19)
OPMERKING:
Als de diepteaanslag in het zeskantgat wordt ingesto-
ken terwijl de getande zijde van de diepteaanslag niet
wijst naar de getande zijde van de zeskantgatmarke-
ring op de zijhandgreep, zoals aangegeven in afbeel-
ding, kan de diepteaanslag niet worden vergrendeld.
Stofvanger (Fig. 20)
Gebruik de stofvanger om te voorkomen dat stof op het
gereedschap en op uzelf terechtkomt wanneer u boven
uw hoofd boort. Bevestig de stofvanger op de boor zoals
aangegeven in Fig. 20. De diameter van de boren waar-
aan de stofvanger kan worden bevestigd is als volgt.
Er is ook een ander type stofvanger (accessoire) verkrijg-
baar dat helpt voorkomen dat stof op het gereedschap en
op uzelf terechtkomt wanneer u boven uw hoofd boort.
De stofvanger aanbrengen en verwijderen
Alvorens de stofvanger aan te brengen, verwijdert u de
boor zo nodig uit het gereedschap. Breng de stofvanger
(accessoire) zodanig op het gereedschap aan dat het
symbool op de stofvanger is uitgelijnd met de groeven
op het gereedschap. (Fig. 21)
Om de stofvanger te verwijderen, houdt u de boorkopmof
getrokken in de richting aangegeven in Fig. 22 en trekt u
tegelijkertijd de boor uit het gereedschap.
Pak vervolgens het voetstuk van de stofvanger vast en
trek het van het gereedschap af. (Fig. 23)
OPMERKING:
• Bij het aanbrengen of verwijderen van de stofvanger
kan de dop losraken. Als dat gebeurt, gaat u als volgt
te werk: Verwijder de balg vanaf het voetstuk en plaats
de dop met zijn bolle kant omhoog in het voetstuk,
zodanig dat de groef in de dop past in de binnendiame-
ter van het voetstuk. Plaats ten slotte de balg terug op
het voetstuk. (Fig. 24, 25 en 26)
OPMERKING:
Als u een stofzuiger aansluit op uw boorhamer, kunt u
nog schoner werken. De dop moet uit de stofvanger
worden verwijderd voordat u de stofzuiger aansluit.
(Fig. 27)
BEDIENING
Gebruik altijd de zijhandgreep (hulphandgreep) en houd
het gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan zowel de
zijhandgreep als de hoofdhandgreep
Gebruik als boorhamer (Fig. 28)
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
.
Plaats de punt van de boor op de gewenste plaats waar
het boorgat moet komen en knijp vervolgens de aan/uit-
schakelaar in. Forceer het gereedschap niet. Een lichte
druk geeft de beste resultaten. Houd het gereedschap
stevig vast en zorg dat het niet uitglijdt.
Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat ver-
stopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes. Laat in zo’n
geval het gereedschap langzaam lopen en verwijder de
boor gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer dit verschil-
lende keren wordt herhaald, zal het boorgat schoon wor-
den en kunt u normaal verder boren.
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
.
LET OP:
Op het moment dat het boorgat doorbreekt, het boor-
gat verstopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes, of
de boorhamer de bewapening in het beton raakt, wordt
een enorme en plotselinge kracht uitgeoefend op het
gereedschap/de boor. Gebruik altijd de zijhandgreep
(hulphandgreep) en houd het gereedschap tijdens
gebruik stevig vast aan zowel de zijhandgreep als de
hoofdhandgreep Als u dit niet doet, kunt u de controle
over het gereedschap verliezen en mogelijk ernstig let-
sel veroorzaken.
OPMERKING:
• Terwijl het gereedschap onbelast wordt gebruikt, kan
de boor excentrisch draaien. Het gereedschap cen-
treert zichzelf automatisch tijdens het gebruik. Dit heeft
geen nadelige invloed op de nauwkeurigheid van het
boren.
Blaasbalgje (los verkrijgbaar) (Fig. 29)
Gebruik na het boren het blaasbalgje om het stof uit het
boorgat te blazen.
Beitelen/bikken/slopen
Voor modellen HR2310T, HR2610, HR2610T, HR2611F
en HR2611FT
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
g. Houd het gereedschap met beide handen stevig vast.
Schakel het gereedschap in en oefen er enige kracht op
uit zodat het gereedschap niet oncontroleerbaar in het
rond springt. Het gereedschap werkt niet efficiënter als u
grote druk op het gereedschap uitoefent. (Fig. 30)
Boordiameter
Stofvanger 5 6 mm – 14,5 mm
Stofvanger 9 12 mm – 16 mm
38
Boren in hout of metaal
Voor modellen HR2300, HR2600, HR2601, HR2610 en
HR2611F
Gebruik de los verkrijgbare complete boorkop. Om deze
aan te brengen, zie “Aanbrengen en verwijderen van de
boor” op de vorige pagina. (Fig. 31)
Voor modellen HR2310T, HR2610T en HR2611FT
Gebruik de snelwisselboorkop als standaarduitrusting.
