AEG Voxtel D550BT Gebruikershandleiding

Categorie
Telefoons
Type
Gebruikershandleiding
82
1 ONZE ZORG
Wij willen u bedanken voor de aankoop van dit product. Bij
de ontwikkeling en montage van dit product stonden u en het
milieu centraal. Daarom krijgt u bij dit product een verkorte
installatiehandleiding, zodat er minder papier wordt gebruikt en
er dus minder bomen moeten worden gekapt. Een volledige,
gedetailleerde gebruikershandleiding met beschrijvingen van alle
functies vindt u op onze website, www.aegtelephones.eu. Hier
kunt u de gebruikershandleiding integraal downloaden zodat u alle
geavanceerde functies van uw product kunt gebruiken. Met het oog
op het milieu zouden wij u evenwel willen verzoeken om de volledige
handleiding niet af te drukken. Bedankt dat u ons steunt in onze zorg
voor het milieu.
2 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wanneer u uw telefoon gebruikt, dient u steeds enkele fundamentele
veiligheidsvoorschriften in acht te nemen om het risico op brand,
elektrische schokken en letsel te beperken:
1. Lees alle instructies en zorg dat u ze begrijpt.
2. Houd rekening met alle waarschuwingen en instructies die op het
product zijn vermeld.
3. Verwijder de stekker van dit product uit het stopcontact voordat
u het reinigt. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
spuitbussen. Gebruik een vochtige doek om het toestel te reinigen.
4. Houd uw telefoon uit de buurt van warme, vochtige omgevingen
of direct zonlicht, maak het toestel niet nat en gebruik het niet in de
buurt van water (bad, gootsteen, zwembad enz.).
5. Zorg dat u de stopcontacten en verlengkabels niet overbelast om
brand en elektrische schokken te vermijden.
6. Haal dit product in de volgende omstandigheden uit het
stopcontact en raadpleeg ons servicecentrum:
tBij schade aan het netsnoer of de stekker.
tAls het product niet normaal werkt bij toepassing van de
gebruiksinstructies.
tAls men het product heeft laten vallen en de behuizing
beschadigd is.
tAls de prestaties van het product drastisch gewijzigd zijn.
83
NL
7. Gebruik uw telefoon NOOIT buiten tijdens een onweersbui.
Koppel het toestel los van de telefoonlijn en het stopcontact
wanneer het onweert in uw omgeving. Schade door blikseminslag
wordt niet gedekt door de garantie.
8. Gebruik de telefoon niet om een gaslek te melden wanneer u zich
in de buurt van het lek bevindt.
9. Gebruik alleen de meegeleverde NiMH-batterijen (nikkel-
metaalhydride)! De gebruikstijden voor de handsets zijn alleen van
toepassing bij gebruik van batterijen met een standaardcapaciteit.
10. Het gebruik van andere batterijtypes of niet-oplaadbare batterijen/
primaire cellen kan gevaarlijk zijn. Dat kan leiden tot interferentie
en/of schade aan het toestel of de omgeving. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade door het niet-naleven
van deze voorschriften.
11. Gebruik geen laders van andere fabrikanten. Zij kunnen de
batterijen beschadigen.
12. Zorg dat de batterijen volgens de juiste polariteit zijn geplaatst.
13. Doe batterijen veilig weg. U mag ze niet onderdompelen in water,
verbranden of achterlaten op plaatsen waar ze mogelijk doorboord
worden.
3 BEDOELD GEBRUIK
Deze telefoon is bedoeld voor aansluiting op een openbaar analoog
telefoonnetwerk of een analoge verlenging van een compatibel PBX-
systeem.
4 DE VERPAKKING VAN UW
TELEFOON VERWIJDEREN
De verpakking bevat het volgende:
t1 handset
t1 basisstation
t1 netvoedingsadapter
t1 telefoonsnoer
t2 Oplaadbare batterijen
t1 gebruikershandleiding
84
Handset - Verbinding met het basisstation
tBij aankoop van het toestel zijn alle handsets al bij de basiseenheid
aangemeld.
tAls u de handset en de basiseenheid samen wilt gebruiken, moet er
een radioverbinding tussen beide toestellen gemaakt worden. Het
signaal tussen de handset en het basisstation is in overeenstemming
met de normale normen voor een DECT-telefoon: maximaal bereik
buiten tot 300 meter en binnen tot 50 meter.
tHet signaalbereik kan afnemen als er grote voorwerpen tussen
de handset en de basiseenheid staan, zoals een koelkast, spiegel,
archiefkast, metalen deuren of gewapend beton. De sterkte van het
signaal kan ook worden beperkt door andere massieve structuren
zoals muren of door andere radio- of elektrische signalen.
tZet de handset of het basisstation niet vlak bij een andere telefoon,
een televisie of audioapparatuur - deze apparaten kunnen storing
veroorzaken.
5 UW TELEFOON
5.1 Overzicht handset (zie P1)
# Betekenis
1
Omhoog
tIn de stand-bymodus: indrukken om de oproeplijst
te openen
tIn menumodus: indrukken om omhoog te gaan in
het menu
tIn telefoonboek / herhaallijst / oproeplijst: indrukken
om omhoog te gaan in de lijst
tTijdens een oproep: indrukken om het volume van
de handset of de luidspreker te verhogen
tTijdens het rinkelen: indrukken om het belvolume te
verhogen
85
NL
2
OK
Softtoets links (Menu/OK)
tIn de stand-bymodus: indrukken om het hoofdmenu
te openen
tIn submenumodus: indrukken om de selectie te
bevestigen
tTijdens een oproep: indrukken om de intercom /
het telefoonboek / de herhaallijst / de oproeplijst
te gebruiken
3
R
Van de haak/Flash-toets
tIn de stand-by-/voorkiesmodus: indrukken om een
oproep te maken
tIn de herhaallijst / de oproeplijst / het telefoonboek:
indrukken om een oproep te maken naar het
weergegeven nummer
tTijdens het rinkelen: indrukken om een oproep te
beantwoorden
tTijdens een oproep: indrukken om een flashsignaal
te verzenden
4
Toetsenvergrendeling
tIngedrukt houden om het toetsenbord te
vergrendelen/ontgrendelen.
tIngedrukt houden om te wisselen tussen externe en
interne oproepen als beide zijn ingesteld.
5
Handenvrije modus
tTijdens een oproep: indrukken om de handenvrije
modus in/uit te schakelen.
tContactpersoon in oproeplijst / telefoonboek:
indrukken om een oproep te maken met de
handenvrije modus
tTijdens het rinkelen: indrukken om een oproep met
de handenvrije modus te beantwoorden
86
6
Softtoets rechts (wissen/terug/microfoon
uitschakelen/intern gesprek)
tIn hoofdmenumodus: indrukken om naar het
standby-display te gaan
tIn submenumodus: indrukken om naar het vorige
niveau te gaan
tIn submenumodus: ingedrukt houden om terug te
keren naar het standby-display
tIn de bewerkings-/voorkiesmodus: indrukken om
een teken/cijfer te wissen
tIn de bewerkings-/voorkiesmodus: ingedrukt
houden om alle tekens/cijfers te wissen
tTijdens een oproep: indrukken om de microfoon uit
te schakelen/te activeren
tIn standby-modus: indrukken om een intern gesprek
met een andere handset te voeren
7
Op de haak / AAN
tTijdens een oproep: indrukken om een oproep te
beëindigen om terug te gaan naar het standby-
display
tIn de menu-/bewerkingsmodus: indrukken om terug
te gaan naar het vorige menu
tIn de stand-bymodus: ingedrukt houden om de
handset uit te schakelen
tIn de standby-modus (wanneer de handset is
uitgeschakeld): Ingedrukt houden om de handset in
te schakelen
87
NL
8
Omlaag/Herhaallijst
tIn de stand-bymodus: indrukken om de herhaallijst
te openen
tIn menumodus: indrukken om omlaag te gaan in het
menu
tIn telefoonboek / herhaallijst / oproeplijst: indrukken
om omlaag te gaan in de lijst
tTijdens een oproep: indrukken om het volume van
de handset of luidspreker te verlagen
tTijdens het rinkelen: indrukken om het belvolume te
verlagen
9
Beltoon uit
tIngedrukt houden om de beltoon van de handset
uit of weer in te schakelen.
10
MOBILE
Mobiel
tindrukken om de oproep via de mobiele verbinding
te beantwoorden.
11
Telefoonboek
tIndrukken om het telefoonboek te openen.
5.2 Display draadloze handset (zie P2)
Het lcd-scherm geeft informatie over de huidige status van de
telefoon.
# Betekenis
Brandt wanneer de handset binnen bereik van het
basisstation is.
Hoe meer balkjes, hoe sterker het signaal.
Geeft aan dat er een gesprek wordt gevoerd met die
handset.
Geeft aan dat u een nieuw voicemailbericht hebt. Dit
is een netwerkdienst, neem hiervoor contact op met
uw aanbieder.
Geeft aan dat de beltoon van de handset is
uitgeschakeld.
88
Geeft aan dat de batterij volledig is opgeladen.
De interne segmenten bewegen tijdens opladen van
de batterij.
Geeft aan dat de batterij moet worden opgeladen.
Knippert bij een laag batterijniveau.
Geeft aan dat er meer tekens of cijfers staan vóór de
tekens/cijfers die worden weergegeven.
(1) Brandt wanneer er een intern gesprek wordt
gevoerd. Knippert bij een inkomende interne oproep.
Geeft de handenvrije modus aan.
Brandt wanneer er een alarm is ingesteld.
Knippert wanneer het alarm weerklinkt.
Geeft aan dat het toetsenbord is vergrendeld.
Geeft aan dat er meer tekens of cijfers staan na de
tekens/cijfers die worden weergegeven.
Indrukken om de huidige selectie te bevestigen, waar
van toepassing.
indrukken om het hoofdmenu te openen.
Geeft een nieuwe oproep in de oproeplijst aan.
Geeft aan dat er hoger of lager in de lijst nog meer
opties zijn.
Indrukken om terug te gaan naar het vorige
menuniveau of de huidige handeling te annuleren,
waar van toepassing.
Indrukken om een teken te wissen, het alarm te
stoppen, waar van toepassing, of de microfoon
tijdens een gesprek uit/in te schakelen.
(2) Indrukken om een intern gesprek te starten.
89
NL
Geeft aan dat er een mobiele telefoon via Bluetooth
is gekoppeld
5.3 Basisstation
# Betekenis
12
Paging/Zoeken
tIndrukken om de geregistreerde handset(s) te
pagen. Deze rinkelt ongeveer 60 seconden.
tIngedrukt houden om het basisstation in de
registratiemodus te zetten.
5.4 Menustructuur
tDruk in de stand-bymodus op
O
K
om naar de menulijst te gaan.
tDruk op
/ om naar andere opties in de menulijst te gaan.
tDruk op
OK
om een submenu of functie te openen.
tDruk op
om naar het vorige niveau te gaan.
5.5 Tekst en cijfers invoeren
In de bewerkingsmodus wordt er een cursor weergegeven op de
huidige invoerpositie voor tekst. Deze staat rechts van het laatste
teken dat u hebt ingevoerd.
Schrijftips:
tAls er een teken geselecteerd is, gaat de cursor na een korte pauze
naar de volgende positie.
tU kunt de cursor binnen de tekst verplaatsen met de toetsen
/
om de ingevoerde tekst aan te passen.
tDruk op
om het laatste teken te wissen.
tHoud
ingedrukt om de hele tekstreeks te wissen.
6 UW TELEFOON INSTALLEREN
6.1 Het basisstation aansluiten (zie P5)
tSluit het netsnoer en telefoonsnoer aan op het basisstation.
90
tSteek de netvoedingsadapter in een stopcontact van 100 - 240 V /
50 - 60 Hz en het telefoonsnoer in de telefooncontactdoos.
tGebruik altijd de kabels die in de doos worden meegeleverd
Waarschuwing:
Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Andere adapters kunnen
risico‘s inhouden.
Plaats het basisstation op een plek waar u de netsnoerstekker kunt
aansluiten op een gemakkelijk toegankelijk stopcontact. Probeer
nooit het netsnoer te verlengen.
Opmerking:
Het basistoestel heeft een stopcontact nodig om normaal te
functioneren, niet alleen om de batterijen van de handset op te laden.
6.2 De batterijen plaatsen en opladen (zie P3)
tPlaats de 2 meegeleverde batterijen conform de
polariteitsaanduidingen in het batterijcompartiment (zie afbeelding).
Gebruik alleen de meegeleverde, oplaadbare NiMH-batterijen.
tPlaats de afdekking van het batterijcompartiment over de batterijen
en schuif ze omhoog tot ze klikt.
tPlaats de handset op het basisstation en laad hem gedurende 15 uur
op alvorens u de handset voor het eerst gebruikt. De handset piept
kort wanneer hij correct op het basisstation of de lader is geplaatst.
7 UW TELEFOON GEBRUIKEN
7.1 Bluetooth
Uw nieuwe telefoonsysteem is voorzien van draadloze Bluetooth-
technologie waarmee u een mobiele telefoon met Bluetooth met het
basisstation kunt koppelen en verbinden, zodat u uw huistelefoon
kunt gebruiken om oproepen via uw mobiele telefoon te ontvangen
of om via het abonnement van uw mobiele telefoon het laatst gekozen
nummer te bellen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
tRaadpleeg de gebruikershandleiding van uw mobiele telefoon voor
meer informatie over de Bluetooth-functie van de telefoon.
91
NL
tZorg dat de mobiele telefoon met Bluetooth zich op een afstand van
1 tot 2 meter van het basisstation bevindt om een goede verbinding
tussen uw mobiele telefoon met Bluetooth en het basisstation tot
stand te brengen.
tZorg dat de mobiele telefoon met Bluetooth een sterk signaal heeft.
Mogelijk moet u de mobiele telefoon met Bluetooth en het basisstation
verplaatsen naar een plek waar het mobiele signaal beter is.
tLaad uw mobiele telefoon met Bluetooth op als deze met het
basisstation is verbonden, omdat de batterij van uw mobiele
telefoon sneller leegloopt als deze draadloos met het basisstation
is verbonden.
7.2 Bluetooth instellen
Als u een mobiele telefoon met Bluetooth met uw telefoon wilt
gebruiken, moet u uw mobiele telefoon met Bluetooth eerst
koppelen met het basisstation van de telefoon. U kunt elke handset
die bij het basisstation is aangemeld gebruiken om oproepen via het
abonnement van uw mobiele telefoon te maken of te ontvangen.
7.2.1 Een mobiele telefoon toevoegen
U kunt een mobiele telefoon met Bluetooth als volgt koppelen en
verbinden:
tLeg uw mobiele telefoon vlak bij het basisstation.
tDruk op
en daarna op / . Kies “MOBIEL VERB.” (PAIR MOBILE).
tDruk op
. Op het display staat “MOBIEL KLAAR?” (MOBILE
READY?).
tDruk op
. Op het display staat “MODE ZICHTBAAR”
(DISCOVERABLE MODE). De Bluetooth-functie is geactiveerd.
tSchakel de Bluetooth-functie van uw mobiele telefoon met Bluetooth
in en zoek naar een nieuw apparaat.
tSelecteer de D550 BT-telefoon als uw mobiele telefoon met
Bluetooth de telefoon heeft gevonden en ga verder met koppelen.
tAls uw mobiele telefoon met Bluetooth is gekoppeld, wordt er op
het scherm “OK” (COMPLETED) weergegeven en hoort u een toon.
De pictogrammen
worden op de handset weergegeven.
Zie de gebruikershandleiding voor uw mobiele telefoon met
Bluetooth voor informatie over het zoeken naar of toevoegen van
nieuwe Bluetooth-apparaten.
92
Opmerkingen:
>Een gekoppelde mobiele telefoon wordt automatisch verbonden
en opgeslagen.
>Als er een mobiele telefoon met Bluetooth is verbonden, wordt
het pictogram
op het scherm weergegeven.
7.2.2 Een oproep via uw mobiele telefoon beantwoorden
Als de gekoppelde mobiele telefoon een oproep ontvangt, rinkelt de
handset met de toon MELODY MOB (Mobile ring) en knippert het
pictogram
op het display.
tDruk op de toets
MOBILE
om de oproep te beantwoorden.
tDruk op de toets
om de oproep te beëindigen.
7.2.3 Het laatste nummer van de mobiele telefoon herhalen
tDruk op de toets
MOBILE
. “HRH LAATSTE MOB. NR” (REDIAL LAST
MOBILE NUMBER) wordt weergegeven.
tDruk op de toets
om het nummer via uw mobiele abonnement
te bellen.
tDruk op de toets
om de oproep te beëindigen.
Opmerking:
Op het scherm staat “NIET MOGEL.” (NOT POSSIBLE) als er wordt
geprobeerd een oproep te maken terwijl de Bluetooth-functie van de
mobiele telefoon is uitgeschakeld of buiten bereik is.
7.3 Een oproep maken
7.3.1 Voorkiezen
Voer het telefoonnummer in (maximaal 24 cijfers) en druk op
of om
verbinding te maken en het nummer te bellen. Als u bij de invoer van
het nummer een fout maakt, druk dan op
om cijfers te wissen.
7.3.2 Direct kiezen
Druk op
of om verbinding te maken en voer vervolgens het
telefoonnummer in.
Opmerking:
Als u een verkeerd cijfer hebt ingevoerd, kunt u dit niet corrigeren
met de toets
.
93
NL
7.3.3 Een nummer uit het telefoonboek bellen
tDruk op
om het telefoonboek te openen en druk op / om de
gewenste contactpersoon te selecteren.
tDruk op
of om de geselecteerde contactpersoon te bellen.
Opmerkingen:
>U kunt het telefoonboek ook openen door op
, ,
OK
te drukken.
>De alfanumerieke toetsen fungeren als snelkoppeling naar
contactpersonen met de overeenkomstige letters.
7.3.4 Een nummer van de oproeplijst bellen (alleen
beschikbaar met nummerweergave)
tDruk op
om de oproeplijst te openen en druk op / om het
gewenste nummer in de oproeplijst te selecteren.
tDruk op
of om het geselecteerde nummer in de oproeplijst te
bellen.
Opmerking:
U kunt de oproeplijst ook openen door twee keer op
O
K
te drukken.
7.3.5 Nummerherhaling
tDruk op
om de herhaallijst te openen en druk op / om het
gewenste nummer in de herhaallijst te selecteren.
tDruk op
of om het geselecteerde nummer te bellen.
7.3.6 Gesprekstimer
Uw handset registreert automatisch de duur van elk gesprek.
De timer wordt weergegeven zodra u een oproep beantwoordt of als
u op de toets
drukt. De timer blijft 5 seconden na het einde van
het gesprek op het display staan. De tijd wordt weergegeven in uren,
minuten en seconden (UU:MM:SS).
7.4 Een oproep beantwoorden
Als de handset niet op de lader staat:
tWanneer de telefoon rinkelt, drukt u op
of om een oproep te
beantwoorden:
Opmerking:
Als de functie “AUTOM.ANTW” (Auto Answer) op “AAN” (On) staat,
wordt de oproep automatisch beantwoord wanneer men de handset
van het basisstation neemt en moet er geen toets worden ingedrukt.
94
7.5 Een oproep beëindigen
tDruk tijdens een oproep op
om de oproep te beëindigen.
OF
tPlaats de handset op het basisstation of de lader om de oproep te
beëindigen.
7.6 Handenvrije modus
Tijdens een gesprek drukt u op
om af te wisselen tussen de
handenvrije modus en de normale handsetmodus.
7.7 Het volume van de handset of de luidspreker aanpassen
Er zijn 5 volumeniveaus (VOLUME 1 tot en met VOLUME 5) waarmee u
het volume van de handset en de luidspreker kunt kiezen.
Tijdens een oproep:
tDruk op
/ om volume 1-5 te kiezen. De huidige instelling wordt
weergegeven.
Wanneer u de oproep beëindigt, blijft het laatst ingestelde niveau
behouden.
7.8 De beltoon van de handset uitschakelen
tHoud in de stand-bymodus de toets
ingedrukt om de beltoon van
de handset uit te schakelen. Het pictogram
wordt op het display
weergegeven.
Opmerking:
Bij een inkomend gesprek knippert het pictogram voor een oproep of
het nummer van de oproeper op het display, zelfs wanneer de beltoon
uitgeschakeld is.
tAls u de beltoon opnieuw wilt activeren, houdt u
weer ingedrukt.
7.9 Toetsvergrendeling
Houd in de stand-bymodus de toets
ingedrukt om het toetsenbord
te ontgrendelen. Het pictogram
wordt op het display weergegeven.
Opmerking:
U kunt
nog steeds gebruiken om een oproep te beantwoorden
wanneer de handset rinkelt.
95
NL
Als u het toetsenbord wilt ontgrendelen, houd dan opnieuw
ingedrukt.
7.10 Laatste nummer herhalen
U kunt de 10 laatst gebelde nummers opnieuw kiezen. Als er in het
telefoonboek een naam aan het nummer is gekoppeld, verschijnt de
naam in plaats van het nummer.
Het laatst gebelde nummer verschijnt bovenaan de herhaallijst.
7.10.1 Een nummer uit de herhaallijst bellen
tDruk in de stand-bymodus op
om de herhaallijst te openen.
Opmerking:
Als de herhaallijst een naam bevat, drukt u op #
om het nummer te
zien dat bij de naam hoort.
tDruk op
/ om door de herhaallijst te bladeren.
tDruk op
om het in de herhaallijst geselecteerde nummer te bellen.
Opmerking:
Als er geen nummers in de herhaallijst staan, verschijnt “LEEG”
(EMPTY) op het display.
7.10.2 Een nummer van de mobiele telefoon opnieuw kiezen
tDruk in de standby-modus op
MOBILE
. Op het scherm staat “HRH
LAATSTE MOB. NR” (REDIAL LAST MOBILE NUMBER).
tDruk op
MOBILE
of
O
K
om het geselecteerde mobiele nummer te
bellen.
Opmerking:
Als er geen mobiele telefoon met Bluetooth is gekoppeld en
verbonden, wordt “GEEN MOBIEL” (NO MOBILE) op het scherm
weergegeven als u op
MOBILE
drukt.
96
7.11 Een handset zoeken
U kunt een handset lokaliseren door op
op het basisstation te
drukken. Alle handsets die op het basisstation zijn geregistreerd,
produceren een oproeptoon en geven op het display “PAGING”
(PAGING) weer. U kunt de pagingfunctie uitschakelen door op
/ /
op een willekeurige handset of op het basisstation op te
drukken.
Opmerking:
Als er een oproep binnenkomt terwijl de pagingfunctie wordt gebruikt,
vervangt het gerinkel van de telefoon de oproeptoon.
8 TELEFOONBOEK
Elke handset bevat een telefoonboek waarin men tot vijftig
contactpersonen kan opslaan met naam en nummer. Voor
elk telefoonboekcontact zijn er maximaal 24 cijfers voor het
telefoonnummer en 14 tekens voor de naam beschikbaar. U kunt ook
verschillende beltonen selecteren voor uw telefoonboekcontacten.
Opmerking:
De verschillende beltonen worden alleen afgespeeld wanneer u bent
geabonneerd op de dienst nummerweergave en als het inkomende
nummer overeenkomt met het opgeslagen nummer.
De telefooncontacten worden alfabetisch op naam opgeslagen.
8.1 Een nieuw contact toevoegen
In de stand-bymodus:
tDruk op
om het telefoonboek te openen.
tDruk op
OK
om “TOEVOEGEN” (ADD) weer te geven.
tDruk op
OK
en voer vervolgens de naam in.
tDruk op
OK
en voer het nummer in.
tDruk op
O
K
en / om de gewenste beltoon voor uw
contactpersoon in het telefoonboek te selecteren. U kunt kiezen uit
10 beltonen.
tDruk op
OK
om de contactpersoon op te slaan.
97
NL
8.2 Een contactpersoon opzoeken in het telefoonboek
In de stand-bymodus:
tDruk op
om het telefoonboek te openen.
OF
tDruk op
O
K
en / om “TELEF.BOEK” (CONTACTS) te
selecteren en druk daarna op
O
K
om het telefoonboek te
openen.
tVoer de eerste letter van de naam in met de alfanumerieke toetsen
(druk bijvoorbeeld drie keer op toets 2 voor een naam beginnend
met een C) en druk vervolgens op
/ om naar de gewenste
contactpersoon te bladeren.
8.3 Een contactpersoon in het telefoonboek bewerken
In de stand-bymodus:
tDruk op
om het telefoonboek te openen.
tDruk op
/ om de gewenste contactpersoon in het telefoonboek
te selecteren.
tDruk op
O
K
en daarna op / om “BEWERKEN” (EDIT) te
selecteren.
tDruk op
O
K
om de huidige naam weer te geven.
tBewerk de naam en druk op
O
K
.
tBewerk het nummer en druk op
O
K
.
tDruk op
/ om de beltoon te wijzigen en druk op
OK
om te
bevestigen.
8.4 Een contactpersoon uit het telefoonboek wissen
In de stand-bymodus:
tDruk op
om het telefoonboek te openen.
tDruk op
om de gewenste contactpersoon in het telefoonboek te
selecteren.
tDruk op
OK
en daarna op / om “WISSEN” (DELETE) te
selecteren.
tDruk op
O
K
om te bevestigen en de contactpersoon te wissen.
98
9 NUMMERWEERGAVE
(NETWERKAFHANKELIJK)
Deze functie is beschikbaar als u bij uw telefoonprovider hebt
ingetekend op de dienst nummerweergave. Uw telefoon kan tot
20 ontvangen oproepen met datum/tijd opslaan in de oproeplijst.
Wanneer de telefoon rinkelt, wordt het nummer getoond op het
display van de handset. Als het nummer overeenkomt met een
nummer in uw telefoonboek, wordt de bijbehorende naam uit het
telefoonboek afwisselend weergegeven met het nummer en gebruikt
de handset de beltoon die aan de desbetreffende contactpersoon in
de telefoonboek is gekoppeld.
Als de oproep afkomstig is van personen met geheim nummer,
verschijnt er “ANONIEM” (WITHHELD) op het display.
Als de oproep afkomstig is van een persoon wiens nummer
onbeschikbaar is (bijvoorbeeld een internationale oproep of
huistelefooncentrale), verschijnt er “NT BESCHIK.” (UNAVAILABLE)
op het display.
Als u nieuwe gemiste oproepen hebt, verschijnt er in de stand-
bymodus “1 NW OPROEP” (1 NEW CALL) of “X NW OPROEP” (X
NEW CALL) (voor x=2 tot 20) op de handset. Deze aanduiding blijft
staan tot alle nieuwe gemiste oproepen op de handset zijn bekeken.
9.1 De oproeplijst bekijken
Alle ontvangen oproepen worden opgeslagen in de oproeplijst en de
laatste oproep staat bovenaan de lijst. Wanneer de oproeplijst vol is,
wordt de oudste oproep vervangen door een nieuwe. Onbeantwoorde
oproepen die nog niet bekeken zijn, worden gemarkeerd met het
pictogram
in het midden van de onderste displaylijn.
tDruk op
om de oproeplijst te openen.
tDruk op
/ om het gewenste nummer te selecteren.
tDruk indien van toepassing op # om het nummer van de beller te
bekijken.
tDruk op
O
K
, / om “DETAILS” (DETAILS) weer te geven en
daarna op
O
K
om de datum en tijd van de oproep met de naam
of het nummer weer te geven. Druk op # om waar nodig de rest van
de naam of het nummer te zien. Druk op
OK
om terug naar het
vorige display te gaan.
99
NL
9.2 Een oproep uit de oproeplijst wissen
tVolg stappen 1 en 2 van sectie 9.1.
tDruk op
O
K
en / om “WISSEN” (DELETE) te selecteren.
tDruk op
O
K
om te bevestigen en wis de invoer.
10 TELEFOONINSTELLINGEN
Uw telefoon heeft een aantal instellingen die u kunt wijzigen om de
werking ervan aan uw eigen voorkeuren aan te passen.
10.1 De taal van de handset instellen
tDruk op
O
K
en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
O
K
en / om “TAAL” (LANGUAGE) te selecteren.
tDruk op
O
K
en / om de gewenste taal in te stellen.
tDruk op
O
K
om te bevestigen.
10.2 Datum- en tijdsinstellingen
Als u een abonnement op nummerweergave hebt, worden de tijd en
de datum automatisch bijgewerkt door het netwerk wanneer u een
inkomende oproep ontvangt.
De dienst nummerweergave verzendt alleen de maand en de dag,
niet het jaar. Dat moet u eventueel nog zelf instellen.
10.2.1 Het datumformaat wijzigen
tDruk op
O
K
en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK
en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME)
te selecteren.
tDruk op
O
K
om “DATUMFORMAAT” (DATE FORMAT) weer te
geven.
tDruk op
OK
en / om het gewenste datumformaat te selecteren
(DD-MM-JJ of MM-DD-JJ).
tDruk op
O
K
om te bevestigen.
10.2.2 Het tijdformaat wijzigen
tDruk op
O
K
en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
100
tDruk op
OK
en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME)
te selecteren.
tDruk op
O
K
en / om “TIJDFORMAAT” (TIME FORMAT) te
selecteren.
tDruk op
O
K
en / om het gewenste tijdformaat (12 UUR (12 HR)
of 24 UUR (24 HR)) te selecteren.
tDruk op
O
K
om te bevestigen.
10.2.3 De tijd instellen
tDruk op
O
K
en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK
en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME)
te selecteren.
tDruk op
OK
en / om “TIJD INSTEL.” (SET TIME) te selecteren.
tDruk op
O
K
en voer de tijdsinformatie in 24-urenformaat in.
tDruk op
O
K
om te bevestigen.
Opmerking:
Als de tijd al eerder werd ingesteld, wordt de huidige tijd weergegeven,
anders ziet u “UU:MM” (HH:MM) op het display.
10.2.4 De datum instellen
tDruk op
O
K
en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK
en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME)
te selecteren.
tDruk op
O
K
en / om “DATUM INST.” (SET DATE) te
selecteren.
tDruk op
OK
en voer de datuminformatie in volgens het formaat
dat u hebt ingesteld in sectie 10.1.1.
tDruk op
O
K
om te bevestigen.
Opmerking:
Als de datum al eerder werd ingesteld, wordt de huidige datum
weergegeven, anders ziet u 01/01/13 op het display.
101
NL
10.3 Alarminstellingen
U kunt een alarm instellen op deze telefoon. Als er een alarm is
ingesteld, wordt het pictogram
op het display van de handset
weergegeven. Als de tijd van het alarm wordt bereikt, gaan het
pictogram
en “ALARM AAN” (ALARM ON) op het display van de
handset knipperen en klinkt de alarmtoon gedurende 45 seconden. U
kunt op een willekeurige toets drukken om het alarm uit te schakelen.
Als de sluimerfunctie wordt geactiveerd, klinkt het alarm na verloop
van de sluimerperiode van zeven minuten opnieuw. U kunt ook
ingedrukt houden terwijl het alarm klinkt om het alarm te stoppen en
de sluimerfunctie uit te schakelen.
Opmerking:
>Als u op een toets drukt, wordt het alarm uitgeschakeld, ook als het
toetsenbord van de handset is vergrendeld terwijl het alarm klinkt.
Het volume van het alarm is hetzelfde als de instellingen voor het
belvolume van de handset. Als de beltoon van de handset is ingesteld
op “VOLUME UIT” (VOLUME OFF) dan klinkt het alarm nog altijd
met het niveau “VOLUME 1” (VOLUME 1).
Als een ingesteld alarm tijdens een externe of interne oproep wordt
geactiveerd, gaan het pictogram
en “ALARM AAN” (ALARM ON)
knipperen. De gebruiker wordt gewaarschuwd met een alarmtoon via
de handset zodra de alarmtijd is bereikt. Als de gebruiker op een toets
heeft gedrukt of
ingedrukt heeft gehouden om het alarm uit te
schakelen, wordt de gespreksduur weer op het display weergegeven.
>Tijdens pagen of rinkelen klinkt het alarm niet als de alarmtijd
wordt bereikt. Maar als de sluimerfunctie is ingeschakeld en het
toestel niet bezig is met pagen of rinkelen, dan klinkt het alarm
weer na verloop van de sluimerperiode.
10.3.1 Het alarm in-/uitschakelen
Druk op
OK
en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
Druk op
O
K
om “ALARM” (ALARM) weer te geven.
Druk op
O
K
en / om “AAN” (ON) of “UIT” (OFF) te kiezen.
tDruk op
O
K
om te bevestigen.
Opmerking:
Als AAN (On) is geselecteerd, wordt u gevraagd om de alarmtijd in
te stellen.
102
10.3.2 De alarmtijd instellen
tVoer stappen 1 tot en met 4 van sectie 10.2.1 uit.
tVoer de alarmtijd in het 24-urenformaat in.
tDruk op
O
K
om “SLUIMER” (SNOOZE) weer te geven.
tDruk op
/ om sluimer “AAN” (ON) of “UIT” (OFF) te kiezen.
tDruk op
O
K
om de alarminstelling te bevestigen.
10.4 Instellingen van de handset
10.4.1 De belmelodie voor externe oproepen instellen
tDruk op
OK
en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK
en daarna op / om “BEL INSTEL.” (RINGER) te
kiezen.
tDruk op
O
K
en daarna op / om “EXTERN. BEL” (EXTERNAL
RING) te selecteren.
tDruk op
O
K
en daarna op / om de melodie te selecteren die
u bij externe oproepen wilt horen.
tDruk op
O
K
om te bevestigen.
10.4.2 De belmelodie voor mobiele gesprekken instellen
tDruk op
OK
en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK
en daarna op / om “BEL INSTEL.” (RINGER) te
kiezen.
tDruk
OK
en daarna op / om “MELODY MOB” (MOBILE
RING) te selecteren.
tDruk op
O
K
en daarna op / om de melodie te selecteren die
u bij mobiele oproepen wilt horen.
tDruk op
OK
om te bevestigen.
10.4.3 Het belvolume instellen
tDruk op
OK
en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK
en daarna op / om “BEL INSTEL.” (RINGER) te
kiezen.
tDruk op
OK
en / om “BELVOLUME” (RING VOLUME) te
selecteren.
tDruk op
OK
en daarna op / om het gewenste belvolume te
kiezen.
103
NL
tVOLUME UIT (VOLUME OFF) of Volume 1 tot en met 5.
Opmerking:
Het belvolume wordt voor elke selectie afgespeeld. Als VOLUME UIT
(Volume off) is geselecteerd, wordt het pictogram
weergegeven.
tDruk op
O
K
om te bevestigen.
10.4.4 Automatisch beantwoorden instellen
Als u Automatisch beantwoorden instelt, kunt u een oproep
automatisch beantwoorden door de handset van het basisstation of
de lader op te pakken. U hoeft dan geen toets in te drukken.
tDruk op
O
K
en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
OK
en / om “AUTOM.ANTW” (AUTO ANSWER) te
selecteren.
tDruk op
O
K
en / om de functie automatisch beantwoorden
in of uit te schakelen.
tDruk op
O
K
om te bevestigen.
10.5 Basisinstellingen
10.5.1 De flashtijd wijzigen
Als uw telefoon is aangesloten op een PBX (Private Exchange)
waarvoor mogelijk een andere tijd voor oproepen moet worden
ingesteld, dan moet u de flashtijd wijzigen. De opties voor de flashtijd
zijn Kort (Short) (standaardwaarde van 100 ms), Normaal (Mid) (300
ms) of Lang (Long) (600 ms).
tDruk op
O
K
en / om “BASIS INST” (BS SETTINGS) te
selecteren.
tDruk op
O
K
en daarna op / om “FLASHTIJD” (FLASH
TIME) te selecteren.
tDruk op
OK
en daarna op / om de gewenste flashtijd te
selecteren (KORT (SHORT), NORMAAL (MID), LANG (LONG),
waarbij de huidige instelling wordt aangegeven met een asterisk
rechts).
tDruk op
O
K
om de instelling te bevestigen.
104
10.6 Registratie
Belangrijk:
Wanneer u uw telefoon koopt, zijn alle handsets reeds geregistreerd
op uw basisstation. U hoeft ze dus niet meer te registreren.
Een handset registreren is alleen nodig wanneer u extra handsets
bijkoopt of wanneer een handset defect raakt.
U kunt bijkomende handsets registreren tot een maximum van vijf
handsets per basisstation. Het nummer van de handset (1 tot 5) wordt
weergegeven op het display.
Een nieuwe handset op uw basisstation registreren:
tHoud de toets
op het basisstation langer dan vijf seconden
ingedrukt om het basisstation in de registratiemodus te brengen.
Het blijft ongeveer 1 minuut in registratiemodus. De volgende reeks
handelingen op de handset moet binnen deze tijd worden voltooid.
tDruk op
OK
en / om “AANMELDEN” (REGISTRATION) te
selecteren.
tDruk op
O
K
om “PIN:” (ENTER PIN) weer te geven.
tVoer de viercijferige pincode in (standaard 0000).
tDruk op
O
K
om te bevestigen. Op het display verschijnt “EVEN
GEDULD” (PLEASE WAIT).
Als de registratie van de handset is gelukt, hoort u een bevestigingstoon
en gaat het display in stand-by terwijl het nieuwe handsetnummer op
het display wordt weergegeven. De handset zal automatisch worden
toegewezen aan het volgende vrije handsetnummer.
tAls de registratie van de handset niet is gelukt, geeft het display
opnieuw “HANDSET AANMELDEN” (REGISTER HANDSET) weer.
10.7 Uw telefoon resetten
U kunt uw telefoon weer op de standaardinstellingen instellen. Na een
reset worden alle persoonlijke instellingen, nummers in de oproeplijst
en nummers in de herhaallijst gewist, maar uw telefoonboek is
onveranderd.
tDruk op
O
K
en / om “RESET” (RESET) te selecteren.
tDruk op
O
K
om “PIN:” (ENTER PIN) weer te geven.
tVoer de viercijferige pincode in (standaard 0000).
tDruk op
O
K
om “BEVESTIG?” (CONFIRM?) weer te geven
tDruk op
OK
om te bevestigen; de telefoon wordt weer op de
standaardinstellingen ingesteld.
105
NL
11 Problemen oplossen
Probleem Oorzaken Oplossingen
Geen kiestoon als
u op
drukt.
t Het snoer van het
basisstation is niet
op het basisstation
aangesloten.
t Het snoer van de
adapter is niet goed
op het basisstation
aangesloten.
t Een andere
handset gebruikt
het basisstation
om te bellen.
t Verkeerd
telefoonsnoer.
t Controleer de
aansluitingen. Haal
het snoer los van de
voeding en sluit het
weer aan. Controleer
of het telefoonsnoer
goed op het
basisstation en de
telefooncontactdoos
is aangesloten.
t Controleer de stekker
van het basisstation
en de 230 V-stekker
(verwijderen en
weer aansluiten).
t Wacht totdat de
lijn weer vrij is.
Bij aansluiting op
een PBX geen
verbinding of verkeerd
nummer na kiezen.
U moet eerst een
prefix kiezen.
Toets eerst het prefix in.
„BUITENBEREIK“
(OUT OF RANGE)
wordt weergegeven.
t Basisstation
buiten bereik.
t Basisstation niet
aangesloten op
netvoeding
.
t Verklein het bereik.
t Sluit het basisstation
aan op de
netvoeding.
Geen weergave Lege batterij Laad de batterij op
106
12 GARANTIE EN SERVICE
De telefoon wordt geleverd met 24 maanden garantie vanaf de
aankoopdatum vermeld op uw aankoopbon. Onder deze garantie
vallen geen storingen of defecten als gevolg van ongevallen,
verkeerd gebruik, normale slijtage, onachtzaamheid, storingen
in de telefoonlijn, blikseminslag, knoeien met de apparatuur of
pogingen om het toestel aan te passen of te repareren die niet door
goedgekeurde servicepunten zijn uitgevoerd.
Bewaar uw aankoopbon; dat is uw garantiebewijs.
12.1 Tijdens de garantieperiode
tKoppel het basisstation los van de telefoonlijn en de netvoeding.
tDoe alle onderdelen van uw telefoonsysteem in de originele
verpakking.
tBreng het toestel terug naar de winkel waar u het hebt gekocht en
neem uw aankoopbon mee.
tVergeet ook de netvoedingsadapter niet (indien van toepassing).
12.2 Na de garantieperiode
Als het toestel niet meer onder de garantie valt, kunt u
contact met ons opnemen via www.aegtelephones.eu
Dit product werkt enkel met oplaadbare batterijen. Als u niet-
oplaadbare batterijen in de handset steekt en de handset op het
basisstation plaatst, wordt de handset beschadigd en deze schade is
NIET gedekt door de garantie.
13 TECHNISCHE INFORMATIE
Standaard Digital Enhanced Cordless (DECT)
Frequentiebereik 1,88 tot 1,9 GHz (bandbreedte = 20 MHz)
Kanaalbandbreedte 1,728 MHz
Bereik Tot 300 meter buiten; tot 50 meter binnen
107
NL
Gebruikstijden Stand-by: min. 200 uur,
gesprekstijd: min. 14 uur
Laadtijd batterij: 15 uur
Temperatuurbereik Werkt bij 0 °C tot 40 °C, Opslag
bij -20 °C tot 60 °C
Elektrische
aansluiting
Basisstation:
S003IB0600045 / S003IV0600045
input 100-240 V AC 50/60 Hz
150mA, output 6VDC 450 mA
VT04EEU06045 / VT04EUK06045
input 100-240 V AC 50/60 Hz
150mA, output 6VDC 450 mA
Informatie over de batterij:
Type NiMH (oplaadbare batterij)
Spanning 600 mAh, 2 AAA-
batterijen van 1,2 V
Specificaties voor de poort:
De poort (aangesloten op de netvoeding) is een SELV-poort met
betrekking tot EN41003.
De poort (aangesloten op het telefoonsnoer) is een TNV-poort met
betrekking tot EN41003.
14 CE-VERKLARING
Dit product voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante
voorschriften van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EG.
U vindt de conformiteitsverklaring op: www.aegtelephones.eu
108
15 HET APPARAAT AFVOEREN
(MILIEU)
Aan het einde van de levensduur van het product mag u dit product
niet weggooien met het normale huishoudafval, maar moet u het
product naar een inzamelingspunt voor de recycling van elektrische
en elektronische apparatuur brengen. Dat wordt aangegeven met
het symbool op het product, in de gebruikershandleiding en/of
op de verpakking. Sommige productmaterialen kunnen worden
hergebruikt als u ze naar een inzamelingspunt brengt. Door sommige
onderdelen of grondstoffen van gebruikte producten aan te bieden
voor hergebruik levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming
van het milieu. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor
meer informatie over de inzamelingspunten in uw regio.
De batterijen moeten worden verwijderd voordat het toestel
wordt weggegooid. Gooi de batterijen op een milieuvriendelijke
manier weg, volgens de voorschriften van uw land.
16 REINIGING EN ZORG
Reinig geen onderdelen van de telefoon met benzeen, thinners of
andere chemicaliën met oplosmiddelen. Hierdoor kan permanente
schade ontstaan die niet onder de garantie valt.
Reinig het toestel wanneer nodig met een vochtige doek.
Houd uw telefoonsysteem uit de buurt van hete, vochtige
omstandigheden of fel zonlicht en laat het niet nat worden.

Documenttranscriptie

82 1 ONZE ZORG Wij willen u bedanken voor de aankoop van dit product. Bij de ontwikkeling en montage van dit product stonden u en het milieu centraal. Daarom krijgt u bij dit product een verkorte installatiehandleiding, zodat er minder papier wordt gebruikt en er dus minder bomen moeten worden gekapt. Een volledige, gedetailleerde gebruikershandleiding met beschrijvingen van alle functies vindt u op onze website, www.aegtelephones.eu. Hier kunt u de gebruikershandleiding integraal downloaden zodat u alle geavanceerde functies van uw product kunt gebruiken. Met het oog op het milieu zouden wij u evenwel willen verzoeken om de volledige handleiding niet af te drukken. Bedankt dat u ons steunt in onze zorg voor het milieu. 2 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Wanneer u uw telefoon gebruikt, dient u steeds enkele fundamentele veiligheidsvoorschriften in acht te nemen om het risico op brand, elektrische schokken en letsel te beperken: 1. Lees alle instructies en zorg dat u ze begrijpt. 2. Houd rekening met alle waarschuwingen en instructies die op het product zijn vermeld. 3. Verwijder de stekker van dit product uit het stopcontact voordat u het reinigt. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of spuitbussen. Gebruik een vochtige doek om het toestel te reinigen. 4. Houd uw telefoon uit de buurt van warme, vochtige omgevingen of direct zonlicht, maak het toestel niet nat en gebruik het niet in de buurt van water (bad, gootsteen, zwembad enz.). 5. Zorg dat u de stopcontacten en verlengkabels niet overbelast om brand en elektrische schokken te vermijden. 6. Haal dit product in de volgende omstandigheden uit het stopcontact en raadpleeg ons servicecentrum: tBij schade aan het netsnoer of de stekker. tAls het product niet normaal werkt bij toepassing van de gebruiksinstructies. tAls men het product heeft laten vallen en de behuizing beschadigd is. tAls de prestaties van het product drastisch gewijzigd zijn. 7. Gebruik uw telefoon NOOIT buiten tijdens een onweersbui. Koppel het toestel los van de telefoonlijn en het stopcontact wanneer het onweert in uw omgeving. Schade door blikseminslag wordt niet gedekt door de garantie. 8. Gebruik de telefoon niet om een gaslek te melden wanneer u zich in de buurt van het lek bevindt. 9. Gebruik alleen de meegeleverde NiMH-batterijen (nikkelmetaalhydride)! De gebruikstijden voor de handsets zijn alleen van toepassing bij gebruik van batterijen met een standaardcapaciteit. 10. Het gebruik van andere batterijtypes of niet-oplaadbare batterijen/ primaire cellen kan gevaarlijk zijn. Dat kan leiden tot interferentie en/of schade aan het toestel of de omgeving. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade door het niet-naleven van deze voorschriften. 11. Gebruik geen laders van andere fabrikanten. Zij kunnen de batterijen beschadigen. 12. Zorg dat de batterijen volgens de juiste polariteit zijn geplaatst. 13. Doe batterijen veilig weg. U mag ze niet onderdompelen in water, verbranden of achterlaten op plaatsen waar ze mogelijk doorboord worden. 3 BEDOELD GEBRUIK Deze telefoon is bedoeld voor aansluiting op een openbaar analoog telefoonnetwerk of een analoge verlenging van een compatibel PBXsysteem. 4 DE VERPAKKING VAN UW TELEFOON VERWIJDEREN De verpakking bevat het volgende: t1 handset t1 basisstation t1 netvoedingsadapter t1 telefoonsnoer t2 Oplaadbare batterijen t1 gebruikershandleiding NL 83 84 Handset - Verbinding met het basisstation tBij aankoop van het toestel zijn alle handsets al bij de basiseenheid aangemeld. tAls u de handset en de basiseenheid samen wilt gebruiken, moet er een radioverbinding tussen beide toestellen gemaakt worden. Het signaal tussen de handset en het basisstation is in overeenstemming met de normale normen voor een DECT-telefoon: maximaal bereik buiten tot 300 meter en binnen tot 50 meter. tHet signaalbereik kan afnemen als er grote voorwerpen tussen de handset en de basiseenheid staan, zoals een koelkast, spiegel, archiefkast, metalen deuren of gewapend beton. De sterkte van het signaal kan ook worden beperkt door andere massieve structuren zoals muren of door andere radio- of elektrische signalen. tZet de handset of het basisstation niet vlak bij een andere telefoon, een televisie of audioapparatuur - deze apparaten kunnen storing veroorzaken. 5 UW TELEFOON 5.1 Overzicht handset (zie P1) # Betekenis 1 Omhoog tIn de stand-bymodus: indrukken om de oproeplijst te openen tIn menumodus: indrukken om omhoog te gaan in het menu tIn telefoonboek / herhaallijst / oproeplijst: indrukken om omhoog te gaan in de lijst tTijdens een oproep: indrukken om het volume van de handset of de luidspreker te verhogen tTijdens het rinkelen: indrukken om het belvolume te verhogen 2 Softtoets links (Menu/OK) tIn de stand-bymodus: indrukken om het hoofdmenu te openen tIn submenumodus: indrukken om de selectie te OK bevestigen tTijdens een oproep: indrukken om de intercom / het telefoonboek / de herhaallijst / de oproeplijst te gebruiken 3 Van de haak/Flash-toets tIn de stand-by-/voorkiesmodus: indrukken om een oproep te maken tIn de herhaallijst / de oproeplijst / het telefoonboek: indrukken om een oproep te maken naar het weergegeven nummer tTijdens het rinkelen: indrukken om een oproep te beantwoorden tTijdens een oproep: indrukken om een flashsignaal te verzenden R 4 Toetsenvergrendeling tIngedrukt houden om het toetsenbord te vergrendelen/ontgrendelen. tIngedrukt houden om te wisselen tussen externe en interne oproepen als beide zijn ingesteld. 5 Handenvrije modus tTijdens een oproep: indrukken om de handenvrije modus in/uit te schakelen. tContactpersoon in oproeplijst / telefoonboek: indrukken om een oproep te maken met de handenvrije modus tTijdens het rinkelen: indrukken om een oproep met de handenvrije modus te beantwoorden NL 85 86 6 Softtoets rechts (wissen/terug/microfoon uitschakelen/intern gesprek) tIn hoofdmenumodus: indrukken om naar het standby-display te gaan tIn submenumodus: indrukken om naar het vorige niveau te gaan tIn submenumodus: ingedrukt houden om terug te keren naar het standby-display tIn de bewerkings-/voorkiesmodus: indrukken om een teken/cijfer te wissen tIn de bewerkings-/voorkiesmodus: ingedrukt houden om alle tekens/cijfers te wissen tTijdens een oproep: indrukken om de microfoon uit te schakelen/te activeren tIn standby-modus: indrukken om een intern gesprek met een andere handset te voeren 7 Op de haak / AAN tTijdens een oproep: indrukken om een oproep te beëindigen om terug te gaan naar het standbydisplay tIn de menu-/bewerkingsmodus: indrukken om terug te gaan naar het vorige menu tIn de stand-bymodus: ingedrukt houden om de handset uit te schakelen tIn de standby-modus (wanneer de handset is uitgeschakeld): Ingedrukt houden om de handset in te schakelen 8 Omlaag/Herhaallijst tIn de stand-bymodus: indrukken om de herhaallijst te openen tIn menumodus: indrukken om omlaag te gaan in het menu tIn telefoonboek / herhaallijst / oproeplijst: indrukken om omlaag te gaan in de lijst tTijdens een oproep: indrukken om het volume van de handset of luidspreker te verlagen tTijdens het rinkelen: indrukken om het belvolume te verlagen 9 Beltoon uit tIngedrukt houden om de beltoon van de handset uit of weer in te schakelen. Mobiel 10 MOBILE tindrukken om de oproep via de mobiele verbinding te beantwoorden. 11 Telefoonboek tIndrukken om het telefoonboek te openen. 5.2 Display draadloze handset (zie P2) Het lcd-scherm geeft informatie over de huidige status van de telefoon. # Betekenis Brandt wanneer de handset binnen bereik van het basisstation is. Hoe meer balkjes, hoe sterker het signaal. Geeft aan dat er een gesprek wordt gevoerd met die handset. Geeft aan dat u een nieuw voicemailbericht hebt. Dit is een netwerkdienst, neem hiervoor contact op met uw aanbieder. Geeft aan dat de beltoon van de handset is uitgeschakeld. NL 87 88 Geeft aan dat de batterij volledig is opgeladen. De interne segmenten bewegen tijdens opladen van de batterij. Geeft aan dat de batterij moet worden opgeladen. Knippert bij een laag batterijniveau. Geeft aan dat er meer tekens of cijfers staan vóór de tekens/cijfers die worden weergegeven. (1) Brandt wanneer er een intern gesprek wordt gevoerd. Knippert bij een inkomende interne oproep. Geeft de handenvrije modus aan. Brandt wanneer er een alarm is ingesteld. Knippert wanneer het alarm weerklinkt. Geeft aan dat het toetsenbord is vergrendeld. Geeft aan dat er meer tekens of cijfers staan na de tekens/cijfers die worden weergegeven. Indrukken om de huidige selectie te bevestigen, waar van toepassing. indrukken om het hoofdmenu te openen. Geeft een nieuwe oproep in de oproeplijst aan. Geeft aan dat er hoger of lager in de lijst nog meer opties zijn. Indrukken om terug te gaan naar het vorige menuniveau of de huidige handeling te annuleren, waar van toepassing. Indrukken om een teken te wissen, het alarm te stoppen, waar van toepassing, of de microfoon tijdens een gesprek uit/in te schakelen. (2) Indrukken om een intern gesprek te starten. 89 Geeft aan dat er een mobiele telefoon via Bluetooth is gekoppeld Basisstation # Betekenis 12 Paging/Zoeken tIndrukken om de geregistreerde handset(s) te pagen. Deze rinkelt ongeveer 60 seconden. tIngedrukt houden om het basisstation in de registratiemodus te zetten. 5.4 Menustructuur tDruk in de stand-bymodus op OK om naar de menulijst te gaan. tDruk op / om naar andere opties in de menulijst te gaan. tDruk op OK om een submenu of functie te openen. tDruk op om naar het vorige niveau te gaan. 5.5 Tekst en cijfers invoeren In de bewerkingsmodus wordt er een cursor weergegeven op de huidige invoerpositie voor tekst. Deze staat rechts van het laatste teken dat u hebt ingevoerd. Schrijftips: tAls er een teken geselecteerd is, gaat de cursor na een korte pauze naar de volgende positie. tU kunt de cursor binnen de tekst verplaatsen met de toetsen / om de ingevoerde tekst aan te passen. tDruk op om het laatste teken te wissen. tHoud ingedrukt om de hele tekstreeks te wissen. 6 UW TELEFOON INSTALLEREN 6.1 Het basisstation aansluiten (zie P5) tSluit het netsnoer en telefoonsnoer aan op het basisstation. NL 5.3 90 tSteek de netvoedingsadapter in een stopcontact van 100 - 240 V / 50 - 60 Hz en het telefoonsnoer in de telefooncontactdoos. tGebruik altijd de kabels die in de doos worden meegeleverd Waarschuwing: Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Andere adapters kunnen risico‘s inhouden. Plaats het basisstation op een plek waar u de netsnoerstekker kunt aansluiten op een gemakkelijk toegankelijk stopcontact. Probeer nooit het netsnoer te verlengen. Opmerking: Het basistoestel heeft een stopcontact nodig om normaal te functioneren, niet alleen om de batterijen van de handset op te laden. 6.2 De batterijen plaatsen en opladen (zie P3) tPlaats de 2 meegeleverde batterijen conform de polariteitsaanduidingen in het batterijcompartiment (zie afbeelding). Gebruik alleen de meegeleverde, oplaadbare NiMH-batterijen. tPlaats de afdekking van het batterijcompartiment over de batterijen en schuif ze omhoog tot ze klikt. tPlaats de handset op het basisstation en laad hem gedurende 15 uur op alvorens u de handset voor het eerst gebruikt. De handset piept kort wanneer hij correct op het basisstation of de lader is geplaatst. 7 UW TELEFOON GEBRUIKEN 7.1 Bluetooth Uw nieuwe telefoonsysteem is voorzien van draadloze Bluetoothtechnologie waarmee u een mobiele telefoon met Bluetooth met het basisstation kunt koppelen en verbinden, zodat u uw huistelefoon kunt gebruiken om oproepen via uw mobiele telefoon te ontvangen of om via het abonnement van uw mobiele telefoon het laatst gekozen nummer te bellen. BELANGRIJKE INFORMATIE tRaadpleeg de gebruikershandleiding van uw mobiele telefoon voor meer informatie over de Bluetooth-functie van de telefoon. 91 7.2 Bluetooth instellen Als u een mobiele telefoon met Bluetooth met uw telefoon wilt gebruiken, moet u uw mobiele telefoon met Bluetooth eerst koppelen met het basisstation van de telefoon. U kunt elke handset die bij het basisstation is aangemeld gebruiken om oproepen via het abonnement van uw mobiele telefoon te maken of te ontvangen. 7.2.1 Een mobiele telefoon toevoegen U kunt een mobiele telefoon met Bluetooth als volgt koppelen en verbinden: tLeg uw mobiele telefoon vlak bij het basisstation. tDruk op en daarna op / . Kies “MOBIEL VERB.” (PAIR MOBILE). tDruk op . Op het display staat “MOBIEL KLAAR?” (MOBILE READY?). . Op het display staat “MODE ZICHTBAAR” tDruk op (DISCOVERABLE MODE). De Bluetooth-functie is geactiveerd. tSchakel de Bluetooth-functie van uw mobiele telefoon met Bluetooth in en zoek naar een nieuw apparaat. tSelecteer de D550 BT-telefoon als uw mobiele telefoon met Bluetooth de telefoon heeft gevonden en ga verder met koppelen. tAls uw mobiele telefoon met Bluetooth is gekoppeld, wordt er op het scherm “OK” (COMPLETED) weergegeven en hoort u een toon. De pictogrammen worden op de handset weergegeven. Zie de gebruikershandleiding voor uw mobiele telefoon met Bluetooth voor informatie over het zoeken naar of toevoegen van nieuwe Bluetooth-apparaten. NL tZorg dat de mobiele telefoon met Bluetooth zich op een afstand van 1 tot 2 meter van het basisstation bevindt om een goede verbinding tussen uw mobiele telefoon met Bluetooth en het basisstation tot stand te brengen. tZorg dat de mobiele telefoon met Bluetooth een sterk signaal heeft. Mogelijk moet u de mobiele telefoon met Bluetooth en het basisstation verplaatsen naar een plek waar het mobiele signaal beter is. tLaad uw mobiele telefoon met Bluetooth op als deze met het basisstation is verbonden, omdat de batterij van uw mobiele telefoon sneller leegloopt als deze draadloos met het basisstation is verbonden. 92 Opmerkingen: >Een gekoppelde mobiele telefoon wordt automatisch verbonden en opgeslagen. >Als er een mobiele telefoon met Bluetooth is verbonden, wordt het pictogram op het scherm weergegeven. 7.2.2 Een oproep via uw mobiele telefoon beantwoorden Als de gekoppelde mobiele telefoon een oproep ontvangt, rinkelt de handset met de toon MELODY MOB (Mobile ring) en knippert het op het display. pictogram tDruk op de toets MOBILE om de oproep te beantwoorden. tDruk op de toets om de oproep te beëindigen. 7.2.3 Het laatste nummer van de mobiele telefoon herhalen tDruk op de toets MOBILE. “HRH LAATSTE MOB. NR” (REDIAL LAST MOBILE NUMBER) wordt weergegeven. om het nummer via uw mobiele abonnement tDruk op de toets te bellen. tDruk op de toets om de oproep te beëindigen. Opmerking: Op het scherm staat “NIET MOGEL.” (NOT POSSIBLE) als er wordt geprobeerd een oproep te maken terwijl de Bluetooth-functie van de mobiele telefoon is uitgeschakeld of buiten bereik is. 7.3 Een oproep maken 7.3.1 Voorkiezen Voer het telefoonnummer in (maximaal 24 cijfers) en druk op of om verbinding te maken en het nummer te bellen. Als u bij de invoer van om cijfers te wissen. het nummer een fout maakt, druk dan op 7.3.2 Direct kiezen om verbinding te maken en voer vervolgens het Druk op of telefoonnummer in. Opmerking: Als u een verkeerd cijfer hebt ingevoerd, kunt u dit niet corrigeren met de toets . 93 7.3.3 Een nummer uit het telefoonboek bellen om het telefoonboek te openen en druk op / om de tDruk op gewenste contactpersoon te selecteren. tDruk op of om de geselecteerde contactpersoon te bellen. Opmerkingen: >U kunt het telefoonboek ook openen door op , , OK te drukken. >De alfanumerieke toetsen fungeren als snelkoppeling naar contactpersonen met de overeenkomstige letters. Een nummer van de oproeplijst bellen (alleen beschikbaar met nummerweergave) tDruk op om de oproeplijst te openen en druk op / om het gewenste nummer in de oproeplijst te selecteren. tDruk op of om het geselecteerde nummer in de oproeplijst te bellen. Opmerking: U kunt de oproeplijst ook openen door twee keer op OK te drukken. 7.3.5 Nummerherhaling om de herhaallijst te openen en druk op / tDruk op gewenste nummer in de herhaallijst te selecteren. tDruk op of om het geselecteerde nummer te bellen. om het 7.3.6 Gesprekstimer Uw handset registreert automatisch de duur van elk gesprek. De timer wordt weergegeven zodra u een oproep beantwoordt of als u op de toets drukt. De timer blijft 5 seconden na het einde van het gesprek op het display staan. De tijd wordt weergegeven in uren, minuten en seconden (UU:MM:SS). 7.4 Een oproep beantwoorden Als de handset niet op de lader staat: tWanneer de telefoon rinkelt, drukt u op beantwoorden: of om een oproep te Opmerking: Als de functie “AUTOM.ANTW” (Auto Answer) op “AAN” (On) staat, wordt de oproep automatisch beantwoord wanneer men de handset van het basisstation neemt en moet er geen toets worden ingedrukt. NL 7.3.4 94 7.5 Een oproep beëindigen tDruk tijdens een oproep op om de oproep te beëindigen. OF tPlaats de handset op het basisstation of de lader om de oproep te beëindigen. 7.6 Handenvrije modus om af te wisselen tussen de Tijdens een gesprek drukt u op handenvrije modus en de normale handsetmodus. 7.7 Het volume van de handset of de luidspreker aanpassen Er zijn 5 volumeniveaus (VOLUME 1 tot en met VOLUME 5) waarmee u het volume van de handset en de luidspreker kunt kiezen. Tijdens een oproep: tDruk op / om volume 1-5 te kiezen. De huidige instelling wordt weergegeven. Wanneer u de oproep beëindigt, blijft het laatst ingestelde niveau behouden. 7.8 De beltoon van de handset uitschakelen tHoud in de stand-bymodus de toets ingedrukt om de beltoon van wordt op het display de handset uit te schakelen. Het pictogram weergegeven. Opmerking: Bij een inkomend gesprek knippert het pictogram voor een oproep of het nummer van de oproeper op het display, zelfs wanneer de beltoon uitgeschakeld is. tAls u de beltoon opnieuw wilt activeren, houdt u weer ingedrukt. 7.9 Toetsvergrendeling Houd in de stand-bymodus de toets ingedrukt om het toetsenbord te ontgrendelen. Het pictogram wordt op het display weergegeven. Opmerking: U kunt nog steeds gebruiken om een oproep te beantwoorden wanneer de handset rinkelt. 95 Als u het toetsenbord wilt ontgrendelen, houd dan ingedrukt. opnieuw 7.10 Laatste nummer herhalen U kunt de 10 laatst gebelde nummers opnieuw kiezen. Als er in het telefoonboek een naam aan het nummer is gekoppeld, verschijnt de naam in plaats van het nummer. Het laatst gebelde nummer verschijnt bovenaan de herhaallijst. 7.10.1 Een nummer uit de herhaallijst bellen om de herhaallijst te openen. tDruk in de stand-bymodus op om het nummer te tDruk op / om door de herhaallijst te bladeren. tDruk op om het in de herhaallijst geselecteerde nummer te bellen. Opmerking: Als er geen nummers in de herhaallijst staan, verschijnt “LEEG” (EMPTY) op het display. 7.10.2 Een nummer van de mobiele telefoon opnieuw kiezen tDruk in de standby-modus op MOBILE. Op het scherm staat “HRH LAATSTE MOB. NR” (REDIAL LAST MOBILE NUMBER). tDruk op MOBILE of OK om het geselecteerde mobiele nummer te bellen. Opmerking: Als er geen mobiele telefoon met Bluetooth is gekoppeld en verbonden, wordt “GEEN MOBIEL” (NO MOBILE) op het scherm weergegeven als u op MOBILE drukt. NL Opmerking: Als de herhaallijst een naam bevat, drukt u op # zien dat bij de naam hoort. 96 7.11 Een handset zoeken op het basisstation te U kunt een handset lokaliseren door op drukken. Alle handsets die op het basisstation zijn geregistreerd, produceren een oproeptoon en geven op het display “PAGING” (PAGING) weer. U kunt de pagingfunctie uitschakelen door op / / op een willekeurige handset of op het basisstation op te drukken. Opmerking: Als er een oproep binnenkomt terwijl de pagingfunctie wordt gebruikt, vervangt het gerinkel van de telefoon de oproeptoon. 8 TELEFOONBOEK Elke handset bevat een telefoonboek waarin men tot vijftig contactpersonen kan opslaan met naam en nummer. Voor elk telefoonboekcontact zijn er maximaal 24 cijfers voor het telefoonnummer en 14 tekens voor de naam beschikbaar. U kunt ook verschillende beltonen selecteren voor uw telefoonboekcontacten. Opmerking: De verschillende beltonen worden alleen afgespeeld wanneer u bent geabonneerd op de dienst nummerweergave en als het inkomende nummer overeenkomt met het opgeslagen nummer. De telefooncontacten worden alfabetisch op naam opgeslagen. 8.1 Een nieuw contact toevoegen In de stand-bymodus: om het telefoonboek te openen. tDruk op tDruk op OK om “TOEVOEGEN” (ADD) weer te geven. tDruk op OK en voer vervolgens de naam in. tDruk op OK en voer het nummer in. tDruk op OK en / om de gewenste beltoon voor uw contactpersoon in het telefoonboek te selecteren. U kunt kiezen uit 10 beltonen. tDruk op OK om de contactpersoon op te slaan. 97 8.3 Een contactpersoon in het telefoonboek bewerken In de stand-bymodus: om het telefoonboek te openen. tDruk op tDruk op / om de gewenste contactpersoon in het telefoonboek te selecteren. tDruk op OK en daarna op / om “BEWERKEN” (EDIT) te selecteren. tDruk op OK om de huidige naam weer te geven. tBewerk de naam en druk op OK. tBewerk het nummer en druk op OK. tDruk op / om de beltoon te wijzigen en druk op OK om te bevestigen. 8.4 Een contactpersoon uit het telefoonboek wissen In de stand-bymodus: om het telefoonboek te openen. tDruk op tDruk op om de gewenste contactpersoon in het telefoonboek te selecteren. tDruk op OK en daarna op / om “WISSEN” (DELETE) te selecteren. tDruk op OK om te bevestigen en de contactpersoon te wissen. NL 8.2 Een contactpersoon opzoeken in het telefoonboek In de stand-bymodus: om het telefoonboek te openen. tDruk op OF tDruk op OK en / om “TELEF.BOEK” (CONTACTS) te selecteren en druk daarna op OK om het telefoonboek te openen. tVoer de eerste letter van de naam in met de alfanumerieke toetsen (druk bijvoorbeeld drie keer op toets 2 voor een naam beginnend met een C) en druk vervolgens op / om naar de gewenste contactpersoon te bladeren. 98 9 NUMMERWEERGAVE (NETWERKAFHANKELIJK) Deze functie is beschikbaar als u bij uw telefoonprovider hebt ingetekend op de dienst nummerweergave. Uw telefoon kan tot 20 ontvangen oproepen met datum/tijd opslaan in de oproeplijst. Wanneer de telefoon rinkelt, wordt het nummer getoond op het display van de handset. Als het nummer overeenkomt met een nummer in uw telefoonboek, wordt de bijbehorende naam uit het telefoonboek afwisselend weergegeven met het nummer en gebruikt de handset de beltoon die aan de desbetreffende contactpersoon in de telefoonboek is gekoppeld. Als de oproep afkomstig is van personen met geheim nummer, verschijnt er “ANONIEM” (WITHHELD) op het display. Als de oproep afkomstig is van een persoon wiens nummer onbeschikbaar is (bijvoorbeeld een internationale oproep of huistelefooncentrale), verschijnt er “NT BESCHIK.” (UNAVAILABLE) op het display. Als u nieuwe gemiste oproepen hebt, verschijnt er in de standbymodus “1 NW OPROEP” (1 NEW CALL) of “X NW OPROEP” (X NEW CALL) (voor x=2 tot 20) op de handset. Deze aanduiding blijft staan tot alle nieuwe gemiste oproepen op de handset zijn bekeken. 9.1 De oproeplijst bekijken Alle ontvangen oproepen worden opgeslagen in de oproeplijst en de laatste oproep staat bovenaan de lijst. Wanneer de oproeplijst vol is, wordt de oudste oproep vervangen door een nieuwe. Onbeantwoorde oproepen die nog niet bekeken zijn, worden gemarkeerd met het in het midden van de onderste displaylijn. pictogram tDruk op om de oproeplijst te openen. tDruk op / om het gewenste nummer te selecteren. tDruk indien van toepassing op # om het nummer van de beller te bekijken. tDruk op OK, / om “DETAILS” (DETAILS) weer te geven en daarna op OK om de datum en tijd van de oproep met de naam of het nummer weer te geven. Druk op # om waar nodig de rest van de naam of het nummer te zien. Druk op OK om terug naar het vorige display te gaan. 99 9.2 Een oproep uit de oproeplijst wissen tVolg stappen 1 en 2 van sectie 9.1. tDruk op OK en / om “WISSEN” (DELETE) te selecteren. tDruk op OK om te bevestigen en wis de invoer. 10 TELEFOONINSTELLINGEN 10.1 De taal van de handset instellen tDruk op OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te selecteren. tDruk op OK en / om “TAAL” (LANGUAGE) te selecteren. tDruk op OK en / om de gewenste taal in te stellen. tDruk op OK om te bevestigen. 10.2 Datum- en tijdsinstellingen Als u een abonnement op nummerweergave hebt, worden de tijd en de datum automatisch bijgewerkt door het netwerk wanneer u een inkomende oproep ontvangt. De dienst nummerweergave verzendt alleen de maand en de dag, niet het jaar. Dat moet u eventueel nog zelf instellen. 10.2.1 Het datumformaat wijzigen tDruk op OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te selecteren. tDruk op OK en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME) te selecteren. tDruk op OK om “DATUMFORMAAT” (DATE FORMAT) weer te geven. tDruk op OK en / om het gewenste datumformaat te selecteren (DD-MM-JJ of MM-DD-JJ). tDruk op OK om te bevestigen. 10.2.2 Het tijdformaat wijzigen tDruk op OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te selecteren. NL Uw telefoon heeft een aantal instellingen die u kunt wijzigen om de werking ervan aan uw eigen voorkeuren aan te passen. 100 tDruk op OK en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME) te selecteren. tDruk op OK en / om “TIJDFORMAAT” (TIME FORMAT) te selecteren. tDruk op OK en / om het gewenste tijdformaat (12 UUR (12 HR) of 24 UUR (24 HR)) te selecteren. tDruk op OK om te bevestigen. 10.2.3 De tijd instellen tDruk op OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te selecteren. tDruk op OK en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME) te selecteren. tDruk op OK en / om “TIJD INSTEL.” (SET TIME) te selecteren. tDruk op OK en voer de tijdsinformatie in 24-urenformaat in. tDruk op OK om te bevestigen. Opmerking: Als de tijd al eerder werd ingesteld, wordt de huidige tijd weergegeven, anders ziet u “UU:MM” (HH:MM) op het display. 10.2.4 De datum instellen tDruk op OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te selecteren. tDruk op OK en / om “DATUM & TIJD” (DATE AND TIME) te selecteren. tDruk op OK en / om “DATUM INST.” (SET DATE) te selecteren. tDruk op OK en voer de datuminformatie in volgens het formaat dat u hebt ingesteld in sectie 10.1.1. tDruk op OK om te bevestigen. Opmerking: Als de datum al eerder werd ingesteld, wordt de huidige datum weergegeven, anders ziet u 01/01/13 op het display. 101 Opmerking: >Als u op een toets drukt, wordt het alarm uitgeschakeld, ook als het toetsenbord van de handset is vergrendeld terwijl het alarm klinkt. Het volume van het alarm is hetzelfde als de instellingen voor het belvolume van de handset. Als de beltoon van de handset is ingesteld op “VOLUME UIT” (VOLUME OFF) dan klinkt het alarm nog altijd met het niveau “VOLUME 1” (VOLUME 1). Als een ingesteld alarm tijdens een externe of interne oproep wordt en “ALARM AAN” (ALARM ON) geactiveerd, gaan het pictogram knipperen. De gebruiker wordt gewaarschuwd met een alarmtoon via de handset zodra de alarmtijd is bereikt. Als de gebruiker op een toets heeft gedrukt of ingedrukt heeft gehouden om het alarm uit te schakelen, wordt de gespreksduur weer op het display weergegeven. >Tijdens pagen of rinkelen klinkt het alarm niet als de alarmtijd wordt bereikt. Maar als de sluimerfunctie is ingeschakeld en het toestel niet bezig is met pagen of rinkelen, dan klinkt het alarm weer na verloop van de sluimerperiode. 10.3.1 Het alarm in-/uitschakelen Druk op OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te selecteren. Druk op OK om “ALARM” (ALARM) weer te geven. Druk op OK en / om “AAN” (ON) of “UIT” (OFF) te kiezen. tDruk op OK om te bevestigen. Opmerking: Als AAN (On) is geselecteerd, wordt u gevraagd om de alarmtijd in te stellen. NL 10.3 Alarminstellingen U kunt een alarm instellen op deze telefoon. Als er een alarm is op het display van de handset ingesteld, wordt het pictogram weergegeven. Als de tijd van het alarm wordt bereikt, gaan het en “ALARM AAN” (ALARM ON) op het display van de pictogram handset knipperen en klinkt de alarmtoon gedurende 45 seconden. U kunt op een willekeurige toets drukken om het alarm uit te schakelen. Als de sluimerfunctie wordt geactiveerd, klinkt het alarm na verloop van de sluimerperiode van zeven minuten opnieuw. U kunt ook ingedrukt houden terwijl het alarm klinkt om het alarm te stoppen en de sluimerfunctie uit te schakelen. 102 10.3.2 De alarmtijd instellen tVoer stappen 1 tot en met 4 van sectie 10.2.1 uit. tVoer de alarmtijd in het 24-urenformaat in. tDruk op OK om “SLUIMER” (SNOOZE) weer te geven. tDruk op / om sluimer “AAN” (ON) of “UIT” (OFF) te kiezen. tDruk op OK om de alarminstelling te bevestigen. 10.4 Instellingen van de handset 10.4.1 De belmelodie voor externe oproepen instellen tDruk op OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te selecteren. tDruk op OK en daarna op / om “BEL INSTEL.” (RINGER) te kiezen. tDruk op OK en daarna op / om “EXTERN. BEL” (EXTERNAL RING) te selecteren. tDruk op OK en daarna op / om de melodie te selecteren die u bij externe oproepen wilt horen. tDruk op OK om te bevestigen. 10.4.2 De belmelodie voor mobiele gesprekken instellen tDruk op OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te selecteren. tDruk op OK en daarna op / om “BEL INSTEL.” (RINGER) te kiezen. tDruk OK en daarna op / om “MELODY MOB” (MOBILE RING) te selecteren. tDruk op OK en daarna op / om de melodie te selecteren die u bij mobiele oproepen wilt horen. tDruk op OK om te bevestigen. 10.4.3 Het belvolume instellen tDruk op OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te selecteren. tDruk op OK en daarna op / om “BEL INSTEL.” (RINGER) te kiezen. tDruk op OK en / om “BELVOLUME” (RING VOLUME) te selecteren. tDruk op OK en daarna op / om het gewenste belvolume te kiezen. 103 tVOLUME UIT (VOLUME OFF) of Volume 1 tot en met 5. Opmerking: Het belvolume wordt voor elke selectie afgespeeld. Als VOLUME UIT weergegeven. (Volume off) is geselecteerd, wordt het pictogram OK om te bevestigen. 10.4.4 Automatisch beantwoorden instellen Als u Automatisch beantwoorden instelt, kunt u een oproep automatisch beantwoorden door de handset van het basisstation of de lader op te pakken. U hoeft dan geen toets in te drukken. tDruk op OK en / om “HANDSET INST” (HS SETTINGS) te selecteren. tDruk op OK en / om “AUTOM.ANTW” (AUTO ANSWER) te selecteren. tDruk op OK en / om de functie automatisch beantwoorden in of uit te schakelen. tDruk op OK om te bevestigen. 10.5 Basisinstellingen 10.5.1 De flashtijd wijzigen Als uw telefoon is aangesloten op een PBX (Private Exchange) waarvoor mogelijk een andere tijd voor oproepen moet worden ingesteld, dan moet u de flashtijd wijzigen. De opties voor de flashtijd zijn Kort (Short) (standaardwaarde van 100 ms), Normaal (Mid) (300 ms) of Lang (Long) (600 ms). tDruk op OK en / om “BASIS INST” (BS SETTINGS) te selecteren. tDruk op OK en daarna op / om “FLASHTIJD” (FLASH TIME) te selecteren. tDruk op OK en daarna op / om de gewenste flashtijd te selecteren (KORT (SHORT), NORMAAL (MID), LANG (LONG), waarbij de huidige instelling wordt aangegeven met een asterisk rechts). tDruk op OK om de instelling te bevestigen. NL tDruk op 104 10.6 Registratie Belangrijk: Wanneer u uw telefoon koopt, zijn alle handsets reeds geregistreerd op uw basisstation. U hoeft ze dus niet meer te registreren. Een handset registreren is alleen nodig wanneer u extra handsets bijkoopt of wanneer een handset defect raakt. U kunt bijkomende handsets registreren tot een maximum van vijf handsets per basisstation. Het nummer van de handset (1 tot 5) wordt weergegeven op het display. Een nieuwe handset op uw basisstation registreren: op het basisstation langer dan vijf seconden tHoud de toets ingedrukt om het basisstation in de registratiemodus te brengen. Het blijft ongeveer 1 minuut in registratiemodus. De volgende reeks handelingen op de handset moet binnen deze tijd worden voltooid. tDruk op OK en / om “AANMELDEN” (REGISTRATION) te selecteren. tDruk op OK om “PIN:” (ENTER PIN) weer te geven. tVoer de viercijferige pincode in (standaard 0000). tDruk op OK om te bevestigen. Op het display verschijnt “EVEN GEDULD” (PLEASE WAIT). Als de registratie van de handset is gelukt, hoort u een bevestigingstoon en gaat het display in stand-by terwijl het nieuwe handsetnummer op het display wordt weergegeven. De handset zal automatisch worden toegewezen aan het volgende vrije handsetnummer. tAls de registratie van de handset niet is gelukt, geeft het display opnieuw “HANDSET AANMELDEN” (REGISTER HANDSET) weer. 10.7 Uw telefoon resetten U kunt uw telefoon weer op de standaardinstellingen instellen. Na een reset worden alle persoonlijke instellingen, nummers in de oproeplijst en nummers in de herhaallijst gewist, maar uw telefoonboek is onveranderd. tDruk op OK en / om “RESET” (RESET) te selecteren. tDruk op OK om “PIN:” (ENTER PIN) weer te geven. tVoer de viercijferige pincode in (standaard 0000). tDruk op OK om “BEVESTIG?” (CONFIRM?) weer te geven tDruk op OK om te bevestigen; de telefoon wordt weer op de standaardinstellingen ingesteld. 105 Problemen oplossen Probleem Oorzaken Oplossingen Geen kiestoon als u op drukt. t Het snoer van het basisstation is niet op het basisstation aangesloten. t Het snoer van de adapter is niet goed op het basisstation aangesloten. t Een andere handset gebruikt het basisstation om te bellen. t Verkeerd telefoonsnoer. t Controleer de aansluitingen. Haal het snoer los van de voeding en sluit het weer aan. Controleer of het telefoonsnoer goed op het basisstation en de telefooncontactdoos is aangesloten. t Controleer de stekker van het basisstation en de 230 V-stekker (verwijderen en weer aansluiten). t Wacht totdat de lijn weer vrij is. Bij aansluiting op een PBX geen verbinding of verkeerd nummer na kiezen. U moet eerst een prefix kiezen. Toets eerst het prefix in. „BUITENBEREIK“ (OUT OF RANGE) wordt weergegeven. t Basisstation buiten bereik. t Basisstation niet aangesloten op netvoeding. t Verklein het bereik. t Sluit het basisstation aan op de netvoeding. Geen weergave Lege batterij Laad de batterij op NL 11 106 12 GARANTIE EN SERVICE De telefoon wordt geleverd met 24 maanden garantie vanaf de aankoopdatum vermeld op uw aankoopbon. Onder deze garantie vallen geen storingen of defecten als gevolg van ongevallen, verkeerd gebruik, normale slijtage, onachtzaamheid, storingen in de telefoonlijn, blikseminslag, knoeien met de apparatuur of pogingen om het toestel aan te passen of te repareren die niet door goedgekeurde servicepunten zijn uitgevoerd. Bewaar uw aankoopbon; dat is uw garantiebewijs. 12.1 Tijdens de garantieperiode tKoppel het basisstation los van de telefoonlijn en de netvoeding. tDoe alle onderdelen van uw telefoonsysteem in de originele verpakking. tBreng het toestel terug naar de winkel waar u het hebt gekocht en neem uw aankoopbon mee. tVergeet ook de netvoedingsadapter niet (indien van toepassing). 12.2 Na de garantieperiode Als het toestel niet meer onder de garantie valt, kunt u contact met ons opnemen via www.aegtelephones.eu Dit product werkt enkel met oplaadbare batterijen. Als u nietoplaadbare batterijen in de handset steekt en de handset op het basisstation plaatst, wordt de handset beschadigd en deze schade is NIET gedekt door de garantie. 13 TECHNISCHE INFORMATIE Standaard Digital Enhanced Cordless (DECT) Frequentiebereik 1,88 tot 1,9 GHz (bandbreedte = 20 MHz) Kanaalbandbreedte 1,728 MHz Bereik Tot 300 meter buiten; tot 50 meter binnen Gebruikstijden Stand-by: min. 200 uur, gesprekstijd: min. 14 uur Laadtijd batterij: 15 uur Temperatuurbereik Werkt bij 0 °C tot 40 °C, Opslag bij -20 °C tot 60 °C Elektrische aansluiting Basisstation: S003IB0600045 / S003IV0600045 input 100-240 V AC 50/60 Hz 150 mA, output 6VDC 450 mA VT04EEU06045 / VT04EUK06045 input 100-240 V AC 50/60 Hz 150 mA, output 6VDC 450 mA Informatie over de batterij: Type NiMH (oplaadbare batterij) Spanning 600 mAh, 2 AAAbatterijen van 1,2 V Specificaties voor de poort: De poort (aangesloten op de netvoeding) is een SELV-poort met betrekking tot EN41003. De poort (aangesloten op het telefoonsnoer) is een TNV-poort met betrekking tot EN41003. 14 CE-VERKLARING Dit product voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante voorschriften van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EG. U vindt de conformiteitsverklaring op: www.aegtelephones.eu NL 107 108 15 HET APPARAAT AFVOEREN (MILIEU) Aan het einde van de levensduur van het product mag u dit product niet weggooien met het normale huishoudafval, maar moet u het product naar een inzamelingspunt voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur brengen. Dat wordt aangegeven met het symbool op het product, in de gebruikershandleiding en/of op de verpakking. Sommige productmaterialen kunnen worden hergebruikt als u ze naar een inzamelingspunt brengt. Door sommige onderdelen of grondstoffen van gebruikte producten aan te bieden voor hergebruik levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van het milieu. Neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor meer informatie over de inzamelingspunten in uw regio. De batterijen moeten worden verwijderd voordat het toestel wordt weggegooid. Gooi de batterijen op een milieuvriendelijke manier weg, volgens de voorschriften van uw land. 16 REINIGING EN ZORG Reinig geen onderdelen van de telefoon met benzeen, thinners of andere chemicaliën met oplosmiddelen. Hierdoor kan permanente schade ontstaan die niet onder de garantie valt. Reinig het toestel wanneer nodig met een vochtige doek. Houd uw telefoonsysteem uit de buurt van hete, vochtige omstandigheden of fel zonlicht en laat het niet nat worden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136

AEG Voxtel D550BT Gebruikershandleiding

Categorie
Telefoons
Type
Gebruikershandleiding