INGEBRUIKNAME VAN HET LAADAPPARAAT
Maak eerst een geschikte laadkabel klaar.
Daartoe werd een voorbereide kabel (12) met
twee 4 mm bananenstekkers (13) en open
kabeleinden (14) bij het laadapparaat ge-
voegd. Er moeten geschikte stekkers aan de
open kabeleindes worden aangebracht die bij
de op de accu’s gebruikte hogestroomstekkers
passen. Let daarbij op dat de stekkers stevig
in verbinding komen met de kabel en in de jui-
ste poolrichting. Rood = plus/+; zwart = min/-!
De beide aansluitkabels (12 en 16) in afbeel-
ding 2 zijn alleen omwille van fototechnische
redenen opgewikkeld afgebeeld. Voor de
ingebruikname van het laadapparaat moeten
beide kabels in afgewikkelde toestand worden
gebruikt.
LiPo-accu’s met meer dan 1 cel hebben in regel altijd een balancer-aansluiting. Deze aanslui-
ting dient ervoor om elke afzonderlijke cel door een laadapparaat of balancer te controleren en
tegen overlading te bescherming. Heeft de op te laden accu een dergelijke balanceraansluiting
dan moet deze aansluiting bij elke laadbeurt aan het laadapparaat worden aangesloten.
Het laadapparaat beschikt over een geïntegreerde balancer met drie JST-HX-aansluitbussen
(7, 8 en 9). Aangezien er naargelang de accufabrikant verschillende balancerstekkersystemen
zijn, heeft u een adapterkabel nodig voor het geval de balancer-aansluiting van de op te laden
accu niet mocht passen.
Let op!
Neem voor de oplaadprocedure de waarschuwingen van de accufabrikant in verband
met de maximale laadstroom en de maximaal toegelaten accutemperatuur in acht.
• Verbind de DC-stekker (15) van de bijgevoegde 12-V-aansluitkabel met de DC-aansluitbus
van het laadapparaat (6). Aansluitend verbindt u de krokoklemmen (17) van de aansluitkabel
met een geschikte 12 V/DC spanningsbron (gestabiliseerde netadapter of autobatterij).
Belangrijk!
Let hierbij op de juiste polariteit van de aansluitleiding! De rode klem moet met de
pluspool en de zwarte klem wordt met de minpool van de spanningsbron worden
verbonden.
• Het laadapparaat geeft onmiddellijk na de aansluiting aan de spanningsbron een kort signaal
weer en de vier indicator-LED’s (1, 2, 3 en 4) knipperen afwisselend groen en rood. Het
laadapparaat is nu gebruiksklaar.
• Sluit de bananenstekker (13) van de laadkabel (12) aan de laadbussen van het laadapparaat
(6) aan en verbind de op te laden accu met de laadkabel.
Waarschuwing!
Sluit de accu pas aan de laadkabel aan, wanneer de 4 mm bananenstekkers van de
laadkabel met het laadapparaat verbonden zijn. Anders kunnen de losse bananen-
stekkers met elkaar in botsing komen en een gevaarlijke kortsluiting veroorzaken!
• Verbind daarna de balancer-stekker van de
accu (18) telkens met de balancer-aanslui-
ting van het laadapparaat (7, 8 of 9). De
beide knipsluitingen (19) moeten daarbij
naar boven wijzen.
Het laadapparaat herkent nu het aantal
cellen van de aangesloten accu. Als sym-
bool daarvoor knipperen naargelang het
aantal cellen van de accu, de LED’s (1 – 4)
rood. De overige LED’s blijven donker.
¼
Aangezien een 1-cellige LiPo-accu geen balancer-aansluiting aangeeft, is het in dit geval
voldoende, de accu alleen met de laadkabel te verbinden. Het laadapparaat herkent op
basis van de spanningstoestand de accu en de LED-indicator (1) knippert rood.
Let op!
Sluit bij een meercellige accu naast de laadkabel ook altijd de balancerstekker bij het
laadapparaat mee aan. Probeer nooit de balancer-stekker aan een niet daarvoor
voorziene aansluiting te koppelen.
• Stel nu met de draairegelaar voor de laadstroom (11) de gewenste laadstroom in. Daarvoor is
de draairegelaar met een rode markeringspijl uitgerust. Let daarbij op de technische gege-
vens en de instructies van de accufabrikant opdat geen te hoge laadstroom wordt ingesteld.
Waarschuwing!