Om deze aan te brengen, zie “De snelwisselkop voor
SDS-plus vervangen” op de vorige pagina. (Fig. 32 en
33)
Houd de ring op zijn plaats en draai de bus linksom om
de klauwen in de boorkop te openen. Steek de boor zo
ver mogelijk in de boorkop. Houd de ring stevig op zijn
plaats en draai de bus rechtsom om de klauwen in de
boorkop te sluiten. Om de boor te verwijderen, houdt u
de ring op zijn plaats en draait u de bus linksom.
(Fig. 34)
Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool
m.
U kunt gaten tot een diameter van 13 mm in metaal en
tot een diameter van 32 mm in hout boren.
LET OP:
Gebruik nooit “Ronddraaien met hameren” wanneer de
snelwisselboorkop op het gereedschap is aangebracht.
De snelwisselboorkop kan worden beschadigd.
Bovendien zal de boorkop loskomen wanneer de draai-
richting van het gereedschap wordt omgekeerd.
• Het boren zal niet sneller verlopen als u hard op het
gereedschap drukt. In feite zal dergelijk hard drukken
alleen maar leiden tot beschadiging van de boor, verla-
ging van de prestaties van het gereedschap, en verkor-
ting van de levensduur van het gereedschap.
Op het moment dat het boorgat doorbreekt wordt een
enorme draaikracht uitgeoefend op het gereedschap/
de boor. Houd het gereedschap stevig vast en let goed
op wanneer de boor door het werkstuk breekt.
Een vastgelopen boor kan eenvoudigweg worden ver-
wijderd door de omkeerschakelaar in de stand voor
achteruitdraaien te zetten en de boor achteruit uit het
gat te laten draaien. Het gereedschap kan echter plot-
seling achteruit komen als u het niet stevig vasthoudt.
Zet kleine werkstukken altijd vast in een bankschroef of
soortgelijk bevestigingsmiddel.
Diamantkroonboren
Wanneer u werkzaamheden met diamantkroonboren uit-
voert, moet u de werkingsfunctie-keuzeknop altijd naar
het symbool m draaien voor “alleen ronddraaien”.
LET OP:
Als u werkzaamheden met diamantkroonboren uitvoert
in de stand “ronddraaien met hameren” kan de dia-
mantkroonboor beschadigd raken.
Gebruik van de stofvanger (accessoire) (Fig. 35)
Bedien het gereedschap met de stofvanger tegen het
plafond aan gedrukt.
OPMERKING:
De stofvanger (accessoire) is uitsluitend bedoeld voor
boren in keramische werkstukken, zoals beton en
cement. Gebruik het gereedschap niet met de stofvan-
ger wanneer u in metaal of soortgelijk materiaal boort.
Bij gebruik van de stofvanger tijdens het boren in
metaal kan de stofvanger worden beschadigd als
gevolg van de warmte die door kleine metaaldeeltjes
en dergelijke wordt gegenereerd.
Maak de stofvanger leeg voordat u de boor verwijdert.
Zorg ervoor dat bij gebruik van de stofvanger de dop
stevig op zijn plaats is aangebracht.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat
u een inspectie of onderhoud uitvoert.
Gebruik nooit benzine, wasbenzine, verdunner, alco-
hol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, con-
trole en vervanging van de koolborstels, onderhoud en
afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend
Makita-servicecentrum, en altijd met gebruikmaking van
originele Makita-vervangingsonderdelen.
OPTIONELE ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven gebruiks-
doeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze acces-
soires, dan kunt u contact opnemen met uw plaatselijke
Makita-servicecentrum.
SDS-Plus boren met een wolfraamcarbide punt
Kroonboor
Puntbeitel
Diamantkroonboor
Koudbeitel
Bikbeitel
Sleuvenbeitel
Boorkop montage
Boorkop S13
Boorkopadapter
Boorkopsleutel S13
Boorvet
Zijhandgreep
Diepteaanslag
Blaasbalgje
Stofvanger
Voetstuk voor stofvanger
Veiligheidsbril
Plastic draagkoffer
Sleutelloze boorkop
OPMERKING:
Sommige van de onderdelen in deze lijst kunnen bijge-
leverd zijn als standaard-accessoires. Deze accessoi-
res kunnen per land verschillend zijn.
