Master Lock DH 25 Handleiding

Categorie
Meten, testen
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

20
BESCHRIJVING
GEBRUIKSINSTRUCTIES
NL
DH luchtontvochtigers zijn ontworpen voor ruimtes die snel
drooggemaakt moeten worden, of voor ruimtes waarin een onge-
controleerde verhoging van het relatieve vochtigheidsniveau niet
getolereerd kan worden.
DH luchtontvochtigers verlagen het niveau van de relatieve water-
dampcondensatie in de lucht.
Zoals uitgebeeld in figuur 1, heeft het apparaat een koelingscircuit
en een ventilator. De lucht die door de ventilator (3) naar binnen
wordt gezogen, gaat door het filter (5) richting de koele wandjes van
de verdamper (6), waar het afgekoeld wordt tot een temperatuur die
iets onder het condensatiepunt ligt. Een deel van de damp con-
denseert en wordt opgevangen in een waterbak (9).Vervolgens gaat
de lucht door de condensor (4) en wordt verwarmd tot een temper-
atuur die iets hoger is dan kamertemperatuur.
Figuur 1 Hoe het apparaat werkt: 1. Luchtdichtcompressor. 2.
Controleinstrument. 3. Schroefvormige ventilator. 4. Condensor. 5.
Luchtfilter. 6.Verdamper. 7. Slangfitting. 8. Vlotter. 9.Waterbak (niet
in DH 80).
De beste resultaten worden geboekt bij een relatief vochtigheidsniveau
tussen 40% en 100% en bij een temperatuur tussen 3° en 40° C.
Het apparaat wordt automatisch gecontroleerd door een vochtge-
haltemeter, die het apparaat aan en uit doet als het gewenste
vochtigheidsniveau is bereikt. Het ontdooiingsproces wordt automa-
tisch gestuurd door het electronische controleinstrument (2), al naar
gelang de werking van het apparaat. In het geval van oververhitting
als gevolg van een defect of wanneer het apparaat gebruikt is in
ruimte met een temperatuur hoger dan de toegestane 40° C, zal het
controleinstrument het apparaat automatisch uitschakelen. In dat
geval stoppen ook de ventilator en de compressor en gaat het con-
trolelampje (b) aan.
De luchtontvochtiger kan het best in het midden van de ruimte
geplaats worden, zodat de opneming en uitstoting van de lucht niet
verhinderd worden. Het apparaat moet tenminste 20-30cm van de
muur geplaatst worden.Het moet nooit in de buurt van hittebronnen
zoals radiatoren, kachels of andere hitteproducenten geplaatst wor-
den. Het moet niet in de buurt van deuren of andere openingen
geplaatst worden. Als de luchtontvochtiger aan staat, moeten
deuren en ramen gesloten blijven.
Indien nodig kan de waterbak verwijderd worden en het water direct
afgevoerd worden door een rubber slang aan de slangfitting (7) te
monteren.
Om het apparaat aan te zetten, ga als volgt te werk:
·Draai de hydrostaat regelknop kloksgewijs tot 20%.
·Zet de groene schakelaar (a) op ON - positie “1“. De ventilator en
de compressor gaan aan en de schakelaar licht op.
·Draai de hydrostaat regelknop (d) tegen de knok in naar het gewen-
ste relatieve vochtigheidsniveau.
Zet de groen schakelaar (a) op OFF - positie “0“.
Als de waterbak vol is slaat het apparaat onmiddellijk af en gaat het
controlelampje (c) aan. De bak moet eerst geleegd worden alvorens
het apparaat weer aangezet kan worden.
BESCHRIJVING
WAARSCHUWING: Het lichtnet waarop het
apparaat aangesloten wordt (230V, eenfasig, 50
Hz) moet geaard zijn en over een differentiele
magnetisch-thermische schakelaar beschikken.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
WAARSCHUWING: Als de temperatuur in de
ruimte lager is dan 3°C werkt de luchton
tvochiger niet en flikkert het controlelampje.
WAARSCHUWING: Als de luchtontvochtiger
in werking is, mag het niet bedekt zijn met kled-
ing of andersoortige bedekkingen.
WAARSCHUWING: De luchtontvochtiger moet
altijd gebruikt, opgeborgen en, in het geval van
de DH 25, vervoerd worden in een horizontale
positie. Als dit niet in acht genomen wordt, func-
tioneert het apparaat niet correct.
WAARSCHUWING: De luchtontvochtiger is
uitgerust met een automatisch veiligheidsde-
vies dat de compressor 1 minuut nadat de
schakelaar (a) op ON is gezet doet aanslaan.
WAARSCHUWING: Als de temperatuur in de
ruimte lager is dan het minimaal toegestane
temperatuur (3°C) werkt de luchtontvochtiger
niet en flikkert het controlelampje (b).
GEBRUIKSAANWIJZING
AANZETTEN
DE WATERBAK (NIET IN DH 80)
21
ONDERHOUD
VERVOER EN VERPLAATSING
ONTMANTELING EN HET WEGDOEN
NL
Om goed te functioneren moeten het luchtfilter en de interne
onderdelen regelmatig gereinigd worden. Om het luchtfilter te reini-
gen, gebruik samengeperste lucht of reinig het met lauw zeepwater.
Om de interne onderdelen te reinigen, schroef het omhulsel los. De
interne onderdelen moeten met een stofzuiger gereinigd worden.
Neem voorzichtigheid in acht bij het schoonmaken van de conden-
sor, de verdamper’s geribbelde onderdelen en de bladen van de
ventilator.
De luchtontvochtiger mag nooit in horizontale positie vervoerd wor-
den. Nadat het elektriciteitssnoer is opgerold, kan het op zijn wielen
en in gekantelde positie verplaatst worden, zoals geïllustreerd in
Figuur 2.
Fig.2
Om het apparaat naar boven en naar beneden te dragen op een trap
of een steile helling, ga te werk zoals afgebeeld in Figuur 3.
Fig. 3
In het koelingscircuit zit een koelvloeistof die onder druk staat
(R407C) en in de compressor olie. Om deze reden moet het appa-
raat nooit zomaar weggegooid worden als het ophoudt te func-
tioneren.Het moet ontmanteld worden en de verschillende onderde-
len danwel gerecycled, danwel naar de schroothoop gebracht wor-
den. Koelvloeistof mag nooit in de atmosfeer terechtkomen. Om
R407C te verwijderen is het volgende nodig:
· Een tang zoals afgebeeld in Figuur 4.
· Een overgietdevies (motorcondensor)
· Drukvat
Fig. 4
Ga als volgt te werk:
·Sluit het drukvat aan op de motorcondensor, en de motorcondesor
aan de tang.
·Maak met de tang een gat in de afvoerslang van de compressor en
laat de tang vastzitten aan de slang.
·Open beide kranen van de motorcondensor. Zet hem aan en laat
het koelingscircuit leeglopen.
·Zet de motorcondensor uit en sluit beide kranen. Sluit vervolgens
ook de kraan van het drukvat.
·Verwijder de tang.
·Als het drukvat vol is moet het naar een bedrijf dat gespecialiseerd
is in het ontdoen van R407C-vloeistof.
·De gelaste verbindstukken van de compressor’s aanvoer- en afvo-
erslangen moeten verwijderd worden, alsook de schroeven. Boor
dan een gat in de onderkant van het onderstel en giet de olie in een
vat dat afgeleverd moet worden bij een bedrijf gespecialiseerd in
recycling en het weggooien van olie.
WAARSCHUWING:
Alvorens de waterbak te
verwijderen, zet de hoofdschakelaar op OFF en
trek de stekker uit het stopcontact
ONTMANTELING EN HET WEGDOEN
WAARSCHUWING: Na leging, plaats de
waterbak voorzichtig terug in het compartiment
waarbij opgelet moet worden dat de schakelaar
van de vlotter niet kapotgemaakt of verstoord
wordt
WAARSCHUWING: Zet de hoofdschakelaar
op OFF en trek de stekker uit het stopcontact
voor iedere onderhoudsbeurt.
WAARSCHUWING: Alvorens het apparaat te
verplaatsen, zet de hoofdschakelaar op OFF en
trek de stekker uit het stopcontact.
WAARSCHUWING: De volgende handelingen
moeten uitsluitend door bevoegd personeel uit-
gevoerd worden
ONDERHOUD
VERVOER EN VERPLAATSING
22
VOORKOMENDE STORINGEN, MOGELIJKE
OORZAKEN EN VERHELPINGEN
De rest van de metalen onderdelen, die koper, aluminium en staal
bevatten kunnen gerecycled worden of naar de schroot gebracht
worden.