Als de maximaal toegelaten laadstromen overschreden worden, bestaat het gevaar
dat de accu wordt vernietigd. Bovendien bestaat explosie-/brandgevaar!
Als er geen informatie van de accufabrikant beschikbaar is, laadt u de accu met een stroom,
die met de capaciteitswaarde (1C) overeenstemt, op. Bij een accu met 1000 mAh bedraagt de
laadstroom in dit geval 1000 mA of 1A. Bij een accu met 2100 mAh is de laadstroom 2,1 A.
¼
Als de capaciteitswaarde van de accu boven de 4500 mAh ligt, dan kan de accu met de
max. mogelijke laadstroom van 4,5 A worden opgeladen. In elk geval verlengt de laadtijd
daardoor.
• Nadat u alle instellingen en aansluitingen nogmaals heeft gecontroleerd, kunt u het opladen
beginnen door op de toets “start/stop”toets (10) te drukken. Het laadapparaat geeft als beves-
tiging van de druk op de toets een korte signaaltoon weer.
• Overeenkomstig het aantal cellen van de aangesloten accu lichten de LED’s (1 - 4) tijdens het
opladen voortdurend rood. De overige LED’s blijven donker.
¼
Het opladen kan door opnieuw op de toets “start / stop” op elk moment worden
onderbroken en opnieuw opgestart. Iedere toetsbediening wordt met een korte
signaaltoon bevestigd. Bij een onderbreking van het opladen knipperen de LED’s voor de
celaanduiding rood.
• Wanneer het opladen is afgesloten, wisselt de kleur van de LED’s van rood naar groen en het
laadapparaat geeft ononderbroken akoestische signalen weer. In dit geval drukt u op de toets
“start / stop” (10), ontkoppelt u de accu van het laadapparaat en het laadapparaat van de
spanningsbron.
OVERZICHT VAN DE LED-INDICATOREN
• De LED’s knipperen afwisselend rood en groen
Het laadapparaat werd met de stroomvoorziening verbonden en is bedrijfsklaar.
• Naargelang het aantal cellen van de accu knipperen de LED’s 1 - 4 rood
De accu is met het laadapparaat verbonden en het opladen werd nog niet gestart of werd
onderbroken.
• Alle 4 LED’s knipperen rood en een akoestisch signaal is hoorbaar
Het opladen werd zonder aangesloten accu gestart.*
• Alle 4 LED’s knipperen per twee rood en een akoestisch signaal is hoorbaar
De laadstroomkring of balancer-aansluiting werd onderbroken (los contact of kabelbreuk).*
• Alle 4 LED’s knipperen per drie rood en een akoestisch signaal is hoorbaar
De bedrijfsspanning ligt boven of onder het toegelaten bedrijfsspanningsbereik.*
• Naargelang het cellenaantal van de accu lichten de LED’s 1 – 4 groen op en het laad-
apparaat geeft signalen weer
Het laadproces is succesvol afgesloten.
* Nadat de oorzaak van de fout werd opgelost kan het opladen opnieuw worden gestart door
tweemaal op de toets “start / stop” (10) te drukken.
AFVOER
a) Product
Elektronische apparaten zijn recyclebare stoffen en horen niet bij het huisvuil! Als het
product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor
afvalverwerking inleveren.
b) Batterijen en accu´s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en
accu’s in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan!
Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten worden gekenmerkt door de hier-
naast vermelde symbolen, die erop wijzen dat deze niet via het huisvuil mogen
worden afgevoerd. De aanduidingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn:
Cd=cadmium, Hg=kwik, Pb=lood (aanduiding staat op de batterij/accu bijv. onder de
hiernaast afgebeelde containersymbolen).
Lege batterijen en niet meer oplaadbare accu´s kunt u gratis inleveren bij de verza-
melplaatsen van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen
en accu´s.
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen voor afvalscheiding en draagt u bij aan de
bescherming van het milieu.
TECHNISCHE GEGEVENS
Stroomvoorziening ................. 11 - 15 V/DC
Geschikte accutypes ............. Lithium polymeer
Aantal cellen .......................... 1 tot 4 cellen
Laadstroom ............................ 0,1 tot 4,5 A (traploos)
Maximaal laadvermogen ....... 40 W
Omgevingstemperatuur ......... 0 °C tot +35 °C
Omgevingsluchtvochtigheid .. max. 90% relatieve luchtvochtigheid, niet condenserend
Afmetingen ............................. 104 x 62 x 31 mm
Gewicht .................................. 94 g
Afb. 2
Afb. 3
Colofon
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2010 by Voltcraft®.