Nederlands
Lees voor gebruik deze aanwijzingen!
AANWIJZINGEN
- De lader in een koele, droge en goed verluchte ruimte plaatsen. Zorg voor een lichte luchtstroom rond de
lader. De lader niet in een kast of gesloten compartiment plaatsen.
- Deze zo dicht mogelijk bij de accu's plaatsen, bij voorkeur op minder dan 2 meter.
- Deze lader is voorzien van een automatische kiezer 110V/230V en laat toe de volgende spanningen te gebruiken:
80V-130V of 170V-280V op alle frequenties van 40Hz tot 400Hz.
- De minimale diameter van de kabel moet 6mm² bedragen voor de lader van 10A tot 20A en 16mm² voor de lader
van 30A. Moet u de lader op grotere afstand van de accu's zetten, dan moet u een grotere kabeldiameter nemen,
om het vermogensverlies op de lijn te compenseren. (Ziet Lijst1.)
- Vooraleer de lader in werking gesteld wordt, moet u het accutype kiezen in onderstaande lijst (Fig. 1): de open
loodaccu heeft de grootste spanning (14,8V/29,6V), vervolgens de gesloten loodaccu's, gelaccu’s en AGM accu's
(europese afstelling, 14,4V/28,8V) en daarna de gelaccu's en AGM accu’s (amerikaanse afstelling, 14,2V/28,4V).
De gelaccu's en de AGM accu's kunnen verschillen naargelang van de leverancier. Controleer zeker de
kenmerken van uw accu's. Controleer of de overeenkomstige LED uw keuze bevestigt.
- Gebruikt u accu's met verschillende kenmerken, dan moet u de lader op de laagste spanning afstellen, om de
accu's niet te beschadigen. Laad een accu nooit op tegen een spanning hoger dan de opgegeven maximale
spanning.
- Het kleine aansluitblok voor 3 switches (Fig. 2) laat toe de absorptietijd aan te passen aan de omvang van het
accupark met ongeveer één uur per switch. Om dit te berekenen: de omvang van uw accupark delen door de
amperage van uw lader (bijvoorbeeld: voor een accupark van 200 AH en een lader van 20 Amp. is de ratio 10.)
• Voor een ratio tussen 1 en 4 moet u alle switches op «on» zetten, de absorptietijd zal ongeveer één uur
bedragen. Ideaal voor kleine boten of boten die regelmatig op het ponton aangesloten zijn.
• Voor een ratio tussen 5 en 9 moet u switch 1 op «off» en 2 en 3 op «on» zetten. De absorptietijd zal ongeveer
twee uren bedragen. Dit is het meest voorkomende geval voor boten die enkel deze laadmethode gebruiken
en zich slechts één keer per dag op het ponton aansluiten.
• Voor een ratio tussen 10 en 13 moet u switches 1 en 2 op «off» en 3 op «on» zetten. De absorptietijd zal
ongeveer drie uren bedragen. Voor boten voorzien van een alternator of generator die zich van tijd tot tijd op
het ponton aansluiten.
• Voor een ratio van 14 tot 18 moet u alle switches op «off» zetten. De absorptietijd zal ongeveer vier uuren
bedragen. Voor boten die zich slechts zeer zelden op een ponton aansluiten.
- Wanneer de lader volgens uw uitrusting geconfigureerd is, mag u deze installeren en moet u deze slechts wijzigen
wanneer u van accumaat of -type verandert.
- Sluit de kabels aan zoals aangegeven in het onderstaande schema (Fig. 3).
Moet u slechts één accu opladen, sluit dan diens positieve aansluitcontact aan op alle klemmen van de
lader. Hierdoor wordt het laden van de accu's geoptimaliseerd; in het tegengestelde geval worden de prestaties
van de lader beïnvloed.
- U mag de lader in eender welke positie plaatsen. Sluit de kabels steeds eerst aan op de lader en daarna op de
accu's.
- Belangrijk: de behuizing van de lader is geaard, overeenkomstig de internationale reglementeringen. Op de
meeste boten is de aarding van de wisselstroom verbonden met de massa van de boot, die zelf verbonden is met
het negatieve aansluitcontact van de accu. In dat geval is de behuizing verbonden met de klem “-” van de accu.
Raakt u de behuizing aan met een kabel “+”, kan u uw accu kortsluiten en brand veroorzaken. Om dit te vermijden,
moet u nagaan of de klemmen niet in contact komen met de behuizing. Het is ook aangeraden, op elke klem een
50 Amp zekering te plaatsen. (Sterling zekeringhouder GMFB-4848 niet inbegrepen.)
Ga na of alle klemmen gebruikt
worden.
STERLING
Pro Charge ACCULADER
Fig. 1 Fig. 2
12