NL
VOORKOMENDE STORINGEN, MOGELIJKE OORZAKEN EN VERHELPINGEN
PROBLEEM OORZAAK VERHELPING
1 Er is geen stroom
1a Controleer of de schakelaar werkt en dan hij
op ON staat
1b Controleer de netspanning (220V, 1-, 50 Hz)
2 De hydrostaat is niet correct afgesteld
2a Zet de vochtigheidsmeter op een lagere stand
dan het vochtigheidsniveau in de ruimte
3 De waterbak is vol (controlelampje “c” gaat
aan)
3a Leeg de waterbak
1a Controleer of niets de toevoer en afvoer van
lucht in de weg staat.
1b Controleer of er zich geen aanslag op het
filter, de geribbelde batterijen, de condensor of de
verdamper gevormd heeft
2 Temperatuur in de ruimte en relatief
vochtigheidsniveau te laag
2a Controleer of de temperatuur tussen de 0° en
40° graden is en of het niveau van de relatieve
vochtigheid tussen de 40% en 100% is
3 Koelingscircuit werkt niet correct
3a Bel een geautoriseerde service- en
onderhoudsman
Het apparaat slaat af en het
controlelampje (c) gaat aan
1 Waterbak vol 1a Leeg de waterbak
1 Luchttoevoer verhinderd
1a Verwijder de obstakels die de luchttoevoer
verhinderen en zet het apparaat opnieuw aan
2 Temperatuur hoger dan 40°C
2a Gebruik het apparaat enkel wanneer de
temperatuur tot onder de 40° graden daalt
3 Ventilatormotor defect
3a Bel een geautoriseerde service- en
onderhoudsman
4 Koelingscircuit werkt niet correct
4a Bel een geautoriseerde service- en
onderhoudsman
Het apparaat slaat af en het
veiligheidscontrolelampje (b) flikkert
1 Temperatuur lager dan 3°C
1a Verplaats de luchtontvochtiger naar een ruimte
met een temperatuur van 3°C en hoger
Het apparaat slaat af en het
veiligheidscontrolelampje (b) gaat aan (de
condensator’s geribbelde batterij is
oververhit geraakt)
Het apparaat gaat niet aan
1 Onvoldoende luchttoevoer
De ventilator en de compressor werken,
maar er wordt noch water noch ijs op de
wanden van de verdamper gevormd

Documenttranscriptie

20 BESCHRIJVING GEBRUIKSINSTRUCTIES BESCHRIJVING DH luchtontvochtigers zijn ontworpen voor ruimtes die snel drooggemaakt moeten worden, of voor ruimtes waarin een ongecontroleerde verhoging van het relatieve vochtigheidsniveau niet getolereerd kan worden. DH luchtontvochtigers verlagen het niveau van de relatieve waterdampcondensatie in de lucht. Zoals uitgebeeld in figuur 1, heeft het apparaat een koelingscircuit en een ventilator. De lucht die door de ventilator (3) naar binnen wordt gezogen, gaat door het filter (5) richting de koele wandjes van de verdamper (6), waar het afgekoeld wordt tot een temperatuur die iets onder het condensatiepunt ligt. Een deel van de damp condenseert en wordt opgevangen in een waterbak (9). Vervolgens gaat de lucht door de condensor (4) en wordt verwarmd tot een temperatuur die iets hoger is dan kamertemperatuur. 4 5 6 2 7 8 9 Figuur 1 Hoe het apparaat werkt: 1. Luchtdichtcompressor. 2. Controleinstrument. 3. Schroefvormige ventilator. 4. Condensor. 5. Luchtfilter. 6. Verdamper. 7. Slangfitting. 8. Vlotter. 9. Waterbak (niet in DH 80). De beste resultaten worden geboekt bij een relatief vochtigheidsniveau tussen 40% en 100% en bij een temperatuur tussen 3° en 40° C. Het apparaat wordt automatisch gecontroleerd door een vochtgehaltemeter, die het apparaat aan en uit doet als het gewenste vochtigheidsniveau is bereikt. Het ontdooiingsproces wordt automatisch gestuurd door het electronische controleinstrument (2), al naar gelang de werking van het apparaat. In het geval van oververhitting als gevolg van een defect of wanneer het apparaat gebruikt is in ruimte met een temperatuur hoger dan de toegestane 40° C, zal het controleinstrument het apparaat automatisch uitschakelen. In dat geval stoppen ook de ventilator en de compressor en gaat het controlelampje (b) aan. WAARSCHUWING: Als de temperatuur in de ruimte lager is dan 3°C werkt de luchton tvochiger niet en flikkert het controlelampje. NL De luchtontvochtiger kan het best in het midden van de ruimte geplaats worden, zodat de opneming en uitstoting van de lucht niet verhinderd worden. Het apparaat moet tenminste 20-30cm van de muur geplaatst worden. Het moet nooit in de buurt van hittebronnen zoals radiatoren, kachels of andere hitteproducenten geplaatst worden. Het moet niet in de buurt van deuren of andere openingen geplaatst worden. Als de luchtontvochtiger aan staat, moeten deuren en ramen gesloten blijven. WAARSCHUWING: Als de luchtontvochtiger in werking is, mag het niet bedekt zijn met kleding of andersoortige bedekkingen. Indien nodig kan de waterbak verwijderd worden en het water direct afgevoerd worden door een rubber slang aan de slangfitting (7) te monteren. 3 1 WAARSCHUWING: Het lichtnet waarop het apparaat aangesloten wordt (230V, eenfasig, 50 Hz) moet geaard zijn en over een differentiele magnetisch-thermische schakelaar beschikken. GEBRUIKSAANWIJZING AANZETTEN WAARSCHUWING: De luchtontvochtiger moet altijd gebruikt, opgeborgen en, in het geval van de DH 25, vervoerd worden in een horizontale positie. Als dit niet in acht genomen wordt, functioneert het apparaat niet correct. Om het apparaat aan te zetten, ga als volgt te werk: ·Draai de hydrostaat regelknop kloksgewijs tot 20%. ·Zet de groene schakelaar (a) op ON - positie “1“. De ventilator en de compressor gaan aan en de schakelaar licht op. WAARSCHUWING: De luchtontvochtiger is uitgerust met een automatisch veiligheidsdevies dat de compressor 1 minuut nadat de schakelaar (a) op ON is gezet doet aanslaan. ·Draai de hydrostaat regelknop (d) tegen de knok in naar het gewenste relatieve vochtigheidsniveau. Zet de groen schakelaar (a) op OFF - positie “0“. WAARSCHUWING: Als de temperatuur in de ruimte lager is dan het minimaal toegestane temperatuur (3°C) werkt de luchtontvochtiger niet en flikkert het controlelampje (b). DE WATERBAK (NIET IN DH 80) Als de waterbak vol is slaat het apparaat onmiddellijk af en gaat het controlelampje (c) aan. De bak moet eerst geleegd worden alvorens het apparaat weer aangezet kan worden. ONDERHOUD VERVOER EN VERPLAATSING ONTMANTELING EN HET WEGDOEN 21 WAARSCHUWING: Alvorens de waterbak te verwijderen, zet de hoofdschakelaar op OFF en trek de stekker uit het stopcontact WAARSCHUWING: Na leging, plaats de waterbak voorzichtig terug in het compartiment waarbij opgelet moet worden dat de schakelaar van de vlotter niet kapotgemaakt of verstoord wordt ONDERHOUD WAARSCHUWING: Zet de hoofdschakelaar op OFF en trek de stekker uit het stopcontact voor iedere onderhoudsbeurt. Om goed te functioneren moeten het luchtfilter en de interne onderdelen regelmatig gereinigd worden. Om het luchtfilter te reinigen, gebruik samengeperste lucht of reinig het met lauw zeepwater. Om de interne onderdelen te reinigen, schroef het omhulsel los. De interne onderdelen moeten met een stofzuiger gereinigd worden. Neem voorzichtigheid in acht bij het schoonmaken van de condensor, de verdamper’s geribbelde onderdelen en de bladen van de ventilator. VERVOER EN VERPLAATSING WAARSCHUWING: Alvorens het apparaat te verplaatsen, zet de hoofdschakelaar op OFF en trek de stekker uit het stopcontact. Fig. 3 ONTMANTELING EN HET WEGDOEN In het koelingscircuit zit een koelvloeistof die onder druk staat (R407C) en in de compressor olie. Om deze reden moet het apparaat nooit zomaar weggegooid worden als het ophoudt te functioneren. Het moet ontmanteld worden en de verschillende onderdelen danwel gerecycled, danwel naar de schroothoop gebracht worden. Koelvloeistof mag nooit in de atmosfeer terechtkomen. Om R407C te verwijderen is het volgende nodig: WAARSCHUWING: De volgende handelingen moeten uitsluitend door bevoegd personeel uitgevoerd worden · Een tang zoals afgebeeld in Figuur 4. · Een overgietdevies (motorcondensor) · Drukvat De luchtontvochtiger mag nooit in horizontale positie vervoerd worden. Nadat het elektriciteitssnoer is opgerold, kan het op zijn wielen en in gekantelde positie verplaatst worden, zoals geïllustreerd in Figuur 2. Fig.2 Om het apparaat naar boven en naar beneden te dragen op een trap of een steile helling, ga te werk zoals afgebeeld in Figuur 3. Fig. 4 Ga als volgt te werk: ·Sluit het drukvat aan op de motorcondensor, en de motorcondesor aan de tang. ·Maak met de tang een gat in de afvoerslang van de compressor en laat de tang vastzitten aan de slang. ·Open beide kranen van de motorcondensor. Zet hem aan en laat het koelingscircuit leeglopen. ·Zet de motorcondensor uit en sluit beide kranen. Sluit vervolgens ook de kraan van het drukvat. ·Verwijder de tang. ·Als het drukvat vol is moet het naar een bedrijf dat gespecialiseerd is in het ontdoen van R407C-vloeistof. ·De gelaste verbindstukken van de compressor’s aanvoer- en afvoerslangen moeten verwijderd worden, alsook de schroeven. Boor dan een gat in de onderkant van het onderstel en giet de olie in een vat dat afgeleverd moet worden bij een bedrijf gespecialiseerd in recycling en het weggooien van olie. NL 22 VOORKOMENDE STORINGEN, MOGELIJKE OORZAKEN EN VERHELPINGEN De rest van de metalen onderdelen, die koper, aluminium en staal bevatten kunnen gerecycled worden of naar de schroot gebracht worden. VOORKOMENDE STORINGEN, MOGELIJKE OORZAKEN EN VERHELPINGEN PROBLEEM OORZAAK 1 Er is geen stroom VERHELPING 1a Controleer of de schakelaar werkt en dan hij op ON staat 1b Controleer de netspanning (220V, 1-, 50 Hz) Het apparaat gaat niet aan 2 De hydrostaat is niet correct afgesteld 2a Zet de vochtigheidsmeter op een lagere stand dan het vochtigheidsniveau in de ruimte 3 De waterbak is vol (controlelampje “c” gaat 3a Leeg de waterbak aan) 1a Controleer of niets de toevoer en afvoer van lucht in de weg staat. 1 Onvoldoende luchttoevoer De ventilator en de compressor werken, maar er wordt noch water noch ijs op de wanden van de verdamper gevormd 2 Temperatuur in de ruimte en relatief vochtigheidsniveau te laag 3 Koelingscircuit werkt niet correct Het apparaat slaat af en het controlelampje (c) gaat aan 1 Waterbak vol 1a Leeg de waterbak 1 Luchttoevoer verhinderd 1a Verwijder de obstakels die de luchttoevoer verhinderen en zet het apparaat opnieuw aan Het apparaat slaat af en het 2 Temperatuur hoger dan 40°C veiligheidscontrolelampje (b) gaat aan (de condensator’s geribbelde batterij is 3 Ventilatormotor defect oververhit geraakt) Het apparaat slaat af en het veiligheidscontrolelampje (b) flikkert NL 1b Controleer of er zich geen aanslag op het filter, de geribbelde batterijen, de condensor of de verdamper gevormd heeft 2a Controleer of de temperatuur tussen de 0° en 40° graden is en of het niveau van de relatieve vochtigheid tussen de 40% en 100% is 3a Bel een geautoriseerde service- en onderhoudsman 2a Gebruik het apparaat enkel wanneer de temperatuur tot onder de 40° graden daalt 3a Bel een geautoriseerde service- en onderhoudsman 4 Koelingscircuit werkt niet correct 4a Bel een geautoriseerde service- en onderhoudsman 1 Temperatuur lager dan 3°C 1a Verplaats de luchtontvochtiger naar een ruimte met een temperatuur van 3°C en hoger
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Master Lock DH 25 Handleiding

Categorie
Meten, testen
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren