Trotec TTK 75 E Handleiding

Type
Handleiding
NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 1
Symbolen
Gevaar door elektrische stroom!
Wijst op gevaren door elektrische stroom,
die tot letsel en zelfs de dood kunnen lei-
den.
Gevaar!
Wijst op een gevaar, dat tot persoonlijk
letsel kan leiden.
Let op!
Wijst op een gevaar, dat tot materiële
schade kan leiden.
De actuele versie van de bedieningshandleiding vindt
u op: www.trotec.de
Juridische opmerking
Deze publicatie vervangt alle voorgaande. Geen enke-
le deel van deze publicatie mag, in welke vorm dan
ook, zonder onze schriftelijke toestemming worden
gereproduceerd of met elektronische systemen wor-
den verwerkt, vermenigvuldigd of verspreid. Techni-
sche wijzigingen voorbehouden. Alle rechten
voorbehouden. Artikelnamen worden zonder waar-
borging van het vrije gebruik en volgens de schrijfwij-
ze van de fabrikant gebruikt. De gebruikte
artikelnamen zijn geregistreerd en moeten als zodanig
worden beschouwd. De leveromvang kan afwijken
van de productafbeeldingen. Dit document is met de
nodige zorgvuldigheid opgesteld. We accepteren geen
enkele aansprakelijkheid voor fouten of tekortkomin-
gen. © TROTEC
®
.
Inhoudsopgave
Opmerkingen m.b.t. de bedieningshandleiding E - 01
Informatie over het apparaat........................... E - 02
Veiligheid........................................................ E - 04
Transport........................................................ E - 05
Bediening....................................................... E - 05
Defecten en storingen..................................... E - 09
Onderhoud ..................................................... E - 10
Recycling........................................................ E - 15
Conformiteitsverklaring................................... E - 15
Opmerkingen m.b.t. de
bedieningshandleiding
E - 2 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL
Beschrijving van het apparaat
Via het condensatieprincipe zorgt het apparaat voor
het automatisch ontvochtigen van ruimten.
De ventilator zuigt de vochtige ruimtelucht aan via
luchtinlaat (7) door het luchtfilter (8), de verdamper en
de daar achter liggende condensor. Op de koude ver-
damper wordt de ruimtelucht tot onder het dauwpunt
afgekoeld. De in de lucht opgenomen waterdamp
slaat als condens, resp. rijp neer op de verdamperla-
mellen. Bij de condensor wordt de ontvochtigde, afge-
koelde lucht weer verwarmd en met een temperatuur
die ca. 5 °C hoger is dan de ruimtetemperatuur weer
uitgeblazen. De zo bereide, droge lucht wordt weer
gemengd met de ruimtelucht. Door de doorlopende
circulatie van de ruimtelucht door het apparaat wordt
de luchtvochtigheid in de opstelruimte verminderd.
Afhankelijk van de luchttemperatuur en de relatieve
luchtvochtigheid, druppelt het gecondenseerde water
doorlopend of alleen tijdens de ontdooifasen in de
condensopvangbak en via de hierin geïntegreerde af-
voeraansluiting in het daaronder geplaatste
condensreservoir (3). Deze is uitgerust met een vlotter
voor het meten van het vulpeil. Het apparaat is voor-
zien van een bedieningspaneel (1) voor de bediening
en controle van de werking. Wordt het maximale vul-
peil van het condensreservoir (3) bereikt, knippert het
controlelampje van het condensreservoir (zie hoofd-
stuk Bedieningselementen) op het
bedieningspaneel (1). Het apparaat schakelt uit. Het
controlelampje van het condensreservoir gaat pas
weer uit bij het terugplaatsen van het lege
condensreservoir (1). Optioneel kan het condenswater
via een slang aan de condensaansluiting (6) worden
afgevoerd. Het apparaat maakt het verlagen van de
relatieve luchtvochtigheid tot 30 % mogelijk. Het ap-
paraat kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het dro-
gen van nat wasgoed of kleding in woon- of
werkruimten. Door de warmte die ontstaat tijdens het
gebruik, kan de ruimtetemperatuur ca. 1-4 °C stijgen.
Overzicht van het apparaat
Informatie over het apparaat
Nr. Bedieningselement
1 Bedieningspaneel
2 Handgrepen aan de zijkanten
3 Condensreservoir
4 Transportrollen
5 Luchtuitlaat
6 Condensaansluiting
7 Luchtinlaat
8 Luchtfilter
1
7
4
5
6
2
3
8
NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 3
Technische gegevens
Elektrisch schema
Parameter Waarde
Model TTK 75 E
Ontvochtigingscapaciteit, max. 20 l / 24 h
Bedrijfstemperatuur 5-35 °C
Werkbereik relatieve luchtvochtigheid 30-80 %
Ventilatiecapaciteit, max. 192 m³/h
Elektrische aansluiting 230 V / 50 Hz
Opgenomen vermogen, max. 320 W
Gebouwzekering 10 A
Condensreservoir 3 l
Koudemiddel R410a
Koudemiddelhoeveelheid 160 g
Gewicht 12,3 kg
Afmetingen (h x d x b) 570 x 245 x 340 mm
Minimale afstand t.o.v. wanden / objecten A: Boven: 45 cm
B: Achter: 45 cm
C: Zijkant: 45 cm
D: Voorkant: 45 cm
Geluidsdrukniveau LpA (1 m; volgens DIN 45635-01-KL3) 42 dB(A)
E - 4 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL
Lees deze handleiding vóór het in gebruik nemen
/ gebruik van het apparaat zorgvuldig en bewaar
deze in de directe omgeving van de opstellocatie,
resp. het apparaat!
• Gebruik het apparaat niet in ruimten met explosie-
gevaar.
• Gebruik het apparaat niet in een olie-, zwavel-,
chloorhoudende of zoute atmosfeer.
• Plaats het apparaat rechtop en stabiel.
• Stel het apparaat niet bloot aan een gerichte wa-
terstraal.
• Zorg dat de luchtinlaat en luchtuitlaat vrij zijn.
• Zorg dat de aanzuigzijde altijd vrij is van vuil en
losse voorwerpen.
• Steek nooit voorwerpen in het apparaat.
• Het apparaat tijdens gebruik niet afdekken of
transporteren.
• Zorg dat alle elektrische kabels buiten het appa-
raat zijn beschermd tegen beschadigingen (bijv.
door dieren).
• Houd bij het kiezen van verlengkabels rekening
met het vermogen van het apparaat, de kabelleng-
te en het gebruiksdoel. Voorkom elektrische over-
belastingen.
• Transporteer het apparaat uitsluitend rechtop en
met een leeg condensreservoir.
• Het verzamelde condens afvoeren. Drink het niet.
Er bestaat infectiegevaar!
Het apparaat is niet geschikt voor het drogen van
ruimten en oppervlakken na waterschade door lei-
dingbreuk of overstromingen.
Bedoeld gebruik
Gebruik het apparaat TTK 75 E uitsluitend voor het
drogen en ontvochtigen van de ruimtelucht volgens de
technische gegevens.
Tot het bedoeld gebruik behoren:
• het drogen en ontvochtigen van:
– woon-, slaap-, douche- en kelderruimten
– spoelkeukens, weekendhuisjes, caravans, boten
• het continu drooghouden van:
– magazijnen, archieven, laboratoria
– zwem-, was- en kleedruimten, etc.
Niet bedoeld gebruik
Plaat het apparaat niet op een vochtige resp. over-
stroomde ondergrond. Gebruik het apparaat niet in de
buitenlucht. Leg geen voorwerpen, zoals natte kle-
dingstukken, te drogen op het apparaat. Eigenhandige
constructieve wijzigingen, aan- of ombouwerkzaam-
heden aan het apparaat zijn verboden.
Persoonlijke kwalificaties
Personen die dit apparaat gebruiken moeten:
• zich bewust zijn van de gevaren die bij het gebruik
van elektrische apparaten in vochtige omgeving
ontstaan.
• maatregelen nemen ter beschermen tegen directe
aanraking van de stroomvoerende onderdelen.
• de bedieningshandleiding, vooral het hoofdstuk
Veiligheid hebben gelezen en begrepen.
Onderhoudswerkzaamheden waarvoor het
openen van de behuizing noodzakelijk is, mogen
uitsluitend door gespecialiseerde bedrijven op het
gebied van koel- en koudetechniek of door
TROTEC
®
worden uitgevoerd.
Restgevaren
Gevaar door elektrische stroom!
Werkzaamheden aan elektrische onder-
delen mogen alleen door een geautori-
seerd gespecialiseerd bedrijf worden
uitgevoerd!
Gevaar door elektrische stroom!
Trek voor alle werkzaamheden aan het
apparaat de netstekker uit het stopcon-
tact!
Veiligheid
NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 5
Let op!
Gebruik het apparaat nooit zonder dat de
filters gemonteerd zijn, zo wordt schade
voorkomen!
Gevaar!
Van dit apparaat kunnen gevaren uitgaan
als het ondeskundig of niet volgens het
bedoeld gebruik wordt gebruikt door niet
geïnstrueerde personen! Zorg dat wordt
voldaan aan de persoonlijke kwalificaties!
Gedrag bij noodgevallen
1. Bij noodgevallen het apparaat scheiden van de
netvoeding.
2. Sluit een defect apparaat niet weer aan op de ne-
taansluiting.
Het apparaat is voorzien van handgrepen aan de zij-
kanten en transportrollen voor eenvoudig transport.
Vóór elk transport de volgende instructies opvolgen:
1. Schakel het apparaat uit met de netschakelaar
(zie hoofdstuk Bedieningselementen).
2. Trek de netstekker uit het stopcontact. Gebruik de
netkabel niet als trektouw!
3. Maak het condensreservoir leeg. Let op het na-
druppelen van condens.
Na elk transport de volgende instructies opvolgen:
1. Plaats het apparaat na het transport rechtop.
2. Schakel het apparaat pas na één uur in!
Opslag
Bij het niet gebruiken het apparaat als volgt opslaan:
•droog,
•overdekt,
• rechtop staand op een plaats die beschermd is te-
gen stof en direct zonlicht,
• evt. met een kunststofhoes tegen indringen van
stof beschermen.
• De opslagtemperatuur moet voldoen aan het in
hoofdstuk Technische gegevens opgegeven bereik
voor de bedrijfstemperatuur.
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautoma-
tisch, tot de uitschakeling door de vlotter van het
gevulde condensreservoir of een ingestelde timer.
• Om ervoor te zorgen dat de luchtvochtigheid cor-
rect kan worden gemeten, draait de ventilator con-
tinu, tot het uitschakelen van het apparaat.
• Voorkom open deuren en ramen.
Opstellen
Houd bij het opstellen van het apparaat rekening met
de minimale afstanden t.o.v. wanden en objecten, vol-
gens hoofdstuk Technische gegevens.
• Plaats het apparaat stabiel en waterpas.
• Plaats het apparaat zoveel mogelijk in het midden
van de ruimte en houd voldoende afstand t.o.v.
warmtebronnen.
• Vooral bij het opstellen van het apparaat in natte
omgevingen, zoals spoelkeukens, zwembaden en
dergelijke, het apparaat in de gebouwinstallatie
volgens de voorschriften afzekeren met een ge-
schikte aardlekschakelaar (RCD = Residual Cur-
rent protective Device).
• Zorg dat verlengsnoeren volledig zijn uit-/afgerold.
Transport
Bediening
CC
A
B
D
E - 6 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL
Opmerkingen m.b.t. de
ontvochtigingscapaciteit
De ontvochtigingscapaciteit is afhankelijk van:
• de aard van de ruimte
• de ruimtetemperatuur
• de relatieve luchtvochtigheid
Hoe hoger de ruimtetemperatuur en de relatieve
luchtvochtigheid, hoe groter de ontvochtigingscapaci-
teit.
Bij gebruik in woonruimten volstaat een luchtvochtig-
heid van ca. 50-60%. In magazijnen en archieven
mag de luchtvochtigheid een waarde van ca. 50% niet
overschrijden.
Bedieningselementen
In gebruik nemen
Luchtfilter plaatsen
Nr. Bedieningselement
9 Ontdooi-controlelampje:
brandt, als de automatische ontdooiing actief is.
10 Controlelampje condensreservoir:
Knippert als het maximale vulpeil van het condensreservoir
is bereikt of als het condensreservoir niet goed in het appa-
raat is geplaatst.
11 Bedrijfscontrolelampje:
brandt, als het apparaat is ingeschakeld.
12 Netschakelaar, tevens
draaischakelaar voor het kiezen van de bedrijfsmodus:
schakelt het apparaat aan of uit en wordt gebruik voor het
voorinstellen van de gewenste luchtvochtigheid.
13 Draaischakelaar stand NORMAL:
Tijdens normaal bedrijf wordt de luchtvochtigheid verlaagd
tot 50 - 60% (hygrostaatgeregeld).
14 Draaischakelaar draaiaanslag rechts (CONTINUOUS):
continubedrijf actief
15 Draaischakelaar draaiaanslag links (OFF):
apparaat uitgeschakeld
NORMAL
CONTINUOUS
OFF
DEFROST BUCKET FULL RUNNING
14
9 10 11
15
12 13
NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 7
Apparaat inschakelen
1. Controleer of het condensreservoir leeg is en
goed is geplaatst. Anders werkt het apparaat niet!
2. Steek de netstekker in een volgens de voorschrif-
ten gezekerd stopcontact.
3. Het apparaat met de draaischakelaar (12) inscha-
kelen, door deze rechtsom te draaien (bijv. naar
NORMAL). => Het bedrijfscontrolelampje (11)
brandt.
4. Controleer of het controlelampje van het
condensreservoir (10) uit is.
5. Kies de gewenste de luchtvochtigheid in de ruim-
te met de draaischakelaar (12).
6. Als alternatief kan met de draaischakelaar (12) de
bedrijfsmodus continubedrijf worden geactiveerd.
Draai hiervoor de draaischakelaar naar rechts
naar CONTINUOUS.
Bedrijfsmodus normaal bedrijf
Bij normaal bedrijf stopt het apparaat het ontvochti-
gen, als de luchtvochtigheid in de ruimte de gewenste
waarde heeft bereikt. Neemt de luchtvochtigheid in de
ruimte toe, start het apparaat weer automatisch. Draai
de draaischakelaar (12) naar NORMAL voor het star-
ten van het normaal bedrijf.
Bedrijfsmodus continubedrijf
Bij continubedrijf ontvochtigt het apparaat de lucht
continu en onafhankelijk van de vochtigheidsgraad.
Draai de draaischakelaar (12) naar rechts naar CON-
TINUOUS voor het starten van het continubedrijf.
Automatisch ontdooien
Is de ruimtetemperatuur lager dan 12 °C, bevriest de
verdamper tijdens het ontvochtigen. In dit geval voert
het apparaat een automatische ontdooiing uit. Het
ontdooicontrolelampje (9) brandt.
Legen van het condensreservoir
A.
C.
B.
D.
BUCKET FULL
E - 8 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL
Bedrijf met slang aan condensoraansluiting
Buiten gebruik stellen
1. Schakel het apparaat uit met de netschakelaar
(zie hoofdstuk Bedieningselementen).
2. Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
3. Trek de netstekker uit het stopcontact.
4. Maak het condensreservoir leeg en veeg het met
een schone doek droog. Let op het nadruppelen
van condens.
5. Reinig het apparaat en vooral het luchtfilter vol-
gens hoofdstuk Onderhoud.
6. Het apparaat opslaan volgens hoofdstuk Opslag.
A.
B.
C.
1/2″
D.
E.
1/2″
NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 9
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren
op een goede werking getest. Mochten er desondanks
storingen ontstaan, controleer het apparaat dan op
basis van de volgende lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting
(230 V/1~/50 Hz).
• Controleer de netstekker op beschadigingen.
• Laat een elektrische controle uitvoeren door ge-
specialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en
koudetechniek of door TROTEC
®
.
Het apparaat werkt, maar er is geen
condensvorming:
• Controleer of het condensreservoir goed is ge-
plaatst. Controleer het vulpeil van het condensre-
servoir, maak het indien nodig leeg. Het
controlelampje van het condensreservoir mag niet
gaan branden.
• Controleer de vlotter in het condensreservoir op
vervuilingen. Reinig indien nodig de vlotter en het
condensreservoir. De vlotter moet soepel bewe-
gen.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Controleer of
het werkbereik van het apparaat overeenkomt met
de technische gegevens.
• Controleer of de relatieve luchtvochtigheid over-
eenkomt met de technische gegevens.
• Controleer de vooringestelde gewenste luchtvoch-
tigheid. De luchtvochtigheid in de opstelruimte
moet boven het gekozen bereik liggen. Verlaag de
ingestelde gewenste luchtvochtigheid evt. met de
draaischakelaar (12).
• Controleer het luchtfilter op vervuilingen. Het
luchtfilter indien nodig reinigen, resp. vervangen.
• Controleer de condensor uitwendig op vervuilingen
(zie hoofdstuk Onderhoud). Laat een vervuilde
condensor reinigen door een gespecialiseerd be-
drijf op het gebied van koel- en koudetechniek of
door TROTEC
®
.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt,
condenslekkage:
• Controleer of het apparaat rechtop en op een vlak-
ke ondergrond staat.
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp.
capaciteit daalt:
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op ver-
vuilingen. Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het inwendige van het apparaat en
vooral de ventilator, de ventilatorbehuizing, de ver-
damper en de condensor uitwendig op vervuilin-
gen (zie het hoofdstuk Onderhoud). Laat een
inwendig vervuild apparaat inwendig reinigen door
een gespecialiseerd bedrijf op het gebied van
koel- en koudetechniek of door TROTEC
®
.
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Lever het apparaat in voor reparatie door een gespe-
cialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en koude-
techniek of door TROTEC
®
.
Defecten en storingen
E - 10 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL
Onderhoudsintervallen
Onderhouds- en verzorgingsrapport
Apparaattype: ..................................... Apparaatnummer: .....................................
Onderhoud
Onderhouds- en verzorgingsinterval
voor elke keer
in gebruik
nemen
indien
nodig
minimaal
elke 2
weken
minimaal
elke 4
weken
minimaal
elke 6
weken
minimaal
jaarlijks
Condensreservoir legen X
Aanzuig- en uitblaasopeningen op vervuilingen
en vreemde objecten controleren, indien nodig
reinigen
X
Uitwendige reiniging X X
Visuele controle van het inwendige van het
apparaat op vervuilingen
XX
Aanzuigroosters en luchtfilter op vervuilingen en
vreemde objecten controleren, indien nodig rei-
nigen resp. vervangen
XX
Luchtfilter vervangen X
Op beschadigingen controleren X
Bevestigingsbouten controleren X X
Werkingstest X
Onderhouds- en verzorgingsinterval 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Aanzuig- en uitblaasopeningen op vervuilin-
gen en vreemde objecten controleren, indien
nodig reinigen
Uitwendige reiniging
Visuele controle van het inwendige van het
apparaat op vervuilingen
Aanzuigroosters en luchtfilter op vervuilingen
en vreemde objecten controleren, indien nodig
reinigen resp. vervangen
Luchtfilter vervangen
Op beschadigingen controleren
Bevestigingsbouten controleren
Werkingstest
Opmerkingen:
1. Datum: ...............................
Handtekening: ........................
2. Datum: ...............................
Handtekening: ........................
3. Datum: ...............................
Handtekening: ........................
4. Datum: ...............................
Handtekening:........................
5. Datum: ...............................
Handtekening: ........................
6. Datum: ...............................
Handtekening: ........................
7. Datum: ...............................
Handtekening: ........................
8. Datum: ...............................
Handtekening:........................
9. Datum: ...............................
Handtekening: ........................
10. Datum: .............................
Handtekening: ........................
11. Datum: .............................
Handtekening: ........................
12. Datum:.............................
Handtekening:........................
13. Datum: .............................
Handtekening: ........................
14. Datum: .............................
Handtekening: ........................
15. Datum: .............................
Handtekening: ........................
16. Datum:.............................
Handtekening:........................
NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 11
Werkzaamheden voor aanvang van het
onderhoud
1. Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
2. Trek vóór alle werkzaamheden de netstekker uit
het stopcontact!
3. Verwijder de vlotter niet uit het condensreservoir.
Onderhoudswerkzaamheden waar-
voor het openen van de behuizing
noodzakelijk is, mogen uitsluitend
door gespecialiseerde bedrijven op het
gebied van koel- en koudetechniek of
door TROTEC
®
worden uitgevoerd.
Visuele controle van het inwendige van het
apparaat op vervuilingen
1. Verwijder het luchtfilter (zie hoofdstuk Reinigen
van de luchtinlaten en het luchtfilter).
2. Schijn met een zaklamp in de openingen van het
apparaat.
3. Controleer het inwendige van het apparaat op
vervuilingen.
4. Ziet u een dikke stoflaag, laat dan het inwendige
van het apparaat reinigen door een gespeciali-
seerd bedrijf op het gebied van koel- en koude-
techniek of door TROTEC
®
.
5. Plaats het luchtfilter weer.
E - 12 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL
Reinigen van de behuizing en het
condensreservoir
1. Gebruik voor het reinigen een zachte, pluisvrije
doek.
2. Bevochtig de doek met schoon water. Gebruik
geen sprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende
reinigingsmiddelen of schuurmiddelen voor het
bevochtigen van de doek.
A.
B.
C.
D.
NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 13
Reinigen van de luchtinlaten en het luchtfilter
Let op!
Controleer of het filter niet versleten of
beschadigd is.
Controleer voor het weer plaatsen van het
luchtfilter of het droog is!
Hoofdstuk Onderhoudsintervallen opvol-
gen voor het op tijd vervangen van het
luchtfilter!
C.
A.
B.
E - 14 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL
Reserveonderdeeloverzicht en reserveonderdeellijst
Nr. Reserveonderdeel Nr. Reserveonderdeel Nr. Reserveonderdeel
1 Base pan 16 Blower wheel 31 Handle
2 Turning wheel assembly 17 Fan casing 32 Drain bucket
3 Compressor assembly 18 Capacitor (10 μF/450 for compressor (3)) 33 Tank lid
4 Rubber 19 Fix metal 34 Float
5 Suction pipe 20 Power supply cord complete 35 Air filter
6 Discharge pipe 21 Control board 36 Fixture
7 Plate 22 Lamp assembly 37 Cover
8 Evaporator assembly 23 Knob 38 Cover
9 Condenser assembly 24 Capacitor (1 μF/450 for fan motor (14)) 39 Humidity switch
10 Y tube 25 Fix metal 40 Sensor
11 Capillary tube 26 Control plate 41 Control panel
12 Micro switch 27 Front panel
13 Fan tank 28 Rear panel
14 Fan motor 29 Soft cap
15 Strike 30 Plug
1
2
4
34
3
35
36
7
6
5
8
9
12
11
10
25
26
32
33
13
14
15
16
17
20
21
22
23
24
18
19
29
30
27
28
31
37
39
40
41
38
Opmerking!
De positienummers van de reserveon-
derdelen onderscheiden zich van de in
de bedieningshandleiding gebruikte
positienummers van de onderdelen.
NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 15
Elektrische apparaten horen niet in het
huisvuil, maar moeten in de Europese
Unie – volgens Richtlijn 2002/96/EG VAN
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD van 27 januari 2003 betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) – vak-
kundig worden gerecycled. Dit apparaat graag aan het
eind van de levensduur recyclen volgens de geldende
wettelijke bepalingen.
In het apparaat wordt een milieuvriendelijk en ozon-
neutraal koudemiddel gebruikt (zie hoofdstuk Techni-
sche gegevens). Het in het apparaat aanwezige
koudemiddel-/oliemengsel vakkundig recyclen volgen
de nationale wetgeving.
In het kader van de EG-Laagspanningsrichtlijn 2006/
95/EG, bijlage III, paragraaf B en de EG-richtlijn 2004/
108/EG m.b.t. de elektromagnetische compatibiliteit
(EMC).
Hiermee verklaren we, dat de luchtontvochtiger
TTK 75 E in overeenstemming met de genoemde EG-
richtlijnen is ontwikkeld, geconstrueerd en geprodu-
ceerd.
Toegepaste geharmoniseerde normen:
IEC 60335-1:2001/A2:2006
IEC 60335-2-40:2002/A1:2005
IEC 62233:2005
De -markering vindt u op het typeplaatje van het
apparaat.
Fabrikant:
Trotec GmbH & Co. KG
Grebbener Straße 7
D-52525 Heinsberg
Telefoon: +49 2452 962-400
Fax: +49 2452 962-200
E-mail: info@trotec.de
Heinsberg, 28-8-2013
Bedrijfsleider: Detlef von der Lieck
Recycling Conformiteitsverklaring

Documenttranscriptie

Juridische opmerking Inhoudsopgave Opmerkingen m.b.t. de bedieningshandleiding Informatie over het apparaat........................... Veiligheid........................................................ Transport........................................................ Bediening ....................................................... Defecten en storingen..................................... Onderhoud ..................................................... Recycling........................................................ Conformiteitsverklaring................................... E - 01 E - 02 E - 04 E - 05 E - 05 E - 09 E - 10 E - 15 E - 15 Opmerkingen m.b.t. de bedieningshandleiding Symbolen Deze publicatie vervangt alle voorgaande. Geen enkele deel van deze publicatie mag, in welke vorm dan ook, zonder onze schriftelijke toestemming worden gereproduceerd of met elektronische systemen worden verwerkt, vermenigvuldigd of verspreid. Technische wijzigingen voorbehouden. Alle rechten voorbehouden. Artikelnamen worden zonder waarborging van het vrije gebruik en volgens de schrijfwijze van de fabrikant gebruikt. De gebruikte artikelnamen zijn geregistreerd en moeten als zodanig worden beschouwd. De leveromvang kan afwijken van de productafbeeldingen. Dit document is met de nodige zorgvuldigheid opgesteld. We accepteren geen enkele aansprakelijkheid voor fouten of tekortkomingen. © TROTEC®. Gevaar door elektrische stroom! Wijst op gevaren door elektrische stroom, die tot letsel en zelfs de dood kunnen leiden. Gevaar! Wijst op een gevaar, dat tot persoonlijk letsel kan leiden. Let op! Wijst op een gevaar, dat tot materiële schade kan leiden. De actuele versie van de bedieningshandleiding vindt u op: www.trotec.de NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E-1 Informatie over het apparaat Overzicht van het apparaat Beschrijving van het apparaat 5 Via het condensatieprincipe zorgt het apparaat voor het automatisch ontvochtigen van ruimten. De ventilator zuigt de vochtige ruimtelucht aan via luchtinlaat (7) door het luchtfilter (8), de verdamper en de daar achter liggende condensor. Op de koude verdamper wordt de ruimtelucht tot onder het dauwpunt afgekoeld. De in de lucht opgenomen waterdamp slaat als condens, resp. rijp neer op de verdamperlamellen. Bij de condensor wordt de ontvochtigde, afgekoelde lucht weer verwarmd en met een temperatuur die ca. 5 °C hoger is dan de ruimtetemperatuur weer uitgeblazen. De zo bereide, droge lucht wordt weer gemengd met de ruimtelucht. Door de doorlopende circulatie van de ruimtelucht door het apparaat wordt de luchtvochtigheid in de opstelruimte verminderd. Afhankelijk van de luchttemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid, druppelt het gecondenseerde water doorlopend of alleen tijdens de ontdooifasen in de condensopvangbak en via de hierin geïntegreerde afvoeraansluiting in het daaronder geplaatste condensreservoir (3). Deze is uitgerust met een vlotter voor het meten van het vulpeil. Het apparaat is voorzien van een bedieningspaneel (1) voor de bediening en controle van de werking. Wordt het maximale vulpeil van het condensreservoir (3) bereikt, knippert het controlelampje van het condensreservoir (zie hoofdstuk Bedieningselementen) op het bedieningspaneel (1). Het apparaat schakelt uit. Het controlelampje van het condensreservoir gaat pas weer uit bij het terugplaatsen van het lege condensreservoir (1). Optioneel kan het condenswater via een slang aan de condensaansluiting (6) worden afgevoerd. Het apparaat maakt het verlagen van de relatieve luchtvochtigheid tot 30 % mogelijk. Het apparaat kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het drogen van nat wasgoed of kleding in woon- of werkruimten. Door de warmte die ontstaat tijdens het gebruik, kan de ruimtetemperatuur ca. 1-4 °C stijgen. E-2 1 2 3 4 7 6 8 Nr. Bedieningselement 1 2 3 4 5 6 7 8 Bedieningspaneel Handgrepen aan de zijkanten Condensreservoir Transportrollen Luchtuitlaat Condensaansluiting Luchtinlaat Luchtfilter Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL Technische gegevens Parameter Waarde Model Ontvochtigingscapaciteit, max. Bedrijfstemperatuur Werkbereik relatieve luchtvochtigheid Ventilatiecapaciteit, max. Elektrische aansluiting Opgenomen vermogen, max. Gebouwzekering Condensreservoir Koudemiddel Koudemiddelhoeveelheid Gewicht Afmetingen (h x d x b) Minimale afstand t.o.v. wanden / objecten TTK 75 E 20 l / 24 h 5-35 °C 30-80 % 192 m³/h 230 V / 50 Hz 320 W 10 A 3l R410a 160 g 12,3 kg 570 x 245 x 340 mm A: Boven: 45 cm B: Achter: 45 cm C: Zijkant: 45 cm D: Voorkant: 45 cm 42 dB(A) Geluidsdrukniveau LpA (1 m; volgens DIN 45635-01-KL3) Elektrisch schema NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E-3 Tot het bedoeld gebruik behoren: • het drogen en ontvochtigen van: Veiligheid Lees deze handleiding vóór het in gebruik nemen / gebruik van het apparaat zorgvuldig en bewaar deze in de directe omgeving van de opstellocatie, resp. het apparaat! • Gebruik het apparaat niet in ruimten met explosiegevaar. – woon-, slaap-, douche- en kelderruimten – spoelkeukens, weekendhuisjes, caravans, boten • het continu drooghouden van: – magazijnen, archieven, laboratoria – zwem-, was- en kleedruimten, etc. • Gebruik het apparaat niet in een olie-, zwavel-, Niet bedoeld gebruik Plaat het apparaat niet op een vochtige resp. overchloorhoudende of zoute atmosfeer. stroomde ondergrond. Gebruik het apparaat niet in de • Plaats het apparaat rechtop en stabiel. buitenlucht. Leg geen voorwerpen, zoals natte kle• Stel het apparaat niet bloot aan een gerichte wa- dingstukken, te drogen op het apparaat. Eigenhandige terstraal. constructieve wijzigingen, aan- of ombouwerkzaam• Zorg dat de luchtinlaat en luchtuitlaat vrij zijn. heden aan het apparaat zijn verboden. • Zorg dat de aanzuigzijde altijd vrij is van vuil en Persoonlijke kwalificaties losse voorwerpen. Personen die dit apparaat gebruiken moeten: • Steek nooit voorwerpen in het apparaat. • zich bewust zijn van de gevaren die bij het gebruik • Het apparaat tijdens gebruik niet afdekken of van elektrische apparaten in vochtige omgeving transporteren. ontstaan. • Zorg dat alle elektrische kabels buiten het apparaat zijn beschermd tegen beschadigingen (bijv. door dieren). • maatregelen nemen ter beschermen tegen directe aanraking van de stroomvoerende onderdelen. • de bedieningshandleiding, vooral het hoofdstuk • Houd bij het kiezen van verlengkabels rekening Veiligheid hebben gelezen en begrepen. met het vermogen van het apparaat, de kabellengwaarvoor het te en het gebruiksdoel. Voorkom elektrische over- Onderhoudswerkzaamheden openen van de behuizing noodzakelijk is, mogen belastingen. uitsluitend door gespecialiseerde bedrijven op het • Transporteer het apparaat uitsluitend rechtop en gebied van koel- en koudetechniek of door met een leeg condensreservoir. TROTEC® worden uitgevoerd. • Het verzamelde condens afvoeren. Drink het niet. Er bestaat infectiegevaar! Restgevaren Gevaar door elektrische stroom! Het apparaat is niet geschikt voor het drogen van ruimten en oppervlakken na waterschade door leiWerkzaamheden aan elektrische onderdingbreuk of overstromingen. delen mogen alleen door een geautoriseerd gespecialiseerd bedrijf worden Bedoeld gebruik uitgevoerd! Gebruik het apparaat TTK 75 E uitsluitend voor het Gevaar door elektrische stroom! drogen en ontvochtigen van de ruimtelucht volgens de technische gegevens. Trek voor alle werkzaamheden aan het apparaat de netstekker uit het stopcontact! E-4 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL Let op! Gebruik het apparaat nooit zonder dat de filters gemonteerd zijn, zo wordt schade voorkomen! Gevaar! Van dit apparaat kunnen gevaren uitgaan als het ondeskundig of niet volgens het bedoeld gebruik wordt gebruikt door niet geïnstrueerde personen! Zorg dat wordt voldaan aan de persoonlijke kwalificaties! Gedrag bij noodgevallen 1. Bij noodgevallen het apparaat scheiden van de netvoeding. • De opslagtemperatuur moet voldoen aan het in hoofdstuk Technische gegevens opgegeven bereik voor de bedrijfstemperatuur. Bediening • Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch, tot de uitschakeling door de vlotter van het gevulde condensreservoir of een ingestelde timer. • Om ervoor te zorgen dat de luchtvochtigheid correct kan worden gemeten, draait de ventilator continu, tot het uitschakelen van het apparaat. • Voorkom open deuren en ramen. 2. Sluit een defect apparaat niet weer aan op de ne- Opstellen taansluiting. Houd bij het opstellen van het apparaat rekening met de minimale afstanden t.o.v. wanden en objecten, volgens hoofdstuk Technische gegevens. Transport A Het apparaat is voorzien van handgrepen aan de zijkanten en transportrollen voor eenvoudig transport. Vóór elk transport de volgende instructies opvolgen: B 1. Schakel het apparaat uit met de netschakelaar (zie hoofdstuk Bedieningselementen). 2. Trek de netstekker uit het stopcontact. Gebruik de netkabel niet als trektouw! 3. Maak het condensreservoir leeg. Let op het nadruppelen van condens. C C D Na elk transport de volgende instructies opvolgen: 1. Plaats het apparaat na het transport rechtop. 2. Schakel het apparaat pas na één uur in! • Plaats het apparaat stabiel en waterpas. Opslag • Plaats het apparaat zoveel mogelijk in het midden van de ruimte en houd voldoende afstand t.o.v. warmtebronnen. Bij het niet gebruiken het apparaat als volgt opslaan: • droog, • overdekt, • rechtop staand op een plaats die beschermd is tegen stof en direct zonlicht, • evt. met een kunststofhoes tegen indringen van stof beschermen. NL • Vooral bij het opstellen van het apparaat in natte omgevingen, zoals spoelkeukens, zwembaden en dergelijke, het apparaat in de gebouwinstallatie volgens de voorschriften afzekeren met een geschikte aardlekschakelaar (RCD = Residual Current protective Device). • Zorg dat verlengsnoeren volledig zijn uit-/afgerold. Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E-5 Opmerkingen m.b.t. de ontvochtigingscapaciteit Bedieningselementen De ontvochtigingscapaciteit is afhankelijk van: • de aard van de ruimte 9 10 11 12 13 NORMAL • de ruimtetemperatuur • de relatieve luchtvochtigheid DEFROST BUCKET FULL RUNNING OFF Hoe hoger de ruimtetemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid, hoe groter de ontvochtigingscapaciteit. Bij gebruik in woonruimten volstaat een luchtvochtigheid van ca. 50-60%. In magazijnen en archieven mag de luchtvochtigheid een waarde van ca. 50% niet overschrijden. CONTINUOUS 15 14 Nr. Bedieningselement 9 Ontdooi-controlelampje: brandt, als de automatische ontdooiing actief is. Controlelampje condensreservoir: Knippert als het maximale vulpeil van het condensreservoir is bereikt of als het condensreservoir niet goed in het apparaat is geplaatst. Bedrijfscontrolelampje: brandt, als het apparaat is ingeschakeld. Netschakelaar, tevens draaischakelaar voor het kiezen van de bedrijfsmodus: schakelt het apparaat aan of uit en wordt gebruik voor het voorinstellen van de gewenste luchtvochtigheid. Draaischakelaar stand NORMAL: Tijdens normaal bedrijf wordt de luchtvochtigheid verlaagd tot 50 - 60% (hygrostaatgeregeld). Draaischakelaar draaiaanslag rechts (CONTINUOUS): continubedrijf actief Draaischakelaar draaiaanslag links (OFF): apparaat uitgeschakeld 10 11 12 13 14 15 In gebruik nemen Luchtfilter plaatsen E-6 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL Apparaat inschakelen Legen van het condensreservoir 1. Controleer of het condensreservoir leeg is en goed is geplaatst. Anders werkt het apparaat niet! A. 2. Steek de netstekker in een volgens de voorschriften gezekerd stopcontact. 3. Het apparaat met de draaischakelaar (12) inschakelen, door deze rechtsom te draaien (bijv. naar NORMAL). => Het bedrijfscontrolelampje (11) brandt. BUCKET FULL B. 4. Controleer of het controlelampje van het condensreservoir (10) uit is. 5. Kies de gewenste de luchtvochtigheid in de ruimte met de draaischakelaar (12). 6. Als alternatief kan met de draaischakelaar (12) de bedrijfsmodus continubedrijf worden geactiveerd. Draai hiervoor de draaischakelaar naar rechts naar CONTINUOUS. Bedrijfsmodus normaal bedrijf C. Bij normaal bedrijf stopt het apparaat het ontvochtigen, als de luchtvochtigheid in de ruimte de gewenste waarde heeft bereikt. Neemt de luchtvochtigheid in de ruimte toe, start het apparaat weer automatisch. Draai de draaischakelaar (12) naar NORMAL voor het starten van het normaal bedrijf. D. Bedrijfsmodus continubedrijf Bij continubedrijf ontvochtigt het apparaat de lucht continu en onafhankelijk van de vochtigheidsgraad. Draai de draaischakelaar (12) naar rechts naar CONTINUOUS voor het starten van het continubedrijf. Automatisch ontdooien Is de ruimtetemperatuur lager dan 12 °C, bevriest de verdamper tijdens het ontvochtigen. In dit geval voert het apparaat een automatische ontdooiing uit. Het ontdooicontrolelampje (9) brandt. NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E-7 Bedrijf met slang aan condensoraansluiting D. A. E. B. 1/2″ C. Buiten gebruik stellen 1. Schakel het apparaat uit met de netschakelaar (zie hoofdstuk Bedieningselementen). 2. Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte handen. 3. Trek de netstekker uit het stopcontact. 1/2″ 4. Maak het condensreservoir leeg en veeg het met een schone doek droog. Let op het nadruppelen van condens. 5. Reinig het apparaat en vooral het luchtfilter volgens hoofdstuk Onderhoud. 6. Het apparaat opslaan volgens hoofdstuk Opslag. E-8 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL Defecten en storingen Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een goede werking getest. Mochten er desondanks storingen ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende lijst. Het apparaat start niet: • Controleer de netaansluiting (230 V/1~/50 Hz). • Controleer de condensor uitwendig op vervuilingen (zie hoofdstuk Onderhoud). Laat een vervuilde condensor reinigen door een gespecialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en koudetechniek of door TROTEC®. Het apparaat maakt herrie, resp. trilt, condenslekkage: • Controleer of het apparaat rechtop en op een vlakke ondergrond staat. • Controleer de netstekker op beschadigingen. Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. • Laat een elektrische controle uitvoeren door ge- capaciteit daalt: specialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en • Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op verkoudetechniek of door TROTEC®. vuilingen. Verwijder uitwendige vervuilingen. Het apparaat werkt, maar er is geen condensvorming: • Controleer of het condensreservoir goed is geplaatst. Controleer het vulpeil van het condensreservoir, maak het indien nodig leeg. Het controlelampje van het condensreservoir mag niet gaan branden. • Controleer het inwendige van het apparaat en vooral de ventilator, de ventilatorbehuizing, de verdamper en de condensor uitwendig op vervuilingen (zie het hoofdstuk Onderhoud). Laat een inwendig vervuild apparaat inwendig reinigen door een gespecialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en koudetechniek of door TROTEC®. • Controleer de vlotter in het condensreservoir op vervuilingen. Reinig indien nodig de vlotter en het condensreservoir. De vlotter moet soepel bewegen. Werkt uw apparaat na deze controles nog niet probleemloos? Lever het apparaat in voor reparatie door een gespecialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en koude• Controleer de ruimtetemperatuur. Controleer of techniek of door TROTEC®. het werkbereik van het apparaat overeenkomt met de technische gegevens. • Controleer of de relatieve luchtvochtigheid overeenkomt met de technische gegevens. • Controleer de vooringestelde gewenste luchtvochtigheid. De luchtvochtigheid in de opstelruimte moet boven het gekozen bereik liggen. Verlaag de ingestelde gewenste luchtvochtigheid evt. met de draaischakelaar (12). • Controleer het luchtfilter op vervuilingen. Het luchtfilter indien nodig reinigen, resp. vervangen. NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E-9 Onderhoud Onderhoudsintervallen voor elke keer in gebruik nemen Onderhouds- en verzorgingsinterval Condensreservoir legen Aanzuig- en uitblaasopeningen op vervuilingen en vreemde objecten controleren, indien nodig reinigen Uitwendige reiniging Visuele controle van het inwendige van het apparaat op vervuilingen Aanzuigroosters en luchtfilter op vervuilingen en vreemde objecten controleren, indien nodig reinigen resp. vervangen Luchtfilter vervangen Op beschadigingen controleren Bevestigingsbouten controleren Werkingstest minimaal elke 2 weken indien nodig minimaal elke 4 weken minimaal elke 6 weken minimaal jaarlijks X X X X X X X X X X X X X Onderhouds- en verzorgingsrapport Apparaattype: ..................................... Apparaatnummer: ..................................... Onderhouds- en verzorgingsinterval 2 1 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Aanzuig- en uitblaasopeningen op vervuilingen en vreemde objecten controleren, indien nodig reinigen Uitwendige reiniging Visuele controle van het inwendige van het apparaat op vervuilingen Aanzuigroosters en luchtfilter op vervuilingen en vreemde objecten controleren, indien nodig reinigen resp. vervangen Luchtfilter vervangen Op beschadigingen controleren Bevestigingsbouten controleren Werkingstest Opmerkingen: 1. Datum: ............................... Handtekening: ........................ 5. Datum: ............................... Handtekening: ........................ 9. Datum: ............................... Handtekening: ........................ 13. Datum: ............................. Handtekening: ........................ E - 10 2. Datum: ............................... Handtekening: ........................ 6. Datum: ............................... Handtekening: ........................ 10. Datum: ............................. Handtekening: ........................ 14. Datum: ............................. Handtekening: ........................ 3. Datum: ............................... Handtekening: ........................ 7. Datum: ............................... Handtekening: ........................ 11. Datum: ............................. Handtekening: ........................ 15. Datum: ............................. Handtekening: ........................ Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E 4. Datum: ............................... Handtekening: ........................ 8. Datum: ............................... Handtekening: ........................ 12. Datum: ............................. Handtekening: ........................ 16. Datum: ............................. Handtekening: ........................ NL Werkzaamheden voor aanvang van het onderhoud Visuele controle van het inwendige van het apparaat op vervuilingen 1. Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte 1. Verwijder het luchtfilter (zie hoofdstuk Reinigen handen. van de luchtinlaten en het luchtfilter). 2. Trek vóór alle werkzaamheden de netstekker uit 2. Schijn met een zaklamp in de openingen van het het stopcontact! apparaat. 3. Verwijder de vlotter niet uit het condensreservoir. 3. Controleer het inwendige van het apparaat op vervuilingen. Onderhoudswerkzaamheden waar4. Ziet u een dikke stoflaag, laat dan het inwendige voor het openen van de behuizing van het apparaat reinigen door een gespecialinoodzakelijk is, mogen uitsluitend seerd bedrijf op het gebied van koel- en koudedoor gespecialiseerde bedrijven op het techniek of door TROTEC®. gebied van koel- en koudetechniek of 5. Plaats het luchtfilter weer. door TROTEC® worden uitgevoerd. NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 11 Reinigen van de behuizing en het condensreservoir C. 1. Gebruik voor het reinigen een zachte, pluisvrije doek. 2. Bevochtig de doek met schoon water. Gebruik geen sprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende reinigingsmiddelen of schuurmiddelen voor het bevochtigen van de doek. A. D. B. E - 12 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL Reinigen van de luchtinlaten en het luchtfilter Let op! Controleer of het filter niet versleten of beschadigd is. Controleer voor het weer plaatsen van het luchtfilter of het droog is! Hoofdstuk Onderhoudsintervallen opvolgen voor het op tijd vervangen van het luchtfilter! A. B. C. NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 13 Reserveonderdeeloverzicht en reserveonderdeellijst Opmerking! De positienummers van de reserveonderdelen onderscheiden zich van de in de bedieningshandleiding gebruikte positienummers van de onderdelen. 40 39 24 23 10 22 31 11 38 21 37 36 26 25 41 19 12 20 29 13 30 18 15 14 16 17 8 35 9 7 6 3 5 28 27 4 34 33 1 32 2 Nr. Reserveonderdeel Nr. Reserveonderdeel Nr. Reserveonderdeel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Base pan Turning wheel assembly Compressor assembly Rubber Suction pipe Discharge pipe Plate Evaporator assembly Condenser assembly Y tube Capillary tube Micro switch Fan tank Fan motor Strike 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 Blower wheel Fan casing Capacitor (10 μF/450 for compressor (3)) Fix metal Power supply cord complete Control board Lamp assembly Knob Capacitor (1 μF/450 for fan motor (14)) Fix metal Control plate Front panel Rear panel Soft cap Plug 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 Handle Drain bucket Tank lid Float Air filter Fixture Cover Cover Humidity switch Sensor Control panel E - 14 Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E NL Recycling Conformiteitsverklaring Elektrische apparaten horen niet in het huisvuil, maar moeten in de Europese Unie – volgens Richtlijn 2002/96/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) – vakkundig worden gerecycled. Dit apparaat graag aan het eind van de levensduur recyclen volgens de geldende wettelijke bepalingen. In het kader van de EG-Laagspanningsrichtlijn 2006/ 95/EG, bijlage III, paragraaf B en de EG-richtlijn 2004/ 108/EG m.b.t. de elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Hiermee verklaren we, dat de luchtontvochtiger TTK 75 E in overeenstemming met de genoemde EGrichtlijnen is ontwikkeld, geconstrueerd en geproduceerd. Toegepaste geharmoniseerde normen: IEC 60335-1:2001/A2:2006 In het apparaat wordt een milieuvriendelijk en ozonIEC 60335-2-40:2002/A1:2005 neutraal koudemiddel gebruikt (zie hoofdstuk TechniIEC 62233:2005 sche gegevens). Het in het apparaat aanwezige koudemiddel-/oliemengsel vakkundig recyclen volgen De -markering vindt u op het typeplaatje van het de nationale wetgeving. apparaat. Fabrikant: Trotec GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Telefoon: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 E-mail: [email protected] Heinsberg, 28-8-2013 Bedrijfsleider: Detlef von der Lieck NL Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 E E - 15
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108

Trotec TTK 75 E Handleiding

Type
Handleiding