39
ENG905-1
Geluid
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN60745:
Model HR2300, HR2601, HR2611F, HR2611FT
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 90 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 101 dB (A)
Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A)
Model HR2310T, HR2600, HR2610, HR2610T
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 91 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 102 dB (A)
Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A)
Draag gehoorbescherming
ENG900-1
Trillingen
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals vast-
gesteld volgens EN60745:
Model HR2300, HR2600
Gebruikstoepassing: klopboren in beton
Trillingsemissie (a
h, HD
): 15,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (a
h, D
): 2,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model HR2310T
Gebruikstoepassing: klopboren in beton
Trillingsemissie (a
h, HD
): 15,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing:
beitelen met extra zijhandgreep
Trillingsemissie (a
h, CHeq
): 10,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (a
h, D
): 2,5 m/s
2
of lager
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model HR2601
Gebruikstoepassing: klopboren in beton
Trillingsemissie (a
h, HD
): 12,0 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (a
h, D
): 2,5 m/s
2
of lager
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model HR2610
Gebruikstoepassing: klopboren in beton
Trillingsemissie (a
h, HD
): 15,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing:
beitelen met extra zijhandgreep
Trillingsemissie (a
h, CHeq
): 9,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (a
h, D
): 2,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model HR2610T
Gebruikstoepassing: klopboren in beton
Trillingsemissie (a
h, HD
): 15,0 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing:
beitelen met extra zijhandgreep
Trillingsemissie (a
h, CHeq
): 9,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (a
h, D
): 2,5 m/s
2
of lager
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model HR2611F
Gebruikstoepassing: klopboren in beton
Trillingsemissie (a
h, HD
): 12,0 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing:
beitelen met extra zijhandgreep
Trillingsemissie (a
h, CHeq
): 9,0 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (a
h, D
): 2,5 m/s
2
of lager
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model HR2611FT
Gebruikstoepassing: klopboren in beton
Trillingsemissie (a
h, HD
): 11,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing:
beitelen met extra zijhandgreep
Trillingsemissie (a
h, CHeq
): 8,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (a
h, D
): 2,5 m/s
2
of lager
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
• De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten vol-
gens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt
om dit gereedschap te vergelijken met andere gereed-
schappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstel-
ling.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getrof-
fen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd
op een schatting van de blootstelling onder praktijkom-
standigheden (rekening houdend met alle fasen van de
bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het
gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait,
naast de ingeschakelde tijdsduur).
40
ENH101-15
Alleen voor Europese landen
EU-verklaring van conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke
fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-
machine(s):
Aanduiding van de machine: Boorhamer
Modelnr./Type: HR2300, HR2310T, HR2600, HR2601
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de vol-
gende normen of genormaliseerde documenten:
EN60745
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland
13.7.2009
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN
ENH101-15
Alleen voor Europese landen
EU-verklaring van conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke
fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-
machine(s):
Aanduiding van de machine: Combinatiehamer
Modelnr./Type: HR2610, HR2610T, HR2611F,
HR2611FT
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de vol-
gende normen of genormaliseerde documenten:
EN60745
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland
13.7.2009
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Originele instructies) Verklaring van algemene gegevens 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Aan/uit-schakelaar Vergrendelknop Lampje Omkeerschakelaar Snelwisselkop voor SDS-plus Streep op wisselmof Wisselmof As Snelwisselboorkop Ronddraaien met hameren Alleen ronddraaien Werkingsfunctie-keuzeknop Alleen hameren Uitsteeksels 15 16 17 18 19 20 21 22 Groeven Boorschacht Boorvet Boor Boorkopmof Basis van de zijhandgreep Diepteaanslag Getande kant van de zeskantgatmarkering op de basis van de zijhandgreep 23 Getande zijde van de diepteaanslag 24 Stofvanger 25 Symbool △ 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 Voetstuk van de stofvanger Balg Voetstuk Bolle kant Dop Groef Binnenomtrek Blaasbalgje Boorkopadapter Sleutelloze boorkop Mof Ring TECHNISCHE GEGEVENS Model Maximale dikten HR2300 HR2310T HR2600 HR2610 HR2610T HR2611F HR2611FT 23 mm Kroonboor 68 mm 68 mm 68 mm Diamantkroonboor (droog type) 70 mm 80 mm 80 mm Staal 13 mm 13 mm 13 mm Hout 32 mm 32 mm 26 mm 32 mm Nullasttoerental (min-1) 0 - 1 200 Aantal slagen/minuut 0 - 4 600 Totale lengte 356 mm 380 mm Nettogewicht 2,7 kg 2,9 kg 361 mm 2,8 kg Veiligheidsklasse 2,9 kg 2,8 kg 385 mm 361 mm 385 mm 2,9 kg 2,9 kg 3,0 kg /II • In verband met ononderbroken research en ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. • De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen. • Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003 ENE042-1 Gebruiksdoeleinden Het gereedschap is bedoeld voor hamerboren en boren in baksteen, beton en steen. Het is ook geschikt voor boren zonder slagwerking in hout, metaal, keramisch materiaal en kunststof. ENF002-1 Voeding Het gereedschap mag uitsluitend worden aangesloten op een voeding met dezelfde spanning als aangegeven op het typeplaatje en werkt alleen op enkele-fase wisselstroom. Het gereedschap is dubbel geïsoleerd volgens de Europese norm en mag derhalve ook op een nietgeaard stopcontact worden aangesloten. 34 HR2601 Beton GEA010-1 Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap WAARSCHUWING Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. GEB007-7 VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN SPECIFIEK VOOR EEN BOORHAMER 1. 2. Draag gehoorbescherming. Blootstelling aan harde geluiden kan leiden tot gehoorbeschadiging. Gebruik de hulphandgrepen, als deze bij het gereedschap werden geleverd. Als u de controle over het gereedschap verliest, kan dit leiden tot ernstig persoonlijk letsel. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Houd elektrisch gereedschap vast aan het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen wanneer u werkt op plaatsen waar het booraccessoire met verborgen bedrading of zijn eigen snoer in aanraking kan komen. Wanneer het booraccessoire in aanraking komen met onder spanning staande draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van het gereedschap onder spanning komt te staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen. Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril en/of spatscherm. Een gewone bril of een zonnebril is GEEN veiligheidsbril. Het wordt tevens sterk aanbevolen een stofmasker en dik gevoerde handschoenen te dragen. Controleer of de boor stevig op zijn plaats zit voordat u het gereedschap gebruikt. Bij normale bediening behoort het gereedschap te trillen. De schroeven kunnen gemakkelijk losraken, waardoor een defect of ongeval kan ontstaan. Controleer of de schroeven goed zijn aangedraaid, alvorens het gereedschap te gebruiken. In koude weersomstandigheden of wanneer het gereedschap gedurende een lange tijd niet is gebruikt, laat u het gereedschap eerst opwarmen door het onbelast te laten werken. Hierdoor zal de smering worden verbeterd. Zonder degelijk opwarmen, zal de hamerwerking moeilijk zijn. Zorg er altijd voor dat u stevig staat. Zorg ervoor dat er niemand zich onder u bevindt wanneer u het gereedschap op een hoge plaats gebruikt. Houd het gereedschap met beide handen stevig vast. Houd uw handen uit de buurt van bewegende delen. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen. Bedien het gereedschap alleen wanneer u het vasthoudt. Richt het gereedschap niet op iemand in de buurt terwijl het is ingeschakeld. De boor zou eruit kunnen vliegen en iemand ernstig verwonden. Raak de boor en onderdelen in de buurt van de boor niet onmiddellijk na gebruik aan. Zij kunnen bijzonder heet zijn en brandwonden op uw huid veroorzaken. Sommige materialen bevatten chemische stoffen die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van stof en contact met de huid. Volg de veiligheidsinstructies van de leverancier van het materiaal op. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende product altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet volgen van de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES LET OP: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens de functies van het gereedschap te controleren of af te stellen. Aan- en uit-knoppen (Fig. 1) LET OP: • Controleer altijd, voordat u de stekker in het stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten. Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de aan/uit-schakelaar in. De draaisnelheid van het gereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent op de aan/uit-schakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar los om het gereedschap te stoppen. Om het gereedschap continu te laten werken, knijpt u eerst de aan/uit-schakelaar in, drukt u daarna de vergrendelknop in, en laat u tenslotte de aan/uit-schakelaar los. Om vanuit de vergrendelde werking het gereedschap te stoppen, knijpt u de aan/uitschakelaar helemaal in en laat u deze vervolgens weer los. De lamp inschakelen (Fig. 2) Voor modellen HR2611F en HR2611FT LET OP: • Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van de lamp. Trek aan de aan/uit-schakelaar om de lamp in te schakelen. Laat de aan/uit-schakelaar los om de lamp uit te schakelen. OPMERKING: • Gebruik een droge doek om het vuil van de lens van de lamp te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp niet te bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen. • Maak de lens van de lamp niet schoon met verdunner of benzine. Dergelijke oplosmiddelen kunnen de lens van de lamp beschadigen. Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 3) LET OP: • Controleer altijd de draairichting alvorens het gereedschap te gebruiken. • Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Als u de draairichting verandert voordat het gereedschap volledig stilstaat, kan het gereedschap worden beschadigd. • Als de aan/uit-schakelaar niet kan worden ingeknepen, controleert u dat de omkeerschakelaar helemaal naar de stand (kant A) of naar de stand (kant B) is gezet. Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar waarmee u de draairichting kunt omkeren. Duw de omkeerschakelaar naar stand (kant A) voor de draairichting rechtsom, of naar stand (kant B) voor de draairichting linksom. 35 De snelwisselkop voor SDS-plus vervangen Voor modellen HR2310T, HR2610T en HR2611FT De snelwisselkop voor SDS-plus kan eenvoudig worden vervangen door de snelwisselboorkop. De snelwisselkop voor SDS-plus verwijderen (Fig. 4) LET OP: • Haal altijd de boor eruit voordat u de snelwisselkop voor SDS-plus verwijdert. • Als u de knop van het symbool g naar het symbool m draait, is het mogelijk dat de werkingsfunctie-keuzewilt draaien. In knop niet verder dan het symbool dat geval schakelt u het gereedschap in of draai de boorkop met de hand, terwijl de werkingsfunctie-keuzestaat, en draait u vervolgens knop op het symbool de werkingsfunctie-keuzeknop verder. Als u de werkingsfunctie-keuzeknop forceert, kan het gereedschap worden beschadigd. Pak de wisselmof van de snelwisselkop voor SDS-plus vast en draai deze in de richting van de pijl totdat de streep op de wisselmof van het symbool naar het symbool is verplaatst. Trek krachtig in de richting van de pijl. Koppelbegrenzer De snelwisselboorkop aanbrengen (Fig. 5) Controleer of de streep op de snelwisselboorkop bij het symbool staat. Pak de wisselmof van de snelwisselboorkop vast en zet de streep bij het symbool . Zet de snelwisselboorkop op de as van het gereedschap. Pak de wisselmof van de snelwisselboorkop en draai de streep op de wisselmof naar het symbool totdat een duidelijke klik wordt gehoord. LET OP: • Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de koppelbegrenzer in werking treedt. Hiermee helpt u vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen. • Opzetstukken, zoals gatenzagen, die gemakkelijk bekneld raken in het boorgat, mogen niet worden gebruikt met dit gereedschap. Dit is omdat zij de koppelbegrenzer te vaak in werking doen treden. De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan ontkoppeld van de uitgaande as. Wanneer dit gebeurt, zal de boor ophouden met draaien. De werkingsfunctie kiezen (Fig. 6) Voor modellen HR2300, HR2600 en HR2601 Dit gereedschap is uitgerust met een werkingsfunctiekeuzeknop. Kies met de werkingsfunctie-keuzeknop één van de twee beschikbare werkingsfuncties die het meest geschikt is voor uw klus. Voor alleen ronddraaien, draait u de werkingsfunctie-keuzeknop zodat de pijlpunt op de knop naar het symbool m op het gereedschap wijst. Voor ronddraaien met hameren draait u de werkingsfunctie-keuzeknop zodat de pijlpunt op de knop naar het symbool op het gereedschap wijst. LET OP: • Stel de werkingsfunctie-keuzeknop altijd volledig in op het symbool van de juiste stand van uw keuze. Als u het gereedschap bedient met de werkingsfunctie-keuzeknop ingesteld tussen de twee werkingsfunctiesymbolen in, kan het gereedschap beschadigd raken. • Draai de werkingsfunctie-keuzeknop alleen nadat het gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Voor modellen HR2310T, HR2610, HR2610T, HR2611F en HR2611FT Ronddraaien met hameren (Fig. 7) Voor het boren in beton, metselwerk, enz., draait u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool . Gebruik een boor met een wolfraamcarbide punt. Alleen ronddraaien (Fig. 8) Voor het boren in hout, metaal of kunststofmaterialen, draait u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool m. Gebruik een spiraalboor of houtboor. Alleen hameren (Fig. 9) Voor het beitelen, bikken of sloopwerkzaamheden, draait u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool g. Gebruik een rond boor, koudbeitel, bikbeitel, enz. LET OP: • Draai de werkingsfunctie-keuzeknop niet terwijl het gereedschap onder belasting draait. Het gereedschap zal hierdoor worden beschadigd. • Om snelle slijtage van het omschakelmechanisme te voorkomen, zorgt u ervoor dat de werkingsfunctie-keuzeknop altijd precies in een van de drie standen staat. 36 INEENZETTEN LET OP: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens enige werk aan het gereedschap uit te voeren. Zijhandgreep (hulphandgreep) (Fig. 10) LET OP: • Gebruik altijd de zijhandgreep om veilig te kunnen werken. Plaats de zijhandgreep zodanig over de kop van het gereedschap dat de uitsteeksels van de zijhandgreep in de groeven van het gereedschap passen. Draai daarna de zijhandgreep vast door deze in de gewenste stand rechtsom te draaien. De zijhandgreep kan 360° rond het gereedschap gedraaid worden en in iedere gewenste stand worden vastgezet. Boorvet Voordat u de boor aanbrengt, smeert u een beetje boorvet (ong. 0,5 tot 1 gram) op de kop van de boorschacht. Met een ingevette boorkop zal het gereedschap beter werken en langer meegaan. Aanbrengen en verwijderen van de boor Reinig de boorschacht en smeer er boorvet op alvorens de boor te plaatsen. (Fig. 11) Steek de boor in het gereedschap. Draai de boor en duw deze naar binnen tot zij vergrendelt. (Fig. 12) Controleer na het aanbrengen altijd of de boor stevig in het gereedschap is bevestigd door te proberen deze eruit te trekken. Om de boor te verwijderen, trekt u de boorkopmof helemaal omlaag en vervolgens de boor eruit. (Fig. 13) Boorhoek (bij beitelen, bikken of slopen) Voor modellen HR2310T, HR2610, HR2610T, HR2611F en HR2611FT De boor kan onder de gewenste hoek worden vastgezet. Om de boorhoek te veranderen, draait u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool O. Draai de boor naar de gewenste hoek. (Fig. 14) Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool g. (Fig. 15) Controleer daarna of de boor stevig op zijn plaats vastzit door deze iets te verdraaien. Diepteaanslag De diepteaanslag is handig voor het boren van gaten van gelijke diepte. (Fig. 16) Houd de vergrendelknop op de basis van de zijhandgreep ingedrukt in de richting van de pijl aangegeven in de afbeelding, en steek tegelijkertijd de diepteaanslag in het zeskantgat in de zijhandgreep. (Fig. 17) De diepteaanslag moet zodanig in het zeskantgat worden ingestoken dat de getande zijde van de diepteaanslag wijst naar de getande zijde van de zeskantgatmarkering op de zijhandgreep, zoals aangegeven in Fig. 18. Stel de diepteaanslag af op de gewenste diepte door deze heen en weer te bewegen terwijl u de vergrendelknop ingedrukt houdt. Nadat de diepteaanslag is afgesteld, laat u de vergrendelknop los om de diepteaanslag te vergrendelen. (Fig. 19) OPMERKING: • Als de diepteaanslag in het zeskantgat wordt ingestoken terwijl de getande zijde van de diepteaanslag niet wijst naar de getande zijde van de zeskantgatmarkering op de zijhandgreep, zoals aangegeven in afbeelding, kan de diepteaanslag niet worden vergrendeld. Stofvanger (Fig. 20) Gebruik de stofvanger om te voorkomen dat stof op het gereedschap en op uzelf terechtkomt wanneer u boven uw hoofd boort. Bevestig de stofvanger op de boor zoals aangegeven in Fig. 20. De diameter van de boren waaraan de stofvanger kan worden bevestigd is als volgt. Boordiameter Stofvanger 5 6 mm – 14,5 mm Stofvanger 9 12 mm – 16 mm Er is ook een ander type stofvanger (accessoire) verkrijgbaar dat helpt voorkomen dat stof op het gereedschap en op uzelf terechtkomt wanneer u boven uw hoofd boort. De stofvanger aanbrengen en verwijderen Alvorens de stofvanger aan te brengen, verwijdert u de boor zo nodig uit het gereedschap. Breng de stofvanger (accessoire) zodanig op het gereedschap aan dat het symbool △ op de stofvanger is uitgelijnd met de groeven op het gereedschap. (Fig. 21) Om de stofvanger te verwijderen, houdt u de boorkopmof getrokken in de richting aangegeven in Fig. 22 en trekt u tegelijkertijd de boor uit het gereedschap. Pak vervolgens het voetstuk van de stofvanger vast en trek het van het gereedschap af. (Fig. 23) OPMERKING: • Bij het aanbrengen of verwijderen van de stofvanger kan de dop losraken. Als dat gebeurt, gaat u als volgt te werk: Verwijder de balg vanaf het voetstuk en plaats de dop met zijn bolle kant omhoog in het voetstuk, zodanig dat de groef in de dop past in de binnendiameter van het voetstuk. Plaats ten slotte de balg terug op het voetstuk. (Fig. 24, 25 en 26) OPMERKING: • Als u een stofzuiger aansluit op uw boorhamer, kunt u nog schoner werken. De dop moet uit de stofvanger worden verwijderd voordat u de stofzuiger aansluit. (Fig. 27) BEDIENING Gebruik altijd de zijhandgreep (hulphandgreep) en houd het gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan zowel de zijhandgreep als de hoofdhandgreep Gebruik als boorhamer (Fig. 28) Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool . Plaats de punt van de boor op de gewenste plaats waar het boorgat moet komen en knijp vervolgens de aan/uitschakelaar in. Forceer het gereedschap niet. Een lichte druk geeft de beste resultaten. Houd het gereedschap stevig vast en zorg dat het niet uitglijdt. Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat verstopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes. Laat in zo’n geval het gereedschap langzaam lopen en verwijder de boor gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer dit verschillende keren wordt herhaald, zal het boorgat schoon worden en kunt u normaal verder boren. Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool . LET OP: • Op het moment dat het boorgat doorbreekt, het boorgat verstopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes, of de boorhamer de bewapening in het beton raakt, wordt een enorme en plotselinge kracht uitgeoefend op het gereedschap/de boor. Gebruik altijd de zijhandgreep (hulphandgreep) en houd het gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan zowel de zijhandgreep als de hoofdhandgreep Als u dit niet doet, kunt u de controle over het gereedschap verliezen en mogelijk ernstig letsel veroorzaken. OPMERKING: • Terwijl het gereedschap onbelast wordt gebruikt, kan de boor excentrisch draaien. Het gereedschap centreert zichzelf automatisch tijdens het gebruik. Dit heeft geen nadelige invloed op de nauwkeurigheid van het boren. Blaasbalgje (los verkrijgbaar) (Fig. 29) Gebruik na het boren het blaasbalgje om het stof uit het boorgat te blazen. Beitelen/bikken/slopen Voor modellen HR2310T, HR2610, HR2610T, HR2611F en HR2611FT Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool g. Houd het gereedschap met beide handen stevig vast. Schakel het gereedschap in en oefen er enige kracht op uit zodat het gereedschap niet oncontroleerbaar in het rond springt. Het gereedschap werkt niet efficiënter als u grote druk op het gereedschap uitoefent. (Fig. 30) 37 Boren in hout of metaal Voor modellen HR2300, HR2600, HR2601, HR2610 en HR2611F Gebruik de los verkrijgbare complete boorkop. Om deze aan te brengen, zie “Aanbrengen en verwijderen van de boor” op de vorige pagina. (Fig. 31) Voor modellen HR2310T, HR2610T en HR2611FT Gebruik de snelwisselboorkop als standaarduitrusting. Om deze aan te brengen, zie “De snelwisselkop voor SDS-plus vervangen” op de vorige pagina. (Fig. 32 en 33) Houd de ring op zijn plaats en draai de bus linksom om de klauwen in de boorkop te openen. Steek de boor zo ver mogelijk in de boorkop. Houd de ring stevig op zijn plaats en draai de bus rechtsom om de klauwen in de boorkop te sluiten. Om de boor te verwijderen, houdt u de ring op zijn plaats en draait u de bus linksom. (Fig. 34) Draai de werkingsfunctie-keuzeknop naar het symbool m. U kunt gaten tot een diameter van 13 mm in metaal en tot een diameter van 32 mm in hout boren. LET OP: • Gebruik nooit “Ronddraaien met hameren” wanneer de snelwisselboorkop op het gereedschap is aangebracht. De snelwisselboorkop kan worden beschadigd. Bovendien zal de boorkop loskomen wanneer de draairichting van het gereedschap wordt omgekeerd. • Het boren zal niet sneller verlopen als u hard op het gereedschap drukt. In feite zal dergelijk hard drukken alleen maar leiden tot beschadiging van de boor, verlaging van de prestaties van het gereedschap, en verkorting van de levensduur van het gereedschap. • Op het moment dat het boorgat doorbreekt wordt een enorme draaikracht uitgeoefend op het gereedschap/ de boor. Houd het gereedschap stevig vast en let goed op wanneer de boor door het werkstuk breekt. • Een vastgelopen boor kan eenvoudigweg worden verwijderd door de omkeerschakelaar in de stand voor achteruitdraaien te zetten en de boor achteruit uit het gat te laten draaien. Het gereedschap kan echter plotseling achteruit komen als u het niet stevig vasthoudt. • Zet kleine werkstukken altijd vast in een bankschroef of soortgelijk bevestigingsmiddel. Diamantkroonboren Wanneer u werkzaamheden met diamantkroonboren uitvoert, moet u de werkingsfunctie-keuzeknop altijd naar het symbool m draaien voor “alleen ronddraaien”. LET OP: • Als u werkzaamheden met diamantkroonboren uitvoert in de stand “ronddraaien met hameren” kan de diamantkroonboor beschadigd raken. Gebruik van de stofvanger (accessoire) (Fig. 35) Bedien het gereedschap met de stofvanger tegen het plafond aan gedrukt. OPMERKING: • De stofvanger (accessoire) is uitsluitend bedoeld voor boren in keramische werkstukken, zoals beton en cement. Gebruik het gereedschap niet met de stofvanger wanneer u in metaal of soortgelijk materiaal boort. Bij gebruik van de stofvanger tijdens het boren in metaal kan de stofvanger worden beschadigd als gevolg van de warmte die door kleine metaaldeeltjes en dergelijke wordt gegenereerd. • Maak de stofvanger leeg voordat u de boor verwijdert. 38 • Zorg ervoor dat bij gebruik van de stofvanger de dop stevig op zijn plaats is aangebracht. ONDERHOUD LET OP: • Zorg er altijd voor dat het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u een inspectie of onderhoud uitvoert. • Gebruik nooit benzine, wasbenzine, verdunner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, controle en vervanging van de koolborstels, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Makita-servicecentrum, en altijd met gebruikmaking van originele Makita-vervangingsonderdelen. OPTIONELE ACCESSOIRES LET OP: • Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven gebruiksdoeleinden. Mocht u meer informatie willen hebben over deze accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw plaatselijke Makita-servicecentrum. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • SDS-Plus boren met een wolfraamcarbide punt Kroonboor Puntbeitel Diamantkroonboor Koudbeitel Bikbeitel Sleuvenbeitel Boorkop montage Boorkop S13 Boorkopadapter Boorkopsleutel S13 Boorvet Zijhandgreep Diepteaanslag Blaasbalgje Stofvanger Voetstuk voor stofvanger Veiligheidsbril Plastic draagkoffer Sleutelloze boorkop OPMERKING: • Sommige van de onderdelen in deze lijst kunnen bijgeleverd zijn als standaard-accessoires. Deze accessoires kunnen per land verschillend zijn. ENG905-1 Geluid De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten volgens EN60745: Model HR2300, HR2601, HR2611F, HR2611FT Geluidsdrukniveau (LpA): 90 dB (A) Geluidsvermogenniveau (LWA): 101 dB (A) Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A) Model HR2310T, HR2600, HR2610, HR2610T Geluidsdrukniveau (LpA): 91 dB (A) Geluidsvermogenniveau (LWA): 102 dB (A) Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A) Draag gehoorbescherming ENG900-1 Trillingen De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals vastgesteld volgens EN60745: Model HR2300, HR2600 Gebruikstoepassing: klopboren in beton Trillingsemissie (ah, HD): 15,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: boren in metaal Trillingsemissie (ah, D): 2,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model HR2310T Gebruikstoepassing: klopboren in beton Trillingsemissie (ah, HD): 15,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: beitelen met extra zijhandgreep Trillingsemissie (ah, CHeq): 10,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: boren in metaal Trillingsemissie (ah, D): 2,5 m/s2 of lager Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model HR2601 Gebruikstoepassing: klopboren in beton Trillingsemissie (ah, HD): 12,0 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: boren in metaal Trillingsemissie (ah, D): 2,5 m/s2 of lager Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model HR2610 Gebruikstoepassing: klopboren in beton Trillingsemissie (ah, HD): 15,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: beitelen met extra zijhandgreep Trillingsemissie (ah, CHeq): 9,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: boren in metaal Trillingsemissie (ah, D): 2,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model HR2610T Gebruikstoepassing: klopboren in beton Trillingsemissie (ah, HD): 15,0 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: beitelen met extra zijhandgreep Trillingsemissie (ah, CHeq): 9,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: boren in metaal Trillingsemissie (ah, D): 2,5 m/s2 of lager Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model HR2611F Gebruikstoepassing: klopboren in beton Trillingsemissie (ah, HD): 12,0 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: beitelen met extra zijhandgreep Trillingsemissie (ah, CHeq): 9,0 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: boren in metaal Trillingsemissie (ah, D): 2,5 m/s2 of lager Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model HR2611FT Gebruikstoepassing: klopboren in beton Trillingsemissie (ah, HD): 11,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: beitelen met extra zijhandgreep Trillingsemissie (ah, CHeq): 8,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: boren in metaal Trillingsemissie (ah, D): 2,5 m/s2 of lager Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 ENG901-1 • De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. • De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. WAARSCHUWING: • De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. • Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). 39 ENH101-15 Alleen voor Europese landen ENH101-15 Alleen voor Europese landen EU-verklaring van conformiteit EU-verklaring van conformiteit Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makitamachine(s): Aanduiding van de machine: Boorhamer Modelnr./Type: HR2300, HR2310T, HR2600, HR2601 in serie zijn geproduceerd en Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2006/42/EC En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN60745 De technische documentatie wordt bewaard door onze erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten: Makita International Europe Ltd. Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makitamachine(s): Aanduiding van de machine: Combinatiehamer Modelnr./Type: HR2610, HR2610T, HR2611F, HR2611FT in serie zijn geproduceerd en Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2006/42/EC En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN60745 De technische documentatie wordt bewaard door onze erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten: Makita International Europe Ltd. Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland 13.7.2009 13.7.2009 Tomoyasu Kato Directeur Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN 40 Tomoyasu Kato Directeur Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19

Makita HR2300 Handleiding

Categorie
Boorhamers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen